Nadat ik heb nagedacht over, hulde betuigd aan en heb geschreven over de Februaristaking [1], stond ik,
zoals altijd rond deze Tijd tot de 4 Mei Herdenking,
extra stil bij WO II en de vernietigende gevolgen voor
hen, die door de nazi-rassenwaan waren uitgesloten en
vervolgd:
Niet alleen de Joden, maar ook zigeuners, homosexuelen,
uiteraard socialisten/communisten [als eerste in concentratiekampen gestopt en geliquideerd],Jehova’s Getuigen [die militaire dienst weigerden], geestelijk
gehandicapten en ga zo maar met het trieste rijtje door.
Hierbij stuitte ik ook op het magistrale Werk van de joodse
historicus J. Presser [2], ”Ondergang, de vervolging en
verdelging van het Nederlandse Jodendom, 1940-1945”
[3]
Iedereen aan te bevelen, maar zoals in de aard der
Zaak huiveringwekkend
Een Aftelsom van vernietiging
In dit boek vond ik een aangrijpend gedicht, over iemand,
die de verschrikkingen van WO II had overleefd, maar zijn
jonge vrouw niet
Het bleek een gedicht van J Presser zelf [onder pseudoniem J. van Wageningen, uit zijn dichtbundel
”Orpheus en Ahasverus” [4]
en ik wil u dit Gedicht niet ontzeggen, lezers
Zie dit voor mij onvergetelijke Gedicht
Daaronder het Notenapparaat
En laten wij, aan de hand hiervan, nooit vergeten,
Naar aanleiding van de oproep om foto’s en documenten van Februaristakers heeft het Stadsarchief veel reacties ontvangen. Zo kwam er in april een schenking binnen met stukken van en over stakingsleider Willem Kraan (1909-1942). Kraan was stratenmaker bij de dienst Publieke werken. Dit dossier bevat onder andere foto’s van Willem Kraan, een ontroerende brief aan zijn gezin die hij op 30 november in gevangenschap heeft geschreven en het bericht van zijn executie.
De ouders van Willem Kraan woonden bij de Nieuwmarkt, vlak bij de Jodenbuurt. Op zondag 23 februari was Willem Kraan daar juist op bezoek toen de Duitsers met grof geweld joden begonnen op te pakken. Huilend vertelde hij zijn vriend Piet Nak later die dag wat hij gezien had. Samen beraamden zij toen het plan voor een proteststaking. De twee fietsten de hele stad door om collega’s op de been te krijgen. Ze wilden eerst de tram, de Stadsreiniging of zelfs de hele dienst Publieke Werken plat krijgen. Dan zou de rest van Amsterdam vanzelf volgen. Ze overlegden ook met de Communistische Partij. Willem Kraan en Piet Nak waren zelf allebei lid van de partij, die door de Duitsers verboden was. Ook na de staking bleef Kraan actief in het verzet. Op zestien november 1941 werd hij gearresteerd. Een jaar later werd hij samen met 32 anderen op het vliegveld Soesterberg geëxecuteerd.
Brief uit de gevangenis van Willem Kaan, 30 november 1941.
Bericht van executie, 9 december 1942.
AFSCHEIDSBRIEF VAN WILLEM KRAAN VOOR ZIJN EXECUTIE DOORDE DUITSERS.GESCHREVEN OP 19 NOVEMBER 1942, DAG VAN ZIJN EXECUTIE/WILLEM KRAAN WAS EEN VAN DE INITIATIEFNEMERS VAN DEFEBRUARISTAKING/HIJ LIET ZIJN VROUW [BETS] EN DOCHTERTJE TRIENI] ACHTER/NAZI BRIEF https://www.amsterdam.nl/stadsarchief/nieuws/willem-kraan/
PROTESTEERT TEGEN DE AFSCHUWELIJKEJODENVERVOLGINGEN ! ! !
De Nazi’s hebben Zaterdag en Zondag, en Maandag is dit voortgezet, als beesten in de wijken met veel Joodse bevolking huisgehouden. Honderden Grüne Feldpolizei kwamen zwaar bewapend plotseling de oude binnenstad en andere wijken binnenvallen. Razend, tierend, ranselend en schietend stortten zij zich met hun bewapende overmacht op de weerloze mannen, vrouwen en kinderen. Honderden jonge Joden werden met ruw geweld en volkomen willekeurig van de straat in arrestantenwagens gesmakt en weggevoerd naar een onbekend verschrikkingsoord.
D A T I S D E N A Z I – W R A A K
Voor de kloeke zelfverdediging, die de W-A. pogromhelden 2 weken geleden deed afdruipen en waarbij de W.A.-bandiet Koot als terrorist het leven liet. Dat is het ploertige antwoord op de massa-verontwaardiging en de massa-protest-demonstratie van het Amsterdamse volk tegen de Joden-pogrom. Dat is vooral het gevolg van de groot-kapitalistische “bemiddeling” van Asscher, Saarlouis en Cohen, die kruiperig de schuld der Joden aanvaardden en verdere krachtige verdedidingsmaatregelen en strijd de kop poogden in te drukken door het voor te stellen, dat nu weer “rust” zou intreden. Deze groot-kapitalisten zijn bang voor het opleggen van een zoengeld en hun duiten zijn hun liever dan het Joodse werkende volk!
De, ook door de Duitse soldaten, gehate S.S. en Grüne Feldpolizei verrichten dit smerige werk met ware wellust. Hier was het uitschot en het scrapuul van het Duitse volk aan het werk. De laffe W.A. slungels het uitschot van ons volk, die nu ontbraken, moeten van dit gespuis leren, hoe de terreur tegen het werkende volk moet worden toegepast.
Deze jodenpogroms zijn een aanval op het gehele werkende volk ! ! !
Zij zijn een inzet voor een verder te verscherpen onderdrukking en terreur ! ! ! Zij moeten de weg effenen voor de machtsgreep van de door elke Nederlander gehate Mussert ! ! !
WERKEND VOLK VAN AMSTERDAM, KUNT GIJ DIT DULDEN ??
N e e n , d u i z e n d m a a l N E E N ! ! !
HEBT GIJ DE MACHT EN DE KRACHT DEZE AFSCHUWELIJKE TERREUR VERDER TE VERHINDEREN ??
J a , d a t h e b t g i j ! ! !
De Amsterdamse metaalbewerkers hebben getoond hoe het moet. Zij staakten eensgezind tegen hun gedwongen uitzending naar Duitsland. En de dwang van de Duitse militaire macht moest het tegen dit verzet afleggen! In één dag behaalden de metaalarbeiders de overwinning!! LAAT U DUS DOOR DE PLOMPE DUITSE SOLDATENLAARS NIET INTIMIDEREN !!
ORGANISEERT IN ALLE BEDRIJVEN DE PROTEST-STAKING ! ! ! VECHT EENSGEZIND TEGEN DEZE TERREUR ! ! ! EIST DE ONMIDDELLIJKE VRIJLATING VAN DE GEARRESTEERDE JODEN ! ! ! EIST DE ONTBINDING VAN DE W.A-TERREURGROEPEN ! ! ! ORGANISEERT IN DE BEDRIJVEN EN IN DE WIJKEN DE ZELFVERDEDIGING ! ! ! WEEST SOLIDAIR MET HET ZWAAR GETROFFEN JOODSE DEEL VAN HET WERKENDE VOLK ! ! ! ONTTREKT DE JOODSE KINDEREN AAN HET NAZI-GEWELD, NEEMT ZE IN UW GEZINNEN OP ! ! ! !B E S E F T D E E N O R M E K R A C H T V A N U W E E N S G E Z I N D E D A A D ! ! ! ! ! Deze is vele malen groter dan de Duitse militaire bezetting! Gij hebt in Uw verzet ongetwijfeld een groot deel van de Duitse arbeiders-soldaten met u ! ! ! !STAAKT !!! STAAKT !!! STAAKT !!! Legt het gehele Amsterdamse bedrijfsleven één dag plat, de werven, de fabrieken, de ateliers, de kantoren en banken, gemeente-bedrijven en werkverschaffingen ! !Dan zal de Duitse bezetting moeten inbinden! Dan hebt gij een slag toegebracht aan het monsterachtig plan, Mussert aan de macht te helpen! Dan verhindert ge een verdere leegplundering van ons land!! Dan krijgt ge de kans Woudenberg uit het N.V.V. te jagen ! ! !
STELT OOK OVERAL UW EISEN VOOR VERHOGING VAN LOON EN STEUN ! !W E E S T E E N S G E Z I N D ! ! W E E S T M O E D I G ! ! !STRIJDT FIER VOOR DE VRIJMAKING VAN ONS LAND ! ! ! !
KAMERADEN, Geeft dit manifest na gelezen te hebben verder door! Plakt het op waar gij kunt doch d o e h e t v o o r z i c h t i g !
82 JAAR HERDENKING FEBRUARISTAKING/HERDENKING STAKING TOEN/STRIJD NU!
LEZERS!
Ik heb het hier over de door de toenmalige CPN [CommunistischePartij Nederland] georganiseerde tweedaagse staking tegen de Duitse Nazi Bezetter. [1]
Een moedige staking van Amsterdamse arbeiders tegen de beginnende Jodenvervolging, een staking, die later door anderen werd overgenomen en zich uitbreidde naar andere steden.
De staking duurde twee dagen [25 en 26 februari] voordat de door de staking verraste Duitsers en hun handlangers met grof geweld ingrepen. Aanleiding dus:
Het begin van de Jodenvervolging.
Razzia’s tegen de Joodse bevolking. [2]Het was het GVB personeel [trampersoneel], dat begon.Gaandeweg breidde de staking zich als een olievlek uit inAmsterdam en ook in de Zaanstreek en andere steden werd gestaakt. [3]
STA STILBIJ DE TEKST VAN HET STAKINGSMANIFESTLEZERS, LAAT HET OP U INWERKEN!
”De Nazi’s hebben Zaterdag en Zondag, en Maandag is dit voortgezet, als beesten in de wijken met veel Joodse bevolking huisgehouden.
Honderden Grüne Feldpolizei kwamen zwaar bewapend plotseling de oude binnenstad en andere wijken binnenvallen. Razend, tierend, ranselend en schietend stortten zij zich met hun bewapende overmacht op de weerloze mannen, vrouwen en kinderen. Honderden jonge Joden werden met ruw geweld en volkomen willekeurig van de straat in arrestantenwagens gesmakt en weggevoerd naar een onbekend verschrikkingsoord. D A T I S D E N A Z I – W R A A K
Voor de kloeke zelfverdediging, die de W-A. pogromhelden 2 weken geleden deed afdruipen en waarbij de W.A.-bandiet Koot als terrorist het leven liet. Dat is het ploertige antwoord op de massa-verontwaardiging en de massa-protest-demonstratie van het Amsterdamse volk tegen de Joden-pogrom. Dat is vooral het gevolg van de groot-kapitalistische “bemiddeling” van Asscher, Saarlouis en Cohen, die kruiperig de schuld der Joden aanvaardden en verdere krachtige verdedidingsmaatregelen en strijd de kop poogden in te drukken door het voor te stellen, dat nu weer “rust” zou intreden. Deze groot-kapitalisten zijn bang voor het opleggen van een zoengeld en hun duiten zijn hun liever dan het Joodse werkende volk! De, ook door de Duitse soldaten, gehate S.S. en Grüne Feldpolizei verrichten dit smerige werk met ware wellust. Hier was het uitschot en het scrapuul van het Duitse volk aan het werk. De laffe W.A. slungels het uitschot van ons volk, die nu ontbraken, moeten van dit gespuis leren, hoe de terreur tegen het werkende volk moet worden toegepast. Deze jodenpogroms zijn een aanval op het gehele werkende volk ! ! ! Zij zijn een inzet voor een verder te verscherpen onderdrukking en terreur ! ! ! Zij moeten de weg effenen voor de machtsgreep van de door elke Nederlander gehate Mussert ! ! ! WERKEND VOLK VAN AMSTERDAM, KUNT GIJ DIT DULDEN ??
N e e n , d u i z e n d m a a l N E E N ! ! ! HEBT GIJ DE MACHT EN DE KRACHT DEZE AFSCHUWELIJKE TERREUR VERDER TE VERHINDEREN ??
J a , d a t h e b t g i j ! ! !
De Amsterdamse metaalbewerkers hebben getoond hoe het moet. Zij staakten eensgezind tegen hun gedwongen uitzending naar Duitsland. En de dwang van de Duitse militaire macht moest het tegen dit verzet afleggen! In één dag behaalden de metaalarbeiders de overwinning!! LAAT U DUS DOOR DE PLOMPE DUITSE SOLDATENLAARS NIET INTIMIDEREN !!”
ZIE NOOT 4
ACHTERGROND/HET BEGIN
Vanaf de Duitse nazi bezetting van Nederland werden langzaam, maar zeker steeds meer anti Joodse maatregelen ingevoerd [5], waarbij de nazi’s in hun terreur tegen de Joden werden geholpen door de WA, de paramilitaire knokploeg van de pro Duitse NSB. [6]
Deze WA terroriseerde en intimideerde Joden, sloeg ze in elkaar en intimideerde weigerachtige niet Joodse winkeliers, het door de bezetter verplichte bord ´´Voor Joden verboden´´op te hangen. (7)
Maar de Joden en niet Joodse solidaire mensen, vooral communisten en hun organisaties (stevig in het verzet geworteld)kwamen in het geweer en richtten zelfverdedigingsgroepen op, die de strijd met deze gangsters aangingen. [8]Dat escaleerde vanwege de toenemende WA provocaties(vaak geholpen door Duitse militairen), waarbij een WA man, Koot, om het leven kwam. (9)
Deze dood werd door de Duitse bezetter aangegrepen om de anti Joodse maatregelen te intensiveren.
De Joodse buurt in Amsterdam werd op 12 februari 1941 hermetisch van de buitenwereld afgesloten [10] (een dag na de confrontatie tussen WA gangsters en de Joodse en door hen gesteunde communistische verdedigingsploegen, waarbij Koot om het leven kwam) en onder druk van de bezetter werd de Joodse Raad opgericht, die in feite het vuile werk van de bezetter moest opknappen. (11)
Bij een Duitse inval in een door Duits-Joodse vluchtelingen gedreven ijssalon Koco, waarbij behoorlijk werd gevochten, werden de eigenaren en enkele verdedigers van de ijssalon gearresteerd. [12]
Dit was voor de bezetter aanleiding, helemaal los te gaan.
De mensenjacht begon.
Op 22 en 23 februari werden de eerste twee grote razzia´s onder
de Joodse bevolking gehouden, waarbij 427 Joodse mannen werden opgepakt en naar het concentratiekamp Mauthausen werden gedeporteerd. [13]
FEBRUARISTAKINGSTAAKT! STAAKT! STAAKT!
En toen was de maat vol!
De door de bezetter illegaal verklaarde CPN [Communistische Partij Nederland] besloot in actie te komen en de staking, die toch al gepland was [maar niet doorgegaan op 18 februari] nu massaal op te zetten, om zo te protesteren tegen de Jodenvervolgingen. Het landelijke partijbestuur en het bestuur van het District Amsterdam besloten vervolgens over te gaan tot een staking op 25 en 26 februari 1941.
‘
Ter voorbereiding op de staking organiseerde de ondergrondse CPN op 24 februari een korte openluchtvergadering van ongeveer 400 Amsterdamse leidinggevende verzetsfunctionarissen op de Noordermarkt in de Jordaan.
Stratenmaker Willem Kraan verkondigde hier het besluit tot staken, wat werd ondersteund door mede initiatiefnemers tot destaking, de verzetsmannen Piet Nak en Dirk van Nimwegen .[14]
Massale steun kreeg deze staking, die begon met het Openbaar Vervoer en de Gemeentereiniging en oversloeg naar andere sectoren. [15]
Ze hebben het twee volle dagen opgenomen tegen de bezetter.Toen werd de staking met geweld neergeslagen, vooral CPN’ers[die een groot aandeel in de staking hadden] vervolgd, gearresteerden een aantal geexecuteerd. [17]
Ze streden tegen antisemitisme, racisme en de uitsluitingvan mensen op grond van hun afkomst.
HULDE!
TOEN EN NU
Hulde dus aan de dapperen, die zich niet neerlegden bij rassenwaan, vervolging en tirannie.
Maar waarom MEER dan herdenken?
Moeilijk te beantwoorden is die Vraag niet.
Omdat het fascisme weer hard om zich heen grijpt, in Europa
[met hier een verwijzing naar Italie [18], maar en daar gaat het hier meer om, ook in Nederland.
De bedreiging is niet dagelijks te zien, maar is er wel degelijk!
Ik hoef maar te wijzen op het grote aantal fascistenzetels in
de Tweede Kamer [PVV, JA 21, Forum voor Democratie [19]
En voor wie niet gelooft, dat PVV en Forum voor Democratie fascistische
partijen zijn, leze noot 20!
[Over JA 21 kom ik nog te schrijven]
Ik hoef maar te wijzen op de haatpropaganda van genoemde
partijen [waarbij de PVV de kroon spant] [21], zonder veel
weerwerk uit de Tweede Kamer en zeker niet van de voorzitter [22],
de aanvallen op Moskeeen met termen als ”Adolf Hitler leeft nog” [23],
vluchtelingen, die ”testosteronbommen” worden genoemd en met dieren worden vergeleken [24], weer
door diezelfde PVV, die gewoon in het Nederlandse Parlement zit.
Is het dan verbazingwekkend, dat met al die kwaadaardige opstokerij,
noodopvangen met vluchtelingen worden aangevallen door
allerlei Geteisem, dat zich gesterkt voelt door politieke
opstokerij? [25]
IN ACTIE EN HERDENKING
Daarom moeten we niet alleen herdenking, maar de strijdbijl
tegen fascisten en hun fellow travellers opnemen, in woord en daad.
Want als we dat niet doen, neemt de dreiging toe en kunnen
Extreem-rechts marcheert op, en zal daarmee doorgaan totdat er voldoende mensen samen zeggen: Ho! Tot hier. Niet verder. Terug jullie, in je spreekwoordelijke riolen vanwaar jullie zijn gekomen. No Pasaran. 1.2.3.4. We Willen Geen Fascisme Hier – en ook niet daar, en ook niet waar dan ook. Meegaandheid is de fascisten helpen. Bij voorbaat terugwijken is de fascisten helpen. De confrontatie uit de weg gaan is de fascisten helpen. Ze op onderdelen hun zin geven – wat niet hetzelfde is als dingen doen die toevallig ook opportunistisch door fascisten wordt bepleit – is de fascisten helpen.‘Begrip’ tonen – wat niet hetzelfde is als proberen te begrijpen waar de steun voor fascisten vandaan komt – is de fascisten helpen. Facilitering is collaboratie, tegemoetkomendheid is collaboratie.
Zwijger, dialoog – en liegt nog steeds
Fascisme gedijt door middel van intimidatie. Soms werkt die intimidatie, en soms gelukkig ook niet. Intimidatie – in dit geval indirect, via zeer vijandige framing – werkte rond een discussieavond die op 7 maart 2023 in debatcentrum Pakhuis de Zwijger zou willen gehouden. Die avond zou gaan over ethiek in de klimaatstrijd, toegespitst op de vraag of geweld in de strijd tegen klimaatverandering een legitieme plek had. Een zinnige vraag, zeker waar die ingebed is in grotere vragen: hoe urgent is de klimaatcrisis? Wat is er nodig om die crisis te bezweren en het overleven van ons allemaal – schimmels en planten en dieren, waaronder ook mensen – proberen te waarborgen? Hoe ver mag je gaan – wat mij betreft: hoe ver dienen we te gaan! – om het leven op deze planeet te redden? We hebben zulke discussies nodig. Ze worden natuurlijk ook allang gevoerd. Het had best boeiend kunnen zijn om zo’n gedachtewisseling ook eens in de vorm van een bijeenkomst met verschillende gezichtspunten daarover te hebben. Al is het wel de vraag of de boel inhoudelijk erg ver boven het niveau van min of meer doordachte soundbites over en weer zou zijn uitgekomen.
Maar dat zullen we dus nooit weten. Want het gaat niet door. Heisa en misbaar was er meteen. En al heel snel trok GroenLinks-Kamerlid Suzanne Kröger zich terug uit het gebeuren. Niet heel lang erna bleek het hele evenement gecanceld. Dat was zondagavond 19 februari 2023. Debatcentrum De Zwijger bracht een tekstje naar buiten: ‘Pakhuis de Zwijger staat voor dialoog en we wijzen elke vorm van geweld en oproep tot geweld af.’(1) Alsof discussiëren over geweld als actiemiddel automatisch een oproep tot geweld is. Alsof dialoog niet ook een gedachtewisseling over geweld als actiemiddel zou kunnen omvatten.
En hoe hard ze daar ook roepen: ‘we wijzen elke vorm van geweld af’… mij is het niet opgevallen dat dit ook geldt voor het systematische politiegeweld – ontvoering, opsluiting, soms mishandeling – dat tegen klimaatactivisten wordt ingezet, ook in de stad waar Pakhuis De Zwijger staat. Heeft dat Pakhuis burgemeester Halsema al eens op de vingers getikt nadat die weer eens de beroepsmatige openlijke geweldplegers van de ME op krakers of andere actievoerders losliet? Riep dat pakhuis op tot ‘dialoog’, en geen geweld, toen het Openbaar Ministerie acht klimaatactivisten liet ontvoeren wegens ‘opruiing’,(2) dus niet om wat ze deden maar om hun bijdrage aan de ‘dialoog’ in de vorm van bijvoorbeeld tweets? Of is ontvoering door gewapende lieden opeens geen geweld meer als de gewapende mannen in staatsopdracht te werk gaan en uit belastinggeld – resultaat van afpersing trouwens, ook een gewelddaad – worden betaald?
De rechtse druk was Pakhuis de Zwijger kennelijk al binnen een paar uur teveel. De debatavond werd gecanceld, ongetwijfeld onder die druk. Daarmee zegt Pakhuis de Zwijger feitelijk: intimideer ons, en we geven jullie je zin. Zet ons neer als medeplichtigen aan ‘links geweld’ of wat je maar wilt, en we komen je tegemoet. Pakhuis de Zwijger beloont hiermee de rechtse druk. Pakhuis De Zwijger faciliteert hiermee het fascisme. Hoe dit enigerlei ‘dialoog’ dient, mag het Pakhuis me uitleggen. Maar ik vermoed dat ze vooral de rol van Zwijger op zich nemen in deze zaak. Rechts weet wat het in volgende soortgelijke zaken te doen staat: intimideer er op los. Het werkt, ze geven ons dan wel onze zin. Ook als je de uitnodiging voor de debatavond onhandig geformuleerd vindt, en zelfs als je het hele onderwerp minder geslaagd vindt: een avond onder dit soort druk cancelen is het fascisme tegemoetkomen en de ruimte voor wat voor debat, discussie en ‘dialoog’ in laten perken door rechts. Dialoog, en liegt nog steeds.
Vermakelijk is dan weer wel dat de cancelarij averechts werkt. De zondagavond waarop de bijeenkomst werd afgeblazen, woedden er op Twitter felle discussies precies over de vraag of, in hoeverre en in welke vorm geweld een zinnig – en zinnig bespreekbaar! – actiemiddel in de klimaatstrijd is. Ik vermoed dat dat op andere sociale media ook gebeurt, en dat er ook offline gesprekken over plaatsvinden, eerder extra aangewakkerd dan afgeremd door de heisa rond de gecancelde debatavond. Intussen is er ook al weer een gepast scherp artikel van Joke Kaviaar: ‘Geweld of geen geweld? Die vraag mag niet eens gesteld!’(3) De discussie gaat gelukkig verder dan de vraag of de discussie sowieso wel gevoerd mag worden, en raakt nu en dan de kern: wat is er nodig om de planeetdestructie een halt toe te roepen? En als datgene wat nodig is nu eens onwettig is en/of valt een zinnige of minder zinnige definitie van ‘geweld’? Ik ga daar binnenkort iets meer over schrijven, het Openbaar Ministerie is van harte uitgenodigd om mee te lezen.
Die discussie is dus niet te smoren met enkel het schrappen van een discussiebijeenkomst. Die noodzakelijke discussie is door dat schrappen juist aangewakkerd. Maar laten we er rekening mee houden dat wat wij goede discussiebijdragen vinden, voor rechts een steen des aanstoots is en in kringen van politie en Openbaar Ministerie maar al te graag als ‘opruiing’ wordt geframed. Laten we rekening houden met repressie en intimidatie. Maar laten we daar nadrukkelijk niet bij voorbaat voor wijken. Discussies over hoe we effectief klimaatstrijd voeren, zijn te belangrijk om door welk debatcentrum of gezagsorgaan dan ook te laten inperken. Die discussie vergt de volle vrijheid, en die nemen we dus zelf.
Kaag tegenover de fakkeldragers
Pakhuis de Zwijger laat zien hoe je rechtse intimidatie dus niet tegemoet treedt. Het debatcentrum wijkt voor fascisme en geeft rechts haar zin door de debatavond over ethiek en actiemiddelen inclusief de optie van geweld in de klimaatstrijd, af te blazen onder druk van de commotie. Zo moet het dus niet. Hoe wel? Iets – niet alles, maar wel degelijk iets – van de noodzakelijke houding wordt gedemonstreerd door een nogal onwaarschijnlijke deelneemster aan de strijd tegen fascisme, namelijk door Sigrid Kaag, minister van buitenlandse zaken en aanvoerster van D66.
Zij was uitgenodigd om aan een debatavond mee te doen in de Overijsselse plaats Diepenheim. Daar hadden boze burgers en boeren mensen opgestookt om haar te ‘begroeten’ met fakkels in de hand. Het werd een griezelig dreigend tafereel, de fakkeldragers in een halve cirkel om haar heen tamelijk dichtbij. Iemand voegde Kaag toe dat ze ‘niet voor Nederland’ was (4) – een onverdiend compliment, maar ongetwijfeld niet zo bedoeld. Kaag probeerde met de mensen te praten, maar het afspelen van sirenes maakte haar dat extra moeilijk, en echt in de stemming voor een redelijk gesprek was de fakkeldragersbrigade niet. Gesprek zinloos, Kaag vertrok weer.
Maar niet voordat ze met haar kalmte tegenover deze hatelijke menigte had laten zien hoe je extreem-rechts – want dat was de strekking van de fakkeldragerij overduidelijk – tegemoet treedt. Niet door angstig weg te rennen. Niet door ze hun zin te geven. Niet door zich te verschuilen achter hagen van politie, niet door een opzichtig escorte van kleerkastensecurity, al waren er wel politieagenten en ongetwijfeld ook security mensen. Al helemaal niet door het gezag op te roepen aan de fakkeldragerij hardhandig een einde te maken. Nee. Ze stond daar, wel degelijk kwetsbaar. En ze vertrok op haar eigen moment, niet later en niet eerder.
Ik vond het een tafereel van waardigheid en moed van haar kant, tegenover een bepaald niet ongevaarlijke groep mensen. Mevrouw Kaag verdient hiervoor respect. Met waardering voor haar partij D66 als neoliberale regeringspartij heeft dat verder niets te maken, want van die waardering is bij mij geen sprake. Maar haar weigering om zich door een stel fascisten bang te laten maken verdient waardering.
Natuurlijk werd vanuit het fakkeldragerskamp na afloop gewezen op volstrekt lieve en onschuldige bedoelingen achter de vurige ontvangst. ‘Voor ons is een fakkel een vlam van gezelligheid’, vertelde Gert-Jan Lansing, die de ontvangst had helpen organiseren.(5) Ja, daarom zwaai je natuurlijk met zo’n fakkel ook binnen een paar meter afstand van het hoofd van degene die je intussen uitscheldt voor de landverraadster die ze – alweer helaas, want landverraad is een deugd zoals nationalisme een vloek is – helemaal niet is.
Tijdens de actie bleek trouwens al waar de fakkels aan refereerden. ‘Op sociale media circuleren filmpjes van het protest. In een video wordt ook gerefereerd aan Max van den B., Eerder deze maand is Max van den B. in hoger beroep veroordeeld, omdat hij Kaag vorig jaar heeft bedreigd bij haar huis. Hij was daar met een brandende fakkel en schreeuwde complotleuzen.’(6) Maar de fakkels van zondagavond waren puur voor warmte en gezelligheid. Sure. Het pamflet waarmee de menigte trouwens mede op de been werd gebracht, was ondertekend door Strijders Twente.(7) dat klinkt ook echt als puur een gezelligheidsvereniging gericht op het ontsteken van paasvuurtjes, nietwaar?
Gevestigde politici – Rutte, Hoekstra, zelfs Caroline van der Plas van BBB – spraken schande van het gebeuren.(8) Ach ja. Wat zij willen is dat politici – maar bijvoorbeeld niet klimaatactivisten, anti-Zwarte Piet actievoerders en antifascisten – hun taak ongehinderd kunnen vervullen, zonder door fascistische hordes of geüniformeerde staatsknokploegen te worden belaagd. Die hordes en vooral die knokploegen vinden ze verder wel best of zelfs prima, als ze maar andere doelwitten kiezen. Het gaat deze politici vooral om hun eigen veiligheid. Die van ons brengen ze doodleuk in gevaar, door hun beleid en door zich achter politie te verschuilen zodra dat beleid principieel uitgedaagd wordt.
Voor Rutte, Van der Plas en Hoekstra was Kaag vooral een collega in gevaar. Voor mij was Kaag heel even vooral een door fascisten belaagd persoon, die tegenover die fascisten heel even even een toonbeeld was van het soort onverzettelijkheid die we in de strijd tegen extreem-rechts zo nodig hebben, maar die helaas veel te vaak ontbreekt.
Op Twitter plaats ik vaak de sneer “Nou valt het masker af“, wanneer er weer eens ophef is over iets racistisch dat Geert Wilders heeft gezegd of over een asociaal plan van de VVD. Mijn punt is dat iedereen blijft hangen in haar verontwaardiging over Domrechts. We weten dat Thierry Baudets Forum voor Democratie met het nazisme flirt, hoe vaak ga je daar nog geschokt over zijn? Hoe vaak ga je nog brullen over het racisme van Wilders? Waarom blijf je maar kwaad worden over de provocaties van Raisa Blommestijn?
Twee weken geleden werd opeens UvA-docent Laurens Buijs een bekende Nederlander met zijn gezeur over woke, ik heb daar in tweestukjes aandacht aan besteed, die gaan vooral over de domme manier waarop er op hem wordt gereageerd, maar de rest van Nederland blijft zijn tweets maar rondpompen. O, kijk nou toch wat hij weer schrijft, zie toch wat een foute gast dat is. Is Raisa weer op televisie geweest, rent iedereen dáár weer naartoe.
Gewoon gezellig
Er is nu een club die racistische boodschappen op gebouwen projecteert, op de Erasmusbrug en op het Anne Frank-huis, en die daar ontzettend veel media-aandacht voor krijgt. En dan ontdekt iemand weer een nieuwe groep neo-nazi’s en gaat iedereen weer “O, wat verschrikkelijk allemaal”. Maar nazi’s en neo-nazi’s bestaan al heel lang en ze vinden al heel lang hetzelfde. Holocaust-ontkenning is niks nieuws, racisme is niks nieuws en ja, al die FvD’ers zijn heel erg fout. Maar wat ga je eraan dóen? Wanneer ga je die verontwaardiging omzetten in daden?
Nooit, vrees ik. De verontwaardiging over extreemrechts is een industrie. Ze levert clicks op en hoge kijkcijfers en het voelt lekker om een Gutmensch te zijn, om moreel superieur te zijn aan Baudet en Annabel Nanninga. Het is eigenlijk heel gezellig, samen met iedereen boos te zijn op Baudet en Willem Engel en op wappies. Je zou niet meer zonder ze kunnen. Je mist ook geen uitzending van Ongehoord Nederland.
Het zijn bekende Nederlanders, die nazi’s. Die baby’s krijgen en poezen hebben en als iemand wat over de baby van Baudet zegt wordt ie streng terechtgewezen, we gaan geen lelijke dingen over het kind van Baudet zeggen. En als één van de poezen van Wilders jarig is, dan lezen we over de felicitaties die hij kreeg. Joost Eerdmans is een antisemiet maar ook gewoon een hele gezellige gast die DJ is en wat is Rutger Castricum knap geworden, zeg! Opeens loopt iedereen weg met Rutger Castricum. Hij zit in een nieuw programma van Diederik Ebbinge, zie je ‘m hartelijk lachen met Hanneke Groenteman. “Kijk eens twitter: Links en Rechts vinden elkaar aardig! #zokanhetook”. Zondag op TV, komt dat zien. God, Peter, wat ben je weer lekker constructief. Peter is niet gezellig, Peter is rancuneus.
Een neger omdat het moet
Castricum is de gast die op televisie zwarte mensen op straat aansprak dat het geen weer voor een zwarte was of gewoon om ze voor “neger” uit te schelden. Mensen met de verkeerde mening kregen een bezoekje met draaiende camera van hem, werden ze even door hem geïntimideerd, moesten ze daarna een poosje onderduiken of het land uit. Een klootzak die vrouwen toeriep dat er een piemel in moest omdat ze opkwamen voor “rapefugees” werd door hem geportretteerd als een liefdevolle huisvader die niet tegen onrecht kon.
Maar kom, we nodigen hem gezellig uit in ons kletsprogramma, we drinken een borreltje, lekker lachen, grapje maken. Moehaha! “O dat racisme! God, die antisemieten! Uit de Arabische wereld overgewaaid, hè. Net als homofobie en criminaliteit!” En dan straks weer janken dat extreemrechts zoveel zetels heeft.
Dat nazi’s antisemitische teksten op het Anne Frank-huis projecteren is niet schokkend. Ze bekladden al tientallen jaren Joodse grafstenen en gebedshuizen met hakenkruizen. Dat de PVV islamofoob en racistisch is, is ook niet schokkend meer. Ja, Raisa Blommestijn is een racist, Laurens Buijs is extreemrechts, het Forum krijgt waarschijnlijk geld uit Moskou. We weten het nou wel.
Racistische fascist
Maar wat echt schokkend is, is dat racisme is genormaliseerd. Vroeger had je Rock Against Racism, nu kun je alles wel racisme noemen. Nu ben je “andersdenkend” als je vluchtelingen voor ongedierte uitscheldt en continu haatzaait tegen moslims. Hoe komt dat, denk je? Hoe komt het dat je de slechterik bent als je Wilders een racistische fascist noemt?
Omdat je de verjaardag van zijn kutpoezen viert, daarom. Omdat je lekker jolig aan de borreltafel zit met een hufterjournalist van een racistische omroep. Omdat je Joost Eerdmans uitnodigt om zijn plan toe te lichten voor het outsourcen van ons vluchtelingenprobleem aan Rwanda. De politicus die voorstelt om een hek om Europa heen te bouwen, wordt niet met pek en veren bedekt, nee, de politicus die zich ertegen uitspreekt, dát is een kutheks en een kankerhoer.
Maar ach, joh, nodig gewoon die Powned-hufter uit, keuvel lekker met die plaatjesdraaiende antisemiet, en Wilders móet toch ook al vijftien jaar beveiligd worden?
Reacties uitgeschakeld voor [Artikel Frontaal Naakt]/Racisme is gezellig
Van de problematiek rond de stikstofuitstoot en de boerenprotesten [1] ben ik niet erg goed op de hoogte.
Wel lees ik minder vriendelijke dingen over protesterende boeren en hun problematiek bij door mij doorgaans gewaardeerde auteurs/activisten [2]
Zelf ben ik er nog niet uit, maar wel denk ik, dar de zaak veel genuanceerder ligt
Maar nogmaals:
Omdat ik er nog te weinig vanaf weet, behalve dat het mij natuurlijk wel
aangrijpt als ik lees over zelfdodingen bij boeren, die geen gat meer zien
in hun situatie [3], zal ik verder niet op de Boerenproblematiek [kunnen] ingaan.
Wellicht komt dat later nog in een artikel, als ik mij er verder en beter in
verdiept hebt.
TOT DAN!
Nu over iets anders.
Vrijwel iedereen, en zeker mijn lezers, zijn er wel van op de hoogte, dat Neerlands premier Mark Rutte op 19 december anno Domini 2022 namens
de Nederlandse regering excuses heeft aangeboden voor het Nederlandse
Slavernijverleden [4]
Een indrukwekkend moment, een Historisch Moment ook, omdat nu
hoe dan ook, eindelijk, al was het rijkelijk laat, excuses werden
aangeboden voor het Nederlandse aandeel aan de transatlantische slavernij en slavenhandel, die misdaad tegen de Menselijkheid.
GOED ZO
Indrukwekkend ook, omdat Rutte daarover weleens anders heeft gedacht [5]
CAROLINE VAN DER PLAS
En dat brengt mij op Caroline van der Plas, voorvrouw en Tweede Kamerlid
voor de BoerBurgerBeweging [BBB} [6]
En opnieuw:
Door mij zeer gewaardeerde activisten/auteurs laten zich verre van vriendelijk
over haar uit [7], tot zelfs van het hebben van een ”fascistische inslag” [8]
Ik citeer Peter Storm:
”Voor wie bijvoorbeeld twijfelt aan de fascistische inslag van Caroline van der Plas en haar BBB, even dit citaat van haar: ‘Het gaat dus inderdaad niet om de natuur. Het gaat om goedkoop landbouwgrond opkopen voor huizen voor die miljoenen mensen die nog in NL gepropt moeten worden”
[9]
Een fraaie opmerking is dit niet, want het verwijst inderdaad naar migranten [nog los van het feit, dat het inderdaad onzin is, numeriek in ieder geval] [10], maar toch
ben ik van van der Plas’ ”fascistische inslag” nog
lang niet zeker, want daar is echt wel meer voor nodigdan je als Kamerlid vaak een foute en naar mijnmening onwelgevallige hoek te laten aanleunen [11], hoewelze daar zelf niet altijd blij mee lijkt [12]Want om door mij althans van fascisme te worden beschuldigd is o.a. nodig:
Superioriteitswaan, een systematische hetze tegen een gecreeerde zondebok, een obsessie met het echte/
taalgebruik, systematische uitsluiting van groepen in de samenleving,
oproepen tot een hetze tegen gecreeerde zondebokken
Daarvan heb ik bij van der Plas te weinig gemerkt om haar een ”fascistische inslag” toe te dichten.
En tenminste ik heb nog niet eerder gehoord van iemand met een
”fascistische inslag”, die bezwaren uit tegen racistisch gedrag, zoals
Caroline van der Plas WEL gedaan heeft [13]
Goed, maar ik ben nooit te oud om te leren en de Tijd zal het leren en merk
ik dat, dan zal ik niet aarzelen, haar hier op deze website van katoen te geven.
Maar neen, in tegenstelling tot wat een aantal links-progressieve schrijvers
over haar zegt/schrijft, heb ik een ander oordeel.
En dat houdt hier een compliment in
Namelijk het feit, dat zij, na een aanvankelijke tegenstander te
zijn geweest van excuses voor het Nederlandse slavernijverleden, op
19 december 2022 namens de Nederlandse regering aangeboden
door minister-president Mark Rutte [14], trouwens ook ooit
een tegenstander van excuses [15], tijdens een debat erkende,
tot een ander oordeel te zijn gekomen.
Ik citeer van der Plas:
”:Eh, voorzitter en inwoners van Nederland.
Eh, zelf ben ik bezig met het uitzoeken eh waar mijn voorouders allemaal
vandaan komen en eh daar heb je allemaal hele mooie, hele mooie sites voor en eh, het is heel leuk om te zien, dat ik al
is heel leuk om te zien, dat ik al echt tot in 1700 kan kijken en dat ik eh, nou ja
kan zien waar ze woonden, wat ze deden en eh, [0.48] mevrouw Simons raakte mij een paar maanden geleden heel erg in een debat, ik had er nooit bij
stilgestaan, en ze zei, ja, eh, ik kan eigenlijk alleen maar tot mijn overgrootmoeder gaan en voor de rest, ja, weet ik het niet.
[1.00]
En dat was voor mij wel een beetje een eye opener.
Want ik zal je eerlijk zeggen, ik was echt wel met, ook wel echt
wel met gestrekt been over excuses, is dat allemaal nodig en wat een onzin
allemaal, maar dat heeft mij wel eh, eigenlijk wel anders doen denken.
Eh, dus dat vind ik heel waardevol en ik vind ook, dat we moeten beseffen, dat wij dat dus wel allemaal kunnen he, dat uitzoeken van voorouders, het is
misschien maar een heel klein iets, maar ik kan me heel goed voorstellen,
dat het voor mensen, die dat niet kunnen, dat dat, ja, dat het gewoon heel
pijnlijk of erg (?) is, want die hebben geen keus, die kunnen het gewoon
niet. Punt. [1.36]
Wat me ook heel erg raakte eh, eh, wat mevrouw Simons ook heeft gezegd,
eh, dat is, eh, ik geloof dat haar oma dat ….verteld aan haar of gezegd eh,
Sylvana het is niet dat dat 150 jaar geleden is afgeschaft, het is het punt,
dat het 350 jaar heeft geduurd en ook daarvan dacht ik: ja…..
En dat zijn dingen waarover ik dus zelf eigenlijk nooit over na heb gedacht
en daarom vind ik het heel goed, dat wij dat debat voeren……..[16]
…..
……
” En volgens mij heeft niemand gezegd, dat alle Nederlanders moeten
buigen of knielen of persoonlijk excuses moeten aanbieden.
Volgens mij is er gevraagd om namens de regering excuses aan te bieden
voor wat wij in die tijd hebben gedaan, nou die mensen, die in die
tijd in de regering zitten, die kunnen dat niet meer, die liggen al even (?)
onder de grond, maar onze regering kan dat wel, dus eh, ik ben ook helemaal
dus niet tegen excuses eh aanbieden voor het slavernijverleden. [17]
WELL DONE!
Want aan alles kun je zien en horen, dat het slavernijverleden en debatten
over racisme en inclusie ver van Caroline van der Plas af staan
Ze zei het zelf in het aangehaalde debat, dat ze niet eerder had stilgestaan
bij de impact van 350 jaar slavernijverleden [18] en het blijkt ook uit
haar debatbijdrage over Oekraiense asielzoekers, waarin ze refereerde
aan racistische uitingen van sommige Oekraiense leerlingen tegenover
” leerlingen met een donkere huidskleur’ [19], iets wat allang niet
meer zo wordt aangeduid.
Des te meer te waarderen is het, dat zij ruiterlijk kan toegeven, er eerst
”met gestrekt been” tegen de excuses te zijn ingegaan [20], maar daar
nu, geraakt door de opmerkingen van Sylvana Simons [voorvrouw Bij1] [21], vanaf gestapt te zijn en nu voor excuses is [22]
Dat is een stap, een belangrijke stap, die dus een complimentwaard is! WEL moet zij naar mijn mening nog wel wat leren:Zo toonde zij zich een tegenstander van het kabinetsbesluit, eenBewustwordingsfonds van 200 miljoen op te richten [23], waaroverzij opmerkt:”
Eh, nog even over het Fonds
Ja, daar ziet eh BBB helemaal niks in.
We hebben zol ongelooflijk veel subsidiepotjes in Nederland, d’r zijn
miljoenen, tientallen, misschien wel honderden miljoenen beschikbaar
voor mensen, die iets willen met bewustwording en die kunnen gewoon
daarvoor een subsidie aanvragen en ik vind het in deze tijd
van koopkracht en mensen, die hun rekeningen niet kunnen betalen
vind ik het ook eigenlijk niet kunnen, dat we dan 200 miljoen extra gaan
uittrekken voor zo’n fonds.[4.24] [24]
Uit deze anti Fonds stellingname blijkt wel, hoever nog de impact van
het slavernijverleden, kolonialisme en de doorwerking in racisme
en achterstelling afstaat van Caroline van der Plas.
Hoe weinig zij zich kennelijk nog realiseert wat de impact is van
het beschouwd te zijn als Ding, als Werktuig, gedehumaniseerd te
zijn en honderden jaren voor niets gewerkt te hebben, ten
behoeve van de onderdrukker [25]
En of je nu voor zo’n Fonds bent of voor Herstelbetalingen [26]
,waarvan ik persoonlijk een voorstander ben, de impact grijpt diep in, voelt diep en heeft nog in het heden bittere sporen achtergelaten, niet alleen
vanwege de Misdaad der Slavernij op zich, maar zijn lelijke Vruchten
als kolonialisme, witte superioriteitswaan, racisme, achterstelling
Dat realiseert van der Plas zich nog veel te weinig
Maar toch complimenten vanwege haar veranderde stellingname
En de moed, haar eigen aanvankelijk Foute Standpunten te
DE BUHNE ALS GEZWEGEN WORDT OVER MODERNE SLAVERNIJ”
[Caroline van der Plas, BBB]
”Dank u wel.
Allereerst dank aan de collega Kamerleden voor de eh coulance dat is
heel fijn zeker voor kleine partijen, maar ik denk, dat het ook een heel goeie
uitstraling is naar buiten toe, dat we hier niet alleen maar aan het vechten zijn,
maar dat we mekaar ook dingen gunnen.
Eh, dat gezegd hebbende wil ik beginnen.
Met wat ik te zeggen heb.
[0.23]
Eh, voorzitter en inwoners van Nederland.
Eh, zelf ben ik bezig met het uitzoeken eh waar mijn voorouders allemaal
vandaan komen en eh daar heb je allemaal hele mooie, hele mooie sites voor en eh, het is heel leuk om te zien, dat ik al
is heel leuk om te zien, dat ik al echt tot in 1700 kan kijken en dat ik eh, nou ja
kan zien waar ze woonden, wat ze deden en eh, [0.48] mevrouw Simons raakte mij een paar maanden geleden heel erg in een debat, ik had er nooit bij
stilgestaan, en ze zei, ja, eh, ik kan eigenlijk alleen maar tot mijn overgrootmoeder gaan en voor de rest, ja, weet ik het niet.
[1.00]
En dat was voor mij wel een beetje een eye opener.
Want ik zal je eerlijk zeggen, ik was echt wel met, ook wel echt
wel met gestrekt been over excuses, is dat allemaal nodig en wat een onzin
allemaal, maar dat heeft mij wel eh, eigenlijk wel anders doen denken.
Eh, dus dat vind ik heel waardevol en ik vind ook, dat we moeten beseffen, dat wij dat dus wel allemaal kunnen he, dat uitzoeken van voorouders, het is
misschien maar een heel klein iets, maar ik kan me heel goed voorstellen,
dat het voor mensen, die dat niet kunnen, dat dat, ja, dat het gewoon heel
pijnlijk of erg (?) is, want die hebben geen keus, die kunnen het gewoon
niet. Punt. [1.36]
Wat me ook heel erg raakte eh, eh, wat mevrouw Simons ook heeft gezegd,
eh, dat is, eh, ik geloof dat haar oma dat ….verteld aan haar of gezegd eh,
Sylvana het is niet dat dat 150 jaar geleden is afgeschaft, het is het punt,
dat het 350 jaar heeft geduurd en ook daarvan dacht ik: ja…..
En dat zijn dingen waarover ik dus zelf eigenlijk nooit over na heb gedacht
en daarom vind ik het heel goed, dat wij dat debat voeren, maar ook
met ruimte voor andere meningen he of andere standpunten.
Ik kan me namelijk ook gewoon heel erg goed voorstellen, dat er mensen in
Nederland zijn, die het, ja wel onzin vinden, die denken, ja maar waarom
moet ik nou excuses aanbieden.
[2.21] En volgens mij heeft niemand gezegd, dat alle Nederlanders moeten
buigen of knielen of persoonlijk excuses moeten aanbieden.
Volgens mij is er gevraagd om namens de regering excuses aan te bieden
voor wat wij in die tijd hebben gedaan, nou die mensen, die in die
tijd in de regering zitten, die kunnen dat niet meer, die liggen al even (?)
onder de grond, maar onze regering kan dat wel, dus eh, ik ben ook helemaal
dus niet tegen excuses eh aanbieden voor het slavernijverleden. [2.52]
Eh…we zullen het gesprek over de geschiedenis zullen we wel moeten
blijven voeren en ook op zoek blijven gaan naar elkaars verhaal en eh ik vind, dat we een debat moeten eh voeren, niet gestoeld op alles wat uit Amerika
overwaait, maar wat er hier in de samenleving wordt gedacht en gevoeld en
waarover wordt gediscussieerd.
Eh…..wat er uit Amerika…wat er op de universiteit gebeurt waait hiernaartoe
over dat komt bij ons in het Amsterdamse studenten….of in de grachtengordel,,,,
eh….maar ja buiten de Ring A10 zijn mensen eh daar helemaal niet mee bezig
en die zijn niet bezig met termen als ”white virgility” (?) of ”kritische rassentheorie” of ”dekolonisatie” eh, dus ik wil graag (?) een oproep doen
om het Nederlandse of het debat over slavernij in Nederland voeren he…het
Nederlandse debat, niet het Amerikaanse debat.
[3.56] Eh, nog even over het Fonds:
Ja, daar ziet eh BBB helemaal niks in.
We hebben zol ongelooflijk veel subsidiepotjes in Nederland, d’r zijn
miljoenen, tientallen, misschien wel honderden miljoenen beschikbaar
voor mensen, die iets willen met bewustwording en die kunnen gewoon
daarvoor een subsidie aanvragen en ik vind het in deze tijd
van koopkracht en mensen, die hun rekeningen niet kunnen betalen
vind ik het ook eigenlijk niet kunnen, dat we dan 200 miljoen extra gaan
uittrekken voor zo’n fonds.[4.24]
[4.25]
Waar ik ook aandacht voor wil vragen is eh inderdaad, moderne slavernij,
de heer Bisschop heeft het (?) net heel goed aangegeven…
Kijk, als wij excuses aanbieden voor de slavernij eh, eh, wat ik dus persoonlijk
terechte excuses vind [4.39], namens de regering, niet elke Nederlander hoeft dat persoonlijk te doen, vind ik ook, dat we eh echt de nadruk nu moeten gaan
vestigen op de moderne slavernij.
We hebben hier allemaal smartphones eh, we willen niet weten wat voor dwangarbeid daar is, kinderarbeid daarvoor is.
[4.59] En ik vind, dat als we dat niet doen, die moderne slavernij
niet benoemen, hierna, dan vind ik eigenlijk, dat die excuses dan ook maar voor de Buhne zijn geweest, want het is heel goed wat de heer Bisschop zei, wat zulllen de volgende generaties eh ja van ons vinden, als wij dat zomaar
toelaten.
Eh, ja, voorzitter tot slot, ja ik heb niet zozeer een vraag aan de minister-president of de minister maar wel aan de minister van Onderwijs, want
ik zou de minister van Onderwijs eigenlijk graag willen vragen of hij kan kijken
nadat(?) wij zeg maar in onze schoolboeken dus niet alleen zeg maar aandacht vestigen op het slavernijverleden, van toen, maar of in de schoolboeken ook
heel duidelijk gezegd kan worden, kinderen bewust kan maken, van hun consumentengedrag bijvoorbeeld en als ze een smartphone kopen
of kleding, dat zij dan ook eh, eh, ja, dat ze ook weten, dat er moderne
slavernij is en of dat in eh lesboeken terecht kan komen of dat de minister
bereid is met onderwijsorganisaties daarover te spreken, dat dat nadrukkelijk…..
EINDE YOUTUBE FILMPJE
Reacties uitgeschakeld voor Caroline van der Plas over het slavernijverleden/Een Well Done compliment!
De aankomst van een Nederlands schip met Afrikaanse totslaafgemaakten voor de verkoop, Jamestown, Virginia, 1619. (Hulton Archive/Getty Images)Beeld Getty Images
MARK RUTTE, OOIT TEGENSTANDER EXCUSES SLAVERNIJVERLEDEN…
LEZERS
Iedereen is ervan op de hoogte, dat Neerland’s premier, Mark Rutte, op
19 december 2022 namens de Nederlandse regering excuses heeft aangebden voor het Nederlandse slavernijverleden. [1]
In zijn redevoering viel echter een interessante zelfbekentenis op
Ik citeer ons premier
”Ik heb die verandering in denken ook persoonlijk doorgemaakt – daar wil ik open over zijn.Lange tijd dacht ik dat het niet goed mogelijk is op een betekenisvolle manier verantwoordelijkheid te nemen voor iets dat zo lang geleden is, en waar niemand van ons zelf bij is geweest. Lange tijd dacht ik dus eigenlijk: het slavernijverleden is geschiedenis die achter ons ligt. Maar ik had het mis.” [2]Altijd fijn, als iemand zijn ”fout” inzietDaarom hier een fragment van wat Rutte in 2016 in het programma”Zomergasten” zei over excuses van regeringswege over hetslavernijverleden LEES DIRECT HIERONDEREn geheel onderaan de Noten VEEL LEESPLEZIER ASTRID ESSED
Minister-president Mark Rutte biedt in deze toespraak excuses aan voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden: postuum aan alle tot slaafgemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden, aan hun dochters en zonen, en aan al hun nazaten tot in het hier en nu. De minister-president uitte zijn excuses in het Nationaal Archief in Den Haag in aanwezigheid van vertegenwoordigers van organisaties die zich sterk maken voor erkenning van de gevolgen van slavernij.
Dames en heren, goedemiddag. En voor iedereen die meekijkt of luistert in een andere tijdzone: Bun morgu, Bon dia, Good morning,
Hier in het Nationaal Archief spreekt de geschiedenis tot ons in miljoenen documenten. En ook al horen we de ongeschreven stemmen uit het verleden niet, het verhaal dat uit al die archiefstukken naar voren komt, is niet alleen maar mooi. Het is vaak ook lelijk, pijnlijk en zelfs ronduit beschamend. Dat geldt zeker voor de rol van Nederland in het slavernijverleden. Wij, levend in het hier en nu, kunnen slavernij alleen in de allerduidelijkste bewoordingen erkennen en veroordelen als misdaad tegen de menselijkheid. Als een misdadig systeem, dat wereldwijd onnoemelijk veel mensen onnoemelijk veel en groot leed heeft gebracht, en dat doorwerkt in de levens van mensen hier en nu. En wij in Nederland moeten ons aandeel in dat verleden onder ogen zien. Daarom is het goed dat we elkaar vandaag in het Nationaal Archief ontmoeten. Hier ligt ons nationale geheugen opgeslagen. Dus dit is de plek voor nationaal gewetensonderzoek.
Hier kun je niet om de historische feiten heen. Tot 1814 werden ruim 600.000 tot slaaf gemaakte Afrikaanse vrouwen, mannen en kinderen onder erbarmelijke omstandigheden naar het Amerikaanse continent verscheept door Nederlandse slavenhandelaren. De meesten naar Suriname, maar ook naar Curaçao, Sint Eustatius en andere plaatsen. Zij werden weggerukt van hun families, ontmenselijkt, als vee vervoerd en behandeld. Vaak onder het overheidsgezag van de West-Indische Compagnie. In Azië werden tussen de 660.000 en ruim 1 miljoen mensen – we weten het niet eens precies – verhandeld binnen de gebieden die onder het gezag stonden van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
De getallen zijn onvoorstelbaar. Het menselijk leed dat er achter schuilgaat, is nog veel onvoorstelbaarder. Talloos zijn de overgeleverde verhalen en getuigenissen die bewijzen hoe er in het slavernijsysteem geen maat stond op wreedheid en willekeur. En dus geen maat op onrecht en pure angst. We hoeven alleen maar Anton de Koms Wij slaven van Suriname open te slaan om te lezen over de meest gruwelijke behandelingen en straffen. We lezen over geseling en marteling tot de dood erop volgde, over mensen van wie ledematen werden afgehakt, over brandmerken in het gezicht. Het lot van de ene persoon nog verschrikkelijker dan van de andere, op elke pagina onrecht en nog meer onrecht. En zoals Anton de Kom het beschreef voor Suriname, zo gebeurde het ook elders, onder hetzelfde Nederlandse overheidsgezag. We lezen het, we weten het, en toch is het afschuwelijke lot van tot slaaf gemaakte mensen nauwelijks te bevatten.
Of neem, inderdaad, de feiten zoals die uit de archieven spreken. Bijvoorbeeld uit de enorme administratie die is opgezet rond de afschaffing van de slavernij in 1863 en die hier ingezien kan worden. Pagina na pagina staan daarop per plantage en per slaveneigenaar de namen vermeld van tot slaaf gemaakten plus nog enkele andere persoonlijke gegevens. Zakelijk, systematisch, in een droge opsomming, die juist daardoor zo confronterend is, omdat het de absurditeit onderstreept van een systeem waarin de ene mens de andere mens tot handelswaar maakte. Een systeem zo onmenselijk en onrechtvaardig, dat in 1863 niet de tot slaaf gemaakten financieel werden gecompenseerd door de staat, maar de slaveneigenaren. En nog kon het hardvochtiger, nog oneerlijker, want iedereen die in Suriname in 1863 in naam vrij werd, moest gedwongen nog tien jaar lang onder staatstoezicht blijven werken. De facto betekende dat voor velen nog tien jaar langer een leven in onvrijheid, een leven onder dwang. Tot 1873. Komend jaar is dat 150 jaar geleden.
Die geschiedenis houdt ons bezig. Een complexe geschiedenis, waarin op verschillende plaatsen verschillende jaartallen en gebeurtenissen betekenis hebben. Niet alleen 1863 en 1873. Maar bijvoorbeeld ook 1860, de wettelijke afschaffing van de slavernij in toenmalig Nederlands Indië. 1814, het jaar dat ook Nederland de trans-Atlantische slavenhandel afschafte. 1848, toen op Sint Maarten de slavernij de facto voorbij was. Of bijvoorbeeld 1795, toen onder leiding van Tula op Curaçao een opstand plaatsvond die nog jaarlijks wordt herdacht. Eindeloos veel momenten, eindeloos veel verhalen, eindeloos veel geschiedenis.
Die geschiedenis krijgt de laatste jaren meer aandacht – in tentoonstellingen, in publicaties en in het maatschappelijk debat. Er vindt maatschappelijke bewustwording plaats. En daardoor ook een verandering in het denken. Dat is goed en terecht en nodig, want te lang is het stil gebleven.
Ik heb die verandering in denken ook persoonlijk doorgemaakt – daar wil ik open over zijn. Lange tijd dacht ik dat het niet goed mogelijk is op een betekenisvolle manier verantwoordelijkheid te nemen voor iets dat zo lang geleden is, en waar niemand van ons zelf bij is geweest. Lange tijd dacht ik dus eigenlijk: het slavernijverleden is geschiedenis die achter ons ligt. Maar ik had het mis. Want eeuwen van onderdrukking en uitbuiting werken door in het hier en nu. In racistische stereotypen. In discriminerende patronen van uitsluiting. In sociale ongelijkheid. En om dat te doorbreken, moeten we ook het verleden open en eerlijk onder ogen zien. Een verleden dat we delen met andere landen, waardoor onze samenlevingen voor altijd op een speciale manier met elkaar zijn verbonden. Het klopt dat niemand die nu leeft persoonlijk schuld draagt voor de slavernij. Maar het klopt ook dat de Nederlandse Staat in al zijn historische verschijningsvormen verantwoordelijkheid draagt voor het grote leed dat tot slaafgemaakten en hun nazaten is aangedaan. En dus kunnen we niet voorbij gaan aan de doorwerking van het verleden in onze tijd.
Het rapport Ketenen van het verleden van de Dialooggroep Slavernijverleden speelt een belangrijke rol in het bewustwordingsproces dat velen van ons doormaken. Dat rapport verscheen op 1 juli vorig jaar en bevatte een aantal niet mis te verstane conclusies en aanbevelingen. De drie kernwoorden zijn: erkenning, excuses, herstel. Vandaag sturen we de officiële kabinetsreactie naar de Tweede Kamer. Daarin omarmen we de analyse en conclusies van de Dialooggroep. In de tussenliggende anderhalf jaar heeft het kabinet op verschillende manieren, op verschillende plekken en met verschillende mensen en groepen over het slavernijverleden gesproken. Ik ben zelf in september jongstleden in Suriname geweest, waar ik heb geleerd hoe diep de geschiedenis nog altijd ingrijpt in het dagelijks leven van mensen, ook spiritueel. Ik heb ook geleerd hoe ervaringen, herinneringen en gevoelens per groep en per persoon kunnen verschillen. Het maakt uit of je voorouders uit Afrika werden geroofd of behoorden tot de oorspronkelijke bewoners. Het maakt uit in welk land of regio hun leven zich afspeelde. En het maakt ook uit in welke periode zij leefden.
Die historische, geografische en culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen en mensen doen ertoe, ook in het hier en nu. En dat maakt het doen van algemene uitspraken over het slavernijverleden ook zo kwetsbaar. Want hoe doe je recht aan al die verschillen? Wat is daarvoor het beste moment? Hoe doe je recht aan alle spirituele symbolen en rituelen, die in sommige culturen zo enorm belangrijk zijn? En hoe omvat je met woorden zoveel onrecht, zoveel pijn, zoveel gruwelijkheden? Elke poging daartoe zal altijd onvolkomen zijn en nieuwe vragen en discussies oproepen. Met alle emoties die daarbij horen. Met alle beladenheid. We weten dat er niet één goed moment is voor iedereen, niet de juiste woorden voor iedereen, niet één juiste plaats voor iedereen. En ik erken dat de aanloop naar deze dag beter had gekund. Maar laat dat geen reden zijn dan maar niets te doen. We moeten met elkaar stappen vooruit zetten. We moeten met elkaar verder komen. Dus laat ons dat gesprek over het slavernijverleden alsjeblieft voeren, ook als dat een moeilijk gesprek is.
En dat gesprek begint met erkenning. Erkenning van het afschuwelijke leed dat generaties tot slaaf gemaakten is aangedaan. Erkenning van en eerherstel voor al die mensen die in verzet kwamen, zoals de dappere Marrons van Suriname. Ik noem vandaag met eerbied de namen van Tula op Curaçao, Jolicoeur, Boni en Baron in Suriname, One-Tété-Lohkay op Sint Maarten en we gedenken al die naamloos gebleven vrouwen en mannen die door de eeuwen heen heldhaftig de vrijheid zochten en daar vaak op de meest gruwelijke manier voor werden gestraft. En natuurlijk erkenning van historische verantwoordelijkheid, met de woorden die daarbij horen. Deze woorden.
Eeuwenlang hebben de Nederlandse staat en zijn vertegenwoordigers slavernij mogelijk gemaakt, gestimuleerd, in stand gehouden en ervan geprofiteerd. Eeuwenlang zijn in naam van de Nederlandse staat mensen tot handelswaar gemaakt, uitgebuit en mishandeld. Eeuwenlang is onder Nederlands staatsgezag de menselijke waardigheid met voeten getreden op de meest afschuwelijke manier. En te weinig hebben opeenvolgende Nederlandse regeringen na 1863 gezien en erkend dat het slavernijverleden een negatieve doorwerking had en heeft.
Daarvoor bied ik namens de Nederlandse regering excuses aan. Today I apologize. Awe mi ta pidi diskulpa. Tide mi wani taki pardon.
Vandaag bied ik namens de Nederlandse regering excuses aan voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden: postuum aan alle tot slaafgemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden, aan hun dochters en zonen, en aan al hun nazaten tot in het hier en nu. We doen dit niet om schoon schip te maken. Niet om het verleden af te sluiten en achter ons te laten. We doen dit en we doen dit nu, om staande op de drempel van een belangrijk herdenkingsjaar, samen de weg vooruit te vinden. We delen niet alleen het verleden, maar ook de toekomst. Dus zetten we vandaag een komma, geen punt. Het gesprek over het slavernijverleden moet zo breed mogelijk worden gevoerd, niet alleen in Nederland, maar juist ook op de plekken waar het gebeurde, met iedereen die betrokken is of zich betrokken voelt. Daarom klinken de excuses die ik net uitsprak vandaag door op zeven andere plekken in de wereld, daar waar de pijn en de gevolgen van het slavernijverleden tot de dag van vandaag het meest worden gevoeld en het meest zichtbaar zijn. Ze klinken door in de woorden die worden uitgesproken door zeven vertegenwoordigers van de Nederlandse regering. In Suriname. Op Curaçao. Op Sint Maarten. Op Aruba. Op Bonaire. Op Saba. En op Sint Eustatius.
“We doen dit, en we doen dit nu, om staande op de drempel van een belangrijk herdenkingsjaar, samen de weg vooruit te vinden. We delen niet alleen het verleden, maar ook de toekomst. Dus zetten we vandaag een komma, geen punt.”
De regering wil in overleg met alle groepen en mensen uit alle landen waarmee wij dit verleden delen, intensiever werken aan meer kennis over het slavernijverleden en dus aan meer bewustwording, erkenning en begrip. Dat proces vraagt tijd en we kunnen het werk alleen in gezamenlijkheid doen. Op weg naar die belangrijke symbolische datum 1 juli 2023. Daarna, in het hele herdenkingsjaar. En in de jaren die daar op volgen. De kabinetsreactie op het rapport van de Dialooggroep Slavernijverleden gaat hier uitvoerig op in. Het belangrijkste is nu dat we alle stappen die we gaan zetten ook echt gezamenlijk zetten. In overleg, luisterend en met als enige intentie: recht doen aan het verleden, heling in het heden. Een komma, geen punt.
Met Suriname, met de Caribische delen van het Koninkrijk en met alle nazaten in Nederland werken we aan zichtbaarheid van erfgoed, aan bewustwording via onderwijs en aan wetenschappelijk historisch onderzoek. Tijdens het herdenkingsjaar zullen alle facetten van het slavernijverleden en de doorwerking in onze tijd in het volle licht staan. De Koning voelt zich persoonlijk zeer betrokken bij het onderwerp en zal op 1 juli aanwezig zijn bij de herdenking en viering in Amsterdam. En we kijken verder, over 2023 heen. Een onafhankelijk en breed samengesteld Herdenkingscomité buigt zich over de beste manier om ook in de toekomst waardig en zo veel mogelijk gezamenlijk te herdenken. En er komt een fonds voor maatschappelijke initiatieven in het hele Koninkrijk en Suriname, waarmee de doorwerking van het slavernijverleden de zichtbaarheid, aandacht en aanpak krijgt die nodig is. Het helingsproces moet nu beginnen en het programma daarvoor, schrijven we samen.
Dames en heren, Het boek van onze gedeelde geschiedenis kent veel pagina’s die ons – levend in de 21e eeuw – met verbijstering en afschuw vervullen. En met diepe schaamte. Die pagina’s wissen we met excuses niet uit en dat is ook niet de bedoeling. We kunnen het verleden niet veranderen, alleen onder ogen zien. Wat de regering vurig hoopt, wat ik ook persoonlijk vurig hoop, is dat dit moment, dat deze dag ons helpt Koninkrijksbreed en samen met Suriname en andere landen, de open pagina’s die vóór ons liggen in te vullen met dialoog, erkenning en heling. Dank u wel.
‘Ik heb die verandering in denken ook persoonlijk doorgemaakt – daar wil ik open over zijn.
Lange tijd dacht ik dat het niet goed mogelijk is op een betekenisvolle manier verantwoordelijkheid te nemen voor iets dat zo lang geleden is, en waar niemand van ons zelf bij is geweest. Lange tijd dacht ik dus eigenlijk: het slavernijverleden is geschiedenis die achter ons ligt. Maar ik had het mis.’
De aankomst van een Nederlands schip met Afrikaanse totslaafgemaakten voor de verkoop, Jamestown, Virginia, 1619. (Hulton Archive/Getty Images)Beeld Getty Images
Minister-president Mark Rutte biedt in deze toespraak excuses aan voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden: postuum aan alle tot slaafgemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden, aan hun dochters en zonen, en aan al hun nazaten tot in het hier en nu. De minister-president uitte zijn excuses in het Nationaal Archief in Den Haag in aanwezigheid van vertegenwoordigers van organisaties die zich sterk maken voor erkenning van de gevolgen van slavernij.
Dames en heren, goedemiddag. En voor iedereen die meekijkt of luistert in een andere tijdzone: Bun morgu, Bon dia, Good morning,
Hier in het Nationaal Archief spreekt de geschiedenis tot ons in miljoenen documenten. En ook al horen we de ongeschreven stemmen uit het verleden niet, het verhaal dat uit al die archiefstukken naar voren komt, is niet alleen maar mooi. Het is vaak ook lelijk, pijnlijk en zelfs ronduit beschamend. Dat geldt zeker voor de rol van Nederland in het slavernijverleden. Wij, levend in het hier en nu, kunnen slavernij alleen in de allerduidelijkste bewoordingen erkennen en veroordelen als misdaad tegen de menselijkheid. Als een misdadig systeem, dat wereldwijd onnoemelijk veel mensen onnoemelijk veel en groot leed heeft gebracht, en dat doorwerkt in de levens van mensen hier en nu. En wij in Nederland moeten ons aandeel in dat verleden onder ogen zien. Daarom is het goed dat we elkaar vandaag in het Nationaal Archief ontmoeten. Hier ligt ons nationale geheugen opgeslagen. Dus dit is de plek voor nationaal gewetensonderzoek.
Hier kun je niet om de historische feiten heen. Tot 1814 werden ruim 600.000 tot slaaf gemaakte Afrikaanse vrouwen, mannen en kinderen onder erbarmelijke omstandigheden naar het Amerikaanse continent verscheept door Nederlandse slavenhandelaren. De meesten naar Suriname, maar ook naar Curaçao, Sint Eustatius en andere plaatsen. Zij werden weggerukt van hun families, ontmenselijkt, als vee vervoerd en behandeld. Vaak onder het overheidsgezag van de West-Indische Compagnie. In Azië werden tussen de 660.000 en ruim 1 miljoen mensen – we weten het niet eens precies – verhandeld binnen de gebieden die onder het gezag stonden van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
De getallen zijn onvoorstelbaar. Het menselijk leed dat er achter schuilgaat, is nog veel onvoorstelbaarder. Talloos zijn de overgeleverde verhalen en getuigenissen die bewijzen hoe er in het slavernijsysteem geen maat stond op wreedheid en willekeur. En dus geen maat op onrecht en pure angst. We hoeven alleen maar Anton de Koms Wij slaven van Suriname open te slaan om te lezen over de meest gruwelijke behandelingen en straffen. We lezen over geseling en marteling tot de dood erop volgde, over mensen van wie ledematen werden afgehakt, over brandmerken in het gezicht. Het lot van de ene persoon nog verschrikkelijker dan van de andere, op elke pagina onrecht en nog meer onrecht. En zoals Anton de Kom het beschreef voor Suriname, zo gebeurde het ook elders, onder hetzelfde Nederlandse overheidsgezag. We lezen het, we weten het, en toch is het afschuwelijke lot van tot slaaf gemaakte mensen nauwelijks te bevatten.
Of neem, inderdaad, de feiten zoals die uit de archieven spreken. Bijvoorbeeld uit de enorme administratie die is opgezet rond de afschaffing van de slavernij in 1863 en die hier ingezien kan worden. Pagina na pagina staan daarop per plantage en per slaveneigenaar de namen vermeld van tot slaaf gemaakten plus nog enkele andere persoonlijke gegevens. Zakelijk, systematisch, in een droge opsomming, die juist daardoor zo confronterend is, omdat het de absurditeit onderstreept van een systeem waarin de ene mens de andere mens tot handelswaar maakte. Een systeem zo onmenselijk en onrechtvaardig, dat in 1863 niet de tot slaaf gemaakten financieel werden gecompenseerd door de staat, maar de slaveneigenaren. En nog kon het hardvochtiger, nog oneerlijker, want iedereen die in Suriname in 1863 in naam vrij werd, moest gedwongen nog tien jaar lang onder staatstoezicht blijven werken. De facto betekende dat voor velen nog tien jaar langer een leven in onvrijheid, een leven onder dwang. Tot 1873. Komend jaar is dat 150 jaar geleden.
Die geschiedenis houdt ons bezig. Een complexe geschiedenis, waarin op verschillende plaatsen verschillende jaartallen en gebeurtenissen betekenis hebben. Niet alleen 1863 en 1873. Maar bijvoorbeeld ook 1860, de wettelijke afschaffing van de slavernij in toenmalig Nederlands Indië. 1814, het jaar dat ook Nederland de trans-Atlantische slavenhandel afschafte. 1848, toen op Sint Maarten de slavernij de facto voorbij was. Of bijvoorbeeld 1795, toen onder leiding van Tula op Curaçao een opstand plaatsvond die nog jaarlijks wordt herdacht. Eindeloos veel momenten, eindeloos veel verhalen, eindeloos veel geschiedenis.
Die geschiedenis krijgt de laatste jaren meer aandacht – in tentoonstellingen, in publicaties en in het maatschappelijk debat. Er vindt maatschappelijke bewustwording plaats. En daardoor ook een verandering in het denken. Dat is goed en terecht en nodig, want te lang is het stil gebleven.
Ik heb die verandering in denken ook persoonlijk doorgemaakt – daar wil ik open over zijn. Lange tijd dacht ik dat het niet goed mogelijk is op een betekenisvolle manier verantwoordelijkheid te nemen voor iets dat zo lang geleden is, en waar niemand van ons zelf bij is geweest. Lange tijd dacht ik dus eigenlijk: het slavernijverleden is geschiedenis die achter ons ligt. Maar ik had het mis. Want eeuwen van onderdrukking en uitbuiting werken door in het hier en nu. In racistische stereotypen. In discriminerende patronen van uitsluiting. In sociale ongelijkheid. En om dat te doorbreken, moeten we ook het verleden open en eerlijk onder ogen zien. Een verleden dat we delen met andere landen, waardoor onze samenlevingen voor altijd op een speciale manier met elkaar zijn verbonden. Het klopt dat niemand die nu leeft persoonlijk schuld draagt voor de slavernij. Maar het klopt ook dat de Nederlandse Staat in al zijn historische verschijningsvormen verantwoordelijkheid draagt voor het grote leed dat tot slaafgemaakten en hun nazaten is aangedaan. En dus kunnen we niet voorbij gaan aan de doorwerking van het verleden in onze tijd.
Het rapport Ketenen van het verleden van de Dialooggroep Slavernijverleden speelt een belangrijke rol in het bewustwordingsproces dat velen van ons doormaken. Dat rapport verscheen op 1 juli vorig jaar en bevatte een aantal niet mis te verstane conclusies en aanbevelingen. De drie kernwoorden zijn: erkenning, excuses, herstel. Vandaag sturen we de officiële kabinetsreactie naar de Tweede Kamer. Daarin omarmen we de analyse en conclusies van de Dialooggroep. In de tussenliggende anderhalf jaar heeft het kabinet op verschillende manieren, op verschillende plekken en met verschillende mensen en groepen over het slavernijverleden gesproken. Ik ben zelf in september jongstleden in Suriname geweest, waar ik heb geleerd hoe diep de geschiedenis nog altijd ingrijpt in het dagelijks leven van mensen, ook spiritueel. Ik heb ook geleerd hoe ervaringen, herinneringen en gevoelens per groep en per persoon kunnen verschillen. Het maakt uit of je voorouders uit Afrika werden geroofd of behoorden tot de oorspronkelijke bewoners. Het maakt uit in welk land of regio hun leven zich afspeelde. En het maakt ook uit in welke periode zij leefden.
Die historische, geografische en culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen en mensen doen ertoe, ook in het hier en nu. En dat maakt het doen van algemene uitspraken over het slavernijverleden ook zo kwetsbaar. Want hoe doe je recht aan al die verschillen? Wat is daarvoor het beste moment? Hoe doe je recht aan alle spirituele symbolen en rituelen, die in sommige culturen zo enorm belangrijk zijn? En hoe omvat je met woorden zoveel onrecht, zoveel pijn, zoveel gruwelijkheden? Elke poging daartoe zal altijd onvolkomen zijn en nieuwe vragen en discussies oproepen. Met alle emoties die daarbij horen. Met alle beladenheid. We weten dat er niet één goed moment is voor iedereen, niet de juiste woorden voor iedereen, niet één juiste plaats voor iedereen. En ik erken dat de aanloop naar deze dag beter had gekund. Maar laat dat geen reden zijn dan maar niets te doen. We moeten met elkaar stappen vooruit zetten. We moeten met elkaar verder komen. Dus laat ons dat gesprek over het slavernijverleden alsjeblieft voeren, ook als dat een moeilijk gesprek is.
En dat gesprek begint met erkenning. Erkenning van het afschuwelijke leed dat generaties tot slaaf gemaakten is aangedaan. Erkenning van en eerherstel voor al die mensen die in verzet kwamen, zoals de dappere Marrons van Suriname. Ik noem vandaag met eerbied de namen van Tula op Curaçao, Jolicoeur, Boni en Baron in Suriname, One-Tété-Lohkay op Sint Maarten en we gedenken al die naamloos gebleven vrouwen en mannen die door de eeuwen heen heldhaftig de vrijheid zochten en daar vaak op de meest gruwelijke manier voor werden gestraft. En natuurlijk erkenning van historische verantwoordelijkheid, met de woorden die daarbij horen. Deze woorden.
Eeuwenlang hebben de Nederlandse staat en zijn vertegenwoordigers slavernij mogelijk gemaakt, gestimuleerd, in stand gehouden en ervan geprofiteerd. Eeuwenlang zijn in naam van de Nederlandse staat mensen tot handelswaar gemaakt, uitgebuit en mishandeld. Eeuwenlang is onder Nederlands staatsgezag de menselijke waardigheid met voeten getreden op de meest afschuwelijke manier. En te weinig hebben opeenvolgende Nederlandse regeringen na 1863 gezien en erkend dat het slavernijverleden een negatieve doorwerking had en heeft.
Daarvoor bied ik namens de Nederlandse regering excuses aan. Today I apologize. Awe mi ta pidi diskulpa. Tide mi wani taki pardon.
Vandaag bied ik namens de Nederlandse regering excuses aan voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden: postuum aan alle tot slaafgemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden, aan hun dochters en zonen, en aan al hun nazaten tot in het hier en nu. We doen dit niet om schoon schip te maken. Niet om het verleden af te sluiten en achter ons te laten. We doen dit en we doen dit nu, om staande op de drempel van een belangrijk herdenkingsjaar, samen de weg vooruit te vinden. We delen niet alleen het verleden, maar ook de toekomst. Dus zetten we vandaag een komma, geen punt. Het gesprek over het slavernijverleden moet zo breed mogelijk worden gevoerd, niet alleen in Nederland, maar juist ook op de plekken waar het gebeurde, met iedereen die betrokken is of zich betrokken voelt. Daarom klinken de excuses die ik net uitsprak vandaag door op zeven andere plekken in de wereld, daar waar de pijn en de gevolgen van het slavernijverleden tot de dag van vandaag het meest worden gevoeld en het meest zichtbaar zijn. Ze klinken door in de woorden die worden uitgesproken door zeven vertegenwoordigers van de Nederlandse regering. In Suriname. Op Curaçao. Op Sint Maarten. Op Aruba. Op Bonaire. Op Saba. En op Sint Eustatius.
“We doen dit, en we doen dit nu, om staande op de drempel van een belangrijk herdenkingsjaar, samen de weg vooruit te vinden. We delen niet alleen het verleden, maar ook de toekomst. Dus zetten we vandaag een komma, geen punt.”
De regering wil in overleg met alle groepen en mensen uit alle landen waarmee wij dit verleden delen, intensiever werken aan meer kennis over het slavernijverleden en dus aan meer bewustwording, erkenning en begrip. Dat proces vraagt tijd en we kunnen het werk alleen in gezamenlijkheid doen. Op weg naar die belangrijke symbolische datum 1 juli 2023. Daarna, in het hele herdenkingsjaar. En in de jaren die daar op volgen. De kabinetsreactie op het rapport van de Dialooggroep Slavernijverleden gaat hier uitvoerig op in. Het belangrijkste is nu dat we alle stappen die we gaan zetten ook echt gezamenlijk zetten. In overleg, luisterend en met als enige intentie: recht doen aan het verleden, heling in het heden. Een komma, geen punt.
Met Suriname, met de Caribische delen van het Koninkrijk en met alle nazaten in Nederland werken we aan zichtbaarheid van erfgoed, aan bewustwording via onderwijs en aan wetenschappelijk historisch onderzoek. Tijdens het herdenkingsjaar zullen alle facetten van het slavernijverleden en de doorwerking in onze tijd in het volle licht staan. De Koning voelt zich persoonlijk zeer betrokken bij het onderwerp en zal op 1 juli aanwezig zijn bij de herdenking en viering in Amsterdam. En we kijken verder, over 2023 heen. Een onafhankelijk en breed samengesteld Herdenkingscomité buigt zich over de beste manier om ook in de toekomst waardig en zo veel mogelijk gezamenlijk te herdenken. En er komt een fonds voor maatschappelijke initiatieven in het hele Koninkrijk en Suriname, waarmee de doorwerking van het slavernijverleden de zichtbaarheid, aandacht en aanpak krijgt die nodig is. Het helingsproces moet nu beginnen en het programma daarvoor, schrijven we samen.
Dames en heren, Het boek van onze gedeelde geschiedenis kent veel pagina’s die ons – levend in de 21e eeuw – met verbijstering en afschuw vervullen. En met diepe schaamte. Die pagina’s wissen we met excuses niet uit en dat is ook niet de bedoeling. We kunnen het verleden niet veranderen, alleen onder ogen zien. Wat de regering vurig hoopt, wat ik ook persoonlijk vurig hoop, is dat dit moment, dat deze dag ons helpt Koninkrijksbreed en samen met Suriname en andere landen, de open pagina’s die vóór ons liggen in te vullen met dialoog, erkenning en heling. Dank u wel.
Dat opgerolde staatsgreep-complot in Duitsland dat de laatste dagen nieuws is, werkt bij mij nogal op de lachspieren. Tegelijk is hier wel degelijk iets zeer griezeligs gaande. De putsch-plannen wortelen in enge ontwikkelingen die serieus genomen dienen te worden. Niet omdat die voorgenomen staatsgreep serieus kansen maakte. Wel omdat achter de plannen in die richting een groeiend gewapend fascistisch netwerk met tal van vertakkingen zit, waarvan een serieuze dreiging uit gaat. En ook om dat de snelle en efficiënte operatie waarmee de Duitse staat dit specifieke complot oprolde, die staat versterkt en democratisch aanzien verschaft waar juist anti-autoritair links helemaal geen vreugde aan gaat beleven. De Duitse staat die zich voordoet als antifascistisch bolwerk is een valkuil, geen geruststelling.
Eerst maar even de putschisten en hun plannen, dan worden die lachspieren duidelijk. Gisteren kregen we te horen dat de Duitse staat 25 mensen had aangehouden wegens een plan tot staatsgreep. Snel werden de contouren van het complot duidelijk.(1) Er was een hoge officier, maar wel gepensioneerd, dus niet in actieve dienst, een zekere Rüdiger von Pescatore. Die had het bevel gevoerd over een eenheid paratroopers, maar was wegens illegale wapenverkoop de laan uit gestuurd. Die leidde, zo lezen we, de gewapende arm van het verhaal. Dan was ook nog Birgit Malsack-Winkemann, een juriste, ex-parlementslid van de fascistische AfD-partij. Haar was in het putsch-plan de functie van minister van justitie toegedacht. De nieuwe regering zou dan geleid moeten worden door een heuse prins, Heinrich XIII van Reuss, een man met zulke bizarre opvattingen dat zijn adellijke familie hem de familie uit gezet heeft. ‘Gebrouilleerd’, heet zoiets in zulke kringen, meen ik. Dit was operette, misschien een vierde Sissi-film waardig.
Ietsje serieuzer mogen we het voetvolk nemen. Er zijn dus 25 arrestaties geweest, er worden er meer verwacht, en het betreft niet louter verlopen aristocraten, gesjeesde politici en gepensioneerde soldaten. Er zitten militairen en politiemensen in actieve dienst in, hetgeen bevestigt wat al langer duidelijk is: fascistisch gedachtegoed en extreem-rechtse organisaties zijn wijd verbreid in de gewapende staatsmacht van Duitsland. Deze verijdelde staatsgreep-plannenmakerij maakt dat extra zichtbaar. Daarom is het hele gebeuren bepaald niet alleen maar lachwekkend.
De staatsgreep zelf schijnt gedacht te zijn als bestorming van de Bondsdag, het Duitse parlement. Daar zou dan die nieuwer regering zich in het zadel hebben geholpen en een ‘monarchistische ‘orde’ hebben afgekondigd. Er zou voor de hele vertoning zelfs steun uit Rusland zijn gezocht, dus misschien zijn we aan een Volksrepubliek Reuss ontkomen. Achter de voorgenomen staatsgreep zitten de ambities en het gedachtegoed van een extreem-rechtse beweging die zich de Reichsbürger noemt. Die ontkennen de legitimiteit van de bestaande Duitse staat, en willen een versie het Duitse Rijk – de staat die tussen 1871 en 1945 bestond, het rijk van twee keizers maar ook van Hitler – terug. Eng en akelig volk, dus. Deze stroming groeit, en wordt door de veiligheidsdienst ingeschat als een club vol potentieel gewelddadige mensen. ‘Ze tellen rond 21.000 mensen, volgens de BfD, de binnenlandse inlichtingendienst, en rond de 5 procent van hen – rond de 1150 mensen – worden ingeschat als rechts-extremisten. In 2021 schreef de BfD rond de 1011 extremistische misdrijven aan hen toe.’ Het verhaal vertelt niet hoe je de 90 procent die niet tot de 10 procent rechtsextremisten behoort,(*) zou mogen beschrijven., maar om antifascistische lieden zal het ook daar bepaald niet gaan. Deze stroming belichaamt een serieuze fascistische dreiging.
Dat die dreiging via deze staatsgreep kansen zou hebben gemaakt op machtsverovering op korte termijn, lijkt me echter onzin. Een prins, een juriste en een gepensioneerde officier zijn als junta niet serieus te nemen, en een machtsovername door tientallen ongetwijfeld zeer woest ogende soldaten en agenten die in het parlement politici in de boeien gaan slaan? Spektakel waarbij vergeleken de bestorming van het Capitool in de VS in januari 2020 een hoogtepunt van professionaliteit vertegenwoordigt. Wie de staat wil grijpen, grijpt niet het parlement, maar de generale staf, de regeringscentra, het ministerie van defensie en van binnenlandse zaken. Daar is de staatsmacht gevestigd, Is dat gedaan, dan volgt eventueel ontbinding van het parlement. Een parlement is legitimatie, versiering, niet de core business.
Pogingen om de staatsmacht te grijpen door het parlement de bestormen zijn er in de geschiedenis wel geweest. Dat werden nogal eens spectaculaire debacles. Die bestorming van het Capitool die ik al noemde. Maar ook de staatsgreep van een aantal parlementsleden in Moskou, oktober 1993, die president Jeltsin naar huis probeerden te sturen, om een dag later door president Jeltins tanks onder vuur genomen en tot overgave gedwongen te worden. O ja, en de staatsgreep van kolonel Tejiero in Spanje in 1981, met een officier die heel imponerend het plafond van dat parlement onder vuur nam, alsof daar de democratie verscholen zat. Koning Juan Carlos maakte duidelijk dat hij geen zin in de vertoning had, en weg was de staatsgreep. Dat zou de koning wellicht niet gedaan hebben als de schietgrage kolonel zich daadwerkelijk van de steun van de militaire top had verzekerd.
Je kunt ook nog denken aan de Bierhalle-putsch in Duitsland, waar een eenheidsfrontje van Ludendorf (informeel militair dictator tijdens de Eerste Wereldoorlog, daarna uitgerangeerd) en een zekere A. Hitler de macht probeerde te grijpen in München. Dat ging weliswaar niet via het bestormen van een parlement maar wel buiten de militaire top om. Bij gebrek aan steun vanuit die legerleiding in Berlijn kwam er niets van terecht. Zonder dit soort steun kun je de staat gewoon niet grijpen. Wel verpletteren en verslaan, maar dan heb je het niet meer over een staatsgreep, en ook niet meer over de ambities van fascisten. Dan hebben we het over opstand, revolutie, insurrectie. Een heel ander, veel opwekkender hoofdstuk, een gesloten boek echter voor het contrarevolutionaire gezelschap van Prins Heinrich de Dertiende.
Was het bij het recente Duitse complot daadwerkelijk tot een bestorming van de Bondsdag gekomen, dan hadden de putschisten de gesjeesde prins met dat ongeluksgetal tot Rijkskanselier of voor mijn part tot keizer kunnen uitroepen. Zolang de generaals, politiechefs en hoge ambtenaren in Duitsland echter gewoon loyaal zouden blijven aan de bestaande Duitse staat, haar president en haar grondwet, zou de nieuwe regering geen enkele macht hebben. Binnen een dag zouden Duitse veiligheidstroepen het fascistische zootje opgerold hebben. Het had wel degelijk een bloedige toestand kunnen worden, het fascistische gezelschap was duidelijk doordrenkt van gewelddadige dromen. Dat er iets griezeligs werd voorbereid, is duidelijk. Een symptoom van fascistisch gevaar is dit alles wel. Maar als potentiële machtsovername was het tamelijk kansloos. Het gevaar dat er van uit ging zit meer in de mythevorming die een heroïsche mislukking extreem-rechts had kunnen geven. Bovendien: ook fascisten leren uit hun mislukkingen.
Het zou anders zijn als er serieuze verbindingen tussen de complotteurs en hoge officieren in actieve dienst zouden zijn, niet enkel van een gepensioneerde parachutisten-aanvoerder. Maar die kom ik in de berichtgeving dus niet tegen. Komen die alsnog aan het licht, dan dien ik mijn inschatting te herzien. Maar die ene hoge officier in het complot is dus gepensioneerd en wegens illegale wapenhandel ook nog eens uitgerangeerd. Om het eens te zeggen in een taal die in Nederland zo graag wordt gesproken: dit staatsgreepplan had volstrekt onvoldoende draagvlak in kringen waar het er toe doet: de militaire- en veiligheidstop van Duitsland. Succesvolle staatsgrepen worden doorgaans gepleegd in samenwerking met de generale staf, of door die generale staf zelf, niet dwars tegen die generale staf in. En de generale staf in Duitsland heeft wel wat beters te doen dan een orde bedreigen waar ze mooie banen, een stevige machtspositie en een flink prestige aan ontleent.
Intussen is het plan dus heel efficiënt van staatswege opgerold. Niet alleen zijn er tientallen arrestaties, en waarschijnlijk komen er nog meer.(3) Ik lees ook dat politie al eerder was overgegaan tot extra bewaking van de Bondsdagen, en dat er meer beveiliging van politici was geregeld.(4) De Duitse staat heeft de boel uitstekend onder controle.
En precies daarin schuilt een ander gevaar. Iedereen die nu opgelucht adem haalt omdat het bevoegde gezag Bierhalleputsch 2.0 voorkomen heeft, mag eventjes verder nadenken. Het bevoegde gezag als redder van de democratie, als antifascistisch bolwerk? Hoeveel antifascistische activiteiten, demonstraties blokkades, zijn er door datzelfde bevoegde gezag belaagd, aangevallen, gebroken? Hoe veilig moeten we ons voelen als we voor bescherming tegen deze ene fascistische dreiging precies dit bevoegde gezag in actie zien? Wat als het bevoegde gezag zich een volgende keer anders opstelt – bijvoorbeeld omdat sympathie voor die Reichsbürger-beweging in hoge militaire kringen wortel schiet, of als de legertop een sterk en militant links waarneemt waartegen over die fascisten in militaire ogen het kleinere kwaad zijn dat dan maar getolereerd moeten worden? Hoe sterk staan we als antifascisten als de staat ons weer eens niet tegen fascisten beschermt? Wat doen we als antifascisten zelf? Waar is onze eigen kracht?
Noten:
(*) aangebracht 8 december 2022, 16.22 uur: ‘behoort’ is later toegevoegd, een alerte lezer – dank – wees me er op dat er kennelijk een woord ontbrak, en inderdaad...
De politie in Griekenland deed het weer. Gisteren, 5 december 2022, schoot een agent een zestienjarige Roma-jongen neer.(1) De jongen ligt , zwaargewond want in het hoofd geschoten, in het ziekenhuis. Waarom politie hem neerknalde? Nou, de jongen zou voor twintig euro hebben getankt, niet hebben betaald en zijn weggereden. Motoragenten achtervolgden hem, en een van hen probeerde de jongen tot staan te brengen toen die op het punt stond de motor te rammen. Zegt de politie dus, uit wiens mond zelden veel zuivere waarheid komt. Nattigheid voelt de politie duidelijk wel, want de schiet-agent is geschorst, gearresteerd en wordt aangeklaagd wegens doodslag, er is een onderzoek tegen de agent gestart. Het gebeurde allemaal in de tweede stad van Griekenland, in Thessaloniki.
Als Orde en Gezag op deze manier denken mensen rustig te houden, dan zijn ze zich al flink aan het vergissen. Meteen na de schietpartij al: ‘ongeveer honderd Roma mannen wierpen barricades op die de weg naar het ziekenhuis waar de jongen behandeld werd blokkeerden, en zetten vuilnisbakken in brand’. Kort erna demonstreerden 1500 mensen van ‘linkse en anarchistische groepen’, en vochten met de politie. Molotovs de ene kant op, stungranaten en traangas de andere kant. Ook een paar honderd betogers in de hoofdstad Athene, met een spandoek: ‘Ze schoten hem neer om dat hij Roma was’.
En dat is hier het eerste punt: zoiets is dus niet de eerste keer. In 2021 schoot de politie in Piraeus een jonge Roma neer bij een achtervolging. De Roma overleefde dat niet. En zoiets gebeurt te vaak om als toevalligheden af te doen. Roma hebben nog meer te lijden van politiegeweld en onderdrukking dan andere bewoners van Griekenland. Nog meer, want de politierepressie in dat land is sowieso niet bepaald gering. Protest en verzet tegen politiegeweld trouwens ook, en dat weet de politie. Vandaar waarschijnlijk het snelle schorsen en arresteren van de politieschutter: rust proberen te kopen. Tevergeefs, en dat is maar goed ook. Furieuze woede vanwege dit politiegeweld is volstrekt terecht, en er is geen enkele reden waarom de uiting van die woede aan regeltjes van keurigheid, wetsgetrouwheid en wat dies meer zij aan conservatieve onzin gebonden te worden. De wet is de politie is the enemy, en dat mag de enemy voelen. Dat deed die enemy dan ook, meteen al gisteren, in Thessaloniki en in Athene, en van dat laatste zijn beelden met een tamelijk amusant eind, waar een agent van de oproerpolitie tijdens de charge waar die aan deelneemt zeer vakbekwaam struikelde over een stoel. Aanschouw het met gepaste vrolijkheid, zou ik zeggen, temidden van de repressieve verschrikkingen is zoiets extra welkom.
De timing van de schietpartij is ook gevoelig. Dit gebeurde allemaal een dag voor 6 december, de datum waarop in 2008 politie Alexandros Grigoropoulos, een vijftienjarige jonge anarchist, doodschoot in Exarchia, Athene. Dat was destijds aanleiding tot een zeer hevige opstand, met straatgevechten en belegering van politiebureaus verspreid over het land.(3) Het duurde weken voordat de Griekse staat enigszins kon herademen: ze was niet compleet gesloopt, al scheelde het een handvol dagen niet zo heel erg veel. In radicale kringen staan deze grootse gebeurtenissen bekend als de December Revolte. Jaarlijks wordt de dood van de jongen herdacht met grote demonstraties, waarbij nieuwe veldslagen met de politie veelal niet ontbreken. En dan dit jaar, een dag voor die jaarlijkse herdenking dit politiegeweld.
Inmiddels zijn we een dag verder, en is de zesde december aangebroken en vrijwel voorbij.(4) We weten intussen de naam van de neergeschoten jongen: Kostas Frangoulis. De advocaat van de jongen zegt dat zijn leven ‘aan een zijden draadje hangt’. Intussen was er een groots herdenkingsprotest voor de in 2008 doodgeschoten jongen: 11.000 demonstranten, tegenover 4000 politieagenten. In Athene is graffiti verschenen: ‘Het was niet de benzine, het was niet het geld, de wouten schoten omdat hij een Roma was’. Racisme is wat het politiegeweld in Griekenland – en iet bepaald alleen daar – extra aanscherpt.
Hoe het verder gaat? Het kan bepaald geen kwaad om dat met gespannen en solidaire aandacht te volgen. Kansen op een grotere explosie van protest en verzet zijn er beslist. Er is immers niet alleen het alomtegenwoordige politiegeweld – tegen Roma, tegen vluchtelingen, tegen linkse, radicale en anarchistische activisten, tegen krakers. Er is ook een beleid van de rechtse regering en bijbehorende ondernemersklasse die mensen de armoede en arbeiders tot protest drijft. Op 9 november vond een door die vakbonden op touw gezetten 24-uursstaking plaats tegen de duurte. De staking zette looneisen kracht bij, looneisen die bedoeld waren om prijsstijgingen bij te benen.(5)
Van zo’n staking op zichzelf zal de regering noch de ondernemersklasse erg onder de indruk zijn: Griekenland heeft de afgelopen decennia letterlijk tientallen van dit type stakingsdagen gekend, en het bezuinigingsbeleid is er niet mee gestopt. Maar waar boze arbeiders staken op het zelfde moment dat boze jongeren vechten met de politie – boze jongeren die heel goed de kinderen van stakers kunnen zijn, en in een enkel geval misschien zelf ook mee gestaakt hebben – daar wordt het ene interessanter verhaal. Waar arbeidersprotest en verzet tegen politiegeweld vrijwel gelijktijdig plaats vinden, waar verschillende soorten strijd door elkaar gaan lopen… daar is de repressieve, racistische en kapitalistische orde niet meer helemaal veilig. En is het geen tijd voor uitdrukkingen van solidariteit en verbondenheid – luidruchtig, schilderachtig, wat we maar willen – met de strijd in Griekenland tegen racisme, kapitalisme en staat?