Categorie archief: Divers

Over KLM vervoersplicht/Brief aan KLM over weigering, mee te werken aan uitzetting Lili en Howick/Voorzichtig compliment?

OVER KLM VERVOERSPLICHT/BRIEF AAN KLM OVER WEIGERING MEE TE WERKEN AAN UITZETTING LILI EN HOWICK/VOORZICHTIG COMPLIMENT?

Lili en Howick in augustus 2018, een paar weken voor hun geplande uitzetting ANP

HTTPS://WWW.ASTRIDESSED.NL/OVER-KLM-VERVOERSPLICHT-BRIEF-AAN-KLM-OVER-WEIGERING-MEE-TE-WERKEN-AAN-UITZETTING-LILI-EN-HOWICK-VOORZICHTIG-COMPLIMENT/

AANDE KLMDIRECTIE EN MANAGEMENT
Onderwerp:Uw recente weigering, mee te werken aan de uitzetting van de Armeense kinderen Lili en Howick naar Armenie
Geachte DirectieGeacht Management

Waar ik u nu al een hele tijd, in stevige bewoordingen toe tracht aan te zetten,namelijk weigering mee te werken aan de uitzetting van asielzoekers naar hetzij oorlogsgebieden, hetzij andere oorden der verschrikking [vanaf vrees voor vervolging, armoede, etc] [1], is nu zowaar voor tenminste een keer bewaarheid geworden.U hebt geweigerd, mee te werken aan de uitzetting van de Armeense kinderen Lili en Howick naar Armenie! [2]Reden voor mij om u een voorzichtig compliment te maken.Waarom voorzichtig?Dat wordt u in deze brief wel duidelijk.
Overigens ontkrachtte u met uw weigering uw herhaalde bewering, dat u alsluchtvaartmaatschappij een vervoersplicht zou hebben ten aanzien uit te zetten asielzoekers, [3], een bewering, die u met zoveel woorden aan mij had gesuggereerd [4] in een reactie op een van mijn brieven [5]Want naar aanleiding schreef u mij [overigens de enige keer dat u de moeite nam om te reageren] het volgende terug
”Onze referentie:6397669001Geachte mevrouw Essed,
Vriendelijk dank voor uw bericht. We waarderen uw bezorgdheid. Vanwege privacy en veiligheidsredenen kunnen we niet bevestigen dat deze persoon met ons reist. Het is overigens niet ongebruikelijk dat luchtvaartmaatschappijen in opdracht van de autoriteiten passagiers vervoeren. KLM is daar geen uitzondering op. Voor vragen en opmerkingen over het overheidsbeleid verwijzen we naar de autoriteiten.
Verder zal ik niet inhoudelijk ingaan op uw email.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groet,
PASSENGER BUSINESSMw. T.van der Linde
Customer Care
KLM Nederland
Onder noot 6 mijn brief naar aanleiding waarvan uw bovenstaande reactie.

GOED!
Maar niet alleen uw terechte weigering, Lili en Howick niet te willen vervoeren [7] ontkracht uw sprookje over uw absolute vervoersplicht-onder bepaalde condities hebt u wel een vervoersplicht, toegegeven- [8], ookeen artikel, geschreven door belangrijke deskundigen, bevestigt, dat die vervoersplicht van u NIET altijd geldt
Ik citeer [zet u schrap!]
””Is er een verplichting om mee te werken aan uitzettingen?Met betrekking tot een eventuele verplichting om mee te werken met uitzettingen, is Hoofdstuk 5, paragraaf C van Annex 9 van het Verdrag van Chicago relevant. Deze paragraaf ziet specifiek op “deportees”, en moet worden gelezen in samenhang met de niet-bindende Guidelines die IATA (de internationale organisatie van luchtvaartmaatschappijen) opstelde over de verwijdering van “deportees”. Echter, nergens wordt er een verplichting aan luchtvaartmaatschappijen opgelegd om mee te werken aan het uitvoeren van uitzettingen. Daar waar sprake is van een “deportation order”, gaat het om het bevel aan de vreemdeling om te vertrekken, niet om een bevel aan de luchtvaartmaatschappij om uit te zetten. De Guidelines definiëren zo’n “order” als: “A written order, issued by the competent authorities of a State and served upon a deportee, directing that person to leave that State” (cursivering toegevoegd), een terugkeerbesluit dus. Ook is sprake van “making arrangements with an aircraft operator for the removal of a deportee” (punt 5.19). Hieruit blijkt dat medewerking plaatsvindt op basis van een overeenkomstmet de vervoerder, niet op basis van een verplichtingvan de vervoerder.” [9] 
Zo, uw ”vervoersplicht” Fabeltje is dus ontkracht
Lees verder, over dat voorzichtige compliment mijnerzijds

VOORZICHTIG COMPLIMENT 

U, Geachte Directie en Management, zult zeggen:
”Doe ik eens een keertje iets goeds, krijg ik NOG een voorzichtig compliment van troubleshooter Astrid Essed [10]
Dat heeft twee oorzaken
Ten eerste:
Uit de berichtgeving over uw weigering [ik acht de berichtgeving van NOS en NRC redelijk betrouwbaar] blijkt, dat uw luchtvaartmaatschappij de tickets van de kinderen heeft geannuleerd en de avond voor de uitzetting de Dienst Terugkeer en Vertrek telefonisch op de hoogte heeft gesteld van haar weigering, de kinderen te vervoeren [11]Maar uw redenen zijn in mijn ogen dubieus:In de berichtgeving [NRC] lees ik:”Waarom de tickets van Lili en Howick geannuleerd werden, is niet bekendgemaakt. „Wat we in algemene zin kunnen melden is dat we vóór elke uitzetting onze eigen risicoanalyse doen en daar worden meerdere veiligheidsaspecten in gewogen” [12]Een risico-analyse en veiligheidsaspecten dus, dat waren uw overwegingen.Geen overwegingen-en dat zou wel moeten- in het belang van de vluchtelingen, hier dus de betreffende Armeense kinderen.En dat is zwak.Dat is dubieus, naar mijn oordeel.
Een tweede reden voor mijn voorzichtige compliment is, dat ik niet kan nagaan, in hoeveel gevallen u, na de geweigerde medewerking aan de uitzetting van Lili en Howick, WEL uw medewerking hebt verleend aan uitzetting van vluchtelingen.Hoeveel vluchtelingen er na uw weigering, wel, met uw medewerking, zijn teruggestuurd naar oorlog, vervolging en andere ellende.

EPILOOG
Maar hoe het ook zij, ook al woog u ”veiligheidsaspecten” mee bij uw weigering, Lili en Howick uit te zetten, toch hebt u besloten, het niet te doen.En dat beschouw ik als een [voor zover ik dat kan beoordelen] eerste en voorzichtige stap in de goede richting.
Nogmaals, Directie en Management, u moet niet meewerken aan de uitzetting van vluchtelingen naar gebieden, waar zij hoe dan ook risico lopen.Is het niet vanwege de oorlogsomstandigheden [heel vaak, zie Irak en Afghanistan], dan speelt vervolging of andere ellende wel een rol.
Weiger dus uw medewerking aan de autoriteiten en zoals u heel goed weet en overtuigend is aangetoond [13] hebt u geen vervoersplicht in de absolute zin en daarvan moet u gebruik maken.
En nogmaals, wat Lili en Howick betreft, die trouwens nog op discretionaire bevoegdheid, een verblijfsvergunning hebben gekregen, toch een voorzichtig compliment mijnerzijds, ook al hebt u zich beroepen op ”veiligheidsaspecten”
Overigens begrijpt u, dat ik u zeer kritisch blijf volgen.En als ik weer aanleiding vind om u te schrijven over een uitzetting waaraan u medewerking verleent [mits dat mij ter ore komt natuurlijk, vaak gebeurt dit in het geniep, dan zal ik zeker van mij laten horen.

Vriendelijke groeten
Astrid EssedAmsterdam 

NOTEN

[1]

WEBSITE ASTRID ESSEDKLM
https://www.astridessed.nl/?s=KLM

EN ZIE OOK

KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN UITZETTING VAN DE HEERR JYAQOBE NAAR ONVEILIG AFGHANISTAN/BRIEF AAN KLMASTRID ESSEDhttps://www.astridessed.nl/klm -medeplichtigheid-aan-uitzetti ng-van-de-heer-r-jyaqobe-naar- onveilig-afghanistanbrief-aan- klm/KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN DE UITZETTING VANDE HEER FEDA MOHAMMED AMIRI NAAR ONVEILIG AFGHANISTAN/BRIEF AAN KLMASTRID ESSEDhttps://www.astridessed.nl/klm -medeplichtigheid-aan-uitzetti ng-van-de-heer-feda-mohammed-a miri-naar-onveilig-afghanistan brief-aan-klm/KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN UITZETTING VAN DE HEER A NAARONVEILIG AFGHANISTAN/BRIEF AAN KLMASTRID ESSEDhttps://www.astridessed.nl/klm -medeplichtigheid-aan-uitzetti ng-van-de-heer-a-naar-onveilig -afghanistanbrief-aan-klm/KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN UITZETTING VAN EEN 24 JARIGEAFGHAANSE VLUCHTELING NAAR ONVEILIG AFGHANISTAN/BRIEF AAN KLMASTRID ESSEDhttps://www.astridessed.nl/klm – medeplichtigheid-aan- uitzetting-van-een-24-jarige- afghaanse-vluchteling-naar- onveilig-afghanistanbrief-aan- klm/KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN UITZETTING FAMILIE N NAAR ONVEILIG AFGHANISTANOP MAANDAG 29 JULI/BRIEF AAN KLMASTRID ESSEDhttps://www.astridessed.nl/klm – medeplichtigheid-aan- uitzetting-familie-n-naar- onveilig-afghanistan-op- maandag-29-julibrief-aan-klm/KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN UITZETTING DE HEER M.N. NAAR ONVEILIG AFGHANISTANOP 28 JULI/BRIEF AAN KLMASTRID ESSEDhttps://www.astridessed.nl/klm – medeplichtigheid-aan- uitzetting-de-heer-m-n-naar- onveilig-afghanistan-op-28- julibrief-aan-klm/KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN UITZETTING FAWAD HUSSEINIOP ZATERDAG 15 JUNI NAAR ONVEILIG AFGHANISTAN/BRIEFAAN DE KLMhttps://www.astridessed.nl/klm – medeplichtigheid-aan- uitzetting-fawad-husseni-op- zaterdag-15-junibrief-aan-de- klm/KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN UITZETTING YASSIR S NAAR ONVEILIGAFGHANISTAN/BRIEF AAN DE KLMASTRID ESSEDhttps://www.astridessed.nl/klm – medeplichtigheid-aan- uitzetting-yassir-s-naar- onveilig-afghanistanbrief-aan- de-klm/UITZETTING PARWAIS SANGARI NAAR AFGHANISTAN/BRIEF AAN DE KLMASTRID ESSEDhttps://www.astridessed.nl/201 2parwais-sangari-uitgezet-onda nks-protestgewetenloosheid-bel gische-staat-en-klmbrief-aan-k lm/

[2]

NRCKLM WEIGERDE MEE TE WERKEN AAN UITZETTING LILI EN HOWICK6 DECEMBER 2019
https://www.nrc.nl/nieuws/2019/12/06/klm-weigerde-mee-te-werken-aan-uitzetting-lili-en-howick-a3982909

De avond voor de uitzetting van de Armeense tieners Lili en Howick annuleerde luchtvaartmaatschappij KLM hun vliegtickets.

KLM weigerde vorig jaar september mee te werken aan de uitzetting van de Armeense kinderen Lili en Howick. Op de avond voor hun vertrek annuleerde de luchtvaartmaatschappij hun tickets.

Een directeur van KLM gaf de Dienst Terugkeer en Vertrek – onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid – te kennen dat de luchtvaartmaatschappij de kinderen niet wilde vervoeren, bleek uit het donderdag gepubliceerde rapport over de uitzetting van de Armeense tieners.KLM bevestigde vrijdag, na berichtgeving van De Telegraaf, dat het inderdaad medewerking had geweigerd. Waarom de tickets van Lili en Howick geannuleerd werden, is niet bekendgemaakt. „Wat we in algemene zin kunnen melden is dat we vóór elke uitzetting onze eigen risicoanalyse doen en daar worden meerdere veiligheidsaspecten in gewogen. Ook over de aard en weging van deze aspecten communiceren we niet, omdat dit security-informatie betreft.”
Lili en Howick ontglipten in die nacht – van 7 op 8 september – aan het toezicht van de autoriteiten en voogdijstichting Nidos, nadat een laatste verzetsprocedure bij de rechter was gestrand. De politie zette een grote opsporingsactie op, die tot veel publieke verontwaardiging leidde. Eerder tekenden meer dan 100.000 mensen een petitie om uitzetting van Lili en Howick te voorkomen. Uiteindelijk gebruikte de toenmalige staatssecretaris Mark Harbers (Migratie, VVD) zijn discretionaire bevoegdheid om de uitzetting van de twee tieners tegen te houden.

NOSKLM WEIGERDE LILI EN HOWICK TE VERVOEREN BIJ UITZETTING6 DECEMBER 2019
https://nos.nl/artikel/2313460-klm-weigerde-lili-en-howick-te-vervoeren-bij-uitzetting.html

TEKST

Luchtvaartmaatschappij KLM heeft vorig jaar geweigerd mee te werken aan de uitzetting van Lili en Howick. De tickets van de Armeense asielkinderen werden vorig jaar september op de avond voor de vlucht geannuleerd, staat in een rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid.

De directeur-generaal van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) kreeg de avond voor uitzetting om 19.30 uur een telefoontje van een directeur van KLM. Die vertelde dat de luchtvaartmaatschappij niet zou meewerken aan het vertrek van de twee.

KLM bevestigt naar aanleiding van het nieuws, dat naar buiten kwam via De Telegraaf, dat het bedrijf de tickets inderdaad geannuleerd heeft. Over individuele gevallen wil het bedrijf niets kwijt. “Wat we in algemene zin kunnen melden is dat we voor elke uitzetting onze eigen risicoanalyse doen en daar worden meerdere veiligheidsaspecten in gewogen.” Die analyse heeft geleid tot het besluit.

Medewerkers van de DT&V gingen op zoek naar een vlucht van een buitenlandse luchtvaartmaatschappij een dag later, op 8 september. Dat leverde resultaat op: om 13.15 uur zouden de twee op het vliegtuig stappen. Maar zover kwam het nooit. Die nacht verdwenen Lili en Howick.

Fouten

Later bleek dat ze in het huis van hun opa en oma in Wijchen hadden verbleven, wat al bekend was bij instanties, en daarna naar een onbekende bestemming waren gebracht. Kort nadat toenmalig staatssecretaris Harbers de kinderen uit veiligheidsoverwegingen alsnog een verblijfsvergunning had gegeven, doken ze op.De precieze toedracht van de verdwijning blijft onduidelijk, maar vorige maand werd bevestigd dat meerdere instanties fouten hebben gemaakt bij de zaak.
INSPECTIE JUSTITIE EN VEILIGHEIDMINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID’RAPPORT HET VERTREKPROCES VAN DE ARMEENSE KINDEREN

https://www.inspectie-jenv.nl/Publicaties/rapporten/2019/11/05/het-vertrekproces-van-de-armeense-kinderen[3]

Royal Dutch Airlines@KLMAls antwoord op @lodewijkhofKLM heeft vervoersplicht als de autoriteiten iemand uitzetten. >>11:16 a.m. · 11 apr. 2017·Salesforce – Social Studio

[4]

”Onze referentie:6397669001Geachte mevrouw Essed,
Vriendelijk dank voor uw bericht. We waarderen uw bezorgdheid. Vanwege privacy en veiligheidsredenen kunnen we niet bevestigen dat deze persoon met ons reist. Het is overigens niet ongebruikelijk dat luchtvaartmaatschappijen in opdracht van de autoriteiten passagiers vervoeren. KLM is daar geen uitzondering op. Voor vragen en opmerkingen over het overheidsbeleid verwijzen we naar de autoriteiten.
Verder zal ik niet inhoudelijk ingaan op uw email.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groet,
PASSENGER BUSINESSMw. T.van der Linde
Customer Care
KLM Nederland
DEZE KLM REACTIE STAAT VERMELD IN MIJN VOLGENDE BRIEF, DIE EEN ANTWOORD IS OP BOVENSTAANDE KLM REACTIE
KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN UITZETTING SOMALISCHE VLUCHTELING/REACTIE OP BRIEF KLMASTRID ESSED3 MEI 2013
https://www.astridessed.nl/klm-medeplichtigheid-aan-uitzetting-somalische-vluchtelingreactie-op-brief-klm-2/

[5]
NAAR AANLEIDING VAN MIJN ONDERSTAANDE BRIEF REAGEERDE DE KLM/ZIE VOOR REACTIE KLM, NOOT 4
MEDEPLICHTIGHEID KLM AAN UITZETTING SOMALISCHE VLUCHTELING NAAR ONVEILIG SOMALIEASTRID ESSED23 APRIL 2013
https://www.astridessed.nl/medeplichtigheid-klm-aan-uitzetting-somalische-vluchteling-naar-onveilig-somalie/

[6] 

MEDEPLICHTIGHEID KLM AAN UITZETTING SOMALISCHE VLUCHTELING NAAR ONVEILIG SOMALIEASTRID ESSED23 APRIL 2013
https://www.astridessed.nl/medeplichtigheid-klm-aan-uitzetting-somalische-vluchteling-naar-onveilig-somalie/

[7]

ZIE NOOT 2

[8]

Wat zijn de verplichtingen van vervoersondernemingen?

De Vreemdelingenwet somt de verplichtingen op van vervoersondernemingen (luchtvaartmaatschappijen zoals de KLM, maar ook botennaar Engeland of busmaatschappijen):

  • zij moeten het nodige doen om te voorkomen dat vreemdelingen zonder toestemming naar Nederland komen; controles aan de incheckbalie gaan niet alleen over of u een ticket heeft, maar ook over de vraag of u een Nederlands paspoort heeft, of een visum als dat vereist is (artikel 4 lid 1 Vw);
  • op bepaalde, speciaal aangewezen vluchten is het verplicht om kopieën te maken van de reisdocumentenvan de passagiers (artikel 4 lid 2 Vw);
  • er kan gevraagd worden gegevens over de passagiers en de bemanning aan de grensbewaking te geven (artikel 4 lid 3 Vw);
  • als vreemdelingen aan de grens (in de praktijk vooral: op Schiphol) worden geweigerd, moet de luchtvaartmaatschappij hen weer mee terugnemen en ze gratis naar een plek buiten Nederland brengen (artikel 65 lid 1 onder a Vw; gratis: zie artikel 65 lid 2 Vw);
  • als vreemdelingen binnen zes maanden nadat ze zijn binnengekomen worden aangehouden, moet de vervoersmaatschappij waarmee ze zijn gekomen ze gratis naar een plek buiten Nederland brengen (artikel 65 lid 1 onder b Vw; gratis:zie artikel 65 lid 2 Vw).”

VERBLIJFBLOGMOET KLM MEEWERKEN AAN DE VERWIJDERING VAN AFGEWEZEN ASIELZOEKERS?
MAARTEN DEN HEIJERJORRIT RIJPMATHOMAS SPIJKERBOER
http://verblijfblog.nl/?p=2707

[9]

””Is er een verplichting om mee te werken aan uitzettingen?Met betrekking tot een eventuele verplichting om mee te werken met uitzettingen, is Hoofdstuk 5, paragraaf C van Annex 9 van het Verdrag van Chicago relevant. Deze paragraaf ziet specifiek op “deportees”, en moet worden gelezen in samenhang met de niet-bindende Guidelines die IATA (de internationale organisatie van luchtvaartmaatschappijen) opstelde over de verwijdering van “deportees”. Echter, nergens wordt er een verplichting aan luchtvaartmaatschappijen opgelegd om mee te werken aan het uitvoeren van uitzettingen. Daar waar sprake is van een “deportation order”, gaat het om het bevel aan de vreemdeling om te vertrekken, niet om een bevel aan de luchtvaartmaatschappij om uit te zetten. De Guidelines definiëren zo’n “order” als: “A written order, issued by the competent authorities of a State and served upon a deportee, directing that person to leave that State” (cursivering toegevoegd), een terugkeerbesluit dus. Ook is sprake van “making arrangements with an aircraft operator for the removal of a deportee” (punt 5.19). Hieruit blijkt dat medewerking plaatsvindt op basis van een overeenkomstmet de vervoerder, niet op basis van een verplichtingvan de vervoerder.’ 

VERBLIJFBLOGMOET KLM MEEWERKEN AAN DE VERWIJDERING VAN AFGEWEZEN ASIELZOEKERS?
MAARTEN DEN HEIJERJORRIT RIJPMATHOMAS SPIJKERBOER
http://verblijfblog.nl/?p=2707

TEKST

Een meerderheid in de Tweede Kamer wil dat het Kinderpardon wordt verruimd en dat in afwachting daarvan de betreffende kinderen niet worden uitgezet. Staatssecretaris Harbers wil de uitzetting niet opschorten en KLM voert aan dat het moet mee werken. Bestaat er zo’n verplichting voor luchtvaartmaatschappijen?

Door Maarten den Heijer, Jorrit Rijpma  en Thomas Spijkerboer

Staatssecretaris Harbers wil geen verruiming van het Kinderpardon, en wil daarom ook geen uitzettingen opschorten. Er is een moreel beroep gedaan op de KLM om niet mee te werken aan de uitzetting van kinderen die onder het pardon zouden kunnen vallen. De KLM voert aan dat zij op basis van haar vervoersplicht geen andere keuze heeft dan mee te werken aan uitzettingen. Rust op luchtvaartmaatschappijen de verplichting uitzettingen te faciliteren?

Wat zijn de verplichtingen van vervoersondernemingen?
De Vreemdelingenwet somt de verplichtingen op van vervoersondernemingen (luchtvaartmaatschappijen zoals de KLM, maar ook botennaar Engeland of busmaatschappijen):

  • zij moeten het nodige doen om te voorkomen dat vreemdelingen zonder toestemming naar Nederland komen; controles aan de incheckbalie gaan niet alleen over of u een ticket heeft, maar ook over de vraag of u een Nederlands paspoort heeft, of een visum als dat vereist is (artikel 4 lid 1 Vw);
  • op bepaalde, speciaal aangewezen vluchten is het verplicht om kopieën te maken van de reisdocumentenvan de passagiers (artikel 4 lid 2 Vw);
  • er kan gevraagd worden gegevens over de passagiers en de bemanning aan de grensbewaking te geven (artikel 4 lid 3 Vw);
  • als vreemdelingen aan de grens (in de praktijk vooral: op Schiphol) worden geweigerd, moet de luchtvaartmaatschappij hen weer mee terugnemen en ze gratis naar een plek buiten Nederland brengen (artikel 65 lid 1 onder a Vw; gratis: zie artikel 65 lid 2 Vw);
  • als vreemdelingen binnen zes maanden nadat ze zijn binnengekomen worden aangehouden, moet de vervoersmaatschappij waarmee ze zijn gekomen ze gratis naar een plek buiten Nederland brengen (artikel 65 lid 1 onder b Vw; gratis:zie artikel 65 lid 2 Vw).

Deze Nederlandse bepalingen vormen voor het overgrote deel de omzetting in Nederlands recht van Europeesrechtelijke verplichtingen. Artikel 26 lid 1 onder a van de Schengen Uitvoeringsovereenkomst en artikel 3 van Richtlijn 2001/51 zeggen dat een vervoerder een geweigerde vreemdeling die hij zelf heeft aangevoerd moet terugnemen en ergens anders heen moet brengen.

Die bepalingen zijn in lijn met het internationale recht. De toepasselijke regeling is te vinden in hoofdstuk 5, paragraaf B van Annex 9 bij het Verdrag van Chicago over de burgerluchtvaart. Die bevat een verplichting voor de luchtvaartmaatschappij om aan de grens geweigerde vreemdelingen mee terug te nemen (punt 5.11). Maar ook hier gaat het enkel over vreemdelingen die die luchtvaartmaatschappij zelf heeft aangevoerd, zogenaamde “inadmissible persons”. Punt 5.11 ziet immers specifiek op iemand die wordt “teruggebracht” naar de luchtvaartmaatschappij (“returned to the aircraftoperator for removal from the State”, punt 5.9, cursivering toegevoegd). 

Is er een verplichting om mee te werken aan uitzettingen?
Met betrekking tot een eventuele verplichting om mee te werken met uitzettingen, is Hoofdstuk 5, paragraaf C van Annex 9 van het Verdrag van Chicago relevant. Deze paragraaf ziet specifiek op “deportees”, en moet worden gelezen in samenhang met de niet-bindende Guidelines die IATA (de internationale organisatie van luchtvaartmaatschappijen) opstelde over de verwijdering van “deportees”. Echter, nergens wordt er een verplichting aan luchtvaartmaatschappijen opgelegd om mee te werken aan het uitvoeren van uitzettingen. Daar waar sprake is van een “deportation order”, gaat het om het bevel aan de vreemdeling om te vertrekken, niet om een bevel aan de luchtvaartmaatschappij om uit te zetten. De Guidelines definiëren zo’n “order” als: “A written order, issued by the competent authorities of a State and served upon a deportee, directing that person to leave that State” (cursivering toegevoegd), een terugkeerbesluit dus. Ook is sprake van “making arrangements with an aircraft operator for the removal of a deportee” (punt 5.19). Hieruit blijkt dat medewerking plaatsvindt op basis van een overeenkomst met de vervoerder, niet op basis van een verplichting van de vervoerder.

Punt 5.19.1 bevestigt enkel de regel dat de luchtvaartmaatschappij en de gezagvoerder (zelfs als de luchtvaartmaatschappij een ticket heeft verkocht om een vreemdeling mee uit te zetten) altijd het laatste woord houden ten aanzien van de veiligheid aan boord en van de vlucht zelf, en dat zij indien deze in geding is verdere medewerking aan uitzettingen mogen stopzetten. Daartoe hebben piloten uitgebreide bevoegdheden gekregen in het Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen (Verdrag van Tokio, artikelen 6 t/m 10). Dit wordt ook onderstreept in de Guidelines (punt 1.2), die stellen dat de overeenkomst tussen de uitzettende staat en de luchtvaartmaatschappij niets afdoet aan de bevoegdheid van de gezagvoerder. Piloten van Lufthansa weigeren regelmatig mee te werken aanuitzettingen, en die bevoegdheid hebben ze.

Een luchtvaartmaatschappij heeft dus de verplichting om mee te werken aan de deportatie van vreemdelingen, maar alleen

  1. als die maatschappij de vreemdelingen zelf heeft aangevoerd, en
  2. als die vreemdelingen meteen na aankomst worden geweigerd, of als die vreemdelingen maximaal zes maanden na aankomst worden aangehouden en dan worden teruggestuurd.

Is er een andere verplichting voor vervoerders om mee te werken aan uitzettingen?
Behalve als het gaat om de verplichtingen die hierboven werden beschreven, hoeven vervoersmaatschappijen geen overeenkomsten te sluiten met staten die vreemdelingen willen uitzetten. Dat vloeit alleen al voort uit de contractsvrijheid die ook vervoersmaatschappijen hebben. De vervoersplicht waar de KLM zich op beroept, die inhoudt dat een passagier die een geldig ticket heeft in principe dient te worden vervoerd, beschermt de gerechtvaardigde belangen van de passagier die zelf wil vliegen, en dus bijvoorbeeld niet enkel op grond van een lichamelijke beperking aan de gate geweigerd kan worden. De vervoersplicht beschermt niet de belangen van de uitzettende staat. Als een luchtvaartmaatschappij geen ticket verkoopt aan een staat voor een uit te zetten vreemdeling, ontstaat ook geen vervoersplicht. Virgin Atlantic weigert sinds vorige zomer deportaties uit te voeren, net als verschillende Amerikaanse maatschappijen.

Kortom: behalve de wettelijke verplichtingen zoals die zijn neergelegd in de Vreemdelingenwet zijn luchtvaartmaatschappijen niet verplicht om mee te werken aan uitzettingen. Zoals de Nederlandse Vreemdelingencirculaire het in paragraaf A1/9 treffend zegt: “De vervoerder is verplicht om een vreemdeling die hij naar Nederland heeft vervoerd en aan wie de toegang tot het Schengengebied is geweigerd, op aanwijzing van de ambtenaar belast met de grensbewaking terug te brengen naar een plaats buiten het Schengengebied.” Tot het terugbrengen van anderen zijn vervoerders niet verplicht.

Vallen potentiële pardonkinderen onder de wettelijke vervoersverplichting?
Sowieso zou het alleen gaan om kinderen die met de KLM naar Nederland zijn gevlogen. Met andere kinderen (hier geboren, over land of met een andere luchtvaartmaatschappij gearriveerd) heeft de KLM immers niets te maken.

Maar ook voor kinderen die per KLM zijn gekomen is het niet goed voorstelbaar dat de KLM verplicht is ze terug te brengen. Kinderen die onder het nieuwe pardon zouden kunnen vallen zijn immers al een hele tijd in Nederland. De verplichting om mensen terug te brengen geldt alleen als mensen hier met de betreffende luchtvaartmaatschappij zijn aangekomen en vervolgens maximaal zes maanden na binnenkomst zijn aangehouden (artikel 65 lid 1 Vw). Het is eigenlijk uitgesloten dat kinderen die korter dan zes maanden geleden naar Nederland zijn gekomen (we hebben het dan over de late zomer van 2018) onder het nieuwe pardon zouden gaan vallen.

De conclusie is daarom: op grond van de wet zijn luchtvaartmaatschappijen, en dus ook de KLM, niet verplicht om mee te werken aan de verwijdering van kinderen die mogelijk onder het nieuwe Kinderpardon vallen. Mogelijk heeft de KLM, los van een wettelijke verplichting, een overeenkomst met de Nederlandse staat gesloten, waarin zij zich verplicht tot het vervoeren van iedereen die Nederland wil uitzetten. In dat geval heeft de KLM zich dus enkel zelf gebonden en zou zij dit contract kunnen beëindigen als zij dat wil.Maarten den Heijer is universitair docent internationaal recht aan de Universiteit Amsterdam, Jorrit Rijpma is universitair hoofddocent Europees recht aan de Universiteit Leiden en Thomas Spijkerboer is hoogleraar migratierecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

[10] 

WEBSITE ASTRID ESSEDKLM
https://www.astridessed.nl/?s=KLM

EN ZIE OOK

KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN UITZETTING VAN DE HEERR JYAQOBE NAAR ONVEILIG AFGHANISTAN/BRIEF AAN KLMASTRID ESSEDhttps://www.astridessed.nl/klm -medeplichtigheid-aan-uitzetti ng-van-de-heer-r-jyaqobe-naar- onveilig-afghanistanbrief-aan- klm/KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN DE UITZETTING VANDE HEER FEDA MOHAMMED AMIRI NAAR ONVEILIG AFGHANISTAN/BRIEF AAN KLMASTRID ESSEDhttps://www.astridessed.nl/klm -medeplichtigheid-aan-uitzetti ng-van-de-heer-feda-mohammed-a miri-naar-onveilig-afghanistan brief-aan-klm/KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN UITZETTING VAN DE HEER A NAARONVEILIG AFGHANISTAN/BRIEF AAN KLMASTRID ESSEDhttps://www.astridessed.nl/klm -medeplichtigheid-aan-uitzetti ng-van-de-heer-a-naar-onveilig -afghanistanbrief-aan-klm/KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN UITZETTING VAN EEN 24 JARIGEAFGHAANSE VLUCHTELING NAAR ONVEILIG AFGHANISTAN/BRIEF AAN KLMASTRID ESSEDhttps://www.astridessed.nl/klm – medeplichtigheid-aan- uitzetting-van-een-24-jarige- afghaanse-vluchteling-naar- onveilig-afghanistanbrief-aan- klm/KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN UITZETTING FAMILIE N NAAR ONVEILIG AFGHANISTANOP MAANDAG 29 JULI/BRIEF AAN KLMASTRID ESSEDhttps://www.astridessed.nl/klm – medeplichtigheid-aan- uitzetting-familie-n-naar- onveilig-afghanistan-op- maandag-29-julibrief-aan-klm/KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN UITZETTING DE HEER M.N. NAAR ONVEILIG AFGHANISTANOP 28 JULI/BRIEF AAN KLMASTRID ESSEDhttps://www.astridessed.nl/klm – medeplichtigheid-aan- uitzetting-de-heer-m-n-naar- onveilig-afghanistan-op-28- julibrief-aan-klm/KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN UITZETTING FAWAD HUSSEINIOP ZATERDAG 15 JUNI NAAR ONVEILIG AFGHANISTAN/BRIEFAAN DE KLMhttps://www.astridessed.nl/klm – medeplichtigheid-aan- uitzetting-fawad-husseni-op- zaterdag-15-junibrief-aan-de- klm/KLM MEDEPLICHTIGHEID AAN UITZETTING YASSIR S NAAR ONVEILIGAFGHANISTAN/BRIEF AAN DE KLMASTRID ESSEDhttps://www.astridessed.nl/klm – medeplichtigheid-aan- uitzetting-yassir-s-naar- onveilig-afghanistanbrief-aan- de-klm/UITZETTING PARWAIS SANGARI NAAR AFGHANISTAN/BRIEF AAN DE KLMASTRID ESSEDhttps://www.astridessed.nl/201 2parwais-sangari-uitgezet-onda nks-protestgewetenloosheid-bel gische-staat-en-klmbrief-aan-k lm/

[11]
”KLM weigerde vorig jaar september mee te werken aan de uitzetting van de Armeense kinderen Lili en Howick. Op de avond voor hun vertrek annuleerde de luchtvaartmaatschappij hun tickets.”

NRCKLM WEIGERDE MEE TE WERKEN AAN UITZETTING LILI EN HOWICK6 DECEMBER 2019
https://www.nrc.nl/nieuws/2019/12/06/klm-weigerde-mee-te-werken-aan-uitzetting-lili-en-howick-a3982909

”De directeur-generaal van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) kreeg de avond voor uitzetting om 19.30 uur een telefoontje van een directeur van KLM. Die vertelde dat de luchtvaartmaatschappij niet zou meewerken aan het vertrek van de twee.”

NOSKLM WEIGERDE LILI EN HOWICK TE VERVOEREN BIJ UITZETTING6 DECEMBER 2019
https://nos.nl/artikel/2313460-klm-weigerde-lili-en-howick-te-vervoeren-bij-uitzetting.html

[12]

”’Waarom de tickets van Lili en Howick geannuleerd werden, is niet bekendgemaakt. „Wat we in algemene zin kunnen melden is dat we vóór elke uitzetting onze eigen risicoanalyse doen en daar worden meerdere veiligheidsaspecten in gewogen”

NRCKLM WEIGERDE MEE TE WERKEN AAN UITZETTING LILI EN HOWICK6 DECEMBER 2019
https://www.nrc.nl/nieuws/2019/12/06/klm-weigerde-mee-te-werken-aan-uitzetting-lili-en-howick-a3982909

[13]

VERBLIJFBLOGMOET KLM MEEWERKEN AAN DE VERWIJDERING VAN AFGEWEZEN ASIELZOEKERS?
MAARTEN DEN HEIJERJORRIT RIJPMATHOMAS SPIJKERBOER
http://verblijfblog.nl/?p=2707

Reacties uitgeschakeld voor Over KLM vervoersplicht/Brief aan KLM over weigering, mee te werken aan uitzetting Lili en Howick/Voorzichtig compliment?

Opgeslagen onder Divers

[Artikel Peter Storm]/Afghanistan, succesverhaal

AFGHANISTAN, SUCCESVERHAAL

WEBSITE PETER STORM
https://www.peterstormt.nl/2019/12/11/afghanistan-succesverhaal/

Geplaatst op 11 december 2019 door ravotr

woensdag 11 november 2019

Wat een verrassing, nietwaar? De Verenigde Staten slagen er maar niet in om de oorlog in Afghanistan tot een goed einde te brengen. En – nu komt het, hou je vast! – verantwoordelijke functionarissen liegen daar over. Ze hebben ons wijs proberen te maken dat het allemaal de goede kant op ging, terwijl ze dondersgoed wisten dat dit niet zo was. Dat is gisteren onthuld door de Washington Post die een verzameling documenten uit het Pentagon naar buiten wist te brengen.

Ben je ook zo verbijsterd? SP-Kamerlid Karabulut wel. ‘Ongelooflijk, schokkend, heftig, heel groot’, zo reageerde ze op de ‘onthullingen’, die voor mensen die de oorlog in Afghanistan een beetje gevolgd hebben natuurlijk helemaal niet verrassend waren. ‘Het is ongelooflijk dat president na president hiervan wist.’(1) Ja, presidenten die zich door het Pentagon laten voorliegen om vervolgens de bevolking voor te liegen zodat de oorlog ongestoord kan worden voortgezet, dat is ook nog nooit eerder vertoond. Nietwaar? Powerpoint, Colin Powell, George Bush, Irak, nooit van gehoord?

En heeft de geachte afgevaardigde Karabulut wel eens van de ‘credibility gap’, de geloofwaardigheidskloof, tijdens de Vietnam-oorlog gehoord? Toen, in de jaren zestig, werd week na week duidelijker dat de Amerikaanse generaals en de president deden alsof de oorlog goed verliep, dat er ‘licht was aan het eind van de tunnel’. Het was tegelijk duidelijk dat het waargenomen licht vooral werd veroorzaakt door napalm en brandende dorpen. De overheidsbewering dat de oorlog goed verliep was niet alleen onwaar. Generaals en opeenvolgende presidenten wisten dat de bewering onwaar was. Het was dus een leugen, en de geloofwaardigheidskloof was daarvan een gevolg. Met de Afghanistan-oorlog gaat het net zo, en dat is al jaren duidelijk. Wat pas echt ongelooflijk is, dat is een Kamerlid van uitgerekend die partij die aldoor tenminste nog een beetje kritisch was over de Nederlandse deelname aan de Afghanistan-oorlog, nu zo verbaasd doet over de systematische leugens van Pentagon en Witte Huis. Een beetje vredesbeweging kan juist nu zeggen: told you so, dit konden we aldoor al zien. Maar ja, waar is zelfs dat beetje vredesbeweging?

De onthullingen liegen er op zich niet om, om eventjes in stijl te blijven. Willens en wetens een oorlog blijven voeren waarvan je ziet dat je die niet wint, roept wel vragen op. Niet de vraag van ‘hoe is het toch mogelijk?’ – alsof generaals, ministeries van oorlog, ministers en staatshoofden ooit waarheidsliefde hebben betracht over de oorlogen die ze voerden. Liegen en bedriegen is deel van hun oorlogsvak. Wel de vraag: ‘wat hoopte Pentagon en Witte Huis met deze oorlog te bereiken?’ Waarom maar doorgaan met een peperdure, mensenverslindende onderneming als de overwinning alsmaar buiten bereik blijft? Vanwaar die koppigheid?

Ik zie twee redenen, misschien meer. Het is waar dat het verklaarde oorlogsdoel – een min of meer veilig Afghanistan met een regering die zich pro-Amerikaans opstelt; geen terugkeer van de Taliban – niet dichterbij komt. De Taliban versterkt zich, en als Amerikaanse en andere Westerse troepen hun hielen zouden liggen, herovert die Taliban de macht zonder al te veel problemen. Als je echter het oorlogsdoel herdefinieert als ‘voorkomen dat de Taliban de macht herovert en dat het land weer gebruikt zou kunnen worden als uitvalsbasis voor bijvoorbeeld Al Qaeda’ – dan ziet het er al heel anders uit. Dat lukt immers wel, als je maar bereid bent eindeloos oorlog te voeren. Succes in deze oorlog is dus niet iets dat aan het eind van die spreekwoordelijke tunnel ligt.

Succes in de oorlog is er, in de optiek van NAVO, Witte Huis en Pentagon, elke dag dat de Taliban niet regeert. Succes is er ook nu in beginnetjes van onderhandelingen tussen Taliban en VS blijkt dat de Taliban best bereid zou zijn om geen gastvrijheid meer te verlenen aan groepen die vanuit Afghanistan vliegtuigen naar flatgebouwen in Amerikaanse steden willen sturen. De Taliban-leiders willen gewoon weer regeren, de bevolking terroriseren en hun zakken vullen met opiumhandel en wat er verder op hun pad komt, vinden die leiders het allang best. Als ze daarvoor de opvolgers van Bin Laden moeten laten vallen en de VS een beetje moeten helpen met het bestrijden van het inmiddels ook in Afghanistan actieve IS/Daesh, dan is dat een prijs die het waard is om betaald te worden, in hun ogen. Als ze maar weer de heersers van Afghanistan mogen worden.

Het is helemaal niet uitgesloten dat de VS met zoiets vroeg of laat toch akkoord gaat. Wie weet kunnen er dan alsnog weer onderhandelingen over gaspijpleidingen gevoerd worden, zoals die tijdens het Taliban-bewind van 1996-2001 ook hebben plaatsgevonden. Stop maar eens ‘Unocal’ en ‘Taliban’ in je zoekmachine, mocht je het prachtige verhaal destijds hebben gemist. Lees het zeer informatieve boek ‘Taliban’ van Ahmed Rashid er ook maar eens op na, dat is sowieso nuttig leesvoer. Struikelblok destijds in de onderhandelingen was: de Taliban-steun aan Al Qaeda. Maar Bin Laden is intussen dood, en de Taliban kan een geactiveerd Al Qaeda vermoedelijk missen als kiespijn. Misschien neemt het ‘veilige, pro-Westerse Afghanistan’ waar de VS naar verluidt naar streeft nog eens de vorm aan van een nieuw Taliban-bewind.

Maar zoiets kun je natuurlijk niet hardop zeggen, zolang je nog hoopt dat je dit kunt voorkomen en via militaire macht bijvoorbeeld een coalitie tussen Taliban en zittende regering denkt af te kunnen dwingen. Daarmee is dan ook een flink stuk leugenachtigheid verklaard. Want wie gaat de oorlog nog steunen als het Witte Huis en het Pentagon gewoon zouden zeggen: ‘wij doen dit allemaal om het land vroeg of laat toch maar weer aan de Taliban over te dragen, we willen alleen wat voorwaarden daaraan stellen’? Dus houden ze de schijn op dat de Taliban via militair machtsvertoon op de knieën kan worden gedwongen.

Maar er is een tweede factor. Die oorlog is een geldverslindende operatie, dat is waar. De boel heeft minstens een biljoen dollar gekost, waarschijnlijk veel meer.(2) In het Engels heet dat een ‘trillion’, en het is een miljoen miljoen, een 1 met 12 nullen (het Europese ‘triljoen’ is nog veel meer, namelijk een 1 met 18 nullen).(3) Hoe dan ook, een miljoen keer miljoen is heel veel geld. Maar wat voor belastingbetalers en overheid een grote kostenpost is, dat is voor bedrijven een verdienmodel en voor al die kolonels en generaals en bureaucraten een carrièreperspectief. Al die afgeschoten munitie vertaalt zich in vervangingsorders. Al die noodzakelijke bataljons vertalen zich in officiersbanen.

Dat die oorlog eindeloos voortduurt, garandeert dat die orders blijven komen en de carrières voortgang vinden. Waarom een eind maken aan zoiets lucratiefs?(4) Dus gaat de oorlog eindeloos door. De overwinning zit in die oorlog zelf, niet in dat hersenspinnige eindresultaat aan het einde van welke fictieve tunnel dan ook. De echte nederlaag die het Pentagon en het Witte Huis te vrezen hebben, kan niet worden toegebracht door de Taliban maar door de bevolking van de VS zelf, als die weigert nog langer aan deze grootschalige en bloedige en misdadige zwendel mee te doen.

Noten:

1 Guus Dietvorst, ‘Oorlog in Afghanistan niet te winnen? Tweede Kamer wil een debat’, 10 december 2019, https://nos.nl/artikel/2314153-oorlog-in-afghanistan-niet-te-winnen-tweede-kamer-wil-een-debat.html

2 Ben Armbruster, ‘ The Afghanistan war is more than a $ trillion mistake. It is a travesty’, https://www.theguardian.com/commentisfree/2019/dec/10/the-afghanistan-war-is-more-than-a-1-trillion-mistake-its-a-travesty

3 Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Triljoen

4 Met dank aan Rene van Wanrooij, die een sortgelijke gedachtegang op Facebook al naar voren bracht.

Peter Storm

Reacties uitgeschakeld voor [Artikel Peter Storm]/Afghanistan, succesverhaal

Opgeslagen onder Divers

Veroordeling D. Bouterse tot 20 jaar gevangenisstraf/Publicatie Ingezonden stuk door Suriname Herald!

VEROORDELING D. BOUTERSE TOT 20 JAAR GEVANGENISSTRAF/PUBLICATIE INGEZONDEN STUK DOOR SURINAME HERALD!

Image result for 15 brandende kaarsen/Foto's

EEN BRANDENDE KAARS VOOR DE SLACHTOFFERSVAN DE DECEMBERMOORDEN/OM NIET TE VERGETEN

Monument op Fort Zeelandia, op 8 december 2009 onthuld door president Ronald Venetiaan


MONUMENT VOOR DE SLACHTOFFERS [METHUN NAMEN] VAN DEDECEMBERMOORDEN IN SURINAME OP FORTZEELANDIA, WAAR ZE ZIJN GEEXECUTEERD

https://nl.wikipedia.org/wiki/Decembermoorden
Image result for Bouterse/Images
Image result for Bouterse/Images

SURINAME’S PRESIDENT D. BOUTERSE, EX DICTATOR, EX LEGERBEVELHEBBER EN VERANTWOORDELIJKE VOOR DE DECEMBERMOORDEN, VEROORDEELD TOT 20 JAAR GEVANGENISSTRAF/OVERWINNING VOOR DE RECHTSSTAAT!

https://www.parool.nl/wereld/veroordeling-bouterse-is-gerechtigheid-en-prestatie-surinaamse-rechtsstaat~b8c6c72e/

PUBLICATIE IN SURINAME HERALD!

VOORAF
Zoals u weet, lezers, heb ik onlangs aan een aantal Nederlandse, Belgische en Surinaamse kranten een Ingezonden Stuk toegestuurd over de veroordeling van Suriname’s president D Bouterse, ex dictator en legerbevelhebber, tot 20 jaar gevangenisstraf vanwege zijn aandeel in de Decembermoorden in 1982, waarbij 15 tegenstanders van het regime Bouterse standrechtelijk werden geexecuteerd
Zie

https://www.astridessed.nl/bouterse-veroordeeld-tot-20-jaar-cel-voor-decembermoorden-veroordeling-bouterse-overwinning-voor-de-surinaamse-democratische-rechtsstaat-ingezonden-stuk/
EN ARTIKEL

Het is dan ook verheugend om te constateren, dat de Surinaamse krant Suriname Herald mijn Ingezonden Stuk heeft gepubliceerd!
Zie direct hieronder
RECHT EN WAARHEID MAKEN VRIJ!

Astrid Essed

INGEZONDEN STUK OVER DE VEROORDELING VAN D BOUTERSE
https://www.astridessed.nl/bouterse-veroordeeld-tot-20-jaar-cel-voor-decembermoorden-veroordeling-bouterse-overwinning-voor-de-surinaamse-democratische-rechtsstaat-ingezonden-stuk/

PUBLICATIE INGEZONDEN STUK DOOR SURINAME HERALD 

VEROORDELING BOUTERSE OVERWINNING SURINAAMSE DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT
https://www.srherald.com/ingezonden/2019/12/12/veroordeling-bouterse-overwinning-surinaamse-democratische-rechtsstaat/

De veroordeling van president Desi Bouterse, ex-dictator en legerbevelhebber, tot 20 jaar gevangenisstraf voor de Decembermoorden, waarbij 15 tegenstanders van zijn militaire regime zonder vorm van proces werden geëxecuteerd, is een groot compliment voor de Surinaamse rechterlijke macht. Want het komt maar zelden voor, dat een president tijdens zijn ambtsperiode wordt veroordeeld voor misdaden op dit niveau.

Ook is die veroordeling een grote overwinning voor de rechtsstaat in Suriname, die een ernstige knauw heeft gekregen door de straffeloosheid, op het hoogste niveau, van deze ernstige misdaden.

Een terugblik in de recente geschiedenis, want Desi Bouterse heeft meer misdrijven op zijn kerfstok, zoals arrestaties op vage gronden, slechte detentieomstandigheden en mishandelingen van politici uit “de oude politiek” die vóór de militaire coup aan de macht waren. Arrestaties op vage gronden en slechte detentieomstandigheden van “dissidente” militairen, militairen met wie Bouterse c.s. politieke meningsverschillen had. De standrechtelijke executie van sergeant-majoor Hawker na een poging tot een tegencoup in maart 1982, geëxecuteerd, gewond op zijn brancard op televisiebeelden getoond. De massaslachting onder bewoners van het dorp Moiwana tijdens de Binnenlandse Oorlog (1986-1992) tussen Bouterse en voormalig lijfwacht Ronnie Brunswijk, waarbij tenminste 50 mensen werden gedood.
En uiteraard de Decembermoorden, waarvoor hij nu is veroordeeld.

Of Bouterse ook daadwerkelijk de gevangenis ingaat, weten we nu natuurlijk nog niet, maar die veroordeling is een belangrijk signaal tot herstel van de democratische rechtsstaat in Suriname.

Astrid Essed

Reacties uitgeschakeld voor Veroordeling D. Bouterse tot 20 jaar gevangenisstraf/Publicatie Ingezonden stuk door Suriname Herald!

Opgeslagen onder Divers

Bouterse veroordeeld tot 20 jaar cel voor Decembermoorden/Veroordeling Bouterse overwinning voor de Surinaamse democratische rechtsstaat/Ingezonden Stuk

BOUTERSE VEROORDEELD TOT 20 JAAR VOOR DECEMBERMOORDEN/VEROORDELING BOUTERSE OVERWINNING SURINAAMSE RECHTSSTAAT/INGEZONDEN STUK

Image result for 15 brandende kaarsen/Foto's

EEN BRANDENDE KAARS VOOR DE SLACHTOFFERSVAN DE DECEMBERMOORDEN/OM NIET TE VERGETEN

Monument op Fort Zeelandia, op 8 december 2009 onthuld door president Ronald Venetiaan


MONUMENT VOOR DE SLACHTOFFERS [METHUN NAMEN] VAN DEDECEMBERMOORDEN IN SURINAME OP FORTZEELANDIA, WAAR ZE ZIJN GEEXECUTEERD

https://nl.wikipedia.org/wiki/Decembermoorden
Image result for Bouterse/Images
Image result for Bouterse/Images

SURINAME’S PRESIDENT D. BOUTERSE, EX DICTATOR, EX LEGERBEVELHEBBER EN VERANTWOORDELIJKE VOOR DE DECEMBERMOORDEN, VEROORDEELD TOT 20 JAAR GEVANGENISSTRAF/OVERWINNING VOOR DE RECHTSSTAAT!

https://www.parool.nl/wereld/veroordeling-bouterse-is-gerechtigheid-en-prestatie-surinaamse-rechtsstaat~b8c6c72e/https://www.astridessed.nl/vergeet-nooit-de-decembermoorden-veroordeling-bouterse-overwinning-voor-de-democratische-rechtsstaat/

VOORAF

Zoals de oplettende lezer gezien heeft, heb ik onlangs een stuk geschreven, waarbij ik mijn grote voldoening uitsprak over de veroordeling van de Surinaamse president D. Bouterse, ex dictator en legerbevelhebber, vanwege de in 1982 tijdens zijn regime gepleegde Decembermoorden, waarbij 15 tegenstanders zonder vorm van proces werden geexecuteerd, na eerst te zijn gefolterd. [1]
Ook heb ik in mijn stuk deze moedige mannen, die zich verzetten tegen Bouterse’s regime, herdacht en hen met naam en toenaam genoemd. [2]
Maar dat was mij nog niet genoeg.
In een aan een aantal Nederlandse, Surinaamse en Belgische kranten toegestuurd Ingezonden Stuk heb ik nogmaals mijn voldoening over de veroordeling van Bouterse, die een grote overwinning voor het herstel van de Surinaamse rechtsstaat is, uitgesproken.
Omdat ik natuurlijk niet weet, of het ook daadwerkelijk wordt gepubliceerd, hierbij met u gedeeld, lezers.
Zie mijn Ingezonden Stuk direct hieronderEn daaronder het notenapparaat.
RECHT EN WAARHEID MAKEN VRIJ!
Astrid Essed

INGEZONDEN STUK

Ingezonden Stuk
De veroordeling van de Surinaamse president D. Bouterse, ex-dictator en legerbevelhebber tot 20 jaar gevangenisstraf voor de Decembermoorden [1982], waarbij 15 tegenstanders van zijn militaire regime zonder vorm van proces werden geexecuteerd, is een groot compliment voor de Surinaamse rechterlijke macht.Want het komt maar zelden voor, dat een president tijdens zijn ambtsperiode wordt veroordeeld voor misdaden op dit niveau.Ook is die veroordeling een grote overwinning voor de rechtsstaat in Suriname, die een ernstige knauw gekregen heeft door de straffeloosheid, op het hoogste niveau, van deze ernstige misdaden.Een terugblik  in de recente geschiedenis, want D. Bouterse heeft meer misdrijven op zijn kerfstok, zoals:Arrestaties op vage gronden, slechte detentieomstandigheden en mishandelingen van politici uit ”de oude politiek” [aan de macht voor de militaire coup]Arrestaties op vage gronden en slechte detentieomstandigheden van ”dissidente” militairen [militairen met wie Bouterse cs politieke meningsverschillen hadden]Standrechtelijke executie van sergeant-majoor Hawker na een poging tot een tegencoup [maart 1982, geexecuteerd, gewond op zijn brancard, op TV  beelden getoond.]Massaslachting onder bewoners van het dorp Moiwana tijdens de Binnenlandse Oorlog [1986-1992] tussen Bouterse en voormalig lijfwacht R Brunswijk , waarbij tenminste 50 mensen werden gedood.En uiteraard de Decembermoorden, waarvoor hij nu is veroordeeld.Of Bouterse ook daadwerkelijk de gevangenis ingaat, weten we nu natuurlijk nog niet, maar die veroordeling is een belangrijk signaal tot herstel van de democratische rechtsstaat in Suriname.

Astrid EssedAmsterdam

NOTEN BIJ ”VOORAF”

[1]

VERGEET NOOIT DE DECEMBERMOORDEN!/VEROORDELING BOUTERSE OVERWINNING DEMOCRATISCHE RECHTSSTAATASTRID ESSED10 DECEMBER 2019

WIKIPEDIADECEMBERMOORDEN

https://nl.wikipedia.org/wiki/Decembermoorden

[2]

JOHN BABOERAM, ADVOCAAT

WIJ GEDENKEN U

BRAM BEHR, JOURNALIST EN STRIJDER VOOR SOCIALE GERECHTIGHEID

WIJ GEDENKEN U

CYRILL DAAL, VOORZITTER VAN VAKBOND MOEDERBOND

WIJ GEDENKEN U

KENNETH CONCALVES, ADVOCAAT EN PRESIDENT VAN DE ORDE VAN ADVOCATEN

WIJ GEDENKEN U

EDDY HOOST, ADVOCAAT

WIJ GEDENKEN U

ANDRE KAMPERVEEN, SPORTMAN, EIGENAAR VAN ABC RADIO, VICEPRESIDENT VAN DE FIFA

WIJ GEDENKEN U

GERARD LECKIE, PSYCHOLOOG EN DECAAN AAN DE UNIVERSITEIT VAN SURINAME

WIJ GEDENKEN U

SUGRIM OEMRAWSINGH, WIS EN NATUURKUNDIGE EN VOORMALIG PARLEMENTSLID

WIJ GEDENKEN U

LESLEY RAHMAN, JOURNALIST EN STRIJDER VOOR SOCIALE GERECHTIGHEID

WIJ GEDENKEN U

SURENDRE RAMBOCUS, MILITAIR, BETROKKEN BIJ DE TEGENCOUP TEGEN D. BOUTERSE

WIJ GEDENKEN U

HAROLD RIEDEWALD, ADVOCAAT

WIJ GEDENKEN U

JIWANSINGH SHEOMBAR, BETROKKEN BIJ DE TEGENCOUP TEGEN D BOUTERSE

WIJ GEDENKEN U

JOSEPH SLAGVEER, JOURNALIST EN DIRECTEUR VAN NIEUWSAGENTSCHAP INFORMA

WIJ GEDENKEN U

ROBBY SOHANSINGH, ONDERNEMER

WIJ GEDENKEN U

FRANK WIJNGAARDE, JOURNALIST EN RADIO OMROEPER BIJ 

ABC RADIO

WIJ GEDENKEN UWIJ ZULLEN U NIET VERGETEN!

VERGEET NOOIT DE DECEMBERMOORDEN!/VEROORDELING BOUTERSE OVERWINNING DEMOCRATISCHE RECHTSSTAATASTRID ESSED10 DECEMBER 2019

Reacties uitgeschakeld voor Bouterse veroordeeld tot 20 jaar cel voor Decembermoorden/Veroordeling Bouterse overwinning voor de Surinaamse democratische rechtsstaat/Ingezonden Stuk

Opgeslagen onder Divers

Vergeet nooit de Decembermoorden/Veroordeling Bouterse overwinning voor de democratische rechtsstaat

VERGEET NOOIT DE DECEMBERMOORDEN!/VEROORDELING BOUTERSE OVERWINNING VOOR DE DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT!

Image result for 15 brandende kaarsen/Foto's

EEN BRANDENDE KAARS VOOR DE SLACHTOFFERSVAN DE DECEMBERMOORDEN/OM NIET TE VERGETEN

Monument op Fort Zeelandia, op 8 december 2009 onthuld door president Ronald Venetiaan


MONUMENT VOOR DE SLACHTOFFERS [METHUN NAMEN] VAN DEDECEMBERMOORDEN IN SURINAME OP FORTZEELANDIA, WAAR ZE ZIJN GEEXECUTEERD

https://nl.wikipedia.org/wiki/Decembermoorden
Image result for Bouterse/Images
Image result for Bouterse/Images

SURINAME’S PRESIDENT D. BOUTERSE, EX DICTATOR, EX LEGERBEVELHEBBER EN VERANTWOORDELIJKE VOOR DE DECEMBERMOORDEN, VEROORDEELD TOT 20 JAAR GEVANGENISSTRAF/OVERWINNING VOOR DE RECHTSSTAAT!

https://www.parool.nl/wereld/veroordeling-bouterse-is-gerechtigheid-en-prestatie-surinaamse-rechtsstaat~b8c6c72e/https://www.astridessed.nl/vergeet-nooit-de-decembermoorden-veroordeling-bouterse-overwinning-voor-de-democratische-rechtsstaat/


Dit jaar is het 37 jaar geleden, dat in de nacht van 7 op 8 december 1982, 15 tegenstanders van het toenmalige militaire regime Bouterse in Fort Zeelandia zonder vorm van proces zijn doodgeschoten, na eerst gefolterd te zijn. [1]Dat mag nooit vergeten worden!
En nu, na 37 jaar, is er eindelijk gerechtigheid te zijn geschied.De Surinaamse president D. Bouterse, voormalig dictator en legerbevelhebber, is door de Krijgsraad veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf! [2]Dit is een grote overwinning voor de rechtsstaat, zelfs als hij niet daadwerkelijkde gevangenis in gaat [3]Ik heb grote bewondering voor de moed van de rechters om in deze omstandigheden [want los van zijn presidentschap is de Lange Arm van Bouterse nog wel degelijk aanwezig!] toch tot dit rechtvaardige vonnis te komen.
Granted:Levenslang was NOG beter geweest [tenslotte is het laffe, meervoudige moord], maar aangezien Bouterse al in de zeventig is [74], betekent twintig jaar feitelijk levenslang. 
Bovendien is er NOG een kant aan deze verheugende ontwikkeling:
Het gebeurt niet vaak, dat een zittende president, een president dus tijdens zijn ambtsperiode, ook daadwerkelijk veroordeeld wordt voor dergelijke ernstige misdaden.Want vergeet niet lezers:Los van het gruwelijke feit van buitengerechtelijke executies, zijn de Decembermoorden gekwalificeerd als misdaden tegen de menselijkheid! [4]

EEN MOMENT OM NOG EENS TERUG TE BLIKKEN IN EEN BLOEDIG DEEL VAN DE SURINAAMSE GESCHIEDENIS, TWINTIGSTE EEUW:
BOUTERSE EN ZIJN MISDADEN/EEN GREEP

A

Onder zijn verantwoordelijkheid als lid van de Nationale Militaire Raad en

vanaf juli 1980 bevelhebber van het leger vallen, arrestaties op vage gronden

en de slechte detentieomstandigheden/mishandelingen van arrestanten onder

detentieomstandigheden onder voormalige politicide zogenaamde oude politiek en ”dissidente” militairen. [5]

B

Standrechtelijke executie van Sergeant Majoor Hawker

In maart 1982 vond een mislukte coup plaats onder leiding van Hawker en Rambocus

Enkele dagen later werd de gewonde Hawker op zijn brancard, voor het oog

van de wereld, standrechtelijk geexecuteerd [6]

Volgens de Geneefse Conventies, het Internationaal Humanitair Oorlogsrecht en de Internationale Mensenrechtenverdragen is een standrechtelijke executie een oorlogsmisdaad!

C

Moiwana/Massaslachting

In het gewapende conflict tussen Bouterse en de leider van het zgn Jungle

Commando, Brunswijk van 1986 tot 1992, zijn aan beide zijden [7] een groot aantal mensenrechtenschendingen

en oorlogsmisdaden gepleegd

De beruchtste is de door het Nationaal Leger onder leiding van Bouterse aangerichte massaslachting

onder de bewoners van Moiwana, een dorp in het binnenland van Suriname,

van wie tientallen werden gedood [8]

Het Inter Amerikaans Hof voor de Mensenrechten veroordeelde Suriname

in 2005 voor de massamoord [9]

Zowel de Decembermoorden als de massaslachting in

Moiwana zijn gekwalificeerd als misdaden tegen de menselijkheid. [10]

EINDE

Natuurlijk, er is meer te benoemen en te zeggen over de fatale periode in de Surinaamse geschiedenis, 20th century style, waarin Bouterse en zijn consorten de macht gehad hebben en angst, dood en verderf hebben gezaaid in Suriname.

Lees daarover meer onder noot 11

Er is ook moedig verzet tegen geweest, zoals het verpleegstersprotest, een groep moedige vrouwen, die daags na de Decembermoorden de straat op gegaan zijn om het Kwaad aan de kaak te stellen. [12]

Er zijn heel wat onbekende, individuele mensen geweest, die grote moed hebben getoond.

Voor hen heb ik diep respect, net zoals voor advocaat mr Spong [13] en Theo Para [14], die, met persoonlijk risico, al die jaren de strijd tegen de dreigende straffeloosheid van Bouterse en co hebben voortgezet.

Maar ik eindig met het noemen en benoemen van de vijtien moedige tegenstanders van D Bouterse, die, lafhartig standrechtelijk geexecuteerd, de hoogste prijs hebben gebracht voor hun recht, te strijden voor een eerlijke rechtsgang, sociale gerechtigheid, een democratische rechtssstaat:

JOHN BABOERAM, ADVOCAAT

WIJ GEDENKEN U

BRAM BEHR, JOURNALIST EN STRIJDER VOOR SOCIALE GERECHTIGHEID

WIJ GEDENKEN U

CYRILL DAAL, VOORZITTER VAN VAKBOND MOEDERBOND

WIJ GEDENKEN U

KENNETH CONCALVES, ADVOCAAT EN PRESIDENT VAN DE ORDE VAN ADVOCATEN

WIJ GEDENKEN U

EDDY HOOST, ADVOCAAT

WIJ GEDENKEN U

ANDRE KAMPERVEEN, SPORTMAN, EIGENAAR VAN ABC RADIO, VICEPRESIDENT VAN DE FIFA

WIJ GEDENKEN U

GERARD LECKIE, PSYCHOLOOG EN DECAAN AAN DE UNIVERSITEIT VAN SURINAME

WIJ GEDENKEN U

SUGRIM OEMRAWSINGH, WIS EN NATUURKUNDIGE EN VOORMALIG PARLEMENTSLID

WIJ GEDENKEN U

LESLEY RAHMAN, JOURNALIST EN STRIJDER VOOR SOCIALE GERECHTIGHEID

WIJ GEDENKEN U

SURENDRE RAMBOCUS, MILITAIR, BETROKKEN BIJ DE TEGENCOUP TEGEN D. BOUTERSE

WIJ GEDENKEN U

HAROLD RIEDEWALD, ADVOCAAT

WIJ GEDENKEN U

JIWANSINGH SHEOMBAR, BETROKKEN BIJ DE TEGENCOUP TEGEN D BOUTERSE

WIJ GEDENKEN U

JOSEPH SLAGVEER, JOURNALIST EN DIRECTEUR VAN NIEUWSAGENTSCHAP INFORMA

WIJ GEDENKEN U

ROBBY SOHANSINGH, ONDERNEMER

WIJ GEDENKEN U

FRANK WIJNGAARDE, JOURNALIST EN RADIO OMROEPER BIJ 

ABC RADIO

WIJ GEDENKEN U

WIJ ZULLEN U NIET VERGETEN!

SLECHTS IN GERECHTIGHEID BERUSTEN

Astrid Essed

NOTEN

[1]

WIKIPEDIADECEMBERMOORDEN

https://nl.wikipedia.org/wiki/Decembermoorden

[2]

ADBOUTERSE TOT TWINTIG JAAR CEL VEROORDEELD VOOR DECEMBERMOORDEN29 NOVEMBER 2019
https://www.ad.nl/binnenland/bouterse-tot-20-jaar-cel-veroordeeld-voor-decembermoorden~a89b7e6f/

TEKST
De Surinaamse president Desi Bouterse is veroordeeld tot 20 jaar cel voor de Decembermoorden in 1982. Dat heeft de Krijgsraad vandaag bekendgemaakt. Bouterse was destijds leider van het militaire regime en medeplichtig aan de martelingen en executies van 15 Surinaamse critici. De rechter gelast echter niet zijn aanhouding.
De Krijgsraad acht de feiten waar Bouterse van verdacht wordt, bewezen. Hij nam als bevelhebber het besluit 15 politieke tegenstanders van zijn regime op 8 december 1982 op te pakken en in Fort Zeelandia te doden.

Bouterse verklaarde destijds dat de slachtoffers een machtsovername beraamden en dat ze op de vlucht waren doodgeschoten. Volgens de Krijgsraad is het verhaal van de coup verzonnen en was het onmogelijk te vluchten uit Fort Zeelandia.

De Krijgsraad in Suriname sprak vandaag geheel onverwacht de eerste vonnissen uit in het 8 Decemberstrafproces. Daarin is Bouterse, de huidige president van Suriname, de hoofdverdachte. Hij was destijds bevelhebber van het Nationaal Leger, en sinds 1980 aan de macht na een staatsgreep. Het Openbaar Ministerie eiste ook 20 jaar cel tegen hem. 

,,Ik ben bijzonder emotioneel en erg opgelucht’’ zegt Sunil Oemrawsingh, die zijn oom verloor bij de moordpartij. ,,Dit geeft een gevoel van rechtvaardigheid.‘’Oemrawsingh beseft dat het ‘pad naar gerechtigheid’ nog lang is. Omdat Bouterse bij de start van het proces in november 2007 niet aanwezig was, verleende de rechtbank hem verstek. Hij kan binnen twee weken aangeven of hij ‘in verzet’ wil komen tegen het vonnis. Als de rechters dat goedkeuren, moet hij daarna binnen twee weken hoger beroep aantekenen.

Bouterse is momenteel op staatsbezoek in China. Morgen vliegt hij door naar Cuba voor een officieel bezoek. Bouterse is niet immuun, maar Oemrawsingh verwacht niet dat hij uit zichzelf zijn functie neerlegt. Het parlement kan dan een afzettingsprocedure in gang zetten. In het uiterste geval kan de vice-president Bouterse via een omweg nog gratie verlenen.

,,Het zou een gotspe zijn als hij dat doet, maar alles is mogelijk,’’ zegt strafpleiter Gerard Spong tegen radiozender ABC.  ,,Dit is een bijzondere dag voor Suriname. Ik ben buitengewoon verheugd. Dit vonnis bewijst dat Suriname een rechtsstaat is en beschikt over moedige rechters. Dat kan alleen maar gevierd worden.’’

Niet verrast

Hugo Essed, advocaat van de nabestaanden, is niet verrast door het vonnis. Hij had niet anders verwacht dan dat de krijgsraad de eis van 20 jaar cel van het Openbaar Ministerie zou overnemen.

Essed is goed te spreken over de uitgebreide motivatie die de president van de krijgsraad, Cynthia Valstein-Montnor, gaf in de toelichting op het vonnis tegen Bouterse. Zo is ze uitgebreid ingegaan op de vele getuigenverklaringen en processen-verbaal die in de afgelopen jaren zijn verzameld.

,,Dit vonnis staat als een huis en kan een hoger beroep wel overleven’’, zegt Essed. ,,De president heeft heel duidelijk aangetoond dat Bouterse die dagen in Fort Zeelandia verbleef op het moment dat vijftien mensen om het leven werden gebracht.’’

Irvin Kanhai, advocaat van Bouterse, heeft aangekondigd in hoger beroep te gaan. Volgens Kanhai heeft de rechter essentiële getuigenverklaringen bewust niet gebruikt.De woordvoerder van Bouterse heeft op de Surinaamse staatsradio burgers opgeroepen rustig te blijven. Hij liep nog voor het vonnis vooruit op een eventuele veroordeling van de president. ,,De uitspraak is weer een poging van Nederland om de politicus Desi Bouterse te isoleren. Ik weet niet eens of er wel bewijzen zijn tegen Bouterse over die Decembermoorden.’’

Doodvonnis

Bouterse heeft altijd ontkend dat hij bij de executies aanwezig was. Wel bood hij in 2007 zijn excuses aan voor de Decembermoorden, omdat hij destijds politiek verantwoordelijk was.

Toch hebben verschillende getuigen verklaard dat Bouterse op het moment van de executies aanwezig was in Fort Zeelandia. Alle slachtoffers zouden daar in zijn werkkamer één voor één aan hem zijn voorgeleid, waarna hij persoonlijk hun doodvonnis velde. 

De rechters gingen uitgebreid in op de getuigenverklaringen. Cruciaal was de verklaring van vakbondsleider Fred Derby. Hij is die nacht ook gearresteerd en naar Fort Zeelandia overgebracht, maar werd om onduidelijke reden vrijgelaten.Derby overleed in 2001 maar hij liet wel een getuigenis achter over de gebeurtenissen. Hij verklaarde dat Bouterse ‘beheerst en koelbloedig’ de beslissingen nam en dat van tevoren was afgesproken dat de slachtoffers zouden worden ‘afgemaakt’.

Eerder vandaag sprak de Krijgsraad ex-militair Etienne Boerenveen vrij.  Hij geldt na Bouterse als een van de belangrijkste verdachten. Volgens getuigen zou de bataljonscommandant destijds slachtoffer Soerendre Rambocus hebben overgebracht naar Fort Zeelandia, waar die kort daarna werd vermoord. Rambocus zat vast vanwege een mislukte tegencoup in maart 1982. De Krijgsraad vindt dat er onvoldoende bewijs is tegen Boerenveen. Het OM had 20 jaar cel geëist.

De rechters spraken ook Jimmy Stolk vrij. Dat is conform de eis van het OM. De zaak van Arthy Gorré werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij inmiddels is overleden.

Meesterzet

Romeo Hoost, voorzitter van het Comité Herdenking Slachtoffers, zei eerder blij te zijn dat de rechters vandaag vonnis wijzen. Hij is de neef van de vermoorde advocaat Eddy Hoost. ,,Ik ben met stomheid geslagen. Het is een meesterzet van de Krijgsraad om ze naar de rechtbank te lokken alsof er nog niks aan de hand is.  De uitspraak van Boerenveen is jammer. Dan begin ik wel te twijfelen aan de afloop. Maar hij is minder belangrijk. Voor mij gaat het vooral om Bouterse.’’

De veroordeling van de Surinaamse president Desi Bouterse ‘dient te worden gerespecteerd’, aldus minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken in reactie op het vonnis. 

In een gezamenlijke verklaring van zes diplomatieke vertegenwoordigingen in Suriname wordt eenzelfde oproep gedaan. ‘Het is cruciaal dat het slotvonnis in de zaak van de moord op vijftien burgers (…) wordt uitgevoerd.’ Het vonnis zal volgens de diplomaten van Nederland, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Groot-Brittannië en Verenigde Staten ‘zonder twijfel behulpzaam zijn om het land richting verzoening te brengen’. Ze noemen de ‘integriteit en onafhankelijkheid van de rechtspraak een steunpilaar van de Surinaamse samenleving’.

Strenge veiligheidsmaatregelen

Na ruim een jaar stilte zette de Krijgsraad vanochtend het 8 Decemberstrafproces voort. Dat gebeurde onder strenge veiligheidsmaatregelen. De straat waar de rechtbank is gevestigd is helemaal afgesloten. Vijf scholen in de directe omgeving zijn vandaag vanwege de zitting dicht gebleven.Na een proces van bijna twintig jaar snakten de nabestaanden naar een vonnis. De Decembermoorden zijn het grootste trauma in de jonge geschiedenis van Suriname. Het proces hangt als een zwaard van Damocles boven het land. Negentien jaar geleden werd het strafrechtelijk onderzoek gestart. Vandaag is het – op één dag na- precies 12 jaar na de start van de strafzaak tegen 25 verdachten.

Klap op klap

Voor nabestaanden waren het tropenjaren, waarin ze klap op klap kregen maar de rug recht hielden in hun strijd om gerechtigheid. ,,Velen van ons hebben inmiddels grijze haren gekregen en sommige ouders, broers en zussen zijn heengegaan’’, zegt Oemrawsingh. ,,De emoties liepen soms hoog op. Mensen maakten hun ongenoegen duidelijk of kregen een woede-uitbarsting. Sommigen stormden de rechtszaal uit of gooiden hun telefoon kapot.’’

Oemrawsingh ergerde zich aan het ‘selectieve geheugenverlies’ van de verdachten. ,,Zij zijn vader van een gezin. Zij kunnen hun kinderen geborgenheid en warmte geven. Dat hebben ze de slachtoffers ontnomen. Het is zo onrechtvaardig.’’

De ogen zijn vooral gericht op hoofdverdachte Bouterse. Bij het gerechtelijk vooronderzoek is hij wel bij de rechter-commissaris geweest, maar hij verscheen nimmer bij een zitting in de rechtbank.

Schoolboek verboden

Waar zijn advocaat elke juridische mogelijkheid aangreep om de rechtszaak de grond in te boren, daar gebruikte Bouterse zijn staatsmacht om onder vervolging uit te komen. Het proces lag vier jaar stil na de invoering van een Amnestiewet. Bouterse verbood ook een schoolboek waarin kritische passages stonden over de Decembermoorden, met een foto van een protestbord met daarop: ‘Bouterse is een moordenaar’.

DE TELEGRAAFBOUTERSE VEROORDEELD TOT 20 JAAR CEL VOOR DECEMBERMOORDEN

https://www.telegraaf.nl/nieuws/737500604/bouterse-veroordeeld-tot-20-jaar-cel-voor-decembermoorden

VOLKSKRANTRECHTER VEROORDEELT BOUTERSE TOT 20 JAAR CEL VOOR BETROKKENHEID BIJ DECEMBERMOORDEN29 NOVEMBER 2019
https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/rechter-veroordeelt-bouterse-tot-20-jaar-cel-voor-betrokkenheid-bij-decembermoorden~bbb71d7c/

TEKST

President Desi Bouterse van Suriname, de hoofdverdachte in de zogeheten Decembermoorden uit 1982, moet twintig jaar de gevangenis in. Dat heeft de Krijgsraad vrijdag bepaald. 

De veroordeling is een hoogtepunt in een al twaalf jaar lopend proces, dat in Suriname tot veel beroering heeft geleid. Onbekend is nog hoe Bouterse op de uitspraak heeft gereageerd, hij bevindt zich in China. Zijn advocaat reageerde wel op de Surinaamse radiozender SRS: ‘Ik heb nu nog twee rechtsmiddelen: verzet en beroep. Ik ga ze allebei gebruiken.’ 
De rechter van de Krijgsraad zei in haar langdurig en minutieus betoog dat Bouterse besloot tot moorden ‘om de macht te behouden’ en deelnam aan de executies. In juni 2017 eiste de aanklager in het proces ook twintig jaar cel tegen de vroegere legerleider van Suriname.

Desi Bouterse (74) is sinds 2010 de democratisch gekozen president van het land dat in 1975 onafhankelijk werd van Nederland. Volgend jaar hoopt hij herkozen te worden. De afgelopen jaren als politiek leider heeft hij op diverse manier geprobeerd het proces tegen hem te dwarsbomen en zelfs stil te leggen. De Krijgsraad heeft echter steeds doorgezet.

Op 8 december 1982 werden in het Fort Zeelandia in Paramaribo vijftien prominente tegenstanders van het toenmalige militaire bewind onder leiding van legerleider Desi Bouterse wreed mishandeld en vermoord. De legerleiding heeft lange tijd gezegd dat zij ‘op de vlucht’ zijn neergeschoten. In totaal stonden in het proces 25 verdachten terecht.

De vijftien mensen die om het leven zijn gebracht, waren advocaten, journalisten, zakenlieden en militairen die als politieke opponenten van het militaire bewind binnen de samenleving veel aanzien genoten. De maatschappelijke trauma’s die de moorden veroorzaakten, zijn eigenlijk tot op de dag van vandaag nooit weggenomen.

China

President Bouterse is deze week, na de viering van de 44ste onafhankelijkheidsdag van Suriname, vertrokken voor een staatsbezoek aan China. Daarna zal hij ook Cuba nog aandoen. In 2007 bood Bouterse, zonder zichzelf als dader te benoemen, zijn ‘verontschuldigingen’ aan voor de moorden, die hij on-Surinaams noemde.

De uitspraak tegen Bouterse betekent niet het einde van het proces. Zijn verdediger zal zeker in hoger beroep gaan. De nieuwe fase kan opnieuw geruime tijd duren. Bij een definitieve veroordeling kan Bouterse proberen gratie te krijgen. Hij heeft meerdere malen duidelijk gemaakt dat hij, ongeacht het vonnis, niet bereid is de cel in te gaan.

Opvallend was vrijdag ook de vrijspraak van Etienne Boereveen, de vroegere militaire rechterhand van Bouterse. Tegen hem was eveneens twintig jaar geëist. Volgens de aanklager was Boereveen nauw betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van de moordactie. Maar de rechters menen dat er tegen hem onvoldoende wettig bewijs is.

Uit de Surinaamse hoofdstad Paramaribo kwamen direct na de uitspraak tegen Bouterse geen berichten over onrust. Bij het gebouw van de Krijgsraad waren wel extra veiligheidsmaatregelen getroffen. Scholen in de omgeving bleven gesloten. In de rechtzaal waren camera’s en telefoons verboden.

Nabestaanden van de vijftien slachtoffers in de Decembermoorden hebben vrijdagmiddag lokale tijd nog niet op de uitspraak gereageerd. In een eerder stadium liet de advocaat van de nabestaanden, Hugo Essed, weten tevreden te zijn met de eis van twintig jaar door de aanklager, en te verwachten dat het tot een vergelijkbare veroordeling zou komen.

HOE ZAT HET OOK ALWEER MET DE DECEMBERMOORDEN?

Op 8 december 1982 werden vijftien prominente tegenstanders van het militaire regime van Desi Bouterse in Suriname gearresteerd. In Fort Zeelandia werden in Paramaribo onder meer vooraanstaande journalisten, vakbondsleiders, intellectuelen en militairen gemarteld en van dichtbij neergeschoten.

De moordpartij wordt sindsdien aangeduid als de ‘Decembermoorden’.

Bouterse, die in 1980 met een staatsgreep aan de macht kwam, stelde dat hij slechts een tegencoup verijdelde. Forensisch onderzoek van de zwaar mishandelde lichamen, sommigen met kogels doorzeefd, liet echter geen spaander heel van zijn verklaring dat de slachtoffers op de vlucht waren neergeschoten.

De Decembermoorden zijn door de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties aangemerkt als mensenrechtenschendingen. De rechtsgang kwam pas op het laatste nippertje, een maand voor de verjaringstermijn, op gang. Het gerechtelijk vooronderzoek duurde tot 2004. Het proces van de Krijgsraad tegen 25 verdachten, met Bouterse als hoofdverdachte, begon in 2007. Dat ging met horten en stoten en veel vertraging. Bouterse verscheen nooit voor de rechter: hij beschouwt het als een politiek proces, aangestuurd door de oude koloniale heerser over Suriname, Nederland.

In 2007 bood Bouterse excuus aan voor de moorden die tijdens zijn militaire bewind plaatsvonden, maar hij pleitte tegelijkertijd voor amnestie voor de daders en hun medeplichtigen. Dat was het begin van een omstreden amnestiewet, die in april 2012 werd aangenomen. Bouterse was inmiddels president. Deze wet verscheurde Suriname en kreeg een storm van kritiek uit de internationale gemeenschap.

Op 9 juni 2016 bepaalde de Krijgsraad dat de amnestiewet ongeldig was, omdat die aangenomen was toen de strafzaak al liep. Bouterse probeerde het proces verder te vertragen met pogingen de zaak te bestempelen als ‘gevaar voor de staatsveiligheid’. Uiteindelijk komt het in 2017 tot een eis van 20 jaar onvoorwaardelijke celstraf voor Bouterse. De rechter volgt justitie met de uitspraak van vrijdag. 

[3]

”Dat kan door in hoger beroep te gaan, maar Para verwacht dat Bouterse een ander kattenluikje zal kiezen. “Het zal mij niet verbazen als de vice-president binnen afzienbare tijd gratie verleent aan Bouterse. Nu de president in het buitenland verblijft, heeft hij die bevoegdheid. Het past in de cultuur van straffeloosheid die bij Bouterse past. Hij heeft als president alles in het werk gesteld om dit vonnis tegen te houden.”

HET PAROOLVEROORDELING BOUTERSE IS GERECHTIGHEID EN PRESTATIE SURINAAMSE RECHTSSTAAT29 NOVEMBER 2019
https://www.parool.nl/wereld/veroordeling-bouterse-is-gerechtigheid-en-prestatie-surinaamse-rechtsstaat~b8c6c72e/

TEKST

De veroordeling van Desi Bouterse is gerechtigheid voor de nabestaanden, maar ook een prestatie van formaat van de Surinaamse rechtsstaat.

Slechts in gerechtigheid berusten, zo luidt het motto van de herdenking die sinds 1982 elk jaar op 8 december in Amsterdam wordt gehouden. Het heeft lang geduurd, maar de nabestaanden van de slachtoffers van de Decembermoorden hebben dan toch eindelijk hun gerechtigheid gekregen. Met dank aan de krijgsraad in Suriname die gisteren na een strafproces van twaalf jaar hoofdverdachte Desi Bouterse veroordeelde tot een celstraf van twintig jaar.De krijgsraad houdt de voormalige legerleider verantwoordelijk voor de dood van vijftien vooraanstaande tegenstanders van het militair regime dat van 1980 tot 1988 de macht in de voormalige Nederlandse kolonie in handen had. In de nacht van 7 op 8 december 1982 werden de vijftien in Fort Zeelandia gemarteld en vermoord.

Dat gebeurde in opdracht van de huidige, nu 74-jarige president van Suriname. “Desi Bouterse was de machtigste man binnen het leger,” concludeert de krijgsraad mede op basis van de verzamelde verklaringen van getuigen over de gebeurtenissen voor, tijdens en na de slachtpartij. Het verhaal dat de vijftien slachtoffers een coup wilden plegen, wordt in het vonnis bestempeld als verzinsel.

Rehabilitatie

“Eindelijk,” is de eerste reactie van Romeo Hoost op het vonnis. Hoost, neef van de vermoorde Eddy Hoost en drijvende kracht achter de Amsterdamse herdenking: “Ik ben zeer emotioneel, ik zeg het eerlijk. Het is een vonnis van immens belang. Het geeft gerechtigheid aan de nabestaanden, maar het betekent ook de rehabilitatie van Suriname.”

Dat het uiteindelijk tot een vonnis is gekomen mag gerust een wonder heten. Het strafproces had veel weg van een hindernisbaan, waarbij het kamp van de verdachten geen mogelijkheid onbenut liet om vervolging te vertragen of tegen te houden. Dat gebeurde met alle beschikbare middelen, varierend van intimidatie tot politieke kunstgrepen.

In 2012 nam het Surinaamse parlement de omstreden Amnestiewet aan, die de verdachten moest vrijwaren van verdere vervolging. Het strafproces kwam er vier jaar door stil te liggen. In 2016 werd de draad weer opgepakt, nadat de krijgsraad onder leiding van Cynthia Valstein-Montnor had geoordeeld dat de wet geen invloed heeft op het lopende proces..

De moed van de Surinaamse rechters kan niet genoeg worden geprezen, stelt advocaat Gerard Spong. “Het is ongelooflijk dat er na al die jaren een straf is uitgesproken. Dit is een historische dag voor Suriname. Wat mij betreft had het levenslang mogen zijn, maar gezien de leeftijd van de verdachte is twintig jaar een zeer gevoelige straf.”

Dat Bouterse de opgelegde gevangenisstraf ook daadwerkelijk zal uitzitten, lijkt uiterst onwaarschijnlijk. Publicist Theo Para, die sinds de jaren tachtig in woord en geschrift heeft gestreden tegen de daders van de Decembermoorden, zegt er rekening mee te houden dat Bouterse alsnog de dans zal ontspringen.

Gratie

Dat kan door in hoger beroep te gaan, maar Para verwacht dat Bouterse een ander kattenluikje zal kiezen. “Het zal mij niet verbazen als de vice-president binnen afzienbare tijd gratie verleent aan Bouterse. Nu de president in het buitenland verblijft, heeft hij die bevoegdheid. Het past in de cultuur van straffeloosheid die bij Bouterse past. Hij heeft als president alles in het werk gesteld om dit vonnis tegen te houden.”Para is ook niet erg optimistisch over de toekomst. “Ik vrees dat Suriname nog meer gaat aanschurken tegen autoritaire regimes als Venezuela, Cuba, China en Rusland. Bouterse steekt veel tijd en energie in het aanhalen van de banden met die landen. De hechte relatie met Rusland maakt mij bezorgd over het rechtmatig verloop van de verkiezingen volgend jaar. Maar vandaag ben ik blij, vandaag is een prachtige dag.”

[4]

’Decembermoorden’ uit 1982 in Suriname kunnen naar internationaal volkenrecht worden gezien als een misdaad tegen de menselijkheid. Dat concludeert de Zuid-Afrikaanse hoogleraar volkenrecht prof. C. Dugard in een rapport dat hij heeft opgesteld voor het gerechtshof in Amsterdam.”
NRCMOORDEN IN ’82 MISDAAD TEGEN DEMENSELIJKHEID12 JULI 2000
http://retro.nrc.nl/W2/Lab/ HAL15/000712a.html” Mr.dr. John Dugard is een internationaal gerenommeerd hoogleraar Internationaal Recht. Hij was een vooraanstaand criticus van de Apartheid, een architect van de nieuwe democratische grondwet van Zuid Afrika en wordt als een ‘vader van de mensenrechten in Zuid Afrika’ beschouwd.

In 2000 schreef hij, op verzoek van het Gerechtshof Amsterdam als Amicus Curiae (speciaal deskundige) een gedocumenteerd rapport over de vraag of de folteringen en moorden van 8 december 1982 kwalificeerden als misdrijven tegen de menselijkheid. Zijn antwoord, in de terughoudende stijl van de adviseur geschreven, liet er geen misverstand over bestaan:
‘De folteringen en moorden in Paramaribo in 1982 lijken te vallen binnen de definitie van misdrijven tegen de menselijkheid. Ze werden gepleegd door militaire autoriteiten in Suriname (staatsactoren) tegen een groep burgers die tot doelwit werden, niet vanwege hun individuele eigenschappen maar vanwege hun status als leiders van de Surinaamse intellectuele elite. Bovendien, zij werden gepleegd op een systematische manier als onderdeel van een georganiseerd plan, met gebruikmaking van publieke middelen, gericht op vernietiging van potentiële opponenten van de militaire autoriteiten’. Dugard wees er bovendien op dat ernstige schendingen van de mensenrechten door het militaire regime zich ook voor en na december 1982 hadden voltrokken.”STARNIEUWS.COMDECEMBERMOORDEN, MISDRIJVEN TEGEN DE MENSELIJKHEIDTHEO PARA20 OCTOBER 2015
http://www.starnieuws.com/ index.php/welcome/index/ nieuwsitem/31833

”5.1 Het hof verenigt zich met de opmerkingen en conclusies van de deskundige, hierop neerkomende dat de onderhavige feiten kunnen worden beschouwd als misdrijven tegen de menselijkheid/folteringen naar internationaal gewoonterecht, omdat zij zijn begaan op een systematische manier volgens een tevoren beraamd plan door de militaire autoriteiten, aan wie Verdachte leiding gaf, en gericht waren tegen een groep burgers, met het doel bekentenissen te verkrijgen of om leden van de burgerbevolking te intimideren of te dwingen.”…………”11 Beslissing

Het hof:

beveelt de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam [voornamen] Verdachte, geboren op[geboortedatum en -plaats], Suriname, te vervolgen wegens de feiten waarop de beklagen betrekking hebben, gepleegd op of omstreeks 8/9 december 1982 in Paramaribo, Suriname;

gelast de officier van justitie bij de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de arrondissementsrechtbank te Amsterdam

een vordering te doen strekkende tot instelling van een gerechtelijk vooronderzoek met betrekking tot genoemde feiten;

– stelt de tekst van deze beschikking algemeen verkrijgbaar.

Deze beschikking is gegeven door de vijfde meervoudige burgerlijke kamer van het gerechtshof te Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. H.L.C. Hermans, J.H.M. Willems en M.W.E. Koopmann, bijgestaan door mr. M.R. Jöbsis als griffier, en uitgesproken in raadkamer op 20 november 2000.”

ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8395

ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8395

https://uitspraken.rechtspraak .nl/inziendocument?id=ECLI:NL: GHAMS:2000:AA8395Permanente link:
InstantieGerechtshof AmsterdamDatum uitspraak20-11-2000Datum publicatie04-07-2001ZaaknummerR 97/163/12 Sv en R 97/176/12 SvRechtsgebiedenStrafrechtBijzondere kenmerkenHoger beroepInhoudsindicatie

–VindplaatsenRechtspraak.nl
NJ 2001, 51

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

Beschikking van 20 november 2000 van de vijfde meervoudige kamer belast met de behandeling van burgerlijke zaken op het beklag met de rekestnummers R 97/163/12 Sv en R 97/176/12 Sv van

[Klager 1] en [Klager 2],

klagers,

raadsman: mr. J.S. Pen,

Keizersgracht 332,

1016 EZ Amsterdam.

1 De verdere behandeling van de klaagschriften

1.1 Het hof verwijst naar zijn beschikkingen in deze zaak van 30 september 1998, 3 maart 2000 en 26 april 2000. De tekst van deze beschikkingen, die in kopie hierbij zijn gevoegd, wordt geacht hier te zijn ingelast.

1.2 Het hof heeft in de beschikking van 3 maart 2000 aangegeven voorlichting nodig te achten van een deskundige op het gebied van het volkenrechtelijk gewoonterecht en elke verdere beslissing aangehouden.

1.3 Bij de beschikking van 26 april 2000 heeft het hof prof. C.J.R. Dugard, hoogleraar in het volkenrecht aan de Universiteit Leiden en Senior Council, Supreme Court of South-Africa, tot deskundige benoemd, verder te noemen: “de deskundige”.

1.4 De deskundige heeft op 7 juli 2000 een rapport over de vragen, zoals geformuleerd in de beschikking van 3 maart 2000, aan het hof doen toekomen.

Dit rapport is in kopie aan deze beschikking gehecht.

1.5 Op 19 september 2000 heeft het hof een raadkamerzitting gehouden waarin voornoemd rapport van de deskundige in diens aanwezigheid aan de orde werd gesteld.

1.6 Klagers zijn in raadkamer verschenen, bijgestaan door mr. J.S. Pen en mr. dr. D. van der Landen, beiden advocaat te Amsterdam. Zij hebben bij monde van mr. Pen volhard in het beklag.

1.7 Ook de advocaat-generaal was in raadkamer aanwezig. Hij heeft gepersisteerd bij zijn eerdere standpunt.

1.8 Verdachte is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet in raadkamer verschenen. Zijn raadsman, mr. A. Moszkowicz, advocaat te Amsterdam, is wel in raadkamer verschenen.

Mr. Moszkowicz heeft aan de hand van nadien overgelegde pleitnotities primair gevraagd klagers niet ontvankelijk te verklaren en subsidiair gevraagd het beklag af te wijzen.

2 De omvang en strekking van de klachten

2.1 De raadsman van Verdachte heeft aangevoerd dat de klagers kennelijk slechts hebben willen klagen met betrekking tot de misdrijven die gepleegd zijn jegens hun respectieve verwanten en dat het rechtens niet mogelijk is dat de klachten zich mede uitstrekken tot feiten die betrekking hebben op andere slachtoffers.

2.2 Dienaangaande geldt het volgende. Weliswaar wordt de positie van klagers als belanghebbenden in de zin van art. 12 Sv. in dit geval bepaald door de verwantschap die zij met de desbetreffende slachtoffers van het gebeurde hebben, maar dat brengt geenszins mee dat de door hen verlangde vervolging van Verdachte niet mede op gedragingen ten opzichte van andere slachtoffers in dezelfde context betrekking zou kunnen hebben. Voor een zo beperkte uitleg van de klachten als bepleit door de raadsman van Verdachte geeft overigens noch de tekst daarvan, noch de daarop gegeven toelichting voldoende grond.

3 Opportuniteit van berechting door de Nederlandse rechter

3.1 In zijn beschikking van 3 maart 2000 heeft het hof vooropgesteld dat het instellen van een strafrechtelijk onderzoek ter zake van de op eigen grondgebied gepleegde strafbare feiten, die schendingen van mensenrechten opleverden, in beginsel een verplichting is die voor de Republiek Suriname voortvloeit uit het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, waarbij het land sedert 1977 partij is. Het hof sprak echter uit dat niet te verwachten viel dat Verdachte in Suriname op afzienbare termijn zou worden vervolgd en berecht ter zake van de feiten waarop het beklag betrekking heeft.

3.2 Inmiddels zijn in de pers recentelijk berichten verschenen die inhouden dat tegen Verdachte in verband met deze feiten in Suriname een gerechtelijk vooronderzoek is aangevangen. Dit roept de vraag op of een vervolging hier te lande nog opportuun moet worden geacht, zoals in het slot van de overweging 4.2 van de beschikking van 3 maart 2000 werd overwogen.

3.3. Omtrent het vermelde gerechtelijk vooronderzoek heeft het hof geen officiële mededeling bereikt en over de eventuele uitkomst daarvan kan geen voorspelling worden gedaan, zo min als zekerheid bestaat over de vraag of vervolgens besloten zal worden een strafzaak tegen Verdachte ter zitting van een rechterlijk college aanhangig te maken. Bij deze stand van zaken ziet het hof onvoldoende aanleiding af te wijken van zijn op 3 maart 2000 ter zake ingenomen standpunt over de opportuniteit van een vervolging hier te lande.

3.4 Die vervolging kan met bewilliging van het hof tenslotte nog worden gestaakt, indien ontwikkelingen in een eventueel Surinaams strafproces daartoe aanleiding zouden geven. Daarbij geldt dat een Surinaams gewijsde door de Nederlandse rechter in beginsel, dat wil zeggen buitengewone omstandigheden daargelaten, moet worden gerespecteerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 68, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht. Hetzelfde geldt voor een afdoening buiten het strafgeding, zij het dat het, gezien de bijzondere ernst van de feiten, niet goed voorstelbaar is dat daartoe zal worden overgegaan.

4 Geen immuniteit van Verdachte als staatshoofd

4.1 De raadsman van Verdachte heeft gesteld dat deze in verband met de onderhavige feiten niet kan worden vervolgd omdat deze toentertijd de positie van staatshoofd zou hebben bekleed.

4.2 Het hof kan in het midden laten of die onvoldoende gemotiveerde stelling omtrent de positie van Verdachte juist is.

Het plegen van zeer ernstige strafbare feiten als waarom het hier gaat, kan immers niet tot de officiële taken van een staatshoofd worden gerekend.

5 De strafbaarheid van de onderhavige feiten naar volkenrecht en de toepasselijkheid van het universaliteitsbeginsel

5.1 Het hof verenigt zich met de opmerkingen en conclusies van de deskundige, hierop neerkomende dat de onderhavige feiten kunnen worden beschouwd als misdrijven tegen de menselijkheid/folteringen naar internationaal gewoonterecht, omdat zij zijn begaan op een systematische manier volgens een tevoren beraamd plan door de militaire autoriteiten, aan wie Verdachte leiding gaf, en gericht waren tegen een groep burgers, met het doel bekentenissen te verkrijgen of om leden van de burgerbevolking te intimideren of te dwingen.

5.2 Het hof schaart zich eveneens achter het oordeel van de deskundige:

dat foltering als misdrijf tegen de menselijkheid reeds in 1982 een misdrijf was volgens internationaal gewoonterecht en dat de dader daarvan persoonlijk strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld;

dat het in 1982 waarschijnlijk niet (meer) zo was dat een misdrijf tegen de menselijkheid alleen in tijd van oorlog of tijdens een gewapend conflict kon worden begaan, maar ook in tijd van vrede;

dat misdrijven tegen de menselijkheid niet verjaren;

– dat een staat volgens het internationaal gewoonterecht naar de stand van 1982

bevoegd was extraterritoriale (universele) rechtsmacht uit te oefenen ten opzichte van een niet-onderdaan die verdacht werd van een misdrijf tegen de menselijkheid.

5.3 Voorts begrijpt het hof uit het rapport van de deskundige dat het voor de uitoefening van rechtsmacht niet nodig is dat het slachtoffer onderdaan is of de slachtoffers onderdanen zijn van de vervolgende staat, maar dat dit – zoals in het onderhavige geval waarin de klagers verwanten zijn van slachtoffers – de juridische grondslag van een vervolging wel versterkt.

5.4 In het rapport van de deskundige heeft het hof onvoldoende aanknopingspunten kunnen vinden voor de opvatting dat vervolging van Verdachte hier te lande naar maatstaven van internationaal (gewoonte)recht niet mogelijk en toelaatbaar zou zijn, zo lang hij zich niet in Nederland bevindt.

6 Folteringen

6.1 Wat betreft folteringen verwijst het hof naar zijn overwegingen in zijn beschikking van 3 maart 2000, onder 5.2, en volhardt daarbij.

In de lijn hiervan en van hetgeen in de onderhavige beschikking eveneens onder 5.2 is overwogen, ligt besloten dat vervolging van Verdachte wegens folteringen rechtens mogelijk is en derhalve zal worden bevolen.

6.2 Het hof heeft echter in het slot van vermelde overwegingen de vraag opgeworpen of de Uitvoeringswet Folteringverdrag kan worden toegepast op feiten die zijn gepleegd op 8/9 december 1982. Dit zijn immers data die liggen vóór de inwerkingtreding van de wet op 20 januari 1989. Het hof had daarbij het oog op de bedenking, dat alsdan aan de wet terugwerkende kracht zou worden verleend en derhalve mogelijk schending zou plaatsvinden van het legaliteitsbeginsel. Dat beginsel houdt in, dat geen misdaad en geen straf kunnen bestaan dan op grond van een wet die aan de misdaad voorafgaat.

6.3 De deskundige heeft in paragraaf 8.4.3 en volgende van zijn rapport daaromtrent aangegeven dat het Folteringverdrag een declaratoir karakter draagt. Met andere woorden: het verdrag bevestigt slechts wat reeds besloten lag in het internationaal gewoonterecht ten aanzien van het verbod, de bestraffing en de omschrijving van foltering als misdrijf tegen de menselijkheid.

Hieruit volgt naar het oordeel van de deskundige dat de Uitvoeringswet Folteringverdrag met terugwerkende kracht kan worden toegepast op gedrag dat naar Nederlands recht onwettig was vóór 1989, doch niet onder de naam foltering strafbaar was gesteld, zoals mishandeling en moord.

De deskundige heeft in dit verband een onderscheid gemaakt tussen een “retroactieve” en een “retrospectieve” wetgeving. Een retroactieve wet maakt een feit strafbaar dat niet strafbaar was toen het werd begaan. Een retrospectieve wet daarentegen is er niet op gericht nieuwe strafbare feiten in het leven te roepen.

6.4 Het hof sluit zich aan bij deze overwegingen van de deskundige en diens conclusie, hierop neerkomende dat, indien de Nederlandse rechter de Uitvoeringswet Folteringverdrag op een retrospectieve wijze zou toepassen bij de vervolging en berechting van Verdachte op basis van universele rechtsmacht – hetgeen naar het oordeel van het hof niet alleen mogelijk is, maar ook aangewezen voorkomt – artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten niet wordt geschonden. Dit artikel bepaalt, voor zover hier van belang, dat het legaliteitsbeginsel niet in de weg staat aan het vonnis en de straf van iemand die schuldig is aan een handelen of nalaten, hetwelk ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde, van strafrechtelijke aard was overeenkomstig de algemene rechtsbeginselen die door de volkerengemeenschap worden erkend.

Op grond van dezelfde overwegingen oordeelt het hof dat voormelde retrospectieve toepassing geen strijd oplevert met artikel 16 van de Grondwet, inhoudende dat geen feit strafbaar is dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.

6.5 Gezien al het voorgaande kan derhalve niet worden geoordeeld dat vervolging, berechting en mogelijk bestraffing van Verdachte inbreuk zouden maken op het legaliteitsbeginsel en/of dat Verdachte er geen rekening mee zou hebben kunnen houden dat hij elders dan in Suriname, in het bijzonder in Nederland, te eniger tijd zou worden vervolgd. Hetgeen de raadsman van Verdachte dienaangaande heeft betoogd kan hieraan niet afdoen.

7 Het begrip foltering in de Uitvoeringswet Folteringverdrag

7.1 In de beschikking van 3 maart 2000 heeft het hof vragen opgeworpen met betrekking tot de toepasselijkheid van de Uitvoeringswet Folteringverdrag, voor zover de feiten betrekking hebben op het ter dood brengen van de slachtoffers. Het hof verwijst naar de overwegingen 5.2.5 tot en met 5.2.7 van die beschikking.

7.2 Bij nadere beschouwing vindt het hof onvoldoende zwaarwegende aanwijzingen om uit te sluiten dat ook het “zelfstandig” doden, dat wil zeggen los van een daaraan voorafgaande foltering, onder de werking van de wet valt.

7.3 In dit verband is van belang dat artikel 1, tweede lid, van de Uitvoeringswet Folteringverdrag met mishandeling gelijkstelt het opzettelijk teweegbrengen van een toestand van hevige angst of een andere vorm van geestelijke ontreddering, hetgeen in het algemeen het geval zal zijn als men de slachtoffers confronteert met een naderende executie. Zoals reeds eerder aangegeven, valt niet wel in te zien dat dit teweegbrengen wèl als een foltering dient te worden beschouwd, doch de executie – de ultieme mishandeling – niet. Eén van de gronden waarop volgens de Memorie van Toelichting op de Uitvoeringswet Folteringverdrag (Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 20 042, nr.3, p.5) de toepasselijkheid van het universaliteitsbeginsel berust, is de ondraaglijkheid van de gedachte dat folteraars, zolang hun door het regime van hun eigen land de hand boven het hoofd gehouden wordt, zich vrijelijk naar andere landen kunnen begeven en daar zelfs ongestraft oog in oog kunnen komen te staan met hun naar het buitenland gevluchte slachtoffers of met, voegt het hof hieraan toe, verwanten of andere bekenden van dezen. Deze overweging is moeilijk verenigbaar met een beperkte uitleg van de wet, die erop zou neerkomen dat juist de daders van de ernstigste misdrijven tegen de menselijkheid van vervolging en eventuele bestraffing gevrijwaard zouden blijven.

7.4 Dit gezichtspunt brengt mee dat alle hier mogelijk te verwijten feiten – mishandeling, al dan niet de dood ten gevolge hebbende én het doden als op zichzelf staande delict – met toepassing van de Uitvoeringswet Folterverdrag hier te lande kunnen worden vervolgd.

7.5 Het hof is van oordeel dat dit niet in strijd is met het uitgangspunt dat strafbepalingen in het algemeen restrictief dienen te worden uitgelegd (Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 20 042, B, p.6, r.k.), omdat alleen dan zou kunnen worden voorkomen dat een strafrechtelijke vervolging volgt op basis van een rechtsnorm waarvan de betrokkene niet bij voorbaat – en in het bijzonder tijdens het begaan van de feiten – redelijkerwijs had kunnen of behoeven te weten, dat zijn gedrag daarmee in strijd is. Het hof verwijst hiervoor naar hetgeen in het rapport van de deskundige in (het slot van) 8.4.4. omtrent het begrip “foltering” is overwogen – in welk verband uitdrukkelijk “murder” (moord) wordt genoemd – en waarmee het hof zich verenigt.

7.6 Het hof onderkent dat op het onderhavige punt verschil van inzicht mogelijk is en dat niet is uit te sluiten dat de strafrechter voor een meer beperkte uitleg zal kiezen. Aangezien de meer uitgebreide uitleg op de door het hof vermelde gronden echter geenszins kan worden uitgesloten, zal de vervolgingsgrondslag te dezen niet worden beperkt. Het hof verwijst in dit verband nog naar hetgeen in rechtsoverweging 8.4 van deze beschikking over de vervolgingsgrondslag zal worden overwogen.

7.7 Daarbij komt dat het hof wenst te vermijden dat het te bevelen onderzoek naar de reeds lang geleden gepleegde feiten waar het in deze zaak om gaat bij voorbaat extra wordt gecompliceerd doordat een onderscheid zou moeten worden gemaakt tussen gevallen waarin een foltering de dood ten gevolge heeft gehad en gevallen waarin de dood, ofschoon mogelijk voorafgegaan door een foltering, niet als een gevolg van de foltering kan worden gezien.

8 Andere grondslagen voor een vervolging

8.1 De gebeurtenissen op 8/9 december 1982 kunnen niet als oorlogsmisdrijven worden gezien. Dit was reeds het voorlopig oordeel van het hof in zijn beschikking van 3 maart 2000. De deskundige heeft in paragraaf 3 van zijn rapport aangegeven zich daarmee te kunnen verenigen. Het hof komt mede aan de hand daarvan niet tot een andere zienswijze.

8.2 De deskundige heeft in zijn rapport voorts vermeld dat Verdachte naar internationaal gewoonterecht voor vervolging in aanmerking komt, maar er tevens – naar het oordeel van het hof terecht – op gewezen dat het Nederlandse recht een nationale wet vereist om internationaalrechtelijke verplichtingen in het eigen stelsel te verwerken voor zover het betreft de strafbaarstelling van menselijk gedrag (vergelijk artikel 94 van de Grondwet).

Het hof deelt de visie van de deskundige, dat misdrijven tegen de menselijkheid buiten het kader van de Uitvoeringswet Folteringverdrag in het Nederlandse recht beperkt strafbaar zijn gesteld, namelijk in de Wet Oorlogsstrafrecht. In die wet worden misdrijven tegen de menselijkheid niet als op zichzelf staande strafbare feiten gezien, maar als strafverzwarende omstandigheden in verband met oorlogsmisdrijven. Oorlogsmisdrijven doen zich, zoals hiervoor overwogen, echter in casu niet voor.

8.3 Het voorgaande brengt mee dat het hof geen reden ziet de vervolging van Verdachte op een andere of ruimere grondslag dan de Uitvoeringswet Folteringverdrag te doen plaatsvinden.

8.4 Het hof acht het evenwel wenselijk dat de rechter die over deze zaak ten gronde zal oordelen de vrijheid behoudt het feit of de feiten naar eigen inzicht te kwalificeren. Daarom zal het bevel tot vervolging niet worden geclausuleerd ten aanzien van de precieze juridische grondslag waarop de vervolging zal dienen te geschieden.

9 Slotsom

De klachten zijn gegrond. Vervolging van Verdachte zal worden bevolen. Onder verwijzing naar de overweging 3.7 van zijn beschikking van 3 maart 2000 zal het hof tevens gelasten dat een gerechtelijk vooronderzoek zal worden gevorderd.

10 De verkrijgbaarheid van deze beschikking

Het hof ziet aanleiding deze beschikking algemeen verkrijgbaar te stellen.

11 Beslissing

Het hof:

beveelt de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam [voornamen] Verdachte, geboren op[geboortedatum en -plaats], Suriname, te vervolgen wegens de feiten waarop de beklagen betrekking hebben, gepleegd op of omstreeks 8/9 december 1982 in Paramaribo, Suriname;

gelast de officier van justitie bij de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de arrondissementsrechtbank te Amsterdam

een vordering te doen strekkende tot instelling van een gerechtelijk vooronderzoek met betrekking tot genoemde feiten;

– stelt de tekst van deze beschikking algemeen verkrijgbaar.

Deze beschikking is gegeven door de vijfde meervoudige burgerlijke kamer van het gerechtshof te Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. H.L.C. Hermans, J.H.M. Willems en M.W.E. Koopmann, bijgestaan door mr. M.R. Jöbsis als griffier, en uitgesproken in raadkamer op 20 november 2000.

[5]

Ik refereer hier o.a. aan mishandelingen en slechte detentieomstandigheden van adviseurs en
oud politici in 1980/1981 en de slechte detentieomstandigheden van de in augustus 1980
gearresteerde militairen Sital, Mijnals en Joeman, met wie Bouterse cs een politiek-ideologisch conflict hadden


WIKIPEDIASERGEANTENCOUP
http://nl.wikipedia.org/wiki/S ergeantencoup


Arrestatie oud politici

Mishandeling:


GESCHIEDENIS VAN DE NPS
EEN BESCHRIJVING IN VOGELVLUCHT

http://nps2010.blogspot.nl/201 1/09/geschiedenis-van-de-nps- een_9570.html


Arrestatie Sital, Mijnals en Joeman

WIKIPEDIA
NATIONALE MILITAIRE RAAD


http://nl.wikipedia.org/wiki/N ationale_Militaire_Raad  


http://nps2010.blogspot.nl/201 1/09/geschiedenis-van-de-nps- een_9570.html


Arrestatie Sital, Mijnals en Joeman

WIKIPEDIA
NATIONALE MILITAIRE RAAD


http://nl.wikipedia.org/wiki/N ationale_Militaire_Raad  

[6]

STANDRECHTELIJKE EXECUTIE HAWKERWIKIPEDIA
WILFRED HAWKER


http://nl.wikipedia.org/wiki/W ilfred_Hawker


WIKIPEDIA
WILFRED HAWKER


http://nl.wikipedia.org/wiki/W ilfred_Hawker

ZIE OP WEBSITE ”KENNISAANVAL”/REVOLUTIE IN SURINAMEFOTO [SCROLL EVEN] STANDRECHTELIJKE EXECUTIE HAWKER, DIE ZWAARGEWOND OP ZIJN BRANCARD LIGTPAS OP!SCHOKKENDZIE LINK NAAR ”KENNISAANVAL’REVOLUTIE IN SURINAME”

http://kennisaanval.blogspot.com/2012/01/revolutie-in-suriname.html

[7]

WIKIPEDIA
BINNENLANDSE OORLOG


http://nl.wikipedia.org/wiki/B innenlandse_Oorlog  

[8]

AMNESTY INTERNATIONAL
DECEMBERMOORDEN EN MOIWANA


https://www.amnesty.nl/encyclo pedie/decembermoorden-en-moiwa na-suriname


DE GROENE AMSTERDAMMER
DE HEER BOUTERSE LUST IK RAUW
PIJNLIJKE GESCHIEDENIS DE DECEMBERMOORDEN IN SURINAME
6 JANUARI 2010


http://www.groene.nl/artikel/d e-heer-bouterse-lust-ik-rauw


”Op 15 augustus 2005 werd bekend dat het Inter-Amerikaans Hof voor de Mensenrechten de regering van Suriname heeft veroordeeld inzake de massamoord. De regering moet nabestaanden van de slachtoffers een vergoeding uitkeren; moet smartengeld en schadevergoeding uitkeren aan de overlevenden; moet de daders vervolgen; en moet fondsen ter beschikking stellen voor de ontwikkeling van het dorp. De regering van Suriname is ook veroordeeld in de kosten van het proces.”


WIKIPEDIA
MOIWANA


http://nl.wikipedia.org/wiki/M oiwana  

[9]

Op 15 augustus 2005 werd bekend dat het Inter-Amerikaans Hof voor de Mensenrechten de regering van Suriname heeft veroordeeld inzake de massamoord. De regering moet nabestaanden van de slachtoffers een vergoeding uitkeren; moet smartengeld en schadevergoeding uitkeren aan de overlevenden; moet de daders vervolgen; en moet fondsen ter beschikking stellen voor de ontwikkeling van het dorp. De regering van Suriname is ook veroordeeld in de kosten van het proces.
”WIKIPEDIA
MOIWANA


http://nl.wikipedia.org/wiki/M oiwana  

[10]

ZIE VOOR MISDADEN TEGEN DE MENSELIJKHEID, NOOT 4

[11]

WEBSITE ASTRID ESSEDDECEMBERMOORDEN

https://www.astridessed.nl/?s=Decembermoorden

[12]
ZIE VOOR VROUWENPROTESTKENNISAANVAL”REVOLUTIE IN SURINAME” LINK
http://kennisaanval.blogspot.com/2012/01/revolutie-in-suriname.html

SCROLL NAAR BENEDEN NAAR EEN FOTO MET PROTESTERENDE VROUWEN IN HET WITDAARONDER DE TEKST
”Deze foto van de tweede grote vrouwenmars in Paramaribo, vorige week donderdag, is nu pas naar buiten gekomen. De politie dreef de betogers op het onafhankelijkheidsplein uiteen. (Nieuws van de Dag, 22 december 1982)
http://kennisaanval.blogspot.com/2012/01/revolutie-in-suriname.html

[13]

WIKIPEDIATHEO PARA
https://nl.wikipedia.org/wiki/Theo_Para

”Dat kan door in hoger beroep te gaan, maar Para verwacht dat Bouterse een ander kattenluikje zal kiezen. “Het zal mij niet verbazen als de vice-president binnen afzienbare tijd gratie verleent aan Bouterse. Nu de president in het buitenland verblijft, heeft hij die bevoegdheid. Het past in de cultuur van straffeloosheid die bij Bouterse past. Hij heeft als president alles in het werk gesteld om dit vonnis tegen te houden.””Para is ook niet erg optimistisch over de toekomst. “Ik vrees dat Suriname nog meer gaat aanschurken tegen autoritaire regimes als Venezuela, Cuba, China en Rusland. Bouterse steekt veel tijd en energie in het aanhalen van de banden met die landen. De hechte relatie met Rusland maakt mij bezorgd over het rechtmatig verloop van de verkiezingen volgend jaar. Maar vandaag ben ik blij, vandaag is een prachtige dag.”

HET PAROOLVEROORDELING BOUTERSE IS GERECHTIGHEID EN PRESTATIE SURINAAMSE RECHTSSTAAT29 NOVEMBER 2019
https://www.parool.nl/wereld/veroordeling-bouterse-is-gerechtigheid-en-prestatie-surinaamse-rechtsstaat~b8c6c72e/

[14]

WIKIPEDIAGERARD SPONG
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gerard_Spong

”De moed van de Surinaamse rechters kan niet genoeg worden geprezen, stelt advocaat Gerard Spong. “Het is ongelooflijk dat er na al die jaren een straf is uitgesproken. Dit is een historische dag voor Suriname. Wat mij betreft had het levenslang mogen zijn, maar gezien de leeftijd van de verdachte is twintig jaar een zeer gevoelige straf.”

HET PAROOLVEROORDELING BOUTERSE IS GERECHTIGHEID EN PRESTATIE SURINAAMSE RECHTSSTAAT29 NOVEMBER 2019
https://www.parool.nl/wereld/veroordeling-bouterse-is-gerechtigheid-en-prestatie-surinaamse-rechtsstaat~b8c6c72e/

Reacties uitgeschakeld voor Vergeet nooit de Decembermoorden/Veroordeling Bouterse overwinning voor de democratische rechtsstaat

Opgeslagen onder Divers

Rechten Palestijnse kinderen/Mijn antwoord op reactie PvdA/”PvdA, ik hou u verantwoordelijk voor uw beloofde inzet!”

RECHTEN PALESTIJNSE KINDEREN/MIJN ANTWOORD OP REACTIE PvdA/”PvdA, IK HOU U VERANTWOORDELIJK VOOR UW BELOOFDE INZET!”

2015-July-IOPT-KidsArrest

EXPAND

Israeli border police arresting Ahmad Abu Sbitan, 11, in front of his school in East Jerusalem. The police accused him of throwing a stone at them. © Majd Gaith
https://www.hrw.org/news/2015/07/19/israel-security-forces-abuse-palestinian-children

Image result for Oda en Cor/Foto Hebron

foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst niet naar foto verwoesting Gaza, maar naar [somswegvallende] foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten

Since late 2015, 249 Palestinians have been killed in Israel and the Palestinian territories [File: EPA]http://www.aljazeera.com/news/2017/01/palestinian-teen-killed-israeli-army-clashes-170116155810513.html

https://www.btselem.org/video/20191121_soldiers_detain_boy_in_hebron_and_lead_him_blindfolded_through_the_streets#full


VOORAF:

Beste lezers,
U hebt kunnen lezen, dat ik recentelijk de leden van de Tweede Kamer [op de twee fascistische partijen PVV en Forum voor Democratie en de fanatiek zionistische Staatkundig Gereformeerde Partij na] heb aangeschreven over de systematische schendingen van de rechten van de Palestijnse kinderen in de bezette Palestijnse gebieden.Ook heb ik erop aangedrongen, dat de partijen zich inzetten voor de beeindiging van de nu al 52 jaar durende Israelische bezetting
Zie 
https://www.astridessed.nl/rechten-palestijnse-kinderen-brief-aan-de-leden-van-de-tweede-kamer/
PvdA
Nu heb ik vrijwel direct een reactie ontvangen van mevrouw L Ploumen, PvdA Tweede Kamerlid en woordvoerder  Buitenlandse Zaken, waarin zij aangeeft, dat de PvdA aandacht vraagt en zal  blijven vragen voor de positie van minderjarige Palestijnse gedetineerden en volgens schrijven van mevrouw Ploumen zal minister van Buitenlandse Zaken Blok dit bespreken met de Israelische regering.

Letterlijk schrijft zij”Helaas is het nodig dat we met enige regelmaat aandacht moeten vragen hiervoor – dat doen we en dat zullen we blijven doen. Minister Blok heeft op aandringen van de PvdA in de Tweede Kamer toegezegd dat hij het lot van individuele gevangen genomen minderjarigen zal bespreken met de Israëlische regering. ”
Allemaal mooi en waar, maar in haar reactie mis ik de inzet, een einde te maken aan die militaire rechtbanken voor Palestijnen in de bezette gebieden, terwijl Israeliers wel voor een gewone rechtbank verschijnen.Ook mis ik de inzet van de PvdA om te ijveren voor de directe beeindiging van de Israelische bezetting.
Daarover schrijf ik in mijn brief aan de Tweede Kamerleden:
”Maar de belangrijkste eis die ik formuleer ismijn Opdracht aan u, zich KEIhard te maken enmiddels alle politieke middelen die u ter beschikking staan,in te zetten voor de beeindiging van de Israelischebezetting en niet in fases, zoals altijd ontwijkend wordt voorgesteld, maar in een ruk, definitief en onvoorwaardelijk.Dat betekent dan  ook de beeindiging van de meest bittere vrucht van die bezetting, de  in bezet gebied gebouwde illegale nederzettingen [ALLE nederzettingen zijn illegaal volgens het Internationaal Recht, zoals u weet”
ZIE
https://www.astridessed.nl/rechten-palestijnse-kinderen-brief-aan-de-leden-van-de-tweede-kamer/

In mijn antwoord op de reactie van mevrouw Ploumen heb ik haar dan ook onverbloemd duidelijk gemaakt, dat de PvdA zich ook moet inzetten voor de beeindiging van die militaire rechtbanken en vooral ook voor de beeindiging van de Israelische bezetting.

Want zolang die nu al 52 jaar durende bezetting voortduurt, blijven die nederzettingen en al het andere onrecht ook bestaan.
Zie direct hieronder
Mijn  brief aan de PvdA  [A][de specifieke brief aan de initiatiefnemers van de motie Karabulut, SP, PvdA, Groen Links, waarin werd gepleit voor de vrijlating van Ahed Tamimi, een door het Israelische leger in 2017 gearresteerd tienermeisje, inmiddels door een militaire rechtbank veroordeeld tot 8 maanden gevangenisstraf vanwege ”mishandeling” van een Israelische soldaat]
https://www.amnesty.nl/actueel/israel-palestijnse-gebieden-acht-maanden-cel-voor-activist-ahed-tamimi

De mail reactie van mevrouw Ploumen op mijn brief [B] 

Mijn mailantwoord aan mevrouw Ploumen [C]

Astrid Essed

A

RECHTEN PALESTIJNSE KINDEREN/BRIEF AAN KAMERLEDEN/AAN VOORSTEMMERS VRIJLATING AHED TAMIMIASTRID ESSED9 DECEMBER 2019
https://www.astridessed.nl/rechten-palestijnse-kinderen-brief-aan-tweede-kamerleden-2-aan-voorstemmers-vrijlating-ahed-tamimi/

B

REACTIE VAN  MEVROUW L PLOUMEN, TWEEDE KAMERLID PvdA EN WOORDVOERDER BUITENLANDSE ZAKEN, OP MIJN BRIEF:

On Monday, December 9, 2019, 11:21:12 AM GMT+1, Ploumen, L. <l.ploumen@tweedekamer.nl> wrote:

Dank voor uw bericht. Helaas is het nodig dat we met enige regelmaat aandacht moeten vragen hiervoor – dat doen we en dat zullen we blijven doen. Minister Blok heeft op aandringen van de PvdA in de Tweede Kamer toegezegd dat hij het lot van individuele gevangen genomen minderjarigen zal bespreken met de Israëlische regering. Met vriendelijke groet, 

Lilianne PloumenTweede Kamerlid PvdA woordvoerder Buitenlandse Zaken, Curatieve Zorg, SheDecides

C

MIJN ANTWOORD OP DE REACTIE VAN MEVROUW L PLOUMEN, TWEEDE KAMERLID PvdA EN WOORDVOERDER BUITENLANDSE ZAKEN, CURATIEVE ZORG, SHE DECIDES

Astrid Essed 
To:Ploumen, L.

Dec 10 at 5:13 AM

REACTIE
AANMEVROUW L PLOUMENTweede Kamerlid PvdA woordvoerder Buitenlandse Zaken, Curatieve Zorg, SheDecides
Geachte mevrouw Ploumen,
Vriendelijk bedankt voor uw snelle reactie.Zeer gewaardeerd.
Het doet mij goed te horen, dat de PvdA zich het lot van minderjarige Palestijnse gevangenen wil aantrekken.Goed ook, dat minister Blok hierover met Israel in gesprek gaat.Ik hoop, dat dat tevens inhoudt, dat u, als partij, zich niet alleen wil inzetten voordeze minderjarige gevangenen, maar er tevens voor gaat ijveren, dat Israel een einde maakt aan het discriminerende rechtssysteem van de ”militaire rechtbanken” voor Palestijnse burgers in de bezette Palestijnse gebieden, terwijl dat niet voor Israeliers [ook niet voor kolonisten] geldt. [1]EN dat minister Blok dat ook op de agenda bij de besprekingen met Israel zal plaatsen.
En tevens-want dat hoor ik niet in uw antwoord aan mij- wil ik er nogmaals op aandringen, dat u als partij alle u ten dienste staande middelen aanwendt om Israel onder druk te zetten, de nu al 52 jaar durende bezetting van de Palestijnse gebieden te beeindigen, wat uiteraard impliceeert de ontmanteling van ALLE in bezet Palestijns gebied gestichte nederzettingen, die, zoals u uiteraard weet, in strijd zijn met het Internationaal Recht. [2]
52 jaar bezetting is 52 jaar te lang!
Ik reken op uw inzet en zal u verantwoordelijk houden, mocht die inzet ontbreken, of minder worden.
Doe uw best!
Vriendelijke groeten
Astrid EssedAmsterdam 
NOTEN

[1]

“Two residents of the Hebron area have an altercation within the territory of the West Bank and both are arrested. One of them, a Jewish resident of Kiryat Arba, is taken to a nearby police station, is immediately interrogated by a police officer and is brought within 24 hours to a hearing before the Jerusalem Magistrates Court. In this hearing, the judge decides to order his release on condition of bail; this is not a very severe case, and the defendant pleads self- defense.

The second person, a Palestinian resident of Hebron, is arrested for 96 hours before being brought before a military judge. He is de facto interrogated only once during this period of time, under suspicion of committing an assault based on nationalistic motivations, which is deemed as a security offense, and he is tried before a military court, where he faces a penalty of extended incarceration.”

– A passage from within the report.

REPORT

24 OCTOBER 2014

ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]

ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK

FULL REPORT
http://www.acri.org.il/en/wp-c ontent/uploads/2015/02/Two-Sys tems-of-Law-English-FINAL.pdf

BTSELEM.ORGTHE MILITARY COURTS11 NOVEMBER 2017
https://www.btselem.org/index. php/military_courts

[2]

DE ILLEGALITEIT VAN DE NEDERZETTINGEN

”The Fourth Geneva Convention prohibits an occupying power from transferring citizens from its own territory to the occupied territory (Article 49).

The Hague Regulations prohibit an occupying power from undertaking permanent changes in the occupied area unless these are due to military needs in the narrow sense of the term, or unless they are undertaken for the benefit of the local population.”

BTSELEM.ORG

SETTLEMENTS

https://www.btselem.org/ settlements

”Individual or mass forcible transfers, as well as deportations of protected persons from occupied territory to the territory of the Occupying Power or to that of any other country, occupied or not, are prohibited, regardless of their motive.”

ARTICLE 49, FOURTH GENEVA CONVENTION

https://www.icrc.org/applic/ih l/ihl.nsf/Article.xsp?action=o penDocument&documentId=77068F1 2B8857C4DC12563CD0051BDB0

HET HAAGS VERDRAG VAN 1907

HAGUE CONVENTION 1907

https://www.loc.gov/law/help/us-treaties/bevans/m-ust000001-0631.pdf

Reacties uitgeschakeld voor Rechten Palestijnse kinderen/Mijn antwoord op reactie PvdA/”PvdA, ik hou u verantwoordelijk voor uw beloofde inzet!”

Opgeslagen onder Divers

Rechten Palestijnse kinderen/Brief aan de leden van de Tweede Kamer

RECHTEN VAN PALESTIJNSE KINDEREN/BRIEF AAN DE LEDEN VAN DE TWEEDE KAMER

2015-July-IOPT-KidsArrest

EXPAND

Israeli border police arresting Ahmad Abu Sbitan, 11, in front of his school in East Jerusalem. The police accused him of throwing a stone at them. © Majd Gaith
https://www.hrw.org/news/2015/07/19/israel-security-forces-abuse-palestinian-children

Image result for Oda en Cor/Foto Hebron

foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst niet naar foto verwoesting Gaza, maar naar [somswegvallende] foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten

Since late 2015, 249 Palestinians have been killed in Israel and the Palestinian territories [File: EPA]http://www.aljazeera.com/news/2017/01/palestinian-teen-killed-israeli-army-clashes-170116155810513.html

https://www.btselem.org/video/20191121_soldiers_detain_boy_in_hebron_and_lead_him_blindfolded_through_the_streets#full

VOORAF
Beste lezers,
Gezien de systematische en voortdurende schendingen van de rechten vanPalestijnse kinderen in de door Israel bezette Palestijnse gebieden ben ik maar weer eens in de pen geklommen en heb ik de leden van de Tweede Kamer aangeschreven, met uitzondering van de twee fascistische partijen PVV en het Forum voor Democratie en ook de Staatkundig Gereformeerde Partij [SGP].
Reden waarom ik de SGP [Staatkundig Gereformeerde Partij]  niet heb aangeschreven?Vanwege hun fanatieke pro Israel standpunt, hetgeen nog weer eens bleek bij mijn correspondentie met deze partij over de vrijlating van Ahed Tamimi, een Palestijnse tiener, die door het Israelische leger was gearresteerd

Zie
https://www.astridessed.nl/ahed-tamini-moet-vrij-brief-aan-de-tweede-kamerleden-van-de-staatkundig-gereformeerde-partij/

EN VOORAL
https://www.astridessed.nl/de-zaak-ahed-tamini-antwoord-aan-de-sgp-staatkundig-gereformeerde-partij/

Hier volgt nu een brief van algemene strekking, die ik dus heb gestuurd aan alle andere Tweede Kamerleden, waarbij ik als voorbeeld genomen heb de brief aan de voorstemmers van de destijds ingediende motie Karabulut, tot vrijlating van Ahed Tamimi , hoewel helaas 101 van de 150 Tweede Kamerleden tegen stemden.
Dat ik de voorstemmers brief gebruikt heb, is echter geen bezwaar, omdat deze maar een zin afwijkt van die van de tegenstemmmers en het tenslotte gaat om mijn oproep NU, ter verdediging van de rechten van Palestijnse kinderen.

Zie hier de brieven aan de voorstemmers, de tegenstemmers en de indieners van de motie tot vrijlating van Ahed Tamimi
VOORSTEMMERS
https://www.astridessed.nl/rechten-palestijnse-kinderen-brief-aan-tweede-kamerleden-2-aan-voorstemmers-vrijlating-ahed-tamimi/
TEGENSTEMMERS
https://www.astridessed.nl/rechten-palestijnse-kinderen-brief-aan-tweede-kamerleden-1-aan-tegenstemmers-vrijlating-ahed-tamimi/

INDIENERS MOTIE KARABULUT

Maar nu dus om gaat, mijn Oproep aan de Tweede Kamerleden tot verdediging van de rechten van Palestijnse kinderen
ZIE HIERONDER!

Astrid Essed 

RECHTEN PALESTIJNSE KINDEREN
BRIEF AAN DE LEDEN VAN DE TWEEDE KAMER

AANDE LEDEN VAN DE TWEEDE KAMER
Onderwerp: Systematische en voortdurende mensenrechtenschendingentegen Palestijnse kinderen

RECHTEN VAN PALESTIJNSE KINDEREN/BRIEF AAN DE TWEEDE KAMERLEDEN

Geachte dames en heren,
Hoe veel doden moeten er nog onder Palestijnse kinderen vallen, hoeveel vernederingen, hoeveel mishandelingen, voordat u als Tweede Kamerleden effectief in actie komen ?
Dit is, dat weet ik vrijwel zeker, de zoveelste brief, die is geschreven, om u erop attent te maken, dat het onrecht tegen Palestijnse kinderen moet stoppen.Hier en nu.En daaraan kan u een belangrijke bijdrage leveren!

Nu weet ik, te uwer verdediging, dat u zich destijds hebt ingezet voor de vrijlating van de Palestijnse tiener Ahed Tamini, waarvoor ook door Amnesty was gepleit. [1]U hebt namelijk destijds de motie Karabulut c.s. gesteund [2], waarin de Nederlandse regering werd opgeroepen, zich uit te spreken voor de vrijlating van het tieneermeisje Ahed Tamimi, dat was gearresteerd door het Israelische leger. [3]Daarvoor mijn waardering.
Maar dit, waarde dames en heren, is slechts een druppel op een gloeiende plaat en het is -ik zeg dat ronduit- beschamend, dat u niet meer hebt ondernomen om zich in te zetten voor een menswaardige behandeling van Palestijnse kinderen.
ISRAELISCHE BEZETTING
Laten we vooropstellen, dat de grote Boosdoener hier is de u uiteraard bekend zijnde nu al 52 jaar durende Israelische bezetting van de Palestijnse gebieden de Westelijke Jordaanoever, Oost Jeruzalem en Gaza. [4]Over de onrechtmatigheid, terreur, oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingenvan die bezetting ga ik niet uitwijden.Ik verwijs u, wellicht ten overvloede, o.a. naar de sites van The Rights Forum, de Israelische organisatie Bt’selem. [5]  
Zaak is dan ook, dat u zich, naar vermogen, inzet voor de beeindiging van deze bezetting, die oorlogsmisdaden, illegale nederzettingen, de bouw van een illegale Muur [6] en misdaden tegen Palestijnse kinderen heeft voortgebracht.
ONRECHT AAN PALESTIJNSE KINDEREN:
Maar laten we het nu eens hebben over het onrecht aan Palestijnse kinderen, die -en dat heeft een bittere smaak – extra kwetsbaar zijn door deze jarenlange bezetting.
MILITAIRE RECHTBANKEN
Zo zijn er de zogenaamde ”militaire rechtbanken”, waarvoor jongeren [minderjarige kinderen] sowieso niet zouden mogen verschijnen. [7]Zo’n rechtbank heeft, by the way, ook genoemde Ahed Tamimi veroordeeld tot 8 maanden gevangenisstraf. [8]Ik citeer de Israelische mensenrechtenorganisatie Btselem:”Every year, hundreds of Palestinian minors undergo the same scenario. Israeli security forces pick them up on the street or at home in the middle of the night, then handcuff and blindfold them and transport them to interrogation, often subjecting them to violence en route. Exhausted and scared – some having spent a long time in transit, some having been roused from sleep, some having had nothing to eat or drink for hours – the minors are then interrogated. They are completely alone in there, cut off from the world, without any adult they know and trust by their side, and without having been given a chance to consult with a lawyer before the interrogation. The interrogation itself often involves threats, yelling, verbal abuse and sometimes physical violence. Its sole purpose is to get the minors to confess or provide information about others.” [9]Moet ik doorgaan?Dit is beestachtig, nietwaar dames en heren!In de eerste plaats hoort een Militaire Rechtbank sowieso geen burgers te berechten.In de tweede plaats is het discriminatoir, want die militaire rechtbanken zijn alleen voor Palestijnen in bezet gebied en niet voor Israelische burgers.[10]In de derde plaats is het hierboven beschrevene, wat kinderen is aangedaan en dagelijks in bezet gebied gebeurt, zowel in strijd met het Anti Folterverdrag als, misschien nog belangrijker, het Kinderrechtenverdrag! [11]
DODELIJKE PALESTIJNSE SLACHTOFFERS/KINDEREN
Dan de vele keren [onder noot 12 slechts enkele voorbeelden], waarbij Palestijnse kinderen het slachtoffer zijn geworden van door Israelische bezettingssoldaten veroorzaakten dodelijke schietincidenten. [12]Eigenlijk is het woord ”incident” misplaatst, omdat het systematisch en structureel gebeurt.Op zijn oud vaderlands gezegd:Het is schering en inslag!Recentelijk in november nog!Bij de Great March of Return in Gaza[13] op 8 november jongstleden, tijdens een vreedzame demonstratie, werden door Israelische bezettingstroepen 104 Palestijnse burgers neergeschoten en gewond, onder wie 43 kinderen. [14]Mensenrechtenorganisatie Palestinian C enter for Human Rights documenteert sinds het begin van de Great March of Return, in maart 2018, dat er in totaal 214 Palestijnse burgers zijn omgekomen, onder wie 46 kinderen! [15]Moet ik nog duidelijker zijn?
Kinderen worden mishandeld bij hun arrestatie, geblinddoekt afgevoerd. zoals een 13 jarige Palestijnse jongen overkwam [16] en zoals de Israelische mensenrechtenorganisatie Btselem schrijft”This case is no aberration, it is part of the routine violence imposed on Palestinians in Hebron by Israeli security forces and settlers, including physical attacks, threats, verbal abuse, soldiers’ incursions into homes (usually at night) – and the false arrest of minors and adults. Israel cites security to justify this conduct and the segregation it imposes on the city. Yet as this case proves, these claims are baseless and serve merely to bolster a policy of driving Palestinians to leave Hebron by making daily life unbearable.” [17]
Voeg daarbij nog:Slechte behandeling in de gevangenissen, harde gevangenisomstandigheden, geen of zelden toestemming aan de ouders om op  bezoek te komen, geen informatie over de rechten, die zij als gearresteerde hebben……[18]
Wat zijn dat voor praktijken?Waarom komt de Nederlandse regering, gehouden aan artikel 90 van de Grondwet, die de Internationale Rechtsorde dient te bevorderen [19],hiertegen niet in actie?
Wanneer komen u, Tweede Kamerleden,  hiertegen in actie?Hoe lang gaat u nog toestaan, dat de Israelische bezettingsstaat, die lak heeft aan de Internationale Rechtsorde [20], hiermee wegkomt?
ÉPILOOG
MIJN EISEN AAN U:
Ja, dat heeft u goed gelezen:Ik stel EISEN in dit verband!
En mijn eisen zijn:
Dat u er bij de Nederlandse regering op aandringt, zich uit te spreken tegen de mensonwaardige behandeling van Palestijnse kinderen.Dat de Nederlandse regering zich er hard voor maakt, dat deze kinderen behandeld worden conform de principes van het Internationaal Recht, en dan in het byzonder het Kinderrechtenverdrag.Het is niet zo moeilijk om daar, naar Israel toe, handvaten voor te vinden:Er kan, van de kant van de Nederlandse regering, gedreigd worden met inzet voor opschorting/beeindiging van het Associatieaccoordmet Israel, dat immers een mensenrechtenclausule heeft. [21]
Naast uw wending tot de Nederlandse regering dring ik er bij u opaan, dat u op alle andere mogelijkheden, die u als parlementariers ter beschikking staan [bijvoorbeeld in EU verband], zich aanwendt, er zorg voor te dragen, dat Palestijnse kinderen worden behandeld conform hun rechten, als vastgelegd  in het Kinderrechtenverdrag.

Maar de belangrijkste eis die ik formuleer ismijn Opdracht aan u, zich KEIhard te maken enmiddels alle politieke middelen die u ter beschikking staan,in te zetten voor de beeindiging van de Israelischebezetting en niet in fases, zoals altijd ontwijkend wordt voorgesteld, maar in een ruk, definitief en onvoorwaardelijk.Dat betekent dan  ook de beeindiging van de meest bittere vrucht van die bezetting, de  in bezet gebied gebouwde illegale nederzettingen [ALLE nederzettingen zijn illegaal volgens het Internationaal Recht, zoals u weet [22]]

Alleen dan kan aan het onrecht van het Midden Oosten conflict een einde worden gemaakt.
Wegkijken heeft geen zin, want u wordt hier wel degelijkpolitiek en moreel op afgerekend!Laat zien, dat u de Internationale Rechtsorde, die u alsvolksvertegenwoordiger van Nederland hoort te bevorderen [23],ook werkelijk serieus neemt.
En verschuil u niet achter president Donald Trump’s anti Internationaal Recht strapatzen! [24]
Hij blijft niet eeuwig aan de macht en het wordt hoog tijd, dat de EU een rechtvaardige Midden-Oostenpolitiek gaat voeren, onafhankelijk van de  de VS!
U, Tweede Kamerleden, bent zelf verantwoordelijk.De Nederlandse regering is zelf verantwoordelijk!

Ik reken op u

Vriendelijke groeten
Astrid EssedAmsterdam 

NOTEN

[1]

AMNESTY INTERNATIONALISRAEL/PALESTINA: ACHT MAANDEN CEL VOOR ACTIVIST AHED TAMIMI23 MAART 2018
https://www.amnesty.nl/actueel/israel-palestijnse-gebieden-acht-maanden-cel-voor-activist-ahed-tamimi?gclid=CjwKCAiA8qLvBRAbEiwAE_ZzPWu8RFBw7t6dc1Ma89nqRZ7cLQPufJDzJq3nEXhsHPmM1NU8hPMSThoCSlkQAvD_BwE

TEKST

Een militaire rechtbank in Israël heeft de Palestijnse jongerenactivist Ahed Tamimi veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf en een voorwaardelijke celstraf van drie jaar. Amnesty beschouwt de straf als een poging om mensen te intimideren die zich durven uit te spreken over de Israëlische bezetting van Palestijns gebieden.

De 17-jarige Ahed Tamimi wordt onder meer beschuldigd van mishandeling nadat op Facebook een video opdook. Daarop is te zien dat ze op 15 december 2017 twee Israëlische militairen slaat en schopt. Dat gebeurde nadat ze had gehoord dat haar neefje gewond was geraakt doordat een Israëlische soldaat hem van dichtbij een rubberkogel tegen het hoofd had geschoten.

Israël schendt Kinderrechtenverdrag

Volgens het Verdrag voor de Rechten van het Kind, waar Israël partij bij is, mogen kinderen alleen gearresteerd en gevangengezet worden als uiterste middel en zo kort mogelijk. Niets wat Tamimi heeft gedaan, rechtvaardigt haar voortdurende detentie. Amnesty roept op haar onmiddellijk vrij te laten.

Elk jaar worden honderden Palestijnse kinderen vervolgd door Israëlische militaire rechtbanken voor jongeren. De rechten van de gearresteerde jongeren worden systematisch geschonden. Ook worden zij mishandeld.

[2]

PARLEMENTAIRE MONITOR

MOTIE KARABULUT C.S. OVER DE VRIJLATING VAN AHED TAMIMI-RAAD ALGEMENE ZAKEN EN RAAD BUITENLANDSE ZAKEN

https://www.parlementairemonitor.nl/9353000/1/j9vvij5epmj1ey0/vklwplcu67yj

TEKST

1.

Tekst

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1821 MOTIE VAN HET LID KARABULUT C.S.

Voorgesteld 15 februari 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Israël eind vorig jaar het minderjarige meisje Ahed Tamimi heeft opgepakt, die zich in bezet Palestijns gebied en ongewapend verzette tegen de aanwezigheid van Israëlische militairen op het erf van haar ouderlijk huis;

constaterende dat Amnesty International oproept tot de vrijlating van Ahed Tamimi omdat helemaal niks haar detentie rechtvaardigt;

verzoekt de regering, zich uit te spreken voor de vrijlating van Ahed Tamimi,

en gaat over tot de orde van de dag.

Karabulut

Van Ojik

Ploumen

ORIGINEEL BERICHT

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-02-1821.html

21 501-02Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1821MOTIE VAN HET LID KARABULUT C.S.

Voorgesteld 15 februari 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Israël eind vorig jaar het minderjarige meisje Ahed Tamimi heeft opgepakt, die zich in bezet Palestijns gebied en ongewapend verzette tegen de aanwezigheid van Israëlische militairen op het erf van haar ouderlijk huis;

constaterende dat Amnesty International oproept tot de vrijlating van Ahed Tamimi omdat helemaal niks haar detentie rechtvaardigt;

verzoekt de regering, zich uit te spreken voor de vrijlating van Ahed Tamimi,

en gaat over tot de orde van de dag.

Karabulut

Van Ojik

Ploumen

[3]

RIGHTS FORUM

CDA EN D’66 DRAAIEN MOTIE VOOR STEUN AAN AHED AL TAMIMI DE NEK OM

De Nederlandse regering zal zich niet uitspreken voor de vrijlating van Ahed al-Tamimi. CDA en D66 stemden tegen een motie die daartoe opriep.

Stemverhouding van de motie die de regering verzocht zich uit te spreken voor de vrijlating van Ahed al-Tamimi. De motie werd afgestemd. 

Woensdag werd in de Tweede Kamer gestemd over een motie van Kamerlid Sadet Karabulut (SP), waarin de regering wordt opgeroepen zich uit te spreken voor de vrijlating van Ahed al-Tamimi. ‘Welke volksvertegenwoordiger kan hier nu tegen zijn?’, vroeg Karabulut zich af. Dat bleken er 101 te zijn, op een totaal van 150 Kamerleden.

De zaak Ahed al-Tamimi

De 17-jarige Ahed al-Tamimi werd op 19 december bij een nachtelijke Israëlische inval van haar bed gelicht. Vier dagen eerder had zij twee Israëlische militairen uit haar tuin gemept nadat die haar 14-jarige neefje in zijn gezicht hadden geschoten. Sindsdien wordt zij in Israëlische detentie gehouden, en zijn twaalf aanklachten tegen haar ingediend waarvoor zij voor een militair hof terechtstaat. The Rights Forum heeft uitgebreid aandacht aan haar zaak besteed.

Aheds zaak staat model voor die van duizenden andere jonge Palestijnen. Sinds het jaar 2000 werden door Israëlische bezettingstroepen tienduizend Palestijnse tieners opgepakt en voor militaire rechtbanken gebracht. Zij staan bloot aan willekeurkidnapping, ernstige mishandelingverminking en dwang, of erger. Elementaire rechten, vastgelegd in het door zowel Nederland als Israël geratificeerde Verdrag voor de Rechten van het Kind, worden hen ontzegd. Velen van hen worden overgebracht naar gevangenissen in Israël, wat neerkomt op schending van de Vierde Conventie van Genève.

Geen ideologie, maar recht

De motie-Karabulut riep de regering op tot een signaal dat deze praktijk door Nederland niet langer wordt getolereerd. De motie draaide niet om een ideologisch beladen thema, maar om de bescherming van kinderen tegen de gevolgen van de Israëlische, inmiddels vijftig jaar durende bezetting. Kinderen als Ahed al-Tamimi hebben in hun leven nog nooit vrijheid gekend, en inmiddels staat vast dat hierin zonder ingrijpen van buitenaf geen verandering zal komen.

In essentie vormde de motie bovendien een testcase voor de werking van het internationaal recht. Als verdragspartner bij alle relevante internationaalrechtelijke conventies is Nederland verplicht om in actie te komen tegen schendingen door andere partners.

Daags voor de stemming riepen talloze organisaties de Tweede Kamerfracties op tot steun voor de motie. Daaronder de Palestijnse Kinderrechten Coalitie (PKC), die de Tweede Kamer ook in december al tevergeefs opriep tot actie. Meer dan duizend burgers schreven de Tweede Kamer met een vergelijkbare oproep.

Motivatie van CDA en D66

Het voorzichtige statement waartoe de SP-motie opriep, bleek voor de meerderheid van de Tweede Kamerfracties echter een brug te ver. Van een aantal pro-Israël-partijen – VVD, PVV, CU, SGP en FvD, samen goed voor 63 zetels – kwam de tegenstem niet onverwacht. Daar stonden 49 zetels tegenover van partijen die voor de motie stemden: SP, GroenLinks, PvdA, PvdD, 50Plus en Denk. Het lot van de motie lag zodoende in handen van CDA en D66, elk goed voor 19 zetels. Beide partijen stemden tegen.

De twee partijen motiveerden hun tegenstem met het argument zich ‘niet te willen bemoeien met de rechtsgang van een ander land’. D66 voegde daar in een schriftelijke verklaring aan toe de omstandigheden ter plaatse onvoldoende te kunnen inschatten, en meende zelfs dat een voorzichtige oproep van de Nederlandse regering ‘averechts kan werken’. De partij zet in op diplomatieke inspanningen – een strategie die aantoonbaar tot niets heeft geleid.

Het is ontluisterend dat uitgerekend het CDA en D66 – partijen die zich doen voorstaan op respectievelijk naastenliefde en versterking van de democratische rechtsstaat – hebben voorkomen dat Nederland zich als tweede land na Chili zou uitspreken in solidariteit met Ahed en haar lotgenoten. Het lijkt er sterk op dat hierover in de regeringscoalitie een deal is gesloten, met het lot van een complete generatie jongeren als inzet.

[4]12. Is Israël nog steeds een bezettende macht na de terugtrekking uit de Gazastrook en is het nog gebonden aan de Vierde Conventie van Genève?
Ja, Israël blijft volgens het internationaal humanitair recht ook na de terugtrekking een bezettende macht . Volgens artikel 42 van de bepalingen van Den Haag van 1907, blijft een gebied bezet wanneer de bezettende macht effectieve controle over het gebied blijft uitoefenen.´´VRAAG EN ANTWOORD
BRIGITTE HERREMANS
ISRAEL´S TERUGTREKKINGSPLAN UIT DE GAZASTROOK
http://www.politics.be/ duiding/596/#12 
HUMAN RIGHTS WATCHISRAEL: ”DISENGAGEMENT” WILL NOT ENDGAZA OCCUPATION28 OCTOBER 2004
https://www.hrw.org/news/2004/ 10/28/israel-disengagement-wil l-not-end-gaza-occupation

[5]
BTSELEM.ORG
www.btselem.org
THE RIGHTS FORUM
https://rightsforum.org/

[6]

INTERNATIONAL COURT OF JUSTICELEGAL CONSEQUENCES OF THE CONSTRUCTION OF A WALL IN THE OCCUPIED PALESTINIAN TERRITORY
https://www.icj-cij.org/en/case/131

OVERVIEW OF THE CASE

By resolution ES-10/14, adopted on 8 December 2003 at its Tenth Emergency Special Session, the General Assembly decided to request the Court for an advisory opinion on the following question :

“What are the legal consequences arising from the construction of the wall being built by Israel, the occupying Power, in the Occupied Palestinian Territory, including in and around East Jerusalem, as described in the Report of the Secretary-General, considering the rules and principles of international law, including the Fourth Geneva Convention of 1949, and relevant Security Council and General Assembly resolutions ?”

The resolution requested the Court to render its opinion “urgently”. The Court decided that all States entitled to appear before it, as well as Palestine, the United Nations and subsequently, at their request, the League of Arab States and the Organization of the Islamic Conference, were likely to be able to furnish information on the question in accordance with Article 66, paragraphs 2 and 3, of the Statute. Written statements were submitted by 45 States and four international organizations, including the European Union. At the oral proceedings, which were held from 23 to 25 February 2004, 12 States, Palestine and two international organizations made oral submissions. The Court rendered its Advisory Opinion on 9 July 2004.

The Court began by finding that the General Assembly, which had requested the advisory opinion, was authorized to do so under Article 96, paragraph 1, of the Charter. It further found that the question asked of it fell within the competence of the General Assembly pursuant to Articles 10, paragraph 2, and 11 of the Charter. Moreover, in requesting an opinion of the Court, the General Assembly had not exceeded its competence, as qualified by Article 12, paragraph 1, of the Charter, which provides that while the Security Council is exercising its functions in respect of any dispute or situation the Assembly must not make any recommendation with regard thereto unless the Security Council so requests. The Court further observed that the General Assembly had adopted resolution ES-10/14 during its Tenth Emergency Special Session, convened pursuant to resolution 377 A (V), whereby, in the event that the Security Council has failed to exercise its primary responsibility for the maintenance of international peace and security, the General Assembly may consider the matter immediately with a view to making recommendations to Member States. Rejecting a number of procedural objections, the Court found that the conditions laid down by that resolution had been met when the Tenth Emergency Special Session was convened, and in particular when the General Assembly decided to request the opinion, as the Security Council had at that time been unable to adopt a resolution concerning the construction of the wall as a result of the negative vote of a permanent member. Lastly, the Court rejected the argument that an opinion could not be given in the present case on the ground that the question posed was not a legal one, or that it was of an abstract or political nature.

Having established its jurisdiction, the Court then considered the propriety of giving the requested opinion. It recalled that lack of consent by a State to its contentious jurisdiction had no bearing on its advisory jurisdiction, and that the giving of an opinion in the present case would not have the effect of circumventing the principle of consent to judicial settlement, since the subject-matter of the request was located in a much broader frame of reference than that of the bilateral dispute between Israel and Palestine, and was of direct concern to the United Nations. Nor did the Court accept the contention that it should decline to give the advisory opinion requested because its opinion could impede a political, negotiated settlement to the Israeli-Palestinian conflict. It further found that it had before it sufficient information and evidence to enable it to give its opinion, and empha- sized that it was for the General Assembly to assess the opinion’s usefulness. The Court accordingly concluded that there was no compelling reason precluding it from giving the requested opinion.

Turning to the question of the legality under international law of the construction of the wall by Israel in the Occupied Palestinian Territory, the Court first determined the rules and principles of international law relevant to the question posed by the General Assembly. After recalling the customary principles laid down in Article 2, paragraph 4, of the United Nations Charter and in General Assembly resolution 2625 (XXV), which prohibit the threat or use of force and emphasize the illegality of any territorial acquisition by such means, the Court further cited the principle of self-determination of peoples, as enshrined in the Charter and reaffirmed by resolution 2625 (XXV). In relation to international humanitarian law, the Court then referred to the provisions of the Hague Regulations of 1907, which it found to have become part of customary law, as well as to the Fourth Geneva Convention of 1949, holding that these were applicable in those Palestinian territories which, before the armed conflict of 1967, lay to the east of the 1949 Armistice demarcation line (or “Green Line”) and were occupied by Israel during that conflict. The Court further established that certain human rights instruments (International Covenant on Civil and Political Rights, International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights, United Nations Convention on the Rights of the Child) were applicable in the Occupied Palestinian Territory.

The Court then sought to ascertain whether the construction of the wall had violated the above-mentioned rules and principles. Noting that the route of the wall encompassed some 80 per cent of the settlers living in the Occupied Palestinian Territory, the Court, citing statements by the Security Council in that regard in relation to the Fourth Geneva Convention, recalled that those settlements had been established in breach of international law. After considering certain fears expressed to it that the route of the wall would prejudge the future frontier between Israel and Palestine, the Court observed that the construction of the wall and its associated régime created a “fait accompli” on the ground that could well become permanent, and hence tantamount to a de facto annexation. Noting further that the route chosen for the wall gave expression in loco to the illegal measures taken by Israel with regard to Jerusalem and the settlements and entailed further alterations to the demographic composition of the Occupied Palestinian Territory, the Court concluded that the construction of the wall, along with measures taken previously, severely impeded the exercise by the Palestinian people of its right to self-determination and was thus a breach of Israel’s obligation to respect that right.

The Court then went on to consider the impact of the construction of the wall on the daily life of the inhabitants of the Occupied Palestinian Territory, finding that the construction of the wall and its associated régime were contrary to the relevant provisions of the Hague Regulations of 1907 and of the Fourth Geneva Convention and that they impeded the liberty of movement of the inhabitants of the territory as guaranteed by the International Covenant on Civil and Political Rights, as well as their exercise of the right to work, to health, to education and to an adequate standard of living as proclaimed in the International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights and in the Convention on the Rights of the Child. The Court further found that, coupled with the establishment of settlements, the construction of the wall and its associated régime were tending to alter the demographic composition of the Occupied Palestinian Territory, thereby contravening the Fourth Geneva Convention and the relevant Security Council resolutions. The Court then considered the qualifying clauses or provisions for derogation contained in certain humanitarian law and human rights instruments, which might be invoked inter alia where military exigencies or the needs of national security or public order so required. The Court found that such clauses were not applicable in the present case, stating that it was not convinced that the specific course Israel had chosen for the wall was necessary to attain its security objectives, and that accordingly the construction of the wall constituted a breach by Israel of certain of its obligations under humanitarian and human rights law. Lastly, the Court concluded that Israel could not rely on a right of self-defence or on a state of necessity in order to preclude the wrongfulness of the construction of the wall, and that such construction and its associated régime were accordingly contrary to international law.

The Court went on to consider the consequences of these violations, recalling Israel’s obligation to respect the right of the Palestinian people to self-determination and its obligations under humanitarian and human rights law. The Court stated that Israel must put an immediate end to the violation of its international obligations by ceasing the works of construction of the wall and dismantling those parts of that structure situated within Occupied Palestinian Territory and repealing or rendering ineffective all legislative and regulatory acts adopted with a view to construction of the wall and establishment of its associated régime. The Court further made it clear that Israel must make reparation for all damage suffered by all natural or legal persons affected by the wall’s construction. As regards the legal consequences for other States, the Court held that all States were under an obligation not to recognize the illegal situation resulting from the construction of the wall and not to render aid or assistance in maintaining the situation created by such construction. It further stated that it was for all States, while respecting the United Nations Charter and international law, to see to it that any impediment, resulting from the construction of the wall, to the exercise by the Palestinian people of its right to self-determination be brought to an end. In addition, the Court pointed out that all States parties to the Fourth Geneva Convention were under an obligation, while respecting the Charter and international law, to ensure compliance by Israel with international humanitarian law as embodied in that Convention. Finally, in regard to the United Nations, and especially the General Assembly and the Security Council, the Court indicated that they should consider what further action was required to bring to an end the illegal situation in question, taking due account of the present Advisory Opinion.

The Court concluded by observing that the construction of the wall must be placed in a more general context, noting the obligation on Israel and Palestine to comply with international humanitarian law, as well as the need for implementation in good faith of all relevant Security Council resolutions, and drawing the attention of the General Assembly to the need for efforts to be encouraged with a view to achieving a negotiated solution to the outstanding problems on the basis of international law and the establishment of a Palestinian State.

DE ILLEGALITEIT VAN DE NEDERZETTINGEN

”The Fourth Geneva Convention prohibits an occupying power from transferring citizens from its own territory to the occupied territory (Article 49).

The Hague Regulations prohibit an occupying power from undertaking permanent changes in the occupied area unless these are due to military needs in the narrow sense of the term, or unless they are undertaken for the benefit of the local population.”

BTSELEM.ORG

SETTLEMENTS

https://www.btselem.org/ settlements

”Individual or mass forcible transfers, as well as deportations of protected persons from occupied territory to the territory of the Occupying Power or to that of any other country, occupied or not, are prohibited, regardless of their motive.”

ARTICLE 49, FOURTH GENEVA CONVENTION

https://www.icrc.org/applic/ih l/ihl.nsf/Article.xsp?action=o penDocument&documentId=77068F1 2B8857C4DC12563CD0051BDB0

HET HAAGS VERDRAG VAN 1907

HAGUE CONVENTION 1907

https://www.loc.gov/law/help/us-treaties/bevans/m-ust000001-0631.pdf

De Vierde Conventie van Genève bevat bovendien het beroemde verbod op het koloniseren van bezet gebied waarop de internationale gemeenschap − Nederland inbegrepen − zich in haar veroordelingen van Israëls nederzettingenbeleid baseert. Artikel 49 van de Conventie eindigt met het gebod:”

The Occupying Power shall not deport or transfer parts of its own civilian population into the territory it occupies.

THE RIGHTS FORUM

SCHENDINGEN

https://rightsforum.org/achter gronden/dossiers/internationaa l-recht/kolonisatie-een- ernstige-schending/

EEN GREEP UIT ISRAELISCHE OORLOGSMISDADEN

BTSELEM.ORGFATALITIES DURING OPERATION CAST LEAD

https://www.btselem.org/statistics/fatalities/during-cast-lead/by-date-of-event


BTSELEM.ORGFATALITIES DURING OPERATION PROTECTIVE EDGE

https://www.btselem.org/2014_gaza_conflict/en/AMNESTY

INTERNATIONALOPERATION CAST LEAD: 22 DAYS OF DEATH AND DESTRUCTION2009

https://www.amnesty.org/download/Documents/48000/mde150152009en.pdf


“During 50 days of attacks, Israeli forces wreaked massive death and destruction on the Gaza Strip, killing close to 1,500 civilians, more than 500 of whom were children,” said Philip Luther, Amnesty International’s Middle East and North Africa Programme Director.”


AMNESTY INTERNATIONALISRAEL/OPT: TWO YEARS ON, STILL NO JUSTICE FORWAR CRIMES VICTIMS7 JULY 2016


https://www.amnesty.org/en/lat est/news/2016/07/israel-opt-tw o-years-on-still-no-justice-fo r-war-crimes-victims/


AMNESTY INTERNATIONALISRAEL/OPT: USE OF EXCESSIVE FORCE IN GAZA AN ABHORRENTVIOLATION OF INTERNATIONAL LAW14 MAY 2018


https://www.amnesty.org/en/lat est/news/2018/05/israelopt-use -of-excessive-force-in-gaza-an -abhorrent-violation-of-intern ational-law/

[7]

BTSELEM.ORGMINORS IN JEOPARDYVIOLATION OF THE RIGHTS OF PALESTINIAN  MINORS BY ISRAEL’S MILITARY COURTS
https://www.btselem.org/publications/summaries/201803_minors_in_jeopardy
[8]
AMNESTY INTERNATIONALISRAEL/PALESTINA: ACHT MAANDEN CEL VOOR ACTIVIST AHED TAMIMI23 MAART 2018
https://www.amnesty.nl/actueel/israel-palestijnse-gebieden-acht-maanden-cel-voor-activist-ahed-tamimi?gclid=CjwKCAiA8qLvBRAbEiwAE_ZzPWu8RFBw7t6dc1Ma89nqRZ7cLQPufJDzJq3nEXhsHPmM1NU8hPMSThoCSlkQAvD_BwE

[9]
BTSELEM.ORGMINORS IN JEOPARDYVIOLATION OF THE RIGHTS OF PALESTINIAN  MINORS BY ISRAEL’S MILITARY COURTS
https://www.btselem.org/publications/summaries/201803_minors_in_jeopardy

[10]


BTSELEM.ORG
THE MILITARY COURTS11 NOVEMBER 2017
https://www.btselem.org/index. php/military_courts
”A new report published by the Association for Civil Rights in Israel (ACRI) outlines the nature of the legal regime currently operating in the West Bank. Two systems of law are applied in a single territory: one – a civilian legal system for Israeli citizens, and a second – a military court system for Palestinian residents. The result: institutionalized discrimination.”
ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK24 NOVEMBER 2014
http://www.acri.org.il/en/2014 /11/24/twosysreport/
REPORT14 OCTOBER 2014ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK
http://www.acri.org.il/en/wp-c ontent/uploads/2015/02/Two-Sys tems-of-Law-English-FINAL.pdf

[11]

CONVENTION AGAINST TORTURE AND OTHER CRUEL, INHUMAN OR DEGRADING TREATMENT OR PUNISHMENT
http://hrlibrary.umn.edu/instree/h2catoc.htm

CONVENTION ON THE RIGHTS OF THE CHILD
http://hrlibrary.umn.edu/instree/k2crc.htm

  [12]

ALJAZEERAPALESTINIAN TEEN FIRST TO BE KILLED BY ISRAELIN 20183 JANUARY 2018
http://www.aljazeera.com/news/ 2018/01/palestinian-teen-kille d-israel-2018-180103154409357. html
THE RIGHTS FORUM/EN DAT IS 1ISRAELISCHE MILITAIREN DODEN 17 JARIGE PALESTIJN3 JANUARI 2018
https://rightsforum.org/nieuws /israelische-militairen-doden- 17-jarige-palestijn/

RIGHTS FORUM/EN DAT IS 2 EN 3ISRAELISCHE TROEPEN DODEN TWEE 16 JARIGE PALESTIJNEN12 JANUARI 2018
https://rightsforum.org/nieuws /israelische-troepen-doden-twe e-16-jarige-palestijnen/
RIGHTS FORUM/EN DAT IS 4ISRAELISCHE MILITAIREN SCHIETEN WEER EEN PALESTIJN DOOD15 JANUARI 2018
https://rightsforum.org/nieuws /israelische-militairen-schiet en-weer-palestijn-dood/

RIGHTS FORUM/EN DAT IS 5ISRAEL DOODT NEEF VAN VERDACHTE PALESTIJN EN SLOOPTVIER HUIZEN19 JANUARI 2018

https://rightsforum.org/nieuws /israel-doodt-neef-verdachte-p alestijn-en-sloopt-vier-huizen /
RIGHTS FORUM/EN DAT IS 6ISRAELISCHE MILITAIREN SCHIETEN PALESTIJNSE TIENERDOOR HET HOOFD31 JANUARI 2018
https://rightsforum.org/nieuws /israelische-militairen-schiet en-palestijnse-tiener-hoofd/

[13]

[13]

More than six months have passed since the “Great March of Return” protests started in the Gaza Strip on 30 March.

Their calls for Israeli authorities to lift their 11-year illegal blockade on Gaza and to allow Palestinian refugees to return to their villages and towns have not been met.”

AMNESTY INTERNATIONALSIX MONTHS ON: GAZA’S GREAT MARCH OF RETURN
https://www.amnesty.org/en/latest/campaigns/2018/10/gaza-great-march-of-return/

AL JAZEERAGAZA’S GREAT MARCHES OF RETURN PROTESTS EXPLAINED30 MARCH 2019
https://www.aljazeera.com/news/2019/03/gaza-great-march-return-protests-explained-190330074116079.html

WIKIPEDIA2018-19 GAZA BORDER PROTESTS
https://en.wikipedia.org/wiki/2018%E2%80%9319_Gaza_border_protests

ELECTRONIC INTIFADAGREAT MARCH OF RETURN
https://electronicintifada.net/tags/great-march-return

[14]

”104 Palestinian civilians, including 43 children, a woman and a paramedic, were shot and injured by Israeli occupation forces’ (IOF) fire against peaceful protestors at the 82nd Great March of Return (GMR), this Friday, 08 November 2019.”
PALESTINIAN CENTER FOR HUMAN RIGHTS82ND GMR: IOF SHOT AND INJURED 104 PALESTINIAN CIVILIANS, INCLUDING 43 CHILDREN, A WOMAN AND A PARAMEDIC8 NOVEMBER 2019
https://pchrgaza.org/en/?p=13174

[15]

”Since the outbreak of GMR on 30 March 2018, PCHR documented 214 civilian killings by IOF, including 46 children, 2 women, 9 persons with disabilities, 4 paramedics and 2 journalists.”

PALESTINIAN CENTER FOR HUMAN RIGHTS82ND GMR: IOF SHOT AND INJURED 104 PALESTINIAN CIVILIANS, INCLUDING 43 CHILDREN, A WOMAN AND A PARAMEDIC8 NOVEMBER 2019
https://pchrgaza.org/en/?p=13174

[16]

”On 3 Nov. 2019, at about 11:30 A.M., soldiers detained ‘Abd a-Razeq Idris, 13, from the Abu Jales neighborhood. They put him and a jeep, blindfolded him and drove him around. They then took him to al-Harika neighborhood, about a kilometer from his home, where they took him out of the jeep and walked him, blindfolded, through the streets….”

BTSELEM.ORGISRAELI SOLDIERS DETAIN 13 YEAR OLD PALESTINIAN IN HEBRON AND LEAD HIM UP AND DOWN STREETS BLINDFOLDED21 NOVEMBER 2019[ZIE OP DE LINK DE BIJBEHORENDE VIDEO]
https://www.btselem.org/video/20191121_soldiers_detain_boy_in_hebron_and_lead_him_blindfolded_through_the_streets#full

[17]

”This case is no aberration, it is part of the routine violence imposed on Palestinians in Hebron by Israeli security forces and settlers, including physical attacks, threats, verbal abuse, soldiers’ incursions into homes (usually at night) – and the false arrest of minors and adults. Israel cites security to justify this conduct and the segregation it imposes on the city. Yet as this case proves, these claims are baseless and serve merely to bolster a policy of driving Palestinians to leave Hebron by making daily life unbearable.”

BTSELEM.ORGISRAELI SOLDIERS DETAIN 13 YEAR OLD PALESTINIAN IN HEBRON AND LEAD HIM UP AND DOWN STREETS BLINDFOLDED21 NOVEMBER 2019[ZIE OP DE LINK DE BIJBEHORENDE VIDEO]
https://www.btselem.org/video/20191121_soldiers_detain_boy_in_hebron_and_lead_him_blindfolded_through_the_streets#full

[18]
BTSELEM.ORGUNPROTECTED: DETENTION OF PALESTINIAN TEENAGERS IN JERUSALEM
https://www.btselem.org/publications/summaries/201710_unprotected

ZIE VOLLEDIGE RAPPORT

https://www.btselem.org/sites/default/files/publications/201710_unprotected_eng.pdf

[19] 

De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. 

DE NEDERLANDSE GRONDWETARTIKEL 90, INTERNATIONALE RECHTSORDE
https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vi9hbusg8rzy/artikel_90_internationale_rechtsorde

[20]

DE WERELD MORGENISRAEL, WERELDKAMPIOEN SCHENDINGEN VN RESOLUTIESLODE VANOOST30 JULI 2014
https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2014/07/30/israel-wereldkampioen-schendingen-vn-resoluties/
[21]

”Relations between the Parties, as well as all the provisions of the Agreement itself, shall be based on respect for human rights and democratic principles, which guides their internal and international policy and constitutes an essential element of this Agreement.”
ARTICLE 2, EURO MEDITERRIAN AGREEMENTESTABLISHING AN ASSOCIATION BETWEEN THEEUROPEAN COMMUNITIES AND THEIR MEMBER STATES OF THEONE PART, AND THE STATE OF ISRAEL, OF THE OTHER PART
https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/sites/near/files/association_agreement_israel-eu_2000.pdf

[22]

ZIE VOOR ILLEGALITEIT VAN DE NEDERZETTINGEN, NOOT 6

[23]

De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. 

DE NEDERLANDSE GRONDWETARTIKEL 90, INTERNATIONALE RECHTSORDE
https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vi9hbusg8rzy/artikel_90_internationale_rechtsorde

[24]

NOSTRUMP ERKENT JERUZALEM ALS HOOFDSTAD VAN ISRAEL6 DECEMBER 2017
https://nos.nl/artikel/2206170-trump-erkent-jeruzalem-als-hoofdstad-van-israel.html

TEKST

President Trump zal in de loop van de dag bekendmaken dat de Verenigde Staten Jeruzalem erkennen als de hoofdstad van Israël. Dat hebben medewerkers van de president laten weten.

Ook zal hij de verhuizing van de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem in gang zetten. Trump heeft geen datum genoemd, maar volgens zijn staf kan het hele proces drie tot vier jaar duren. Er is nog geen geschikt gebouw en ook moet beveiligde huisvesting geregeld worden voor de diplomaten.

Op 1 december is de deadline verstreken waarop Trump zijn handtekening had moeten zetten onder een document dat uitstel van de verhuizing bevestigt. Dat hebben alle presidenten voor hem, ieder half jaar ook gedaan, sinds in 1995 in de wet werd vastgelegd dat de ambassade moest verhuizen naar Jeruzalem. Maar voorwaarde voor die verhuizing is dat vredesbesprekingen leiden tot een blijvende oplossing voor de status van Jeruzalem.

Verkiezingsbelofte

Volgens het Witte Huis komt Trump met het besluit een verkiezingsbelofte na en is het niet zijn bedoeling om de uitkomst van besprekingen over de uiteindelijke status van Jeruzalem of het vredesproces te beïnvloeden. Volgens Trump is Jeruzalem nu eenmaal de zetel van de Israëlische regering en het centrum van het joodse geloof en de facto al de hoofdstad.

De erkenning van Jeruzalem als hoofdstad van Israël staat haaks op het beleid van Trumps voorgangers. Die vonden dat een gewijzigde status van Jeruzalem alleen tot stand kon komen na onderhandelingen met de Palestijnen, die Oost-Jeruzalem als hoofdstad van hun toekomstige staat willen.

Gevaarlijke gevolgen

De afgelopen dag belde Trump met verschillende leiders in het Midden-Oosten om zijn beslissing kenbaar te maken. Dat leidde tot woedende reacties in de Arabische wereld. De Palestijnse president Abbas waarschuwde Trump voor “gevaarlijke gevolgen” en belde vervolgens andere wereldleiders. Hij riep hun hulp in om Trump op andere gedachten te brengen.

Ook andere Arabische leiders wezen op gevolgen voor de stabiliteit en veiligheid in de regio. EU-buitenlandcoördinator Mogherini zei dat elke actie die een tweestatenoplossing ondermijnt, voorkomen moet worden.

De enige die geen verklaring uitbracht na de belronde van Trump was de Israëlische premier Netanyahu. Israël juicht het besluit toe. Geen enkel ander land heeft een ambassade in Jeruzalem. Wel zijn er consulaten.Niet iedereen in de regering-Trump steunt de zet. Minister Tillerson van Buitenlandse Zaken en minister Mattis van Defensie zijn ertegen.

DIT STRAPATZ VAN DE TRUMP GOVERNMENT IS IN STRIJD MET VN VEILIGHEIDSRAADSRESOLUTIE 478
WIKIPEDIAUNITED NATIONS SECURITY COUNCIL RESOLUTION 478
https://en.wikipedia.org/wiki/United_Nations_Security_Council_Resolution_478

FULL TEXT RESOLUTION

The Security Council,

Recalling its resolution 476 (1980),

Reaffirming again that the acquisition of territory by force is inadmissible,

Deeply concerned over the enactment of a “basic law” in the Israeli Knesset proclaiming a change in the character and status of the Holy City of Jerusalem, with its implications for peace and security,

Noting that Israel has not complied with resolution 476 (1980),

Reaffirming its determination to examine practical ways and means, in accordance with the relevant provisions of the Charter of the United Nations, to secure the full implementation of its resolution 476 (1980), in the event of non-compliance by Israel,

1. Censures in the strongest terms the enactment by Israel of the “basic law” on Jerusalem and the refusal to comply with relevant Security Council resolutions;

2. Affirms that the enactment of the “basic law” by Israel constitutes a violation of international law and does not affect the continued application of the Geneva Convention relative to the Protection of Civilian Persons in Time of War, of 12 August 1949, in the Palestinian and other Arab territories occupied since June 1967, including Jerusalem;

3. Determines that all legislative and administrative measures and actions taken by Israel, the occupying Power, which have altered or purport to alter the character and status of the Holy City of Jerusalem, and in particular the recent “basic law” on Jerusalem, are null and void and must be rescinded forthwith;

4. Affirms also that this action constitutes a serious obstruction to achieving a comprehensive, just and lasting peace in the Middle East;

5. Decides not to recognize the “basic law” and such other actions by Israel that, as a result of this law, seek to alter the character and status of Jerusalem and calls upon:

(a) All Member States to accept this decision;

(b) Those States that have established diplomatic missions at Jerusalem to withdraw such missions from the Holy City;

6. Requests the Secretary-General to report to the Security Council on the implementation of the present resolution before 15 November 1980;7. Decides to remain seized of this serious situation.
https://en.wikipedia.org/wiki/United_Nations_Security_Council_Resolution_478#Full_text_of_Resolution_478

ZIE OOK

https://www.securitycouncilreport.org/atf/cf/%7B65BFCF9B-6D27-4E9C-8CD3-CF6E4FF96FF9%7D/IP%20SRES%20478.pdf

NOSVS ZIET ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN NIET LANGER ALS ILLEGAAL18 NOVEMBER 2019
https://nos.nl/artikel/2311044-vs-ziet-israelische-nederzettingen-niet-langer-als-illegaal.html

TEKST

De Verenigde Staten beschouwen Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever niet langer als strijdig met het internationaal recht. Minister van Buitenlandse Zaken Pompeo heeft de koerswijziging bekendgemaakt.

De stap volgt in een reeks pro-Israëlische beslissingen van de regering van president Trump. Eerder besloot de Amerikaanse president om Jeruzalem te erkennen als de ongedeelde hoofdstad van Israël en de Amerikaanse ambassade erheen te verplaatsen. Daarna heeft hij de financiële steun aan de Palestijnen stopgezet. In maart erkende de president de annexatie van de Golanhoogten, die Israël in 1967 veroverde op Syrië.

Hindernis

De Israëlische premier Netanyahu spreekt zijn waardering uit voor de Amerikaanse stap. Hij noemt het “een belangrijke maatregel die een historische fout corrigeert”. Israël blijft bereid tot vredesonderhandelingen met de Palestijnen, maar zal blijven afwijzen dat sprake is van illegale nederzettingen, aldus Netanyahu.

De Palestijnse president Abbas zegt in reactie dat de VS zijn geloofwaardigheid om een rol te spelen in het vredesproces heeft verloren.

Ook de Palestijnse politica Hanan Ashrawi veroordeelt de Amerikaanse koerswijziging. Volgens haar is het “een nieuwe klap voor het internationale recht, gerechtigheid en vrede”.

De Europese Unie en de meerderheid van de internationale gemeenschap achten de nederzettingen volgens internationaal recht illegaal. En dat blijft zo, liet EU-buitenlandchef Mogherini weten in een verklaring.

Vorige week oordeelde het Europees Hof voor Justitie nog dat levensmiddelen uit Israëlische nederzettingen niet langer het label ‘made in Israel’ mogen dragen.

Tweestatenoplossing

De EU ziet de Israëlische nederzettingen net als internationale organisaties als de Verenigde Naties als een grote hindernis voor een oplossing van het conflict met de Palestijnen. Zij beschouwen de bezette Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem als essentiële onderdelen van een toekomstige Palestijnse staat.

In de verklaring roept Mogherini Israël op om te stoppen met de uitbreiding van nederzettingen.

In 2016 nam de VN-Veiligheidsraad een resolutie aan waarin van Israël wordt geëist dat het stopt met bouwen in nederzettingen, “een flagrante schending” van het internationaal recht. De VS, onder president Obama, koos toen voor een koerswijziging en blokkeerde de resolutie niet maar onthield zich van stemming. De Amerikaanse VN-ambassadeur van destijds zei dat de nederzettingen een tweestatenoplossing in de weg staan.Israël bezette de gebieden in 1967. Sindsdien groeide het aantal Israëlische kolonisten er tot meer dan 600.000. 

Reacties uitgeschakeld voor Rechten Palestijnse kinderen/Brief aan de leden van de Tweede Kamer

Opgeslagen onder Divers

Rechten Palestijnse kinderen/Brief aan Tweede Kamerleden/Indieners motie tot vrijlating Ahed Tamimi

RECHTEN VAN PALESTIJNSE KINDEREN/BRIEF AAN TWEEDE KAMERLEDEN/INDIENERS VAN DE MOTIE TOT  VRIJLATING AHED TAMIMI

2015-July-IOPT-KidsArrest

EXPAND

Israeli border police arresting Ahmad Abu Sbitan, 11, in front of his school in East Jerusalem. The police accused him of throwing a stone at them. © Majd Gaith
https://www.hrw.org/news/2015/07/19/israel-security-forces-abuse-palestinian-children

Image result for Oda en Cor/Foto Hebron

foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst niet naar foto verwoesting Gaza, maar naar [somswegvallende] foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten

Since late 2015, 249 Palestinians have been killed in Israel and the Palestinian territories [File: EPA]http://www.aljazeera.com/news/2017/01/palestinian-teen-killed-israeli-army-clashes-170116155810513.html

https://www.btselem.org/video/20191121_soldiers_detain_boy_in_hebron_and_lead_him_blindfolded_through_the_streets#full

VOORAF
Beste lezers,
Gezien de systematische en voortdurende schendingen van de rechten vanPalestijnse kinderen in de door Israel bezette Palestijnse gebieden ben ik maar weer eens in de pen geklommen en heb ik de leden van de Tweede Kamer aangeschreven, met uitzondering van de fascistische partijen PVV en het Forum voor Democratie en de Staatkundig Gereformeerde Partij.
Reden waarom ik de SGP niet heb aangeschreven?Vanwege hun fanatieke pro Israel standpunt, hetgeen nog weer eens bleek bij mijn correspondentie met deze partij over de vrijlating van Ahed Tamimi, een Palestijnse tiener, die door het Israelische leger was gearresteerd

Zie
https://www.astridessed.nl/ahed-tamini-moet-vrij-brief-aan-de-tweede-kamerleden-van-de-staatkundig-gereformeerde-partij/

EN VOORAL
https://www.astridessed.nl/de-zaak-ahed-tamini-antwoord-aan-de-sgp-staatkundig-gereformeerde-partij/

VOOR/TEGENSTEMMERS VAN DE MOTIE KARABULUT CS OVER VRIJLATING VAN AHED TAMIMI
Hoewel ik brieven van ongeveer gelijke strekking heb gestuurd aan alle andere politieke partijen, heb ik een iets andere formulering gekozen voor de partijen, die destijds voor de motie ivm vrijlating van Ahed Tamimi hebben gestemd, de zogenaamde motie Karabulut cs [ingediend door de SP, PvdA en Groen Links]  en degenen, die tegenstemmers waren.
Voorstemmers:
SPPvdAGroen LinksDenkPartij voor de Dieren50 PLUS
Tegenstemmers:
VVDCDAD’66CUSGP PVVFvD
https://rightsforum.org/nieuws/cda-en-d66-draaien-motie-steun-aan-ahed-al-tamimi-nek-om/

Hieronder een exemplaar van de brief, zoals gegaan naar de initiatiefnemers van de motie Karabulut [Tweede Kamerlid SP] c.s. de SP, Groen Links en de PvdA.Ik neem als exemplaar de brief aan de SP.
De andere aangeschreven partijen zijn ondergebracht aan brieven aan de tegenstemmers van de motie Karabulut en de voorstemmers, behalve dan de initiatiefnemers.

Zie eerdere brieven:
Aan de tegenstemmers
https://www.astridessed.nl/rechten-palestijnse-kinderen-brief-aan-tweede-kamerleden-1-aan-tegenstemmers-vrijlating-ahed-tamimi/
Aan de voorstemmers

Zie dus hieronder de brief aan initiatiefnemer van de motie Kaarbulut, de SP

Astrid Essed

AANDE TWEEDE KAMERLEDEN VAN SP
Onderwerp: Systematische en voortdurende mensenrechtenschendingentegen Palestijnse kinderen

Addendum:Een vergelijkbare brief is verstuurd aan uw collegae in de Tweede Kamer, waarbij inhoudelijk een licht verschil is gemaakt tussen de voorstemmers van de motie Karabulut inzake Ahed Tamimi en de tegenstemmers
Geachte dames en heren,
Hoe veel doden moeten er nog onder Palestijnse kinderen vallen, hoeveel vernederingen, hoeveel mishandelingen, voordat u als Tweede Kamerleden effectief in actie komen ?
Dit is, dat weet ik vrijwel zeker, de zoveelste brief, die is geschreven, om u erop attent te maken, dat het onrecht tegen Palestijnse kinderen moet stoppen.Hier en nu.En daaraan kan u een belangrijke bijdrage leveren!

Nu weet ik, te uwer verdediging, dat u zich destijds hebt ingezet voor de vrijlating van de Palestijnse tiener Ahed Tamini, waarvoor ook door Amnesty was gepleit. [1]Samen met de PvdA en Groen Links heeft uw partij destijds in een motie ertoe opgeroepen, dat de Nederlandse regering zich moest uitspreken voor de vrijlating van de door het Israelische leger gearresteerde tienermeisje Ahed Tamimi [2], hetgeen helaas is verworpen [tegenstemmers CDA, VVD, PVV, Forum voor Democratie, D’66, de Christen Unie en SGP] [3]Daarvoor dus waardering.
Maar dit, waarde dames en heren, is slechts een druppel op een gloeiende plaat en het is -ik zeg dat ronduit- beschamend, dat u niet meer hebt ondernomen om zich in te zetten voor een menswaardige behandeling van Palestijnse kinderen.
ISRAELISCHE BEZETTING
Laten we vooropstellen, dat de grote Boosdoener hier is de u uiteraard bekend zijnde nu al 52 jaar durende Israelische bezetting van de Palestijnse gebieden de Westelijke Jordaanoever, Oost Jeruzalem en Gaza. [4]Over de onrechtmatigheid, terreur, oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingenvan die bezetting ga ik niet uitwijden.Ik verwijs u, wellicht ten overvloede, o.a. naar de sites van The Rights Forum, de Israelische organisatie Bt’selem. [5]  
Zaak is dan ook, dat u zich, naar vermogen, inzet voor de beeindiging van deze bezetting, die oorlogsmisdaden, illegale nederzettingen, de bouw van een illegale Muur [6] en misdaden tegen Palestijnse kinderen heeft voortgebracht.
ONRECHT AAN PALESTIJNSE KINDEREN:
Maar laten we het nu eens hebben over het onrecht aan Palestijnse kinderen, die -en dat heeft een bittere smaak – extra kwetsbaar zijn door deze jarenlange bezetting.
MILITAIRE RECHTBANKEN
Zo zijn er de zogenaamde ”militaire rechtbanken”, waarvoor jongeren [minderjarige kinderen] sowieso niet zouden mogen verschijnen. [7]Zo’n rechtbank heeft, by the way, ook genoemde Ahed Tamimi veroordeeld tot 8 maanden gevangenisstraf. [8]Ik citeer de Israelische mensenrechtenorganisatie Btselem:”Every year, hundreds of Palestinian minors undergo the same scenario. Israeli security forces pick them up on the street or at home in the middle of the night, then handcuff and blindfold them and transport them to interrogation, often subjecting them to violence en route. Exhausted and scared – some having spent a long time in transit, some having been roused from sleep, some having had nothing to eat or drink for hours – the minors are then interrogated. They are completely alone in there, cut off from the world, without any adult they know and trust by their side, and without having been given a chance to consult with a lawyer before the interrogation. The interrogation itself often involves threats, yelling, verbal abuse and sometimes physical violence. Its sole purpose is to get the minors to confess or provide information about others.” [9]Moet ik doorgaan?Dit is beestachtig, nietwaar dames en heren!In de eerste plaats hoort een Militaire Rechtbank sowieso geen burgers te berechten.In de tweede plaats is het discriminatoir, want die militaire rechtbanken zijn alleen voor Palestijnen in bezet gebied en niet voor Israelische burgers.[10]In de derde plaats is het hierboven beschrevene, wat kinderen is aangedaan en dagelijks in bezet gebied gebeurt, zowel in strijd met het Anti Folterverdrag als, misschien nog belangrijker, het Kinderrechtenverdrag! [11]
DODELIJKE PALESTIJNSE SLACHTOFFERS/KINDEREN
Dan de vele keren [onder noot 12 slechts enkele voorbeelden], waarbij Palestijnse kinderen het slachtoffer zijn geworden van door Israelische bezettingssoldaten veroorzaakten dodelijke schietincidenten. [12]Eigenlijk is het woord ”incident” misplaatst, omdat het systematisch en structureel gebeurt.Op zijn oud vaderlands gezegd:Het is schering en inslag!Recentelijk in november nog!Bij de Great March of Return in Gaza[13] op 8 november jongstleden, tijdens een vreedzame demonstratie, werden door Israelische bezettingstroepen 104 Palestijnse burgers neergeschoten en gewond, onder wie 43 kinderen. [14]Mensenrechtenorganisatie Palestinian C enter for Human Rights documenteert sinds het begin van de Great March of Return, in maart 2018, dat er in totaal 214 Palestijnse burgers zijn omgekomen, onder wie 46 kinderen! [15]Moet ik nog duidelijker zijn?
Kinderen worden mishandeld bij hun arrestatie, geblinddoekt afgevoerd. zoals een 13 jarige Palestijnse jongen overkwam [16] en zoals de Israelische mensenrechtenorganisatie Btselem schrijft”This case is no aberration, it is part of the routine violence imposed on Palestinians in Hebron by Israeli security forces and settlers, including physical attacks, threats, verbal abuse, soldiers’ incursions into homes (usually at night) – and the false arrest of minors and adults. Israel cites security to justify this conduct and the segregation it imposes on the city. Yet as this case proves, these claims are baseless and serve merely to bolster a policy of driving Palestinians to leave Hebron by making daily life unbearable.” [17]
Voeg daarbij nog:Slechte behandeling in de gevangenissen, harde gevangenisomstandigheden, geen of zelden toestemming aan de ouders om op  bezoek te komen, geen informatie over de rechten, die zij als gearresteerde hebben……[18]
Wat zijn dat voor praktijken?Waarom komt de Nederlandse regering, gehouden aan artikel 90 van de Grondwet, die de Internationale Rechtsorde dient te bevorderen [19],hiertegen niet in actie?
Wanneer komen u, SP Tweede Kamerleden, hiertegen in actie?Hoe lang gaat u nog toestaan, dat de Israelische bezettingsstaat, die lak heeft aan de Internationale Rechtsorde [20], hiermee wegkomt?
ÉPILOOG
MIJN EISEN AAN U:
Ja, dat heeft u goed gelezen:Ik stel EISEN in dit verband!
En mijn eisen zijn:
Dat u er bij de Nederlandse regering op aandringt, zich uit te spreken tegen de mensonwaardige behandeling van Palestijnse kinderen.Dat de Nederlandse regering zich er hard voor maakt, dat deze kinderen behandeld worden conform de principes van het Internationaal Recht, en dan in het byzonder het Kinderrechtenverdrag.Het is niet zo moeilijk om daar, naar Israel toe, handvaten voor te vinden:Er kan, van de kant van de Nederlandse regering, gedreigd worden met inzet voor opschorting/beeindiging van het Associatieaccoordmet Israel, dat immers een mensenrechtenclausule heeft. [21]
Naast uw wending tot de Nederlandse regering dring ik er bij u opaan, dat u op alle andere mogelijkheden, die u als parlementariers ter beschikking staan [bijvoorbeeld in EU verband], zich aanwendt, er zorg voor te dragen, dat Palestijnse kinderen worden behandeld conform hun rechten, als vastgelegd  in het Kinderrechtenverdrag.

Maar de belangrijkste eis die ik formuleer ismijn Opdracht aan u, zich KEIhard te maken enmiddels alle politieke middelen die u ter beschikking staan,in te zetten voor de beeindiging van de Israelischebezetting en niet in fases, zoals altijd ontwijkend wordt voorgesteld, maar in een ruk, definitief en onvoorwaardelijk.Dat betekent dan  ook de beeindiging van de meest bittere vrucht van die bezetting, de  in bezet gebied gebouwde illegale nederzettingen [ALLE nederzettingen zijn illegaal volgens het Internationaal Recht, zoals u weet [22]]

Alleen dan kan aan het onrecht van het Midden Oosten conflict een einde worden gemaakt.
Wegkijken heeft geen zin, want u wordt hier wel degelijkpolitiek en moreel op afgerekend!Laat zien, dat u de Internationale Rechtsorde, die u alsvolksvertegenwoordiger van Nederland hoort te bevorderen [23],ook werkelijk serieus neemt.
En verschuil u niet achter president Donald Trump’s anti Internationaal Recht strapatzen! [24]
Hij blijft niet eeuwig aan de macht en het wordt hoog tijd, dat de EU een rechtvaardige Midden-Oostenpolitiek gaat voeren, onafhankelijk van de  de VS!
U, Tweede Kamerleden van de SP, bent zelf verantwoordelijk.De Nederlandse regering is zelf verantwoordelijk!

Ik reken op u

Vriendelijke groeten
Astrid EssedAmsterdam 

NOTEN

[1]

AMNESTY INTERNATIONALISRAEL/PALESTINA: ACHT MAANDEN CEL VOOR ACTIVIST AHED TAMIMI23 MAART 2018
https://www.amnesty.nl/actueel/israel-palestijnse-gebieden-acht-maanden-cel-voor-activist-ahed-tamimi?gclid=CjwKCAiA8qLvBRAbEiwAE_ZzPWu8RFBw7t6dc1Ma89nqRZ7cLQPufJDzJq3nEXhsHPmM1NU8hPMSThoCSlkQAvD_BwE

TEKST

Een militaire rechtbank in Israël heeft de Palestijnse jongerenactivist Ahed Tamimi veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf en een voorwaardelijke celstraf van drie jaar. Amnesty beschouwt de straf als een poging om mensen te intimideren die zich durven uit te spreken over de Israëlische bezetting van Palestijns gebieden.

De 17-jarige Ahed Tamimi wordt onder meer beschuldigd van mishandeling nadat op Facebook een video opdook. Daarop is te zien dat ze op 15 december 2017 twee Israëlische militairen slaat en schopt. Dat gebeurde nadat ze had gehoord dat haar neefje gewond was geraakt doordat een Israëlische soldaat hem van dichtbij een rubberkogel tegen het hoofd had geschoten.

Israël schendt Kinderrechtenverdrag

Volgens het Verdrag voor de Rechten van het Kind, waar Israël partij bij is, mogen kinderen alleen gearresteerd en gevangengezet worden als uiterste middel en zo kort mogelijk. Niets wat Tamimi heeft gedaan, rechtvaardigt haar voortdurende detentie. Amnesty roept op haar onmiddellijk vrij te laten.

Elk jaar worden honderden Palestijnse kinderen vervolgd door Israëlische militaire rechtbanken voor jongeren. De rechten van de gearresteerde jongeren worden systematisch geschonden. Ook worden zij mishandeld.

[2]

PARLEMENTAIRE MONITOR

MOTIE KARABULUT C.S. OVER DE VRIJLATING VAN AHED TAMIMI-RAAD ALGEMENE ZAKEN EN RAAD BUITENLANDSE ZAKEN

https://www.parlementairemonitor.nl/9353000/1/j9vvij5epmj1ey0/vklwplcu67yj

TEKST

1.

Tekst

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1821 MOTIE VAN HET LID KARABULUT C.S.

Voorgesteld 15 februari 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Israël eind vorig jaar het minderjarige meisje Ahed Tamimi heeft opgepakt, die zich in bezet Palestijns gebied en ongewapend verzette tegen de aanwezigheid van Israëlische militairen op het erf van haar ouderlijk huis;

constaterende dat Amnesty International oproept tot de vrijlating van Ahed Tamimi omdat helemaal niks haar detentie rechtvaardigt;

verzoekt de regering, zich uit te spreken voor de vrijlating van Ahed Tamimi,

en gaat over tot de orde van de dag.

Karabulut

Van Ojik

Ploumen

ORIGINEEL BERICHT

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-02-1821.html

21 501-02Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1821MOTIE VAN HET LID KARABULUT C.S.

Voorgesteld 15 februari 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Israël eind vorig jaar het minderjarige meisje Ahed Tamimi heeft opgepakt, die zich in bezet Palestijns gebied en ongewapend verzette tegen de aanwezigheid van Israëlische militairen op het erf van haar ouderlijk huis;

constaterende dat Amnesty International oproept tot de vrijlating van Ahed Tamimi omdat helemaal niks haar detentie rechtvaardigt;

verzoekt de regering, zich uit te spreken voor de vrijlating van Ahed Tamimi,

en gaat over tot de orde van de dag.

Karabulut

Van Ojik

Ploumen

[3]

RIGHTS FORUM

CDA EN D’66 DRAAIEN MOTIE VOOR STEUN AAN AHED AL TAMIMI DE NEK OM

De Nederlandse regering zal zich niet uitspreken voor de vrijlating van Ahed al-Tamimi. CDA en D66 stemden tegen een motie die daartoe opriep.

Stemverhouding van de motie die de regering verzocht zich uit te spreken voor de vrijlating van Ahed al-Tamimi. De motie werd afgestemd. 

Woensdag werd in de Tweede Kamer gestemd over een motie van Kamerlid Sadet Karabulut (SP), waarin de regering wordt opgeroepen zich uit te spreken voor de vrijlating van Ahed al-Tamimi. ‘Welke volksvertegenwoordiger kan hier nu tegen zijn?’, vroeg Karabulut zich af. Dat bleken er 101 te zijn, op een totaal van 150 Kamerleden.

De zaak Ahed al-Tamimi

De 17-jarige Ahed al-Tamimi werd op 19 december bij een nachtelijke Israëlische inval van haar bed gelicht. Vier dagen eerder had zij twee Israëlische militairen uit haar tuin gemept nadat die haar 14-jarige neefje in zijn gezicht hadden geschoten. Sindsdien wordt zij in Israëlische detentie gehouden, en zijn twaalf aanklachten tegen haar ingediend waarvoor zij voor een militair hof terechtstaat. The Rights Forum heeft uitgebreid aandacht aan haar zaak besteed.

Aheds zaak staat model voor die van duizenden andere jonge Palestijnen. Sinds het jaar 2000 werden door Israëlische bezettingstroepen tienduizend Palestijnse tieners opgepakt en voor militaire rechtbanken gebracht. Zij staan bloot aan willekeurkidnapping, ernstige mishandelingverminking en dwang, of erger. Elementaire rechten, vastgelegd in het door zowel Nederland als Israël geratificeerde Verdrag voor de Rechten van het Kind, worden hen ontzegd. Velen van hen worden overgebracht naar gevangenissen in Israël, wat neerkomt op schending van de Vierde Conventie van Genève.

Geen ideologie, maar recht

De motie-Karabulut riep de regering op tot een signaal dat deze praktijk door Nederland niet langer wordt getolereerd. De motie draaide niet om een ideologisch beladen thema, maar om de bescherming van kinderen tegen de gevolgen van de Israëlische, inmiddels vijftig jaar durende bezetting. Kinderen als Ahed al-Tamimi hebben in hun leven nog nooit vrijheid gekend, en inmiddels staat vast dat hierin zonder ingrijpen van buitenaf geen verandering zal komen.

In essentie vormde de motie bovendien een testcase voor de werking van het internationaal recht. Als verdragspartner bij alle relevante internationaalrechtelijke conventies is Nederland verplicht om in actie te komen tegen schendingen door andere partners.

Daags voor de stemming riepen talloze organisaties de Tweede Kamerfracties op tot steun voor de motie. Daaronder de Palestijnse Kinderrechten Coalitie (PKC), die de Tweede Kamer ook in december al tevergeefs opriep tot actie. Meer dan duizend burgers schreven de Tweede Kamer met een vergelijkbare oproep.

Motivatie van CDA en D66

Het voorzichtige statement waartoe de SP-motie opriep, bleek voor de meerderheid van de Tweede Kamerfracties echter een brug te ver. Van een aantal pro-Israël-partijen – VVD, PVV, CU, SGP en FvD, samen goed voor 63 zetels – kwam de tegenstem niet onverwacht. Daar stonden 49 zetels tegenover van partijen die voor de motie stemden: SP, GroenLinks, PvdA, PvdD, 50Plus en Denk. Het lot van de motie lag zodoende in handen van CDA en D66, elk goed voor 19 zetels. Beide partijen stemden tegen.

De twee partijen motiveerden hun tegenstem met het argument zich ‘niet te willen bemoeien met de rechtsgang van een ander land’. D66 voegde daar in een schriftelijke verklaring aan toe de omstandigheden ter plaatse onvoldoende te kunnen inschatten, en meende zelfs dat een voorzichtige oproep van de Nederlandse regering ‘averechts kan werken’. De partij zet in op diplomatieke inspanningen – een strategie die aantoonbaar tot niets heeft geleid.

Het is ontluisterend dat uitgerekend het CDA en D66 – partijen die zich doen voorstaan op respectievelijk naastenliefde en versterking van de democratische rechtsstaat – hebben voorkomen dat Nederland zich als tweede land na Chili zou uitspreken in solidariteit met Ahed en haar lotgenoten. Het lijkt er sterk op dat hierover in de regeringscoalitie een deal is gesloten, met het lot van een complete generatie jongeren als inzet.

[4]12. Is Israël nog steeds een bezettende macht na de terugtrekking uit de Gazastrook en is het nog gebonden aan de Vierde Conventie van Genève?
Ja, Israël blijft volgens het internationaal humanitair recht ook na de terugtrekking een bezettende macht . Volgens artikel 42 van de bepalingen van Den Haag van 1907, blijft een gebied bezet wanneer de bezettende macht effectieve controle over het gebied blijft uitoefenen.´´VRAAG EN ANTWOORD
BRIGITTE HERREMANS
ISRAEL´S TERUGTREKKINGSPLAN UIT DE GAZASTROOK
http://www.politics.be/ duiding/596/#12 
HUMAN RIGHTS WATCHISRAEL: ”DISENGAGEMENT” WILL NOT ENDGAZA OCCUPATION28 OCTOBER 2004
https://www.hrw.org/news/2004/ 10/28/israel-disengagement-wil l-not-end-gaza-occupation

[5]
BTSELEM.ORG
www.btselem.org
THE RIGHTS FORUM
https://rightsforum.org/

[6]

INTERNATIONAL COURT OF JUSTICELEGAL CONSEQUENCES OF THE CONSTRUCTION OF A WALL IN THE OCCUPIED PALESTINIAN TERRITORY
https://www.icj-cij.org/en/case/131

OVERVIEW OF THE CASE

By resolution ES-10/14, adopted on 8 December 2003 at its Tenth Emergency Special Session, the General Assembly decided to request the Court for an advisory opinion on the following question :

“What are the legal consequences arising from the construction of the wall being built by Israel, the occupying Power, in the Occupied Palestinian Territory, including in and around East Jerusalem, as described in the Report of the Secretary-General, considering the rules and principles of international law, including the Fourth Geneva Convention of 1949, and relevant Security Council and General Assembly resolutions ?”

The resolution requested the Court to render its opinion “urgently”. The Court decided that all States entitled to appear before it, as well as Palestine, the United Nations and subsequently, at their request, the League of Arab States and the Organization of the Islamic Conference, were likely to be able to furnish information on the question in accordance with Article 66, paragraphs 2 and 3, of the Statute. Written statements were submitted by 45 States and four international organizations, including the European Union. At the oral proceedings, which were held from 23 to 25 February 2004, 12 States, Palestine and two international organizations made oral submissions. The Court rendered its Advisory Opinion on 9 July 2004.

The Court began by finding that the General Assembly, which had requested the advisory opinion, was authorized to do so under Article 96, paragraph 1, of the Charter. It further found that the question asked of it fell within the competence of the General Assembly pursuant to Articles 10, paragraph 2, and 11 of the Charter. Moreover, in requesting an opinion of the Court, the General Assembly had not exceeded its competence, as qualified by Article 12, paragraph 1, of the Charter, which provides that while the Security Council is exercising its functions in respect of any dispute or situation the Assembly must not make any recommendation with regard thereto unless the Security Council so requests. The Court further observed that the General Assembly had adopted resolution ES-10/14 during its Tenth Emergency Special Session, convened pursuant to resolution 377 A (V), whereby, in the event that the Security Council has failed to exercise its primary responsibility for the maintenance of international peace and security, the General Assembly may consider the matter immediately with a view to making recommendations to Member States. Rejecting a number of procedural objections, the Court found that the conditions laid down by that resolution had been met when the Tenth Emergency Special Session was convened, and in particular when the General Assembly decided to request the opinion, as the Security Council had at that time been unable to adopt a resolution concerning the construction of the wall as a result of the negative vote of a permanent member. Lastly, the Court rejected the argument that an opinion could not be given in the present case on the ground that the question posed was not a legal one, or that it was of an abstract or political nature.

Having established its jurisdiction, the Court then considered the propriety of giving the requested opinion. It recalled that lack of consent by a State to its contentious jurisdiction had no bearing on its advisory jurisdiction, and that the giving of an opinion in the present case would not have the effect of circumventing the principle of consent to judicial settlement, since the subject-matter of the request was located in a much broader frame of reference than that of the bilateral dispute between Israel and Palestine, and was of direct concern to the United Nations. Nor did the Court accept the contention that it should decline to give the advisory opinion requested because its opinion could impede a political, negotiated settlement to the Israeli-Palestinian conflict. It further found that it had before it sufficient information and evidence to enable it to give its opinion, and empha- sized that it was for the General Assembly to assess the opinion’s usefulness. The Court accordingly concluded that there was no compelling reason precluding it from giving the requested opinion.

Turning to the question of the legality under international law of the construction of the wall by Israel in the Occupied Palestinian Territory, the Court first determined the rules and principles of international law relevant to the question posed by the General Assembly. After recalling the customary principles laid down in Article 2, paragraph 4, of the United Nations Charter and in General Assembly resolution 2625 (XXV), which prohibit the threat or use of force and emphasize the illegality of any territorial acquisition by such means, the Court further cited the principle of self-determination of peoples, as enshrined in the Charter and reaffirmed by resolution 2625 (XXV). In relation to international humanitarian law, the Court then referred to the provisions of the Hague Regulations of 1907, which it found to have become part of customary law, as well as to the Fourth Geneva Convention of 1949, holding that these were applicable in those Palestinian territories which, before the armed conflict of 1967, lay to the east of the 1949 Armistice demarcation line (or “Green Line”) and were occupied by Israel during that conflict. The Court further established that certain human rights instruments (International Covenant on Civil and Political Rights, International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights, United Nations Convention on the Rights of the Child) were applicable in the Occupied Palestinian Territory.

The Court then sought to ascertain whether the construction of the wall had violated the above-mentioned rules and principles. Noting that the route of the wall encompassed some 80 per cent of the settlers living in the Occupied Palestinian Territory, the Court, citing statements by the Security Council in that regard in relation to the Fourth Geneva Convention, recalled that those settlements had been established in breach of international law. After considering certain fears expressed to it that the route of the wall would prejudge the future frontier between Israel and Palestine, the Court observed that the construction of the wall and its associated régime created a “fait accompli” on the ground that could well become permanent, and hence tantamount to a de facto annexation. Noting further that the route chosen for the wall gave expression in loco to the illegal measures taken by Israel with regard to Jerusalem and the settlements and entailed further alterations to the demographic composition of the Occupied Palestinian Territory, the Court concluded that the construction of the wall, along with measures taken previously, severely impeded the exercise by the Palestinian people of its right to self-determination and was thus a breach of Israel’s obligation to respect that right.

The Court then went on to consider the impact of the construction of the wall on the daily life of the inhabitants of the Occupied Palestinian Territory, finding that the construction of the wall and its associated régime were contrary to the relevant provisions of the Hague Regulations of 1907 and of the Fourth Geneva Convention and that they impeded the liberty of movement of the inhabitants of the territory as guaranteed by the International Covenant on Civil and Political Rights, as well as their exercise of the right to work, to health, to education and to an adequate standard of living as proclaimed in the International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights and in the Convention on the Rights of the Child. The Court further found that, coupled with the establishment of settlements, the construction of the wall and its associated régime were tending to alter the demographic composition of the Occupied Palestinian Territory, thereby contravening the Fourth Geneva Convention and the relevant Security Council resolutions. The Court then considered the qualifying clauses or provisions for derogation contained in certain humanitarian law and human rights instruments, which might be invoked inter alia where military exigencies or the needs of national security or public order so required. The Court found that such clauses were not applicable in the present case, stating that it was not convinced that the specific course Israel had chosen for the wall was necessary to attain its security objectives, and that accordingly the construction of the wall constituted a breach by Israel of certain of its obligations under humanitarian and human rights law. Lastly, the Court concluded that Israel could not rely on a right of self-defence or on a state of necessity in order to preclude the wrongfulness of the construction of the wall, and that such construction and its associated régime were accordingly contrary to international law.

The Court went on to consider the consequences of these violations, recalling Israel’s obligation to respect the right of the Palestinian people to self-determination and its obligations under humanitarian and human rights law. The Court stated that Israel must put an immediate end to the violation of its international obligations by ceasing the works of construction of the wall and dismantling those parts of that structure situated within Occupied Palestinian Territory and repealing or rendering ineffective all legislative and regulatory acts adopted with a view to construction of the wall and establishment of its associated régime. The Court further made it clear that Israel must make reparation for all damage suffered by all natural or legal persons affected by the wall’s construction. As regards the legal consequences for other States, the Court held that all States were under an obligation not to recognize the illegal situation resulting from the construction of the wall and not to render aid or assistance in maintaining the situation created by such construction. It further stated that it was for all States, while respecting the United Nations Charter and international law, to see to it that any impediment, resulting from the construction of the wall, to the exercise by the Palestinian people of its right to self-determination be brought to an end. In addition, the Court pointed out that all States parties to the Fourth Geneva Convention were under an obligation, while respecting the Charter and international law, to ensure compliance by Israel with international humanitarian law as embodied in that Convention. Finally, in regard to the United Nations, and especially the General Assembly and the Security Council, the Court indicated that they should consider what further action was required to bring to an end the illegal situation in question, taking due account of the present Advisory Opinion.

The Court concluded by observing that the construction of the wall must be placed in a more general context, noting the obligation on Israel and Palestine to comply with international humanitarian law, as well as the need for implementation in good faith of all relevant Security Council resolutions, and drawing the attention of the General Assembly to the need for efforts to be encouraged with a view to achieving a negotiated solution to the outstanding problems on the basis of international law and the establishment of a Palestinian State.

DE ILLEGALITEIT VAN DE NEDERZETTINGEN

”The Fourth Geneva Convention prohibits an occupying power from transferring citizens from its own territory to the occupied territory (Article 49).

The Hague Regulations prohibit an occupying power from undertaking permanent changes in the occupied area unless these are due to military needs in the narrow sense of the term, or unless they are undertaken for the benefit of the local population.”

BTSELEM.ORG

SETTLEMENTS

https://www.btselem.org/ settlements

”Individual or mass forcible transfers, as well as deportations of protected persons from occupied territory to the territory of the Occupying Power or to that of any other country, occupied or not, are prohibited, regardless of their motive.”

ARTICLE 49, FOURTH GENEVA CONVENTION

https://www.icrc.org/applic/ih l/ihl.nsf/Article.xsp?action=o penDocument&documentId=77068F1 2B8857C4DC12563CD0051BDB0

HET HAAGS VERDRAG VAN 1907

HAGUE CONVENTION 1907

https://www.loc.gov/law/help/us-treaties/bevans/m-ust000001-0631.pdf

De Vierde Conventie van Genève bevat bovendien het beroemde verbod op het koloniseren van bezet gebied waarop de internationale gemeenschap − Nederland inbegrepen − zich in haar veroordelingen van Israëls nederzettingenbeleid baseert. Artikel 49 van de Conventie eindigt met het gebod:”

The Occupying Power shall not deport or transfer parts of its own civilian population into the territory it occupies.

THE RIGHTS FORUM

SCHENDINGEN

https://rightsforum.org/achter gronden/dossiers/internationaa l-recht/kolonisatie-een- ernstige-schending/

EEN GREEP UIT ISRAELISCHE OORLOGSMISDADEN

BTSELEM.ORGFATALITIES DURING OPERATION CAST LEAD

https://www.btselem.org/statistics/fatalities/during-cast-lead/by-date-of-event


BTSELEM.ORGFATALITIES DURING OPERATION PROTECTIVE EDGE

https://www.btselem.org/2014_gaza_conflict/en/AMNESTY

INTERNATIONALOPERATION CAST LEAD: 22 DAYS OF DEATH AND DESTRUCTION2009

https://www.amnesty.org/download/Documents/48000/mde150152009en.pdf


“During 50 days of attacks, Israeli forces wreaked massive death and destruction on the Gaza Strip, killing close to 1,500 civilians, more than 500 of whom were children,” said Philip Luther, Amnesty International’s Middle East and North Africa Programme Director.”


AMNESTY INTERNATIONALISRAEL/OPT: TWO YEARS ON, STILL NO JUSTICE FORWAR CRIMES VICTIMS7 JULY 2016


https://www.amnesty.org/en/lat est/news/2016/07/israel-opt-tw o-years-on-still-no-justice-fo r-war-crimes-victims/


AMNESTY INTERNATIONALISRAEL/OPT: USE OF EXCESSIVE FORCE IN GAZA AN ABHORRENTVIOLATION OF INTERNATIONAL LAW14 MAY 2018


https://www.amnesty.org/en/lat est/news/2018/05/israelopt-use -of-excessive-force-in-gaza-an -abhorrent-violation-of-intern ational-law/

[7]

BTSELEM.ORGMINORS IN JEOPARDYVIOLATION OF THE RIGHTS OF PALESTINIAN  MINORS BY ISRAEL’S MILITARY COURTS
https://www.btselem.org/publications/summaries/201803_minors_in_jeopardy
[8]
AMNESTY INTERNATIONALISRAEL/PALESTINA: ACHT MAANDEN CEL VOOR ACTIVIST AHED TAMIMI23 MAART 2018
https://www.amnesty.nl/actueel/israel-palestijnse-gebieden-acht-maanden-cel-voor-activist-ahed-tamimi?gclid=CjwKCAiA8qLvBRAbEiwAE_ZzPWu8RFBw7t6dc1Ma89nqRZ7cLQPufJDzJq3nEXhsHPmM1NU8hPMSThoCSlkQAvD_BwE

[9]
BTSELEM.ORGMINORS IN JEOPARDYVIOLATION OF THE RIGHTS OF PALESTINIAN  MINORS BY ISRAEL’S MILITARY COURTS
https://www.btselem.org/publications/summaries/201803_minors_in_jeopardy

[10]


BTSELEM.ORG
THE MILITARY COURTS11 NOVEMBER 2017
https://www.btselem.org/index. php/military_courts
”A new report published by the Association for Civil Rights in Israel (ACRI) outlines the nature of the legal regime currently operating in the West Bank. Two systems of law are applied in a single territory: one – a civilian legal system for Israeli citizens, and a second – a military court system for Palestinian residents. The result: institutionalized discrimination.”
ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK24 NOVEMBER 2014
http://www.acri.org.il/en/2014 /11/24/twosysreport/
REPORT14 OCTOBER 2014ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK
http://www.acri.org.il/en/wp-c ontent/uploads/2015/02/Two-Sys tems-of-Law-English-FINAL.pdf

[11]

CONVENTION AGAINST TORTURE AND OTHER CRUEL, INHUMAN OR DEGRADING TREATMENT OR PUNISHMENT
http://hrlibrary.umn.edu/instree/h2catoc.htm

CONVENTION ON THE RIGHTS OF THE CHILD
http://hrlibrary.umn.edu/instree/k2crc.htm

  [12]

ALJAZEERAPALESTINIAN TEEN FIRST TO BE KILLED BY ISRAELIN 20183 JANUARY 2018
http://www.aljazeera.com/news/ 2018/01/palestinian-teen-kille d-israel-2018-180103154409357. html
THE RIGHTS FORUM/EN DAT IS 1ISRAELISCHE MILITAIREN DODEN 17 JARIGE PALESTIJN3 JANUARI 2018
https://rightsforum.org/nieuws /israelische-militairen-doden- 17-jarige-palestijn/

RIGHTS FORUM/EN DAT IS 2 EN 3ISRAELISCHE TROEPEN DODEN TWEE 16 JARIGE PALESTIJNEN12 JANUARI 2018
https://rightsforum.org/nieuws /israelische-troepen-doden-twe e-16-jarige-palestijnen/
RIGHTS FORUM/EN DAT IS 4ISRAELISCHE MILITAIREN SCHIETEN WEER EEN PALESTIJN DOOD15 JANUARI 2018
https://rightsforum.org/nieuws /israelische-militairen-schiet en-weer-palestijn-dood/

RIGHTS FORUM/EN DAT IS 5ISRAEL DOODT NEEF VAN VERDACHTE PALESTIJN EN SLOOPTVIER HUIZEN19 JANUARI 2018

https://rightsforum.org/nieuws /israel-doodt-neef-verdachte-p alestijn-en-sloopt-vier-huizen /
RIGHTS FORUM/EN DAT IS 6ISRAELISCHE MILITAIREN SCHIETEN PALESTIJNSE TIENERDOOR HET HOOFD31 JANUARI 2018
https://rightsforum.org/nieuws /israelische-militairen-schiet en-palestijnse-tiener-hoofd/

[13]

[13]

More than six months have passed since the “Great March of Return” protests started in the Gaza Strip on 30 March.

Their calls for Israeli authorities to lift their 11-year illegal blockade on Gaza and to allow Palestinian refugees to return to their villages and towns have not been met.”

AMNESTY INTERNATIONALSIX MONTHS ON: GAZA’S GREAT MARCH OF RETURN
https://www.amnesty.org/en/latest/campaigns/2018/10/gaza-great-march-of-return/

AL JAZEERAGAZA’S GREAT MARCHES OF RETURN PROTESTS EXPLAINED30 MARCH 2019
https://www.aljazeera.com/news/2019/03/gaza-great-march-return-protests-explained-190330074116079.html

WIKIPEDIA2018-19 GAZA BORDER PROTESTS
https://en.wikipedia.org/wiki/2018%E2%80%9319_Gaza_border_protests

ELECTRONIC INTIFADAGREAT MARCH OF RETURN
https://electronicintifada.net/tags/great-march-return

[14]

”104 Palestinian civilians, including 43 children, a woman and a paramedic, were shot and injured by Israeli occupation forces’ (IOF) fire against peaceful protestors at the 82nd Great March of Return (GMR), this Friday, 08 November 2019.”
PALESTINIAN CENTER FOR HUMAN RIGHTS82ND GMR: IOF SHOT AND INJURED 104 PALESTINIAN CIVILIANS, INCLUDING 43 CHILDREN, A WOMAN AND A PARAMEDIC8 NOVEMBER 2019
https://pchrgaza.org/en/?p=13174

[15]

”Since the outbreak of GMR on 30 March 2018, PCHR documented 214 civilian killings by IOF, including 46 children, 2 women, 9 persons with disabilities, 4 paramedics and 2 journalists.”

PALESTINIAN CENTER FOR HUMAN RIGHTS82ND GMR: IOF SHOT AND INJURED 104 PALESTINIAN CIVILIANS, INCLUDING 43 CHILDREN, A WOMAN AND A PARAMEDIC8 NOVEMBER 2019
https://pchrgaza.org/en/?p=13174

[16]

”On 3 Nov. 2019, at about 11:30 A.M., soldiers detained ‘Abd a-Razeq Idris, 13, from the Abu Jales neighborhood. They put him and a jeep, blindfolded him and drove him around. They then took him to al-Harika neighborhood, about a kilometer from his home, where they took him out of the jeep and walked him, blindfolded, through the streets….”

BTSELEM.ORGISRAELI SOLDIERS DETAIN 13 YEAR OLD PALESTINIAN IN HEBRON AND LEAD HIM UP AND DOWN STREETS BLINDFOLDED21 NOVEMBER 2019[ZIE OP DE LINK DE BIJBEHORENDE VIDEO]
https://www.btselem.org/video/20191121_soldiers_detain_boy_in_hebron_and_lead_him_blindfolded_through_the_streets#full

[17]

”This case is no aberration, it is part of the routine violence imposed on Palestinians in Hebron by Israeli security forces and settlers, including physical attacks, threats, verbal abuse, soldiers’ incursions into homes (usually at night) – and the false arrest of minors and adults. Israel cites security to justify this conduct and the segregation it imposes on the city. Yet as this case proves, these claims are baseless and serve merely to bolster a policy of driving Palestinians to leave Hebron by making daily life unbearable.”

BTSELEM.ORGISRAELI SOLDIERS DETAIN 13 YEAR OLD PALESTINIAN IN HEBRON AND LEAD HIM UP AND DOWN STREETS BLINDFOLDED21 NOVEMBER 2019[ZIE OP DE LINK DE BIJBEHORENDE VIDEO]
https://www.btselem.org/video/20191121_soldiers_detain_boy_in_hebron_and_lead_him_blindfolded_through_the_streets#full

[18]
BTSELEM.ORGUNPROTECTED: DETENTION OF PALESTINIAN TEENAGERS IN JERUSALEM
https://www.btselem.org/publications/summaries/201710_unprotected

ZIE VOLLEDIGE RAPPORT

https://www.btselem.org/sites/default/files/publications/201710_unprotected_eng.pdf

[19] 

De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. 

DE NEDERLANDSE GRONDWETARTIKEL 90, INTERNATIONALE RECHTSORDE
https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vi9hbusg8rzy/artikel_90_internationale_rechtsorde

[20]

DE WERELD MORGENISRAEL, WERELDKAMPIOEN SCHENDINGEN VN RESOLUTIESLODE VANOOST30 JULI 2014
https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2014/07/30/israel-wereldkampioen-schendingen-vn-resoluties/
[21]

”Relations between the Parties, as well as all the provisions of the Agreement itself, shall be based on respect for human rights and democratic principles, which guides their internal and international policy and constitutes an essential element of this Agreement.”
ARTICLE 2, EURO MEDITERRIAN AGREEMENTESTABLISHING AN ASSOCIATION BETWEEN THEEUROPEAN COMMUNITIES AND THEIR MEMBER STATES OF THEONE PART, AND THE STATE OF ISRAEL, OF THE OTHER PART
https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/sites/near/files/association_agreement_israel-eu_2000.pdf

[22]

ZIE VOOR ILLEGALITEIT VAN DE NEDERZETTINGEN, NOOT 6

[23]

De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. 

DE NEDERLANDSE GRONDWETARTIKEL 90, INTERNATIONALE RECHTSORDE
https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vi9hbusg8rzy/artikel_90_internationale_rechtsorde

[24]

NOSTRUMP ERKENT JERUZALEM ALS HOOFDSTAD VAN ISRAEL6 DECEMBER 2017
https://nos.nl/artikel/2206170-trump-erkent-jeruzalem-als-hoofdstad-van-israel.html

TEKST

President Trump zal in de loop van de dag bekendmaken dat de Verenigde Staten Jeruzalem erkennen als de hoofdstad van Israël. Dat hebben medewerkers van de president laten weten.

Ook zal hij de verhuizing van de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem in gang zetten. Trump heeft geen datum genoemd, maar volgens zijn staf kan het hele proces drie tot vier jaar duren. Er is nog geen geschikt gebouw en ook moet beveiligde huisvesting geregeld worden voor de diplomaten.

Op 1 december is de deadline verstreken waarop Trump zijn handtekening had moeten zetten onder een document dat uitstel van de verhuizing bevestigt. Dat hebben alle presidenten voor hem, ieder half jaar ook gedaan, sinds in 1995 in de wet werd vastgelegd dat de ambassade moest verhuizen naar Jeruzalem. Maar voorwaarde voor die verhuizing is dat vredesbesprekingen leiden tot een blijvende oplossing voor de status van Jeruzalem.

Verkiezingsbelofte

Volgens het Witte Huis komt Trump met het besluit een verkiezingsbelofte na en is het niet zijn bedoeling om de uitkomst van besprekingen over de uiteindelijke status van Jeruzalem of het vredesproces te beïnvloeden. Volgens Trump is Jeruzalem nu eenmaal de zetel van de Israëlische regering en het centrum van het joodse geloof en de facto al de hoofdstad.

De erkenning van Jeruzalem als hoofdstad van Israël staat haaks op het beleid van Trumps voorgangers. Die vonden dat een gewijzigde status van Jeruzalem alleen tot stand kon komen na onderhandelingen met de Palestijnen, die Oost-Jeruzalem als hoofdstad van hun toekomstige staat willen.

Gevaarlijke gevolgen

De afgelopen dag belde Trump met verschillende leiders in het Midden-Oosten om zijn beslissing kenbaar te maken. Dat leidde tot woedende reacties in de Arabische wereld. De Palestijnse president Abbas waarschuwde Trump voor “gevaarlijke gevolgen” en belde vervolgens andere wereldleiders. Hij riep hun hulp in om Trump op andere gedachten te brengen.

Ook andere Arabische leiders wezen op gevolgen voor de stabiliteit en veiligheid in de regio. EU-buitenlandcoördinator Mogherini zei dat elke actie die een tweestatenoplossing ondermijnt, voorkomen moet worden.

De enige die geen verklaring uitbracht na de belronde van Trump was de Israëlische premier Netanyahu. Israël juicht het besluit toe. Geen enkel ander land heeft een ambassade in Jeruzalem. Wel zijn er consulaten.Niet iedereen in de regering-Trump steunt de zet. Minister Tillerson van Buitenlandse Zaken en minister Mattis van Defensie zijn ertegen.

DIT STRAPATZ VAN DE TRUMP GOVERNMENT IS IN STRIJD MET VN VEILIGHEIDSRAADSRESOLUTIE 478
WIKIPEDIAUNITED NATIONS SECURITY COUNCIL RESOLUTION 478
https://en.wikipedia.org/wiki/United_Nations_Security_Council_Resolution_478

FULL TEXT RESOLUTION

The Security Council,

Recalling its resolution 476 (1980),

Reaffirming again that the acquisition of territory by force is inadmissible,

Deeply concerned over the enactment of a “basic law” in the Israeli Knesset proclaiming a change in the character and status of the Holy City of Jerusalem, with its implications for peace and security,

Noting that Israel has not complied with resolution 476 (1980),

Reaffirming its determination to examine practical ways and means, in accordance with the relevant provisions of the Charter of the United Nations, to secure the full implementation of its resolution 476 (1980), in the event of non-compliance by Israel,

1. Censures in the strongest terms the enactment by Israel of the “basic law” on Jerusalem and the refusal to comply with relevant Security Council resolutions;

2. Affirms that the enactment of the “basic law” by Israel constitutes a violation of international law and does not affect the continued application of the Geneva Convention relative to the Protection of Civilian Persons in Time of War, of 12 August 1949, in the Palestinian and other Arab territories occupied since June 1967, including Jerusalem;

3. Determines that all legislative and administrative measures and actions taken by Israel, the occupying Power, which have altered or purport to alter the character and status of the Holy City of Jerusalem, and in particular the recent “basic law” on Jerusalem, are null and void and must be rescinded forthwith;

4. Affirms also that this action constitutes a serious obstruction to achieving a comprehensive, just and lasting peace in the Middle East;

5. Decides not to recognize the “basic law” and such other actions by Israel that, as a result of this law, seek to alter the character and status of Jerusalem and calls upon:

(a) All Member States to accept this decision;

(b) Those States that have established diplomatic missions at Jerusalem to withdraw such missions from the Holy City;

6. Requests the Secretary-General to report to the Security Council on the implementation of the present resolution before 15 November 1980;7. Decides to remain seized of this serious situation.
https://en.wikipedia.org/wiki/United_Nations_Security_Council_Resolution_478#Full_text_of_Resolution_478

ZIE OOK

https://www.securitycouncilreport.org/atf/cf/%7B65BFCF9B-6D27-4E9C-8CD3-CF6E4FF96FF9%7D/IP%20SRES%20478.pdf

NOSVS ZIET ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN NIET LANGER ALS ILLEGAAL18 NOVEMBER 2019
https://nos.nl/artikel/2311044-vs-ziet-israelische-nederzettingen-niet-langer-als-illegaal.html

TEKST

De Verenigde Staten beschouwen Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever niet langer als strijdig met het internationaal recht. Minister van Buitenlandse Zaken Pompeo heeft de koerswijziging bekendgemaakt.

De stap volgt in een reeks pro-Israëlische beslissingen van de regering van president Trump. Eerder besloot de Amerikaanse president om Jeruzalem te erkennen als de ongedeelde hoofdstad van Israël en de Amerikaanse ambassade erheen te verplaatsen. Daarna heeft hij de financiële steun aan de Palestijnen stopgezet. In maart erkende de president de annexatie van de Golanhoogten, die Israël in 1967 veroverde op Syrië.

Hindernis

De Israëlische premier Netanyahu spreekt zijn waardering uit voor de Amerikaanse stap. Hij noemt het “een belangrijke maatregel die een historische fout corrigeert”. Israël blijft bereid tot vredesonderhandelingen met de Palestijnen, maar zal blijven afwijzen dat sprake is van illegale nederzettingen, aldus Netanyahu.

De Palestijnse president Abbas zegt in reactie dat de VS zijn geloofwaardigheid om een rol te spelen in het vredesproces heeft verloren.

Ook de Palestijnse politica Hanan Ashrawi veroordeelt de Amerikaanse koerswijziging. Volgens haar is het “een nieuwe klap voor het internationale recht, gerechtigheid en vrede”.

De Europese Unie en de meerderheid van de internationale gemeenschap achten de nederzettingen volgens internationaal recht illegaal. En dat blijft zo, liet EU-buitenlandchef Mogherini weten in een verklaring.

Vorige week oordeelde het Europees Hof voor Justitie nog dat levensmiddelen uit Israëlische nederzettingen niet langer het label ‘made in Israel’ mogen dragen.

Tweestatenoplossing

De EU ziet de Israëlische nederzettingen net als internationale organisaties als de Verenigde Naties als een grote hindernis voor een oplossing van het conflict met de Palestijnen. Zij beschouwen de bezette Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem als essentiële onderdelen van een toekomstige Palestijnse staat.

In de verklaring roept Mogherini Israël op om te stoppen met de uitbreiding van nederzettingen.

In 2016 nam de VN-Veiligheidsraad een resolutie aan waarin van Israël wordt geëist dat het stopt met bouwen in nederzettingen, “een flagrante schending” van het internationaal recht. De VS, onder president Obama, koos toen voor een koerswijziging en blokkeerde de resolutie niet maar onthield zich van stemming. De Amerikaanse VN-ambassadeur van destijds zei dat de nederzettingen een tweestatenoplossing in de weg staan.Israël bezette de gebieden in 1967. Sindsdien groeide het aantal Israëlische kolonisten er tot meer dan 600.000. 

Reacties uitgeschakeld voor Rechten Palestijnse kinderen/Brief aan Tweede Kamerleden/Indieners motie tot vrijlating Ahed Tamimi

Opgeslagen onder Divers

Rechten Palestijnse kinderen/Brief aan Tweede Kamerleden/[2]/Aan voorstemmers vrijlating Ahed Tamimi

RECHTEN VAN PALESTIJNSE KINDEREN/BRIEF AAN TWEEDE KAMERLEDEN/VOORSTEMMERS VRIJLATING AHED TAMIMI

2015-July-IOPT-KidsArrest

EXPAND

Israeli border police arresting Ahmad Abu Sbitan, 11, in front of his school in East Jerusalem. The police accused him of throwing a stone at them. © Majd Gaith
https://www.hrw.org/news/2015/07/19/israel-security-forces-abuse-palestinian-children

Image result for Oda en Cor/Foto Hebron

foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst niet naar foto verwoesting Gaza, maar naar [somswegvallende] foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten

Since late 2015, 249 Palestinians have been killed in Israel and the Palestinian territories [File: EPA]http://www.aljazeera.com/news/2017/01/palestinian-teen-killed-israeli-army-clashes-170116155810513.html

https://www.btselem.org/video/20191121_soldiers_detain_boy_in_hebron_and_lead_him_blindfolded_through_the_streets#full

VOORAF
Beste lezers,
Gezien de systematische en voortdurende schendingen van de rechten vanPalestijnse kinderen in de door Israel bezette Palestijnse gebieden ben ik maar weer eens in de pen geklommen en heb ik de leden van de Tweede Kamer aangeschreven, met uitzondering van de fascistische partijen PVV en het Forum voor Democratie en de Staatkundig Gereformeerde Partij.
Reden waarom ik de SGP niet heb aangeschreven?Vanwege hun fanatieke pro Israel standpunt, hetgeen nog weer eens bleek bij mijn correspondentie met deze partij over de vrijlating van Ahed Tamimi, een Palestijnse tiener, die door het Israelische leger was gearresteerd

Zie
https://www.astridessed.nl/ahed-tamini-moet-vrij-brief-aan-de-tweede-kamerleden-van-de-staatkundig-gereformeerde-partij/

EN VOORAL
https://www.astridessed.nl/de-zaak-ahed-tamini-antwoord-aan-de-sgp-staatkundig-gereformeerde-partij/

VOOR/TEGENSTEMMERS VAN DE MOTIE KARABULUT CS OVER VRIJLATING VAN AHED TAMIMI
Hoewel ik brieven van ongeveer gelijke strekking heb gestuurd aan alle andere politieke partijen, heb ik een iets andere formulering gekozen voor de partijen, die destijds voor de motie ivm vrijlating van Ahed Tamimi hebben gestemd, de zogenaamde motie Karabulut cs [ingediend door de SP, PvdA en Groen Links]  en degenen, die tegenstemmers waren.
Voorstemmers:
SPPvdAGroen LinksDenkPartij voor de Dieren50 PLUS
Tegenstemmers:
VVDCDAD’66CUSGP PVVFvD
https://rightsforum.org/nieuws/cda-en-d66-draaien-motie-steun-aan-ahed-al-tamimi-nek-om/

Hieronder dus een exemplaar van de brief, zoals gegaan naar de voorstemmers Partij voor de Dieren, 50 PLUS en Denk, hier mijn exemplaar aan de Partij voor de Dieren.Het zal de lezer zijn opgevallen, dat ik de initiatiefnemers van de motie Karabulut, de SP, Groen Links en de PvdA, hier niet heb genoemd:De tekst aan hen wijkt iets af, daarom een volgende, aparte post over de brief aan hen.Ook wil ik toevoegen, dat ik de brief aan Denk iets anders begonnen ben, namelijk met de zin
”U begrijpt, dat deze brief een standaard brief is.Maar toch even vooraf gezegd, dat u zich meer voor Palestina hebt ingezet dan de gemiddelde Kamerleden, waarvoor mijn waardering:”
Zie nu hieronder dus mijn brief aan de voorstemmers Partij voor de Dieren, Denk en 50 PLUS, met als exemplaar mijn brief aan de Partij voor de Dieren:
EN ZIEHIERInformatie over de systematische schending van de rechten van Palestijnse kinderen

https://www.btselem.org/publications/summaries/201710_unprotected

Astrid Essed

BRIEF AAN de Partij voor de Dieren [en aan de andere voorstemmers van de vrijlating van Ahed Tamimi]
”RECHTEN PALESTIJNSE KINDEREN  

AANDE TWEEDE KAMERLEDEN VAN DE PARTIJ VOOR DE DIEREN
Onderwerp: Systematische en voortdurende mensenrechtenschendingentegen Palestijnse kinderen

Addendum:Een vergelijkbare brief is verstuurd aan uw collegae in de Tweede Kamer, waarbij inhoudelijk een licht verschil is gemaakt tussen de voorstemmers van de motie Karabulut inzake Ahed Tamimi en de tegenstemmers
Geachte dames en heren,
Hoe veel doden moeten er nog onder Palestijnse kinderen vallen, hoeveel vernederingen, hoeveel mishandelingen, voordat u als Tweede Kamerleden effectief in actie komen ?
Dit is, dat weet ik vrijwel zeker, de zoveelste brief, die is geschreven, om u erop attent te maken, dat het onrecht tegen Palestijnse kinderen moet stoppen.Hier en nu.En daaraan kan u een belangrijke bijdrage leveren!

Nu weet ik, te uwer verdediging, dat u zich destijds hebt ingezet voor de vrijlating van de Palestijnse tiener Ahed Tamini, waarvoor ook door Amnesty was gepleit. [1]U hebt namelijk destijds de motie Karabulut c.s. gesteund [2], waarin de Nederlandse regering werd opgeroepen, zich uit te spreken voor de vrijlating van het tieneermeisje Ahed Tamimi, dat was gearresteerd door het Israelische leger. [3]Daarvoor mijn waardering.
Maar dit, waarde dames en heren, is slechts een druppel op een gloeiende plaat en het is -ik zeg dat ronduit- beschamend, dat u niet meer hebt ondernomen om zich in te zetten voor een menswaardige behandeling van Palestijnse kinderen.
ISRAELISCHE BEZETTING
Laten we vooropstellen, dat de grote Boosdoener hier is de u uiteraard bekend zijnde nu al 52 jaar durende Israelische bezetting van de Palestijnse gebieden de Westelijke Jordaanoever, Oost Jeruzalem en Gaza. [4]Over de onrechtmatigheid, terreur, oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingenvan die bezetting ga ik niet uitwijden.Ik verwijs u, wellicht ten overvloede, o.a. naar de sites van The Rights Forum, de Israelische organisatie Bt’selem. [5]  
Zaak is dan ook, dat u zich, naar vermogen, inzet voor de beeindiging van deze bezetting, die oorlogsmisdaden, illegale nederzettingen, de bouw van een illegale Muur [6] en misdaden tegen Palestijnse kinderen heeft voortgebracht.
ONRECHT AAN PALESTIJNSE KINDEREN:
Maar laten we het nu eens hebben over het onrecht aan Palestijnse kinderen, die -en dat heeft een bittere smaak – extra kwetsbaar zijn door deze jarenlange bezetting.
MILITAIRE RECHTBANKEN
Zo zijn er de zogenaamde ”militaire rechtbanken”, waarvoor jongeren [minderjarige kinderen] sowieso niet zouden mogen verschijnen. [7]Zo’n rechtbank heeft, by the way, ook genoemde Ahed Tamimi veroordeeld tot 8 maanden gevangenisstraf. [8]Ik citeer de Israelische mensenrechtenorganisatie Btselem:”Every year, hundreds of Palestinian minors undergo the same scenario. Israeli security forces pick them up on the street or at home in the middle of the night, then handcuff and blindfold them and transport them to interrogation, often subjecting them to violence en route. Exhausted and scared – some having spent a long time in transit, some having been roused from sleep, some having had nothing to eat or drink for hours – the minors are then interrogated. They are completely alone in there, cut off from the world, without any adult they know and trust by their side, and without having been given a chance to consult with a lawyer before the interrogation. The interrogation itself often involves threats, yelling, verbal abuse and sometimes physical violence. Its sole purpose is to get the minors to confess or provide information about others.” [9]Moet ik doorgaan?Dit is beestachtig, nietwaar dames en heren!In de eerste plaats hoort een Militaire Rechtbank sowieso geen burgers te berechten.In de tweede plaats is het discriminatoir, want die militaire rechtbanken zijn alleen voor Palestijnen in bezet gebied en niet voor Israelische burgers.[10]In de derde plaats is het hierboven beschrevene, wat kinderen is aangedaan en dagelijks in bezet gebied gebeurt, zowel in strijd met het Anti Folterverdrag als, misschien nog belangrijker, het Kinderrechtenverdrag! [11]
DODELIJKE PALESTIJNSE SLACHTOFFERS/KINDEREN
Dan de vele keren [onder noot 12 slechts enkele voorbeelden], waarbij Palestijnse kinderen het slachtoffer zijn geworden van door Israelische bezettingssoldaten veroorzaakten dodelijke schietincidenten. [12]Eigenlijk is het woord ”incident” misplaatst, omdat het systematisch en structureel gebeurt.Op zijn oud vaderlands gezegd:Het is schering en inslag!Recentelijk in november nog!Bij de Great March of Return in Gaza[13] op 8 november jongstleden, tijdens een vreedzame demonstratie, werden door Israelische bezettingstroepen 104 Palestijnse burgers neergeschoten en gewond, onder wie 43 kinderen. [14]Mensenrechtenorganisatie Palestinian C enter for Human Rights documenteert sinds het begin van de Great March of Return, in maart 2018, dat er in totaal 214 Palestijnse burgers zijn omgekomen, onder wie 46 kinderen! [15]Moet ik nog duidelijker zijn?
Kinderen worden mishandeld bij hun arrestatie, geblinddoekt afgevoerd. zoals een 13 jarige Palestijnse jongen overkwam [16] en zoals de Israelische mensenrechtenorganisatie Btselem schrijft”This case is no aberration, it is part of the routine violence imposed on Palestinians in Hebron by Israeli security forces and settlers, including physical attacks, threats, verbal abuse, soldiers’ incursions into homes (usually at night) – and the false arrest of minors and adults. Israel cites security to justify this conduct and the segregation it imposes on the city. Yet as this case proves, these claims are baseless and serve merely to bolster a policy of driving Palestinians to leave Hebron by making daily life unbearable.” [17]
Voeg daarbij nog:Slechte behandeling in de gevangenissen, harde gevangenisomstandigheden, geen of zelden toestemming aan de ouders om op  bezoek te komen, geen informatie over de rechten, die zij als gearresteerde hebben……[18]
Wat zijn dat voor praktijken?Waarom komt de Nederlandse regering, gehouden aan artikel 90 van de Grondwet, die de Internationale Rechtsorde dient te bevorderen [19],hiertegen niet in actie?
Wanneer komen u, Tweede Kamerleden van de Partij voor de Dieren,, hiertegen in actie?Hoe lang gaat u nog toestaan, dat de Israelische bezettingsstaat, die lak heeft aan de Internationale Rechtsorde [20], hiermee wegkomt?
ÉPILOOG
MIJN EISEN AAN U:
Ja, dat heeft u goed gelezen:Ik stel EISEN in dit verband!
En mijn eisen zijn:
Dat u er bij de Nederlandse regering op aandringt, zich uit te spreken tegen de mensonwaardige behandeling van Palestijnse kinderen.Dat de Nederlandse regering zich er hard voor maakt, dat deze kinderen behandeld worden conform de principes van het Internationaal Recht, en dan in het byzonder het Kinderrechtenverdrag.Het is niet zo moeilijk om daar, naar Israel toe, handvaten voor te vinden:Er kan, van de kant van de Nederlandse regering, gedreigd worden met inzet voor opschorting/beeindiging van het Associatieaccoordmet Israel, dat immers een mensenrechtenclausule heeft. [21]
Naast uw wending tot de Nederlandse regering dring ik er bij u opaan, dat u op alle andere mogelijkheden, die u als parlementariers ter beschikking staan [bijvoorbeeld in EU verband], zich aanwendt, er zorg voor te dragen, dat Palestijnse kinderen worden behandeld conform hun rechten, als vastgelegd  in het Kinderrechtenverdrag.

Maar de belangrijkste eis die ik formuleer ismijn Opdracht aan u, zich KEIhard te maken enmiddels alle politieke middelen die u ter beschikking staan,in te zetten voor de beeindiging van de Israelischebezetting en niet in fases, zoals altijd ontwijkend wordt voorgesteld, maar in een ruk, definitief en onvoorwaardelijk.Dat betekent dan  ook de beeindiging van de meest bittere vrucht van die bezetting, de  in bezet gebied gebouwde illegale nederzettingen [ALLE nederzettingen zijn illegaal volgens het Internationaal Recht, zoals u weet [22]]

Alleen dan kan aan het onrecht van het Midden Oosten conflict een einde worden gemaakt.
Wegkijken heeft geen zin, want u wordt hier wel degelijkpolitiek en moreel op afgerekend!Laat zien, dat u de Internationale Rechtsorde, die u alsvolksvertegenwoordiger van Nederland hoort te bevorderen [23],ook werkelijk serieus neemt.
En verschuil u niet achter president Donald Trump’s anti Internationaal Recht strapatzen! [24]
Hij blijft niet eeuwig aan de macht en het wordt hoog tijd, dat de EU een rechtvaardige Midden-Oostenpolitiek gaat voeren, onafhankelijk van de  de VS!
U, Tweede Kamerleden van de Partij voor de Dieren, bent zelf verantwoordelijk.De Nederlandse regering is zelf verantwoordelijk!

Ik reken op u

Vriendelijke groeten
Astrid EssedAmsterdam 

NOTEN

[1]

AMNESTY INTERNATIONALISRAEL/PALESTINA: ACHT MAANDEN CEL VOOR ACTIVIST AHED TAMIMI23 MAART 2018
https://www.amnesty.nl/actueel/israel-palestijnse-gebieden-acht-maanden-cel-voor-activist-ahed-tamimi?gclid=CjwKCAiA8qLvBRAbEiwAE_ZzPWu8RFBw7t6dc1Ma89nqRZ7cLQPufJDzJq3nEXhsHPmM1NU8hPMSThoCSlkQAvD_BwE

TEKST

Een militaire rechtbank in Israël heeft de Palestijnse jongerenactivist Ahed Tamimi veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf en een voorwaardelijke celstraf van drie jaar. Amnesty beschouwt de straf als een poging om mensen te intimideren die zich durven uit te spreken over de Israëlische bezetting van Palestijns gebieden.

De 17-jarige Ahed Tamimi wordt onder meer beschuldigd van mishandeling nadat op Facebook een video opdook. Daarop is te zien dat ze op 15 december 2017 twee Israëlische militairen slaat en schopt. Dat gebeurde nadat ze had gehoord dat haar neefje gewond was geraakt doordat een Israëlische soldaat hem van dichtbij een rubberkogel tegen het hoofd had geschoten.

Israël schendt Kinderrechtenverdrag

Volgens het Verdrag voor de Rechten van het Kind, waar Israël partij bij is, mogen kinderen alleen gearresteerd en gevangengezet worden als uiterste middel en zo kort mogelijk. Niets wat Tamimi heeft gedaan, rechtvaardigt haar voortdurende detentie. Amnesty roept op haar onmiddellijk vrij te laten.

Elk jaar worden honderden Palestijnse kinderen vervolgd door Israëlische militaire rechtbanken voor jongeren. De rechten van de gearresteerde jongeren worden systematisch geschonden. Ook worden zij mishandeld.

[2]

PARLEMENTAIRE MONITOR

MOTIE KARABULUT C.S. OVER DE VRIJLATING VAN AHED TAMIMI-RAAD ALGEMENE ZAKEN EN RAAD BUITENLANDSE ZAKEN

https://www.parlementairemonitor.nl/9353000/1/j9vvij5epmj1ey0/vklwplcu67yj

TEKST

1.

Tekst

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1821 MOTIE VAN HET LID KARABULUT C.S.

Voorgesteld 15 februari 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Israël eind vorig jaar het minderjarige meisje Ahed Tamimi heeft opgepakt, die zich in bezet Palestijns gebied en ongewapend verzette tegen de aanwezigheid van Israëlische militairen op het erf van haar ouderlijk huis;

constaterende dat Amnesty International oproept tot de vrijlating van Ahed Tamimi omdat helemaal niks haar detentie rechtvaardigt;

verzoekt de regering, zich uit te spreken voor de vrijlating van Ahed Tamimi,

en gaat over tot de orde van de dag.

Karabulut

Van Ojik

Ploumen

ORIGINEEL BERICHT

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-02-1821.html

21 501-02Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1821MOTIE VAN HET LID KARABULUT C.S.

Voorgesteld 15 februari 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Israël eind vorig jaar het minderjarige meisje Ahed Tamimi heeft opgepakt, die zich in bezet Palestijns gebied en ongewapend verzette tegen de aanwezigheid van Israëlische militairen op het erf van haar ouderlijk huis;

constaterende dat Amnesty International oproept tot de vrijlating van Ahed Tamimi omdat helemaal niks haar detentie rechtvaardigt;

verzoekt de regering, zich uit te spreken voor de vrijlating van Ahed Tamimi,

en gaat over tot de orde van de dag.

Karabulut

Van Ojik

Ploumen

[3]

RIGHTS FORUM

CDA EN D’66 DRAAIEN MOTIE VOOR STEUN AAN AHED AL TAMIMI DE NEK OM

De Nederlandse regering zal zich niet uitspreken voor de vrijlating van Ahed al-Tamimi. CDA en D66 stemden tegen een motie die daartoe opriep.

Stemverhouding van de motie die de regering verzocht zich uit te spreken voor de vrijlating van Ahed al-Tamimi. De motie werd afgestemd. 

Woensdag werd in de Tweede Kamer gestemd over een motie van Kamerlid Sadet Karabulut (SP), waarin de regering wordt opgeroepen zich uit te spreken voor de vrijlating van Ahed al-Tamimi. ‘Welke volksvertegenwoordiger kan hier nu tegen zijn?’, vroeg Karabulut zich af. Dat bleken er 101 te zijn, op een totaal van 150 Kamerleden.

De zaak Ahed al-Tamimi

De 17-jarige Ahed al-Tamimi werd op 19 december bij een nachtelijke Israëlische inval van haar bed gelicht. Vier dagen eerder had zij twee Israëlische militairen uit haar tuin gemept nadat die haar 14-jarige neefje in zijn gezicht hadden geschoten. Sindsdien wordt zij in Israëlische detentie gehouden, en zijn twaalf aanklachten tegen haar ingediend waarvoor zij voor een militair hof terechtstaat. The Rights Forum heeft uitgebreid aandacht aan haar zaak besteed.

Aheds zaak staat model voor die van duizenden andere jonge Palestijnen. Sinds het jaar 2000 werden door Israëlische bezettingstroepen tienduizend Palestijnse tieners opgepakt en voor militaire rechtbanken gebracht. Zij staan bloot aan willekeurkidnapping, ernstige mishandelingverminking en dwang, of erger. Elementaire rechten, vastgelegd in het door zowel Nederland als Israël geratificeerde Verdrag voor de Rechten van het Kind, worden hen ontzegd. Velen van hen worden overgebracht naar gevangenissen in Israël, wat neerkomt op schending van de Vierde Conventie van Genève.

Geen ideologie, maar recht

De motie-Karabulut riep de regering op tot een signaal dat deze praktijk door Nederland niet langer wordt getolereerd. De motie draaide niet om een ideologisch beladen thema, maar om de bescherming van kinderen tegen de gevolgen van de Israëlische, inmiddels vijftig jaar durende bezetting. Kinderen als Ahed al-Tamimi hebben in hun leven nog nooit vrijheid gekend, en inmiddels staat vast dat hierin zonder ingrijpen van buitenaf geen verandering zal komen.

In essentie vormde de motie bovendien een testcase voor de werking van het internationaal recht. Als verdragspartner bij alle relevante internationaalrechtelijke conventies is Nederland verplicht om in actie te komen tegen schendingen door andere partners.

Daags voor de stemming riepen talloze organisaties de Tweede Kamerfracties op tot steun voor de motie. Daaronder de Palestijnse Kinderrechten Coalitie (PKC), die de Tweede Kamer ook in december al tevergeefs opriep tot actie. Meer dan duizend burgers schreven de Tweede Kamer met een vergelijkbare oproep.

Motivatie van CDA en D66

Het voorzichtige statement waartoe de SP-motie opriep, bleek voor de meerderheid van de Tweede Kamerfracties echter een brug te ver. Van een aantal pro-Israël-partijen – VVD, PVV, CU, SGP en FvD, samen goed voor 63 zetels – kwam de tegenstem niet onverwacht. Daar stonden 49 zetels tegenover van partijen die voor de motie stemden: SP, GroenLinks, PvdA, PvdD, 50Plus en Denk. Het lot van de motie lag zodoende in handen van CDA en D66, elk goed voor 19 zetels. Beide partijen stemden tegen.

De twee partijen motiveerden hun tegenstem met het argument zich ‘niet te willen bemoeien met de rechtsgang van een ander land’. D66 voegde daar in een schriftelijke verklaring aan toe de omstandigheden ter plaatse onvoldoende te kunnen inschatten, en meende zelfs dat een voorzichtige oproep van de Nederlandse regering ‘averechts kan werken’. De partij zet in op diplomatieke inspanningen – een strategie die aantoonbaar tot niets heeft geleid.

Het is ontluisterend dat uitgerekend het CDA en D66 – partijen die zich doen voorstaan op respectievelijk naastenliefde en versterking van de democratische rechtsstaat – hebben voorkomen dat Nederland zich als tweede land na Chili zou uitspreken in solidariteit met Ahed en haar lotgenoten. Het lijkt er sterk op dat hierover in de regeringscoalitie een deal is gesloten, met het lot van een complete generatie jongeren als inzet.

[4]12. Is Israël nog steeds een bezettende macht na de terugtrekking uit de Gazastrook en is het nog gebonden aan de Vierde Conventie van Genève?
Ja, Israël blijft volgens het internationaal humanitair recht ook na de terugtrekking een bezettende macht . Volgens artikel 42 van de bepalingen van Den Haag van 1907, blijft een gebied bezet wanneer de bezettende macht effectieve controle over het gebied blijft uitoefenen.´´VRAAG EN ANTWOORD
BRIGITTE HERREMANS
ISRAEL´S TERUGTREKKINGSPLAN UIT DE GAZASTROOK
http://www.politics.be/ duiding/596/#12 
HUMAN RIGHTS WATCHISRAEL: ”DISENGAGEMENT” WILL NOT ENDGAZA OCCUPATION28 OCTOBER 2004
https://www.hrw.org/news/2004/ 10/28/israel-disengagement-wil l-not-end-gaza-occupation

[5]
BTSELEM.ORG
www.btselem.org
THE RIGHTS FORUM
https://rightsforum.org/

[6]

INTERNATIONAL COURT OF JUSTICELEGAL CONSEQUENCES OF THE CONSTRUCTION OF A WALL IN THE OCCUPIED PALESTINIAN TERRITORY
https://www.icj-cij.org/en/case/131

OVERVIEW OF THE CASE

By resolution ES-10/14, adopted on 8 December 2003 at its Tenth Emergency Special Session, the General Assembly decided to request the Court for an advisory opinion on the following question :

“What are the legal consequences arising from the construction of the wall being built by Israel, the occupying Power, in the Occupied Palestinian Territory, including in and around East Jerusalem, as described in the Report of the Secretary-General, considering the rules and principles of international law, including the Fourth Geneva Convention of 1949, and relevant Security Council and General Assembly resolutions ?”

The resolution requested the Court to render its opinion “urgently”. The Court decided that all States entitled to appear before it, as well as Palestine, the United Nations and subsequently, at their request, the League of Arab States and the Organization of the Islamic Conference, were likely to be able to furnish information on the question in accordance with Article 66, paragraphs 2 and 3, of the Statute. Written statements were submitted by 45 States and four international organizations, including the European Union. At the oral proceedings, which were held from 23 to 25 February 2004, 12 States, Palestine and two international organizations made oral submissions. The Court rendered its Advisory Opinion on 9 July 2004.

The Court began by finding that the General Assembly, which had requested the advisory opinion, was authorized to do so under Article 96, paragraph 1, of the Charter. It further found that the question asked of it fell within the competence of the General Assembly pursuant to Articles 10, paragraph 2, and 11 of the Charter. Moreover, in requesting an opinion of the Court, the General Assembly had not exceeded its competence, as qualified by Article 12, paragraph 1, of the Charter, which provides that while the Security Council is exercising its functions in respect of any dispute or situation the Assembly must not make any recommendation with regard thereto unless the Security Council so requests. The Court further observed that the General Assembly had adopted resolution ES-10/14 during its Tenth Emergency Special Session, convened pursuant to resolution 377 A (V), whereby, in the event that the Security Council has failed to exercise its primary responsibility for the maintenance of international peace and security, the General Assembly may consider the matter immediately with a view to making recommendations to Member States. Rejecting a number of procedural objections, the Court found that the conditions laid down by that resolution had been met when the Tenth Emergency Special Session was convened, and in particular when the General Assembly decided to request the opinion, as the Security Council had at that time been unable to adopt a resolution concerning the construction of the wall as a result of the negative vote of a permanent member. Lastly, the Court rejected the argument that an opinion could not be given in the present case on the ground that the question posed was not a legal one, or that it was of an abstract or political nature.

Having established its jurisdiction, the Court then considered the propriety of giving the requested opinion. It recalled that lack of consent by a State to its contentious jurisdiction had no bearing on its advisory jurisdiction, and that the giving of an opinion in the present case would not have the effect of circumventing the principle of consent to judicial settlement, since the subject-matter of the request was located in a much broader frame of reference than that of the bilateral dispute between Israel and Palestine, and was of direct concern to the United Nations. Nor did the Court accept the contention that it should decline to give the advisory opinion requested because its opinion could impede a political, negotiated settlement to the Israeli-Palestinian conflict. It further found that it had before it sufficient information and evidence to enable it to give its opinion, and empha- sized that it was for the General Assembly to assess the opinion’s usefulness. The Court accordingly concluded that there was no compelling reason precluding it from giving the requested opinion.

Turning to the question of the legality under international law of the construction of the wall by Israel in the Occupied Palestinian Territory, the Court first determined the rules and principles of international law relevant to the question posed by the General Assembly. After recalling the customary principles laid down in Article 2, paragraph 4, of the United Nations Charter and in General Assembly resolution 2625 (XXV), which prohibit the threat or use of force and emphasize the illegality of any territorial acquisition by such means, the Court further cited the principle of self-determination of peoples, as enshrined in the Charter and reaffirmed by resolution 2625 (XXV). In relation to international humanitarian law, the Court then referred to the provisions of the Hague Regulations of 1907, which it found to have become part of customary law, as well as to the Fourth Geneva Convention of 1949, holding that these were applicable in those Palestinian territories which, before the armed conflict of 1967, lay to the east of the 1949 Armistice demarcation line (or “Green Line”) and were occupied by Israel during that conflict. The Court further established that certain human rights instruments (International Covenant on Civil and Political Rights, International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights, United Nations Convention on the Rights of the Child) were applicable in the Occupied Palestinian Territory.

The Court then sought to ascertain whether the construction of the wall had violated the above-mentioned rules and principles. Noting that the route of the wall encompassed some 80 per cent of the settlers living in the Occupied Palestinian Territory, the Court, citing statements by the Security Council in that regard in relation to the Fourth Geneva Convention, recalled that those settlements had been established in breach of international law. After considering certain fears expressed to it that the route of the wall would prejudge the future frontier between Israel and Palestine, the Court observed that the construction of the wall and its associated régime created a “fait accompli” on the ground that could well become permanent, and hence tantamount to a de facto annexation. Noting further that the route chosen for the wall gave expression in loco to the illegal measures taken by Israel with regard to Jerusalem and the settlements and entailed further alterations to the demographic composition of the Occupied Palestinian Territory, the Court concluded that the construction of the wall, along with measures taken previously, severely impeded the exercise by the Palestinian people of its right to self-determination and was thus a breach of Israel’s obligation to respect that right.

The Court then went on to consider the impact of the construction of the wall on the daily life of the inhabitants of the Occupied Palestinian Territory, finding that the construction of the wall and its associated régime were contrary to the relevant provisions of the Hague Regulations of 1907 and of the Fourth Geneva Convention and that they impeded the liberty of movement of the inhabitants of the territory as guaranteed by the International Covenant on Civil and Political Rights, as well as their exercise of the right to work, to health, to education and to an adequate standard of living as proclaimed in the International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights and in the Convention on the Rights of the Child. The Court further found that, coupled with the establishment of settlements, the construction of the wall and its associated régime were tending to alter the demographic composition of the Occupied Palestinian Territory, thereby contravening the Fourth Geneva Convention and the relevant Security Council resolutions. The Court then considered the qualifying clauses or provisions for derogation contained in certain humanitarian law and human rights instruments, which might be invoked inter alia where military exigencies or the needs of national security or public order so required. The Court found that such clauses were not applicable in the present case, stating that it was not convinced that the specific course Israel had chosen for the wall was necessary to attain its security objectives, and that accordingly the construction of the wall constituted a breach by Israel of certain of its obligations under humanitarian and human rights law. Lastly, the Court concluded that Israel could not rely on a right of self-defence or on a state of necessity in order to preclude the wrongfulness of the construction of the wall, and that such construction and its associated régime were accordingly contrary to international law.

The Court went on to consider the consequences of these violations, recalling Israel’s obligation to respect the right of the Palestinian people to self-determination and its obligations under humanitarian and human rights law. The Court stated that Israel must put an immediate end to the violation of its international obligations by ceasing the works of construction of the wall and dismantling those parts of that structure situated within Occupied Palestinian Territory and repealing or rendering ineffective all legislative and regulatory acts adopted with a view to construction of the wall and establishment of its associated régime. The Court further made it clear that Israel must make reparation for all damage suffered by all natural or legal persons affected by the wall’s construction. As regards the legal consequences for other States, the Court held that all States were under an obligation not to recognize the illegal situation resulting from the construction of the wall and not to render aid or assistance in maintaining the situation created by such construction. It further stated that it was for all States, while respecting the United Nations Charter and international law, to see to it that any impediment, resulting from the construction of the wall, to the exercise by the Palestinian people of its right to self-determination be brought to an end. In addition, the Court pointed out that all States parties to the Fourth Geneva Convention were under an obligation, while respecting the Charter and international law, to ensure compliance by Israel with international humanitarian law as embodied in that Convention. Finally, in regard to the United Nations, and especially the General Assembly and the Security Council, the Court indicated that they should consider what further action was required to bring to an end the illegal situation in question, taking due account of the present Advisory Opinion.

The Court concluded by observing that the construction of the wall must be placed in a more general context, noting the obligation on Israel and Palestine to comply with international humanitarian law, as well as the need for implementation in good faith of all relevant Security Council resolutions, and drawing the attention of the General Assembly to the need for efforts to be encouraged with a view to achieving a negotiated solution to the outstanding problems on the basis of international law and the establishment of a Palestinian State.

DE ILLEGALITEIT VAN DE NEDERZETTINGEN

”The Fourth Geneva Convention prohibits an occupying power from transferring citizens from its own territory to the occupied territory (Article 49).

The Hague Regulations prohibit an occupying power from undertaking permanent changes in the occupied area unless these are due to military needs in the narrow sense of the term, or unless they are undertaken for the benefit of the local population.”

BTSELEM.ORG

SETTLEMENTS

https://www.btselem.org/ settlements

”Individual or mass forcible transfers, as well as deportations of protected persons from occupied territory to the territory of the Occupying Power or to that of any other country, occupied or not, are prohibited, regardless of their motive.”

ARTICLE 49, FOURTH GENEVA CONVENTION

https://www.icrc.org/applic/ih l/ihl.nsf/Article.xsp?action=o penDocument&documentId=77068F1 2B8857C4DC12563CD0051BDB0

HET HAAGS VERDRAG VAN 1907

HAGUE CONVENTION 1907

https://www.loc.gov/law/help/us-treaties/bevans/m-ust000001-0631.pdf

De Vierde Conventie van Genève bevat bovendien het beroemde verbod op het koloniseren van bezet gebied waarop de internationale gemeenschap − Nederland inbegrepen − zich in haar veroordelingen van Israëls nederzettingenbeleid baseert. Artikel 49 van de Conventie eindigt met het gebod:”

The Occupying Power shall not deport or transfer parts of its own civilian population into the territory it occupies.

THE RIGHTS FORUM

SCHENDINGEN

https://rightsforum.org/achter gronden/dossiers/internationaa l-recht/kolonisatie-een- ernstige-schending/

EEN GREEP UIT ISRAELISCHE OORLOGSMISDADEN

BTSELEM.ORGFATALITIES DURING OPERATION CAST LEAD

https://www.btselem.org/statistics/fatalities/during-cast-lead/by-date-of-event


BTSELEM.ORGFATALITIES DURING OPERATION PROTECTIVE EDGE

https://www.btselem.org/2014_gaza_conflict/en/AMNESTY

INTERNATIONALOPERATION CAST LEAD: 22 DAYS OF DEATH AND DESTRUCTION2009

https://www.amnesty.org/download/Documents/48000/mde150152009en.pdf


“During 50 days of attacks, Israeli forces wreaked massive death and destruction on the Gaza Strip, killing close to 1,500 civilians, more than 500 of whom were children,” said Philip Luther, Amnesty International’s Middle East and North Africa Programme Director.”


AMNESTY INTERNATIONALISRAEL/OPT: TWO YEARS ON, STILL NO JUSTICE FORWAR CRIMES VICTIMS7 JULY 2016


https://www.amnesty.org/en/lat est/news/2016/07/israel-opt-tw o-years-on-still-no-justice-fo r-war-crimes-victims/


AMNESTY INTERNATIONALISRAEL/OPT: USE OF EXCESSIVE FORCE IN GAZA AN ABHORRENTVIOLATION OF INTERNATIONAL LAW14 MAY 2018


https://www.amnesty.org/en/lat est/news/2018/05/israelopt-use -of-excessive-force-in-gaza-an -abhorrent-violation-of-intern ational-law/

[7]

BTSELEM.ORGMINORS IN JEOPARDYVIOLATION OF THE RIGHTS OF PALESTINIAN  MINORS BY ISRAEL’S MILITARY COURTS
https://www.btselem.org/publications/summaries/201803_minors_in_jeopardy
[8]
AMNESTY INTERNATIONALISRAEL/PALESTINA: ACHT MAANDEN CEL VOOR ACTIVIST AHED TAMIMI23 MAART 2018
https://www.amnesty.nl/actueel/israel-palestijnse-gebieden-acht-maanden-cel-voor-activist-ahed-tamimi?gclid=CjwKCAiA8qLvBRAbEiwAE_ZzPWu8RFBw7t6dc1Ma89nqRZ7cLQPufJDzJq3nEXhsHPmM1NU8hPMSThoCSlkQAvD_BwE

[9]
BTSELEM.ORGMINORS IN JEOPARDYVIOLATION OF THE RIGHTS OF PALESTINIAN  MINORS BY ISRAEL’S MILITARY COURTS
https://www.btselem.org/publications/summaries/201803_minors_in_jeopardy

[10]


BTSELEM.ORG
THE MILITARY COURTS11 NOVEMBER 2017
https://www.btselem.org/index. php/military_courts
”A new report published by the Association for Civil Rights in Israel (ACRI) outlines the nature of the legal regime currently operating in the West Bank. Two systems of law are applied in a single territory: one – a civilian legal system for Israeli citizens, and a second – a military court system for Palestinian residents. The result: institutionalized discrimination.”
ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK24 NOVEMBER 2014
http://www.acri.org.il/en/2014 /11/24/twosysreport/
REPORT14 OCTOBER 2014ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK
http://www.acri.org.il/en/wp-c ontent/uploads/2015/02/Two-Sys tems-of-Law-English-FINAL.pdf

[11]

CONVENTION AGAINST TORTURE AND OTHER CRUEL, INHUMAN OR DEGRADING TREATMENT OR PUNISHMENT
http://hrlibrary.umn.edu/instree/h2catoc.htm

CONVENTION ON THE RIGHTS OF THE CHILD
http://hrlibrary.umn.edu/instree/k2crc.htm

  [12]

ALJAZEERAPALESTINIAN TEEN FIRST TO BE KILLED BY ISRAELIN 20183 JANUARY 2018
http://www.aljazeera.com/news/ 2018/01/palestinian-teen-kille d-israel-2018-180103154409357. html
THE RIGHTS FORUM/EN DAT IS 1ISRAELISCHE MILITAIREN DODEN 17 JARIGE PALESTIJN3 JANUARI 2018
https://rightsforum.org/nieuws /israelische-militairen-doden- 17-jarige-palestijn/

RIGHTS FORUM/EN DAT IS 2 EN 3ISRAELISCHE TROEPEN DODEN TWEE 16 JARIGE PALESTIJNEN12 JANUARI 2018
https://rightsforum.org/nieuws /israelische-troepen-doden-twe e-16-jarige-palestijnen/
RIGHTS FORUM/EN DAT IS 4ISRAELISCHE MILITAIREN SCHIETEN WEER EEN PALESTIJN DOOD15 JANUARI 2018
https://rightsforum.org/nieuws /israelische-militairen-schiet en-weer-palestijn-dood/

RIGHTS FORUM/EN DAT IS 5ISRAEL DOODT NEEF VAN VERDACHTE PALESTIJN EN SLOOPTVIER HUIZEN19 JANUARI 2018

https://rightsforum.org/nieuws /israel-doodt-neef-verdachte-p alestijn-en-sloopt-vier-huizen /
RIGHTS FORUM/EN DAT IS 6ISRAELISCHE MILITAIREN SCHIETEN PALESTIJNSE TIENERDOOR HET HOOFD31 JANUARI 2018
https://rightsforum.org/nieuws /israelische-militairen-schiet en-palestijnse-tiener-hoofd/

[13]

[13]

More than six months have passed since the “Great March of Return” protests started in the Gaza Strip on 30 March.

Their calls for Israeli authorities to lift their 11-year illegal blockade on Gaza and to allow Palestinian refugees to return to their villages and towns have not been met.”

AMNESTY INTERNATIONALSIX MONTHS ON: GAZA’S GREAT MARCH OF RETURN
https://www.amnesty.org/en/latest/campaigns/2018/10/gaza-great-march-of-return/

AL JAZEERAGAZA’S GREAT MARCHES OF RETURN PROTESTS EXPLAINED30 MARCH 2019
https://www.aljazeera.com/news/2019/03/gaza-great-march-return-protests-explained-190330074116079.html

WIKIPEDIA2018-19 GAZA BORDER PROTESTS
https://en.wikipedia.org/wiki/2018%E2%80%9319_Gaza_border_protests

ELECTRONIC INTIFADAGREAT MARCH OF RETURN
https://electronicintifada.net/tags/great-march-return

[14]

”104 Palestinian civilians, including 43 children, a woman and a paramedic, were shot and injured by Israeli occupation forces’ (IOF) fire against peaceful protestors at the 82nd Great March of Return (GMR), this Friday, 08 November 2019.”
PALESTINIAN CENTER FOR HUMAN RIGHTS82ND GMR: IOF SHOT AND INJURED 104 PALESTINIAN CIVILIANS, INCLUDING 43 CHILDREN, A WOMAN AND A PARAMEDIC8 NOVEMBER 2019
https://pchrgaza.org/en/?p=13174

[15]

”Since the outbreak of GMR on 30 March 2018, PCHR documented 214 civilian killings by IOF, including 46 children, 2 women, 9 persons with disabilities, 4 paramedics and 2 journalists.”

PALESTINIAN CENTER FOR HUMAN RIGHTS82ND GMR: IOF SHOT AND INJURED 104 PALESTINIAN CIVILIANS, INCLUDING 43 CHILDREN, A WOMAN AND A PARAMEDIC8 NOVEMBER 2019
https://pchrgaza.org/en/?p=13174

[16]

”On 3 Nov. 2019, at about 11:30 A.M., soldiers detained ‘Abd a-Razeq Idris, 13, from the Abu Jales neighborhood. They put him and a jeep, blindfolded him and drove him around. They then took him to al-Harika neighborhood, about a kilometer from his home, where they took him out of the jeep and walked him, blindfolded, through the streets….”

BTSELEM.ORGISRAELI SOLDIERS DETAIN 13 YEAR OLD PALESTINIAN IN HEBRON AND LEAD HIM UP AND DOWN STREETS BLINDFOLDED21 NOVEMBER 2019[ZIE OP DE LINK DE BIJBEHORENDE VIDEO]
https://www.btselem.org/video/20191121_soldiers_detain_boy_in_hebron_and_lead_him_blindfolded_through_the_streets#full

[17]

”This case is no aberration, it is part of the routine violence imposed on Palestinians in Hebron by Israeli security forces and settlers, including physical attacks, threats, verbal abuse, soldiers’ incursions into homes (usually at night) – and the false arrest of minors and adults. Israel cites security to justify this conduct and the segregation it imposes on the city. Yet as this case proves, these claims are baseless and serve merely to bolster a policy of driving Palestinians to leave Hebron by making daily life unbearable.”

BTSELEM.ORGISRAELI SOLDIERS DETAIN 13 YEAR OLD PALESTINIAN IN HEBRON AND LEAD HIM UP AND DOWN STREETS BLINDFOLDED21 NOVEMBER 2019[ZIE OP DE LINK DE BIJBEHORENDE VIDEO]
https://www.btselem.org/video/20191121_soldiers_detain_boy_in_hebron_and_lead_him_blindfolded_through_the_streets#full

[18]
BTSELEM.ORGUNPROTECTED: DETENTION OF PALESTINIAN TEENAGERS IN JERUSALEM
https://www.btselem.org/publications/summaries/201710_unprotected

ZIE VOLLEDIGE RAPPORT

https://www.btselem.org/sites/default/files/publications/201710_unprotected_eng.pdf

[19] 

De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. 

DE NEDERLANDSE GRONDWETARTIKEL 90, INTERNATIONALE RECHTSORDE
https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vi9hbusg8rzy/artikel_90_internationale_rechtsorde

[20]

DE WERELD MORGENISRAEL, WERELDKAMPIOEN SCHENDINGEN VN RESOLUTIESLODE VANOOST30 JULI 2014
https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2014/07/30/israel-wereldkampioen-schendingen-vn-resoluties/
[21]

”Relations between the Parties, as well as all the provisions of the Agreement itself, shall be based on respect for human rights and democratic principles, which guides their internal and international policy and constitutes an essential element of this Agreement.”
ARTICLE 2, EURO MEDITERRIAN AGREEMENTESTABLISHING AN ASSOCIATION BETWEEN THEEUROPEAN COMMUNITIES AND THEIR MEMBER STATES OF THEONE PART, AND THE STATE OF ISRAEL, OF THE OTHER PART
https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/sites/near/files/association_agreement_israel-eu_2000.pdf

[22]

ZIE VOOR ILLEGALITEIT VAN DE NEDERZETTINGEN, NOOT 6

[23]

De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. 

DE NEDERLANDSE GRONDWETARTIKEL 90, INTERNATIONALE RECHTSORDE
https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vi9hbusg8rzy/artikel_90_internationale_rechtsorde

[24]

NOSTRUMP ERKENT JERUZALEM ALS HOOFDSTAD VAN ISRAEL6 DECEMBER 2017
https://nos.nl/artikel/2206170-trump-erkent-jeruzalem-als-hoofdstad-van-israel.html

TEKST

President Trump zal in de loop van de dag bekendmaken dat de Verenigde Staten Jeruzalem erkennen als de hoofdstad van Israël. Dat hebben medewerkers van de president laten weten.

Ook zal hij de verhuizing van de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem in gang zetten. Trump heeft geen datum genoemd, maar volgens zijn staf kan het hele proces drie tot vier jaar duren. Er is nog geen geschikt gebouw en ook moet beveiligde huisvesting geregeld worden voor de diplomaten.

Op 1 december is de deadline verstreken waarop Trump zijn handtekening had moeten zetten onder een document dat uitstel van de verhuizing bevestigt. Dat hebben alle presidenten voor hem, ieder half jaar ook gedaan, sinds in 1995 in de wet werd vastgelegd dat de ambassade moest verhuizen naar Jeruzalem. Maar voorwaarde voor die verhuizing is dat vredesbesprekingen leiden tot een blijvende oplossing voor de status van Jeruzalem.

Verkiezingsbelofte

Volgens het Witte Huis komt Trump met het besluit een verkiezingsbelofte na en is het niet zijn bedoeling om de uitkomst van besprekingen over de uiteindelijke status van Jeruzalem of het vredesproces te beïnvloeden. Volgens Trump is Jeruzalem nu eenmaal de zetel van de Israëlische regering en het centrum van het joodse geloof en de facto al de hoofdstad.

De erkenning van Jeruzalem als hoofdstad van Israël staat haaks op het beleid van Trumps voorgangers. Die vonden dat een gewijzigde status van Jeruzalem alleen tot stand kon komen na onderhandelingen met de Palestijnen, die Oost-Jeruzalem als hoofdstad van hun toekomstige staat willen.

Gevaarlijke gevolgen

De afgelopen dag belde Trump met verschillende leiders in het Midden-Oosten om zijn beslissing kenbaar te maken. Dat leidde tot woedende reacties in de Arabische wereld. De Palestijnse president Abbas waarschuwde Trump voor “gevaarlijke gevolgen” en belde vervolgens andere wereldleiders. Hij riep hun hulp in om Trump op andere gedachten te brengen.

Ook andere Arabische leiders wezen op gevolgen voor de stabiliteit en veiligheid in de regio. EU-buitenlandcoördinator Mogherini zei dat elke actie die een tweestatenoplossing ondermijnt, voorkomen moet worden.

De enige die geen verklaring uitbracht na de belronde van Trump was de Israëlische premier Netanyahu. Israël juicht het besluit toe. Geen enkel ander land heeft een ambassade in Jeruzalem. Wel zijn er consulaten.Niet iedereen in de regering-Trump steunt de zet. Minister Tillerson van Buitenlandse Zaken en minister Mattis van Defensie zijn ertegen.

DIT STRAPATZ VAN DE TRUMP GOVERNMENT IS IN STRIJD MET VN VEILIGHEIDSRAADSRESOLUTIE 478
WIKIPEDIAUNITED NATIONS SECURITY COUNCIL RESOLUTION 478
https://en.wikipedia.org/wiki/United_Nations_Security_Council_Resolution_478

FULL TEXT RESOLUTION

The Security Council,

Recalling its resolution 476 (1980),

Reaffirming again that the acquisition of territory by force is inadmissible,

Deeply concerned over the enactment of a “basic law” in the Israeli Knesset proclaiming a change in the character and status of the Holy City of Jerusalem, with its implications for peace and security,

Noting that Israel has not complied with resolution 476 (1980),

Reaffirming its determination to examine practical ways and means, in accordance with the relevant provisions of the Charter of the United Nations, to secure the full implementation of its resolution 476 (1980), in the event of non-compliance by Israel,

1. Censures in the strongest terms the enactment by Israel of the “basic law” on Jerusalem and the refusal to comply with relevant Security Council resolutions;

2. Affirms that the enactment of the “basic law” by Israel constitutes a violation of international law and does not affect the continued application of the Geneva Convention relative to the Protection of Civilian Persons in Time of War, of 12 August 1949, in the Palestinian and other Arab territories occupied since June 1967, including Jerusalem;

3. Determines that all legislative and administrative measures and actions taken by Israel, the occupying Power, which have altered or purport to alter the character and status of the Holy City of Jerusalem, and in particular the recent “basic law” on Jerusalem, are null and void and must be rescinded forthwith;

4. Affirms also that this action constitutes a serious obstruction to achieving a comprehensive, just and lasting peace in the Middle East;

5. Decides not to recognize the “basic law” and such other actions by Israel that, as a result of this law, seek to alter the character and status of Jerusalem and calls upon:

(a) All Member States to accept this decision;

(b) Those States that have established diplomatic missions at Jerusalem to withdraw such missions from the Holy City;

6. Requests the Secretary-General to report to the Security Council on the implementation of the present resolution before 15 November 1980;7. Decides to remain seized of this serious situation.
https://en.wikipedia.org/wiki/United_Nations_Security_Council_Resolution_478#Full_text_of_Resolution_478

ZIE OOK

https://www.securitycouncilreport.org/atf/cf/%7B65BFCF9B-6D27-4E9C-8CD3-CF6E4FF96FF9%7D/IP%20SRES%20478.pdf

NOSVS ZIET ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN NIET LANGER ALS ILLEGAAL18 NOVEMBER 2019
https://nos.nl/artikel/2311044-vs-ziet-israelische-nederzettingen-niet-langer-als-illegaal.html

TEKST

De Verenigde Staten beschouwen Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever niet langer als strijdig met het internationaal recht. Minister van Buitenlandse Zaken Pompeo heeft de koerswijziging bekendgemaakt.

De stap volgt in een reeks pro-Israëlische beslissingen van de regering van president Trump. Eerder besloot de Amerikaanse president om Jeruzalem te erkennen als de ongedeelde hoofdstad van Israël en de Amerikaanse ambassade erheen te verplaatsen. Daarna heeft hij de financiële steun aan de Palestijnen stopgezet. In maart erkende de president de annexatie van de Golanhoogten, die Israël in 1967 veroverde op Syrië.

Hindernis

De Israëlische premier Netanyahu spreekt zijn waardering uit voor de Amerikaanse stap. Hij noemt het “een belangrijke maatregel die een historische fout corrigeert”. Israël blijft bereid tot vredesonderhandelingen met de Palestijnen, maar zal blijven afwijzen dat sprake is van illegale nederzettingen, aldus Netanyahu.

De Palestijnse president Abbas zegt in reactie dat de VS zijn geloofwaardigheid om een rol te spelen in het vredesproces heeft verloren.

Ook de Palestijnse politica Hanan Ashrawi veroordeelt de Amerikaanse koerswijziging. Volgens haar is het “een nieuwe klap voor het internationale recht, gerechtigheid en vrede”.

De Europese Unie en de meerderheid van de internationale gemeenschap achten de nederzettingen volgens internationaal recht illegaal. En dat blijft zo, liet EU-buitenlandchef Mogherini weten in een verklaring.

Vorige week oordeelde het Europees Hof voor Justitie nog dat levensmiddelen uit Israëlische nederzettingen niet langer het label ‘made in Israel’ mogen dragen.

Tweestatenoplossing

De EU ziet de Israëlische nederzettingen net als internationale organisaties als de Verenigde Naties als een grote hindernis voor een oplossing van het conflict met de Palestijnen. Zij beschouwen de bezette Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem als essentiële onderdelen van een toekomstige Palestijnse staat.

In de verklaring roept Mogherini Israël op om te stoppen met de uitbreiding van nederzettingen.

In 2016 nam de VN-Veiligheidsraad een resolutie aan waarin van Israël wordt geëist dat het stopt met bouwen in nederzettingen, “een flagrante schending” van het internationaal recht. De VS, onder president Obama, koos toen voor een koerswijziging en blokkeerde de resolutie niet maar onthield zich van stemming. De Amerikaanse VN-ambassadeur van destijds zei dat de nederzettingen een tweestatenoplossing in de weg staan.Israël bezette de gebieden in 1967. Sindsdien groeide het aantal Israëlische kolonisten er tot meer dan 600.000. 

Reacties uitgeschakeld voor Rechten Palestijnse kinderen/Brief aan Tweede Kamerleden/[2]/Aan voorstemmers vrijlating Ahed Tamimi

Opgeslagen onder Divers

Rechten Palestijnse kinderen/Brief aan Tweede Kamerleden/[1]/Aan tegenstemmers vrijlating Ahed Tamimi

RECHTEN VAN PALESTIJNSE KINDEREN/BRIEF AAN TWEEDE KAMERLEDEN/TEGENSTEMMERS VRIJLATING AHED TAMIMI

2015-July-IOPT-KidsArrest

EXPAND

Israeli border police arresting Ahmad Abu Sbitan, 11, in front of his school in East Jerusalem. The police accused him of throwing a stone at them. © Majd Gaith
https://www.hrw.org/news/2015/07/19/israel-security-forces-abuse-palestinian-children

Image result for Oda en Cor/Foto Hebron

foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst niet naar foto verwoesting Gaza, maar naar [somswegvallende] foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten

Since late 2015, 249 Palestinians have been killed in Israel and the Palestinian territories [File: EPA]http://www.aljazeera.com/news/2017/01/palestinian-teen-killed-israeli-army-clashes-170116155810513.html

https://www.btselem.org/video/20191121_soldiers_detain_boy_in_hebron_and_lead_him_blindfolded_through_the_streets#full

VOORAF
Beste lezers,
Gezien de systematische en voortdurende schendingen van de rechten vanPalestijnse kinderen in de door Israel bezette Palestijnse gebieden ben ik maar weer eens in de pen geklommen en heb ik de leden van de Tweede Kamer aangeschreven, met uitzondering van de fascistische partijen PVV en het Forum voor Democratie en de Staatkundig Gereformeerde Partij.
Reden waarom ik de SGP niet heb aangeschreven?Vanwege hun fanatieke pro Israel standpunt, hetgeen nog weer eens bleek bij mijn correspondentie met deze partij over de vrijlating van Ahed Tamimi, een Palestijnse tiener, die door het Israelische leger was gearresteerd

Zie
https://www.astridessed.nl/ahed-tamini-moet-vrij-brief-aan-de-tweede-kamerleden-van-de-staatkundig-gereformeerde-partij/

EN VOORAL
https://www.astridessed.nl/de-zaak-ahed-tamini-antwoord-aan-de-sgp-staatkundig-gereformeerde-partij/

VOOR/TEGENSTEMMERS VAN DE MOTIE KARABULUT CS OVER VRIJLATING VAN AHED TAMIMI
Hoewel ik brieven van ongeveer gelijke strekking heb gestuurd aan alle andere politieke partijen, heb ik een iets andere formulering gekozen voor de partijen, die destijds voor de motie ivm vrijlating van Ahed Tamimi hebben gestemd, de zogenaamde motie Karabulut cs [ingediend door de SP, PvdA en Groen Links]  en degenen, die tegenstemmers waren.
Voorstemmers:
SPPvdAGroen LinksDenkPartij voor de Dieren50 PLUS
Tegenstemmers:
VVDCDAD’66CUSGP PVVFvD
https://rightsforum.org/nieuws/cda-en-d66-draaien-motie-steun-aan-ahed-al-tamimi-nek-om/

Hieronder dus een exemplaar van de brief, zoals gegaan naar de tegenstemmers, in dit geval aan de VVD
EN ZIEHIERInformatie over de systematische schending van de rechten van Palestijnse kinderen

https://www.btselem.org/publications/summaries/201710_unprotected

Astrid Essed

BRIEF AAN DE TWEEDE KAMERLEDEN OVER RECHTEN PALESTIJNSE KINDEREN
HIER DE BRIEF AAN DE VVD, TEGENSTEMMER VAN DE VRIJLATING VAN AHED TAMIMI, HET TIENERMEISJE, DAT DOOR HET ISRAELISCHE LEGER WAS GEARRESTEERD EN INMIDDELS DOOR EEN MILITAIRE RECHTBANK IS VEROORDEELD TOT 8 MAANDEN GEVANGENISSTRAF
https://www.amnesty.nl/actueel/israel-palestijnse-gebieden-acht-maanden-cel-voor-activist-ahed-tamimi
https://rightsforum.org/nieuws/ahed-al-tamimi-veroordeeld-tot-acht-maanden-gevangenis/

BRIEF AAN DE VVD [en aan de andere tegenstemmers van de vrijlating van Ahed Tamimi]
”RECHTEN PALESTIJNSE KINDEREN”

AANDE TWEEDE KAMERLEDEN VAN DE VVD
Onderwerp: Systematische en voortdurende mensenrechtenschendingentegen Palestijnse kinderen

Addendum:Een vergelijkbare brief is verstuurd aan uw collegae in de Tweede Kamer, waarbij inhoudelijk een licht verschil is gemaakt tussen de voorstemmers van de motie Karabulut inzake Ahed Tamimi en de tegenstemmers
Geachte dames en heren,
Hoe veel doden moeten er nog onder Palestijnse kinderen vallen, hoeveel vernederingen, hoeveel mishandelingen, voordat u als Tweede Kamerleden effectief in actie komen ?
Dit is, dat weet ik vrijwel zeker, de zoveelste brief, die is geschreven, om u erop attent te maken, dat het onrecht tegen Palestijnse kinderen moet stoppen.Hier en nu.En daaraan kan u een belangrijke bijdrage leveren!

Helaas hebt u betreffende de mensenrechten in het Midden-Oostenconflict destijds enkele nare steken laten vallen, door tegenstemmer te zijn van de motie Karabulut c.s. [SP, Groen Links en de PvdA], waarin ervoor werd gepleit, dat de Nederlandse regering zich zou uitspreken voor de vrijlating van het door het Israelische leger gearresteerde tienermeisje Ahed Tamimi [2]
Maar u kunt het nog enigszins goedmaken door zich nu wel in te zetten voor de volgende kwestie en wel de rechten van Palestijnse kinderen in de Israelische bezette gebieden.
ISRAELISCHE BEZETTING
Laten we vooropstellen, dat de grote Boosdoener hier is de u uiteraard bekend zijnde nu al 52 jaar durende Israelische bezetting van de Palestijnse gebieden de Westelijke Jordaanoever, Oost Jeruzalem en Gaza. [4]Over de onrechtmatigheid, terreur, oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingenvan die bezetting ga ik niet uitwijden.Ik verwijs u, wellicht ten overvloede, o.a. naar de sites van The Rights Forum, de Israelische organisatie Bt’selem. [5]  
Zaak is dan ook, dat u zich, naar vermogen, inzet voor de beeindiging van deze bezetting, die oorlogsmisdaden, illegale nederzettingen, de bouw van een illegale Muur [6] en misdaden tegen Palestijnse kinderen heeft voortgebracht.
ONRECHT AAN PALESTIJNSE KINDEREN:
Maar laten we het nu eens hebben over het onrecht aan Palestijnse kinderen, die -en dat heeft een bittere smaak – extra kwetsbaar zijn door deze jarenlange bezetting.
MILITAIRE RECHTBANKEN
Zo zijn er de zogenaamde ”militaire rechtbanken”, waarvoor jongeren [minderjarige kinderen] sowieso niet zouden mogen verschijnen. [7]Zo’n rechtbank heeft, by the way, ook genoemde Ahed Tamimi veroordeeld tot 8 maanden gevangenisstraf. [8]Ik citeer de Israelische mensenrechtenorganisatie Btselem:”Every year, hundreds of Palestinian minors undergo the same scenario. Israeli security forces pick them up on the street or at home in the middle of the night, then handcuff and blindfold them and transport them to interrogation, often subjecting them to violence en route. Exhausted and scared – some having spent a long time in transit, some having been roused from sleep, some having had nothing to eat or drink for hours – the minors are then interrogated. They are completely alone in there, cut off from the world, without any adult they know and trust by their side, and without having been given a chance to consult with a lawyer before the interrogation. The interrogation itself often involves threats, yelling, verbal abuse and sometimes physical violence. Its sole purpose is to get the minors to confess or provide information about others.” [9]Moet ik doorgaan?Dit is beestachtig, nietwaar dames en heren!In de eerste plaats hoort een Militaire Rechtbank sowieso geen burgers te berechten.In de tweede plaats is het discriminatoir, want die militaire rechtbanken zijn alleen voor Palestijnen in bezet gebied en niet voor Israelische burgers.[10]In de derde plaats is het hierboven beschrevene, wat kinderen is aangedaan en dagelijks in bezet gebied gebeurt, zowel in strijd met het Anti Folterverdrag als, misschien nog belangrijker, het Kinderrechtenverdrag! [11]
DODELIJKE PALESTIJNSE SLACHTOFFERS/KINDEREN
Dan de vele keren [onder noot 12 slechts enkele voorbeelden], waarbij Palestijnse kinderen het slachtoffer zijn geworden van door Israelische bezettingssoldaten veroorzaakten dodelijke schietincidenten. [12]Eigenlijk is het woord ”incident” misplaatst, omdat het systematisch en structureel gebeurt.Op zijn oud vaderlands gezegd:Het is schering en inslag!Recentelijk in november nog!Bij de Great March of Return in Gaza[13] op 8 november jongstleden, tijdens een vreedzame demonstratie, werden door Israelische bezettingstroepen 104 Palestijnse burgers neergeschoten en gewond, onder wie 43 kinderen. [14]Mensenrechtenorganisatie Palestinian C enter for Human Rights documenteert sinds het begin van de Great March of Return, in maart 2018, dat er in totaal 214 Palestijnse burgers zijn omgekomen, onder wie 46 kinderen! [15]Moet ik nog duidelijker zijn?
Kinderen worden mishandeld bij hun arrestatie, geblinddoekt afgevoerd. zoals een 13 jarige Palestijnse jongen overkwam [16] en zoals de Israelische mensenrechtenorganisatie Btselem schrijft”This case is no aberration, it is part of the routine violence imposed on Palestinians in Hebron by Israeli security forces and settlers, including physical attacks, threats, verbal abuse, soldiers’ incursions into homes (usually at night) – and the false arrest of minors and adults. Israel cites security to justify this conduct and the segregation it imposes on the city. Yet as this case proves, these claims are baseless and serve merely to bolster a policy of driving Palestinians to leave Hebron by making daily life unbearable.” [17]
Voeg daarbij nog:Slechte behandeling in de gevangenissen, harde gevangenisomstandigheden, geen of zelden toestemming aan de ouders om op  bezoek te komen, geen informatie over de rechten, die zij als gearresteerde hebben……[18]
Wat zijn dat voor praktijken?Waarom komt de Nederlandse regering, gehouden aan artikel 90 van de Grondwet, die de Internationale Rechtsorde dient te bevorderen [19],hiertegen niet in actie?
Wanneer komen u, PvdA Tweede Kamerleden, hiertegen in actie?Hoe lang gaat u nog toestaan, dat de Israelische bezettingsstaat, die lak heeft aan de Internationale Rechtsorde [20], hiermee wegkomt?
ÉPILOOG
MIJN EISEN AAN U:
Ja, dat heeft u goed gelezen:Ik stel EISEN in dit verband!
En mijn eisen zijn:
Dat u er bij de Nederlandse regering op aandringt, zich uit te spreken tegen de mensonwaardige behandeling van Palestijnse kinderen.Dat de Nederlandse regering zich er hard voor maakt, dat deze kinderen behandeld worden conform de principes van het Internationaal Recht, en dan in het byzonder het Kinderrechtenverdrag.Het is niet zo moeilijk om daar, naar Israel toe, handvaten voor te vinden:Er kan, van de kant van de Nederlandse regering, gedreigd worden met inzet voor opschorting/beeindiging van het Associatieaccoordmet Israel, dat immers een mensenrechtenclausule heeft. [21]
Naast uw wending tot de Nederlandse regering dring ik er bij u opaan, dat u op alle andere mogelijkheden, die u als parlementariers ter beschikking staan [bijvoorbeeld in EU verband], zich aanwendt, er zorg voor te dragen, dat Palestijnse kinderen worden behandeld conform hun rechten, als vastgelegd  in het Kinderrechtenverdrag.

Maar de belangrijkste eis die ik formuleer ismijn Opdracht aan u, zich KEIhard te maken enmiddels alle politieke middelen die u ter beschikking staan,in te zetten voor de beeindiging van de Israelischebezetting en niet in fases, zoals altijd ontwijkend wordt voorgesteld, maar in een ruk, definitief en onvoorwaardelijk.Dat betekent dan  ook de beeindiging van de meest bittere vrucht van die bezetting, de  in bezet gebied gebouwde illegale nederzettingen [ALLE nederzettingen zijn illegaal volgens het Internationaal Recht, zoals u weet [22]]

Alleen dan kan aan het onrecht van het Midden Oosten conflict een einde worden gemaakt.
Wegkijken heeft geen zin, want u wordt hier wel degelijkpolitiek en moreel op afgerekend!Laat zien, dat u de Internationale Rechtsorde, die u alsvolksvertegenwoordiger van Nederland hoort te bevorderen [23],ook werkelijk serieus neemt.
En verschuil u niet achter president Donald Trump’s anti Internationaal Recht strapatzen! [24]
Hij blijft niet eeuwig aan de macht en het wordt hoog tijd, dat de EU een rechtvaardige Midden-Oostenpolitiek gaat voeren, onafhankelijk van de  de VS!
U, Tweede Kamerleden van de PvdA, bent zelf verantwoordelijk.De Nederlandse regering is zelf verantwoordelijk!

Ik reken op u

Vriendelijke groeten
Astrid EssedAmsterdam 

NOTEN

[1]

AMNESTY INTERNATIONALISRAEL/PALESTINA: ACHT MAANDEN CEL VOOR ACTIVIST AHED TAMIMI23 MAART 2018
https://www.amnesty.nl/actueel/israel-palestijnse-gebieden-acht-maanden-cel-voor-activist-ahed-tamimi?gclid=CjwKCAiA8qLvBRAbEiwAE_ZzPWu8RFBw7t6dc1Ma89nqRZ7cLQPufJDzJq3nEXhsHPmM1NU8hPMSThoCSlkQAvD_BwE

TEKST

Een militaire rechtbank in Israël heeft de Palestijnse jongerenactivist Ahed Tamimi veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf en een voorwaardelijke celstraf van drie jaar. Amnesty beschouwt de straf als een poging om mensen te intimideren die zich durven uit te spreken over de Israëlische bezetting van Palestijns gebieden.

De 17-jarige Ahed Tamimi wordt onder meer beschuldigd van mishandeling nadat op Facebook een video opdook. Daarop is te zien dat ze op 15 december 2017 twee Israëlische militairen slaat en schopt. Dat gebeurde nadat ze had gehoord dat haar neefje gewond was geraakt doordat een Israëlische soldaat hem van dichtbij een rubberkogel tegen het hoofd had geschoten.

Israël schendt Kinderrechtenverdrag

Volgens het Verdrag voor de Rechten van het Kind, waar Israël partij bij is, mogen kinderen alleen gearresteerd en gevangengezet worden als uiterste middel en zo kort mogelijk. Niets wat Tamimi heeft gedaan, rechtvaardigt haar voortdurende detentie. Amnesty roept op haar onmiddellijk vrij te laten.

Elk jaar worden honderden Palestijnse kinderen vervolgd door Israëlische militaire rechtbanken voor jongeren. De rechten van de gearresteerde jongeren worden systematisch geschonden. Ook worden zij mishandeld.

[2]

PARLEMENTAIRE MONITOR

MOTIE KARABULUT C.S. OVER DE VRIJLATING VAN AHED TAMIMI-RAAD ALGEMENE ZAKEN EN RAAD BUITENLANDSE ZAKEN

https://www.parlementairemonitor.nl/9353000/1/j9vvij5epmj1ey0/vklwplcu67yj

TEKST

1.

Tekst

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1821 MOTIE VAN HET LID KARABULUT C.S.

Voorgesteld 15 februari 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Israël eind vorig jaar het minderjarige meisje Ahed Tamimi heeft opgepakt, die zich in bezet Palestijns gebied en ongewapend verzette tegen de aanwezigheid van Israëlische militairen op het erf van haar ouderlijk huis;

constaterende dat Amnesty International oproept tot de vrijlating van Ahed Tamimi omdat helemaal niks haar detentie rechtvaardigt;

verzoekt de regering, zich uit te spreken voor de vrijlating van Ahed Tamimi,

en gaat over tot de orde van de dag.

Karabulut

Van Ojik

Ploumen

ORIGINEEL BERICHT

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-02-1821.html

21 501-02Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1821MOTIE VAN HET LID KARABULUT C.S.

Voorgesteld 15 februari 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Israël eind vorig jaar het minderjarige meisje Ahed Tamimi heeft opgepakt, die zich in bezet Palestijns gebied en ongewapend verzette tegen de aanwezigheid van Israëlische militairen op het erf van haar ouderlijk huis;

constaterende dat Amnesty International oproept tot de vrijlating van Ahed Tamimi omdat helemaal niks haar detentie rechtvaardigt;

verzoekt de regering, zich uit te spreken voor de vrijlating van Ahed Tamimi,

en gaat over tot de orde van de dag.

Karabulut

Van Ojik

Ploumen

[3]

RIGHTS FORUM

CDA EN D’66 DRAAIEN MOTIE VOOR STEUN AAN AHED AL TAMIMI DE NEK OM

De Nederlandse regering zal zich niet uitspreken voor de vrijlating van Ahed al-Tamimi. CDA en D66 stemden tegen een motie die daartoe opriep.

Stemverhouding van de motie die de regering verzocht zich uit te spreken voor de vrijlating van Ahed al-Tamimi. De motie werd afgestemd. 

Woensdag werd in de Tweede Kamer gestemd over een motie van Kamerlid Sadet Karabulut (SP), waarin de regering wordt opgeroepen zich uit te spreken voor de vrijlating van Ahed al-Tamimi. ‘Welke volksvertegenwoordiger kan hier nu tegen zijn?’, vroeg Karabulut zich af. Dat bleken er 101 te zijn, op een totaal van 150 Kamerleden.

De zaak Ahed al-Tamimi

De 17-jarige Ahed al-Tamimi werd op 19 december bij een nachtelijke Israëlische inval van haar bed gelicht. Vier dagen eerder had zij twee Israëlische militairen uit haar tuin gemept nadat die haar 14-jarige neefje in zijn gezicht hadden geschoten. Sindsdien wordt zij in Israëlische detentie gehouden, en zijn twaalf aanklachten tegen haar ingediend waarvoor zij voor een militair hof terechtstaat. The Rights Forum heeft uitgebreid aandacht aan haar zaak besteed.

Aheds zaak staat model voor die van duizenden andere jonge Palestijnen. Sinds het jaar 2000 werden door Israëlische bezettingstroepen tienduizend Palestijnse tieners opgepakt en voor militaire rechtbanken gebracht. Zij staan bloot aan willekeurkidnapping, ernstige mishandelingverminking en dwang, of erger. Elementaire rechten, vastgelegd in het door zowel Nederland als Israël geratificeerde Verdrag voor de Rechten van het Kind, worden hen ontzegd. Velen van hen worden overgebracht naar gevangenissen in Israël, wat neerkomt op schending van de Vierde Conventie van Genève.

Geen ideologie, maar recht

De motie-Karabulut riep de regering op tot een signaal dat deze praktijk door Nederland niet langer wordt getolereerd. De motie draaide niet om een ideologisch beladen thema, maar om de bescherming van kinderen tegen de gevolgen van de Israëlische, inmiddels vijftig jaar durende bezetting. Kinderen als Ahed al-Tamimi hebben in hun leven nog nooit vrijheid gekend, en inmiddels staat vast dat hierin zonder ingrijpen van buitenaf geen verandering zal komen.

In essentie vormde de motie bovendien een testcase voor de werking van het internationaal recht. Als verdragspartner bij alle relevante internationaalrechtelijke conventies is Nederland verplicht om in actie te komen tegen schendingen door andere partners.

Daags voor de stemming riepen talloze organisaties de Tweede Kamerfracties op tot steun voor de motie. Daaronder de Palestijnse Kinderrechten Coalitie (PKC), die de Tweede Kamer ook in december al tevergeefs opriep tot actie. Meer dan duizend burgers schreven de Tweede Kamer met een vergelijkbare oproep.

Motivatie van CDA en D66

Het voorzichtige statement waartoe de SP-motie opriep, bleek voor de meerderheid van de Tweede Kamerfracties echter een brug te ver. Van een aantal pro-Israël-partijen – VVD, PVV, CU, SGP en FvD, samen goed voor 63 zetels – kwam de tegenstem niet onverwacht. Daar stonden 49 zetels tegenover van partijen die voor de motie stemden: SP, GroenLinks, PvdA, PvdD, 50Plus en Denk. Het lot van de motie lag zodoende in handen van CDA en D66, elk goed voor 19 zetels. Beide partijen stemden tegen.

De twee partijen motiveerden hun tegenstem met het argument zich ‘niet te willen bemoeien met de rechtsgang van een ander land’. D66 voegde daar in een schriftelijke verklaring aan toe de omstandigheden ter plaatse onvoldoende te kunnen inschatten, en meende zelfs dat een voorzichtige oproep van de Nederlandse regering ‘averechts kan werken’. De partij zet in op diplomatieke inspanningen – een strategie die aantoonbaar tot niets heeft geleid.

Het is ontluisterend dat uitgerekend het CDA en D66 – partijen die zich doen voorstaan op respectievelijk naastenliefde en versterking van de democratische rechtsstaat – hebben voorkomen dat Nederland zich als tweede land na Chili zou uitspreken in solidariteit met Ahed en haar lotgenoten. Het lijkt er sterk op dat hierover in de regeringscoalitie een deal is gesloten, met het lot van een complete generatie jongeren als inzet.

[4]12. Is Israël nog steeds een bezettende macht na de terugtrekking uit de Gazastrook en is het nog gebonden aan de Vierde Conventie van Genève?
Ja, Israël blijft volgens het internationaal humanitair recht ook na de terugtrekking een bezettende macht . Volgens artikel 42 van de bepalingen van Den Haag van 1907, blijft een gebied bezet wanneer de bezettende macht effectieve controle over het gebied blijft uitoefenen.´´VRAAG EN ANTWOORD
BRIGITTE HERREMANS
ISRAEL´S TERUGTREKKINGSPLAN UIT DE GAZASTROOK
http://www.politics.be/ duiding/596/#12 
HUMAN RIGHTS WATCHISRAEL: ”DISENGAGEMENT” WILL NOT ENDGAZA OCCUPATION28 OCTOBER 2004
https://www.hrw.org/news/2004/ 10/28/israel-disengagement-wil l-not-end-gaza-occupation

[5]
BTSELEM.ORG
www.btselem.org
THE RIGHTS FORUM
https://rightsforum.org/

[6]

INTERNATIONAL COURT OF JUSTICELEGAL CONSEQUENCES OF THE CONSTRUCTION OF A WALL IN THE OCCUPIED PALESTINIAN TERRITORY
https://www.icj-cij.org/en/case/131

OVERVIEW OF THE CASE

By resolution ES-10/14, adopted on 8 December 2003 at its Tenth Emergency Special Session, the General Assembly decided to request the Court for an advisory opinion on the following question :

“What are the legal consequences arising from the construction of the wall being built by Israel, the occupying Power, in the Occupied Palestinian Territory, including in and around East Jerusalem, as described in the Report of the Secretary-General, considering the rules and principles of international law, including the Fourth Geneva Convention of 1949, and relevant Security Council and General Assembly resolutions ?”

The resolution requested the Court to render its opinion “urgently”. The Court decided that all States entitled to appear before it, as well as Palestine, the United Nations and subsequently, at their request, the League of Arab States and the Organization of the Islamic Conference, were likely to be able to furnish information on the question in accordance with Article 66, paragraphs 2 and 3, of the Statute. Written statements were submitted by 45 States and four international organizations, including the European Union. At the oral proceedings, which were held from 23 to 25 February 2004, 12 States, Palestine and two international organizations made oral submissions. The Court rendered its Advisory Opinion on 9 July 2004.

The Court began by finding that the General Assembly, which had requested the advisory opinion, was authorized to do so under Article 96, paragraph 1, of the Charter. It further found that the question asked of it fell within the competence of the General Assembly pursuant to Articles 10, paragraph 2, and 11 of the Charter. Moreover, in requesting an opinion of the Court, the General Assembly had not exceeded its competence, as qualified by Article 12, paragraph 1, of the Charter, which provides that while the Security Council is exercising its functions in respect of any dispute or situation the Assembly must not make any recommendation with regard thereto unless the Security Council so requests. The Court further observed that the General Assembly had adopted resolution ES-10/14 during its Tenth Emergency Special Session, convened pursuant to resolution 377 A (V), whereby, in the event that the Security Council has failed to exercise its primary responsibility for the maintenance of international peace and security, the General Assembly may consider the matter immediately with a view to making recommendations to Member States. Rejecting a number of procedural objections, the Court found that the conditions laid down by that resolution had been met when the Tenth Emergency Special Session was convened, and in particular when the General Assembly decided to request the opinion, as the Security Council had at that time been unable to adopt a resolution concerning the construction of the wall as a result of the negative vote of a permanent member. Lastly, the Court rejected the argument that an opinion could not be given in the present case on the ground that the question posed was not a legal one, or that it was of an abstract or political nature.

Having established its jurisdiction, the Court then considered the propriety of giving the requested opinion. It recalled that lack of consent by a State to its contentious jurisdiction had no bearing on its advisory jurisdiction, and that the giving of an opinion in the present case would not have the effect of circumventing the principle of consent to judicial settlement, since the subject-matter of the request was located in a much broader frame of reference than that of the bilateral dispute between Israel and Palestine, and was of direct concern to the United Nations. Nor did the Court accept the contention that it should decline to give the advisory opinion requested because its opinion could impede a political, negotiated settlement to the Israeli-Palestinian conflict. It further found that it had before it sufficient information and evidence to enable it to give its opinion, and empha- sized that it was for the General Assembly to assess the opinion’s usefulness. The Court accordingly concluded that there was no compelling reason precluding it from giving the requested opinion.

Turning to the question of the legality under international law of the construction of the wall by Israel in the Occupied Palestinian Territory, the Court first determined the rules and principles of international law relevant to the question posed by the General Assembly. After recalling the customary principles laid down in Article 2, paragraph 4, of the United Nations Charter and in General Assembly resolution 2625 (XXV), which prohibit the threat or use of force and emphasize the illegality of any territorial acquisition by such means, the Court further cited the principle of self-determination of peoples, as enshrined in the Charter and reaffirmed by resolution 2625 (XXV). In relation to international humanitarian law, the Court then referred to the provisions of the Hague Regulations of 1907, which it found to have become part of customary law, as well as to the Fourth Geneva Convention of 1949, holding that these were applicable in those Palestinian territories which, before the armed conflict of 1967, lay to the east of the 1949 Armistice demarcation line (or “Green Line”) and were occupied by Israel during that conflict. The Court further established that certain human rights instruments (International Covenant on Civil and Political Rights, International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights, United Nations Convention on the Rights of the Child) were applicable in the Occupied Palestinian Territory.

The Court then sought to ascertain whether the construction of the wall had violated the above-mentioned rules and principles. Noting that the route of the wall encompassed some 80 per cent of the settlers living in the Occupied Palestinian Territory, the Court, citing statements by the Security Council in that regard in relation to the Fourth Geneva Convention, recalled that those settlements had been established in breach of international law. After considering certain fears expressed to it that the route of the wall would prejudge the future frontier between Israel and Palestine, the Court observed that the construction of the wall and its associated régime created a “fait accompli” on the ground that could well become permanent, and hence tantamount to a de facto annexation. Noting further that the route chosen for the wall gave expression in loco to the illegal measures taken by Israel with regard to Jerusalem and the settlements and entailed further alterations to the demographic composition of the Occupied Palestinian Territory, the Court concluded that the construction of the wall, along with measures taken previously, severely impeded the exercise by the Palestinian people of its right to self-determination and was thus a breach of Israel’s obligation to respect that right.

The Court then went on to consider the impact of the construction of the wall on the daily life of the inhabitants of the Occupied Palestinian Territory, finding that the construction of the wall and its associated régime were contrary to the relevant provisions of the Hague Regulations of 1907 and of the Fourth Geneva Convention and that they impeded the liberty of movement of the inhabitants of the territory as guaranteed by the International Covenant on Civil and Political Rights, as well as their exercise of the right to work, to health, to education and to an adequate standard of living as proclaimed in the International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights and in the Convention on the Rights of the Child. The Court further found that, coupled with the establishment of settlements, the construction of the wall and its associated régime were tending to alter the demographic composition of the Occupied Palestinian Territory, thereby contravening the Fourth Geneva Convention and the relevant Security Council resolutions. The Court then considered the qualifying clauses or provisions for derogation contained in certain humanitarian law and human rights instruments, which might be invoked inter alia where military exigencies or the needs of national security or public order so required. The Court found that such clauses were not applicable in the present case, stating that it was not convinced that the specific course Israel had chosen for the wall was necessary to attain its security objectives, and that accordingly the construction of the wall constituted a breach by Israel of certain of its obligations under humanitarian and human rights law. Lastly, the Court concluded that Israel could not rely on a right of self-defence or on a state of necessity in order to preclude the wrongfulness of the construction of the wall, and that such construction and its associated régime were accordingly contrary to international law.

The Court went on to consider the consequences of these violations, recalling Israel’s obligation to respect the right of the Palestinian people to self-determination and its obligations under humanitarian and human rights law. The Court stated that Israel must put an immediate end to the violation of its international obligations by ceasing the works of construction of the wall and dismantling those parts of that structure situated within Occupied Palestinian Territory and repealing or rendering ineffective all legislative and regulatory acts adopted with a view to construction of the wall and establishment of its associated régime. The Court further made it clear that Israel must make reparation for all damage suffered by all natural or legal persons affected by the wall’s construction. As regards the legal consequences for other States, the Court held that all States were under an obligation not to recognize the illegal situation resulting from the construction of the wall and not to render aid or assistance in maintaining the situation created by such construction. It further stated that it was for all States, while respecting the United Nations Charter and international law, to see to it that any impediment, resulting from the construction of the wall, to the exercise by the Palestinian people of its right to self-determination be brought to an end. In addition, the Court pointed out that all States parties to the Fourth Geneva Convention were under an obligation, while respecting the Charter and international law, to ensure compliance by Israel with international humanitarian law as embodied in that Convention. Finally, in regard to the United Nations, and especially the General Assembly and the Security Council, the Court indicated that they should consider what further action was required to bring to an end the illegal situation in question, taking due account of the present Advisory Opinion.

The Court concluded by observing that the construction of the wall must be placed in a more general context, noting the obligation on Israel and Palestine to comply with international humanitarian law, as well as the need for implementation in good faith of all relevant Security Council resolutions, and drawing the attention of the General Assembly to the need for efforts to be encouraged with a view to achieving a negotiated solution to the outstanding problems on the basis of international law and the establishment of a Palestinian State.

DE ILLEGALITEIT VAN DE NEDERZETTINGEN

”The Fourth Geneva Convention prohibits an occupying power from transferring citizens from its own territory to the occupied territory (Article 49).

The Hague Regulations prohibit an occupying power from undertaking permanent changes in the occupied area unless these are due to military needs in the narrow sense of the term, or unless they are undertaken for the benefit of the local population.”

BTSELEM.ORG

SETTLEMENTS

https://www.btselem.org/ settlements

”Individual or mass forcible transfers, as well as deportations of protected persons from occupied territory to the territory of the Occupying Power or to that of any other country, occupied or not, are prohibited, regardless of their motive.”

ARTICLE 49, FOURTH GENEVA CONVENTION

https://www.icrc.org/applic/ih l/ihl.nsf/Article.xsp?action=o penDocument&documentId=77068F1 2B8857C4DC12563CD0051BDB0

HET HAAGS VERDRAG VAN 1907

HAGUE CONVENTION 1907

https://www.loc.gov/law/help/us-treaties/bevans/m-ust000001-0631.pdf

De Vierde Conventie van Genève bevat bovendien het beroemde verbod op het koloniseren van bezet gebied waarop de internationale gemeenschap − Nederland inbegrepen − zich in haar veroordelingen van Israëls nederzettingenbeleid baseert. Artikel 49 van de Conventie eindigt met het gebod:”

The Occupying Power shall not deport or transfer parts of its own civilian population into the territory it occupies.

THE RIGHTS FORUM

SCHENDINGEN

https://rightsforum.org/achter gronden/dossiers/internationaa l-recht/kolonisatie-een- ernstige-schending/

EEN GREEP UIT ISRAELISCHE OORLOGSMISDADEN

BTSELEM.ORGFATALITIES DURING OPERATION CAST LEAD

https://www.btselem.org/statistics/fatalities/during-cast-lead/by-date-of-event


BTSELEM.ORGFATALITIES DURING OPERATION PROTECTIVE EDGE

https://www.btselem.org/2014_gaza_conflict/en/AMNESTY

INTERNATIONALOPERATION CAST LEAD: 22 DAYS OF DEATH AND DESTRUCTION2009

https://www.amnesty.org/download/Documents/48000/mde150152009en.pdf


“During 50 days of attacks, Israeli forces wreaked massive death and destruction on the Gaza Strip, killing close to 1,500 civilians, more than 500 of whom were children,” said Philip Luther, Amnesty International’s Middle East and North Africa Programme Director.”


AMNESTY INTERNATIONALISRAEL/OPT: TWO YEARS ON, STILL NO JUSTICE FORWAR CRIMES VICTIMS7 JULY 2016


https://www.amnesty.org/en/lat est/news/2016/07/israel-opt-tw o-years-on-still-no-justice-fo r-war-crimes-victims/


AMNESTY INTERNATIONALISRAEL/OPT: USE OF EXCESSIVE FORCE IN GAZA AN ABHORRENTVIOLATION OF INTERNATIONAL LAW14 MAY 2018


https://www.amnesty.org/en/lat est/news/2018/05/israelopt-use -of-excessive-force-in-gaza-an -abhorrent-violation-of-intern ational-law/

[7]

BTSELEM.ORGMINORS IN JEOPARDYVIOLATION OF THE RIGHTS OF PALESTINIAN  MINORS BY ISRAEL’S MILITARY COURTS
https://www.btselem.org/publications/summaries/201803_minors_in_jeopardy
[8]
AMNESTY INTERNATIONALISRAEL/PALESTINA: ACHT MAANDEN CEL VOOR ACTIVIST AHED TAMIMI23 MAART 2018
https://www.amnesty.nl/actueel/israel-palestijnse-gebieden-acht-maanden-cel-voor-activist-ahed-tamimi?gclid=CjwKCAiA8qLvBRAbEiwAE_ZzPWu8RFBw7t6dc1Ma89nqRZ7cLQPufJDzJq3nEXhsHPmM1NU8hPMSThoCSlkQAvD_BwE

[9]
BTSELEM.ORGMINORS IN JEOPARDYVIOLATION OF THE RIGHTS OF PALESTINIAN  MINORS BY ISRAEL’S MILITARY COURTS
https://www.btselem.org/publications/summaries/201803_minors_in_jeopardy

[10]


BTSELEM.ORG
THE MILITARY COURTS11 NOVEMBER 2017
https://www.btselem.org/index. php/military_courts
”A new report published by the Association for Civil Rights in Israel (ACRI) outlines the nature of the legal regime currently operating in the West Bank. Two systems of law are applied in a single territory: one – a civilian legal system for Israeli citizens, and a second – a military court system for Palestinian residents. The result: institutionalized discrimination.”
ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK24 NOVEMBER 2014
http://www.acri.org.il/en/2014 /11/24/twosysreport/
REPORT14 OCTOBER 2014ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK
http://www.acri.org.il/en/wp-c ontent/uploads/2015/02/Two-Sys tems-of-Law-English-FINAL.pdf

[11]

CONVENTION AGAINST TORTURE AND OTHER CRUEL, INHUMAN OR DEGRADING TREATMENT OR PUNISHMENT
http://hrlibrary.umn.edu/instree/h2catoc.htm

CONVENTION ON THE RIGHTS OF THE CHILD
http://hrlibrary.umn.edu/instree/k2crc.htm

  [12]

ALJAZEERAPALESTINIAN TEEN FIRST TO BE KILLED BY ISRAELIN 20183 JANUARY 2018
http://www.aljazeera.com/news/ 2018/01/palestinian-teen-kille d-israel-2018-180103154409357. html
THE RIGHTS FORUM/EN DAT IS 1ISRAELISCHE MILITAIREN DODEN 17 JARIGE PALESTIJN3 JANUARI 2018
https://rightsforum.org/nieuws /israelische-militairen-doden- 17-jarige-palestijn/

RIGHTS FORUM/EN DAT IS 2 EN 3ISRAELISCHE TROEPEN DODEN TWEE 16 JARIGE PALESTIJNEN12 JANUARI 2018
https://rightsforum.org/nieuws /israelische-troepen-doden-twe e-16-jarige-palestijnen/
RIGHTS FORUM/EN DAT IS 4ISRAELISCHE MILITAIREN SCHIETEN WEER EEN PALESTIJN DOOD15 JANUARI 2018
https://rightsforum.org/nieuws /israelische-militairen-schiet en-weer-palestijn-dood/

RIGHTS FORUM/EN DAT IS 5ISRAEL DOODT NEEF VAN VERDACHTE PALESTIJN EN SLOOPTVIER HUIZEN19 JANUARI 2018

https://rightsforum.org/nieuws /israel-doodt-neef-verdachte-p alestijn-en-sloopt-vier-huizen /
RIGHTS FORUM/EN DAT IS 6ISRAELISCHE MILITAIREN SCHIETEN PALESTIJNSE TIENERDOOR HET HOOFD31 JANUARI 2018
https://rightsforum.org/nieuws /israelische-militairen-schiet en-palestijnse-tiener-hoofd/

[13]

[13]

More than six months have passed since the “Great March of Return” protests started in the Gaza Strip on 30 March.

Their calls for Israeli authorities to lift their 11-year illegal blockade on Gaza and to allow Palestinian refugees to return to their villages and towns have not been met.”

AMNESTY INTERNATIONALSIX MONTHS ON: GAZA’S GREAT MARCH OF RETURN
https://www.amnesty.org/en/latest/campaigns/2018/10/gaza-great-march-of-return/

AL JAZEERAGAZA’S GREAT MARCHES OF RETURN PROTESTS EXPLAINED30 MARCH 2019
https://www.aljazeera.com/news/2019/03/gaza-great-march-return-protests-explained-190330074116079.html

WIKIPEDIA2018-19 GAZA BORDER PROTESTS
https://en.wikipedia.org/wiki/2018%E2%80%9319_Gaza_border_protests

ELECTRONIC INTIFADAGREAT MARCH OF RETURN
https://electronicintifada.net/tags/great-march-return

[14]

”104 Palestinian civilians, including 43 children, a woman and a paramedic, were shot and injured by Israeli occupation forces’ (IOF) fire against peaceful protestors at the 82nd Great March of Return (GMR), this Friday, 08 November 2019.”
PALESTINIAN CENTER FOR HUMAN RIGHTS82ND GMR: IOF SHOT AND INJURED 104 PALESTINIAN CIVILIANS, INCLUDING 43 CHILDREN, A WOMAN AND A PARAMEDIC8 NOVEMBER 2019
https://pchrgaza.org/en/?p=13174

[15]

”Since the outbreak of GMR on 30 March 2018, PCHR documented 214 civilian killings by IOF, including 46 children, 2 women, 9 persons with disabilities, 4 paramedics and 2 journalists.”

PALESTINIAN CENTER FOR HUMAN RIGHTS82ND GMR: IOF SHOT AND INJURED 104 PALESTINIAN CIVILIANS, INCLUDING 43 CHILDREN, A WOMAN AND A PARAMEDIC8 NOVEMBER 2019
https://pchrgaza.org/en/?p=13174

[16]

”On 3 Nov. 2019, at about 11:30 A.M., soldiers detained ‘Abd a-Razeq Idris, 13, from the Abu Jales neighborhood. They put him and a jeep, blindfolded him and drove him around. They then took him to al-Harika neighborhood, about a kilometer from his home, where they took him out of the jeep and walked him, blindfolded, through the streets….”

BTSELEM.ORGISRAELI SOLDIERS DETAIN 13 YEAR OLD PALESTINIAN IN HEBRON AND LEAD HIM UP AND DOWN STREETS BLINDFOLDED21 NOVEMBER 2019[ZIE OP DE LINK DE BIJBEHORENDE VIDEO]
https://www.btselem.org/video/20191121_soldiers_detain_boy_in_hebron_and_lead_him_blindfolded_through_the_streets#full

[17]

”This case is no aberration, it is part of the routine violence imposed on Palestinians in Hebron by Israeli security forces and settlers, including physical attacks, threats, verbal abuse, soldiers’ incursions into homes (usually at night) – and the false arrest of minors and adults. Israel cites security to justify this conduct and the segregation it imposes on the city. Yet as this case proves, these claims are baseless and serve merely to bolster a policy of driving Palestinians to leave Hebron by making daily life unbearable.”

BTSELEM.ORGISRAELI SOLDIERS DETAIN 13 YEAR OLD PALESTINIAN IN HEBRON AND LEAD HIM UP AND DOWN STREETS BLINDFOLDED21 NOVEMBER 2019[ZIE OP DE LINK DE BIJBEHORENDE VIDEO]
https://www.btselem.org/video/20191121_soldiers_detain_boy_in_hebron_and_lead_him_blindfolded_through_the_streets#full

[18]
BTSELEM.ORGUNPROTECTED: DETENTION OF PALESTINIAN TEENAGERS IN JERUSALEM
https://www.btselem.org/publications/summaries/201710_unprotected

ZIE VOLLEDIGE RAPPORT

https://www.btselem.org/sites/default/files/publications/201710_unprotected_eng.pdf

[19] 

De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. 

DE NEDERLANDSE GRONDWETARTIKEL 90, INTERNATIONALE RECHTSORDE
https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vi9hbusg8rzy/artikel_90_internationale_rechtsorde

[20]

DE WERELD MORGENISRAEL, WERELDKAMPIOEN SCHENDINGEN VN RESOLUTIESLODE VANOOST30 JULI 2014
https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2014/07/30/israel-wereldkampioen-schendingen-vn-resoluties/
[21]

”Relations between the Parties, as well as all the provisions of the Agreement itself, shall be based on respect for human rights and democratic principles, which guides their internal and international policy and constitutes an essential element of this Agreement.”
ARTICLE 2, EURO MEDITERRIAN AGREEMENTESTABLISHING AN ASSOCIATION BETWEEN THEEUROPEAN COMMUNITIES AND THEIR MEMBER STATES OF THEONE PART, AND THE STATE OF ISRAEL, OF THE OTHER PART
https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/sites/near/files/association_agreement_israel-eu_2000.pdf

[22]

ZIE VOOR ILLEGALITEIT VAN DE NEDERZETTINGEN, NOOT 6

[23]

De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. 

DE NEDERLANDSE GRONDWETARTIKEL 90, INTERNATIONALE RECHTSORDE
https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vi9hbusg8rzy/artikel_90_internationale_rechtsorde

[24]

NOSTRUMP ERKENT JERUZALEM ALS HOOFDSTAD VAN ISRAEL6 DECEMBER 2017
https://nos.nl/artikel/2206170-trump-erkent-jeruzalem-als-hoofdstad-van-israel.html

TEKST

President Trump zal in de loop van de dag bekendmaken dat de Verenigde Staten Jeruzalem erkennen als de hoofdstad van Israël. Dat hebben medewerkers van de president laten weten.

Ook zal hij de verhuizing van de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem in gang zetten. Trump heeft geen datum genoemd, maar volgens zijn staf kan het hele proces drie tot vier jaar duren. Er is nog geen geschikt gebouw en ook moet beveiligde huisvesting geregeld worden voor de diplomaten.

Op 1 december is de deadline verstreken waarop Trump zijn handtekening had moeten zetten onder een document dat uitstel van de verhuizing bevestigt. Dat hebben alle presidenten voor hem, ieder half jaar ook gedaan, sinds in 1995 in de wet werd vastgelegd dat de ambassade moest verhuizen naar Jeruzalem. Maar voorwaarde voor die verhuizing is dat vredesbesprekingen leiden tot een blijvende oplossing voor de status van Jeruzalem.

Verkiezingsbelofte

Volgens het Witte Huis komt Trump met het besluit een verkiezingsbelofte na en is het niet zijn bedoeling om de uitkomst van besprekingen over de uiteindelijke status van Jeruzalem of het vredesproces te beïnvloeden. Volgens Trump is Jeruzalem nu eenmaal de zetel van de Israëlische regering en het centrum van het joodse geloof en de facto al de hoofdstad.

De erkenning van Jeruzalem als hoofdstad van Israël staat haaks op het beleid van Trumps voorgangers. Die vonden dat een gewijzigde status van Jeruzalem alleen tot stand kon komen na onderhandelingen met de Palestijnen, die Oost-Jeruzalem als hoofdstad van hun toekomstige staat willen.

Gevaarlijke gevolgen

De afgelopen dag belde Trump met verschillende leiders in het Midden-Oosten om zijn beslissing kenbaar te maken. Dat leidde tot woedende reacties in de Arabische wereld. De Palestijnse president Abbas waarschuwde Trump voor “gevaarlijke gevolgen” en belde vervolgens andere wereldleiders. Hij riep hun hulp in om Trump op andere gedachten te brengen.

Ook andere Arabische leiders wezen op gevolgen voor de stabiliteit en veiligheid in de regio. EU-buitenlandcoördinator Mogherini zei dat elke actie die een tweestatenoplossing ondermijnt, voorkomen moet worden.

De enige die geen verklaring uitbracht na de belronde van Trump was de Israëlische premier Netanyahu. Israël juicht het besluit toe. Geen enkel ander land heeft een ambassade in Jeruzalem. Wel zijn er consulaten.Niet iedereen in de regering-Trump steunt de zet. Minister Tillerson van Buitenlandse Zaken en minister Mattis van Defensie zijn ertegen.

DIT STRAPATZ VAN DE TRUMP GOVERNMENT IS IN STRIJD MET VN VEILIGHEIDSRAADSRESOLUTIE 478
WIKIPEDIAUNITED NATIONS SECURITY COUNCIL RESOLUTION 478
https://en.wikipedia.org/wiki/United_Nations_Security_Council_Resolution_478

FULL TEXT RESOLUTION

The Security Council,

Recalling its resolution 476 (1980),

Reaffirming again that the acquisition of territory by force is inadmissible,

Deeply concerned over the enactment of a “basic law” in the Israeli Knesset proclaiming a change in the character and status of the Holy City of Jerusalem, with its implications for peace and security,

Noting that Israel has not complied with resolution 476 (1980),

Reaffirming its determination to examine practical ways and means, in accordance with the relevant provisions of the Charter of the United Nations, to secure the full implementation of its resolution 476 (1980), in the event of non-compliance by Israel,

1. Censures in the strongest terms the enactment by Israel of the “basic law” on Jerusalem and the refusal to comply with relevant Security Council resolutions;

2. Affirms that the enactment of the “basic law” by Israel constitutes a violation of international law and does not affect the continued application of the Geneva Convention relative to the Protection of Civilian Persons in Time of War, of 12 August 1949, in the Palestinian and other Arab territories occupied since June 1967, including Jerusalem;

3. Determines that all legislative and administrative measures and actions taken by Israel, the occupying Power, which have altered or purport to alter the character and status of the Holy City of Jerusalem, and in particular the recent “basic law” on Jerusalem, are null and void and must be rescinded forthwith;

4. Affirms also that this action constitutes a serious obstruction to achieving a comprehensive, just and lasting peace in the Middle East;

5. Decides not to recognize the “basic law” and such other actions by Israel that, as a result of this law, seek to alter the character and status of Jerusalem and calls upon:

(a) All Member States to accept this decision;

(b) Those States that have established diplomatic missions at Jerusalem to withdraw such missions from the Holy City;

6. Requests the Secretary-General to report to the Security Council on the implementation of the present resolution before 15 November 1980;7. Decides to remain seized of this serious situation.
https://en.wikipedia.org/wiki/United_Nations_Security_Council_Resolution_478#Full_text_of_Resolution_478

ZIE OOK

https://www.securitycouncilreport.org/atf/cf/%7B65BFCF9B-6D27-4E9C-8CD3-CF6E4FF96FF9%7D/IP%20SRES%20478.pdf

NOSVS ZIET ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN NIET LANGER ALS ILLEGAAL18 NOVEMBER 2019
https://nos.nl/artikel/2311044-vs-ziet-israelische-nederzettingen-niet-langer-als-illegaal.html

TEKST

De Verenigde Staten beschouwen Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever niet langer als strijdig met het internationaal recht. Minister van Buitenlandse Zaken Pompeo heeft de koerswijziging bekendgemaakt.

De stap volgt in een reeks pro-Israëlische beslissingen van de regering van president Trump. Eerder besloot de Amerikaanse president om Jeruzalem te erkennen als de ongedeelde hoofdstad van Israël en de Amerikaanse ambassade erheen te verplaatsen. Daarna heeft hij de financiële steun aan de Palestijnen stopgezet. In maart erkende de president de annexatie van de Golanhoogten, die Israël in 1967 veroverde op Syrië.

Hindernis

De Israëlische premier Netanyahu spreekt zijn waardering uit voor de Amerikaanse stap. Hij noemt het “een belangrijke maatregel die een historische fout corrigeert”. Israël blijft bereid tot vredesonderhandelingen met de Palestijnen, maar zal blijven afwijzen dat sprake is van illegale nederzettingen, aldus Netanyahu.

De Palestijnse president Abbas zegt in reactie dat de VS zijn geloofwaardigheid om een rol te spelen in het vredesproces heeft verloren.

Ook de Palestijnse politica Hanan Ashrawi veroordeelt de Amerikaanse koerswijziging. Volgens haar is het “een nieuwe klap voor het internationale recht, gerechtigheid en vrede”.

De Europese Unie en de meerderheid van de internationale gemeenschap achten de nederzettingen volgens internationaal recht illegaal. En dat blijft zo, liet EU-buitenlandchef Mogherini weten in een verklaring.

Vorige week oordeelde het Europees Hof voor Justitie nog dat levensmiddelen uit Israëlische nederzettingen niet langer het label ‘made in Israel’ mogen dragen.

Tweestatenoplossing

De EU ziet de Israëlische nederzettingen net als internationale organisaties als de Verenigde Naties als een grote hindernis voor een oplossing van het conflict met de Palestijnen. Zij beschouwen de bezette Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem als essentiële onderdelen van een toekomstige Palestijnse staat.

In de verklaring roept Mogherini Israël op om te stoppen met de uitbreiding van nederzettingen.

In 2016 nam de VN-Veiligheidsraad een resolutie aan waarin van Israël wordt geëist dat het stopt met bouwen in nederzettingen, “een flagrante schending” van het internationaal recht. De VS, onder president Obama, koos toen voor een koerswijziging en blokkeerde de resolutie niet maar onthield zich van stemming. De Amerikaanse VN-ambassadeur van destijds zei dat de nederzettingen een tweestatenoplossing in de weg staan.Israël bezette de gebieden in 1967. Sindsdien groeide het aantal Israëlische kolonisten er tot meer dan 600.000. 

Reacties uitgeschakeld voor Rechten Palestijnse kinderen/Brief aan Tweede Kamerleden/[1]/Aan tegenstemmers vrijlating Ahed Tamimi

Opgeslagen onder Divers