Van de problematiek rond de stikstofuitstoot en de boerenprotesten [1] ben ik niet erg goed op de hoogte.
Wel lees ik minder vriendelijke dingen over protesterende boeren en hun problematiek bij door mij doorgaans gewaardeerde auteurs/activisten [2]
Zelf ben ik er nog niet uit, maar wel denk ik, dar de zaak veel genuanceerder ligt
Maar nogmaals:
Omdat ik er nog te weinig vanaf weet, behalve dat het mij natuurlijk wel
aangrijpt als ik lees over zelfdodingen bij boeren, die geen gat meer zien
in hun situatie [3], zal ik verder niet op de Boerenproblematiek [kunnen] ingaan.
Wellicht komt dat later nog in een artikel, als ik mij er verder en beter in
verdiept hebt.
TOT DAN!
Nu over iets anders.
Vrijwel iedereen, en zeker mijn lezers, zijn er wel van op de hoogte, dat Neerlands premier Mark Rutte op 19 december anno Domini 2022 namens
de Nederlandse regering excuses heeft aangeboden voor het Nederlandse
Slavernijverleden [4]
Een indrukwekkend moment, een Historisch Moment ook, omdat nu
hoe dan ook, eindelijk, al was het rijkelijk laat, excuses werden
aangeboden voor het Nederlandse aandeel aan de transatlantische slavernij en slavenhandel, die misdaad tegen de Menselijkheid.
GOED ZO
Indrukwekkend ook, omdat Rutte daarover weleens anders heeft gedacht [5]
CAROLINE VAN DER PLAS
En dat brengt mij op Caroline van der Plas, voorvrouw en Tweede Kamerlid
voor de BoerBurgerBeweging [BBB} [6]
En opnieuw:
Door mij zeer gewaardeerde activisten/auteurs laten zich verre van vriendelijk
over haar uit [7], tot zelfs van het hebben van een ”fascistische inslag” [8]
Ik citeer Peter Storm:
”Voor wie bijvoorbeeld twijfelt aan de fascistische inslag van Caroline van der Plas en haar BBB, even dit citaat van haar: ‘Het gaat dus inderdaad niet om de natuur. Het gaat om goedkoop landbouwgrond opkopen voor huizen voor die miljoenen mensen die nog in NL gepropt moeten worden”
[9]
Een fraaie opmerking is dit niet, want het verwijst inderdaad naar migranten [nog los van het feit, dat het inderdaad onzin is, numeriek in ieder geval] [10], maar toch
ben ik van van der Plas’ ”fascistische inslag” nog
lang niet zeker, want daar is echt wel meer voor nodigdan je als Kamerlid vaak een foute en naar mijnmening onwelgevallige hoek te laten aanleunen [11], hoewelze daar zelf niet altijd blij mee lijkt [12]Want om door mij althans van fascisme te worden beschuldigd is o.a. nodig:
Superioriteitswaan, een systematische hetze tegen een gecreeerde zondebok, een obsessie met het echte/
taalgebruik, systematische uitsluiting van groepen in de samenleving,
oproepen tot een hetze tegen gecreeerde zondebokken
Daarvan heb ik bij van der Plas te weinig gemerkt om haar een ”fascistische inslag” toe te dichten.
En tenminste ik heb nog niet eerder gehoord van iemand met een
”fascistische inslag”, die bezwaren uit tegen racistisch gedrag, zoals
Caroline van der Plas WEL gedaan heeft [13]
Goed, maar ik ben nooit te oud om te leren en de Tijd zal het leren en merk
ik dat, dan zal ik niet aarzelen, haar hier op deze website van katoen te geven.
Maar neen, in tegenstelling tot wat een aantal links-progressieve schrijvers
over haar zegt/schrijft, heb ik een ander oordeel.
En dat houdt hier een compliment in
Namelijk het feit, dat zij, na een aanvankelijke tegenstander te
zijn geweest van excuses voor het Nederlandse slavernijverleden, op
19 december 2022 namens de Nederlandse regering aangeboden
door minister-president Mark Rutte [14], trouwens ook ooit
een tegenstander van excuses [15], tijdens een debat erkende,
tot een ander oordeel te zijn gekomen.
Ik citeer van der Plas:
”:Eh, voorzitter en inwoners van Nederland.
Eh, zelf ben ik bezig met het uitzoeken eh waar mijn voorouders allemaal
vandaan komen en eh daar heb je allemaal hele mooie, hele mooie sites voor en eh, het is heel leuk om te zien, dat ik al
is heel leuk om te zien, dat ik al echt tot in 1700 kan kijken en dat ik eh, nou ja
kan zien waar ze woonden, wat ze deden en eh, [0.48] mevrouw Simons raakte mij een paar maanden geleden heel erg in een debat, ik had er nooit bij
stilgestaan, en ze zei, ja, eh, ik kan eigenlijk alleen maar tot mijn overgrootmoeder gaan en voor de rest, ja, weet ik het niet.
[1.00]
En dat was voor mij wel een beetje een eye opener.
Want ik zal je eerlijk zeggen, ik was echt wel met, ook wel echt
wel met gestrekt been over excuses, is dat allemaal nodig en wat een onzin
allemaal, maar dat heeft mij wel eh, eigenlijk wel anders doen denken.
Eh, dus dat vind ik heel waardevol en ik vind ook, dat we moeten beseffen, dat wij dat dus wel allemaal kunnen he, dat uitzoeken van voorouders, het is
misschien maar een heel klein iets, maar ik kan me heel goed voorstellen,
dat het voor mensen, die dat niet kunnen, dat dat, ja, dat het gewoon heel
pijnlijk of erg (?) is, want die hebben geen keus, die kunnen het gewoon
niet. Punt. [1.36]
Wat me ook heel erg raakte eh, eh, wat mevrouw Simons ook heeft gezegd,
eh, dat is, eh, ik geloof dat haar oma dat ….verteld aan haar of gezegd eh,
Sylvana het is niet dat dat 150 jaar geleden is afgeschaft, het is het punt,
dat het 350 jaar heeft geduurd en ook daarvan dacht ik: ja…..
En dat zijn dingen waarover ik dus zelf eigenlijk nooit over na heb gedacht
en daarom vind ik het heel goed, dat wij dat debat voeren……..[16]
…..
……
” En volgens mij heeft niemand gezegd, dat alle Nederlanders moeten
buigen of knielen of persoonlijk excuses moeten aanbieden.
Volgens mij is er gevraagd om namens de regering excuses aan te bieden
voor wat wij in die tijd hebben gedaan, nou die mensen, die in die
tijd in de regering zitten, die kunnen dat niet meer, die liggen al even (?)
onder de grond, maar onze regering kan dat wel, dus eh, ik ben ook helemaal
dus niet tegen excuses eh aanbieden voor het slavernijverleden. [17]
WELL DONE!
Want aan alles kun je zien en horen, dat het slavernijverleden en debatten
over racisme en inclusie ver van Caroline van der Plas af staan
Ze zei het zelf in het aangehaalde debat, dat ze niet eerder had stilgestaan
bij de impact van 350 jaar slavernijverleden [18] en het blijkt ook uit
haar debatbijdrage over Oekraiense asielzoekers, waarin ze refereerde
aan racistische uitingen van sommige Oekraiense leerlingen tegenover
” leerlingen met een donkere huidskleur’ [19], iets wat allang niet
meer zo wordt aangeduid.
Des te meer te waarderen is het, dat zij ruiterlijk kan toegeven, er eerst
”met gestrekt been” tegen de excuses te zijn ingegaan [20], maar daar
nu, geraakt door de opmerkingen van Sylvana Simons [voorvrouw Bij1] [21], vanaf gestapt te zijn en nu voor excuses is [22]
Dat is een stap, een belangrijke stap, die dus een complimentwaard is! WEL moet zij naar mijn mening nog wel wat leren:Zo toonde zij zich een tegenstander van het kabinetsbesluit, eenBewustwordingsfonds van 200 miljoen op te richten [23], waaroverzij opmerkt:”
Eh, nog even over het Fonds
Ja, daar ziet eh BBB helemaal niks in.
We hebben zol ongelooflijk veel subsidiepotjes in Nederland, d’r zijn
miljoenen, tientallen, misschien wel honderden miljoenen beschikbaar
voor mensen, die iets willen met bewustwording en die kunnen gewoon
daarvoor een subsidie aanvragen en ik vind het in deze tijd
van koopkracht en mensen, die hun rekeningen niet kunnen betalen
vind ik het ook eigenlijk niet kunnen, dat we dan 200 miljoen extra gaan
uittrekken voor zo’n fonds.[4.24] [24]
Uit deze anti Fonds stellingname blijkt wel, hoever nog de impact van
het slavernijverleden, kolonialisme en de doorwerking in racisme
en achterstelling afstaat van Caroline van der Plas.
Hoe weinig zij zich kennelijk nog realiseert wat de impact is van
het beschouwd te zijn als Ding, als Werktuig, gedehumaniseerd te
zijn en honderden jaren voor niets gewerkt te hebben, ten
behoeve van de onderdrukker [25]
En of je nu voor zo’n Fonds bent of voor Herstelbetalingen [26]
,waarvan ik persoonlijk een voorstander ben, de impact grijpt diep in, voelt diep en heeft nog in het heden bittere sporen achtergelaten, niet alleen
vanwege de Misdaad der Slavernij op zich, maar zijn lelijke Vruchten
als kolonialisme, witte superioriteitswaan, racisme, achterstelling
Dat realiseert van der Plas zich nog veel te weinig
Maar toch complimenten vanwege haar veranderde stellingname
En de moed, haar eigen aanvankelijk Foute Standpunten te
DE BUHNE ALS GEZWEGEN WORDT OVER MODERNE SLAVERNIJ”
[Caroline van der Plas, BBB]
”Dank u wel.
Allereerst dank aan de collega Kamerleden voor de eh coulance dat is
heel fijn zeker voor kleine partijen, maar ik denk, dat het ook een heel goeie
uitstraling is naar buiten toe, dat we hier niet alleen maar aan het vechten zijn,
maar dat we mekaar ook dingen gunnen.
Eh, dat gezegd hebbende wil ik beginnen.
Met wat ik te zeggen heb.
[0.23]
Eh, voorzitter en inwoners van Nederland.
Eh, zelf ben ik bezig met het uitzoeken eh waar mijn voorouders allemaal
vandaan komen en eh daar heb je allemaal hele mooie, hele mooie sites voor en eh, het is heel leuk om te zien, dat ik al
is heel leuk om te zien, dat ik al echt tot in 1700 kan kijken en dat ik eh, nou ja
kan zien waar ze woonden, wat ze deden en eh, [0.48] mevrouw Simons raakte mij een paar maanden geleden heel erg in een debat, ik had er nooit bij
stilgestaan, en ze zei, ja, eh, ik kan eigenlijk alleen maar tot mijn overgrootmoeder gaan en voor de rest, ja, weet ik het niet.
[1.00]
En dat was voor mij wel een beetje een eye opener.
Want ik zal je eerlijk zeggen, ik was echt wel met, ook wel echt
wel met gestrekt been over excuses, is dat allemaal nodig en wat een onzin
allemaal, maar dat heeft mij wel eh, eigenlijk wel anders doen denken.
Eh, dus dat vind ik heel waardevol en ik vind ook, dat we moeten beseffen, dat wij dat dus wel allemaal kunnen he, dat uitzoeken van voorouders, het is
misschien maar een heel klein iets, maar ik kan me heel goed voorstellen,
dat het voor mensen, die dat niet kunnen, dat dat, ja, dat het gewoon heel
pijnlijk of erg (?) is, want die hebben geen keus, die kunnen het gewoon
niet. Punt. [1.36]
Wat me ook heel erg raakte eh, eh, wat mevrouw Simons ook heeft gezegd,
eh, dat is, eh, ik geloof dat haar oma dat ….verteld aan haar of gezegd eh,
Sylvana het is niet dat dat 150 jaar geleden is afgeschaft, het is het punt,
dat het 350 jaar heeft geduurd en ook daarvan dacht ik: ja…..
En dat zijn dingen waarover ik dus zelf eigenlijk nooit over na heb gedacht
en daarom vind ik het heel goed, dat wij dat debat voeren, maar ook
met ruimte voor andere meningen he of andere standpunten.
Ik kan me namelijk ook gewoon heel erg goed voorstellen, dat er mensen in
Nederland zijn, die het, ja wel onzin vinden, die denken, ja maar waarom
moet ik nou excuses aanbieden.
[2.21] En volgens mij heeft niemand gezegd, dat alle Nederlanders moeten
buigen of knielen of persoonlijk excuses moeten aanbieden.
Volgens mij is er gevraagd om namens de regering excuses aan te bieden
voor wat wij in die tijd hebben gedaan, nou die mensen, die in die
tijd in de regering zitten, die kunnen dat niet meer, die liggen al even (?)
onder de grond, maar onze regering kan dat wel, dus eh, ik ben ook helemaal
dus niet tegen excuses eh aanbieden voor het slavernijverleden. [2.52]
Eh…we zullen het gesprek over de geschiedenis zullen we wel moeten
blijven voeren en ook op zoek blijven gaan naar elkaars verhaal en eh ik vind, dat we een debat moeten eh voeren, niet gestoeld op alles wat uit Amerika
overwaait, maar wat er hier in de samenleving wordt gedacht en gevoeld en
waarover wordt gediscussieerd.
Eh…..wat er uit Amerika…wat er op de universiteit gebeurt waait hiernaartoe
over dat komt bij ons in het Amsterdamse studenten….of in de grachtengordel,,,,
eh….maar ja buiten de Ring A10 zijn mensen eh daar helemaal niet mee bezig
en die zijn niet bezig met termen als ”white virgility” (?) of ”kritische rassentheorie” of ”dekolonisatie” eh, dus ik wil graag (?) een oproep doen
om het Nederlandse of het debat over slavernij in Nederland voeren he…het
Nederlandse debat, niet het Amerikaanse debat.
[3.56] Eh, nog even over het Fonds:
Ja, daar ziet eh BBB helemaal niks in.
We hebben zol ongelooflijk veel subsidiepotjes in Nederland, d’r zijn
miljoenen, tientallen, misschien wel honderden miljoenen beschikbaar
voor mensen, die iets willen met bewustwording en die kunnen gewoon
daarvoor een subsidie aanvragen en ik vind het in deze tijd
van koopkracht en mensen, die hun rekeningen niet kunnen betalen
vind ik het ook eigenlijk niet kunnen, dat we dan 200 miljoen extra gaan
uittrekken voor zo’n fonds.[4.24]
[4.25]
Waar ik ook aandacht voor wil vragen is eh inderdaad, moderne slavernij,
de heer Bisschop heeft het (?) net heel goed aangegeven…
Kijk, als wij excuses aanbieden voor de slavernij eh, eh, wat ik dus persoonlijk
terechte excuses vind [4.39], namens de regering, niet elke Nederlander hoeft dat persoonlijk te doen, vind ik ook, dat we eh echt de nadruk nu moeten gaan
vestigen op de moderne slavernij.
We hebben hier allemaal smartphones eh, we willen niet weten wat voor dwangarbeid daar is, kinderarbeid daarvoor is.
[4.59] En ik vind, dat als we dat niet doen, die moderne slavernij
niet benoemen, hierna, dan vind ik eigenlijk, dat die excuses dan ook maar voor de Buhne zijn geweest, want het is heel goed wat de heer Bisschop zei, wat zulllen de volgende generaties eh ja van ons vinden, als wij dat zomaar
toelaten.
Eh, ja, voorzitter tot slot, ja ik heb niet zozeer een vraag aan de minister-president of de minister maar wel aan de minister van Onderwijs, want
ik zou de minister van Onderwijs eigenlijk graag willen vragen of hij kan kijken
nadat(?) wij zeg maar in onze schoolboeken dus niet alleen zeg maar aandacht vestigen op het slavernijverleden, van toen, maar of in de schoolboeken ook
heel duidelijk gezegd kan worden, kinderen bewust kan maken, van hun consumentengedrag bijvoorbeeld en als ze een smartphone kopen
of kleding, dat zij dan ook eh, eh, ja, dat ze ook weten, dat er moderne
slavernij is en of dat in eh lesboeken terecht kan komen of dat de minister
bereid is met onderwijsorganisaties daarover te spreken, dat dat nadrukkelijk…..
EINDE YOUTUBE FILMPJE
Reacties uitgeschakeld voor Caroline van der Plas over het slavernijverleden/Een Well Done compliment!
De aankomst van een Nederlands schip met Afrikaanse totslaafgemaakten voor de verkoop, Jamestown, Virginia, 1619. (Hulton Archive/Getty Images)Beeld Getty Images
MARK RUTTE, OOIT TEGENSTANDER EXCUSES SLAVERNIJVERLEDEN…
LEZERS
Iedereen is ervan op de hoogte, dat Neerland’s premier, Mark Rutte, op
19 december 2022 namens de Nederlandse regering excuses heeft aangebden voor het Nederlandse slavernijverleden. [1]
In zijn redevoering viel echter een interessante zelfbekentenis op
Ik citeer ons premier
”Ik heb die verandering in denken ook persoonlijk doorgemaakt – daar wil ik open over zijn.Lange tijd dacht ik dat het niet goed mogelijk is op een betekenisvolle manier verantwoordelijkheid te nemen voor iets dat zo lang geleden is, en waar niemand van ons zelf bij is geweest. Lange tijd dacht ik dus eigenlijk: het slavernijverleden is geschiedenis die achter ons ligt. Maar ik had het mis.” [2]Altijd fijn, als iemand zijn ”fout” inzietDaarom hier een fragment van wat Rutte in 2016 in het programma”Zomergasten” zei over excuses van regeringswege over hetslavernijverleden LEES DIRECT HIERONDEREn geheel onderaan de Noten VEEL LEESPLEZIER ASTRID ESSED
Minister-president Mark Rutte biedt in deze toespraak excuses aan voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden: postuum aan alle tot slaafgemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden, aan hun dochters en zonen, en aan al hun nazaten tot in het hier en nu. De minister-president uitte zijn excuses in het Nationaal Archief in Den Haag in aanwezigheid van vertegenwoordigers van organisaties die zich sterk maken voor erkenning van de gevolgen van slavernij.
Dames en heren, goedemiddag. En voor iedereen die meekijkt of luistert in een andere tijdzone: Bun morgu, Bon dia, Good morning,
Hier in het Nationaal Archief spreekt de geschiedenis tot ons in miljoenen documenten. En ook al horen we de ongeschreven stemmen uit het verleden niet, het verhaal dat uit al die archiefstukken naar voren komt, is niet alleen maar mooi. Het is vaak ook lelijk, pijnlijk en zelfs ronduit beschamend. Dat geldt zeker voor de rol van Nederland in het slavernijverleden. Wij, levend in het hier en nu, kunnen slavernij alleen in de allerduidelijkste bewoordingen erkennen en veroordelen als misdaad tegen de menselijkheid. Als een misdadig systeem, dat wereldwijd onnoemelijk veel mensen onnoemelijk veel en groot leed heeft gebracht, en dat doorwerkt in de levens van mensen hier en nu. En wij in Nederland moeten ons aandeel in dat verleden onder ogen zien. Daarom is het goed dat we elkaar vandaag in het Nationaal Archief ontmoeten. Hier ligt ons nationale geheugen opgeslagen. Dus dit is de plek voor nationaal gewetensonderzoek.
Hier kun je niet om de historische feiten heen. Tot 1814 werden ruim 600.000 tot slaaf gemaakte Afrikaanse vrouwen, mannen en kinderen onder erbarmelijke omstandigheden naar het Amerikaanse continent verscheept door Nederlandse slavenhandelaren. De meesten naar Suriname, maar ook naar Curaçao, Sint Eustatius en andere plaatsen. Zij werden weggerukt van hun families, ontmenselijkt, als vee vervoerd en behandeld. Vaak onder het overheidsgezag van de West-Indische Compagnie. In Azië werden tussen de 660.000 en ruim 1 miljoen mensen – we weten het niet eens precies – verhandeld binnen de gebieden die onder het gezag stonden van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
De getallen zijn onvoorstelbaar. Het menselijk leed dat er achter schuilgaat, is nog veel onvoorstelbaarder. Talloos zijn de overgeleverde verhalen en getuigenissen die bewijzen hoe er in het slavernijsysteem geen maat stond op wreedheid en willekeur. En dus geen maat op onrecht en pure angst. We hoeven alleen maar Anton de Koms Wij slaven van Suriname open te slaan om te lezen over de meest gruwelijke behandelingen en straffen. We lezen over geseling en marteling tot de dood erop volgde, over mensen van wie ledematen werden afgehakt, over brandmerken in het gezicht. Het lot van de ene persoon nog verschrikkelijker dan van de andere, op elke pagina onrecht en nog meer onrecht. En zoals Anton de Kom het beschreef voor Suriname, zo gebeurde het ook elders, onder hetzelfde Nederlandse overheidsgezag. We lezen het, we weten het, en toch is het afschuwelijke lot van tot slaaf gemaakte mensen nauwelijks te bevatten.
Of neem, inderdaad, de feiten zoals die uit de archieven spreken. Bijvoorbeeld uit de enorme administratie die is opgezet rond de afschaffing van de slavernij in 1863 en die hier ingezien kan worden. Pagina na pagina staan daarop per plantage en per slaveneigenaar de namen vermeld van tot slaaf gemaakten plus nog enkele andere persoonlijke gegevens. Zakelijk, systematisch, in een droge opsomming, die juist daardoor zo confronterend is, omdat het de absurditeit onderstreept van een systeem waarin de ene mens de andere mens tot handelswaar maakte. Een systeem zo onmenselijk en onrechtvaardig, dat in 1863 niet de tot slaaf gemaakten financieel werden gecompenseerd door de staat, maar de slaveneigenaren. En nog kon het hardvochtiger, nog oneerlijker, want iedereen die in Suriname in 1863 in naam vrij werd, moest gedwongen nog tien jaar lang onder staatstoezicht blijven werken. De facto betekende dat voor velen nog tien jaar langer een leven in onvrijheid, een leven onder dwang. Tot 1873. Komend jaar is dat 150 jaar geleden.
Die geschiedenis houdt ons bezig. Een complexe geschiedenis, waarin op verschillende plaatsen verschillende jaartallen en gebeurtenissen betekenis hebben. Niet alleen 1863 en 1873. Maar bijvoorbeeld ook 1860, de wettelijke afschaffing van de slavernij in toenmalig Nederlands Indië. 1814, het jaar dat ook Nederland de trans-Atlantische slavenhandel afschafte. 1848, toen op Sint Maarten de slavernij de facto voorbij was. Of bijvoorbeeld 1795, toen onder leiding van Tula op Curaçao een opstand plaatsvond die nog jaarlijks wordt herdacht. Eindeloos veel momenten, eindeloos veel verhalen, eindeloos veel geschiedenis.
Die geschiedenis krijgt de laatste jaren meer aandacht – in tentoonstellingen, in publicaties en in het maatschappelijk debat. Er vindt maatschappelijke bewustwording plaats. En daardoor ook een verandering in het denken. Dat is goed en terecht en nodig, want te lang is het stil gebleven.
Ik heb die verandering in denken ook persoonlijk doorgemaakt – daar wil ik open over zijn. Lange tijd dacht ik dat het niet goed mogelijk is op een betekenisvolle manier verantwoordelijkheid te nemen voor iets dat zo lang geleden is, en waar niemand van ons zelf bij is geweest. Lange tijd dacht ik dus eigenlijk: het slavernijverleden is geschiedenis die achter ons ligt. Maar ik had het mis. Want eeuwen van onderdrukking en uitbuiting werken door in het hier en nu. In racistische stereotypen. In discriminerende patronen van uitsluiting. In sociale ongelijkheid. En om dat te doorbreken, moeten we ook het verleden open en eerlijk onder ogen zien. Een verleden dat we delen met andere landen, waardoor onze samenlevingen voor altijd op een speciale manier met elkaar zijn verbonden. Het klopt dat niemand die nu leeft persoonlijk schuld draagt voor de slavernij. Maar het klopt ook dat de Nederlandse Staat in al zijn historische verschijningsvormen verantwoordelijkheid draagt voor het grote leed dat tot slaafgemaakten en hun nazaten is aangedaan. En dus kunnen we niet voorbij gaan aan de doorwerking van het verleden in onze tijd.
Het rapport Ketenen van het verleden van de Dialooggroep Slavernijverleden speelt een belangrijke rol in het bewustwordingsproces dat velen van ons doormaken. Dat rapport verscheen op 1 juli vorig jaar en bevatte een aantal niet mis te verstane conclusies en aanbevelingen. De drie kernwoorden zijn: erkenning, excuses, herstel. Vandaag sturen we de officiële kabinetsreactie naar de Tweede Kamer. Daarin omarmen we de analyse en conclusies van de Dialooggroep. In de tussenliggende anderhalf jaar heeft het kabinet op verschillende manieren, op verschillende plekken en met verschillende mensen en groepen over het slavernijverleden gesproken. Ik ben zelf in september jongstleden in Suriname geweest, waar ik heb geleerd hoe diep de geschiedenis nog altijd ingrijpt in het dagelijks leven van mensen, ook spiritueel. Ik heb ook geleerd hoe ervaringen, herinneringen en gevoelens per groep en per persoon kunnen verschillen. Het maakt uit of je voorouders uit Afrika werden geroofd of behoorden tot de oorspronkelijke bewoners. Het maakt uit in welk land of regio hun leven zich afspeelde. En het maakt ook uit in welke periode zij leefden.
Die historische, geografische en culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen en mensen doen ertoe, ook in het hier en nu. En dat maakt het doen van algemene uitspraken over het slavernijverleden ook zo kwetsbaar. Want hoe doe je recht aan al die verschillen? Wat is daarvoor het beste moment? Hoe doe je recht aan alle spirituele symbolen en rituelen, die in sommige culturen zo enorm belangrijk zijn? En hoe omvat je met woorden zoveel onrecht, zoveel pijn, zoveel gruwelijkheden? Elke poging daartoe zal altijd onvolkomen zijn en nieuwe vragen en discussies oproepen. Met alle emoties die daarbij horen. Met alle beladenheid. We weten dat er niet één goed moment is voor iedereen, niet de juiste woorden voor iedereen, niet één juiste plaats voor iedereen. En ik erken dat de aanloop naar deze dag beter had gekund. Maar laat dat geen reden zijn dan maar niets te doen. We moeten met elkaar stappen vooruit zetten. We moeten met elkaar verder komen. Dus laat ons dat gesprek over het slavernijverleden alsjeblieft voeren, ook als dat een moeilijk gesprek is.
En dat gesprek begint met erkenning. Erkenning van het afschuwelijke leed dat generaties tot slaaf gemaakten is aangedaan. Erkenning van en eerherstel voor al die mensen die in verzet kwamen, zoals de dappere Marrons van Suriname. Ik noem vandaag met eerbied de namen van Tula op Curaçao, Jolicoeur, Boni en Baron in Suriname, One-Tété-Lohkay op Sint Maarten en we gedenken al die naamloos gebleven vrouwen en mannen die door de eeuwen heen heldhaftig de vrijheid zochten en daar vaak op de meest gruwelijke manier voor werden gestraft. En natuurlijk erkenning van historische verantwoordelijkheid, met de woorden die daarbij horen. Deze woorden.
Eeuwenlang hebben de Nederlandse staat en zijn vertegenwoordigers slavernij mogelijk gemaakt, gestimuleerd, in stand gehouden en ervan geprofiteerd. Eeuwenlang zijn in naam van de Nederlandse staat mensen tot handelswaar gemaakt, uitgebuit en mishandeld. Eeuwenlang is onder Nederlands staatsgezag de menselijke waardigheid met voeten getreden op de meest afschuwelijke manier. En te weinig hebben opeenvolgende Nederlandse regeringen na 1863 gezien en erkend dat het slavernijverleden een negatieve doorwerking had en heeft.
Daarvoor bied ik namens de Nederlandse regering excuses aan. Today I apologize. Awe mi ta pidi diskulpa. Tide mi wani taki pardon.
Vandaag bied ik namens de Nederlandse regering excuses aan voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden: postuum aan alle tot slaafgemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden, aan hun dochters en zonen, en aan al hun nazaten tot in het hier en nu. We doen dit niet om schoon schip te maken. Niet om het verleden af te sluiten en achter ons te laten. We doen dit en we doen dit nu, om staande op de drempel van een belangrijk herdenkingsjaar, samen de weg vooruit te vinden. We delen niet alleen het verleden, maar ook de toekomst. Dus zetten we vandaag een komma, geen punt. Het gesprek over het slavernijverleden moet zo breed mogelijk worden gevoerd, niet alleen in Nederland, maar juist ook op de plekken waar het gebeurde, met iedereen die betrokken is of zich betrokken voelt. Daarom klinken de excuses die ik net uitsprak vandaag door op zeven andere plekken in de wereld, daar waar de pijn en de gevolgen van het slavernijverleden tot de dag van vandaag het meest worden gevoeld en het meest zichtbaar zijn. Ze klinken door in de woorden die worden uitgesproken door zeven vertegenwoordigers van de Nederlandse regering. In Suriname. Op Curaçao. Op Sint Maarten. Op Aruba. Op Bonaire. Op Saba. En op Sint Eustatius.
“We doen dit, en we doen dit nu, om staande op de drempel van een belangrijk herdenkingsjaar, samen de weg vooruit te vinden. We delen niet alleen het verleden, maar ook de toekomst. Dus zetten we vandaag een komma, geen punt.”
De regering wil in overleg met alle groepen en mensen uit alle landen waarmee wij dit verleden delen, intensiever werken aan meer kennis over het slavernijverleden en dus aan meer bewustwording, erkenning en begrip. Dat proces vraagt tijd en we kunnen het werk alleen in gezamenlijkheid doen. Op weg naar die belangrijke symbolische datum 1 juli 2023. Daarna, in het hele herdenkingsjaar. En in de jaren die daar op volgen. De kabinetsreactie op het rapport van de Dialooggroep Slavernijverleden gaat hier uitvoerig op in. Het belangrijkste is nu dat we alle stappen die we gaan zetten ook echt gezamenlijk zetten. In overleg, luisterend en met als enige intentie: recht doen aan het verleden, heling in het heden. Een komma, geen punt.
Met Suriname, met de Caribische delen van het Koninkrijk en met alle nazaten in Nederland werken we aan zichtbaarheid van erfgoed, aan bewustwording via onderwijs en aan wetenschappelijk historisch onderzoek. Tijdens het herdenkingsjaar zullen alle facetten van het slavernijverleden en de doorwerking in onze tijd in het volle licht staan. De Koning voelt zich persoonlijk zeer betrokken bij het onderwerp en zal op 1 juli aanwezig zijn bij de herdenking en viering in Amsterdam. En we kijken verder, over 2023 heen. Een onafhankelijk en breed samengesteld Herdenkingscomité buigt zich over de beste manier om ook in de toekomst waardig en zo veel mogelijk gezamenlijk te herdenken. En er komt een fonds voor maatschappelijke initiatieven in het hele Koninkrijk en Suriname, waarmee de doorwerking van het slavernijverleden de zichtbaarheid, aandacht en aanpak krijgt die nodig is. Het helingsproces moet nu beginnen en het programma daarvoor, schrijven we samen.
Dames en heren, Het boek van onze gedeelde geschiedenis kent veel pagina’s die ons – levend in de 21e eeuw – met verbijstering en afschuw vervullen. En met diepe schaamte. Die pagina’s wissen we met excuses niet uit en dat is ook niet de bedoeling. We kunnen het verleden niet veranderen, alleen onder ogen zien. Wat de regering vurig hoopt, wat ik ook persoonlijk vurig hoop, is dat dit moment, dat deze dag ons helpt Koninkrijksbreed en samen met Suriname en andere landen, de open pagina’s die vóór ons liggen in te vullen met dialoog, erkenning en heling. Dank u wel.
‘Ik heb die verandering in denken ook persoonlijk doorgemaakt – daar wil ik open over zijn.
Lange tijd dacht ik dat het niet goed mogelijk is op een betekenisvolle manier verantwoordelijkheid te nemen voor iets dat zo lang geleden is, en waar niemand van ons zelf bij is geweest. Lange tijd dacht ik dus eigenlijk: het slavernijverleden is geschiedenis die achter ons ligt. Maar ik had het mis.’
De aankomst van een Nederlands schip met Afrikaanse totslaafgemaakten voor de verkoop, Jamestown, Virginia, 1619. (Hulton Archive/Getty Images)Beeld Getty Images
Minister-president Mark Rutte biedt in deze toespraak excuses aan voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden: postuum aan alle tot slaafgemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden, aan hun dochters en zonen, en aan al hun nazaten tot in het hier en nu. De minister-president uitte zijn excuses in het Nationaal Archief in Den Haag in aanwezigheid van vertegenwoordigers van organisaties die zich sterk maken voor erkenning van de gevolgen van slavernij.
Dames en heren, goedemiddag. En voor iedereen die meekijkt of luistert in een andere tijdzone: Bun morgu, Bon dia, Good morning,
Hier in het Nationaal Archief spreekt de geschiedenis tot ons in miljoenen documenten. En ook al horen we de ongeschreven stemmen uit het verleden niet, het verhaal dat uit al die archiefstukken naar voren komt, is niet alleen maar mooi. Het is vaak ook lelijk, pijnlijk en zelfs ronduit beschamend. Dat geldt zeker voor de rol van Nederland in het slavernijverleden. Wij, levend in het hier en nu, kunnen slavernij alleen in de allerduidelijkste bewoordingen erkennen en veroordelen als misdaad tegen de menselijkheid. Als een misdadig systeem, dat wereldwijd onnoemelijk veel mensen onnoemelijk veel en groot leed heeft gebracht, en dat doorwerkt in de levens van mensen hier en nu. En wij in Nederland moeten ons aandeel in dat verleden onder ogen zien. Daarom is het goed dat we elkaar vandaag in het Nationaal Archief ontmoeten. Hier ligt ons nationale geheugen opgeslagen. Dus dit is de plek voor nationaal gewetensonderzoek.
Hier kun je niet om de historische feiten heen. Tot 1814 werden ruim 600.000 tot slaaf gemaakte Afrikaanse vrouwen, mannen en kinderen onder erbarmelijke omstandigheden naar het Amerikaanse continent verscheept door Nederlandse slavenhandelaren. De meesten naar Suriname, maar ook naar Curaçao, Sint Eustatius en andere plaatsen. Zij werden weggerukt van hun families, ontmenselijkt, als vee vervoerd en behandeld. Vaak onder het overheidsgezag van de West-Indische Compagnie. In Azië werden tussen de 660.000 en ruim 1 miljoen mensen – we weten het niet eens precies – verhandeld binnen de gebieden die onder het gezag stonden van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
De getallen zijn onvoorstelbaar. Het menselijk leed dat er achter schuilgaat, is nog veel onvoorstelbaarder. Talloos zijn de overgeleverde verhalen en getuigenissen die bewijzen hoe er in het slavernijsysteem geen maat stond op wreedheid en willekeur. En dus geen maat op onrecht en pure angst. We hoeven alleen maar Anton de Koms Wij slaven van Suriname open te slaan om te lezen over de meest gruwelijke behandelingen en straffen. We lezen over geseling en marteling tot de dood erop volgde, over mensen van wie ledematen werden afgehakt, over brandmerken in het gezicht. Het lot van de ene persoon nog verschrikkelijker dan van de andere, op elke pagina onrecht en nog meer onrecht. En zoals Anton de Kom het beschreef voor Suriname, zo gebeurde het ook elders, onder hetzelfde Nederlandse overheidsgezag. We lezen het, we weten het, en toch is het afschuwelijke lot van tot slaaf gemaakte mensen nauwelijks te bevatten.
Of neem, inderdaad, de feiten zoals die uit de archieven spreken. Bijvoorbeeld uit de enorme administratie die is opgezet rond de afschaffing van de slavernij in 1863 en die hier ingezien kan worden. Pagina na pagina staan daarop per plantage en per slaveneigenaar de namen vermeld van tot slaaf gemaakten plus nog enkele andere persoonlijke gegevens. Zakelijk, systematisch, in een droge opsomming, die juist daardoor zo confronterend is, omdat het de absurditeit onderstreept van een systeem waarin de ene mens de andere mens tot handelswaar maakte. Een systeem zo onmenselijk en onrechtvaardig, dat in 1863 niet de tot slaaf gemaakten financieel werden gecompenseerd door de staat, maar de slaveneigenaren. En nog kon het hardvochtiger, nog oneerlijker, want iedereen die in Suriname in 1863 in naam vrij werd, moest gedwongen nog tien jaar lang onder staatstoezicht blijven werken. De facto betekende dat voor velen nog tien jaar langer een leven in onvrijheid, een leven onder dwang. Tot 1873. Komend jaar is dat 150 jaar geleden.
Die geschiedenis houdt ons bezig. Een complexe geschiedenis, waarin op verschillende plaatsen verschillende jaartallen en gebeurtenissen betekenis hebben. Niet alleen 1863 en 1873. Maar bijvoorbeeld ook 1860, de wettelijke afschaffing van de slavernij in toenmalig Nederlands Indië. 1814, het jaar dat ook Nederland de trans-Atlantische slavenhandel afschafte. 1848, toen op Sint Maarten de slavernij de facto voorbij was. Of bijvoorbeeld 1795, toen onder leiding van Tula op Curaçao een opstand plaatsvond die nog jaarlijks wordt herdacht. Eindeloos veel momenten, eindeloos veel verhalen, eindeloos veel geschiedenis.
Die geschiedenis krijgt de laatste jaren meer aandacht – in tentoonstellingen, in publicaties en in het maatschappelijk debat. Er vindt maatschappelijke bewustwording plaats. En daardoor ook een verandering in het denken. Dat is goed en terecht en nodig, want te lang is het stil gebleven.
Ik heb die verandering in denken ook persoonlijk doorgemaakt – daar wil ik open over zijn. Lange tijd dacht ik dat het niet goed mogelijk is op een betekenisvolle manier verantwoordelijkheid te nemen voor iets dat zo lang geleden is, en waar niemand van ons zelf bij is geweest. Lange tijd dacht ik dus eigenlijk: het slavernijverleden is geschiedenis die achter ons ligt. Maar ik had het mis. Want eeuwen van onderdrukking en uitbuiting werken door in het hier en nu. In racistische stereotypen. In discriminerende patronen van uitsluiting. In sociale ongelijkheid. En om dat te doorbreken, moeten we ook het verleden open en eerlijk onder ogen zien. Een verleden dat we delen met andere landen, waardoor onze samenlevingen voor altijd op een speciale manier met elkaar zijn verbonden. Het klopt dat niemand die nu leeft persoonlijk schuld draagt voor de slavernij. Maar het klopt ook dat de Nederlandse Staat in al zijn historische verschijningsvormen verantwoordelijkheid draagt voor het grote leed dat tot slaafgemaakten en hun nazaten is aangedaan. En dus kunnen we niet voorbij gaan aan de doorwerking van het verleden in onze tijd.
Het rapport Ketenen van het verleden van de Dialooggroep Slavernijverleden speelt een belangrijke rol in het bewustwordingsproces dat velen van ons doormaken. Dat rapport verscheen op 1 juli vorig jaar en bevatte een aantal niet mis te verstane conclusies en aanbevelingen. De drie kernwoorden zijn: erkenning, excuses, herstel. Vandaag sturen we de officiële kabinetsreactie naar de Tweede Kamer. Daarin omarmen we de analyse en conclusies van de Dialooggroep. In de tussenliggende anderhalf jaar heeft het kabinet op verschillende manieren, op verschillende plekken en met verschillende mensen en groepen over het slavernijverleden gesproken. Ik ben zelf in september jongstleden in Suriname geweest, waar ik heb geleerd hoe diep de geschiedenis nog altijd ingrijpt in het dagelijks leven van mensen, ook spiritueel. Ik heb ook geleerd hoe ervaringen, herinneringen en gevoelens per groep en per persoon kunnen verschillen. Het maakt uit of je voorouders uit Afrika werden geroofd of behoorden tot de oorspronkelijke bewoners. Het maakt uit in welk land of regio hun leven zich afspeelde. En het maakt ook uit in welke periode zij leefden.
Die historische, geografische en culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen en mensen doen ertoe, ook in het hier en nu. En dat maakt het doen van algemene uitspraken over het slavernijverleden ook zo kwetsbaar. Want hoe doe je recht aan al die verschillen? Wat is daarvoor het beste moment? Hoe doe je recht aan alle spirituele symbolen en rituelen, die in sommige culturen zo enorm belangrijk zijn? En hoe omvat je met woorden zoveel onrecht, zoveel pijn, zoveel gruwelijkheden? Elke poging daartoe zal altijd onvolkomen zijn en nieuwe vragen en discussies oproepen. Met alle emoties die daarbij horen. Met alle beladenheid. We weten dat er niet één goed moment is voor iedereen, niet de juiste woorden voor iedereen, niet één juiste plaats voor iedereen. En ik erken dat de aanloop naar deze dag beter had gekund. Maar laat dat geen reden zijn dan maar niets te doen. We moeten met elkaar stappen vooruit zetten. We moeten met elkaar verder komen. Dus laat ons dat gesprek over het slavernijverleden alsjeblieft voeren, ook als dat een moeilijk gesprek is.
En dat gesprek begint met erkenning. Erkenning van het afschuwelijke leed dat generaties tot slaaf gemaakten is aangedaan. Erkenning van en eerherstel voor al die mensen die in verzet kwamen, zoals de dappere Marrons van Suriname. Ik noem vandaag met eerbied de namen van Tula op Curaçao, Jolicoeur, Boni en Baron in Suriname, One-Tété-Lohkay op Sint Maarten en we gedenken al die naamloos gebleven vrouwen en mannen die door de eeuwen heen heldhaftig de vrijheid zochten en daar vaak op de meest gruwelijke manier voor werden gestraft. En natuurlijk erkenning van historische verantwoordelijkheid, met de woorden die daarbij horen. Deze woorden.
Eeuwenlang hebben de Nederlandse staat en zijn vertegenwoordigers slavernij mogelijk gemaakt, gestimuleerd, in stand gehouden en ervan geprofiteerd. Eeuwenlang zijn in naam van de Nederlandse staat mensen tot handelswaar gemaakt, uitgebuit en mishandeld. Eeuwenlang is onder Nederlands staatsgezag de menselijke waardigheid met voeten getreden op de meest afschuwelijke manier. En te weinig hebben opeenvolgende Nederlandse regeringen na 1863 gezien en erkend dat het slavernijverleden een negatieve doorwerking had en heeft.
Daarvoor bied ik namens de Nederlandse regering excuses aan. Today I apologize. Awe mi ta pidi diskulpa. Tide mi wani taki pardon.
Vandaag bied ik namens de Nederlandse regering excuses aan voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden: postuum aan alle tot slaafgemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden, aan hun dochters en zonen, en aan al hun nazaten tot in het hier en nu. We doen dit niet om schoon schip te maken. Niet om het verleden af te sluiten en achter ons te laten. We doen dit en we doen dit nu, om staande op de drempel van een belangrijk herdenkingsjaar, samen de weg vooruit te vinden. We delen niet alleen het verleden, maar ook de toekomst. Dus zetten we vandaag een komma, geen punt. Het gesprek over het slavernijverleden moet zo breed mogelijk worden gevoerd, niet alleen in Nederland, maar juist ook op de plekken waar het gebeurde, met iedereen die betrokken is of zich betrokken voelt. Daarom klinken de excuses die ik net uitsprak vandaag door op zeven andere plekken in de wereld, daar waar de pijn en de gevolgen van het slavernijverleden tot de dag van vandaag het meest worden gevoeld en het meest zichtbaar zijn. Ze klinken door in de woorden die worden uitgesproken door zeven vertegenwoordigers van de Nederlandse regering. In Suriname. Op Curaçao. Op Sint Maarten. Op Aruba. Op Bonaire. Op Saba. En op Sint Eustatius.
“We doen dit, en we doen dit nu, om staande op de drempel van een belangrijk herdenkingsjaar, samen de weg vooruit te vinden. We delen niet alleen het verleden, maar ook de toekomst. Dus zetten we vandaag een komma, geen punt.”
De regering wil in overleg met alle groepen en mensen uit alle landen waarmee wij dit verleden delen, intensiever werken aan meer kennis over het slavernijverleden en dus aan meer bewustwording, erkenning en begrip. Dat proces vraagt tijd en we kunnen het werk alleen in gezamenlijkheid doen. Op weg naar die belangrijke symbolische datum 1 juli 2023. Daarna, in het hele herdenkingsjaar. En in de jaren die daar op volgen. De kabinetsreactie op het rapport van de Dialooggroep Slavernijverleden gaat hier uitvoerig op in. Het belangrijkste is nu dat we alle stappen die we gaan zetten ook echt gezamenlijk zetten. In overleg, luisterend en met als enige intentie: recht doen aan het verleden, heling in het heden. Een komma, geen punt.
Met Suriname, met de Caribische delen van het Koninkrijk en met alle nazaten in Nederland werken we aan zichtbaarheid van erfgoed, aan bewustwording via onderwijs en aan wetenschappelijk historisch onderzoek. Tijdens het herdenkingsjaar zullen alle facetten van het slavernijverleden en de doorwerking in onze tijd in het volle licht staan. De Koning voelt zich persoonlijk zeer betrokken bij het onderwerp en zal op 1 juli aanwezig zijn bij de herdenking en viering in Amsterdam. En we kijken verder, over 2023 heen. Een onafhankelijk en breed samengesteld Herdenkingscomité buigt zich over de beste manier om ook in de toekomst waardig en zo veel mogelijk gezamenlijk te herdenken. En er komt een fonds voor maatschappelijke initiatieven in het hele Koninkrijk en Suriname, waarmee de doorwerking van het slavernijverleden de zichtbaarheid, aandacht en aanpak krijgt die nodig is. Het helingsproces moet nu beginnen en het programma daarvoor, schrijven we samen.
Dames en heren, Het boek van onze gedeelde geschiedenis kent veel pagina’s die ons – levend in de 21e eeuw – met verbijstering en afschuw vervullen. En met diepe schaamte. Die pagina’s wissen we met excuses niet uit en dat is ook niet de bedoeling. We kunnen het verleden niet veranderen, alleen onder ogen zien. Wat de regering vurig hoopt, wat ik ook persoonlijk vurig hoop, is dat dit moment, dat deze dag ons helpt Koninkrijksbreed en samen met Suriname en andere landen, de open pagina’s die vóór ons liggen in te vullen met dialoog, erkenning en heling. Dank u wel.
Zonder vorm van proces werden mensen die van plundering of andere misdaden werden verdacht in het openbaar afgeranseld (Panorama).WEERZINWEKKEND WAS OOK HET [KORT NA DE MILITAIRE COUPIN 1980] IN HET OPENBAAR AFRANSELEN VAN MENSEN, DIEVAN PLUNDERING WERDEN BESCHULDIGDhttp://kennisaanval.blogspot.com/2012/01/revolutie-in-suriname.htmlSCHOKKEND!STANDRECHTELIJKE EXECUTIE SERGEANT MAJOOR HAWKER
Deze foto van de tweede grote vrouwenmars in Paramaribo, vorige week donderdag, is nu pas naar buiten gekomen. De politie dreef de betogers op het onafhankelijkheidsplein uiteen. (Nieuws van de Dag, 22 december 1982)DAPPERE VROUWEN, DIE NA DE DECEMBERMOORDEN,HET AANDURFDEN DE STRAAT OP TE GAAN OM TE PROTESTEREN!http://kennisaanval.blogspot.com/2012/01/revolutie-in-suriname.html‘
MOIWANA MONUMENT/TER HERDENKING VAN DE MASSASLACHTINGIN BOSNEGERDORP MOIWANA, WAARBIJ IN 1986 39 BURGERS WERDENDOODGESCHOTEN TIJDENS DE BINNENLANDSE OORLOG, ONDERVERANTWOORDELIJKHEID VAN LEGERBEVELHEBBER BOUTERSEhttp://en.wikipedia.org/wiki/Moiwana
Sandew Hira en president Desi Bouterse op een boomstronk in Brokobaka.
Op 8 December 2022, is het 40 Jaar geleden, dat vijftientegenstanders van het militaire regime Bouterse, standrechtelijk zijngeexecuteerd, na eerst te zijn gefolterd. [1]
Een Schok ging door de Surinaamse samenleving en door Nederland, dat de ontwikkelingshulp aan Suriname opschortte. [2]
Een groffe misdaad, een standrechtelijke executie, misdrijven tegende menselijkheid. [3] Een groot Trauma voor de Surinaamse bevolking.
De Surinaamse Gemeenschap is klein:
Iedereen kent wel een van de slachtoffers, of familieleden
Is zelf familie, heeft bij een der slachtoffers op school gezeten of heeft familieleden, die bij hen op school gezeten heeft.
Ga zo maar door. Maar hoe is het nu zo gekomen, dat in een relatief vreedzame samenleving, een dergelijke Gruwel heeft kunnen plaatsvinden?
Een Terugblik:
Reis met mij terug in de Tijd, om te zien. hoe het allemaal is gekomen…..
En al lezende, zult u zien, dat er naast deze standrechtelijke executies, die ieder jaar worden herdacht, veel meer misdaden zijn gepleegd
Kom mee naar the House of Horror……
BEGIN VAN EEN HORROR STORY…
MISDADEN
EEN OVERZICHT:
Een terugblik op een aantal mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden [wie weet, wat er in de toekomst nog meer aan het licht komt….], waaraan [nu president] D. Bouterse zich in zijn hoedanigheid als lid van de Nationale Militaire Raad [4], bevelhebber van het Surinaamse leger [5]en voormalig dictator schuldig gemaakt heeft, samen met de kliek om hem heen:
MILITAIRE COUP
Na het plegen van de militaire coup op 25 februari 1980 door zestien militairen, waaronder Bouterse De Groep van Zestien [6] werd de Nationale Militaire Raad geinstalleerd [7], waar Bouterse een belangrijk lid van was.
Op 15 maart 1980 werd een burgerregering gevormd, waarvan medisch specialist Henk Chin A Sen premier werd.Kort daarna echter werd een Wet aangenomen, die de macht van het parlement beperkte ten gunste van de regering, waarmee de democratische rechten steeds meer werden ingeperkt [8]
Er zouden trouwens pas weer vrije verkiezingen komen in 1987, met als resultaat de eerste democratisch gekozen regering sinds de militaire coup in 1980.
MENSENRECHTENSCHENDINGEN BOUTERSE
VOOR DE DECEMBERMOORDEN:
Voor de decembermoorden hebben Bouterse en de politiek-militair
verantwoordelijken zich ook schuldig gemaakt aan ernstige mensenrechten
schendingen
Bouterse:
Onder zijn verantwoordelijkheid als lid van de Nationale Militaire Raad en
vanaf juli 1980 bevelhebber van het leger vallen, arrestaties op vage gronden
en de slechte detentieomstandigheden/mishandelingen van arrestanten onder
detentieomstandigheden onder voormalige politicide zogenaamde oude politiek en ”dissidente” militairen [9]
MENSENRECHTENSCHENDINGEN BOUTERSE:
STANDRECHTELIJKE EXECUTIE HAWKER
DECEMBERMOORDEN
ONOPGEHELDERDE DOOD HORB
MASSASLACHTING MOIWANA
BETROKKENHEID BIJ DRUGSHANDEL
De mensenrechtenschendingen betreffen NIET alleen de decembermoorden
Ook andere misdaden hebben plaatsgehad onder verantwoordelijkheid van Bouterse
A
Standrechtelijke executie van Sergeant Majoor Hawker
In maart 1982 vond een mislukte coup plaats onder leiding van Hawker en Rambocus
Enkele dagen later werd de gewonde Hawker op zijn brancard, voor het oog
van de wereld, standrechtelijk geexecuteerd [10]
Volgens de Geneefse Conventies, het Internationaal Humanitair Oorlogsrecht en de Internationale Mensenrechtenverdragen is een standrechtelijke executie een oorlogsmisdaad
B
Standrechtelijke executie 15 critici van het militair regime
De decembermoorden
In de nacht van 8/9 december werden 15 critici van het militaire regime in Fort
Zeelandia standrechtelijk geexecuteerd, na ernstige folteringen [11]
Het officiele verhaaltje, dat zij ”op de vlucht waren neergeschoten”, werd al gauw ontkracht.
C
Onopgehelderde dood Horb
Op 30 januari 1982 werd de na de decembermoorden in ongenade gevallen tweede
man van Bouterse, Majoor Horb, gearresteerd op verdenking van het ondermijnen van de Staatsveiligheid
Enkele dagen later wordt hij dood in zijn cel aangetroffen
Hij zou zich aan het koord van zijn sportbroek hebben opgehangen
Er ontstaan vrijwel direct twijfels over de doodsoorzaak, die nooit is
opgehelderd [12]
D
Moiwana/Massaslachting
In het gewapende conflict tussen Bouterse en de leider van het zgn Jungle
Commando, Brunswijk van 1986 tot 1992, zijn aan beide zijden [13] een groot aantal mensenrechtenschendingen
en oorlogsmisdaden gepleegd
De beruchtste is de door het Nationaal Leger onder leiding van Bouterse aangerichte massaslachting
onder de bewoners van Moiwana, een dorp in het binnenland van Suriname,
van wie tientallen werden gedood [14]
Het Inter Amerikaans Hof voor de Mensenrechten veroordeelde Suriname
in 2005 voor de massamoord [15]
Zowel de Decembermoorden als de massaslachting in
Moiwana zijn gekwalificeerd als misdaden tegen de menselijkheid. [16]
E
Drugshandel
En als klap op de vuurpeil is hij door Nederland bij verstek veroordeeld tot
11 jaar gevangenisstraf vanwege drugshandel [17]
Wikileaks onthulde bovendien, dat Bouterse nog tot 2006 actief zou zijn
geweest in de drugshandel [18]
Met dank aan Bouterse is drugsverslaving en de daaraan gerelateerde criminaliteit nu een groot probleem in SurinameNog los van alle slachtoffers, die zijn aandeel in de drugshandel ook buiten Suriname heeft gemaakt.
VERRAAD!!
DICTATOREN EN HUN HELPERS
SANDEW HIRA, ADVOCAAT VAN STRAFFELOOSHEID VAN OORLOGSMISDADEN EN MISDADEN
TEGEN DE MENSELIJKHEID
Dat de hoofdverdachte in het Decembermoordenproces [19],president D Bouterse, op allerlei manieren heeft getracht, de rechtsgangte frustreren, was gezien zijn evil track record te verwachten.
Hij heeft het geprobeerd via de zogenaamde ”amnestiewet” [20] en toendat niet afdoende bleek [21], door te trachten in te grijpen in het rechtsprocesmet verwijzing naar de Staatsveiligheid [22].
Veel heeft hem dat niet opgeleverd, want het proces gaat-althansvoorlopig- [weet ik veel, wat D.B. en aanhang later weer bedenken-door. [23]
Er is tegen zes verdachten in het Decemberproces, waaronder Bouterse,zelfs 20 jaar gevangenisstraf geeeist! [24]
Goed!Maar what about een nabestaande van een van de Decemberslachtoffers,die straffeloosheid voor de verdachten van moord en foltering heeft bepleit?
Als iemand mij voor 2015, toen this HUGH BETRAYAL plaatsvond,had verteld, dat een broer van een van de slachtoffers van de Decembermoordenzou proberen, Bouterse voor een rechtszaak te behoeden en zelfs met hemop een boomstronk in de buurt van zijn buitenhuis, Brokobaka, zou gaanzitten keuvelen [25], zou ik diegene voor gek hebben verklaard!
En toch is het een feit:Dew Baboeram, beter bekend als Sandew Hira, de broer van 8 December slachtofferde advocaat John Baboeram [26] heeft in 2015 via een ”brief aan presidentBouterse” [27] met president D Bouterse aangepapt met maar een doel:Een rechtszaak tegen hem frustreren via zijn zogenaamde ”Getuigenisprojectpresident Bouterse. [28]Het begon dus allemaal met Hira’s ”Open Brief aan president Bouterse [29],waarin deze werd opgeroepen, ”getuigenis” af te leggen van alle[ik citeer Hira] ”gebeurtenissen waarbij u betrokken bent geweest en waarbij geweld een bepalende factor is geweest” [30]
Zonder juridische consequenties, vandaar mijn term ”straffeloosheidsproject”.Vervolgens, ter promoting van zijn straffeloosheidsproject, ging Hira de wereld lastigvallen met ellenlange ”persconferenties” [31],als ware het ”Koninklijke Proclamaties” [32] en Hira een absoluut vorst. [33]
Met als voor mij bizar dieptepunt:
De persconferentie van 8 December 2016, herdenkingsdag van de slachtoffers van de Decembermoorden [34], waaronder Hira’s eigen broer, John Baboeram. [35]
Dat Hira bij een aangekondigde ontmoeting met president en ex dictatorD. Bouterse, voorafgaande aan zijn interview, gezellig een boswandeling gingmaken en een biertje dronk op een boomstronk [36], is natuurlijk zijn eigen keuze en zaak.
Ware het niet, dat hij zijn straffeloosheidsproject aan het Surinaamse volkopdringt, hij groepen nabestaanden tegen elkaar uitspeelt en met modder gooit naarnaar diegenen, die WEL ijveren voor berechting van [oorlogs] misdadenen misdaden tegen de menselijkheid [37], waaronder [het kan niet genoeg gezegd]Hira’s eigen broer, John Baboeram. [38]
Om tenslotte het ultieme verraad [ik ben boos!] te plegen doorondanks alle aantoonbare bewijzen van het tegendeel [39]de oude leugen van Bouterse en consorten over ”coupplannen”[40] op te rakelen en zijn eigen broer te beschuldigen,dat deze betrokken zou zijn geweest bij de door Bouterse enHira gelogen ”tegencoup” [41]
En waarop baseert Hira deze ”wijsheden”?Op grond van wat ”mensen” tegen hem zeidenIk citeer Hira [bron: De Ware Tijd Online]”
Het is pijnlijk om dat te horen van mensen, die erbij waren, dat hij erbij zat” [42] Lekker wetenschappelijk…
En dan rest MIJ de vraag, wie ”die mensen” dan wel niet warenWant volgens mij waren dat alleen de aanwezige beulen en hun handlangers.
Maar dat daargelaten:
Ook al ZOU Hira’s bewering[tegen alle bewijzen in!] waar zijn, rechtvaardigt datdan buitengerechtelijke executies, foltering en moord?
Ga je er dan voor ijveren, dat de beulen van ongewapende mensen,van je eigen broer, NIET voor de rechter komen?
Het is ongehoord.
Zie de felle kritiek op Hira door deskundige en Bouterse criticus van het eerste uur, Theo Para. [43]Ook ik heb ik hem bekritiseerd in eerdere stukken. [44]
Echt pijnlijk voor Hira is geweest, dat zijn familie in een verklaringopenlijk afstand van zijn acties heeft genomen.
Zij schrijven onder andere:”“Gefaald in zijn pogingen om respect af te dwingen bij zijn omgeving, is Sandew Hira afgegleden tot spreekbuis van de man aan wiens handen bloed kleeft, ook het bloed van zijn broer” [45]Pijnlijk voor Hira [en de familie], maar het directe gevolg van zijn villeine aanpapperij van de hoofdverantwoordelijke voor de misdaden tijdenszijn regime, de Decembermoorden en andere.Moreel failliet zijn diegenen, die de rechtsgang van de 8 Decembermisdaden frustreren, ex dictatoren en hun consorten uit de wind willen houdenen leugens en verdachtmakingen over anderen, die WEL gerechtigheid nastreven, rondstrooien.
Maar goed, dat is Hira’s zaak en verantwoordelijkheid.
De geschiedenis zal afrekenen met Hira en co. [46]
EINDELIJK GERECHTIGHEID!
Het inschakelen van landverraders als Sandew Hira [47], intimidatie [48] en wat dies meer zij heeft niet geholpen:
WANT OP 29 NOVEMBER 2019 WAS HET ZOVER!
President D Bouterse werddoor de Krijgsraad veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf! [49]
Een Dag waarop ik en vele anderen lang hadden gewacht!
Alle respect voor de[vrouwelijke] rechters, die ondanks intimiderendeomstandigheden hun taak moedig en eervol hebben vervuld en een belangrijke stap hebben gezet naar Suriname als democratische rechtsstaat! [50]
Of D Bouterse ook werkelijk de cel ingaat is nog maar de vraag:Voorlopig is hij in Hoger Beroep gegaan [51] en maakt weer behoorlijk,intimiderend Lawaai [52]
Laten we hopen, dat hij nu een Papieren Tijger blijkt.
LATEN WE HERDENKEN
Maar laten we nu doen waar het allemaal om begonnen was:
Het herdenken van de slachtoffers van de Decembermoorden,die nu in ieder geval juridisch gekregen hebben wat ze verdienen:
Gerechtigheid
Laten we hen herdenken:
JOHN BABOERAM, ADVOCAAT
WIJ GEDENKEN U
BRAM BEHR, JOURNALIST EN STRIJDER VOOR SOCIALE GERECHTIGHEID
WIJ GEDENKEN U
CYRILL DAAL, VOORZITTER VAN VAKBOND MOEDERBOND
WIJ GEDENKEN U
KENNETH CONCALVES, ADVOCAAT EN PRESIDENT VAN DE ORDE VAN ADVOCATEN
WIJ GEDENKEN U
EDDY HOOST, ADVOCAAT
WIJ GEDENKEN U
ANDRE KAMPERVEEN, SPORTMAN, EIGENAAR VAN ABC RADIO, VICEPRESIDENT VAN DE FIFA
WIJ GEDENKEN U
GERARD LECKIE, PSYCHOLOOG EN DECAAN AAN DE UNIVERSITEIT VAN SURINAME
WIJ GEDENKEN U
SUGRIM OEMRAWSINGH, WIS EN NATUURKUNDIGE EN VOORMALIG PARLEMENTSLID
WIJ GEDENKEN U
LESLEY RAHMAN, JOURNALIST EN STRIJDER VOOR SOCIALE GERECHTIGHEID
WIJ GEDENKEN U
SURENDRE RAMBOCUS, MILITAIR, BETROKKEN BIJ DE TEGENCOUP TEGEN D. BOUTERSE
WIJ GEDENKEN U
HAROLD RIEDEWALD, ADVOCAAT
WIJ GEDENKEN U
JIWANSINGH SHEOMBAR, BETROKKEN BIJ DE TEGENCOUP TEGEN D BOUTERSE
WIJ GEDENKEN U
JOSEPH SLAGVEER, JOURNALIST EN DIRECTEUR VAN NIEUWSAGENTSCHAP INFORMA
WIJ GEDENKEN U
ROBBY SOHANSINGH, ONDERNEMER
WIJ GEDENKEN U
FRANK WIJNGAARDE, JOURNALIST EN RADIO OMROEPER BIJ
Zet NCTV in bij terrorisme, niet bij bestrijden georganiseerde misdaad’
De beslissing van minister Ferd Grapperhaus om de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid onderzoek te laten doen naar de liquidatie van advocaat Derk Wiersum is een gevaar voor de democratische rechtsorde, schrijft Paroollezer Astrid Essed.Het Parool23 september 2019, 11:58
Natuurlijk staat buiten kijf dat de liquidatie van advocaat Derk Wiersum zeer schokkend is en daarnaast een aanslag op de rechtstaat en vooral het recht op een eerlijk proces.
Wiersum verdedigde als advocaat kroongetuige Nabil B. in de Marengorechtszaak tegen Ridouan Taghi, Said Razzouki en andere leden van een tak van de verharde georganiseerde misdaad, de mocromaffia. Dat is een niet geheel terechte terminologie overigens (behalve Marokkanen zitten er ook anderen van niet-westerse achtergrond in, alsmede autochtone Nederlanders).
De beslissing van de minister van Justitie en Veiligheid, Ferd Grapperhaus, om de NCTV bij het onderzoek naar de moord op Wiersum te betrekken, is echter een groot gevaar voor de democratische rechtsorde. Terrorisme hangt weliswaar samen met ernstige misdrijven (zoals doodslag), maar is in de eerste plaats tegen de staat gericht, met een politiek doel, met als neveneffect angst aanjagen van de bevolking (artikel 83a, Wetboek van Strafrecht).
Georganiseerde misdaad is daarentegen puur winstbejag, dat noch politiek, noch tegen de staat gericht is. Daarom hoort de NCTV met dit misdaadonderzoek niets te maken te hebben.
Bovendien is er niet alleen het gevaar dat het begrip ‘terrorisme’ zo steeds meer wordt opgerekt, maar dat allerlei (vaak geheime) middelen worden ingezet die op gespannen voet met de democratische rechtstaat staan. Daarom zeg ik: weg met de inzet van de NCTV in dit misdaadonderzoek.
‘Het Ninsee had Sandew Hira niet moeten uitnodigen’
Paroollezer Astrid Essed betoogt in deze lezersbrief dat het Ninsee een terecht besluit heeft genomen door Sandew Hira niet te laten spreken voor de Jaarlijkse Keti Kotilezing.Het Parool20 juni 2019, 12:24
Dankzij de acties van een aantal dappere verdedigers van de mensenrechten, waaronder publicist Theo Para, heeft het bestuur van het Ninsee (Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden En Erfenis) een terecht besluit genomen door schrijver en publicist Sandew Hira te annuleren als spreker voor de Jaarlijkse Keti Kotilezing in het Scheepvaartmuseum.
Feitelijk is het Ninsee al de fout ingegaan door Hira, pseudoniem voor historicus en econoom Dew Baboeram, als spreker uit te nodigen. Sinds 2015 heeft Hira zich met zijn project ‘Getuigenis van president Bouterse’ ingezet om het Decembermoordenproces zo veel mogelijk te frustreren. De huidige president Desi Bouterse staat daarin als voormalig dictator en legerbevelhebber als hoofdverdachte terecht. Hira pleit voor de stopzetting van dit proces.
Dat is hoogst bizar omdat Hira’s broer, John Baboeram, een van de slachtoffers van de Decembermoorden was. Hira’s actie staat bovendien haaks op de beginselen van de rechtsstaat, waarbij mensen verantwoordelijk worden gehouden voor gepleegde misdrijven.
In feite waren Hira’s acties erop gericht de verantwoordelijken voor de Decembermoorden weg te laten komen met wat zij gedaan hadden. Straffeloosheid dus.
Tijdens de militaire dictatuur van Desi Bouterse werden in 1982 vijftien critici van het militaire regime gefolterd en standrechtelijk geëxecuteerd. Dat maakt de Decebermoorden een van de ergste politieke misdrijven sinds de afschaffing van de slavernij in 1863.
Toch wil Hira dat de verantwoordelijken voor deze misdaden niet worden bestraft. Daarom is het moreel ongepast dat deze pleitbezorger van straffeloosheid als spreker stilstaat bij alle onbestrafte misdaden die de tot slaaf gemaakten in die drie eeuwen van koloniale bestialiteit en terreur zijn aangedaan.
Astrid Essed, Amsterdam
Reacties uitgeschakeld voor Astrid Essed in Het Parool/Twee gepubliceerde stukken uit 2019
STANDBEELD JOHANNES VAN DEN BOSCH ONTHULD/KOLONIALE
SCHURK MET BLOED AAN ZIJN HANDEN, MAAR OOK IN NEDERLAND!
BRIEF AAN GEMEENTE WESTERVELD
[Waaronder Frederiksoord waar het standbeeld is onthuld,valt]
AAN
GEMEENTE WESTERVELD
[Mocht u in tijdnood zijn, dan kunt u direct doorscrollen naar mijn
Eis aan uw adres]
Onderwerp:
Onthulling van het standbeeld van Johannes van den Bosch op
25 juni 2022 in Frederiksoord, vallend onder Gemeente Westerveld
Geacht Gemeentebestuur
Geachte Gemeenteraadsleden
”Namens De Nederlandsche Bank bied ik hiervoor vandaag excuses aan. Excuses aan alle nazaten van slaafgemaakten in Nederland, in Suriname, in Bonaire, Sint Eustatius en Saba, in Aruba, Curaçao en Sint Maarten
Namens De Nederlandsche Bank bied ik hiervoor vandaag excuses aan. Excuses aan alle nazaten van slaafgemaakten in Nederland, in Suriname, in Bonaire, Sint Eustatius en Saba, in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Excuses aan alle mensen die door de persoonlijke keuzes van ook mijn voorgangers herleid werden tot hun huidskleur. Tot een bedrag. Tot handelswaar op een inventaris. Excuses aan alle mensen die vandaag nog steeds de gevolgen hiervan dragen.”
[1]
U zult zich afvragen, Waarde Gemeenteraadsleden, waarom ik mijn brief, naar aanleiding van
de onthulling van het standbeeld van koloniale voorman Johannes
van den Bosch [2] met dit citaat begin.
Welnu, omdat met het aanbieden van excuses aan de tot slaaf gemaakten,
,de Nederlandsche Bank middels een speech op Keti Koti [Jaarlijkse
Herdenking Afschaffing Slaverbij in de ”Westindische” kolonieen] [3]
haar morele verantwoordelijkheid heeft genomen en heeft toegegeven:
”Onze voorgangers zaten gruwelijk fout en waren verantwoordelijk
voor een Internationale Misdaad”
Zo doen beschaafde mensen dat.
In het onder uw Gemeente [en daarmee bent u dus medeverantwoordelijk!]
ressorterende dorp Frederiksoord is echter het tegenovergestelde gebeurd
en dat is des te verbijsterender, omdat wij niet meer eind 19e Eeuw leven,
toen een standbeeld voor de koloniale massamoordenaar J.P. Coen
werd onthuld [4].
Maar dat in deze tijd, anno 2022, pak weg een week
voordat het hoogste financiele Orgaan van de Nederlandse Staat,
de Nederlandse Bank [5], de morele moed heeft opgebracht om haar Hand in
Eigen Boezem te steken en haar betrokkenheid bij de Internationale
Misdaad, de Slavernij, te erkennen en te veroordelen [6], in Frederiksoord
juist een standbeeld is onthuld van een grote koloniale Schurk, Johannes van
den Bosch! [7]
Maar Van den Bosch was niet alleen een koloniale misdadiger, ook
in Nederland heeft hij veel Kwaad gedaan.
Daarover straks meer
Nu eerst
JOHANNES VAN DEN BOSCH, KOLONIALE MISDADIGER
Johannes van den Bosch, naast vele functies [waaronder generaal,
minister van Kolonieen, commandant van het Nederlands-Indische leger]
Gouverneur Generaal van het toenmalige Nederlands-Indie [Indonesie dus] [8]
was verantwoordelijk voor de oprichting van het zogenaamde ”Cultuurstelsel” [9] een dwangarbeiderssysteem, waarbij de inheemse boeren verplicht waren
als een soort ”pacht”, maar liefst 20 procent van hun grond te gebruiken voor gouvernementsproducten: producten voor de Europese markt.[10]
Al deze producten werden door de Nederlandsche Handelsmaatschappij
[11] in Europa verkocht en geveild. [12]
Pure afknijperij en machtsmisbruik dus.
Maar alsof dat nog niet erg genoeg was, heeft onderzoek uitgewezen, dat
tussen 1834 en 1879, dit ”Cultuurstelsel Grapje” op Java heeft geleid tot
een aanzienlijke sterfte onder de bevolking. [13]
Zie maar eens naar de onderzoeksresultaten, onder noot 14 ! KORTOM:Een misdadige operatie dus, een grootschalige Moordpartij.En van een dergelijke Misdadiger is er recentelijk een standbeeld onthuld.Schaamt u zich niet! En kom me niet aan met het Verhaaltje, dat u van bovengenoemde feiten niet geheel op de hoogte was.Ze zijn algemeen bekend en het is uw taak, als Bestuurders, om opde hoogte te zijn! Overigens, ook in het toenmalige ”Nederlands West Indie” [het huidige Suriname, waar van den Bosch heeft geopereerd] [15] wasdeze meneer Johannes van den Bosch actief, maar in tegenstelling tot wat wel wordt beweerd [16], was hij niet voor afschaffing van de slavernij [17]-ook al heeft hij wel in zoverreverbetering in de positie van tot slaaf gemaakten gebracht, dat zij niet langer als ”Zaken” maar als ”Personen” werdenbeschouwd, zoals vastgelegd in het door Van den Bosch in 1828 tot standgebrachte ”Reglement op het beleid der Regeering van de Nederlandsch West Indische Bezittingen, artikel 117 [18] Zie ook over van den Bosch’s operaties in Suriname, noot 19, waarindoor Surinamist Ellen Neslo terecht wordt opgemerkr”
Van den Bosch keek dus naar de centjes. Neslo: “Als het alleen maar om de menslievendheid te doen was, had hij zich wel harder gemaakt voor afschaffing van de slavernij.” [20]JOHANNES VAN DEN BOSCH/NAAST KOLONIALESCHURK, SCHURK IN NEDERLAND Nu kom ik toe aan de redenen van de onthulling van zijnstandbeeld, de zogenaamde ”liefdadigheid” of ”menslievendheid” die hij in Nederland verricht zou hebben[21]Ik noem het het Kwaad, dat hij in Nederland heeft verricht!Toelichting! In 1818 werd de Maatschappij der Weldadigheid door Johannesvan den Bosch en anderen met als voorgegeven doel om de armen de kans te geven een beter bestaan op te bouwen. [22]Voorgegeven zeg ik met opzet, zoals zal blijken.Van den Bosch was van mening, dat
“arbeid, onderwijs en onderhoud” de armen zal verheffen “tot hogere beschaving, verlichting en weldadigheid” [23]De ”Maatschappij van Weldadigheid”
sticht zeven Koloniën van Weldadigheid In het oosten van Nederland en wat nu de Belgische Kempen zijn.
In Drenthe worden twee ”vrije kolonieen” gesticht en een
”onvrije” [24]
De naam zegt het al:
Naar die vrije kolonieen gingen de mensen [armen, bedelaars,etc] ”op basis van vrijwilligheid en de onvrije
kolonie was een strafkolonie [25]
In de koloniën krijgen weeskinderen, arme gezinnen en bedelaars een dak boven hun hoofd en leren ze om het land te bewerken. [26]
Het leek dus [op die ”onvrije kolonies” na] zo mooi en ideaal
Maar de praktijk was wel anders:
Het leven en de omstandigheden waren niet alleen hard,
het sterftecijfer hoog [27],
het systeem zelf was kwaadaardig:
Niet alleen moesten mensen keihard werken op het land,
ze begonnen al met een schuld aan de Maatschappij, die ze geacht werden met hun eigen landbouwopbrengsten af te lossen, wat maar weinigen lukte [27], wat dus neerkomt op
een plat dwangarbeiderssysteem [28]En op die ”vrijwillige gang” naar die ”vrije koloniesviel ook nog wel wat op af te dingen [29]
En daarvoor krijgt deze meneer van den Bosch een standbeeld?
Het is ongelooflijk en dat in deze tijd!
EPILOOG
Ronduit een Schande dus, Gemeenteraadsleden, dat krap een week voordat de Nederlandse Bank haar excuses aanbood
over het slavernijverleden [30] er in uw Gemeente een
beeld wordt onthuld van een uitgesproken koloniale Schurk en
Misdadiger, die in het toenmalige Nederlands-Indie
[Indonesie dus] verantwoordelijk was voor misdadige
dwangarbeid.
Lees de noten nog maar eens over en zie bijgevoegde noot 31!En ook in Nederland was hij verantwoordelijk voorgrootschalige dwangarbeid, daarvoor beloond met een Standbeeld…..
En kom me niet aan met het Verhaaltje, dat je het ”In zijn Tijd” moet zien, want tegen zijn koloniale misdadigerspraktijken
was ook ” die Tijd” al verzet!
Ten eerste wordt dat standbeeld over deze Schurk NU
onthuld, anno 2022
Ten tweede was er ”in die Tijd” wel degelijk verzet tegen
dat Cultuurstelsel
Ik citeer koloniaal hervormer de liberaal Wolter Robert van
Hoevell [32] uit een toespraak:
”Volk van Nederland, brandt u geen bloedschuld op het geweten? (…) Twee eeuwen lang heeft daar (op Java) uwe vlag gewapperd; twee eeuwen lang hebt gij er den scepter der overheersching gezwaaid; millioenen en millioenen zijn van de handenarbeid der inboorlingen in uwe schatkist gevloeid (…) en niets hebt gij hun teruggegeven (…)” [33]
En met van Hoevell, anderen [34]
Schrijver Multatuli [Eduard Douwes Dekker] was een belangrijk verzetsman tegen deze uitbuitings’
politiek [35] en als reactie op praktijken als van Johannes van den Bosch werd
de ethische politiek ontwikkeld [36] met in ieder geval het besef, dat er oog moest zijn voor ”de belangen van de inheemse bevolking” [37]
VERZET TEGEN HET BEELD!
Maar tegen Onrecht is altijd verzet!
Daarom veel waardering voor het protest van activisten, die het Standbeeld
van Johannes van den Bosch een Boevenpak aantrokken [38]
Dat in schril contrast tot de beeldhouwster van het Standbeeld, dat zich in
een interview bewonderaar toonde van dwangarbeid en de koloniale wandaden van Johannes van den Bosch op geen enkele manier veroordeelde
[39]
Je zal maar zo’n raar wereldbeeld hebben……………
Ook haalt ze haar neus op voor de critici van het beeld
Ik citeer:
”Johannes van den Bosch heeft ook een donker verleden. Als gouverneur-generaal verplichtte hij de bevolking van Nederlands-Indië om gewassen voor de regering te verbouwen. Tegenwoordig worden standbeelden van personen uit die tijd daarom in twijfel getrokken. Toch houdt dat de kunstenaar niet tegen: “Lekker puh. Dat is wat je doet als kunstenaar. Als iedereen zegt dat je het niet moet doen, moet je het juist doen”
[40]
Ik kan dat niet anders uitleggen dan als affiniteit met/in ieder geval geen afkeuring van zijn koloniale visie
In een ding heeft de kunstenares mi WEL gelijk met haar opmerking:
””Wij doen het tegenwoordig ook niet veel beter. Misschien praten ze ook wel zo over ons over 200 jaar.” [41]
Ja, maar dat is geen reden om een koloniale Schurk uit het
verleden te vereeuwigen.
EIS
Ik eindig met een eis aan uw adres, wat u waarschijnlijk
wel heeft zien aankomen
Dit standbeeld is onthuld in Frederiksoord, op locatie van een
van de voormalige strafkolonieen van Johannes van den Bosch.
Een klap in het gezicht van al die armen, arbeiders, bedelaars enook weeskinderen, al die bezitlozen, die daar zijn onderdrukt Maar ook een klap in het Gezicht van die duizenden Javaanse boeren, die onder zijn Cultuurstelsel zijn uitgebuit en massaalzijn omgekomen Frederiksoord maakt deel uit van uw Gemeente Het lijkt mij daarom een zaak van doodnormaal Fatsoen,als u dat Standbeeld, dat een belediging is voor de Vrijheidvan ieder mens, zo snel mogelijk neerhaalt, voor anderenu voor zijn. En dat u uw excuses aanbiedt aan de nazaten van de onderdrukte Javaanse boeren EN de Nederlandse arbeiders,die hebben geleden onder zijn kwade regime. Doet u dat niet, dan hou ik u moreel medeverantwoordelijk Ik heb gezegd Vriendelijke groeten Astrid Essed
Amsterdam NOTEN VOOR UW GEMAK HEB IK DE NOTENIN LINKS ONDERGEBRACHT NOTEN 1 T/M 10
Namens De Nederlandsche Bank bied ik vandaag excuses aan. Excuses aan alle nazaten van slaafgemaakten in Nederland, in Suriname, in Bonaire, Sint Eustatius en Saba, in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Excuses aan alle mensen die door de persoonlijke keuzes van ook mijn voorgangers herleid werden tot hun huidskleur. Excuses aan alle mensen die vandaag nog steeds de gevolgen hiervan dragen.”
Dit zei Klaas Knot op 1 juli 2022, Keti Koti, de jaarlijkse viering en herdenking van de slavernij. Hij beklemtoonde ook dat De Nederlandsche Bank niet alleen voor woorden kiest, maar ook voor daden. Daden die De Nederlandsche Bank op koers zetten naar een inclusievere toekomst.
Datum: 1 juli 2022 Spreker: Klaas Knot Locatie: Slavernijmonument, Amsterdam
Hun naam, hun economische waarde, en een aantekening over hun gezondheid. Zo werden slaafgemaakten bij hun aankoop of verkoop in een inventaris genoteerd. Een inventaris van een Surinaamse suiker- en koffieplantage. Een inventaris die werd bijgehouden voor een van de eigenaren van de plantage: Jan Hodshon. Dezelfde man die in 1816, twee jaar na de afschaffing van de slavenhandel in Nederland, twee jaar na de oprichting van De Nederlandsche Bank, en na twee jaar directeur te zijn geweest, president wordt van De Nederlandsche Bank.
Hij zal dit negen jaar lang blijven. En al die tijd wordt voor hem dit soort inventaris bijgehouden. Al die tijd verdient hij geld aan slavernij. En al die tijd, wanneer hij de directietafel van De Nederlandsche Bank rondkijkt, is hij niet de uitzondering. Aan de directietafel is persoonlijke betrokkenheid bij slavernij eerder de regel.
En wanneer slavernij ernstig ter discussie gesteld wordt in Nederland, proberen bestuurders van De Nederlandsche Bank het politieke proces in tegengestelde richting te beïnvloeden.
Mijn voorgangers aan de directietafel van De Nederlandsche Bank hadden álle tijd om anders te kiezen. Maar ze deden dat niet.
Zo begint de geschiedenis van De Nederlandsche Bank, het instituut dat ervoor moet zorgen dat mensen vertrouwen kunnen hebben in het financiële stelsel – een geschiedenis waar de huidige directie nu duidelijk zicht op heeft, dankzij het onafhankelijke onderzoek van de Universiteit Leiden. Een geschiedenis die de huidige directie een heldere opdracht geeft. Een geschiedenis waarin mijn collega-directieleden en ik weliswaar in de schoenen van onze voorgangers staan, maar er resoluut voor kiezen om een andere weg in te slaan.
Namens De Nederlandsche Bank erken ik dat vele van mijn voorgangers handelswaar zagen waar het om mensen ging. Dat velen het bestaan en het voortbestaan van slavernij verdedigden. En dat velen later lang de gevolgen van slavernij negeerden.
Namens De Nederlandsche Bank erken ik ook onze betrokkenheid als “instituut”. Zo werd het geld waarmee De Nederlandsche Bank werd opgericht, voor een deel verdiend met slavernij. Zo aanvaardde De Nederlandsche Bank producten van de plantages, zoals koffie en suiker, als onderpand voor een lening. En zo betaalde De Nederlandsche Bank bij de afschaffing van slavernij, in opdracht van het Ministerie van Koloniën, compensatie uit aan voormalige plantage-eigenaren. Met onder hen ook bestuurders van De Nederlandsche Bank.
Namens De Nederlandsche Bank bied ik hiervoor vandaag excuses aan. Excuses aan alle nazaten van slaafgemaakten in Nederland, in Suriname, in Bonaire, Sint Eustatius en Saba, in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Excuses aan alle mensen die door de persoonlijke keuzes van ook mijn voorgangers herleid werden tot hun huidskleur. Tot een bedrag. Tot handelswaar op een inventaris. Excuses aan alle mensen die vandaag nog steeds de gevolgen hiervan dragen.
De voorbije maanden hoorde ik veel persoonlijke verhalen – verhalen over leed, maar ook over verzet en strijd. Wat ik leerde, wat ik hoorde, deed mij pijn. Het bracht het leed van toen en nu heel dichtbij. En tegelijk bleef dat leed ontzettend, onthutsend veraf voor iemand die opgroeide in de Groningse klei. De gesprekken die ik had, maakten duidelijk dat het leed van lang geleden nog lang niet geleden is. Dat die strijd nog lang niet gestreden is.
Daarom kiest De Nederlandsche Bank ervoor om vandaag niet alleen excuses aan te bieden. We kiezen niet alleen voor woorden, maar ook voor daden. Daden die hopelijk bijdragen aan de strijd tegen racisme, ongelijkheid, en onrechtvaardigheid. Daden die De Nederlandsche Bank vandaag kan waarmaken. Daden die ons op koers zetten naar een inclusievere toekomst:
We richten een fonds op waarmee we maatschappelijke projecten zullen financieren – rond educatie, gezondheidszorg, werk, en meer. Projecten in Nederland, in het Caribisch gebied, en in Suriname. Met dit fonds zal over de komende tien jaar vijf miljoen euro verdeeld kunnen worden.
Naast dit fonds dragen we – ook voor vijf miljoen euro – eenmalig bij aan enkele grotere projecten, zoals het Nationaal Slavernijmuseum en Kenniscentrum.
We kijken ook naar onze eigen organisatie. De Nederlandsche Bank moet diverser en inclusiever worden. Daar blijven we aan werken. We willen racisme vandaag beter kunnen herkennen en hier vervolgens op kunnen reageren. En we willen de diversiteit bij De Nederlandsche Bank vergroten via onze werving en selectie, via stages, via het traineeship en bij promoties.
En ons verleden, dat we nu beter kennen, zullen we niet verstoppen. In ons gebouw op het Frederiksplein zal dit in alle openheid een plek krijgen. En dit zal ook steeds een uitnodiging tot gesprek zijn. Een gesprek dat we ook zullen voeren aan de hand van de kunstwerken uit onze collectie. Een collectie die er in de toekomst nog diverser uit zal gaan zien.
De woorden die ik vandaag uitspreek, en de daden die ik vandaag aankondig, markeren voor De Nederlandsche Bank geen eindpunt – maar een ijkpunt.
Voor De Nederlandsche Bank markeert één juli 2022 een toetssteen voor de toekomst. Een toekomst met een inclusievere De Nederlandsche Bank. Een toekomst – hoop ik – met een inclusievere samenleving. Een toekomst mét elkaar.
Dank u dat ik dit, namens de volledige directie van De Nederlandsche Bank, hier heb mogen uitspreken.
EINDE SPEECH
ZIE OOK
NOS
DE NEDERLANDSE BANK BIEDT EXCUSES AAN VOOR SLAVERNIJVERLEDEN
De Nederlandsche Bank biedt excuses aan voor slavernijverleden
President Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB) heeft excuses aangeboden voor de rol van de bank in het slavernijverleden. Knot deed dat tijdens de nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij in Amsterdam, waar voor het eerst in drie jaar weer publiek bij aanwezig was. Ook de provincie Noord-Holland greep de jaarlijkse herdenking aan om excuses te maken.
Bij het monument in het Amsterdamse Oosterpark maakte Knot excuses aan alle nazaten van slaafgemaakten in Nederland, Suriname, op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. “Excuses aan alle mensen die door de persoonlijke keuzes van mijn voorgangers herleid werden tot hun huidskleur,” zei de bankpresident.
De excuses volgen op een onderzoeksrapport dat in februari verscheen. DNB bleek nauw verbonden te zijn geweest bij de Nederlandse slavernij, sinds de oprichting van de bank in 1814, tot 1863. “De voorbije maanden hoorde ik veel persoonlijke verhalen, verhalen over leed, maar ook over verzet en strijd. Wat ik leerde, wat ik hoorde, deed mij pijn. Het bracht het leed van toen en nu heel dichtbij,” zei Knot.
Andere sprekers tijdens de nationale herdenking waren minister voor Rechtsbescherming Weerwind en de Amsterdamse burgemeester Halsema. Amsterdam heeft vorig jaar excuses gemaakt voor het slavernijverleden.
DNB en het slavernijverleden
DNB gaf in 2020 opdracht het slavernijverleden van de centrale bank te onderzoeken. Uit het onderzoeksrapport blijkt dat DNB nauw betrokken was: het startkapitaal van DNB kwam deels van ondernemers die directe belangen hadden in de plantageslavernij.
Bijna 30 procent van de producten die bij DNB werden aangeboden als onderpand voor leningen bestond uit goederen die door tot slaafgemaakten werden geproduceerd. Verder had een deel van de oprichters en bestuurders van DNB grote persoonlijke belangen in de slavernij en zij bedongen hoge compensaties toen die werd afgeschaft. Vervolgens speelde DNB een belangrijke rol in de uitbetaling van de compensatietegoeden.
De komende tien jaar zal DNB een fonds starten voor meerjarige projecten om de doorwerking van het slavernijverleden te helpen verminderen, meldt de bank in een persbericht. Het gaat om projecten op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en kennisdeling.
Geld voor educatieve projecten
Ook trekt DNB eenmalig vijf miljoen euro uit voor projecten met een educatief karakter, zoals het Nationaal Slavernijmuseum en een bijbehorend kenniscentrum. Een financiële compensatie voor geleden schade uit het verleden vindt DNB een zaak voor de overheid. De bank gaat daarom niet over tot financiële compensatie voor geleden schade.
Hoe zit het bij andere banken?
ABN Amro maakte afgelopen april al excuses vanwege betrokkenheid bij slavernij van voorgangers van de bank. Dan gaat het om Hope & Co, die een spilfunctie vervulde in de 18e-eeuwse internationale slavernij-economie. Een andere voorganger, Mees & Zoonen, verkocht verzekeringen voor slavenschepen en transport van producten die door slaafgemaakten waren geoogst.
ING laat het slavernijverleden van een van de voorgangers van de bank onderzoeken. Dat gaat om de Britse Barings-bank, die in 1995 werd overgenomen en sinds 1762 bestaat. Het Barings-archief en de Universiteit van Leeds starten dit najaar met dat onderzoek. Andere voorlopers van ING, zoals de Rijkspostspaarbank (1881), zijn van na de afschaffing van de slavernij (1863).
Bij de Rabobank speelt de kwestie niet. De boerenleenbanken waar de Rabobank uit voortkwam ontstonden pas eind 19e, begin 20e eeuw.
Na de uitkomsten van het onderzoeksrapport in februari gaf Knot al aan dat DNB kan bijdragen aan de verwerking van het leed. DNB anno 2022 staat volgens de bankpresident niet los van zijn verleden. “De bevindingen zijn behoorlijk stevig bij ons binnengekomen,” zei Knot eerder dit jaar.
Het is vandaag Keti Koti, wat het verbreken van de ketenen betekent, officieel een Surinaamse feestdag ter viering van de formele afschaffing van de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen in 1863. Uiteindelijk hebben tot slaafgemaakten nog tot 1873 op de plantages in Suriname gewerkt, omdat ze volgens de wet nog onder toezigt van den Staat vielen.
Excuses Noord-Holland
Ook de commissaris van de Koning in de provincie Noord-Holland, Arthur van Dijk, maakte excuses voor de rol van de provincie bij de slavernij. Hij deed dat bij een viering in Paviljoen Welgelegen in Haarlem. “Ook al bestaat het gewest Holland al heel lang niet meer, we hebben net als de toenmalige bestuurders een verantwoordelijkheid te dragen.”
Van Dijk bood excuses aan voor “wat onze gezagsdragers hebben aangericht in het leven van onschuldige mensen”. Het is voor het eerst dat een provincie excuses maakt voor het slavernijverleden, meldt de regionale omroep NH Nieuws.
EINDE BERICHT NOS
EINDE BERICHT
Reacties uitgeschakeld voor De Nederlandsche Bank biedt excuses aan voor slavernijverleden/Grote stap in erkenning internationale misdaad/Speech bankpresident Klaas Knot op Keti Koti
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BITTEREBIJPRODUCTEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTING: DE NEDERZETTINGEN
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten
NB Het is dus NIET de foto van een Palestijnse jongen, die bij de kraag wordt gegrepen
Suriname opent op termijn een ambassade in Jeruzalem. Het land heeft nu een consulaat in Tel Aviv. De datum van de opening is nog onbekend. De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Lapid maakte het nieuws in een tweet bekend na een ontmoeting met zijn Surinaamse collega Ramdin. “Dank u wel Suriname!”, zette hij er in het Nederlands bij.
Een dergelijke verplaatsing ligt internationaal gevoelig omdat de status van Jeruzalem omstreden is. Tijdens de Zesdaagse Oorlog in 1967 veroverde Israël het oostelijke stadsdeel. Tegenwoordig beschouwt Israël heel Jeruzalem als Israëlisch grondgebied en als de eeuwige en ondeelbare hoofdstad van het land. De Palestijnen zien Oost-Jeruzalem als de hoofdstad van een toekomstige Palestijnse staat.
Lees hier meer over deze kwestie in ons artikel Een stad, twee realiteiten: vijf vragen over Jeruzalem.
“Jeruzalem is het bestuurlijk centrum en daarom willen we daar een ambassade. We willen de functionele, technische en commerciële samenwerking met Israël versterken. Er moet niet emotioneel op gereageerd worden, we moeten nuchter blijven”, zegt de Surinaamse minister Ramdin tegen de NOS.
Directeur-generaal Peled van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken zegt dat het bezoek van de Surinaamse minister aan zijn land een mijlpaal is in de onderlinge betrekkingen. “Israël zal betere toegang krijgen tot het Caraïbisch gebied en Suriname krijgt toegang tot onze technologie en investeerders”, zegt hij in de Israëlische krant The Jerusalem Post.
Vier landen
Tot nu toe hebben alleen Amerika, Guatemala, Honduras en Kosovo een ambassade in Jeruzalem. De aankondiging van de verhuizing van de Amerikaanse ambassade in Israël leidde in 2017 tot woedende reacties in het Midden-Oosten. De Nederlandse ambassade is sinds 1980 gevestigd in een buitenwijk van Tel Aviv. Er zijn geen plannen voor een verhuizing.
Latijns-Amerikacorrespondent Nina Jurna:
Suriname was tot nu toe vrij neutraal in hun buitenlandbeleid. Daarom is deze stap opmerkelijk te noemen. De relatief nieuwe regering van president Chan Santokhi voert op dit dossier duidelijk een ander beleid. Economische belangen zullen voor Suriname ook een belangrijke rol spelen. Suriname is praktisch failliet en heeft belang bij samenwerking met financieel sterkere landen, ondanks de politieke gevoeligheid.
Correspondent Ties Brock in Tel Aviv:
Het overgrote deel van de landen ziet Oost-Jeruzalem als bezet Palestijns gebied. Voor Israël is het dan ook een diplomatieke opsteker als landen deze stap zetten omdat dit de status van Jeruzalem als de hoofdstad van Israël bevestigt. Ook als relatief kleine landen -die geopolitiek weinig gewicht in de schaal leggen- dit doen ziet Israël dat als een kleine diplomatieke overwinning.
Surinamese Foreign Minister Albert Ramdin is making the first visit to Israel of any top official from his country since it established diplomatic relations with the Jewish state in 1976.
Suriname plans to open an embassy in Jerusalem, making it one of a small number of countries that are willing to push back against international objections to such a stand.
“Today, during our meeting in Jerusalem, Surinamese Foreign Minister Albert Ramdin informed me that his country plans to soon open an embassy in Jerusalem,” Foreign Minister Yair Lapid tweeted on Monday after the two men met.
Ramdin is making the first visit to Israel of any top official from his country since it established diplomatic relations with the Jewish state in 1976.
The bulk of the international community has refused to recognize that any part of Jerusalem falls within Israel’s border.
A smaller number of countries agree that western Jerusalem is part of Israel while they hold that the eastern part of the city should be part of the future borders of a Palestinian state.
Most countries believe that the status of Jerusalem, in general, should be determined through a two-state resolution of the Israeli-Palestinian conflict, and as a result, most of the embassies in Israel are located in Tel Aviv.
Suriname does not currently have an embassy in Israel and so opening such an office would be a first for the Latin American country that was once a Dutch colony.
Israel does not have an embassy in Suriname but services it out of its embassy in Panama.
The small Dutch-speaking country has a population of some 600,000 people, a majority of whom are Christians and a minority who are Muslims, and as such is a member of the Organization of Islamic Cooperation.
Suriname’s interests in Israel
Foreign Ministry Deputy Director-General Yoni Peled, who heads the Latin American and Caribbean desk, said that Suriname”is interested in improving relations with Israel.” They are particularly interested in its technology with respect to agriculture and water.
Israel plans to send Suriname humanitarian assistance to help victims of the recent flooding in its country.
Suriname has newly discovered oil and natural gas reserves, which offer new investment opportunities for Israelis.
This visit marks “a milestone in our relationship with Suriname which will benefit both countries. Israel will have better access to the Caribbean states and Suriname will have the opportunity to access Israeli technology, know-how and investment,” Peled said.
Het omstreden plan van Suriname een ambassade te openen in Jeruzalem staat op losse schroeven. Tijdens een tumultueuze parlementsvergadering is forse kritiek geuit. Vicepresident Brunswijk zei dat er nog geen regeringsbesluit is, terwijl minister van Buitenlandse Zaken Ramdin het voornemen gisteren als een voldongen feit presenteerde.
Volgens persbureau ANP ziet de Surinaamse regering zelfs af van het openen van een ambassade in de Israëlische stad. “Ik zal op korte termijn met tekst en uitleg komen”, zegt minister Ramdin in een reactie aan de NOS. Hij laat in het midden wat de status van het plan is.
Een partijgenoot van Ramdin dreigde vandaag uit fractie VHP te stappen als er daadwerkelijk een ambassade wordt geopend in Jeruzalem. Ook door de Surinaamse Islamitische Vereniging is verontwaardigd gereageerd, die vraagt de regering het voornemen “in ernstige heroverweging te nemen”. Zo’n 20 procent van de Surinaamse bevolking is moslim.
De status van Jeruzalem is omstreden, daarom hebben verreweg de meeste landen hun ambassade in de stad Tel Aviv. Slechts vier landen hebben een ambassade in Jeruzalem: de VS, Honduras, Guatemala en Kosovo.
Israël heeft het oostelijke deel van Jeruzalem bezet en beschouwt de hele stad als Israëlisch grondgebied. Maar de Palestijnen zien Oost-Jeruzalem als hoofdstad van de toekomstige Palestijnse staat.
VHP-parlementslid Barkat Mohab-Ali stelt volgens nieuwssite Starnieuws dat zijn telefoon “op springen staat”. In de parlementsvergadering maakte hij duidelijk dat hij zich niet meer thuis zou voelen in de fractie als het plan doorgaat.
Voorzitter van het parlement Marinus Bee (ABOP) kreeg applaus toen hij zei: “We willen niet dat er een ambassade komt in Jeruzalem. We weten wat de consequenties zijn.” Vicepresident Brunswijk, eveneens ABOP-lid, bracht de gemoederen tot bedaren door te zeggen dat het plan niet rond is. Suriname houdt wel degelijk rekening met de gevoelens van diverse religieuze groepen, zei hij volgens Starnieuws.
Lees hier meer over deze kwestie in ons artikel: ‘Een stad, twee realiteiten: vijf vragen over Jeruzalem’.
Zodra Ramdin terug is in Suriname wordt er duidelijkheid verwacht. De minister maakte het omstreden ambassadeplan bekend op staatsbezoek in Israël. “We willen de functionele, technische en commerciële samenwerking met Israël versterken. Er moet niet emotioneel op gereageerd worden, we moeten nuchter blijven”, zei Ramdin toen.
”OPENING SURINAAMSE AMBASSADE IN JERUZALEM SCHOFFERING
INTERNATIONAAL RECHT”
Ingezonden Stuk
Geachte Redactie,
Het bericht is verbijsterend:
De Surinaamse regering is voornemens een ambassade te openen
in Jeruzalem, zoals kennelijk is besproken door de Surinaamse minister
van Buitenlandse Zaken Ramdin met zijn Israelische collega Lapid tijdens
Ramdin’s bezoek aan Israel.
Ten eerste had dat bezoek van Ramdin aan Israel uberhaupt niet moeten
plaatsvinden, omdat dat een steun is aan Israel’s sinds 1967 gevoerde bezetting van de Palestijnse gebieden met als bittere bijproducten de landroof via de illegale
nederzettingen, de voortdurende onderdrukking, de [sinds 2007] illegale Gaza Blokkade, de militaire acties, met
name in Gaza en daaraan inherent mensenrechtenschendingen
en oorlogsmisdaden.
Maar er is meer:
Een ambassade openen in Jeruzalem is een regelrechte schoffering
van het Internationaal Recht, sinds Israel in 1980 Jeruzalem [zowel
West als het in 1967 bezette Oost-Jeruzalem] heeft uitgeroepen
tot hoofdstad van Israel [de zogenaamde ”Jeruzalemwet], daarmee de facto bezet Oost-Jeruzalem
annexerend, wat tegen het Internationaal Recht ingaat [aan de status
van bezet gebied mogen geen geografische veranderingen mogen
uitgevoerd, artikel 55 van het Haags Verdrag 1907 en de Geneefse Conventies]
Vandaar dat in VN Veiligheidsraadsresolutie 478 [1980] de Staten met diplomatieke posten in Jeruzalem werden opgeroepen, hun posten te
verplaatsen, wat door de meesten werd gedaan, namelijk naar Tel Aviv.
Helaas is er een kentering gekomen, nadat ex president Trump Jeruzalem
heeft erkend als Israelische hoofdstad en had aangekondigd, de Amerikaanse
ambassade van Tel Aviv weer naar Jeruzalem te verplaatsen.
Van groot belang is het, dat Suriname deze schoffering van het Internationaal
Recht niet navolgt.
Gelukkig schijnt er binnen het Surinaamse parlement [De Nationale Assemblee]
forse kritiek op dit voornemen te zijn en is het te hopen, dat dit
onzalige plan nog wordt teruggedraaid.
Juist van Suriname als ex kolonie en een land met een misdadig slavernijverleden mag solidariteit met het bezette en onderdrukte Palestijnse
volk worden verwacht.
Astrid Essed
Amsterdam
EINDE INGEZONDEN STUK
Reacties uitgeschakeld voor Opening Surinaamse ambassade in Jeruzalem schoffering Internationaal Recht/Ingezonden Stuk
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BITTEREBIJPRODUCTEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTING:
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten
NB Het is dus NIET de foto van een Palestijnse jongen, die bij de kraag wordt gegrepen
SURINAME OPENT AMBASSADE IN JERUZALEM/SURINAME’S FOUTE
STEUN AAN ISRAEL’S ANNEXATIE EN APARTHEIDSPOLITIEK
AAN
DE MINISTER VAN BUITENLANDSE
ZAKEN VAN DE REPUBLIEK SURINAME
Tav
De heer A Ramdin
Onderwerp:
De opening van een ambassade door de Republiek Suriname
in Jeruzalem
”Werkend houden w’in gedachten
Recht en waarheid maken vrij Al wat goed is te betrachten Dat geeft aan ons land waardij.” Slotregels Surinaams Volkslied Oude Stijl
Geachte Excellentie,
”Werkend houden w’in gedachten
Recht en waarheid maken vrij”Waardige Eindregels van het Surinaamse VolksliedOude Stijl [1], die iedereen zouden moeten inspireren.Zeer teleurstellend echter om te moeten constateren,dat nu er is afgerekend met de presidentschappenvan de voormalige dictator D. Bouterse en ex president en dezeopnieuw is veroordeeld in verband met de in 1982 gepleegde Decembermoorden [2],de nieuw aangetreden regering Santokhi, van wie ondergetekendeen vele anderen ”Recht en Waarheid” verwachtten, internationaalernstig, tot zeer ernstig in de fout dreigt te gaan! WANT:-u las het al- ik protesteer ten zeerste tegen het feit,dat Suriname heeft besloten, een ambassade te openen in Jeruzalem! [3]Dit is een ernstige schoffering van het Internationaal Recht,
en vooral-en dat vind ik nog wel het ergste, een ondersteuning van Israel’s bezettings
en annexatiepolitiek, waarmee u, als minister van Buitenlandse Zaken
en hoofdverantwoordelijke, het bezette Palestijnse volk een Klap
in het Gezicht geeft!
ACHTERGROND:
De feiten zijn u bekend, maar ik zet ze nogmaals op een rijtje:
Zoals u uiteraard weet, is Israel sinds 1967 bezettende Macht in de Palestijnse
gebieden, De Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en Gaza [4]
ondanks VN Veiligheidsraadsresolutie 242, die Israel in 1967 opriep,
zich terug te trekken uit de Bezette Gebieden.
Ik hoef u niet te vertellen, dat er sindsien sprake is geweest
[zoals bij alle bezettingen] van onderdrukking, mensenrechten
schendingen, oorlogsmisdaden, vooral ook tijdens de Israelische
militaire acties in Gaza. [5]
De nederzettingenpolitiek kent u ook, die neerkomt op platte
landroof!
Ook weet u, dat die nederzettingen in strijd zijn met het Internationaal
Recht [6]
JERUZALEM
Nu over Jeruzalem en het voornemen van de Surinaamse regering,
een ambassade in Jeruzalem te openen.
In de eerste plaats moet u bekend zijn, dat bij VN AV Resolutie 181, 1947, die de verdeling van het toenmalige Britse Mandaatgebied Palestina op de kaart zette, Jeruzalem een internationale
status kreeg van corpus separatum
Zie hierover noot 7
Dat was dus de status quo, Jeruzalem als corpus separatum
Na de oorlog van 1948, die volgde op de nasleep van VN Resolutie 181, ten
onrechte de Israelische ”Onafhankelijkheidsoorlog” genoemd
[de autochtone bevolking, die eeuwenlang gekoloniseerd was geweest
waren immers de Palestijnen, maar dat even daargelaten], die uitmondde in de grootschalige etnische zuivering van meer dan
750 000 Palestijnen [8], werd West Jeruzalem gevoegd bij de
nieuwe Joodse Staat israel [veroverd door de Israelische troepen] en Oost-Jeruzalem bij het pas
onafhankelijke Jordanie [veroverd door de Arabische troepen]
Maar internationaalrechtelijk was Jeruzalem nog steeds een corpus separatum
1980/JERUZALEMWETIk schreef al over de Israelische bezetting van de Palestijnse gebiedenin 1967.Een van die bezette gebieden was, zoals vermeld [en bij u bekend] Oost-JeruzalemHiermee kwam dus, na West-Jeruzalem, ook Oost-Jeruzalem onderIsraelische controle, zij het als ”bezet gebied”, waarop de Conventievan Geneve van toepassing is en het Haags Verdrag van 1907 [9]Dat was EEN ding:In 1980 ging Israel nog een stapje verder, door de zogenaamdeBasic Law [oftewel de ”Jeruzalemwet] af te kondigen, waarbij werdverklaard, dat ”het complete en verenigde Jeruzalem”, werd uitgeroepentot de hoofstad van Israel. [10] DIT WAS ANNEXATIE!Niet alleen was dit een schending van de internationale statusvan Jeruzalem [corpus separatum], bovendien werd de facto bezetgebied [Oost Jeruzalem] geannexeerd!En volgens het Internationaal Recht [en here comes het Haagse Verdragin, artikel 55] mogen er geen geografische veranderingen worden aangebrachtin bezet gebied! [11] Uiteraard liet de Internationale Gemeenschap het er niet op zittenen is Israel hiervoor door middel van twee VN Veiligheidsraadsresoluties,te weten 476 en 478 [12]Voor deze brief is met name van toepassing VN Security Resolution478, omdat daarin Israel niet alleen wordt veroordeeld vanwege dede facto annexatie van Oost-Jeruzalem en de uitroeping van Jeruzalemtot hoofdstad van Israel [opvolgende Resolutie 476], maar ook,omdat alle Staten worden opgeroepen hun diplomatiekemissies uit Jeruzalem terug te trekken!! Ik citeer uit Resolutie 478 ”
5. Decides not to recognize the “basic law” and such other actions by Israel that, as a result of this law, seek to alter the character and status of Jerusalem and calls upon:(a) All Member States to accept this decision;(b) Those States that have established diplomatic missions at Jerusalem to withdraw such missions from the Holy City;” [13] SURINAME IN DE FOUT! En wat doet de Surinaamse regering, wat doet u, o ministervan Buitenlandse Zaken? Tegen deze duidelijke internationaalrechtelijke veroordelingen,die nooit door Israel zijn nagevolgd, opent Surinameeen ambassade in Jeruzalem!SCHANDE! Want hiermee steunt de Surinaamse regering de facto de Israelische bezettings en annexatiepolitiek in casu debarbaarse onderdrukking van het Palestijnse volk.En dat door een Land, Suriname, dat zelf eeuwenlangheeft geleden onder slavernij en kolonisatie! [14]Mag dan niet, juist van Derde Wereld ex kolonieeensolidariteit worden verwacht met dat andere gekoloniseerdevolk, de Palestijnen? [15]
EPILOOG Minister Ramdin, Suriname kan dit niet doen!Suriname kan en mag geen ambassade in Jeruzalem openen,waarmee zij niet alleen openlijk het InternationaalRecht aan haar laars lapt [zie bovenstaande], maarde facto de kolonisatie en bezettingspolitiek van bezettingsstaatIsrael steunt!Zeker als ex kolonie, maar ook als nalever van hetInternationaal Recht en de gewone, menselijke waardenvan Gelijkheid en Broederschap, zou Suriname geen MILLIMETER steun moeten geven aan ApartheidsstaatIsrael! [16]Dus minister Ramdin, doe wat in uw Macht is en draai deze Beslissing terug en gezwind Zodat Suriname weer echt de woorden in het Volkslied mag waarmaken:
”Werkend houden w’in gedachtenRecht en waarheid maken vrij Al wat goed is te betrachten Dat geeft aan ons land waardij.’
Surinaams volkslied- Het officiële volkslied met Nederlands en Surinaams couplet
God zij met ons Suriname Hij verhef ons heerlijk land Hoe wij hier ook samen kwamen Aan zijn grond zijn wij verpand Werkend houden w’in gedachten Recht en waarheid maken vrij Al wat goed is te betrachten Dat geeft aan ons land waardij.
Opo kondreman oen opo! Sranan gron e kari oen Wans ope tata komopo Wi moe seti kondre boen Stre de f’stre wi no sa frede Gado de wi fesi man Eri libi te na dede Wi sa feti gi Sranan.
* * *
Surinaams volksliedSamenvatting
Het officiële volkslied met Nederlands en Surinaams couplet.
Toelichting
In 1893 werd door de lutherse predikant C.A. Hoekstra een tekst gemaakt voor een Surinaams volkslied. Hiervoor koos men als melodie een compositie die in 1876 met een geheel ander doel was geschreven door de Friese onderwijzer J.C. de Puy.
Oude tekst tot 1959:
Suriname ’s trotse stromen, Suriname ’s heerlijk land, Suriname ’s fiere bomen, Trouw zijn wij aan U verpand Mochten weer de vloten varen, Dat de handel welig bloei’ Dat fabrieken welvaart baren Dat hier alles welig groei’
In 1959 besloot de Surinaamse regering ‘vlag, wapen en volkslied’ officieel vast te stellen. Voorgesteld werd de melodie van het traditionele volkslied te handhaven en het tweede couplet van de door Hoekstra geschreven Nederlandse tekst tot officiële tekst te verheffen.
De Raad van Ministers achtte het wenselijk een couplet in het Surinaams toe te voegen. Minister Essed benaderde de dichter Trefossa met het verzoek een Surinaams couplet te dichten dat de eenheid van het Surinaamse volk en de verbondenheid met het grondgebied zou benadrukken.
Op 7 december 1959 werd de tekst met algemene stemmen aangenomen. Trefossa heeft echter bovendien de tekst van het eerste couplet in dezelfde richting bewerkt. Bij landsverordening trad het volkslied op 15 december 1959 in werking en is bij het onafhankelijk worden in 1975 in dezelfde vorm gehandhaafd.
De Surinaamse krijgsraad heeft voormalig president Desi Bouterse opnieuw veroordeeld tot 20 jaar cel voor zijn rol in de Decembermoorden. Bouterse was in verzet gegaan tegen de uitspraak van de krijgsraad uit 2019, maar die komt nu tot dezelfde conclusie als destijds. Volgens de krijgsraad zijn er geen nieuwe feiten boven tafel gekomen.
De veroordeling van Bouterse is niet definitief. Er is nog beroep mogelijk tegen de uitspraak. Bouterses advocaat Irvin Kanhai heeft al aangekondigd dat hoger beroep te zullen aantekenen.
De verzetszaak werd behandeld door dezelfde rechters die Bouterse ook in eerste aanleg veroordeelden, maar de beroepszaak zal worden behandeld door het Hof van Justitie.
Net als bij de vorige uitspraak, toen hij nog president was, was Bouterse niet aanwezig. Hij had zich ditmaal ziek gemeld. De krijgsraad heeft geen gevangenneming van Bouterse bevolen, meldt de Surinaamse website Starnieuws.
EINDE NOS BERICHT
STARNIEUWS
BREAKING: BOUTERSE VEROORDEELD TOT 20 JAAR GEVANGENISSTRAF
Desi Bouterse is zojuist in verzet veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf voor medeplegen van moord op 15 personen op 8 december 1982. De Krijgsraad onder leiding van president Cynthia Valstein-Montnor kwam tot het wettige en overtuigend bewijs voor moord. Hiermee is het verstekvonnis door de Krijgsraad bevestigd. Er is geen gevangenneming gelast door de Krijgsraad. Bouterse was niet aanwezig op de zitting. Hij heeft zich ziek gemeld. De zitting heeft heel kort geduurd. Er zijn geen nieuwe feiten naar voren gekomen, concludeerde de Krijgsraad.
Bouterse was in verzet gegaan tegen het verstekvonnis. Auditeur-militair Manro Danning heeft in de verzetszaak, net als in de verstekzaak 20 jaar gevangenisstraf geëist. Nadat hij zijn requisitoir op de vorige zitting had gehouden, hield raadsman Irvin Kanhai zijn pleidooi. Er volgde daarna repliek en dupliek en vervolgens het laatste woord van Bouterse. De Krijgsraad stelde toen de zaak uit tot vandaag voor uitspraak. Hij is door dezelfde samenstelling van rechters – Valstein-Montnor, Suzanne Chu en Rewita Chaterpal – op 29 november 2019 veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf.
In zijn laatste woord zei Bouterse dat de voormalige kolonisator, Nederland, niets onbenut heeft gelaten om de ingezette ontwikkeling te keren, en dat met een toenemende mate van meedogenloze gemeenheid en escalerend geweld. De eerste acties waren nog gericht op de liquidatie van de revolutionaire leiding en van hem in het bijzonder.
Hij voerde aan dat er een buitenlandse militaire invasie moest zorgen voor een volledige ‘regime change’, waarbij de dood van ettelijke honderden burgers als een aanvaardbare onvermijdelijkheid werd gezien. Hij is er volgens hem sprake van Nederlandse beïnvloeding in de rechtspraak tegen hem. Tijdens het proces heeft Bouterse gebruik gemaakt van zijn zwijgrecht.
Raadsman Irvin Kanhai heeft eerder aangegeven dat hij beroep zal aantekenen tegen het vonnis. Hij had verwacht dat het eerdere vonnis zou worden bevestigd vandaag. Hoger beroep zaken worden door het Hof van Justitie behandeld. Kanhai was niet persoonlijk aanwezig op de zitting. In 14 dagen kan er hoger beroep worden aangetekend.
EINDE BERICHT STARNIEUWS
AD
DESI BOUTERSE IN BEROEP TEGEN VONNIS DECEMBERMOORDEN
De Surinaamse oud-president Desi Bouterse is zoals aangekondigd in beroep gegaan tegen zijn veroordeling tot twintig jaar celstraf in het zogenoemde 8-decemberproces. Zijn advocaat Irwin Kanhai heeft op 3 september beroep aangetekend, bevestigde hij vandaag tegenover het ANP.
De Surinaamse krijgsraad legde de 75-jarige Bouterse op 30 augustus opnieuw twintig jaar celstraf op voor zijn betrokkenheid bij de moord op vijftien politieke tegenstanders in 1982. Dit vonnis is gelijk aan dat van eind 2019. Omdat Bouterse tijdens dat proces nooit aanwezig was, werd hij bij verstek veroordeeld. Daarna tekende hij verzet aan, waardoor de krijgsraad zijn zaak dit jaar opnieuw in behandeling moest nemen. Hij kreeg daardoor ook de mogelijkheid in beroep te gaan.
Suriname opent op termijn een ambassade in Jeruzalem. Het land heeft nu een consulaat in Tel Aviv. De datum van de opening is nog onbekend. De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Lapid maakte het nieuws in een tweet bekend na een ontmoeting met zijn Surinaamse collega Ramdin. “Dank u wel Suriname!”, zette hij er in het Nederlands bij.
Een dergelijke verplaatsing ligt internationaal gevoelig omdat de status van Jeruzalem omstreden is. Tijdens de Zesdaagse Oorlog in 1967 veroverde Israël het oostelijke stadsdeel. Tegenwoordig beschouwt Israël heel Jeruzalem als Israëlisch grondgebied en als de eeuwige en ondeelbare hoofdstad van het land. De Palestijnen zien Oost-Jeruzalem als de hoofdstad van een toekomstige Palestijnse staat.
Lees hier meer over deze kwestie in ons artikel Een stad, twee realiteiten: vijf vragen over Jeruzalem.
“Jeruzalem is het bestuurlijk centrum en daarom willen we daar een ambassade. We willen de functionele, technische en commerciële samenwerking met Israël versterken. Er moet niet emotioneel op gereageerd worden, we moeten nuchter blijven”, zegt de Surinaamse minister Ramdin tegen de NOS.
Directeur-generaal Peled van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken zegt dat het bezoek van de Surinaamse minister aan zijn land een mijlpaal is in de onderlinge betrekkingen. “Israël zal betere toegang krijgen tot het Caraïbisch gebied en Suriname krijgt toegang tot onze technologie en investeerders”, zegt hij in de Israëlische krant The Jerusalem Post.
Vier landen
Tot nu toe hebben alleen Amerika, Guatemala, Honduras en Kosovo een ambassade in Jeruzalem. De aankondiging van de verhuizing van de Amerikaanse ambassade in Israël leidde in 2017 tot woedende reacties in het Midden-Oosten. De Nederlandse ambassade is sinds 1980 gevestigd in een buitenwijk van Tel Aviv. Er zijn geen plannen voor een verhuizing.
Latijns-Amerikacorrespondent Nina Jurna:
Suriname was tot nu toe vrij neutraal in hun buitenlandbeleid. Daarom is deze stap opmerkelijk te noemen. De relatief nieuwe regering van president Chan Santokhi voert op dit dossier duidelijk een ander beleid. Economische belangen zullen voor Suriname ook een belangrijke rol spelen. Suriname is praktisch failliet en heeft belang bij samenwerking met financieel sterkere landen, ondanks de politieke gevoeligheid.
Correspondent Ties Brock in Tel Aviv:
Het overgrote deel van de landen ziet Oost-Jeruzalem als bezet Palestijns gebied. Voor Israël is het dan ook een diplomatieke opsteker als landen deze stap zetten omdat dit de status van Jeruzalem als de hoofdstad van Israël bevestigt. Ook als relatief kleine landen -die geopolitiek weinig gewicht in de schaal leggen- dit doen ziet Israël dat als een kleine diplomatieke overwinning.
Surinamese Foreign Minister Albert Ramdin is making the first visit to Israel of any top official from his country since it established diplomatic relations with the Jewish state in 1976.
Suriname plans to open an embassy in Jerusalem, making it one of a small number of countries that are willing to push back against international objections to such a stand.
“Today, during our meeting in Jerusalem, Surinamese Foreign Minister Albert Ramdin informed me that his country plans to soon open an embassy in Jerusalem,” Foreign Minister Yair Lapid tweeted on Monday after the two men met.
Ramdin is making the first visit to Israel of any top official from his country since it established diplomatic relations with the Jewish state in 1976.
The bulk of the international community has refused to recognize that any part of Jerusalem falls within Israel’s border.
A smaller number of countries agree that western Jerusalem is part of Israel while they hold that the eastern part of the city should be part of the future borders of a Palestinian state.
Most countries believe that the status of Jerusalem, in general, should be determined through a two-state resolution of the Israeli-Palestinian conflict, and as a result, most of the embassies in Israel are located in Tel Aviv.
Suriname does not currently have an embassy in Israel and so opening such an office would be a first for the Latin American country that was once a Dutch colony.
Israel does not have an embassy in Suriname but services it out of its embassy in Panama.
The small Dutch-speaking country has a population of some 600,000 people, a majority of whom are Christians and a minority who are Muslims, and as such is a member of the Organization of Islamic Cooperation.
Suriname’s interests in Israel
Foreign Ministry Deputy Director-General Yoni Peled, who heads the Latin American and Caribbean desk, said that Suriname”is interested in improving relations with Israel.” They are particularly interested in its technology with respect to agriculture and water.
Israel plans to send Suriname humanitarian assistance to help victims of the recent flooding in its country.
Suriname has newly discovered oil and natural gas reserves, which offer new investment opportunities for Israelis.
This visit marks “a milestone in our relationship with Suriname which will benefit both countries. Israel will have better access to the Caribbean states and Suriname will have the opportunity to access Israeli technology, know-how and investment,” Peled said.
[4]
GAZA IS NOG STEEDS BEZET GEBIED!
LEES: HUMAN RIGHTS WATCHISRAEL: ”DISENGAGEMENT” WILL NOT END GAZA OCCUPATION
Israeli Government Still Holds Responsibility for Welfare of Civilians 28 OCTOBER 2004
The Israeli government’s plan to remove troops and Jewish settlements from the Gaza Strip would not end Israel’s occupation of the territory. As an occupying power, Israel will retain responsibility for the welfare of Gaza’s civilian population.
Under the “disengagement” plan endorsed Tuesday by the Knesset, Israeli forces will keep control over Gaza’s borders, coastline and airspace, and will reserve the right to launch incursions at will. Israel will continue to wield overwhelming power over the territory’s economy and its access to trade.
“The removal of settlers and most military forces will not end Israel’s control over Gaza,” said Sarah Leah Whitson, Executive Director of Human Rights Watch’s Middle East and North Africa Division. “Israel plans to reconfigure its occupation of the territory, but it will remain an occupying power with responsibility for the welfare of the civilian population.”
Under the plan, Israel is scheduled to remove settlers and military bases protecting the settlers from the Gaza Strip and four isolated West Bank Jewish settlements by the end of 2005. The Israeli military will remain deployed on Gaza’s southern border, and will reposition its forces to other areas just outside the territory.
In addition to controlling the borders, coastline and airspace, Israel will continue to control Gaza’s telecommunications, water, electricity and sewage networks, as well as the flow of people and goods into and out of the territory. Gaza will also continue to use Israeli currency.
A World Bank study on the economic effects of the plan determined that “disengagement” would ease restrictions on mobility inside Gaza. But the study also warned that the removal of troops and settlers would have little positive effect unless accompanied by an opening of Gaza’s borders. If the borders are sealed to labor and trade, the plan “would create worse hardship than is seen today.”
The plan also explicitly envisions continued home demolitions by the Israeli military to expand the “buffer zone” along the Gaza-Egypt border. According to a report released last week by Human Rights Watch, the Israeli military has illegally razed nearly 1,600 homes since 2000 to create this buffer zone, displacing some 16,000 Palestinians. Israeli officials have called for the buffer zone to be doubled, which would result in the destruction of one-third of the Rafah refugee camp.
In addition, the plan states that disengagement “will serve to dispel the claims regarding Israel’s responsibility for the Palestinians in the Gaza Strip.” A report by legal experts from the Israeli Justice Ministry, Foreign Ministry and the military made public on Sunday, however, reportedly acknowledges that disengagement “does not necessarily exempt Israel from responsibility in the evacuated territories.”
If Israel removes its troops from Gaza, the Palestinian National Authority will maintain responsibility for security within the territory—to the extent that Israel allows Palestinian police the authority and capacity. Palestinian security forces will still have a duty to protect civilians within Gaza and to prevent indiscriminate attacks on Israeli civilians.
“Under international law, the test for determining whether an occupation exists is effective control by a hostile army, not the positioning of troops,” Whitson said. “Whether the Israeli army is inside Gaza or redeployed around its periphery and restricting entrance and exit, it remains in control.”
Under international law, the duties of an occupying power are detailed in the Fourth Geneva Convention and The Hague Regulations. According to The Hague Regulations, a “territory is considered occupied when it is actually placed under the authority of the hostile army. The occupation extends only to the territory where such authority has been established and can be exercised.”
”1391, or 63%, of the 2,202 Palestinians killed by Israeli security forces in Operation “Protective Edge” did not take part in the hostilities. Of these, 526 – a quarter of all Palestinians killed in the operation – were children under eighteen years of age. These are some of the figures published today by Israeli human rights organization B’Tselem to mark two years since the operation, which took place in July-August 2014.
OVER DE ILLEGALITEIT VAN DE ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN,VOLGENS HET INTERNATIONAAL RECHT HET INTERNATIONALE RODE KRUIS:
”It is unlawful under the Fourth Geneva Convention for an occupying power to transfer parts of its own population into the territory it occupies. This means that international humanitarian law prohibits the establishment of settlements, as these are a form of population transfer into occupied territory”
When a territory is placed under the authority of a hostile army, the rules of international humanitarian law dealing with occupation apply. Occupation confers certain rights and obligations on the occupying power.
Prohibited actions include forcibly transferring protected persons from the occupied territories to the territory of the occupying power. It is unlawful under the Fourth Geneva Convention for an occupying power to transfer parts of its own population into the territory it occupies. This means that international humanitarian law prohibits the establishment of settlements, as these are a form of population transfer into occupied territory. Any measure designed to expand or consolidate settlements is also illegal. Confiscation of land to build or expand settlements is similarly prohibited.
EINDE VERKLARING INTERNATIONALE RODE KRUIS
”The establishment of the settlements contravenes international humanitarian law (IHL), which states that an occupying power may not relocate its own citizens to the occupied territory or make permanent changes to that territory, unless these are needed for imperative military needs, in the narrow sense of the term, or undertaken for the benefit of the local population.”
The City of Jerusalem shall be established as a corpus separatum under a special international regime and shall be administered by the United Nations. The Trusteeship Council shall be designated to discharge the responsibilities of the Administering Authority on behalf of the United Nations.”
1. The complete and united Jerusalem is the capital of Israel. The seat of the President, the Knesset, the Government and the Supreme Court
2. Jerusalem is the seat of the President of the State, the Knesset, the Government, and the Supreme Court. Protection of the Holy Places
3. The Holy Places shall be protected against desecration, and any other violation, and against anything that is liable to violate the freedom of access of members of the various religions to the places sacred to them, or to their feelings towards those places. The development of Jerusalem
4.
(a) The Government shall pursue the development and prosperity of Jerusalem, and the welfare of its inhabitants, by allocating special resources, including a special annual grant to the Municipality of Jerusalem (Capital City Grant), with the approval of the Knesset Finance Committee.
(b) Jerusalem shall be granted special priorities in the activities of the State authorities for the development of Jerusalem in market and economic issues, and in other issues.
(c) The Government shall set up a special body or bodies to implement this article.
BLADZIJDE 2
The confines of the territory of Jerusalem (Amendment No.
1) 5. The limits of Jerusalem include, for the purpose of this BasicLaw, inter alia, the whole area described in the addendum to the declaration of the expansion of the limits of the Jerusalem municipality of 20 Sivan 5727 (June 28, 1967), that was issued under the Municipalities Ordinance. Prohibition to delegate powers (Amendment No. 1 & 2) 6. No powers concerning the limits of the Jerusalem Municipality area, including the area described in the addendum on the expansion of the area of the municipality of Jerusalem on 20 Sivan 5767 (June 28, 1967) that was issued under the Municipalities Ordinance, and all as was in force on the day of the beginning of Basic-Law: Jerusalem the Capital of Israel (Amendment No. 2), shall be transferred to a foreign political or governing power, or to another similar foreign authority, whether permanently or for a given period. Rigidity (Amendments No. 1) 7. The provisions of article 6 are not to be changed, save by a basic law adopted by a majority of eighty Knesset Members. The provisions of this article are not to be changed except by means of a majority of Knesset Members. BASIC-LAW: JERUSALEM THE CAPITAL OF ISRAEL (Amendment) (Adopted on December 7, 2000)
Intention
1. This Basic-Law is designed to lay down in Basic-Law: Jerusalem the Capital of Israel, a limitation on a change of the confines of the territory of Jerusalem, and the application of the law, jurisdiction and administration of the State of Israel in this territory, and is also designed to prohibit the transfer of any sort of governmental or municipal authority, relating to the territory of Jerusalem, to anybody, which does not act by force of a law of the State of Israel.
2. [The amendment was integrated into articles 6 and 7 of the main law.]
BLADZIJDE 3
Retention of laws
3. Nothing in the provisions of this Basic-Law shall detract from the provisions of the Law for the Implementation of the Interim Agreement Regarding the West Bank and the Gaza Strip (limitation of activity) 5755-1994, or any previous legal provision.
De Staat, die een gebied bezet heeft, mag zich slechts beschouwen als beheerder en vruchtgebruiker der openbare gebouwen, onroerende eigendommen, bosschen en landbouwondernemingen, welke aan den vijandelijken Staat behooren en zich in de bezette landstreek bevinden. Hij moet het grondkapitaal dier eigendommen in zijn geheel laten en die overeenkomstig de regelen van het vruchtgebruik beheeren.
ANNEX TO THE CONVENTION: REGULATIONS RESPECTING THE LAWS AND CUSTOMS OF WAR ON LAND – SECTION III : MILITARY AUTHORITY OVER THE TERRITORY OF THE HOSTILE STATE – REGULATIONS: ART. 55.Art. 55. The occupying State shall be regarded only as administrator and usufructuary of public buildings, real estate, forests, and agricultural estates belonging to the hostile State, and situated in the occupied country. It must safeguard the capital of these properties, and administer them in accordance with the rules of usufruct.
Reaffirming again that the acquisition of territory by force is inadmissible,
Deeply concerned over the enactment of a “basic law” in the Israeli Knesset proclaiming a change in the character and status of the Holy City of Jerusalem, with its implications for peace and security,
Noting that Israel has not complied with resolution 476 (1980),
Reaffirming its determination to examine practical ways and means, in accordance with the relevant provisions of the Charter of the United Nations, to secure the full implementation of its resolution 476 (1980), in the event of non-compliance by Israel,
1. Censures in the strongest terms the enactment by Israel of the “basic law” on Jerusalem and the refusal to comply with relevant Security Council resolutions;
2. Affirms that the enactment of the “basic law” by Israel constitutes a violation of international law and does not affect the continued application of the Geneva Convention relative to the Protection of Civilian Persons in Time of War, of 12 August 1949, in the Palestinian and other Arab territories occupied since June 1967, including Jerusalem;
3. Determines that all legislative and administrative measures and actions taken by Israel, the occupying Power, which have altered or purport to alter the character and status of the Holy City of Jerusalem, and in particular the recent “basic law” on Jerusalem, are null and void and must be rescinded forthwith;
4. Affirms also that this action constitutes a serious obstruction to achieving a comprehensive, just and lasting peace in the Middle East;
5. Decides not to recognize the “basic law” and such other actions by Israel that, as a result of this law, seek to alter the character and status of Jerusalem and calls upon:(a) All Member States to accept this decision;(b) Those States that have established diplomatic missions at Jerusalem to withdraw such missions from the Holy City;
6. Requests the Secretary-General to report to the Security Council on the implementation of the present resolution before 15 November 1980;
7. Decides to remain seized of this serious situation.
”Resolutie 476 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 30 juni 1980 uitgevaardigd. Deze resolutie werd goedgekeurd door 14 voor-stemmen en één onthouding, van de Verenigde Staten, en verklaarde weer dat de bestuurlijke wijzigingen die Israël had doorgevoerd in Oost-Jeruzalem nietig waren en riep op deze terug te draaien.”
SECURITY COUNCIL RESOLUTION 476 (1980) [TERRITORIES
OCCUPIED BY ISRAEL]
https://www.refworld.org/docid/3b00f1776b.html
Resolution 476 (1980) of 30 June 1980
The Security Council,
Having considered the letter of 28 May 1980 from the representative of Pakistan, the current Chairman of the Organization of the Islamic Conference, as contained in document S/13966 of 28 May 1980,
Reaffirming that acquisition of territory by force is inadmissable,
Bearing in mind the specific status of Jerusalem and, in particular, the need for protection and preservation of the unique spiritual and religious dimension of the Holy Places in the city,
Reaffirming its resolutions relevant to the character and status of the Holy City of Jerusalem, in particular resolutions 252 (1968) of 21 May 1968, 267 (1969) of 3 July 1969, 271 (1969) of 15 September 1969, 298 (1971) of 25 September 1971 and 465 (1980) of 1 March 1980,
Recalling the Fourth Geneva Convention of 12 August 1949 relative to the Protection of Civilian Persons in Time of War,
Deploring the persistence of Israel, in changing the physical character, demographic composition, institutional structure and the status of the Holy City of Jerusalem,
Gravely concerned over the legislative steps initiated in the Israeli Knesset with the aim of changing the character and status of the Holy City of Jerusalem,
1. Reaffirms the overriding necessity to end the prolonged occupation of Arab territories occupied by Israel since 1967, including Jerusalem;
2. Strongly deplores the continued refusal of Israel, the occupying Power, to comply with the relevant resolutions of the Security Council and the General Assembly;
3. Reconfirms that all legislative and administrative measures and actions taken by Israel, the occupying Power, which purport to alter the character and status of the Holy City of Jerusalem have no legal validity and constitute a flagrant violation of the Fourth Geneva Convention relative to the Protection of Civilian Persons in Time of War and also constitute a serious obstruction to achieving a comprehensive, just and lasting peace in the Middle East;
4. Reiterates that all such measures which have altered the geographic, demographic and historical character and status of the Holy City of Jerusalem are null and void and must be rescinded in compliance with the relevant resolutions of the Security Council;
5. Urgently calls on Israel, the occupying Power, to abide by this and previous Security Council resolutions and to desist forthwith from persisting in the policy and measures affecting the character and status of the Holy City of Jerusalem;
6. Reaffirms its determination in the event of non-compliance by Israel with this resolution, to examine practical ways and means in accordance with relevant provisions of the Charter of the United Nations to secure the full implementation of this resolution.
Adopted at the 2242nd meeting by 14 votes to none, with 1 abstention (United States of America).
[13]”
5. Decides not to recognize the “basic law” and such other actions by Israel that, as a result of this law, seek to alter the character and status of Jerusalem and calls upon:(a) All Member States to accept this decision;(b) Those States that have established diplomatic missions at Jerusalem to withdraw such missions from the Holy City;”
Zonder vorm van proces werden mensen die van plundering of andere misdaden werden verdacht in het openbaar afgeranseld (Panorama).WEERZINWEKKEND WAS OOK HET [KORT NA DE MILITAIRE COUPIN 1980] IN HET OPENBAAR AFRANSELEN VAN MENSEN, DIEVAN PLUNDERING WERDEN BESCHULDIGDhttp://kennisaanval.blogspot.com/2012/01/revolutie-in-suriname.htmlSCHOKKEND!STANDRECHTELIJKE EXECUTIE SERGEANT MAJOOR HAWKER
Deze foto van de tweede grote vrouwenmars in Paramaribo, vorige week donderdag, is nu pas naar buiten gekomen. De politie dreef de betogers op het onafhankelijkheidsplein uiteen. (Nieuws van de Dag, 22 december 1982)DAPPERE VROUWEN, DIE NA DE DECEMBERMOORDEN,HET AANDURFDEN DE STRAAT OP TE GAAN OM TE PROTESTEREN!http://kennisaanval.blogspot.com/2012/01/revolutie-in-suriname.html‘
MOIWANA MONUMENT/TER HERDENKING VAN DE MASSASLACHTINGIN BOSNEGERDORP MOIWANA, WAARBIJ IN 1986 39 BURGERS WERDENDOODGESCHOTEN TIJDENS DE BINNENLANDSE OORLOG, ONDERVERANTWOORDELIJKHEID VAN LEGERBEVELHEBBER BOUTERSEhttp://en.wikipedia.org/wiki/Moiwana
Sandew Hira en president Desi Bouterse op een boomstronk in Brokobaka.
Op 8 December 2021, was het 39 Jaar geleden, dat vijftientegenstanders van het militaire regime Bouterse, standrechtelijk zijngeexecuteerd, na eerst te zijn gefolterd. [1]Een Schok ging door de Surinaamse samenleving en door Nederland, dat de ontwikkelingshulp aan Suriname opschortte. [2]
Een groffe misdaad, een standrechtelijke executie, misdrijven tegende menselijkheid. [3] Een groot Trauma voor de Surinaamse bevolking.
De Surinaamse Gemeenschap is klein:Iedereen kent wel een van de slachtoffers, of familieledenIs zelf familie, heeft bij een der slachtoffers op schoolgezeten of heeft familieleden, die bij hen op schoolgezeten heeft.Ga zo maar door. Maar hoe is het nu zo gekomen, dat in een relatief vreedzame samenleving,een dergelijke Gruwel heeft kunnen plaatsvinden?
Een Terugblik:
Reis met mij terug in de Tijd, om te zien. hoe het allemaal is gekomen…..En al lezende, zult u zien, dat er naast deze standrechtelijke executies,die ieder jaar worden herdacht, veel meer misdaden zijn gepleegdKom mee naar the House of Horror……
BEGIN VAN EEN HORROR STORY…
MISDADENEEN OVERZICHT:
Een terugblik op een aantal mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden [wie weet, wat er in de toekomst nog meer aan het licht komt….], waaraan [nu president] D. Bouterse zich in zijn hoedanigheid als lid van de Nationale Militaire Raad [4], bevelhebber van het Surinaamse leger [5]en voormalig dictator schuldig gemaakt heeft, samen met de kliek om hem heen:
MILITAIRE COUP
Na het plegen van de militaire coup op 25 februari 1980 door zestien militairen, waaronder Bouterse De Groep van Zestien [6] werd deNationale Militaire Raad geinstalleerd [7], waar Bouterse een belangrijk lid van was.
Op 15 maart 1980 werd een burgerregering gevormd, waarvan medisch specialist Henk Chin A Sen premier werd.Kort daarna echter werd een Wet aangenomen, die de macht van het parlement beperkte ten gunste van de regering, waarmee de democratische rechten steeds meer werden ingeperkt [8]
Er zouden trouwens pas weer vrije verkiezingen komen in 1987, met als resultaat de eerste democratisch gekozen regering sinds demilitaire coup in 1980.
MENSENRECHTENSCHENDINGEN BOUTERSE
VOOR DE DECEMBERMOORDEN:
Voor de decembermoorden hebben Bouterse en de politiek-militair
verantwoordelijken zich ook schuldig gemaakt aan ernstige mensenrechten
schendingen
Bouterse:
Onder zijn verantwoordelijkheid als lid van de Nationale Militaire Raad en
vanaf juli 1980 bevelhebber van het leger vallen, arrestaties op vage gronden
en de slechte detentieomstandigheden/mishandelingen van arrestanten onder
detentieomstandigheden onder voormalige politicide zogenaamde oude politiek en ”dissidente” militairen [9]
MENSENRECHTENSCHENDINGEN BOUTERSE:STANDRECHTELIJKE EXECUTIE HAWKERDECEMBERMOORDENONOPGEHELDERDE DOOD HORBMASSASLACHTING MOIWANABETROKKENHEID BIJ DRUGSHANDEL
De mensenrechtenschendingen betreffen NIET alleen de decembermoorden
Ook andere misdaden hebben plaatsgehad onder verantwoordelijkheid van Bouterse
A
Standrechtelijke executie van Sergeant Majoor Hawker
In maart 1982 vond een mislukte coup plaats onder leiding van Hawker en Rambocus
Enkele dagen later werd de gewonde Hawker op zijn brancard, voor het oog
van de wereld, standrechtelijk geexecuteerd [10]
Volgens de Geneefse Conventies, het Internationaal Humanitair Oorlogsrecht en de Internationale Mensenrechtenverdragen is een standrechtelijke executie een oorlogsmisdaad
B
Standrechtelijke executie 15 critici van het militair regime
De decembermoorden
In de nacht van 8/9 december werden 15 critici van het militaire regime in Fort
Zeelandia standrechtelijk geexecuteerd, na ernstige folteringen [11]
Het officiele verhaaltje, dat zij ”op de vlucht waren neergeschoten”, werd al gauw ontkracht.
C
Onopgehelderde dood Horb
Op 30 januari 1982 werd de na de decembermoorden in ongenade gevallen tweede
man van Bouterse, Majoor Horb, gearresteerd op verdenking van het ondermijnen van de Staatsveiligheid
Enkele dagen later wordt hij dood in zijn cel aangetroffen
Hij zou zich aan het koord van zijn sportbroek hebben opgehangen
Er ontstaan vrijwel direct twijfels over de doodsoorzaak, die nooit is
opgehelderd [12]
D
Moiwana/Massaslachting
In het gewapende conflict tussen Bouterse en de leider van het zgn Jungle
Commando, Brunswijk van 1986 tot 1992, zijn aan beide zijden [13] een groot aantal mensenrechtenschendingen
en oorlogsmisdaden gepleegd
De beruchtste is de door het Nationaal Leger onder leiding van Bouterse aangerichte massaslachting
onder de bewoners van Moiwana, een dorp in het binnenland van Suriname,
van wie tientallen werden gedood [14]
Het Inter Amerikaans Hof voor de Mensenrechten veroordeelde Suriname
in 2005 voor de massamoord [15]
Zowel de Decembermoorden als de massaslachting in
Moiwana zijn gekwalificeerd als misdaden tegen de menselijkheid. [16]
E
Drugshandel
En als klap op de vuurpeil is hij door Nederland bij verstek veroordeeld tot
11 jaar gevangenisstraf vanwege drugshandel [17]
Wikileaks onthulde bovendien, dat Bouterse nog tot 2006 actief zou zijn
geweest in de drugshandel [18]
Met dank aan Bouterse is drugsverslaving en de daaraan gerelateerde criminaliteit nu een groot probleem in SurinameNog los van alle slachtoffers, die zijn aandeel in de drugshandel ook buiten Suriname heeft gemaakt.
VERRAAD!!DICTATOREN EN HUN HELPERS/SANDEW HIRA, ADVOCAAT VAN STRAFFELOOSHEID VAN OORLOGSMISDADEN EN MISDADENTEGEN DE MENSELIJKHEID
Dat de hoofdverdachte in het Decembermoordenproces [19],president D Bouterse, op allerlei manieren heeft getracht, de rechtsgangte frustreren, was gezien zijn evil track record te verwachten.
Hij heeft het geprobeerd via de zogenaamde ”amnestiewet” [20] en toendat niet afdoende bleek [21], door te trachten in te grijpen in het rechtsprocesmet verwijzing naar de Staatsveiligheid [22].
Veel heeft hem dat niet opgeleverd, want het proces gaat-althansvoorlopig- [weet ik veel, wat D.B. en aanhang later weer bedenken-door. [23]
Er is tegen zes verdachten in het Decemberproces, waaronder Bouterse,zelfs 20 jaar gevangenisstraf geeeist! [24]
Goed!Maar what about een nabestaande van een van de Decemberslachtoffers,die straffeloosheid voor de verdachten van moord en foltering heeft bepleit?
Als iemand mij voor 2015, toen this HUGH BETRAYAL plaatsvond,had verteld, dat een broer van een van de slachtoffers van de Decembermoordenzou proberen, Bouterse voor een rechtszaak te behoeden en zelfs met hemop een boomstronk in de buurt van zijn buitenhuis, Brokobaka, zou gaanzitten keuvelen [25], zou ik diegene voor gek hebben verklaard!
En toch is het een feit:Dew Baboeram, beter bekend als Sandew Hira, de broer van 8 December slachtofferde advocaat John Baboeram [26] heeft in 2015 via een ”brief aan presidentBouterse” [27] met president D Bouterse aangepapt met maar een doel:Een rechtszaak tegen hem frustreren via zijn zogenaamde ”Getuigenisprojectpresident Bouterse. [28]Het begon dus allemaal met Hira’s ”Open Brief aan president Bouterse [29],waarin deze werd opgeroepen, ”getuigenis” af te leggen van alle[ik citeer Hira] ”gebeurtenissen waarbij u betrokken bent geweest en waarbij geweld een bepalende factor is geweest” [30]
Zonder juridische consequenties, vandaar mijn term ”straffeloosheidsproject”.Vervolgens, ter promoting van zijn straffeloosheidsproject, ging Hira de wereld lastigvallen met ellenlange ”persconferenties” [31],als ware het ”Koninklijke Proclamaties” [32] en Hira een absoluut vorst. [33]
Met als voor mij bizar dieptepunt:
De persconferentie van 8 December 2016, herdenkingsdag van de slachtoffers van de Decembermoorden [34], waaronder Hira’s eigen broer, John Baboeram. [35]
Dat Hira bij een aangekondigde ontmoeting met president en ex dictatorD. Bouterse, voorafgaande aan zijn interview, gezellig een boswandeling gingmaken en een biertje dronk op een boomstronk [36], is natuurlijk zijn eigen keuze en zaak.
Ware het niet, dat hij zijn straffeloosheidsproject aan het Surinaamse volkopdringt, hij groepen nabestaanden tegen elkaar uitspeelt en met modder gooit naarnaar diegenen, die WEL ijveren voor berechting van [oorlogs] misdadenen misdaden tegen de menselijkheid [37], waaronder [het kan niet genoeg gezegd]Hira’s eigen broer, John Baboeram. [38]
Om tenslotte het ultieme verraad [ik ben boos!] te plegen doorondanks alle aantoonbare bewijzen van het tegendeel [39]de oude leugen van Bouterse en consorten over ”coupplannen”[40] op te rakelen en zijn eigen broer te beschuldigen,dat deze betrokken zou zijn geweest bij de door Bouterse enHira gelogen ”tegencoup” [41]
En waarop baseert Hira deze ”wijsheden”?Op grond van wat ”mensen” tegen hem zeidenIk citeer Hira [bron: De Ware Tijd Online]”
Het is pijnlijk om dat te horen van mensen, die erbij waren, dat hij erbij zat” [42] Lekker wetenschappelijk…
En dan rest MIJ de vraag, wie ”die mensen” dan wel niet warenWant volgens mij waren dat alleen de aanwezige beulen en hun handlangers.
Maar dat daargelaten:
Ook al ZOU Hira’s bewering[tegen alle bewijzen in!] waar zijn, rechtvaardigt datdan buitengerechtelijke executies, foltering en moord?
Ga je er dan voor ijveren, dat de beulen van ongewapende mensen,van je eigen broer, NIET voor de rechter komen?
Het is ongehoord.
Zie de felle kritiek op Hira door deskundige en Bouterse criticus van het eerste uur, Theo Para. [43]Ook ik heb ik hem bekritiseerd in eerdere stukken. [44]
Echt pijnlijk voor Hira is geweest, dat zijn familie in een verklaringopenlijk afstand van zijn acties heeft genomen.
Zij schrijven onder andere:”“Gefaald in zijn pogingen om respect af te dwingen bij zijn omgeving, is Sandew Hira afgegleden tot spreekbuis van de man aan wiens handen bloed kleeft, ook het bloed van zijn broer” [45]Pijnlijk voor Hira [en de familie], maar het directe gevolg van zijn villeine aanpapperij van de hoofdverantwoordelijke voor de misdaden tijdenszijn regime, de Decembermoorden en andere.Moreel failliet zijn diegenen, die de rechtsgang van de 8 Decembermisdaden frustreren, ex dictatoren en hun consorten uit de wind willen houdenen leugens en verdachtmakingen over anderen, die WEL gerechtigheid nastreven, rondstrooien.
Maar goed, dat is Hira’s zaak en verantwoordelijkheid.
De geschiedenis zal afrekenen met Hira en co. [46]
EINDELIJK GERECHTIGHEID!
Het inschakelen van landverraders als Sandew Hira [47], intimidatie [48] en wat dies meer zij heeft niet geholpen:
WANT OP 29 NOVEMBER 2019 WAS HET ZOVER!
President D Bouterse werddoor de Krijgsraad veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf! [49]
Een Dag waarop ik en vele anderen lang hadden gewacht!
Alle respect voor de[vrouwelijke] rechters, die ondanks intimiderendeomstandigheden hun taak moedig en eervol hebben vervuld en een belangrijke stap hebben gezet naar Suriname als democratische rechtsstaat! [50]
Of D Bouterse ook werkelijk de cel ingaat is nog maar de vraag:Voorlopig is hij in Hoger Beroep gegaan [51] en maakt weer behoorlijk,intimiderend Lawaai [52]
Laten we hopen, dat hij nu een Papieren Tijger blijkt.
LATEN WE HERDENKEN
Maar laten we nu doen waar het allemaal om begonnen was:
Het herdenken van de slachtoffers van de Decembermoorden,die nu in ieder geval juridisch gekregen hebben wat ze verdienen:
Gerechtigheid
Laten we hen herdenken:
JOHN BABOERAM, ADVOCAAT
WIJ GEDENKEN U
BRAM BEHR, JOURNALIST EN STRIJDER VOOR SOCIALE GERECHTIGHEID
WIJ GEDENKEN U
CYRILL DAAL, VOORZITTER VAN VAKBOND MOEDERBOND
WIJ GEDENKEN U
KENNETH CONCALVES, ADVOCAAT EN PRESIDENT VAN DE ORDE VAN ADVOCATEN
WIJ GEDENKEN U
EDDY HOOST, ADVOCAAT
WIJ GEDENKEN U
ANDRE KAMPERVEEN, SPORTMAN, EIGENAAR VAN ABC RADIO, VICEPRESIDENT VAN DE FIFA
WIJ GEDENKEN U
GERARD LECKIE, PSYCHOLOOG EN DECAAN AAN DE UNIVERSITEIT VAN SURINAME
WIJ GEDENKEN U
SUGRIM OEMRAWSINGH, WIS EN NATUURKUNDIGE EN VOORMALIG PARLEMENTSLID
WIJ GEDENKEN U
LESLEY RAHMAN, JOURNALIST EN STRIJDER VOOR SOCIALE GERECHTIGHEID
WIJ GEDENKEN U
SURENDRE RAMBOCUS, MILITAIR, BETROKKEN BIJ DE TEGENCOUP TEGEN D. BOUTERSE
WIJ GEDENKEN U
HAROLD RIEDEWALD, ADVOCAAT
WIJ GEDENKEN U
JIWANSINGH SHEOMBAR, BETROKKEN BIJ DE TEGENCOUP TEGEN D BOUTERSE
WIJ GEDENKEN U
JOSEPH SLAGVEER, JOURNALIST EN DIRECTEUR VAN NIEUWSAGENTSCHAP INFORMA
WIJ GEDENKEN U
ROBBY SOHANSINGH, ONDERNEMER
WIJ GEDENKEN U
FRANK WIJNGAARDE, JOURNALIST EN RADIO OMROEPER BIJ