TV FILM ”BEVRIEND” MET ONDERSTEUNER ISRAELISCHEOORLOGSMISDADEN, FILMACTRICE GAL GADOT/VIERDE REACTIE
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten
NB Het is dus NIET de foto van een Palestijnse jongen, die bij de kraag wordt gegrepen
ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN IN DE BEZETTE PALESTIJNSEGEBIEDENILLEGAAL VOLGENS HET INTERNATIONAAL RECHT
BITTEREBIJPRODUCTEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTING
ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN IN DE BEZETTE PALESTIJNSEGEBIEDENILLEGAAL VOLGENS HET INTERNATIONAAL RECHT
GAL GADOT [IN HET MIDDEN] HOOFDROLSPEELSTER IN FILM ”RED NOTICE” DE INHOUD VAN FILM RED NOTICE WORDT IN TV KRANT. TV FILM, BESCHREVEN OP BLADZIJDE 8NIETS MIS MEE, WARE HET NIET, DAT DE ISRAELISCHE FILMACTRICEGAL GADOT WORDT AANGEDUID ALS ”VRIENDIN VAN TV FILM”ZEER OPMERKELIJK, AANGEZIEN DEZE GAL GADOT PROMOTOR VAN OORLOGSMISDADEN IS!
ZEG MIJ WIE UW VRIENDEN ZIJN EN IK ZAL U ZEGGEN WIE U BENT” AANRedactie TV FilmOnderwerp: Uw aanduiding van de Israelische filactrice Gal Gadot als ”Vriendin van TV Film” Geachte Redactie. Dit is nu al de vierde keer, dat ik u aanschrijf vanwege uw positievepromoting van de Israelische filmactrice Gal Gadot [1] en dit blijf ik doen.totdat u het Licht gezien hebt en stopt met deze onterechte vleiendeaandacht aan haar adres.De reden waarom u hiermee dient te stoppen, zou u inmiddels moeten weten,maar wederom leg ik het u aanstonds uit. PROMOTIE GAL GADOT Maar eerst uw promotie van filmactrice Gal Gadot: Op de Cover van TV film nr 23, 6 t/m 19 november anno Domini 2021is afgedrukt een promotiefoto van de film ”Red Notice” uit 2021 waaropafgebeeld Gal Gadot, geflankeerd door mede hoofdrolspelers Dwayne Johnson en Ryan Reynolds.Boven de foto staat de tekst”vod Gal GadotMooi rood is niet lelijk” Maar u gaat door:Op pagina 8 van deze aflevering van de TV Film is het volgende te lezen: RED NOTICE Vriendin van TV Film Gal Gadot steelt de show als kunstdief in de duurste film die Netflix ooit zelf produceerde: Red Notice. ”Red Notice” betekent, dat iemand op de mostwantedlijst van Interpol staat.Oplichter Nolan Booth [Ryan Reynolds] krijgt zo’n vermelding aan zijn broek.Daar heeft hij het ook wel naar gemaakt, en dat betekent concreet, dat agentJohn Hartley [Dwayne Johnson] er alles aan doet om hem in te rekenen.Ze krijgen het aan de stok met elkaar en met kunstdief Sarah Black [Gal Gadot].Het resultaat:een actiefilm vol special effects en spectaculaire vechtscenes.Daarnaast is er ook nog ruimte voor grappen en grollen.VANAF 12-11 OP NETFLIX EINDE BERICHT TV FILM TV FILM EN GAL GADOT Nu moet ik u een ding nageven [en misschien hebt u wel naar mijgeluisterd, wie weet]De overdreven lofzangen op Gal Gadot, die ik drie eerdere keren in uw TV Film gelezen heb [en bekritiseerd!] [2] ontbreken nu.Slechts een klein foto’tje op de Cover, een klein artikeltje oppagina 8.Ik vlei mij dus met de gedachte, dat we hier vooruitgang boeken.Maar wat mij WEL hindert, is dat u desondanks doorgaat met eenonwaardige promotie van iemand, die moreel thuishoort in de Hallof Shame!Daarover zometeen meer.
VRIENDIN VAN TV FILM Nu zult u opmerken, dat het logisch is, dat er in uw TV krant aandachtwordt besteed aan nieuwe films en de bijbehorende filmacteurs/actricesEn natuurlijk hebt u daarin gelijk.Maar aandacht besteden aan is nog niet hetzelfde als obsessief verheerlijken,van een filmactrice, zoals u zeker al drie keer gedaan hebt. [3]En hoewel nu minder lang en overdreven, hebt u zich hieraan weer schuldig gemaakt!Want u hebt niet alleen de inhoud van de film beschreven [wat natuurlijk normaal is], maar schrijft over Gal Gadot het volgende:””Vriendin van TV Film’ [bladzijde 8, TV Film, nr 23, 6 t/m 19 november] Is deze ”dame” de ”Vriendin” van TV Film?Als ik u was, zou ik maar zorgvuldiger zijn met wie u als ”vriend” of”vriendin” benoemt! EEN BOEKJE OPEN OVER UW ”VRIENDIN” GAL GADOT! Want deze Israelische filmactrice,Gal Gadot, die u uw ”Vriendin” noemt, heeft nare kanten.Niet alleen heeft zij gediend in het Israelische leger [4], dat zoals u weet, of althans behoort te weten, een bezettingsleger is, met alle daaraan gekoppelde onderdrukking en terreur [5], het is nog erger. Want nu kan men nog aanvoeren, dat militaire dienstplicht in Israel verplicht is en dat niet iedere Israelische soldaat, hoewel deze wel de bezetting van de Palestijnse gebieden in stand houdt, zich per definitie heeft schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden.Klopt. ECHTER: Uw ”Vriendin” filmactrice Gal Gadot, Deze ”beeldschone” filmactrice heeft zich van een weerzinwekkende kant laten zien door de moordende Israelische aanval op Gaza ”Protective Edge” uit juli-augustus 2014, te ondersteunen! Ik citeer de Britse krant The Independent: ”As the conflict between Israel and Gaza worsened, she uploaded a photograph of herself praying with her daughter Alma.“I am sending my love and prayers to my fellow Israeli citizens,” she wrote. “Especially to all the boys and girls who are risking their lives protecting my country against the horrific acts conducted by Hamas, who are hiding like cowards behind women and children…We shall overcome!!! Shabbat Shalom! #weareright #freegazafromhamas #stopterror #coexistance #loveidf”” [6]
Nou laat ik de politieke en verzetsbeweging Hamas even buiten beschouwing, zonder te ontkennen, dat Hamas zich zeker ook schuldig maakt aan ongerechtigheden [7] , maar daar gaat het hier niet om. Gadot verzwijgt niet alleen het feit, dat Israel bezettingsmacht is sinds 1967 en zich heeft schuldig gemaakt-en nog doet- aan onder andere misdaden zoals foltering, etnische zuiveringen, landroof [bouw en uitbreiding in bezet Palestijns gebied gebouwde illegale nederzettingen], apartheid en oorlogsmisdaden [8] In die specifieke Israelische militaire aanval op Gaza, waarvoor zij met haar [onschuldige] dochtertje bidt [wat een goddeloos Gebed!][9], heeft Israel zich schuldig gemaakt aan zware oorlogsmisdaden:In de aanval op Gaza in 2014 , waarvoor la Gadot heeft gebeden, zijn in twee maanden tijd 1391 Palestijnse burgers gedood, waaronder 526 kinderen [10], een VN school werd gebombardeerd [11], een ziekenhuis werd beschoten [12], moet ik doorgaan? Ik denk, dat dit wel een Beeld geeft.Wie een dergelijke misdadige aanval verdedigt, applaudisseert dus voor het doden van ongewapende burgers en kinderen en beschietingen van scholen en ziekenhuizen.
EPILOOG Als u doorgaat deze filmactrice te promoten, overdreven aandacht teschenken en nog erger:Uw ”Vriendin” te noemen, ziet u. als IV Filmkrant, er dus geenbeen in, iemand, die oorlogsmisdaden steunt, beschietingen op scholenen ziekenhuizen, tot uw ”Vriendenkring” te rekenen? Wat maakt dat u? Denk daar maar eens over na en houd ermee op, iemand,die het Gebed der Goddelozen bidt [13] en misdadige aanvallen steunt [14]een positieve promotie te geven, want het werpt een onuitwisbare Smetop u als TV krant.En vertel mij nu niet het Sprookje, dat u niet aan politiek doet, want dat doet u, door een aanhangster van oorlogsmisdaden positieve promotie te geven. Zou u dat ook doen, als een Noord Koreaanse filmactrice het NoordKoreaanse leger aanprees? Denk daarover na en hou ermee op u over deze filmactrice, die het moreel niet waard is, anders dan zakelijk uit te laten. Denk aan het spreekwoord waarmee ik deze brief ben begonnen: ”ZEG MIJ WIE UW VRIENDEN ZIJN EN IK ZAL U ZEGGEN WIE U BENT”
Vriendelijke groeten Astrid EssedAmsterdam NOTEN 1 T/M 14 Voor uw gemak ondergebracht in een link
”Gadot completed her two mandatory years of military service in the Israel Defense Forces, enlisted as a combat fitness instructor. WIKIPEDIA/GAL GADOT/EARLY LIFE
Israeli actress Gal Gadot – who was recently unveiled as the caped superhero in Zack Snyder’s new DC movie Batman v. Superman: Dawn of Justice – caused a stir by posting a message of support for the Israel Defence Forces via her official Facebook page, just days before a poster of her in character first debuted.
As the conflict between Israel and Gaza worsened, she uploaded a photograph of herself praying with her daughter Alma.“I am sending my love and prayers to my fellow Israeli citizens,” she wrote. “Especially to all the boys and girls who are risking their lives protecting my country against the horrific acts conducted by Hamas, who are hiding like cowards behind women and children…We shall overcome!!! Shabbat Shalom! #weareright #freegazafromhamas #stopterror #coexistance #loveidf” The post quickly garnered over 200,000 ‘likes’, and thousands of shares with fellow pro-IDF supporters. It also received more than 15,000 comments, both aggressively opposed to her position and stridently for it “Zionist israeli army is the biggest terrorist organisation!,” one follower responded. “Palestinians are facing ethnic cleansing ever since the zionist israelis started snatching land! What would you do if your land home and everything you had is being taken away constantly?[sic]”
Met grof geweld en arrestaties reageerde Hamas de afgelopen dagen op demonstraties in de Gazastrook tegen prijsverhogingen en de slechte leefomstandigheden. Tientallen betogers werden afgetuigd, honderden opgepakt. Palestijnse mensenrechtenorganisaties uiten zware kritiek op Hamas.
Wij willen leven!’ Onder dat motto gingen afgelopen donderdag, vrijdag en zaterdag inwoners van de Gazastrook de straat op om te demonstreren tegen de extreme leefomstandigheden en recente belastingverhogingen op voedsel en andere elementaire levensbehoeften. Op zeker zeven plaatsen betoogden zij tegen Hamas, de feitelijke bestuurder van Gaza, en tegen de Palestijnse Autoriteit (PA), de officiële machthebber die is gevestigd in Ramallah op de bezette Westelijke Jordaanoever.
Honger
De protesten zijn overwegend georganiseerd door jongeren uit vluchtelingenkampen die het leven in armoede en uitzichtloosheid zat zijn. Onder hen velen die niet eerder bij de organisatie van protesten betrokken waren, schrijft Haaretz (€). In Gaza wordt letterlijk honger geleden vertelt Samir Zaqut, onderdirecteur van de in Gaza gevestigde mensenrechtenorganisatie Al-Mezan, de krant:
In the past, poverty never reached the level of hunger. I can’t say that anymore: today there is definitely hunger. The demonstrations are part of the response to this difficult situation, especially among young people.
Politie- en veiligheidsdiensten van Hamas, zowel in uniform als in burger, traden hard op om de demonstraties de kop in te drukken. Betogers werden met pepperspray bespoten en met wapenstokken afgetuigd. Ook werd in de lucht geschoten. Journalisten zagen hun telefoons in beslag genomen, zodat ze geen opnamen van het geweld konden maken. Sommige burgers die opnamen maakten kregen ordetroepen over de vloer, die het materiaal in beslag namen.
Vele tientallen mensen raakten gewond. Bij een inval in het huis van een journalist werden twee daar aanwezige medewerkers van de Independent Commission for Human Rights (ICHR) afgetuigd en vervolgens korte tijd vastgehouden. Zaterdag werden vier medewerkers van Al-Mezan en twee andere organisaties met geweld opgepakt. Na ondervraging werden ze vrijgelaten.
Naar schatting zeshonderd mensen, onder wie 19 journalisten, zijn de afgelopen dagen opgepakt en vastgezet. Een aantal van hen is inmiddels op vrije voeten. Onduidelijk is hoeveel mensen nog vastzitten.
Steeds vaker protest tegen Hamas
Hamas beschuldigt de PA ervan achter de demonstraties te zitten. Bij sommige betogingen verschenen leden van de Al-Qassam-brigades, de militaire tak van Hamas, met posters van PA-president Mahmud Abbas en de tekst ‘Vertrek’.
De afgelopen twee jaar trachtte de PA Hamas met draconische maatregelen – het terugschroeven op zelfs stopzetten van betalingen voor elektriciteit, medische voorzieningen en ambtenarensalarissen – op de knieën te dwingen. Daarmee verergerde ze de dramatische effecten van de bijna twaalf jaar durende Israëlische blokkade. Het volledig stopzetten van de Amerikaanse hulp aan de Palestijnen door president Trump maakte de ellende nog groter.
Protesten van de bevolking van Gaza zijn doorgaans dan ook gericht tegen Israël, Trump en de PA. Maar steeds vaker wordt ook tegen Hamas gedemonstreerd, dat verantwoordelijk is voor de recente prijsstijgingen van eerste levensbehoeften. De hardhandige reactie van Hamas op de protesten maakte onder de bevolking opnieuw bittere kritiek los. Op Facebook regende het verontwaardigde statements van inwoners van Gaza.
Mensenrechtenorganisaties
Zware kritiek is er ook van Palestijnse mensenrechtenorganisaties, waaronder Al-Mezan, Al-Haq, de ICHR en het Palestinian Center for Human Rights (PCHR). Zij roepen de autoriteiten op de gevangenen vrij te laten en de vrijheid van meningsuiting, vergadering en demonstratie te respecteren, die is vastgelegd in de Palestijnse ‘Basic Law’ en het internationaal recht. Daarnaast willen zij dat onderzoek wordt ingesteld naar het geweld tijdens de ‘Opstand van de hongerigen’, dat schuldigen worden vervolgd en slachtoffers recht wordt gedaan.
Namens de Verenigde Naties veroordeelde Nickolay Mladenov, de Speciale Coördinator voor het Midden-Oosten Vredesproces, het optreden van Hamas. Ook hij benadrukte het recht van de bevolking om te demonstreren tegen misstanden:
The long-suffering people of Gaza were protesting the dire economic situation and demanded an improvement in the quality of life in the Gaza Strip. It is their right to protest without fear of reprisal.
Mars van Terugkeer-demonstraties afgelast
Voor het eerst in bijna een jaar werden afgelopen vrijdag de wekelijkse ‘Grote Mars van Terugkeer’-demonstraties bij het zogenoemde ‘grenshek’ tussen Gaza en Israël geannuleerd. Aanleiding daartoe vormden aanvallen van de Israëlische luchtmacht op honderd ‘Hamas-doelen’ in de voorafgaande nacht.
De aanvallen volgden op het afschieten van twee raketten vanuit Gaza in de richting van Tel Aviv eerder in de nacht. De raketten zouden per ongeluk zijn afgevuurd tijdens onderhoudswerkzaamheden, luidde achteraf de door Israël onderschreven verklaring. De raketten kwamen in open terrein terecht en richtten geen schade aan. Bij de Israëlische luchtaanvallen raakten vier Palestijnen gewond.
[QUESTION] 6 HOW CAN YOU ACCUSE ISRAEL OF APARTHEID WHEN ISRAELIVOTE IN NATIONAL ELECTIONS, HAVE PASSPORTS, MOVE FREELY,AND SERVE IN THE KNESSET? HUMAN RIGHTS WATCHQ & A: A TRESHOLD CROSSEDISRAELI AUTHORITIES AND THE CRIME OF APARTHEID AND PERSECUTION
”The establishment of the settlements contravenes international humanitarian law (IHL), which states that an occupying power may not relocate its own citizens to the occupied territory or make permanent changes to that territory, unless these are needed for imperative military needs, in the narrow sense of the term, or undertaken for the benefit of the local population.”
”It is unlawful under the Fourth Geneva Convention for an occupying power to transfer parts of its own population into the territory it occupies. This means that international humanitarian law prohibits the establishment of settlements, as these are a form of population transfer into occupied territory”
When a territory is placed under the authority of a hostile army, the rules of international humanitarian law dealing with occupation apply. Occupation confers certain rights and obligations on the occupying power.
Prohibited actions include forcibly transferring protected persons from the occupied territories to the territory of the occupying power. It is unlawful under the Fourth Geneva Convention for an occupying power to transfer parts of its own population into the territory it occupies. This means that international humanitarian law prohibits the establishment of settlements, as these are a form of population transfer into occupied territory. Any measure designed to expand or consolidate settlements is also illegal. Confiscation of land to build or expand settlements is similarly prohibited.
” They are doing so despite knowing that Israel’s settlements are illegal under international law, and a war crime.”
AMNESTY INTERNATIONAL
BY LISTING PROPERTIES AND ATTRACTIONS IN ISRAELI
SETTLEMENTS, DIGITAL TOURISM COMPANIES ARE PROFITING
FROM WARCRIMES
Digital companies are revolutionizing how the world does tourism. Corporations like Airbnb, Booking.com, Expedia and TripAdvisor, which dominate the multi-billion-dollar global online tourism industry, have become hugely successful. These companies all also list numerous hotels, B&Bs, attractions or tours in Israeli settlements in the Occupied Palestinian Territories (OPT). They are doing so despite knowing that Israel’s settlements are illegal under international law, and a war crime.
These companies also know that Israeli settlements have a negative impact on a vast number of human rights of the Palestinian population. This has been extensively documented by the United Nations and independent international organizations, including Amnesty International and many Palestinian and Israeli organizations. Any basic preliminary risk assessment by the companies would reveal that any business activity in or with settlements would unavoidably contribute to sustaining an illegal situation, as well as a regime that is inherently discriminatory and abusive of the human rights of Palestinians.
All four companies claim to operate under high ethical values and respect for the rule of law. However, none of these standards appears to influence the companies’ decisions in relation to settlement listings. In doing business with settlements, all four companies are contributing to, and profiting from, the maintenance, development and expansion of illegal settlements, which amount to war crimes under international criminal law. Their promotion of Israeli settlements in the OPT as a tourist destination also has the effect of “normalizing”, and legitimizing to the public what is recognized under international law as an illegal situation.
In a new report, Destination: Occupation, Amnesty International documents the ways in which digital tourism companies contribute to violations of human rights and act in direct contradiction with their own corporate standards.
[9]
As the conflict between Israel and Gaza worsened, she uploaded a photograph of herself praying with her daughter Alma.
“I am sending my love and prayers to my fellow Israeli citizens,” she wrote. “Especially to all the boys and girls who are risking their lives protecting my country against the horrific acts conducted by Hamas……..” THE INDEPENDENT
WONDERWOMAN GAL GADOT ON ISRAEL-GAZA ISRAELI ACTRESS’SPRO IDF STANCE CAUSES CONTROVERSY
”1391, or 63%, of the 2,202 Palestinians killed by Israeli security forces in Operation “Protective Edge” did not take part in the hostilities. Of these, 526 – a quarter of all Palestinians killed in the operation – were children under eighteen years of age”
”Het volgt op scherpe wereldwijde kritiek op de Israëlische beschieting van een VN-school in Gaza. De Verenigde Staten reageerden buitengewoon scherp op de tweede raketaanval in een week op een VN-school in de Gaza-strook. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zegt ‘geschokt’ te zijn door de ‘schandelijke beschieting van de VN-school’………. ”Eerder op de dag had de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, al zijn afschuw uitgesproken over de beschieting van de VN-school in Rafah waar zo’n 3.000 Palestijnse vluchtelingen verbleven. Zeker tien mensen werden gedood toen een raket insloeg bij de ingang van de school, aldus medische bronnen in Gaza.”
Israël heeft een staakt-het-vuren afgekondigd in de Gaza-strook. Het leger spreekt van een ‘humanitair bestand’ dat op maandag geldt van 7 tot 14 uur.
Het volgt op scherpe wereldwijde kritiek op de Israëlische beschieting van een VN-school in Gaza. De Verenigde Staten reageerden buitengewoon scherp op de tweede raketaanval in een week op een VN-school in de Gaza-strook. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zegt ‘geschokt’ te zijn door de ‘schandelijke beschieting van de VN-school’.
Diplomaten zijn verrast over de sterke bewoordingen die het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse zaken gebruikt. Vooral de worden ‘geschokt’ en ‘schandelijk’ worden als opmerkelijk bestempeld. ‘De Verenigde Staten zijn geschokt door de schandelijke beschieting vandaag van een VN-school in Rafah, waar zo’n 3.000 ontheemde mensen hun toevlucht hadden gezocht en waarbij minstens tien Palestijnse burgers tragisch om het leven kwamen’, stelt Washington.
‘De locatie van de school was, zoals alle VN-gebouwen in Gaza, herhaaldelijk medegedeeld aan het Israëlische leger. We benadrukken nog maar eens dat Israel meer moet doen om zijn eigen normen te handhaven en burgerslachtoffers te vermijden. VN-gebouwen, en in het bijzonder die die burgers opvangen, moeten worden beschermd en mogen niet gebruikt worden als basis van waaruit aanvallen worden gelanceerd. De verdenking dat militanten in de buurt van de VN-gebouwen opereren rechtvaardigt geen aanvallen die het leven van zoveel onschuldige burgers in gevaar brengt’, klinkt het.
VN
Eerder op de dag had de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, al zijn afschuw uitgesproken over de beschieting van de VN-school in Rafah waar zo’n 3.000 Palestijnse vluchtelingen verbleven. Zeker tien mensen werden gedood toen een raket insloeg bij de ingang van de school, aldus medische bronnen in Gaza.
Tientallen mensen raakten gewond. Veel Palestijnen hadden hun toevlucht gezocht tot de onderwijsinstelling die wordt gerund door de Verenigde Naties. Het Israëlische leger heeft nog niet gereageerd. Het is nog niet duidelijk wie verantwoordelijk is voor de raketinslag. Ongeveer 3.000 Palestijnen hadden hun toevlucht gezocht in de school.
De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, noemt de aanval ‘een morele schande en een misdaad’. Volgens Ban is het Israëlische leger meerdere keren geïnformeerd over de locatie van de school.
Van Rompuy
De Europese Unie heeft het aanhoudende bloedvergieten in de Gazastrook zondag nog eens nadrukkelijk veroordeeld. Bij monde van de voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy en de voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barroso werd het ‘onmiddellijke einde’ van de militaire acties geeist. ‘Alleen een onderhandelde oplossing gebaseerd op twee staten die elkaar respecteren kan tot vrede leiden’, stelt Van Rompuy.
Het Israëlische leger heeft toegegeven te hebben gevuurd nabij de VN-school. ‘Het Israëlische leger viseerde drie terroristen op de motorfiets nabij de school in Rafah’, stelt het leger in een mededeling. ‘De Israëlische defensie onderzoekt de gevolgen van die inslag.’ De Israelische regering kondigde in de nacht van zondag op maandag een ‘humanitair bestand’ af dat maandag van 7 tot 14 uur zou gelden.
Het is de derde aanval op een VN-school in de Gaza-strook in tien dagen tijd. Op 24 juli werd een school in Beit Hanoun getroffen en afgelopen donderdag werd een school in Jabaliya geraakt. Bij die twee aanvallen kwamen meer dan dertig Palestijnen om het leven. De Verenigde Naties legden verantwoordelijkheid voor het drama in Jabaliya bij Israël.
250.000
In de Gazastrook schuilen circa 250.000 mensen in gebouwen van de VN voor het Israëlische geweld. Volgens Israël is er vanuit de buurt geschoten. Vertegenwoordigers van de VN vonden raketopslagplaatsen van Palestijnse strijders in drie schoolgebouwen.
De raketinslag op de school in Rafah volgt op de aankondiging door de Israëlische premier Benjamin Netanyahu zaterdagavond dat het Gaza-offensief voorlopig zal worden doorgezet. Het leger zal zijn operaties zolang voortzetten totdat het doel is bereikt: ‘de vrede naar Israël terugbrengen’, zei hij zaterdagavond in Tel Aviv.
Vernietigen
‘We zullen alle tunnels vernietigen’, voegde hij eraan toe. ‘Het leger wordt zolang ingezet tot alle werk is volbracht.’ En dat bleek ook meteen. Bij meerdere luchtaanvallen zijn volgens Palestijnse bronnen zondagmorgen zeven mensen om het leven gekomen. Vijftien Palestijnen raakten gewond. Palestijnen die aan de kust wonen, vertelden dat de Israëlische luchtmacht zware bombardementen heeft uitgevoerd in verschillende Palestijnse gebieden.
Na de vernietiging van de tunnels van de ‘radicaal-islamitische’ Hamas zal Israël de situatie opnieuw evalueren en bijkomende stappen ondernemen die nodig zijn voor de veiligheid.
VN-chef Ban Ki-moon heeft in ongekend felle bewoordingen uitgehaald naar Israël. De beschieting van een school in Gaza, vanmorgen, noemde hij “een morele wandaad, een misdaad”.
“Dit is weer een grove schending van de internationale wetgeving. Het is duidelijk dat beide partijen Palestijnse burgers, VN-medewerkers en VN-gebouwen moeten beschermen.”
Bij de raketbeschieting door Israël op de school, waar vluchtelingen in verbleven, vielen tien doden. Ook raakten tientallen mensen gewond.
Onderzoek
Ban eist dat het incident snel wordt onderzocht en de verantwoordelijken worden gestraft. Een VN-woordvoerder zegt dat er 33 keer is gezegd dat de school door de VN gebruikt werd, de laatste keer een uur voor de aanval.
Afgelopen woensdag werd ook al een school getroffen die diende als schuilplek, daarbij kwamen zestien mensen om het leven.
De VS spreekt eveneens schande van de aanval. In een verklaring zegt een woordvoerder geschokt te zijn. “Het vermoeden dat er militanten dichtbij verscholen zitten, rechtvaardigt niet dat er zulke risico’s worden genomen met het leven van onschuldige burgers.”
EINDE NOS BERICHT
[12]
”We explicitly and loudly condemned the direct shelling of the Al Aqsa hospital on July 21st that killed at least four people”
INTERNATIONAL RED CROSS
NO WONDER GAZANS ARE ANGRY.THE RED CROSS CAN’T PROTECT THEM
Three ICRC vehicles are leaving Shujaia. They have rescued 11 people from the rubble but the intense combat has forced them back. As they depart an angry crowd of Palestinians attacks the vehicles with stones and sticks. “You are useless,” the crowd shouts. “You must protect us.”
But we cannot. The anger is unpleasant and misplaced, but understandable. We do our utmost, risking the lives of our staff to rescue who we can, but we cannot end the conflict. As ever, humanitarian organisations are a sticking plaster, not the solution.
If your home in Gaza was being shelled, who would you call in desperation? On the night Israel’s ground offensive began intense fire struck north-east Gaza. The emergency services, including our partners at the Palestinian Red Crescent (PRCS), were overloaded. Many Gazans tried to telephone us. Our office switchboard couldn’t cope. In the dark violent hours of the night we could not send ambulances or restore the water supply or treat the injured dying of their wounds. Isolated and terrified, with nowhere to flee and no help in sight, the anger of Palestinian families grew.
Two nights later in Shujaia hundreds more families went through the same ordeal. Again ICRC staff and PRCS volunteers could do little. With no guarantees of safety it would have been folly to attempt a rescue. In the daylight a temporary ceasefire was agreed, at our request. It was quickly broken, but nevertheless several dozen injured were brought from their ruined homes to hospitals and hundreds took advantage of our presence on the spot to flee. It was little and late. No wonder the helpless families have accused us of callous disregard. When your one faint hope of help is snuffed out the intensity of disappointment is all the deeper.
Other accusations have been levelled.
We were charged with collaborating with the Israeli Defence Forces in the destruction of Wafa hospital. In truth, we sought to protect the hospital through our dialogue with both sides. When combat came perilously close we intervened to win time for a possible last-resort evacuation of gravely ill patients, many on life support.
We are upbraided for not taking sides and refusing to apportion blame. Given our strict political neutrality it is usual that we get criticised by all sides at different times. But the ICRC is not silent in the face of clear breaches of international law. We explicitly and loudly condemned the direct shelling of the Al Aqsa hospital on July 21st that killed at least four people. We clearly denounce the indiscriminate rocketing of Israel. We stated categorically that even in the midst of warfare, people must be able to receive medical care in safety.
We are horrified at the death toll. We have repeatedly called for both sides to protect and spare civilians. We have warned of the need to protect Gaza’s perilously fragile water supply – many residents of the densely populated area are now without water, at the height of the scorching hot Mediterranean summer. Today our priority is the civilians, in Beit Hanoun and many other places all over Gaza. We are calling on all sides, based on the humanitarian imperatives of the situation, to ensure that their combat operations be conducted in accordance with the fundamental principles of international laws protecting civilians. But will our pleas for restraint, and the constant efforts of nearly 140 staff and more than 400 PRCS teams to rescue civilians and restock hospitals, be enough to quell the anger of grieving families? We hope so but we understand that it might not.
We do ask one thing: understand the limits of our role and look to the politicians to end this deadly, miserable conflict.
Jacques de Maio
Head of Delegation ICRC Israel and Occupied Territories
[13]
As the conflict between Israel and Gaza worsened, she uploaded a photograph of herself praying with her daughter Alma.
“I am sending my love and prayers to my fellow Israeli citizens,” she wrote. “Especially to all the boys and girls who are risking their lives protecting my country against the horrific acts conducted by Hamas……..” THE INDEPENDENT
WONDERWOMAN GAL GADOT ON ISRAEL-GAZA ISRAELI ACTRESS’SPRO IDF STANCE CAUSES CONTROVERSY
SUPERMARKT VOMAR, STOP MET DE VERKOOP VAN ISRAELISCHEPRODUCTEN!
ISRAELISCHE BOMBARDEMENTEN OP GAZA IN MEI 2021/TERREUR EN BEZETTING/BRIEF AAN DE LEDEN VAN DE COMMISSIE BUITENLANDSE ZAKEN VAN DE TWEEDE KAMER
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten
NB Het is dus NIET de foto van een Palestijnse jongen, die bij de kraag wordt gegrepen
VOMAR, VERKOOP GEEN MANGO’S UIT ISRAEL! 1 11201×639
AANSUPERMARKT VOMARFILIAAL AMSTERDAMSE POORT Directie en Management
Geachte DirectieGeacht Management, Als trouwe klant van de Vomar ben ik doorgaans tevreden, zowel overhet uitstekende aanbod/assortiment, als over de verleende service.Recentelijk is er echter iets gebeurd, dat mijn verontwaardiging heeft opgewekt, vandaar deze briefmail. Toen ik afgelopen vrijdag de Vomar weer bezocht, deze keer uw filiaalAmsterdam Amsterdamse Poort, welgemoed en vrolijk, nam ik zoals gebruikelijkeen reclamefolder, lopend van zondag 29 augustus t/m zaterdag 4 september[zoals te doen gebruikelijk bij Vomar] en zag, dat er mango’s in deaanbieding waren [voor 0,99 cent, leuk, scherp prijsje!]Maar komend bij de groenteafdeling werd mijn woede opgewekt ISRAEL!Want zoals u al aan bovenstaande capital uitroep kunt zien, lasik op de doos waarin de mango’s zaten, dat deze uit Israel kwamen.En dat is ZO fout! Eigenlijk een schande, dat ik u in onderstaande moet uitleggen, hoe fout dat is! ISRAEL, BEZETTINGSSTAAT U zult weten, hoort dat althans te weten, dat de Staat Israel reeds 54 jaar de Palestijnse gebieden de Westelijke Jordaanoever, Gaza [1] en Oost-Jeruzalem bezet houdt.En alsof dat al niet erg genoeg is, heeft die bezetting [zoals alle vreemdebezettingen, overal ter wereld] veroorzaakt onderdrukking, vernederingen,[oorlogs] misdaden.Ik kan en wil die hier niet allemaal opsommen [trouwens, die lijst is onuitputtelijk], maar ernstige voorbeelden zijn de recente Israelische luchtaanvallen op Gaza, waarbij in korte tijd zeker 197 doden gevallenzijn, onder wie 58 kinderen en honderden mensen gewond geraakt zijn. [2] Dit alles was een escalatie van huisuitzettingen van Palestijnse families inhet bezette Oost-Jeruzalem, om plaats te maken voor kolonisten! [3]En zoals u zult weten, zijn kolonisten bewoners van in bezet gebied gestichtenederzettingen, die illegaal zijn volgens het Internationaal Recht [4] EN regelrechte landdiefstal, omdat zij worden gebouwd op gestolenPalestijns land of, zoals in het geval van Oost-Jeruzalem bij die uitgezettePalestijnse families, gestolen Palestijnse huizen.Waarbij Israelische kolonisten vaak ook nog eens verantwoordelijk zijnvoor bijna dagelijks geweld tegen de bezette Palestijnse bevolking! [5] EN to add insult to injury, tijdens die confrontaties mbt tot de huisuitzetingenin Oost-Jeruzalem heeft het Israelische leger in die tijd ook nog eensde Al Aqsa Moskee bestormd! [6]Een Godshuis! En dan nog in herinnering de Israelische militaire aanval op Gaza ”Protective Edge”,in 2014 waarbij Israel zich schuldig heeft gemaakt aan zware oorlogsmisdaden:In twee maanden tijd zijn meer dan 1400 mensen gedood [voornamelijkburgers], waaronder 526 kinderen, een VN school werd gebombardeerd, een ziekenhuis beschoten! [7]Welcome in the House of Horror! ISRAEL, APARTHEIDSSTAAT Maar er is nog meer Ellende!Want Israel is een Apartheidsstaat, zoals ook is bevestigd doormensenrechtenorganisatie Human Rights Watch in een uitgebreid rapport. [8]Ik ga dat hier niet uitgebreid bespreken [ik heb meer te doen en aanstippenlijkt mij wel voldoende voor het doel van deze mail], maar een voorbeeld is watIsrael verstaat onder een ”rechtssysteem” Waar er in Israel sprake is van een gewoon rechtssysteem voor burgers,komen burgers in de Bezette Palestijnse Gebieden voor een MilitaireRechtbank! [9]Niet alleen een idiote rechtsongelijkheid en daarvoor groffe discriminatie, maar sinds wanneer komen niet militairen voor een Militaire Rechtbank?
FOUT!FOUT!FOUT!/GEEN MANGO’S MEER UIT ISRAEL! U zult nu hopelijk begrijpen, hoe fout het is, dat u nog mango’s en ookandere producten [ik heb bij uw filiaal in de Amsterdamse Poort ookweleens aardappelen uit Israel gezien!] verkoopt uit een land, dat bezettingsmacht is, land van de [Palestijnse] bevolking steelt, Palestijnseburgers hun eigen huis uitzet, scholen en ziekenhuizen bombardeert, oorlogsmisdaden pleegt.En als klap op de Vuurpijl nog folterpraktijken als ondervragingstaktiekhanteert! [10] Populair gezegd:Een Gangsterregime, dat onderdrukt, steelt, bezet Wanneer u producten uit een dergelijk land afneemt, faciliteert u de bezettingseconomie en houdt u het Kwaad van bezetting en onderdrukking tot stand. Ik verwacht dus, neen ik EIS van u, dat u per direct stopt,producten uit Israel te verkopen. Mocht u daarmee doorgaan, dan vindt u mij op uw Pad en ook andere,invloedrijkere mensen en instantikes. Ik hoop dus, dat u aan mijn Oproep gehoor geeft. Vriendelijk bedankt voor het lezen van deze Brief Vriendelijke groetenAstrid EssedAmsterdam P/S Deze brief is tevens als link [te zien op mijn website] doorgestuurdnaar het contactformulier van de Vomar
[1] GAZA IS NOG STEEDS BEZET GEBIEDZIE WAT MENSENRECHTENORGANISATIE HUMAN RIGHTS WATCH HIEROVER ZEGT, GEBASEERD OP HET INTERNATIONAAL RECHT ”“The removal of settlers and most military forces will not end Israel’s control over Gaza,” said Sarah Leah Whitson, Executive Director of Human Rights Watch’s Middle East and North Africa Division. “Israel plans to reconfigure its occupation of the territory, but it will remain an occupying power with responsibility for the welfare of the civilian population.” HUMAN RIGHTS WATCHISRAEL: ”DISENGAGEMENT” WILL NOT ENDGAZA OCCUPATION https://www.hrw.org/news/2004/10/28/israel-disengagement-will-not-end-gaza-occupation
[2] ”Volgens het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid zijn sinds maandag 197 Palestijnen om het leven gekomen, onder wie 58 kinderen. Ook zijn er zeker 1235 gewonden gevallen.” NOSUREN NA TOESPRAAK NETANYAHU OPNIEUW ISRAELISCHE LUCHTAANVALLEN OP GAZA
[3] ”Huisuitzettingen Vrijdagavond escaleerde opnieuw het geweld tussen Israëlische politie en Palestijnse demonstranten in Jeruzalem, vooral vanwege de dreigende huisuitzettingen van Palestijnse families in Oost-Jeruzalem.” NRCFRUSTRATIES IN JERUZALEM BEREIKEN GEWELDDADIG KOOKPUNT
OVER DE ILLEGALITEIT VAN DE ISRAELISCHE NEDERZETTINGEN,VOLGENS HET INTERNATIONAAL RECHT HET RODE KRUIS:
”It is unlawful under the Fourth Geneva Convention for an occupying power to transfer parts of its own population into the territory it occupies. This means that international humanitarian law prohibits the establishment of settlements, as these are a form of population transfer into occupied territory”
WHAT DOES THE LAW SAY ABOUT THE ESTABLISHMENT OF SETTLEMENTS
05-10-2010 FAQ
When a territory is placed under the authority of a hostile army, the rules of international humanitarian law dealing with occupation apply. Occupation confers certain rights and obligations on the occupying power.
Prohibited actions include forcibly transferring protected persons from the occupied territories to the territory of the occupying power. It is unlawful under the Fourth Geneva Convention for an occupying power to transfer parts of its own population into the territory it occupies. This means that international humanitarian law prohibits the establishment of settlements, as these are a form of population transfer into occupied territory. Any measure designed to expand or consolidate settlements is also illegal. Confiscation of land to build or expand settlements is similarly prohibited.
”1391, or 63%, of the 2,202 Palestinians killed by Israeli security forces in Operation “Protective Edge” did not take part in the hostilities. Of these, 526 – a quarter of all Palestinians killed in the operation – were children under eighteen years of age”
”Israël heeft een staakt-het-vuren afgekondigd in de Gaza-strook. Het leger spreekt van een ‘humanitair bestand’ dat op maandag geldt van 7 tot 14 uur.
Het volgt op scherpe wereldwijde kritiek op de Israëlische beschieting van een VN-school in Gaza. De Verenigde Staten reageerden buitengewoon scherp op de tweede raketaanval in een week op een VN-school in de Gaza-strook. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zegt ‘geschokt’ te zijn door de ‘schandelijke beschieting van de VN-school’.
””Israel has maintained military rule over some portion of the Palestinian population for all but six months of its 73-year history. It did so over the vast majority of Palestinians inside Israel from 1948 and until 1966. From 1967 until the present, it has militarily ruled over Palestinians in the OPT, excluding East Jerusalem. By contrast, it has since its founding governed all Jewish Israelis, including settlers in the OPT since the beginning of the occupation in 1967, under its more rights-respecting civil law.”
RAPPORT
HUMAN RIGHTS WATCH
A TRESHOLD CROSSEDISRAELI AUTHORITIES AND THE CRIME OF APARTHEID AND PERSECUTION
”A new report published by the Association for Civil Rights in Israel (ACRI) outlines the nature of the legal regime currently operating in the West Bank. Two systems of law are applied in a single territory: one – a civilian legal system for Israeli citizens, and a second – a military court system for Palestinian residents. The result: institutionalized discrimination.”
ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK
INTRODUCTION READERSIsn’t it interesting, when roaming the Internet, to find an old article ofyourself, that you almost forgot!It goes about a Letter to the Editor I wrote in the past [2004] to the webzine”The Pravda” and that they apparently published.Not only is that interesting, but more interesting is the fact, that I wrote about averdict of the Israeli High Court about the building of the Israeli Apartheid Wall [1]You all know, of course, the more known verdict of the International Court ofJustice, declaring the Wall illegal for once and for all [2] but few people[I almost forgot!] will remember, that the Israeli High Court gave also its opinion,in fact supporting the building of the Wall, except for some minor point of criticism [3]And here it is, this voice of the past from Astrid Essed, protesting against theverdict of the Israeli High Court!See directly below And see for the notes, under my almost forgotten Letter to the Editor! ENJOY IT! ASTRID ESSED
ASTRID ESSED: THE VERDICT OF ISRAELI HIGH COURT REGARDING THE WALL6 JULY 2004
The recent verdict of the Israeli High Court, which states that the building of the Israeli Wall at the West Bank must be adjusted with 30 kilometers because of the violations of human rights is not only a partial fullfilling of the humanitarian needs of the Palestinian population, but is also in contarily with International Law.
In the first place the motivation for the verdict is being based on the fact that because of the building of the Wall the inhabitants of the Beit Surik community had no entrance to their agricultural grounds and schools, but in the named verdict the Court doesn’t refer to the other Palestinian inhabitants of the West Bank [85.000 people], who are likewise excluded from their agricultural grounds.
In the second place the Israeli building of the Wall is as such a violation of International Law, because it cuts deeply in the occupied Palestinian areas which is a violation of UN Security Council Resolution 242 dd 1967 by which Israel was summoned to withdraw from the in the june-war occupied Palestinian areas.
Further the building of the Wall is being made possible by hugh Palestinian landownings which is yet apart from the flagrant injustice a violation of International Law [the 4th Geneva Convention] which forbids land and house-ownings of ”protected people” [people who are living under an occupation] It is therefore highly recommendable, that the Israeli High Court adjusts its vedict according to the principles of International Law.
”While Israel is heading for de jure annexation, the Wall is an important tool of Israel’s illegal and ongoing de facto annexation. The Wall’s path and its associated regime are planned to de facto annex some 46% of the West Bank, isolating communities into Bantustans, ghettos and “military zones.” STOP THE WALL.ORG https://stopthewall.org/the-wall/
[2]
”In December 2003, Resolution ES-10/14 was adopted by the United Nations General Assembly in an emergency special session.[111] 90 states voted for, 8 against, 74 abstained.[111] The resolution included a request to the International Court of Justice to urgently render an advisory opinion on the following question.[111]
“What are the legal consequences arising from the construction of the wall being built by Israel, the occupying Power, in the Occupied Palestinian Territory, including in and around East Jerusalem, as described in the report of the Secretary-General, considering the rules and principles of international law, including the Fourth Geneva Convention of 1949, and relevant Security Council and General Assembly resolutions?”[111]
The court concluded that the barrier violated international law”
INTERNATIONAL CRIMINAL COURTLEGAL CONSEQUENCES OF THE INSTRUCTION OF A WALL INTHE OCCUPIED PALESTINIAN TERRITORYOVERVIEW OF THE CASE https://www.icj-cij.org/en/case/131
OVERVIEW OF THE CASE
By resolution ES-10/14, adopted on 8 December 2003 at its Tenth Emergency Special Session, the General Assembly decided to request the Court for an advisory opinion on the following question :
“What are the legal consequences arising from the construction of the wall being built by Israel, the occupying Power, in the Occupied Palestinian Territory, including in and around East Jerusalem, as described in the Report of the Secretary-General, considering the rules and principles of international law, including the Fourth Geneva Convention of 1949, and relevant Security Council and General Assembly resolutions ?”
The resolution requested the Court to render its opinion “urgently”. The Court decided that all States entitled to appear before it, as well as Palestine, the United Nations and subsequently, at their request, the League of Arab States and the Organization of the Islamic Conference, were likely to be able to furnish information on the question in accordance with Article 66, paragraphs 2 and 3, of the Statute. Written statements were submitted by 45 States and four international organizations, including the European Union. At the oral proceedings, which were held from 23 to 25 February 2004, 12 States, Palestine and two international organizations made oral submissions. The Court rendered its Advisory Opinion on 9 July 2004.
The Court began by finding that the General Assembly, which had requested the advisory opinion, was authorized to do so under Article 96, paragraph 1, of the Charter. It further found that the question asked of it fell within the competence of the General Assembly pursuant to Articles 10, paragraph 2, and 11 of the Charter. Moreover, in requesting an opinion of the Court, the General Assembly had not exceeded its competence, as qualified by Article 12, paragraph 1, of the Charter, which provides that while the Security Council is exercising its functions in respect of any dispute or situation the Assembly must not make any recommendation with regard thereto unless the Security Council so requests. The Court further observed that the General Assembly had adopted resolution ES-10/14 during its Tenth Emergency Special Session, convened pursuant to resolution 377 A (V), whereby, in the event that the Security Council has failed to exercise its primary responsibility for the maintenance of international peace and security, the General Assembly may consider the matter immediately with a view to making recommendations to Member States. Rejecting a number of procedural objections, the Court found that the conditions laid down by that resolution had been met when the Tenth Emergency Special Session was convened, and in particular when the General Assembly decided to request the opinion, as the Security Council had at that time been unable to adopt a resolution concerning the construction of the wall as a result of the negative vote of a permanent member. Lastly, the Court rejected the argument that an opinion could not be given in the present case on the ground that the question posed was not a legal one, or that it was of an abstract or political nature.
Having established its jurisdiction, the Court then considered the propriety of giving the requested opinion. It recalled that lack of consent by a State to its contentious jurisdiction had no bearing on its advisory jurisdiction, and that the giving of an opinion in the present case would not have the effect of circumventing the principle of consent to judicial settlement, since the subject-matter of the request was located in a much broader frame of reference than that of the bilateral dispute between Israel and Palestine, and was of direct concern to the United Nations. Nor did the Court accept the contention that it should decline to give the advisory opinion requested because its opinion could impede a political, negotiated settlement to the Israeli-Palestinian conflict. It further found that it had before it sufficient information and evidence to enable it to give its opinion, and empha- sized that it was for the General Assembly to assess the opinion’s usefulness. The Court accordingly concluded that there was no compelling reason precluding it from giving the requested opinion.
Turning to the question of the legality under international law of the construction of the wall by Israel in the Occupied Palestinian Territory, the Court first determined the rules and principles of international law relevant to the question posed by the General Assembly. After recalling the customary principles laid down in Article 2, paragraph 4, of the United Nations Charter and in General Assembly resolution 2625 (XXV), which prohibit the threat or use of force and emphasize the illegality of any territorial acquisition by such means, the Court further cited the principle of self-determination of peoples, as enshrined in the Charter and reaffirmed by resolution 2625 (XXV). In relation to international humanitarian law, the Court then referred to the provisions of the Hague Regulations of 1907, which it found to have become part of customary law, as well as to the Fourth Geneva Convention of 1949, holding that these were applicable in those Palestinian territories which, before the armed conflict of 1967, lay to the east of the 1949 Armistice demarcation line (or “Green Line”) and were occupied by Israel during that conflict. The Court further established that certain human rights instruments (International Covenant on Civil and Political Rights, International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights, United Nations Convention on the Rights of the Child) were applicable in the Occupied Palestinian Territory.
The Court then sought to ascertain whether the construction of the wall had violated the above-mentioned rules and principles. Noting that the route of the wall encompassed some 80 per cent of the settlers living in the Occupied Palestinian Territory, the Court, citing statements by the Security Council in that regard in relation to the Fourth Geneva Convention, recalled that those settlements had been established in breach of international law. After considering certain fears expressed to it that the route of the wall would prejudge the future frontier between Israel and Palestine, the Court observed that the construction of the wall and its associated régime created a “fait accompli” on the ground that could well become permanent, and hence tantamount to a de facto annexation. Noting further that the route chosen for the wall gave expression in loco to the illegal measures taken by Israel with regard to Jerusalem and the settlements and entailed further alterations to the demographic composition of the Occupied Palestinian Territory, the Court concluded that the construction of the wall, along with measures taken previously, severely impeded the exercise by the Palestinian people of its right to self-determination and was thus a breach of Israel’s obligation to respect that right.
The Court then went on to consider the impact of the construction of the wall on the daily life of the inhabitants of the Occupied Palestinian Territory, finding that the construction of the wall and its associated régime were contrary to the relevant provisions of the Hague Regulations of 1907 and of the Fourth Geneva Convention and that they impeded the liberty of movement of the inhabitants of the territory as guaranteed by the International Covenant on Civil and Political Rights, as well as their exercise of the right to work, to health, to education and to an adequate standard of living as proclaimed in the International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights and in the Convention on the Rights of the Child. The Court further found that, coupled with the establishment of settlements, the construction of the wall and its associated régime were tending to alter the demographic composition of the Occupied Palestinian Territory, thereby contravening the Fourth Geneva Convention and the relevant Security Council resolutions. The Court then considered the qualifying clauses or provisions for derogation contained in certain humanitarian law and human rights instruments, which might be invoked inter alia where military exigencies or the needs of national security or public order so required. The Court found that such clauses were not applicable in the present case, stating that it was not convinced that the specific course Israel had chosen for the wall was necessary to attain its security objectives, and that accordingly the construction of the wall constituted a breach by Israel of certain of its obligations under humanitarian and human rights law. Lastly, the Court concluded that Israel could not rely on a right of self-defence or on a state of necessity in order to preclude the wrongfulness of the construction of the wall, and that such construction and its associated régime were accordingly contrary to international law.
The Court went on to consider the consequences of these violations, recalling Israel’s obligation to respect the right of the Palestinian people to self-determination and its obligations under humanitarian and human rights law. The Court stated that Israel must put an immediate end to the violation of its international obligations by ceasing the works of construction of the wall and dismantling those parts of that structure situated within Occupied Palestinian Territory and repealing or rendering ineffective all legislative and regulatory acts adopted with a view to construction of the wall and establishment of its associated régime. The Court further made it clear that Israel must make reparation for all damage suffered by all natural or legal persons affected by the wall’s construction. As regards the legal consequences for other States, the Court held that all States were under an obligation not to recognize the illegal situation resulting from the construction of the wall and not to render aid or assistance in maintaining the situation created by such construction. It further stated that it was for all States, while respecting the United Nations Charter and international law, to see to it that any impediment, resulting from the construction of the wall, to the exercise by the Palestinian people of its right to self-determination be brought to an end. In addition, the Court pointed out that all States parties to the Fourth Geneva Convention were under an obligation, while respecting the Charter and international law, to ensure compliance by Israel with international humanitarian law as embodied in that Convention. Finally, in regard to the United Nations, and especially the General Assembly and the Security Council, the Court indicated that they should consider what further action was required to bring to an end the illegal situation in question, taking due account of the present Advisory Opinion.
The Court concluded by observing that the construction of the wall must be placed in a more general context, noting the obligation on Israel and Palestine to comply with international humanitarian law, as well as the need for implementation in good faith of all relevant Security Council resolutions, and drawing the attention of the General Assembly to the need for efforts to be encouraged with a view to achieving a negotiated solution to the outstanding problems on the basis of international law and the establishment of a Palestinian State.[3]
”Of course this is not to say that that the Israeli ruling is a good one. For example, like many Israeli rulings there are political points that are treated as legal ones, such as the false characterization of all Palestinian resistance as “terrorism” [8]. Further the HCJ does justify the Wall in principle though the projected segments reviewed were deemed to be illegal because of the humanitarian impact of the suggested route [9]” ELECTRONIC INTIFADATHE ISRAELI HIGH COURT OF JUSTICE AND THE APARTHEID WALL15 JULY 2004 https://electronicintifada.net/content/israeli-high-court-justice-and-apartheid-wall/5156
With the recent International Court of Justice (ICJ) Advisory Opinion regarding the consequences of the Apartheid Wall, the legality of this enterprise has been much discussed in almost all circles related to the Israeli/Palestinian conflict. On the Zionist side, aside from the usual canard about the “anti-Semitism” of the United Nations and the like, many commentaries have pointed to the recent Israeli High Court of Justice (HCJ) ruling about the wall and declared, in so many words, that this is the only legal ruling that matters. For example, in the recent diatribe against the ICJ by Alan Dershowitz [1] he writes: “The Israeli government has both a legal and a moral obligation to comply with the Israeli Supreme Court’s decision regarding the security fence.”
The interesting thing about this is that if one actually reads the HCJ decision [2], it in fact makes a very strong case against the Wall in general though its ruling only regarded only one small 40 km stretch of the Wall. Unlike the ICJ Opinion which was, as per its mandate, primarily focused on existing international treaties and conventions and Israel’s obligations stemming from them; the HCJ decision was based more on general legal principle.
The Israeli case – Beit Sourik Village Council v. The Government of Israel, Commander of the IDF Forces in the West Bank – was a petition against eight separate land confiscation orders for the building of the Wall. The net result was that seven of these eight confiscation orders were deemed illegal and the one that was upheld was only upheld because the petitioners didn’t really argue against it [4].
Key point that resulted in the declaration that these confiscation orders were illegal was the principle of “proportionality” that was very succinctly defined in the ruling itself. [5] The actual factors taken into account were essentially the same that served as the basis of the ICJ Advisory Opinion, specifically the human impact that the Wall had on the resident Palestinian population [6]. The question and standard, treated as the third element of proportionality, deserves to be recalled in full (citations removed):
“The third subtest examines whether the injury caused to the local inhabitants by the construction of the separation fence stands in proper proportion to the security benefit from the the [sic] security fence in its chosen route. This is the proportionate means test (or proportionality “in the narrow sense”). Concerning this topic, Professor Y. Zamir wrote:
“The third element is proportionality itself. According to this element, it is insufficient that the administrative authority chose the proper and most moderate means for achieving the objective; it must also weigh the benefit reaped by the public against the damage that will be caused to the citizen by this means under the circumstances of the case at hand. It must ask itself if, under these circumstances, there is a proper proportion between the benefit to the public and the damage to the citizen. The proportion between the benefit and the damage – and it is also possible to say the proportion between means and objective – must be proportionate.
“This subtest weighs the costs against the benefits. According to this subtest, a decision of an administrative authority must reach a reasonable balance between communal needs and the damage done to the individual. The objective of the examination is to determine whether the severity of the damage to the individual and the reasons brought to justify it stand in proper proportion to each other. This judgment is made against the background of the general normative structure of the legal system, which recognizes human rights and the necessity of ensuring the provision of the needs and welfare of the local inhabitants, and which preserves “family honour and rights” (Regulation 46 of the Hague Regulations). All these are protected in the framework of the humanitarian provisions of the Hague Regulations and the Geneva Convention. The question before us is: does the severity of the injury to local inhabitants, by the construction of the separation fence along the route determine d by the military commander, stand in reasonable (proper) proportion to the security benefit from the construction of the fence along that route?” [7]
It was on this basis that the HCJ ruled seven of the eight confiscation orders under review to be illegal. Were this same principle to be applied to most of the Wall as it exists today, especially in cases like that of the Qalqilya ghetto, it is pretty reasonable to assume that most, if not all, the Wall would be deemed illegal. Better yet, the proportionality argument is generally accepted in all modern legal systems, unlike the more specific treaty/convention law that the ICJ was forced to focus on.
Of course this is not to say that that the Israeli ruling is a good one. For example, like many Israeli rulings there are political points that are treated as legal ones, such as the false characterization of all Palestinian resistance as “terrorism” [8]. Further the HCJ does justify the Wall in principle though the projected segments reviewed were deemed to be illegal because of the humanitarian impact of the suggested route [9].
Further, citing the usual excuse used by the HCJ in regard to IDF decisions, it seeks merely to review military actions for their illegality, not to actually impose its judgment on the IDF [10]. This is, along with the IDF option of utilizing the Emergency Regulations, one of the methods allowed to the IDF to freely disregard the High Court of Justice when so inclined. As was the case in the famous court ruling against torture, that in fact merely amounted to a slight change in the phrasing of the IDF terminology, i.e. “ticking bomb” justification, the court’s ruling can be safely ignored if the government chooses – for whatever reason – not to enforce it. This is one of the luxuries of being a non-constitutional state; the political executive is under no actual obligation to enforce any law or legal ruling. In the ruling itself, the IDF freely concedes that should some portion of the fence that is already constructed be deemed illegal, they will pay compensation, but there is no mention – much less compulsion – to reverse illegal sections or the Wall or to in fact stop committing the construction even if deemed illegal. [11]
Nevertheless, in order to portray itself as being a state that respects the rule of law, High Court of Justice rulings are usually afforded at least some general consideration. Thus the HCJ ruling in Beit Sourik Village Council v. The Government of Israel, Commander of the IDF Forces in the West Bank, is in fact a rather grave embarrassment since the projected Wall cannot be constructed in the Occupied Palestinian Territories at all without inflicting the same disproportionate – and hence illegal – circumstances on other local Palestinians. So how do they intend to reconcile this ruling with the Wall?
The Jerusalem Post provided the answer to this question on July 14: “A petition against the appropriation of land for construction of the security fence near the Kissufim road in the Gaza Strip was turned down Tuesday by the High Court of Justice. The petition was submitted by Palestinian residents of the al-Karara village in the Gaza Strip. According to IBA news, the ruling also cancels a freeze order on construction in the area.” [12] Since the HCJ ruling only related to one small segment of the Wall, and the determination has already been made, the HCJ can now simply refuse to accept further petitions, based on the argument that the IDF should be assumed to be taking the same proportionality concerns into account in other areas. That is, in so many words, it seems unlikely that there will be an option of legal appeal to any other segments of the Wall, based on the assumption that the IDF will act in “good faith” taking the previous ruling into consideration. Thus, yet agai n, we have another High Court of Justice ruling that can be safely ignored.
Make no mistake about it, the Israeli High Court of Justice is no friend to Palestinians living in the Occupied Palestinian Territories. Nevertheless, when Zionists and others choose to counter the ICJ Advisory Opinion citing the HCJ ruling, one can – in all honesty – point out that if the HCJ ruling was in fact applied to the entire Wall, most of it would be illegal even under Israeli law. Of course this won’t happen, and even if it did the IDF is under no obligation to comply anyway, nevertheless, for the scoundrels out to justify the legality of the Wall, the High Court of Justice ruling is certainly no help. END OF THE ARTICLE
END OF THE NOTES
Reacties uitgeschakeld voor Voice from the Past!/Letter to the Editor, sent and published by Pravda/”The verdict of the Israeli High Court regarding the Wall”
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten
NB Het is dus NIET de foto van een Palestijnse jongen, die bij de kraag wordt gegrepen
Inmiddels heb ik een laatste mail van de Ombudsvrouw ontvangen,waarin gespecificeerd de Uitspraak in de Zaak Tofik DibiZie direct hieronder! Nogmaals:Dit is een klinkende overwinning op de door pro Israelverdedigers vaak aangevoerde beschuldiging, dat anti Israel kritiek anti-semitisch zou zijn!
Zie dus direct hieronder waar het al die tijd om ging:De Uitspraak van de Ombudsvrouw Dan onder A mijn laatste reactie op de Ombudsvrouw, gevolgddoor haar -toch nog- antwoord op mijn laatste reactie aan mijn adres [onder B], waarin ze-en dat waardeer ik- enkele punten van kritiek mijnerzijds [zie onder A] meeneemtEn tenslotte onder C?Mijn ALLERLAATSTE reactie aan de Ombudsvrouw En hiermee komt aan de Tofik Dibi Gate een einde! Astrid Essed UITSPRAAK OMBUDSVROUW:
Als je in journalistieke publicaties kwalificaties gebruikt, dan moet dat volgens de feiten, gangbaar taalgebruik en correcte definities. Bij het kwalificeren van tweets als ‘antisemitisch’ ging het bij PowNews op dat laatste punt mis.
De klacht
Eind mei maakte PowNed voor het programma PowNews een item waarin gereageerd werd op twee tweets van voormalig politicus Tofik Dibi. Volgens de PowNews-verslaggever en enkele sprekers in het item hadden de tweets van Dibi “een antisemitisch karakter”. Een aantal kijkers klaagde daarover bij mij. In het item werden de tweets van Dibi als antisemitisch bestempeld, klagers stelden dat daar geen bewijs voor was. Door ze zo wel te kwalificeren maakte PowNed een associatie tussen Dibi en antisemitisme die onjuist, gekleurd en partijdig was. Verder was er gebrek aan wederhoor (Dibi kreeg zelf niet de gelegenheid om te reageren), en de keuze voor deskundigen in het item was zeer eenzijdig.
Op mijn verzoek antwoordde de eindredacteur van PowNed de klagers. Op één onderdeel (niet vragen om wederhoor) kon hij de klacht wegnemen (Dibi was gevraagd om wederhoor maar was op dat verzoek niet ingegaan). Op het ‘antisemitisch karakter’ van de tweets ging hij niet in. Dus bleven voor klagers de overige punten (onethische, onjuiste en tendentieuze journalistiek, in strijd met de beginselen van de Leidraad van de Raad voor de Journalistiek) staan. Ik legde het item langs de Journalistieke Code.
Niet antisemitisch
Om feitelijk de kwalificatie ‘antisemitisch’ te rechtvaardigen zouden de tweets – volgens zeer diverse bronnen waaronder woordenboeken, encyclopedieën, CIDI, antiseminisme.nu (een website onder verantwoordelijkheid van het NIOD) en IHRA (de International Holocaust Remembrance Alliance) – moeten getuigen van Jodenhaat, een beeld geven van Joden dat zich uit in haat tegen Joden, een anti-Joodse overtuiging uitdragen of gebaseerd zijn op stereotypen over Joden.
De eerste tweet ging over Tweede Kamerleden die bij een bijeenkomst op de foto gingen met een Israëlische vlag. De twitteraar wenst hen buikgriep toe. Niet fraai. Maar gericht op de opstelling van de Kamerleden, het CIDI en Israël, niet anti-Joods. Dergelijke kritiek is niet per definitie antisemitisch.
Bij de tweede tweet werd een foto van kakkerlakken gebruikt bij een opmerking over De Telegraaf. Door de vaker gelegde connectie tussen kakkerlakken en een stereotype aanduiding van Joden als ‘ongedierte’ dat bestreden moet worden, zou deze tweet met enige geestelijke gymnastiek als antisemitisch begrepen kunnen worden. Maar dat kost enkele stappen. Je moet dan ook de associatie van De Telegraaf met Amsterdam en vervolgens met Joden maken. Overigens gaf de twitteraar in een vervolgtweet van een week later expliciet aan dat de tweet niet naar joodse mensen verwees, maar die extra uitleg was blijkbaar volgens hemzelf nodig, zelfs nog één week na de PowNed-uitzending.
De tweets kunnen dus niet (of niet simpelweg) als antisemitisch gekwalificeerd worden. Het mag de mening van sprekers in een item zijn (over die mening gaat de ombudsman niet), dat moet dan duidelijk gemaakt en aan hen toegeschreven worden. Dat kan in de vorm van een quote, zoals in het item gebeurde. Maar in dit geval nam de verslaggever als eerste de kwalificatie in de mond, zij plakte de term ‘antisemitisch karakter’ op de tweets en de deskundigen en vox pop reageerden erop. De verslaggever heeft zich volgens de journalistieke code aan de feiten (en geldende definities) te houden, en dat gebeurde hier niet.
Redactionele vrijheid
De eindredacteur van PowNed ging in zijn antwoord niet in op het in dit geval niet juist zijn van de aanduiding ‘antisemitisch karakter’ van de tweets. Wel gaf hij aan dat het item wilde ingaan op de ophef en vragen in de Amsterdamse gemeenteraad over de tweets, en daarop ‘kundig’ geachte mensen en ‘de stem van het volk’ liet reageren. Een aanpak en journalistieke instrumenten die andere programma’s en omroepen ook kiezen, ‘wij zijn daarin niet anders’ dan andere media, schreef hij.
Dat laatste doet niet ter zake, en dat is ook niet waar de klacht zich op richtte. Het eerste (een item maken over ophef en gemeenteraadsvragen) is de gelegitimeerde keuze van een programma die binnen de redactionele vrijheid valt, net zoals de keuze voor de opgevoerde deskundigen en vox-pops. Wel kunnen de keuzes voor de deskundigen, de gebruikte vox pops en daarmee de toon van het item in dit geval eenzijdig genoemd worden. Maar dat kan binnen het publieke bestel, niet elk afzonderlijk item moet altijd alle kanten aan een issue laten zien.
Wie vervolgens de hoeveelheid producties van de betrokken omroep bekijkt komt ook items met een compleet tegengestelde insteek tegen. Dat de omroep, zoals de eindredacteur schrijft, hecht aan pluriformiteit in opvattingen en geluiden kan inderdaad eenvoudig onderbouwd worden.
Conclusie
Er is bij PowNed geen sprake van systematische, steeds dezelfde laakbare eenzijdigheid. Hooguit van een voorliefde voor ophef, aan welke kant van een spectrum die zich ook bevindt. De omroep mag die ruimte geven in journalistieke publicaties, maar dat dient dan bij de publieke omroepen op basis van de feiten en correcte terminologie en woordgebruik te gebeuren. Bij dat laatste ging het hier niet goed.
EINDE ANALYSE/BESLISSING OMBUDSVROUW
A
MIJN LAATSTE [BLIJKT NU VOORLAATSTE] REACTIE AAN DE OMBUDSVROUW [VOORAFGAANDE AAN
ANWOORD OMBUDSVROUW OP MIJN [VOOR]LAATSTE REACTIE [DIE DUS ONDER A STAAT]On Wednesday, August 18, 2021, 06:06:59 PM GMT+2, Margo Smit <ombudsman@npo.nl> wrote:
Beste mevrouw Essed, inmiddels is mijn analyse online gepubliceerd: https://ombudsman.npo.nl/uitspraken-en-columns/powned-en-de-kwalificatie-van-tweets . Dank voor uw verdere opmerkingen. Het werk van de ombudsman en de wettelijke maar ook journalistiek-ethische grondslagen ervoor zijn voortdurend onderwerp van evaluatie. Ik houd de discrepantie die u nu mogelijk ziet ontstaan tussen meewerken aan onderzoek en gevolg (moeten?) hechten aan dat onderzoek in mijn hoofd bij de gesprekken die ik heb met omroepdirecteuren over de reikwijdte van uitspraken van de ombudsman. Voorlopig moet ik het doen met gezag in plaats van macht 🙂
U een fijne avond wensend en met vriendelijke groet,Margo SmitOmbudsman voor de publieke omroepen ombudsman.nl Bart de Graaffweg 2Postbus 264441202 JJ Hilversum C ALLERLAATSTE REACTIE ASTRID ESSED AAN OMBUDSVROUW[REACTIE DUS OP B] From: Astrid Essed To: Margo Smit <ombudsman@npo.nl>Cc:redactie@powned.nl <redactie@powned.nl>Sent: Thursday, August 19, 2021, 04:18:51 AM GMT+2Subject: Re: Tendentieuze en belasterende berichtgeving Pownews/Powned]/Uw inzet
AAN:
NPO OMBUDSVROUW
Mevrouw M. Smit
Onderwerp:
Afhandeling van mijn bij de Ombudsvrouw ingediende klacht over de onjuiste en tendentieuze berichtgeving van PowNed tav””Kakkerlak Tweet-Tweet Israel” van ex politicus en huidig bestuursadviseur van het Stadsdeel Amsterdam Nieuw West, de heer Tofik Dibi
Laatste reactie van mijn kant
Geachte mevrouw Smit,
Bedankt voor uw pijlsnelle reactie
Allereerst mijn waardering voor de publicatie van uw analyse/beslissing
inzake de ”Buikgriep” en”Kakkerlakken” tweets van ex politicus en
”Ik houd de discrepantie die u nu mogelijk ziet ontstaan tussen meewerken aan onderzoek en gevolg (moeten?) hechten aan dat onderzoek in mijn hoofd bij de gesprekken die ik heb met omroepdirecteuren over de reikwijdte van uitspraken van de ombudsman”
Hiermee verwijst u naar mijn recente reactie
Zie mijn laatste mail aan u
Het doet mij buitengewoon goed, dat u niet alleen met een zo juiste en
correcte analyse gekomen bent, maar ook, dat u de door mij gemaakte
kritische opmerkingen wilt meenemen bij uw verdere functionneren als
Ombudsvrouw.
Dan heb ik toch het gevoel, zo een bijdrage geleverd te hebben aan
het aanscherpen van juiste en correcte journalistiek.
Het was fijn in dezen met u te hebben samengewerkt en ik wens u veel succes met uw verdere functionneren.
Vriendelijke groeten en alvast een fijn weekend toegewenst
Astrid Essed
Amsterdam
P/S
Mocht de situatie hiertoe aanleiding geven, dan zal ik mij zeker nogmaals tot u wenden
MIJN VORIGE MAIL AAN U:From: Astrid Essed To: Margo Smit <ombudsman@npo.nl>Cc:redactie@powned.nl <redactie@powned.nl>Sent: Wednesday, August 18, 2021, 02:54:45 PM GMT+2Subject: Re: Tendentieuze en belasterende berichtgeving Pownews/Powned]/Uw inzet
AAN:
NPO OMBUDSVROUW
Mevrouw M. Smit
Onderwerp:
Afhandeling van mijn bij de Ombudsvrouw ingediende klacht over de onjuiste en tendentieuze berichtgeving van PowNed tav””Kakkerlak Tweet-Tweet Israel” van ex politicus en huidig bestuursadviseur van het Stadsdeel Amsterdam Nieuw West, de heer Tofik Dibi
Mijn reactie op recente antwoord Ombudsvrouw aan mijn adres, dd 12 augustus [zie antwoord Ombudsvrouw onder mijn reactiemail]
Geachte mevrouw Smit,
Vriendelijk bedankt voor uw reactie op mijn recente antwoord op
uw beslissing [mijn reactie geheel onderstaand mijn reactiemail] EN
voor uw snelle reactie, waardoor meer duidelijkheid wordt verschaft.
Ik waardeer het, dat ik uw analyse ten aanzien van de qualificatie ”anti-semitisch” van de Tofik Dibi Tweets [die ga ik niet weer noemen, ze
zijn u en mij genoegzaam bekend], die door u, terecht en tot mijn voldoening [en die van de andere klagers] als onjuist is bestempeld,
binnen afzienbare tijd tegemoet mag zien.
Ik zal dat dan ook in de gaten houden.
Nog even wil ik tot slot ingaan op twee door u gemaakte
opmerkingen:
EERSTE PUNT:
U schrijft in uw recente mail [dd 12 augustus]
”Wat betreft het al dan niet ondernemen van actie door een omroep n.a.v. een onderzoek van de ombudsman versus de door u geciteerde tekst op de website van de ombudsman dat omroepen zich niet aan een onderzoek van de ombudsman kunnen onttrekken: deze tekst heeft betrekking om het meewerken aan een onderzoek (eventueel gesprekken met de ombudsman, eventueel leveren van toelichting of aanvullende documenten of mailwisseling met klagers), en dat heeft Powned in dit geval gedaan (zoals deze omroep dat altijd doet). ”
Inderdaad heb ik u bevraagd over een eventueel te nemen actie door Powned
vanwege de volgende zinsnede op uw website
””De journalistieke ombudsman is volgens de wet bovendien niet langer een vorm van zelfregulering; de publieke omroepen kunnen zich niet aan onderzoek en analyse van de ombudsman over hun journalistieke producties onttrekken.
[1]
Bovenstaand antwoord hebt u mij gegeven en ik begrijp uw uitleg.
Toch vind ik deze apart, omdat er niet alleen staat, dat de omroepen
zich niet aan ONDERZOEK kunnen onttrekken [dat komt overeen met
uw opmerking, dat Powned daaraan inderdaad heeft meegewerkt, dat zij
dat altijd doen, is voor mij minder relevant, tenslotte zijn ze daar wettelijk toe verplicht, dus is meewerking geen heldendaad], maar ook, dat zij
zich niet kunnen onttrekken aan de ANALYSE van de Ombudsman.
En daaruit vloeit mijns inziens wel degelijk voort, dat Powned ook stappen
dient te ondernemen om consequenties te verbinden aan die analyse, zoals
rectificaties en/of excuses, aangezien uit de ANALYSE van de Ombudsman blijkt, dat de Tofik Dibi qualificaties in het geheel niet anti-semitisch zijn.
Maar goed, daarin verschillen wij van mening en ik laat het daarbij.
TWEEDE PUNT
U schrijft in uw mail aan mij:
”U vraagt om actie naar aanleiding van een analyse, voortvloeiend uit een oordeel van de ombudsman; dit kan bijvoorbeeld een reactie op de analyse inhouden, of het publiceren van een rectificatie of het verwijderen van content. Het is aan een omroep zelf om eventueel dergelijke stappen te nemen. Ik kan dat als ombudsman statutair niet opleggen, en dat heeft een reden die in de grondwet verankerd is. Alleen de rechter kan in Nederland rectificatie of verwijdering van content afdwingen. Bij zoiets belangrijks als persvrijheid (want daar hebben we het over als het om wijzigen of verwijderen van gepubliceerde journalistieke content gaat) moet je – vinden wij in onze democratie – alleen de in een rechtstaat hoogste instantie (de rechter) deze mogelijkheid geven. ”
Mevrouw Smit, uiteraard weet ik, hoe de democratie in de Nederlanden werkt en
hoeft mij niet te worden uitgelegd, wat persvrijheid is en de rechten van de pers
[artikel 7, Grondwet, zoals wij beiden weten]
Die rechten respecteer ik, uiteraard [wie weet dat beter dan de journalist!],
maar dat betekent NIET, dat ik met desinformatie accoord ga.
Daar staat borg voor de Leidraad voor de Journalistiek [2], die ook
terecht door u is aangehaald en uiteraard uw juiste analyse/uitspraak over
de ”anti-semitisme” beweringen van Powned.
Uiteraard neem ik van u aan, dat de Ombudsvrouw hierin niet
regulerend kan optreden [geen rectificatie kan afdwingen], maar onderzoeker als ik ben,
heb ik er toch nog even een bron bij gezocht [3]
Aan de ene kant begrijpelijk, dat het afdwingen van rectificatie bij de rechter
blijft liggen, aan de andere kant jammer, dat de wettelijke versteviging van de
positie van de Ombudsman [4], daarin niet voorziet.
Mevrouw Smit, ik ga deze briefmail beeindigen
Nogmaals -en dat blijft het belangrijkste- mijn waardering voor
uw juiste analyse ten aanzien van het nieuwsitem van Powned,
wat ik als een overwinning zie voor juiste en correcte berichtgeving
en tegen pogingen tot karaktermoord, in casu geval Dibi.
Ik zie de uitspraak op uw website graag tegemoet.
Vriendelijke groeten
Astrid Essed
Amsterdam
NOTEN[1]
”De journalistieke ombudsman is volgens de wet bovendien niet langer een vorm van zelfregulering; de publieke omroepen kunnen zich niet aan onderzoek en analyse van de ombudsman over hun journalistieke producties onttrekken. “
WETTELIJKE VERSTEVIGING VOOR POSITIE JOURNALISTIEKE OMBUDSMAN
” Zoals ook duidelijk wordt uit de tekst van het nieuwe wetsartikel is de macht van de NPO ombudsman beperkt. Het oordeel is niet bindend, rectificat¡es kunnen niet worden afgedwongen.”
DE TOFIK DIBI GATE/LAATSTE REACTIE AAN NPO OMBUDSVROUW
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten
NB Het is dus NIET de foto van een Palestijnse jongen, die bij de kraag wordt gegrepen
VOORAF! Lezers, weet u het nog?De NPO Ombudsvrouw heeft Astrid Essed en andere klagers in hetgelijk gesteld betreffende de klacht tegen Omroep PowNed, die de Tofik Dibi Buikgriep” en ”Kakkerlakken” Tweets anti-semitisch had genoemd.Met Astrid Essed en anderen is zij van mening, dat de Tweets NIET anti-semitisch waren Zie voor het gehele verloop van de Klachtenprocedure https://www.astridessed.nl/samenvatting-klachtmailprocedure-aan-npo-ombudsvrouw-in-de-zaak-tofik-dibi/
Dit is een klinkende overwinning op de door pro Israelverdedigers vaak aangevoerde beschuldiging, dat anti Israel kritiek abnti-semitisch zou zijn! Op deze mooie uitspraak heeft ondergetekende gereageerd, waaropeen antwoord volgde van de NPO Ombudsvrouw.En daarop uiteindelijk, om het lekker simpel te houden, mijn laatstereactie op de Ombudsvrouw Zie onder A de Uitspraak van de Ombudsvrouw Onder B, mijn reactie op de uitspraak van de Ombudsvrouw Onder C Het antwoord van de Ombudsvrouw op mijn reactie Onder D Mijn laatste reactie op het antwoord van de Ombudsvrouw
DIT IS NOG MAAR HET BEGIN! Astrid Essed A UITSPRAAK/ BESLISSING OMBUDSVROUW
On Friday, August 6, 2021, 10:55:56 AM GMT+2, Margo Smit <ombudsman@npo.nl> wrote:
Geachte mevrouw Essed,
Enige tijd geleden stuurde u mij een klacht n.a.v. een item van PowNed uit mei 2021. Daarin werd bericht over enkele tweets van Tofik Dibi die door de verslaggever en in het item geïnterviewden als tweets met “een antisemitisch karakter” aangeduid werden.
Na doorzenden door mij antwoordde de eindredacteur van PowNed u. Op één onderdeel (vermeend niet vragen om wederhoor) nam hij uw klacht weg, uw overige punten (onethische, onjuiste en tendentieuze journalistiek, in strijd met de beginselen van de Leidraad van de Raad voor de Journalistiek) handhaaft u. Ik laat de kwalificaties aan u, ik leg de berichtgeving langs de Journalistieke Code.
Ik stuur de analyse n.a.v. uw klacht zowel naar de omroep als naar u.In het item werden twee tweets van Dibi als antisemitisch bestempeld. U stelde dat daar geen bewijs voor is. Door ze zo wel te kwalificeren maakt PowNed een associatie tussen Dibi en antisemitisme die onjuist, gekleurd en partijdig is waar journalistieke producties bij de publieke omroep, ook volgens de eigen Journalistieke Code, feitelijk juist, onpartijdig en fair dienen te zijn.
Niet antisemitisch
Om de kwalificatie ‘antisemitisch’ te rechtvaardigen zouden de tweets – volgens de betekenis van de term volgens zeer diverse bronnen (waaronder woordenboeken, encyclopedieën, CIDI, antiseminisme.nu (website onder verantwoordelijkheid van het NIOD), IHRA) – moeten getuigen van Jodenhaat of een perceptie geven van Joden die zich uit als haat tegen Joden, een anti-Joodse overtuiging uitdragen of gebaseerd zijn op stereotypen over Joden. – De eerste tweet gaat over Tweede Kamerleden die bij een bijeenkomst op de foto gingen met een Israëlische vlag en de schrijver wenst hen buikgriep toe. Niet fraai.
Maar kritisch over de opstelling van de Kamerleden, het CIDI en Israël en niet anti-Joods. Dergelijke kritiek is niet per definitie antisemitisch en deze tweet voldoet niet aan de definitie.
– Bij de tweede tweet wordt een foto van kakkerlakken gebruikt bij een zin over De Telegraaf. Door de vaker gelegde connectie tussen kakkerlakken en een stereotype aanduiding van Joden als ‘ongedierte’ dat bestreden moet worden zóu deze tweet met enige geestelijke gymnastiek als antisemitisch begrepen kunnen worden, maar dat kost enkele stappen. Je moet dan ook nog de associatie van De Telegraaf met Amsterdam en Joden maken. (Overigens geeft de afzender in een vervolgtweet expliciet aan dat de tweet niet naar joodse mensen verwees, maar die extra uitleg was blijkbaar nodig en kwam een week na de PowNed-uitzending.)De tweets kunnen dus niet (of niet simpelweg) als antisemitisch gekwalificeerd worden.
Het mag de mening van sprekers in een item zijn (over die mening gaat de ombudsman niet), maar dat moet dan duidelijk gemaakt worden en aan hen toegeschreven worden.
Dat kan in de vorm van een quote, zoals in het item gebeurt. Maar in dit geval neemt de verslaggever als eerste de kwalificatie voor haar rekening, zij poneert de term ‘antisemitisch karakter’ en de deskundigen en vox pop reageren. De verslaggever heeft zich volgens de journalistieke code aan de feiten (en dus de definitie) te houden, en dat gebeurt hier niet. Redactionele vrijheidDe eindredacteur van PowNed gaat in zijn antwoord aan u niet in op het niet juist zijn van de aanduiding ‘antisemitisch karakter’ van de tweets. Wel geeft hij aan dat het item wilde ingaan op de ophef en vragen in de Amsterdamse gemeenteraad over de tweets, en daarop ‘kundig’ geachte mensen en ‘de stem van het volk’ liet reageren. Een aanpak en journalistieke instrumenten die andere programma’s en omroepen ook kiezen, ‘wij zijn daarin niet anders’ dan andere media, schrijft hij.Dat laatste doet niet ter zake, en dat is ook niet waar uw klacht zich op richt. Het eerste (een item maken over ophef en gemeenteraadsvragen) is de gelegitimeerde keuze van een redactie die binnen de redactionele vrijheid valt, net zoals de keuze voor de opgevoerde deskundigen en vox-pops. Wel kunnen de keuzes voor de deskundigen, de gebruikte vox pops en daarmee de toon van het item in dit geval eenzijdig genoemd worden. Maar dat kan binnen het publieke bestel, niet elk afzonderlijk item moet altijd alle kanten aan een issue laten zien.
Daarnaast: wie de veelheid aan producties van de betrokken omroep bekijkt komt ook items met een compleet tegengestelde insteek tegen. Dat de omroep, zoals de eindredacteur schrijft, hecht aan pluriformiteit in opvattingen en geluiden kan inderdaad eenvoudig onderbouwd worden.Er is bij PowNed geen sprake van systematische, steeds dezelfde laakbare eenzijdigheid. Hooguit van een voorliefde voor ophef, aan welke kant van een spectrum die zich ook bevindt. De omroep mag die ruimte geven in journalistieke publicaties, maar dat dient dan bij de publieke omroep op basis van de feiten en correcte terminologie en woordgebruik te gebeuren. Bij dat laatste ging het hier niet goed. Het is aan een omroep om mogelijk vervolg te geven aan een uitspraak van de ombudsman. Verzoek is dan aan omroep of programma een klager en de ombudsman daarvan op de hoogte te brengen.
Met vriendelijke groet,
Margo SmitOmbudsman voor de publieke omroepen ombudsman.nl Bart de Graaffweg 2
—– Forwarded Message —–From: Astrid Essed To: Margo Smit <ombudsman@npo.nl>Cc:redactie@powned.nl <redactie@powned.nl>Sent: Tuesday, August 10, 2021, 03:25:20 PM GMT+2Subject: Re: Tendentieuze en belasterende berichtgeving Pownews/Powned]/Uw inzet
AAN:AAN:NPO OMBUDSVROUWMevrouw M. Smit
Onderwerp:Afhandeling van mijn bij de Ombudsvrouw ingediendeklacht over de onjuiste en tendentieuze berichtgeving van PowNed tav””Kakkerlak Tweet-Tweet Israel” van ex politicus en huidig bestuursadviseur van het Stadsdeel Amsterdam Nieuw West, de heer Tofik Dibi
Geachte mevrouw Smit, Vriendelijk bedankt voor uw beantwoording van mijn klacht inde vorm van uw analyse, waarmee u o.a. de Tweet uitspraken vande heer Dibi, te weten [voor het gemak zo genoemd] de ”Kakkerlakken Tweet” en de ”Tweet Israel”[1] tegen het licht hebt gehouden van het echte of vermeende ”anti-semitische karakter van deze uitspraken, alsmede het door mij gewraakte tendentieuze en eenzijdige karakter van de Pownews uitzending.Zie voor de PowNed nieuw uitzending, noot 2 Persoonlijk vond ik uw reactie op mijn klacht rijkelijk laat[definitieve klacht mijnerzijds dd 12 juni [3], uw reactie/analyse van mijn klacht, mij toegestuurd op 6 augustus jongstleden], maar op uw website lees ik onder ”Uitgebreide procedure” onder 11, dat u klagers binnen driemaanden in kennis stelt van uw bevindingen [4] en aangezien u zich daarruim aan gehouden hebt, laat ik het hierbij.
MIJN KLACHT/UW AFHANDELINGTEVREDEN OVER UW AFWIJZING VAN HET ”ANTISEMITISCHEKARAKTER VAN DE TWEETS VAN DE HEER TOFIK DIBI Zoals reeds geschreven gold mijn voornaamste klacht over de PoNed Omroep, dat de ”buikgriep/Israel” en ”Kakkerlakken” tweets vande heer Dibi, in haar berichtgeving als ”anti-semitisch” werden afgeschilderd:Ik citeer”[POWNEWS][Interviewster]”Een opvallende tweet van de altijd zo woke Tofik Dibi:Hij twiiterde er lustig op los en het had een opvallend anti-semitisch karakter….[Presentratrice presenteert in beeld een tweet van Tofik Dibi met als tekst: Tofik@Tofik Dibi Als antwoord op @Tofik Dibi Ik sluit af met de wens, dat alle Kamerleden die met de Israelischevlag [plaatje van de Israelische vlag] op de foto gingen in een doorCIDI georchestreerde goedpraterij show van misdaden tegen de menselijkheid bij hun eerstvolgende terrasbezoek pas na 1 uur geholpen worden in hetEngels en buikgriep krijgen van iets op t menu 8.28 p.m. 21 mei Twitter for iPhone” [5]
Mevrouw Smit, u leest het al in de kop:Ik ben er uiterst tevreden over, dat u mijn klacht in zoverre hebttoegewezen, dat ook u van mening bent, dat de door de heer Dibi gebezigde Tweets, geen anti-semitisch karakter dragen, zoals in hetPownews item werd beweerd. [6] Ik ga uw analyse niet herhalen, dat kunt u zelf, desgewenst, overlezen,wel wil ik u meedelen, dat ik deze volledig deel.Ook deel ik uw mening, dat het ”’buikgriep toewensen” van enkeleTweede Kamerleden, die deelnamen aan een pro Israel demonstratie,”niet fraai” te noemen is.Zelf schreef ik daarover in mijn klachtbrief aan u [en daarbij liet ikmij ook uit over de ”Kakkerlakken tweet” van Dibi]:”Beide Tweets vind ik persoonlijk kinderachtig en weinig verheffend.Zeker een ex politicus zou beter moeten weten.”EN [hier relevant]”Het getuigt van weinig stijl om ze ziektes te gaan toewensen.En ook verwijzingen naar kakkerlakken, in casu Telegraafjournalisten en/of Telegraafhetzes, zijn onacceptabel” [7]Kinderachtig en onacceptabel ja, maar NIET antisemitisch! Fijn, dat u mij daarin gevolgd bent en ik hoop, dat PowNed daar lering uit trekt. VERDERE OPMERKINGEN UWERZIJDSEENZIJDIG KARAKTER BERICHTGEVING Mijn klacht richtte zich ook tegen het eenzijdig karakter vande PowNed berichtgeving, aangezien in het item [en dan refereer ik hier aanbekende spelers in het Midden-Oostendebat], WEL gesproken werd metuitgesproken pro Israel woordvoerders als de voorzitters van het Cidien de hoofdredactrice van het Nieuw Israelitisch Weekblad, maar nietmet meer Israelkritische spelers.U schrijft daarover:”Wel kunnen de keuzes voor de deskundigen, de gebruikte vox pops en daarmee de toon van het item in dit geval eenzijdig genoemd worden. Maar dat kan binnen het publieke bestel, niet elk afzonderlijk item moet altijd alle kanten aan een issue laten zien.” Dat, mevrouw Smit, ben ik niet met u eens, omdat het, juist bij zo’n gevoeligonderwerp als het Midden-Oostenconflict, waarbij nota bene door Pownedde anti-semitisme Kaart werd uitgespeeld, wel degelijk van belang is, ookandere Krachten binnen dit politieke spectrum aan het woord te laten,om een meer evenwichtig beeld te creeren. Maar goed, daarin verschillen wij van mening Voor mij is het belangrijkste, dat ook u het standpunt bent toegedaan, datPowNed ten onrechte de Tofik Dibi tweets als ”anti-semitisch” heeftbestempeld en dat het, zoals u terecht schrijft ”niet goed gegaan is”Laat ik u correct citeren:” De omroep mag die ruimte geven in journalistieke publicaties, maar dat dient dan bij de publieke omroep op basis van de feiten en correcte terminologie en woordgebruik te gebeuren. Bij dat laatste ging het hier niet goed.” Veel waardering voor deze conclusie van u, dus TENSLOTTE PUBLICATIE OP UW WEBSITE:
Twee opmerkingen mijnerzijds nog:Ten eerste: Op de website van de NPO Ombudsman lees ik het volgende:”’ Oordelen en adviezen worden gepubliceerd op de website ombudsman.npo.nl. Op deze manier draagt de ombudsman bij aan het verhogen van de kwaliteit van en het bevorderen van transparantie over het journalistieke werk van de publieke omroepen.” [8] Ik ga ervan uit, dat dit oordeel in de casus Tofik Dibi ookop uw website gepubliceerd wordt.Zou u kunnen aangeven, wanneer ik en andere klagersin de zaak Tofik Dibi daarop kunnen rekenen? VERVOLG AAN UITSPRAAK OMBUDSMAN DOOR OMROEP Ten tweede:U schrijft in uw mailbrief aan mij”Het is aan een omroep om mogelijk vervolg te geven aan een uitspraak van de ombudsman. Verzoek is dan aan omroep of programma een klager en de ombudsman daarvan op de hoogte te brengen.” Op uw website lees ik ””De journalistieke ombudsman is volgens de wet bovendien niet langer een vorm van zelfregulering; de publieke omroepen kunnen zich niet aan onderzoek en analyse van de ombudsman over hun journalistieke producties onttrekken. “ [9] Hieruit concludeer ik, dat er een reactie van PowNed dient tevolgen, die van zodanige aard is, dat hun beweringen, datde Tweets van Dibi ”anti-semitisch” zouden zijn, moetenworden teruggenomen of gecorrigeerd Ik ga er dan ook vanuit, dat dat gebeurt, dat u daarop zult aandringen bij PowNed en dat deze Omroep zich in hetvervolg conscientieuzer zal houden aan de in de Journalistieke Code [10] gestelde criteria. Nogmaals vriendelijk bedankt voor uw afgewogen ennaar mijn mening zeer billijke, analyse Vriendelijke groetenAstrid EssedAmsterdam NOTEN
https://www.youtube.com/watch?v=RgQmAVtjOegREL ROND TOFIK DIBI NA KAKKERKAK-TWEET ISRAEL Tekst [Interview Powned] ”[: ”…Dat hij niet weet, dat Arabische inwoners in dat gebied nota benenaar Tel Aviv emigreren, omdat ze daar hun leven niet zeker zijn. Dus hoe werkt dat in dat hoofd?” [POWNEWS][Interviewster]”Een opvallende tweet van de altijd zo woke Tofik Dibi:Hij twiiterde er lustig op los en het had een opvallend anti-semitisch karakter…. [Presentratrice presenteert in beeld een tweet van Tofik Dibi met als tekst: Tofik@Tofik Dibi Als antwoord op @Tofik Dibi Ik sluit af met de wens, dat alle Kamerleden die met de Israelischevlag [plaatje van de Israelische vlag] op de foto gingen in een doorCIDI georchestreerde goedpraterij show van misdaden tegen de menselijkheid bij hun eerstvolgende terrasbezoek pas na 1 uur geholpen worden in hetEngels en buikgriep krijgen van iets op t menu 8.28 p.m. 21 mei Twitter for iPhone [Vervolg presentratrice 0.23] ”De vraag is:Moet dit verhaal een staartje krijgen?”[Hanna Luden, directrice van het CIDI]:”Ik was verbijsterd, ik ben eigenlijk geschokt.Want ik heb zoiets van die tweets die….hij probeertneem ik aan, hoop ik, dat hij probeert kritiek te uiten, maar het kwamover als haat, niet als kritiek en dat is precies het probleem.”[Esther Voet, hoofdredactrice Nieuw Israelitisch Weekblad]:”Het was werkelijk buiten alle perken, hij had het over…dat iemensen, die bij de demonstratie waren geweest voor Israel, dat ie diebuikpijn toewenste en hij had het ook nog een keertje over….. [Er komt een screenshot van een Tweet van Tofik Dibi in beeld, zie teksthieronder] Tofik@ TofikDibiAls antwoord op @TofikDibiJe tl zodra iemand van de T je adresseert Daaronder een plaatje met door elkaar krioelende kakkerlakken 9.17 p.m. 21 mei 2021 Twitter for iPhone [Esther Voet, hoofdredactrice Nieuw Israelitisch Weekblad]:”…..kakkerlakken. Nou weten we allemaal dat kakkerlakkenongedierte is, het is een ding dat vaak bij antisemieten wordtgenoemd he, Joden zijn kakkerlakken, dus ik stond wel eenbeetje versteld.”[Een voorbijgangster]”Je ziet hier veel Joodse mensen lopen met keppeltjes en zo,maar ik heb begrepen, dat er ook….keppeltje niet durven opte houden, omdat ze bang zijn voor problemen.”[Een voorbijganger] ”Onbegrijpelijk, dat de Gemeente toch eigenlijk zelf eh, in huneigen, hoe noem je dat, personeelsbestand, dat eens moet aankaarten.”[Hanna Luden, directrice van het CIDI]: ”Het is natuurlijk een ex politicus, het is een hoge ambtenaar in Amsterdam,het is een boegbeeld in dezen, en dan moet je goed op je woorden engoed op je beelden passen.”[Esther Voet, hoofdredactrice Nieuw Israelitisch Weekblad]:”Ik begrijp niet wat er in het hoofd van Tofik Dibi omgaat.Hij is binnen de Marokkaanse gemeenschap, staat hij bekend bijvoorbeeldom zijn homosexualiteit, dat hij daar openlijk voor uitkomt, hulde, hulde!, maarhij heeft, hij zegt dingen over Israel, waarvan ik denk, man, heb je ook ooit als homosexueel in Gaza rondgelopen, of in Ramallah rondgelopen.Ik denk, dat hij niet weet, dat Arabische inwoners in dat gebied nota benenaar Tel Aviv emigreren, omdat ze daar hun leven niet zeker zijn, dus hoe werktdat in dat hoofd?[Een voorbijgangster]:”Ik vind het belachelijk, maar ja, heel veel moslims denken er zo over, denk ikJe ziet ook dat in Amsterdam hier ook niet opgetreden wordt, als er vanalles geroepen wordt bij demonstraties tegen de Joden.En dan zeggen ze ”ja, anders gaat het escaleren” , maar ik denk, ik vindhet belachelijk, dat het zomaar kan.”[Hanna Luden, directrice van het CIDI] :’Hij moet heel helder afstand nemen van ….. die zaken, daar moet hij echt heel helder afstand nemen.Nou hoop ik, dat hij het ook gaat doen, want uiteindelijk hebben we met zijn allen als samenleving veel meer aan een discussie, gesprekken, dan aan elkaarcancelen de hele tijd.”[Interviewster vraagt een voorbijgangster]: ”Denkt u, dat hij ook, eh ja, berispt gaat worden of een straf krijgt?”[Voorbijgangster]:”Ik denk het niet. ik denk dat Femke Halsema daar zelf heel uitgesprokenmeningen over heeft …”[Interviewster]”Ja….”[Voorbijgangster]:”En zelf ook met twee maten meet.Maar ja, dat is mijn persoonlijke mening.”[In beeld komen twee opgeplakte posters:Onbekend maakt onbemind?Lees het Joods Tijdschrift 2020-2021 EN daarnaast hangend: ”Buitenreclame geeft geen vervelende pop”[Met bloemetjesachtergrond [Voorbijganger]”De mensen zouden eigenlijk door een aantal mensen gehoord moeten worden, in het openbaar”[Voorbijganger, andere dan voorafgaande]:”Uit de functie zetten. Of excuus aanbieden of anders uit de functie.”[ Esther Voet, hoofdredactrice Nieuw Israelitisch Weekblad]:”Ik denkt, dat het een …straf wordt. Ik heb het gevoel, dat Tofik Dibi nietvoor niets zit op de plek waar hij nu zit, weet je, het hypocriete is ook, datTofik Dibi zich voorstaat op bestrijden van anti-semitisme aan de ene kanten aan de andere kant doet hij het zelf.Dus dit is totaal hypocriet, waarmee hij bezig is.” EINDE INTERVIEW POWNEWS [3] TWEEDE KLACHTMAIL ASTRID ESSED AAN NPO OMBUDSVROUW https://www.astridessed.nl/tofik-dibi-story-tweede-klachtmail-astrid-essed-aan-npo-ombudsvrouw/
[4] 11 ”Binnen drie maanden na ontvangst van een klacht die aanleiding heeft gegeven tot een onderzoek, stelt de ombudsman u in kennis van zijn bevindingen. In het geval dat de ombudsman meer tijd nodig heeft om tot een oordeel te komen, krijgt u daarover een bericht.” OMBUDSMAN NPO/UITGEBREIDE PROCEDURE https://ombudsman.npo.nl/uitgebreide-procedure
”De journalistieke ombudsman is volgens de wet bovendien niet langer een vorm van zelfregulering; de publieke omroepen kunnen zich niet aan onderzoek en analyse van de ombudsman over hun journalistieke producties onttrekken. “
EINDE NOTEN C ANTWOORD OMBUDSVROUW OP MIJN BOVENSTAANDE REACTIE
On Thursday, August 12, 2021, 12:29:20 PM GMT+2, Margo Smit <ombudsman@npo.nl> wrote:
Beste mevrouw Essed, dank voor uw reactie op mijn mail aan u en aan omroep Powned.U vroeg wanneer u een publicatie van mijn analyse op mijn website tegemoet kunt zien, ik hoop dit begin volgende week te kunnen verzorgen (het is geen excuus, maar de ombudsman is een klein team en in vakantietijd chronisch onderbezet). U kunt de uitspraak dan vinden op https://ombudsman.npo.nl/uitspraken-en-columns.. Wat betreft het al dan niet ondernemen van actie door een omroep n.a.v. een onderzoek van de ombudsman versus de door u geciteerde tekst op de website van de ombudsman dat omroepen zich niet aan een onderzoek van de ombudsman kunnen onttrekken: deze tekst heeft betrekking om het meewerken aan een onderzoek (eventueel gesprekken met de ombudsman, eventueel leveren van toelichting of aanvullende documenten of mailwisseling met klagers), en dat heeft Powned in dit geval gedaan (zoals deze omroep dat altijd doet). U vraagt om actie naar aanleiding van een analyse, voortvloeiend uit een oordeel van de ombudsman; dit kan bijvoorbeeld een reactie op de analyse inhouden, of het publiceren van een rectificatie of het verwijderen van content. Het is aan een omroep zelf om eventueel dergelijke stappen te nemen. Ik kan dat als ombudsman statutair niet opleggen, en dat heeft een reden die in de grondwet verankerd is. Alleen de rechter kan in Nederland rectificatie of verwijdering van content afdwingen. Bij zoiets belangrijks als persvrijheid (want daar hebben we het over als het om wijzigen of verwijderen van gepubliceerde journalistieke content gaat) moet je – vinden wij in onze democratie – alleen de in een rechtstaat hoogste instantie (de rechter) deze mogelijkheid geven. Met vriendelijke groet,Margo SmitOmbudsman voor de publieke omroepen ombudsman.nl Bart de Graaffweg 2Postbus 264441202 JJ Hilversum
D MIJN LAATSTE REACTIE OP DE OMBUDSVROUW Astrid Essed To:Margo Smit Cc:redactie@powned.nl Wed, Aug 18 at 2:54 PMAAN: NPO OMBUDSVROUW Mevrouw M. SmitOnderwerp:Afhandeling van mijn bij de Ombudsvrouw ingediende klacht over de onjuiste en tendentieuze berichtgeving van PowNed tav””Kakkerlak Tweet-Tweet Israel” van ex politicus en huidig bestuursadviseur van het Stadsdeel Amsterdam Nieuw West, de heer Tofik Dibi Mijn reactie op recente antwoord Ombudsvrouw aan mijn adres, dd 12 augustus [zie antwoord Ombudsvrouw onder mijn reactiemail]
Geachte mevrouw Smit, Vriendelijk bedankt voor uw reactie op mijn recente antwoord opuw beslissing [mijn reactie geheel onderstaand mijn reactiemail] ENvoor uw snelle reactie, waardoor meer duidelijkheid wordt verschaft.Ik waardeer het, dat ik uw analyse ten aanzien van de qualificatie ”anti-semitisch” van de Tofik Dibi Tweets [die ga ik niet weer noemen, ze zijn u en mij genoegzaam bekend], die door u, terecht en tot mijn voldoening [en die van de andere klagers] als onjuist is bestempeld,binnen afzienbare tijd tegemoet mag zien.Ik zal dat dan ook in de gaten houden. Nog even wil ik tot slot ingaan op twee door u gemaakte opmerkingen: EERSTE PUNT:U schrijft in uw recente mail [dd 12 augustus]”Wat betreft het al dan niet ondernemen van actie door een omroep n.a.v. een onderzoek van de ombudsman versus de door u geciteerde tekst op de website van de ombudsman dat omroepen zich niet aan een onderzoek van de ombudsman kunnen onttrekken: deze tekst heeft betrekking om het meewerken aan een onderzoek (eventueel gesprekken met de ombudsman, eventueel leveren van toelichting of aanvullende documenten of mailwisseling met klagers), en dat heeft Powned in dit geval gedaan (zoals deze omroep dat altijd doet). ”Inderdaad heb ik u bevraagd over een eventueel te nemen actie door Pownedvanwege de volgende zinsnede op uw website””De journalistieke ombudsman is volgens de wet bovendien niet langer een vorm van zelfregulering; de publieke omroepen kunnen zich niet aan onderzoek en analyse van de ombudsman over hun journalistieke producties onttrekken. [1]Bovenstaand antwoord hebt u mij gegeven en ik begrijp uw uitleg.Toch vind ik deze apart, omdat er niet alleen staat, dat de omroepenzich niet aan ONDERZOEK kunnen onttrekken [dat komt overeen metuw opmerking, dat Powned daaraan inderdaad heeft meegewerkt, dat zijdat altijd doen, is voor mij minder relevant, tenslotte zijn ze daar wettelijk toe verplicht, dus is meewerking geen heldendaad], maar ook, dat zijzich niet kunnen onttrekken aan de ANALYSE van de Ombudsman.En daaruit vloeit mijns inziens wel degelijk voort, dat Powned ook stappendient te ondernemen om consequenties te verbinden aan die analyse, zoalsrectificaties en/of excuses, aangezien uit de ANALYSE van de Ombudsman blijkt, dat de Tofik Dibi qualificaties in het geheel niet anti-semitisch zijn.Maar goed, daarin verschillen wij van mening en ik laat het daarbij. TWEEDE PUNT U schrijft in uw mail aan mij:”U vraagt om actie naar aanleiding van een analyse, voortvloeiend uit een oordeel van de ombudsman; dit kan bijvoorbeeld een reactie op de analyse inhouden, of het publiceren van een rectificatie of het verwijderen van content. Het is aan een omroep zelf om eventueel dergelijke stappen te nemen. Ik kan dat als ombudsman statutair niet opleggen, en dat heeft een reden die in de grondwet verankerd is. Alleen de rechter kan in Nederland rectificatie of verwijdering van content afdwingen. Bij zoiets belangrijks als persvrijheid (want daar hebben we het over als het om wijzigen of verwijderen van gepubliceerde journalistieke content gaat) moet je – vinden wij in onze democratie – alleen de in een rechtstaat hoogste instantie (de rechter) deze mogelijkheid geven. ” Mevrouw Smit, uiteraard weet ik, hoe de democratie in de Nederlanden werkt enhoeft mij niet te worden uitgelegd, wat persvrijheid is en de rechten van de pers[artikel 7, Grondwet, zoals wij beiden weten]Die rechten respecteer ik, uiteraard [wie weet dat beter dan de journalist!], maar dat betekent NIET, dat ik met desinformatie accoord ga.Daar staat borg voor de Leidraad voor de Journalistiek [2], die ookterecht door u is aangehaald en uiteraard uw juiste analyse/uitspraak overde ”anti-semitisme” beweringen van Powned.Uiteraard neem ik van u aan, dat de Ombudsvrouw hierin nietregulerend kan optreden [geen rectificatie kan afdwingen], maar onderzoeker als ik ben,heb ik er toch nog even een bron bij gezocht [3]Aan de ene kant begrijpelijk, dat het afdwingen van rectificatie bij de rechter blijft liggen, aan de andere kant jammer, dat de wettelijke versteviging van depositie van de Ombudsman [4], daarin niet voorziet. Mevrouw Smit, ik ga deze briefmail beeindigenNogmaals -en dat blijft het belangrijkste- mijn waardering vooruw juiste analyse ten aanzien van het nieuwsitem van Powned,wat ik als een overwinning zie voor juiste en correcte berichtgevingen tegen pogingen tot karaktermoord, in casu geval Dibi.Ik zie de uitspraak op uw website graag tegemoet. Vriendelijke groetenAstrid EssedAmsterdam NOTEN [1] ”De journalistieke ombudsman is volgens de wet bovendien niet langer een vorm van zelfregulering; de publieke omroepen kunnen zich niet aan onderzoek en analyse van de ombudsman over hun journalistieke producties onttrekken. “WETTELIJKE VERSTEVIGING VOOR POSITIE JOURNALISTIEKE OMBUDSMANhttps://ombudsman.npo.nl/uitspraken-en-columns/wettelijke-versteviging-voor-positie-journalistieke-ombudsman
[3] ” Zoals ook duidelijk wordt uit de tekst van het nieuwe wetsartikel is de macht van de NPO ombudsman beperkt. Het oordeel is niet bindend, rectificat¡es kunnen niet worden afgedwongen.”VILLAMEDIARUIMERE ROL VOOR OMBUDSVROUW NPOJUNI 2021 file:///C:/Users/Essed/Downloads/villamedia_juni_2021.pdf
TWEETS TOFIK DIBI NIET ANTI-SEMITISCH, ALDUS OMBUDSVROUW!/POWNED MOET INBINDEN!/MOOIE OVERWINNING!
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten
NB Het is dus NIET de foto van een Palestijnse jongen, die bij de kraag wordt gegrepen
VOORAF Lezers!U herinnert zich misschien nog, dat ik naar aanleiding van een nieuwsitem vande omroep PowNed, waarin de zogenaamde ”Buikgriep” en ”Kakkerlakkentweets”van ex politicus en huidig bestuursadviseur van de Gemeente Amsterdam, Tofik Dibi als ”anti-semitisch” werden voorgesteld [1], de NPO Ombudsvrouw een klachtmail gestuurd heb. [2]Want ik was van mening, dat ze helemaal niet anti-semitisch waren!Zie noot 3De ”ophef” over dat zogenaamde ”anti-semitisme” hield verband met denasleep van een op 20 mei gehouden pro Israel demonstratie [4]Nu zal die anti-semitisme beschuldiging u niet verbazen, want hoe vaak wordenniet Israel critici [en dat is Tofik Dibi, terecht] voor anti-semiet uitgemaakt?Welnu, ik schreef dus die Klachtmail [5], er volgde een hele klachtenprocedure [zie ook de briefwisseling tussen ondergetekende en Powned [6], maar uiteindelijk kreeg ik een briefvan de Ombudsvrouw [twee maanden later, maar nog binnen de proceduretermijn [7] waarin ik en daarmee ook andere klagers [meer mensen hadden de Ombudsvrouw aangeschreven], in het gelijk gesteld werd, omdatook de Ombudsvrouw van mening was, dat die Tweets niet anti-semitisch waren.Een mooie overwinning dus, die ik vooral zie als een overwinning van dehebbelijkheid van vele zionisten [lieden dus, die de Staat Israel en het zionistisch concept verdedigen] [8], om kritiek op Israel gelijk te stellenmet anti-semitisme, wat PowNed hierbij dan ook nog op een [mag ik het zeggen?] hele dwaze manier deed. [9] LEUK DUS/HAHAHA Zie direct hieronder, boven het notenapparaat een link naar mijn aanvankelijke Klachtmail aan de NPOOmbudsvrouw [A] Daaronder de uiteindelijke reactie/uitspraak van de Ombudsvrouw, inmailvorm [B]En daaronder mijn antwoord aan de Ombudsvrouw. [C] En tenslotte, helemaal onderin de noten uit het stukje hierboven[”Vooraf”] VEEL LEESPLEZIER! Astrid Essed A TOFIK DIBI STORY/WHAT HAPPENED?/KLACHTMAIL AANNPO OMBUDSVROUWASTRID ESSED[Aan Ombudsvrouw verzonden Klachtmail gecopy pasted in onderstaande link] https://www.astridessed.nl/tofik-dibi-story-what-happened-klachtmail-aan-npo-ombudsvrouw/
B
REACTIE/UITSPRAAK NPO OMBUDSVROUW OP KLACHT ASTRID ESSED
On Friday, August 6, 2021, 10:55:56 AM GMT+2, Margo Smit <ombudsman@npo.nl> wrote:
Geachte mevrouw Essed, Enige tijd geleden stuurde u mij een klacht n.a.v. een item van PowNed uit mei 2021. Daarin werd bericht over enkele tweets van Tofik Dibi die door de verslaggever en in het item geïnterviewden als tweets met “een antisemitisch karakter” aangeduid werden. Na doorzenden door mij antwoordde de eindredacteur van PowNed u. Op één onderdeel (vermeend niet vragen om wederhoor) nam hij uw klacht weg, uw overige punten (onethische, onjuiste en tendentieuze journalistiek, in strijd met de beginselen van de Leidraad van de Raad voor de Journalistiek) handhaaft u. Ik laat de kwalificaties aan u, ik leg de berichtgeving langs de Journalistieke Code. Ik stuur de analyse n.a.v. uw klacht zowel naar de omroep als naar u.In het item werden twee tweets van Dibi als antisemitisch bestempeld. U stelde dat daar geen bewijs voor is. Door ze zo wel te kwalificeren maakt PowNed een associatie tussen Dibi en antisemitisme die onjuist, gekleurd en partijdig is waar journalistieke producties bij de publieke omroep, ook volgens de eigen Journalistieke Code, feitelijk juist, onpartijdig en fair dienen te zijn. Niet antisemitischOm de kwalificatie ‘antisemitisch’ te rechtvaardigen zouden de tweets – volgens de betekenis van de term volgens zeer diverse bronnen (waaronder woordenboeken, encyclopedieën, CIDI, antiseminisme.nu (website onder verantwoordelijkheid van het NIOD), IHRA) – moeten getuigen van Jodenhaat of een perceptie geven van Joden die zich uit als haat tegen Joden, een anti-Joodse overtuiging uitdragen of gebaseerd zijn op stereotypen over Joden. – De eerste tweet gaat over Tweede Kamerleden die bij een bijeenkomst op de foto gingen met een Israëlische vlag en de schrijver wenst hen buikgriep toe. Niet fraai. Maar kritisch over de opstelling van de Kamerleden, het CIDI en Israël en niet anti-Joods. Dergelijke kritiek is niet per definitie antisemitisch en deze tweet voldoet niet aan de definitie. – Bij de tweede tweet wordt een foto van kakkerlakken gebruikt bij een zin over De Telegraaf. Door de vaker gelegde connectie tussen kakkerlakken en een stereotype aanduiding van Joden als ‘ongedierte’ dat bestreden moet worden zóu deze tweet met enige geestelijke gymnastiek als antisemitisch begrepen kunnen worden, maar dat kost enkele stappen. Je moet dan ook nog de associatie van De Telegraaf met Amsterdam en Joden maken. (Overigens geeft de afzender in een vervolgtweet expliciet aan dat de tweet niet naar joodse mensen verwees, maar die extra uitleg was blijkbaar nodig en kwam een week na de PowNed-uitzending.)De tweets kunnen dus niet (of niet simpelweg) als antisemitisch gekwalificeerd worden. Het mag de mening van sprekers in een item zijn (over die mening gaat de ombudsman niet), maar dat moet dan duidelijk gemaakt worden en aan hen toegeschreven worden. Dat kan in de vorm van een quote, zoals in het item gebeurt. Maar in dit geval neemt de verslaggever als eerste de kwalificatie voor haar rekening, zij poneert de term ‘antisemitisch karakter’ en de deskundigen en vox pop reageren. De verslaggever heeft zich volgens de journalistieke code aan de feiten (en dus de definitie) te houden, en dat gebeurt hier niet. Redactionele vrijheidDe eindredacteur van PowNed gaat in zijn antwoord aan u niet in op het niet juist zijn van de aanduiding ‘antisemitisch karakter’ van de tweets. Wel geeft hij aan dat het item wilde ingaan op de ophef en vragen in de Amsterdamse gemeenteraad over de tweets, en daarop ‘kundig’ geachte mensen en ‘de stem van het volk’ liet reageren. Een aanpak en journalistieke instrumenten die andere programma’s en omroepen ook kiezen, ‘wij zijn daarin niet anders’ dan andere media, schrijft hij.Dat laatste doet niet ter zake, en dat is ook niet waar uw klacht zich op richt. Het eerste (een item maken over ophef en gemeenteraadsvragen) is de gelegitimeerde keuze van een redactie die binnen de redactionele vrijheid valt, net zoals de keuze voor de opgevoerde deskundigen en vox-pops. Wel kunnen de keuzes voor de deskundigen, de gebruikte vox pops en daarmee de toon van het item in dit geval eenzijdig genoemd worden. Maar dat kan binnen het publieke bestel, niet elk afzonderlijk item moet altijd alle kanten aan een issue laten zien.Daarnaast: wie de veelheid aan producties van de betrokken omroep bekijkt komt ook items met een compleet tegengestelde insteek tegen. Dat de omroep, zoals de eindredacteur schrijft, hecht aan pluriformiteit in opvattingen en geluiden kan inderdaad eenvoudig onderbouwd worden.Er is bij PowNed geen sprake van systematische, steeds dezelfde laakbare eenzijdigheid. Hooguit van een voorliefde voor ophef, aan welke kant van een spectrum die zich ook bevindt. De omroep mag die ruimte geven in journalistieke publicaties, maar dat dient dan bij de publieke omroep op basis van de feiten en correcte terminologie en woordgebruik te gebeuren. Bij dat laatste ging het hier niet goed. Het is aan een omroep om mogelijk vervolg te geven aan een uitspraak van de ombudsman. Verzoek is dan aan omroep of programma een klager en de ombudsman daarvan op de hoogte te brengen. Met vriendelijke groet, Margo SmitOmbudsman voor de publieke omroepen ombudsman.nl Bart de Graaffweg 2Postbus 264441202 JJ Hilversum
C
ANTWOORD ASTRID ESSED OP REACTIE OMBUDSVROUW From: Astrid Essed To: Margo Smit <ombudsman@npo.nl>Cc:redactie@powned.nl <redactie@powned.nl>Sent: Tuesday, August 10, 2021, 03:25:20 PM GMT+2Subject: Re: Tendentieuze en belasterende berichtgeving Pownews/Powned]/Uw inzet
AAN:AAN:NPO OMBUDSVROUWMevrouw M. Smit
Onderwerp:Afhandeling van mijn bij de Ombudsvrouw ingediendeklacht over de onjuiste en tendentieuze berichtgeving van PowNed tav””Kakkerlak Tweet-Tweet Israel” van ex politicus en huidig bestuursadviseur van het Stadsdeel Amsterdam Nieuw West, de heer Tofik Dibi
Geachte mevrouw Smit, Vriendelijk bedankt voor uw beantwoording van mijn klacht inde vorm van uw analyse, waarmee u o.a. de Tweet uitspraken vande heer Dibi, te weten [voor het gemak zo genoemd] de ”Kakkerlakken Tweet” en de ”Tweet Israel”[1] tegen het licht hebt gehouden van het echte of vermeende ”anti-semitische karakter van deze uitspraken, alsmede het door mij gewraakte tendentieuze en eenzijdige karakter van de Pownews uitzending.Zie voor de PowNed nieuw uitzending, noot 2 Persoonlijk vond ik uw reactie op mijn klacht rijkelijk laat[definitieve klacht mijnerzijds dd 12 juni [3], uw reactie/analyse van mijn klacht, mij toegestuurd op 6 augustus jongstleden], maar op uw website lees ik onder ”Uitgebreide procedure” onder 11, dat u klagers binnen driemaanden in kennis stelt van uw bevindingen [4] en aangezien u zich daarruim aan gehouden hebt, laat ik het hierbij.
MIJN KLACHT/UW AFHANDELINGTEVREDEN OVER UW AFWIJZING VAN HET ”ANTISEMITISCHEKARAKTER VAN DE TWEETS VAN DE HEER TOFIK DIBI Zoals reeds geschreven gold mijn voornaamste klacht over de PoNed Omroep, dat de ”buikgriep/Israel” en ”Kakkerlakken” tweets vande heer Dibi, in haar berichtgeving als ”anti-semitisch” werden afgeschilderd:Ik citeer”[POWNEWS][Interviewster]”Een opvallende tweet van de altijd zo woke Tofik Dibi:Hij twiiterde er lustig op los en het had een opvallend anti-semitisch karakter….[Presentratrice presenteert in beeld een tweet van Tofik Dibi met als tekst: Tofik@Tofik Dibi Als antwoord op @Tofik Dibi Ik sluit af met de wens, dat alle Kamerleden die met de Israelischevlag [plaatje van de Israelische vlag] op de foto gingen in een doorCIDI georchestreerde goedpraterij show van misdaden tegen de menselijkheid bij hun eerstvolgende terrasbezoek pas na 1 uur geholpen worden in hetEngels en buikgriep krijgen van iets op t menu 8.28 p.m. 21 mei Twitter for iPhone” [5]
Mevrouw Smit, u leest het al in de kop:Ik ben er uiterst tevreden over, dat u mijn klacht in zoverre hebttoegewezen, dat ook u van mening bent, dat de door de heer Dibi gebezigde Tweets, geen anti-semitisch karakter dragen, zoals in hetPownews item werd beweerd. [6] Ik ga uw analyse niet herhalen, dat kunt u zelf, desgewenst, overlezen,wel wil ik u meedelen, dat ik deze volledig deel.Ook deel ik uw mening, dat het ”’buikgriep toewensen” van enkeleTweede Kamerleden, die deelnamen aan een pro Israel demonstratie,”niet fraai” te noemen is.Zelf schreef ik daarover in mijn klachtbrief aan u [en daarbij liet ikmij ook uit over de ”Kakkerlakken tweet” van Dibi]:”Beide Tweets vind ik persoonlijk kinderachtig en weinig verheffend.Zeker een ex politicus zou beter moeten weten.”EN [hier relevant]”Het getuigt van weinig stijl om ze ziektes te gaan toewensen.En ook verwijzingen naar kakkerlakken, in casu Telegraafjournalisten en/of Telegraafhetzes, zijn onacceptabel” [7]Kinderachtig en onacceptabel ja, maar NIET antisemitisch! Fijn, dat u mij daarin gevolgd bent en ik hoop, dat PowNed daar lering uit trekt. VERDERE OPMERKINGEN UWERZIJDSEENZIJDIG KARAKTER BERICHTGEVING Mijn klacht richtte zich ook tegen het eenzijdig karakter vande PowNed berichtgeving, aangezien in het item [en dan refereer ik hier aanbekende spelers in het Midden-Oostendebat], WEL gesproken werd metuitgesproken pro Israel woordvoerders als de voorzitters van het Cidien de hoofdredactrice van het Nieuw Israelitisch Weekblad, maar nietmet meer Israelkritische spelers.U schrijft daarover:”Wel kunnen de keuzes voor de deskundigen, de gebruikte vox pops en daarmee de toon van het item in dit geval eenzijdig genoemd worden. Maar dat kan binnen het publieke bestel, niet elk afzonderlijk item moet altijd alle kanten aan een issue laten zien.” Dat, mevrouw Smit, ben ik niet met u eens, omdat het, juist bij zo’n gevoeligonderwerp als het Midden-Oostenconflict, waarbij nota bene door Pownedde anti-semitisme Kaart werd uitgespeeld, wel degelijk van belang is, ookandere Krachten binnen dit politieke spectrum aan het woord te laten,om een meer evenwichtig beeld te creeren. Maar goed, daarin verschillen wij van mening Voor mij is het belangrijkste, dat ook u het standpunt bent toegedaan, datPowNed ten onrechte de Tofik Dibi tweets als ”anti-semitisch” heeftbestempeld en dat het, zoals u terecht schrijft ”niet goed gegaan is”Laat ik u correct citeren:” De omroep mag die ruimte geven in journalistieke publicaties, maar dat dient dan bij de publieke omroep op basis van de feiten en correcte terminologie en woordgebruik te gebeuren. Bij dat laatste ging het hier niet goed.” Veel waardering voor deze conclusie van u, dus TENSLOTTE PUBLICATIE OP UW WEBSITE:
Twee opmerkingen mijnerzijds nog:Ten eerste: Op de website van de NPO Ombudsman lees ik het volgende:”’ Oordelen en adviezen worden gepubliceerd op de website ombudsman.npo.nl. Op deze manier draagt de ombudsman bij aan het verhogen van de kwaliteit van en het bevorderen van transparantie over het journalistieke werk van de publieke omroepen.” [8] Ik ga ervan uit, dat dit oordeel in de casus Tofik Dibi ookop uw website gepubliceerd wordt.Zou u kunnen aangeven, wanneer ik en andere klagersin de zaak Tofik Dibi daarop kunnen rekenen? VERVOLG AAN UITSPRAAK OMBUDSMAN DOOR OMROEP Ten tweede:U schrijft in uw mailbrief aan mij”Het is aan een omroep om mogelijk vervolg te geven aan een uitspraak van de ombudsman. Verzoek is dan aan omroep of programma een klager en de ombudsman daarvan op de hoogte te brengen.” Op uw website lees ik ””De journalistieke ombudsman is volgens de wet bovendien niet langer een vorm van zelfregulering; de publieke omroepen kunnen zich niet aan onderzoek en analyse van de ombudsman over hun journalistieke producties onttrekken. “ [9] Hieruit concludeer ik, dat er een reactie van PowNed dient tevolgen, die van zodanige aard is, dat hun beweringen, datde Tweets van Dibi ”anti-semitisch” zouden zijn, moetenworden teruggenomen of gecorrigeerd Ik ga er dan ook vanuit, dat dat gebeurt, dat u daarop zult aandringen bij PowNed en dat deze Omroep zich in hetvervolg conscientieuzer zal houden aan de in de Journalistieke Code [10] gestelde criteria. Nogmaals vriendelijk bedankt voor uw afgewogen ennaar mijn mening zeer billijke, analyse Vriendelijke groetenAstrid EssedAmsterdam NOTEN
[1]
”BUIKGRIEP” TWEET [TWEET ISRAEL]
https://twitter.com/tofikdibi?lang=en
De ‘buikgriep-tweet’ van Tofik Dibi.
”KAKKERLAKKEN” TWEET
https://twitter.com/tofikdibi?lang=en
De ‘kakkerlakken-tweet’ van Tofik Dibi.
[2]
REL ROND TOFIK DIBI NA KAKKERKAK-TWEET ISRAEL Tekst [Interview Powned] ”[: ”…Dat hij niet weet, dat Arabische inwoners in dat gebied nota benenaar Tel Aviv emigreren, omdat ze daar hun leven niet zeker zijn. Dus hoe werkt dat in dat hoofd?” [POWNEWS][Interviewster]”Een opvallende tweet van de altijd zo woke Tofik Dibi:Hij twiiterde er lustig op los en het had een opvallend anti-semitisch karakter…. [Presentratrice presenteert in beeld een tweet van Tofik Dibi met als tekst: Tofik@Tofik Dibi Als antwoord op @Tofik Dibi Ik sluit af met de wens, dat alle Kamerleden die met de Israelischevlag [plaatje van de Israelische vlag] op de foto gingen in een doorCIDI georchestreerde goedpraterij show van misdaden tegen de menselijkheid bij hun eerstvolgende terrasbezoek pas na 1 uur geholpen worden in hetEngels en buikgriep krijgen van iets op t menu 8.28 p.m. 21 mei Twitter for iPhone [Vervolg presentratrice 0.23] ”De vraag is:Moet dit verhaal een staartje krijgen?”[Hanna Luden, directrice van het CIDI]:”Ik was verbijsterd, ik ben eigenlijk geschokt.Want ik heb zoiets van die tweets die….hij probeertneem ik aan, hoop ik, dat hij probeert kritiek te uiten, maar het kwamover als haat, niet als kritiek en dat is precies het probleem.”[Esther Voet, hoofdredactrice Nieuw Israelitisch Weekblad]:”Het was werkelijk buiten alle perken, hij had het over…dat iemensen, die bij de demonstratie waren geweest voor Israel, dat ie diebuikpijn toewenste en hij had het ook nog een keertje over….. [Er komt een screenshot van een Tweet van Tofik Dibi in beeld, zie teksthieronder] Tofik@ TofikDibi
Als antwoord op @TofikDibiJe tl zodra iemand van de T je adresseert Daaronder een plaatje met door elkaar krioelende kakkerlakken 9.17 p.m. 21 mei 2021 Twitter for iPhone [Esther Voet, hoofdredactrice Nieuw Israelitisch Weekblad]:”…..kakkerlakken. Nou weten we allemaal dat kakkerlakkenongedierte is, het is een ding dat vaak bij antisemieten wordtgenoemd he, Joden zijn kakkerlakken, dus ik stond wel eenbeetje versteld.”[Een voorbijgangster]”Je ziet hier veel Joodse mensen lopen met keppeltjes en zo,maar ik heb begrepen, dat er ook….keppeltje niet durven opte houden, omdat ze bang zijn voor problemen.”[Een voorbijganger] ”Onbegrijpelijk, dat de Gemeente toch eigenlijk zelf eh, in huneigen, hoe noem je dat, personeelsbestand, dat eens moet aankaarten.”[Hanna Luden, directrice van het CIDI]: ”Het is natuurlijk een ex politicus, het is een hoge ambtenaar in Amsterdam,het is een boegbeeld in dezen, en dan moet je goed op je woorden engoed op je beelden passen.”[Esther Voet, hoofdredactrice Nieuw Israelitisch Weekblad]:”Ik begrijp niet wat er in het hoofd van Tofik Dibi omgaat.Hij is binnen de Marokkaanse gemeenschap, staat hij bekend bijvoorbeeldom zijn homosexualiteit, dat hij daar openlijk voor uitkomt, hulde, hulde!, maarhij heeft, hij zegt dingen over Israel, waarvan ik denk, man, heb je ook ooit als homosexueel in Gaza rondgelopen, of in Ramallah rondgelopen.Ik denk, dat hij niet weet, dat Arabische inwoners in dat gebied nota benenaar Tel Aviv emigreren, omdat ze daar hun leven niet zeker zijn, dus hoe werktdat in dat hoofd?[Een voorbijgangster]:”Ik vind het belachelijk, maar ja, heel veel moslims denken er zo over, denk ikJe ziet ook dat in Amsterdam hier ook niet opgetreden wordt, als er vanalles geroepen wordt bij demonstraties tegen de Joden.En dan zeggen ze ”ja, anders gaat het escaleren” , maar ik denk, ik vindhet belachelijk, dat het zomaar kan.”[Hanna Luden, directrice van het CIDI] :’Hij moet heel helder afstand nemen van ….. die zaken, daar moet hij echt heel helder afstand nemen.Nou hoop ik, dat hij het ook gaat doen, want uiteindelijk hebben we met zijn allen als samenleving veel meer aan een discussie, gesprekken, dan aan elkaarcancelen de hele tijd.”[Interviewster vraagt een voorbijgangster]: ”Denkt u, dat hij ook, eh ja, berispt gaat worden of een straf krijgt?”[Voorbijgangster]:”Ik denk het niet. ik denk dat Femke Halsema daar zelf heel uitgesprokenmeningen over heeft …”[Interviewster]”Ja….”[Voorbijgangster]:”En zelf ook met twee maten meet.Maar ja, dat is mijn persoonlijke mening.”[In beeld komen twee opgeplakte posters:Onbekend maakt onbemind?Lees het Joods Tijdschrift 2020-2021 EN daarnaast hangend: ”Buitenreclame geeft geen vervelende pop”[Met bloemetjesachtergrond [Voorbijganger]”De mensen zouden eigenlijk door een aantal mensen gehoord moeten worden, in het openbaar”[Voorbijganger, andere dan voorafgaande]:”Uit de functie zetten. Of excuus aanbieden of anders uit de functie.”[ Esther Voet, hoofdredactrice Nieuw Israelitisch Weekblad]:”Ik denkt, dat het een …straf wordt. Ik heb het gevoel, dat Tofik Dibi nietvoor niets zit op de plek waar hij nu zit, weet je, het hypocriete is ook, datTofik Dibi zich voorstaat op bestrijden van anti-semitisme aan de ene kanten aan de andere kant doet hij het zelf.Dus dit is totaal hypocriet, waarmee hij bezig is.”
EINDE INTERVIEW POWNEWS
[3]
TWEEDE KLACHTMAIL ASTRID ESSED AAN NPO OMBUDSVROUW
11 ”Binnen drie maanden na ontvangst van een klacht die aanleiding heeft gegeven tot een onderzoek, stelt de ombudsman u in kennis van zijn bevindingen. In het geval dat de ombudsman meer tijd nodig heeft om tot een oordeel te komen, krijgt u daarover een bericht.”
”De journalistieke ombudsman is volgens de wet bovendien niet langer een vorm van zelfregulering; de publieke omroepen kunnen zich niet aan onderzoek en analyse van de ombudsman over hun journalistieke producties onttrekken. “
WAT VOORAF GING Het item is een vervolg op een al eerder ingezette aanval op Dibi. Die vindt zijn oorsprong in een demonstratie op 20 mei in Den Haag: terwijl Israëlische bommen Gaza op zijn grondvesten doen schudden, ook Israëlische plaatsen onder vuur liggen en in Israëlische steden gevechten uitbreken tussen Joodse en Palestijnse Israëli’s, organiseert het CIDI een demonstratie onder het motto ‘vóór Israël, tegen Hamas’…….” Onder de aanwezigen zijn ook vijf Tweede Kamerleden van partijen die de gewelddadige Israëlische overheersing van de Palestijnen onvoorwaardelijk steunen: de PVV, SGP, ChristenUnie, Groep Van Haga en JA21. Samen met de VVD, Forum voor Democratie en vaak ook het CDA vormen zij het parlementaire smaldeel van de Israël-lobby. De vijf laten zich fotograferen met grote Israëlische vlaggen, een demonstratief statement dat voorspelbaar weerzin oproept – nog maar kort daarvoor had een speldje met de Palestijnse vlag op het jasje van Sylvana Simons (BIJ1) al tot ophef geleid (dat Geert Wilders diezelfde dag een speldje met de Israëlische vlag droeg bleef overigens vrijwel onopgemerkt).
Tofik Dibi is een van degenen die zijn weerzin laat blijken over de solidariteit die de vijf volksvertegenwoordigers aan het Israëlische bezettings- en apartheidsregime betuigen. Op Twitter wenst hij het vijftal toe dat zij bij een bezoek aan een terras een uur op hun beurt moeten wachten, in het Engels bediend worden en aan hun consumpties buikgriep overhouden.
Het komt Dibi op Twitter direct op grove verwensingen te staan, en nadat ook Telegraaf-journalist Mike Muller hem aanvalt krijgt hij een bataljon zogenoemde trollen achter zich aan. Daarop plaatst Dibi een foto van kakkerlakken met de verklarende tekst: ‘Je tl [tijdlijn] zodra iemand van de T [Telegraaf] je adresseert.’THE RIGHTS FORUMPOWNEWS BESCHULDIGT TOFIK DIBI ONGEFUNDEERDVAN ANTISEMITISME4 JUNI 2021 https://rightsforum.org/nieuws/pownews-beschuldigt-tofik-dibi-ongefundeerd-van-antisemitisme/
11 ”Binnen drie maanden na ontvangst van een klacht die aanleiding heeft gegeven tot een onderzoek, stelt de ombudsman u in kennis van zijn bevindingen. In het geval dat de ombudsman meer tijd nodig heeft om tot een oordeel te komen, krijgt u daarover een bericht.”
DE POWNEWS BEWERING VAN ”ANTISEMITISCHE TWEETS”VAN TOFIK DIBI
[POWNEWS][Interviewster]”Een opvallende tweet van de altijd zo woke Tofik Dibi:Hij twiiterde er lustig op los en het had een opvallend anti-semitisch karakter…. [Presentratrice presenteert in beeld een tweet van Tofik Dibi met als tekst: Tofik@Tofik Dibi Als antwoord op @Tofik Dibi Ik sluit af met de wens, dat alle Kamerleden die met de Israelischevlag [plaatje van de Israelische vlag] op de foto gingen in een doorCIDI georchestreerde goedpraterij show van misdaden tegen de menselijkheid bij hun eerstvolgende terrasbezoek pas na 1 uur geholpen worden in hetEngels en buikgriep krijgen van iets op t menu 8.28 p.m. 21 mei Twitter for iPhone
Uw berichtgeving dd 19 juli 2021 ”Ben & Jerry’s weg uit bezet gebied”
Geachte Redactie,
Hoewel uw berichtgeving over het Midden-Oostenconflict voorzichtig begint
te verbeteren [1] bent u er nog niet.
Nog lang niet.
Ik verwijs hier naar uw recente berichtgeving dd 19 juli jongstleden:
””Ben & Jerry’s weg uit bezet gebied”
Zie voor de tekst van het bericht, direct onder deze mailbrief
Maar eerst een blijk van waardering, voor uw titel:
”Ben & Jerry’s weg uit bezet gebied.”
DAT is de enige juiste aanduiding voor ”De Palestijnse Gebieden” en
daarvoor verdient u een compliment, omdat uw berichtgeving de
terminologie ”bezette gebieden” in het verleden ook weleens, ten onrechte,
achterwege heeft gelaten. [2]
Tot zover dus een compliment
Nu datgene waarin u-en dat is niet de eerste keer- [3] in de
fout gegaan bent:
GEEN ”HUIZEN”, MAAR NEDERZETTINGEN!
In de tweede alinea van uw berichtgeving vermeldt u:
”De actie van de ijsmaker, die onderdeel is van multinationalUnilever, is een van de meest in het oog springende acties van eeninternationaal bedrijf tegen de Israelische politiek om huizen te bouwenin de gebieden, die zijn veroverd in de oorlog van 1967.”[Zie direct hieronder]Met een dergelijke formulering gaat u opnieuw de fout in, want dooru wordt gesuggereerd, dat [ik citeer u] ”De Israelische politiekom huizen te bouwen in de gebieden, die zijn veroverd in de oorlog van 1967”,slechts om huizenbouw zou gaan en meer niet.To be fair:U vermeldt er WEL bij ”in de gebieden, die zijn veroverd in de oorlog van 1967”,waardoor menige lezer zal twijfelen aan het legitieme karakter van deze ”huizenbouw”, maar dat is nog niet hetzelfde als een internationaleveroordeling en daarom, op zijn zachtst gezegd, misleidend en onvolledig. DE ILLEGALITEIT VAN DE NEDERZETTINGEN Om te beginnen:Hoewel er inderdaad huizen worden gebouwd, is de term in ditverband onjuist, omdat het iets normaals en legitiems suggereert.En dat is het dus niet: De sinds eind zestiger jaren in bezet Palestijns gebied gebouwde nederzettingen, zijn in strijd met het Internationaal Recht!Volgens artikel 49, 4e Conventie van Geneve en het Haags Verdrag van1907! [4]Behalve uiteraard Israel en nu ook de VS [5] een algemeenerkend internationaalrechtelijk principe, ook door de EU, die de illegaliteit van de nederzettingen keer op keer heeft bekrachtigd. [6] Maar laat ik het, naast internationaalrechtelijke bepalingen, in gewone mensentaal zeggen.Die nederzettingen zijn aan de Palestijnen ontstolen gebied.Want in bezet Palestijns gebied wordt nog dagelijks land onteigend, de bewoners eraf gegooid ten behoeve van kolonisten uit Israel,die er niet alleen wonen, maar ook niet zelden de plaatselijke bezette bevolking terroriseren, vaak ook nog eens gesteund door het Israelische leger, zoals u in de berichtgeving van de Israelische mensenrechtenorganisatie Btselem kunt lezen! [7]Ordinaire landdiefstal en terreur dus!
CONCLUSIE Vandaar, nogmaals een dringend beroep op u, voortaan duidelijkde illegaliteit van de nederzettingen in bezet Palestijns gebied te vermelden!Daarvoor is het meer dan Hoog Tijd, vindt u zelf ook niet?
Vriendelijke groetenAstrid EssedAmsterdam
NOS TELETEKSTBERICHTGEVINGUITGESCHREVEN NOS TELETEKSTBERICHT NOS TELETEKSTBEN & JERRY’S WEG UIT BEZET GEBIED https://teletekst-data.nos.nl/webplus?p=127 De Amerikaanse ijsmaker Ben & Jerry’s stopt eind volgend jaarmet de verkoop van ijs in de door Israel bezette Palestijnse gebieden.De verkoop is in strijd met de waarden van het bedrijf, schrijft Ben & Jerry’s.
De actie van de ijsmaker, die onderdeel is van multinationalUnilever, is een van de meest in het oog springende acties van eeninternationaal bedrijf tegen de Israelische politiek om huizen te bouwenin de gebieden, die zijn veroverd in de oorlog van 1967.
De Israelische premier Bennett noemt de stap van Ben & Jerry’s optwitter ”moreel verkeerd” en ”anti-Israel” EINDE NOS TELETEKSTBERICHT
Ben & Jerry's weg uit bezet gebied
De Amerikaanse ijsmaker Ben & Jerry's
stopt eind volgend jaar met de verkoop
van ijs in de door Israël bezette
Palestijnse gebieden.De verkoop is in
strijd met de waarden van het bedrijf,
schrijft Ben & Jerry's.
De actie van de ijsmaker,die onderdeel
is van multinational Unilever,is een
van de meest in het oog springende
acties van een internationaal bedrijf
tegen de Israëlische politiek om huizen
te bouwen in de gebieden die zijn
veroverd in de oorlog van 1967.
De Israëlische premier Bennett noemt de
stap van Ben & Jerry's op Twitter
"moreel verkeerd" en "anti-Israël".
The establishment of the settlements contravenes international humanitarian law (IHL), which states that an occupying power may not relocate its own citizens to the occupied territory or make permanent changes to that territory, unless these are needed for imperative military needs, in the narrow sense of the term, or undertaken for the benefit of the local population.
”Individual or mass forcible transfers, as well as deportations of protected persons from occupied territory to the territory of the Occupying Power or to that of any other country, occupied or not, are prohibited, regardless of their motive.” ARTICLE 49, FOURTH GENEVA CONVENTION
”De Staat, die een gebied bezet heeft, mag zich slechts beschouwen als beheerder en vruchtgebruiker der openbare gebouwen, onroerende eigendommen, bosschen en landbouwondernemingen, welke aan den vijandelijken Staat behooren en zich in de bezette landstreek bevinden. Hij moet het grondkapitaal dier eigendommen in zijn geheel laten en die overeenkomstig de regelen van het vruchtgebruik beheeren.”
IN HET ENGELS Art. 55. The occupying State shall be regarded only as administrator and usufructuary of public buildings, real estate, forests, and agricultural estates belonging to the hostile State, and situated in the occupied country. It must safeguard the capital of these properties, and administer them in accordance with the rules of usufruct.
CONVENTION RESPECTING THE LAWS AND CUSTOMS OF WARON LAND AND ITS ANNEX: REGULATIONS CONCERNINGTHE LAWS AND CUSTOMS OF WAR ON LAND
Israel’s policy of settling its civilians in occupied Palestinian territory and displacing the local population contravenes fundamental rules of international humanitarian law.
Article 49 of the Fourth Geneva Convention states: “The Occupying Power shall not deport or transfer parts of its own civilian population into the territory it occupies.” It also prohibits the “individual or mass forcible transfers, as well as deportations of protected persons from occupied territory”.
De Verenigde Staten beschouwen Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever niet langer als strijdig met het internationaal recht. Minister van Buitenlandse Zaken Pompeo heeft de koerswijziging bekendgemaakt.
De stap volgt in een reeks pro-Israëlische beslissingen van de regering van president Trump. Eerder besloot de Amerikaanse president om Jeruzalem te erkennen als de ongedeelde hoofdstad van Israël en de Amerikaanse ambassade erheen te verplaatsen. Daarna heeft hij de financiële steun aan de Palestijnen stopgezet. In maart erkende de president de annexatie van de Golanhoogten, die Israël in 1967 veroverde op Syrië.
Hindernis
De Israëlische premier Netanyahu spreekt zijn waardering uit voor de Amerikaanse stap. Hij noemt het “een belangrijke maatregel die een historische fout corrigeert”. Israël blijft bereid tot vredesonderhandelingen met de Palestijnen, maar zal blijven afwijzen dat sprake is van illegale nederzettingen, aldus Netanyahu.
De Palestijnse president Abbas zegt in reactie dat de VS zijn geloofwaardigheid om een rol te spelen in het vredesproces heeft verloren.
Ook de Palestijnse politica Hanan Ashrawi veroordeelt de Amerikaanse koerswijziging. Volgens haar is het “een nieuwe klap voor het internationale recht, gerechtigheid en vrede”.
De Europese Unie en de meerderheid van de internationale gemeenschap achten de nederzettingen volgens internationaal recht illegaal. En dat blijft zo, liet EU-buitenlandchef Mogherini weten in een verklaring.
Vorige week oordeelde het Europees Hof voor Justitie nog dat levensmiddelen uit Israëlische nederzettingen niet langer het label ‘made in Israel’ mogen dragen.
Tweestatenoplossing
De EU ziet de Israëlische nederzettingen net als internationale organisaties als de Verenigde Naties als een grote hindernis voor een oplossing van het conflict met de Palestijnen. Zij beschouwen de bezette Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem als essentiële onderdelen van een toekomstige Palestijnse staat.
In de verklaring roept Mogherini Israël op om te stoppen met de uitbreiding van nederzettingen.
In 2016 nam de VN-Veiligheidsraad een resolutie aan waarin van Israël wordt geëist dat het stopt met bouwen in nederzettingen, “een flagrante schending” van het internationaal recht. De VS, onder president Obama, koos toen voor een koerswijziging en blokkeerde de resolutie niet maar onthield zich van stemming. De Amerikaanse VN-ambassadeur van destijds zei dat de nederzettingen een tweestatenoplossing in de weg staan.
Israël bezette de gebieden in 1967. Sindsdien groeide het aantal Israëlische kolonisten er tot meer dan 600.000.
EINDE NOS BERICHT
[6]
””De Europese Unie liet weten vast te houden aan het standpunt dat nederzettingen illegaal zijn en schadelijk voor het vredesproces.”
Het besluit van de Amerikaanse regering om Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever niet meer als illegaal te beschouwen, heeft geleid tot internationale kritiek. De Palestijnse Autoriteit wil de kwestie voorleggen aan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
De Amerikaanse minister Mike Pompeo (Buitenlandse Zaken) zei maandag dat nederzettingen in bezette gebieden “niet per se strijdig zijn met internationale wetgeving”. Dat is volgens hem vooral een kwestie voor Israëlische rechtbanken. Pompeo wil Israël en de Palestijnen zo meer ruimte geven om te onderhandelen over de status van dergelijke gebieden.
Het besluit leidde tot verheugde reacties in Israël, maar Pompeo kreeg vanuit de internationale gemeenschap weinig bijval. Rusland stelde dinsdag dat het besluit de spanningen tussen Israël en de Palestijnen verder zal doen oplopen. De Arabische Liga sprak over een “zeer negatieve ontwikkeling”. De Europese Unie liet weten vast te houden aan het standpunt dat nederzettingen illegaal zijn en schadelijk voor het vredesproces.
Uw berichtgeving dd 27 april 2021 ”HRW: Israel schuldig aan apartheid”
Geachte Redactie,De walrus sprak:De tijd is daar Om over allerlei te praten”Een schoen, een schip, een kandelaar,Of koningen ook liegenEn of de zee soms koken kanEn een biggetje kan vliegen. Uit het Engels vertaald uit: THE WALRUS AND THE CARPENTERLEWIS CARROLL: ALICE IN WONDERLAND https://en.wikipedia.org/wiki/The_Walrus_and_the_Carpenter Leuk he, een passage uit een oude klassieker, Alice in Wonderland,waar de Walrus en de Timmerman met elkaar in gesprek zijn en de Walrus deze woorden uitspreekt.De tijd is daar…….De tijd is ook daar om u deze keer [het is weleens anders, zoals u weet] [1]een compliment te maken over uw berichtgeving met betrekking tothet recente rapport van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch:over Israel, genaamd ”A TRESHOLD CROSSEDISRAELI AUTHORITIES AND THE CRIME OF APARTHEID ANDPERSECUTION” [2]De titel van uw berichtgeving luidt: ” HRW: Israel schuldig aan apartheid”Zie uw teletekstbericht direct hieronder, voor het notenapparaat. U geeft in uw teletekstbericht niet alleen goed de hoofdpunten vande bijgevoegde verklaring van Human Rights Watch weer-het voerenvan een apartheidsbeleid ten opzichte van Palestijnen, de dominanteover Palestijnen door Joodse Israeli’s, het structureel bevoordelenvan Joodse Israeli’s en het feit, dat Palestijnen in de bezette gebiedenvallen onder het militaire recht- [3].Nog belangrijker is, dat u bereid geweest bent-en dat gebeurt echt niet vaak, ik kan daarvan meepraten [4], een visie en bericht door te laten opuw teletekstmedium, dat duidelijke en onverbloemde kritiek levert opde Israelische politiek tegenover de Palestijnen en wel van de kant van Human Rights Watch, een onverdachte mensenrechtenorganisatie.Ik citeer de heer Kenneth Roth, directeur van Human Rights Watch:”“Prominent voices have warned for years that apartheid lurks just around the corner if the trajectory of Israel’s rule over Palestinians does not change,” said Kenneth Roth, executive director of Human Rights Watch. “This detailed study shows that Israeli authorities have already turned that corner and today are committing the crimes against humanity of apartheid and persecution.” [5]
HOOR EN WEDERHOOR Waar ik zeker ook mee instem, is dat u de Israelische reactie[of een deel daarvan] ook vermeldt:Ik citeer uw nieuwsberichtgeving:”Israel spreekt van een onwaar rapport, dat zijn bestaansrecht ondermijnt.”Overigens ben ik dan wel benieuwd, wat voor harde bewijzen deIsraeli willen aanhalen, die hun bewering, dat het een ”onwaar rapport” is,ondersteunen, maar dat is een ander Verhaal, dat buiten deze briefmailvalt. Goed dus, dat u op deze wijze het principe ”Hoor en Wederhoor” respecteert, alleen wil ik er wederom op aandringen, dat u in uwberichtgeving over het Midden-Oostenconflict [waarbij u het Israelischebeleid, militaire handelingen etc beschrijft], nu eens eindelijk ookde Palestijnse reactie op de gebeurtenissen vermeldt, wat bij u,helaas, maar zelden het geval is.Hier is dus noodzakelijk werk voor u aan de Winkel!
MILITAIR RECHT IN DE BEZETTE PALESTIJNSE GEBIEDEN Het door Human Rights Watch terecht aangekaarte verschil inrechtsgang tussen Palestijnen en Joodse Israeli’s in de bezette gebieden,waarbij de eerste groep valt onder het ”Militaire Recht” en de tweedeonder het Burgerlijk Recht [6], wat u ook aankaart in uw nieuwsberichtgeving [Goed zo!] wordt ondersteund doortalloze mensenrechtenorganisaties, zoals de Israelische mensenrechtorganisaties Btselem en ACRI. [7] Mooi is, dat Human Rights Watch zich nu ook in deze respectabele Rijheeft geschaard! TENSLOTTE Ik straf, maar beloon ook [Grapje/HAHAHA]Neen serieus:Ik bekritiseer u, wanneer ik dat nodig acht [8], maar vind hetook terecht, u een compliment te maken, wanneer ik tevredenben met uw nieuwsberichtgeving. En over deze ben ik zeer te spreken Niet alleen hebt u hier Israel kritiek aan het woord gelaten, methet terechte ”hoor en wederhoor” waarop ook Israel recht heeft,maar ook hebt u enkele essentialia uit het Human Rights Watch rapportin enkele, treffende zinnen, weergegeven. En nu nog verder werken aan een berichtgeving, waarin u de illegaliteitvan de nederzettingen noemt, het Palestijnse recht op hoor en wederhoormeeneemt in uw berichtgeving, Oost-Jeruzalem als ”bezet”aanduidt en zo meerKijk nog maar eens naar mijn kritiek [8] Maar voor nu: Complimenten met uw berichtgeving!Ga zo door! Vriendelijke groeten Astrid EssedAmsterdam
NOS TELETEKSTHRW: ISRAEL SCHULDIG AAN APARTHEID Israel voert een apartheidsbeleid ten opzichte van dePalestijnen, zowel in de bezette gebieden als in de restvan Israel, zegt Human Rights Watch. Israel wil zo de overheersing vanhen door Joodse Israeliers in stand houden, zegt de mensenrechtenorganisatie. In een HRW-rapport staat, dat Joodse burgers structureel bevoordeeldworden.Zo vallen de Palestijnen in de bezette gebieden onder het militaire recht.Ze hebben geen recht op zelfbeschikking, zegt HRW.Ook in bezet Oost-Jeruzalem zijn er dergelijke verschillen. Israel spreekt van een onwaar rapport, dat zijn bestaansrecht ondermijnt. EINDE BERICHT
HRW:Israël schuldig aan apartheid
Israël voert een apartheidsbeleid ten
opzichte van de Palestijnen,zowel in de
bezette gebieden als in de rest van
Israël,zegt Human Rights Watch.Israël
wil zo de overheersing van hen door
Joodse Israëliërs in stand houden,zegt
de mensenrechtenorganisatie.
In een HRW-rapport staat dat Joodse
burgers structureel bevoordeeld worden.
Zo vallen de Palestijnen in de bezette
gebieden onder het militaire recht.Ze
hebben geen recht op zelfbeschikking,
zegt HRW.Ook in bezet Oost-Jeruzalem
zijn er dergelijke verschillen.
Israël spreekt van een onwaar rapport,
dat zijn bestaansrecht ondermijnt.
(Jerusalem) – Israeli authorities are committing the crimes against humanity of apartheid and persecution, Human Rights Watch said in a report released today. The finding is based on an overarching Israeli government policy to maintain the domination by Jewish Israelis over Palestinians and grave abuses committed against Palestinians living in the occupied territory, including East Jerusalem.
The 213-page report, “A Threshold Crossed: Israeli Authorities and the Crimes of Apartheid and Persecution,” examines Israel’s treatment of Palestinians. It presents the present-day reality of a single authority, the Israeli government, ruling primarily over the area between the Jordan River and Mediterranean Sea, populated by two groups of roughly equal size, and methodologically privileging Jewish Israelis while repressing Palestinians, most severely in the occupied territory.
Prominent voices have warned for years that apartheid lurks just around the corner if the trajectory of Israel’s rule over Palestinians does not change,” said Kenneth Roth, executive director of Human Rights Watch. “This detailed study shows that Israeli authorities have already turned that corner and today are committing the crimes against humanity of apartheid and persecution.”
The finding of apartheid and persecution does not change the legal status of the occupied territory, made up of the West Bank, including East Jerusalem, and Gaza, or the factual reality of occupation.
Originally coined in relation to South Africa, apartheid today is a universal legal term. The prohibition against particularly severe institutional discrimination and oppression or apartheid constitutes a core principle of international law. The 1973 International Convention on the Suppression and Punishment of the Crime of Apartheid and the 1998 Rome Statute to the International Criminal Court (ICC) define apartheid as a crime against humanity consisting of three primary elements:
An intent to maintain domination by one racial group over another.
A context of systematic oppression by the dominant group over the marginalized group.
Inhumane acts.
The reference to a racial group is understood today to address not only treatment on the basis of genetic traits but also treatment on the basis of descent and national or ethnic origin, as defined in the International Convention on the Elimination of all Forms of Racial Discrimination. Human Rights Watch applies this broader understanding of race.
The crime against humanity of persecution, as defined under the Rome Statute and customary international law, consists of severe deprivation of fundamental rights of a racial, ethnic, or other group with discriminatory intent.
Human Rights Watch found that the elements of the crimes come together in the occupied territory, as part of a single Israeli government policy. That policy is to maintain the domination by Jewish Israelis over Palestinians across Israel and the occupied territory. It is coupled in the occupied territory with systematic oppression and inhumane acts against Palestinians living there.
Drawing on years of human rights documentation, case studies, and a review of government planning documents, statements by officials, and other sources, Human Rights Watch compared policies and practices toward Palestinians in the occupied territory and Israel with those concerning Jewish Israelis living in the same areas. Human Rights Watch wrote to the Israeli government in July 2020, soliciting its perspectives on these issues, but has received no response.
Across Israel and the occupied territory, Israeli authorities have sought to maximize the land available for Jewish communities and to concentrate most Palestinians in dense population centers. The authorities have adopted policies to mitigate what they have openly described as a “demographic threat” from Palestinians. In Jerusalem, for example, the government’s plan for the municipality, including both the west and occupied east parts of the city, sets the goal of “maintaining a solid Jewish majority in the city” and even specifies the demographic ratios it hopes to maintain.
To maintain domination, Israeli authorities systematically discriminate against Palestinians. The institutional discrimination that Palestinian citizens of Israel face includes laws that allow hundreds of small Jewish towns to effectively exclude Palestinians and budgets that allocate only a fraction of resources to Palestinian schools as compared to those that serve Jewish Israeli children. In the occupied territory, the severity of the repression, including the imposition of draconian military rule on Palestinians while affording Jewish Israelis living in a segregated manner in the same territory their full rights under Israel’s rights-respecting civil law, amounts to the systematic oppression required for apartheid.
Israeli authorities have committed a range of abuses against Palestinians. Many of those in the occupied territory constitute severe abuses of fundamental rights and the inhumane acts again required for apartheid, including: sweeping movement restrictions in the form of the Gaza closure and a permit regime, confiscation of more than a third of the land in the West Bank, harsh conditions in parts of the West Bank that led to the forcible transfer of thousands of Palestinians out of their homes, denial of residency rights to hundreds of thousands of Palestinians and their relatives, and the suspension of basic civil rights to millions of Palestinians.
Many of the abuses at the core of the commission of these crimes, such as near-categorical denial of building permits to Palestinians and demolition of thousands of homes on the pretext of lacking permits, have no security justification. Others, such as Israel’s effective freeze on the population registry it manages in the occupied territory, which all but blocks family reunification for Palestinians living there and bars Gaza residents from living in the West Bank, use security as a pretext to further demographic goals. Even when security forms part of the motivation, it no more justifies apartheid and persecution than it would excessive force or torture, Human Rights Watch said.
“Denying millions of Palestinians their fundamental rights, without any legitimate security justification and solely because they are Palestinian and not Jewish, is not simply a matter of an abusive occupation,” Roth said. “These policies, which grant Jewish Israelis the same rights and privileges wherever they live and discriminate against Palestinians to varying degrees wherever they live, reflect a policy to privilege one people at the expense of another.”
Statements and actions by Israeli authorities in recent years, including the passage of a law with constitutional status in 2018 establishing Israel as the “nation-state of the Jewish people,” the growing body of laws that further privilege Israeli settlers in the West Bank and do not apply to Palestinians living in the same territory, as well as the massive expansion in recent years of settlements and accompanying infrastructure connecting settlements to Israel, have clarified their intent to maintain the domination by Jewish Israelis. The possibility that a future Israeli leader might someday forge a deal with Palestinians that dismantles the discriminatory system does not negate that reality today.
Israeli authorities should dismantle all forms of repression and discrimination that privilege Jewish Israelis at the expense of Palestinians, including with regards to freedom of movement, allocation of land and resources, access to water, electricity, and other services, and the granting of building permits.
The ICC Office of the Prosecutor should investigate and prosecute those credibly implicated in the crimes against humanity of apartheid and persecution. Countries should do so as well in accordance with their national laws under the principle of universal jurisdiction, and impose individual sanctions, including travel bans and asset freezes, on officials responsible for committing these crimes.
The findings of crimes against humanity should prompt the international community to reevaluate the nature of its engagement in Israel and Palestine and adopt an approach centered on human rights and accountability rather than solely on the stalled “peace process.” Countries should establish a UN commission of inquiry to investigate systematic discrimination and repression in Israel and Palestine and a UN global envoy for the crimes of persecution and apartheid with a mandate to mobilize international action to end persecution and apartheid worldwide.
Countries should condition arms sales and military and security assistance to Israel on Israeli authorities taking concrete and verifiable steps toward ending their commission of these crimes. Countries should vet agreements, cooperation schemes, and all forms of trade and dealing with Israel to screen for those directly contributing to committing the crimes, mitigate the human rights impacts and, where not possible, end activities and funding found to facilitate these serious crimes.
“While much of the world treats Israel’s half-century occupation as a temporary situation that a decades-long ‘peace process’ will soon cure, the oppression of Palestinians there has reached a threshold and a permanence that meets the definitions of the crimes of apartheid and persecution,” Roth said. “Those who strive for Israeli-Palestinian peace, whether a one or two-state solution or a confederation, should in the meantime recognize this reality for what it is and bring to bear the sorts of human rights tools needed to end it.” EINDE BERICHT
”“Prominent voices have warned for years that apartheid lurks just around the corner if the trajectory of Israel’s rule over Palestinians does not change,” said Kenneth Roth, executive director of Human Rights Watch. “This detailed study shows that Israeli authorities have already turned that corner and today are committing the crimes against humanity of apartheid and persecution.”
”Israel has maintained military rule over some portion of the Palestinian population for all but six months of its 73-year history. It did so over the vast majority of Palestinians inside Israel from 1948 and until 1966. From 1967 until the present, it has militarily ruled over Palestinians in the OPT, excluding East Jerusalem. By contrast, it has since its founding governed all Jewish Israelis, including settlers in the OPT since the beginning of the occupation in 1967, under its more rights-respecting civil law.” RAPPORT HUMAN RIGHTS WATCH: HUMAN RIGHTS WATCHA TRESHOLD CROSSEDISRAELI AUTHORITIES AND THE CRIME OF APARTHEID ANDPERSECUTION27 APRIL 2021 https://www.hrw.org/report/2021/04/27/threshold-crossed/israeli-authorities-and-crimes-apartheid-and-persecution
[7]
””A new report published by the Association for Civil Rights in Israel (ACRI) outlines the nature of the legal regime currently operating in the West Bank. Two systems of law are applied in a single territory: one – a civilian legal system for Israeli citizens, and a second – a military court system for Palestinian residents. The result: institutionalized discrimination.”
ACRI [ASSOCIATION FOR CIVIL RIGHTS IN ISRAEL]ONE RULE, TWO LEGAL SYSTEMS: ISRAEL’S REGIME OF LAWSIN THE WEST BANK24 NOVEMBER 2014
”Officially, military courts are authorized to try anyone who commits an offense in the West Bank, including settlers, Israeli citizens residing in Israel, and foreign nationals. However, in the early 1980s, the Attorney General decided that Israeli citizens would be tried in the Israeli civilian court system according to Israeli penal laws, even if they live in the Occupied Territories and the offense was committed there, against residents of the Occupied Territories. That policy remains in effect to this day. This means that people are tried in different courts, under different laws, for the exact same offense committed in the exact same place: Palestinian defendants are tried in military courts, their guilt or innocence determined according to the evidence laws followed in this court system, and their sentences according to the provisions of military orders. Israeli defendants are tried in a civilian court in Israel, exonerated or convicted under Israeli evidence laws, and sentenced under Israeli law as well.” BTSELEM.ORGTHE MILITARY COURT11 DECEMBER 2017 https://www.btselem.org/military_courts
ANTWOORD ASTRID ESSED AAN DAGBLAD TROUW/WAAR EEN GROTE KRANT KLEIN IN KAN ZIJN/KRITIEK ASTRID ESSED OPHISTORICUS PIET EMMER
De aankomst van een Nederlands schip met Afrikaanse totslaafgemaakten voor de verkoop, Jamestown, Virginia, 1619. (Hulton Archive/Getty Images)Beeld Getty Images
VOORAF Ik heb even getwijfeld, of ik onderstaande wel zou delen, omdat ik het eigenlijk zonde van mijn Tijd vond.Ik heb meer te doen!Aan de andere kant wilde ik mijn lezers toch laten weten, hoe het was afgelopenmet de toezending van mijn Opinieartikel over historicus Piet Emmer aan deOpinieredactie van Trouw.Mijn Opinieartikel heb ik met u gedeeldZie noot 1 Daags na mijn mail aan Trouw kreeg ik bericht, dat zij mijn stukuiteindelijk niet zouden plaatsen.Nu zijn zij daarin natuurlijk vrij, maar geef dan niet zo’n overduidelijke flutredenop, die ook nog apert onjuist is!Als reden werd opgegeven, ik citeer:” Over plaatsing van artikelen beslissen we altijd pas nadat we een stuk gelezen hebben en met elkaar besproken, nooit op voorhand. Ook met u hadden we daar geen afspraak over gemaakt.”Zie mail Trouw en eerdere correspondentie [noot 2] [aan die eerdere correspondentie onder noot 2hoeft u niet veel aandacht te besteden, slechts voor de volledigheid erbij gedaan]Natuurlijk is dat op zich juist, maar ze hadden wel min of meer toegezegd,dat mijn stuk eventueel voor plaatsing in aanmerking kwamZie eerdere mail Trouw aan ondergetekende [3] GOED.Daarover kun je van mening verschillen en feitelijk maakt dat mij niet zoveel uit, maar daarna schreven zij ook in de onder noot 2 reeds genoemde mail:” Bovendien is uw artikel erg op de man gericht, terwijl wij een voorkeur hebben voor artikelen die op een kwestie ingaan.” [4]En dat is natuurlijk aperte onzin, want de meeste mensen, die mijn stuk gelezen hebben en iets begrijpen van begrijpend lezen, zullen hebben begrepen, dat ik INHOUDELIJKE KRITIEK gegeven heb op de STANDPUNTEN van Emmeren dat niets op de persoon [die mij verder niet interesseert] is gespeeld.Bovendien, wat schrijft Trouw zelf?[Ik citeer]””TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net>To:Astrid EssedMon, Jul 5 at 4:22 PMGeachte Astrid Essed,Op de opiniepagina’s voeren we graag het debat. ook dat over ons slavernijverleden. Mensen met verschillende standpunten kunnen dan op elkaar reageren. Als u het inhoudelijk niet eens bent met de heer Emmer, kunt u dat in een zakelijk artikel van maximaal 600 woorden laten weten.Vriendelijke groet,Opinieredactie ” [5]Juist ja, de STANDPUNTENA van de heer Emmer.Kun je dan critici verwijten, dat uiteraard zijn naam wordt genoemd? Hoe dan ook, direct onder bovenstaande verwijzingen [noten 1 t/m 5]de reactie van Trouw op de toezending van mijn stuk en daaronder mijnantwoord aan Trouw, in ”gewone” vorm en in mailvorm Zo bent u weer op de hoogte. ZO:En nu ga ik mij weer met belangrijkere zaken bezighouden danTrouw van repliek dienen vanwege het aanvoeren van flutredenen Dit wilde ik dus met u delen ASTRID ESSED
[2] ANTWOORD VAN DE TROUW OPINIE REDACTIE OP MIJNTOEZENDING VAN HET OPINIEARTIKEL, MET DIRECT DAARONDER DE VOORGAANDE CORRESPONDENTIE TUSSEN MIJ EN TROUWLET VOORAL OP HET ANTWOORD VAN TROUW, DIRECT HIERONDER,WAARNAAR NOOT 2 DIRECT VERWIJST
TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net>To:Astrid EssedTue, Jul 13 at 4:52 PMGeachte Astrid Essed,Graag reageer ik op uw mail. De opinieredactie van Trouw staat in principe open voor inzendingen. We zeggen zelden tegen auteurs dat ze maar beter niet moeten schrijven. Over plaatsing van artikelen beslissen we altijd pas nadat we een stuk gelezen hebben en met elkaar besproken, nooit op voorhand. Ook met u hadden we daar geen afspraak over gemaakt. In de correspondentie met u hebben we aangegeven dat een reactie op een artikel dat in de Volkskrant gestaan heeft, niet in Trouw thuishoort. Natuurlijk staat het u dan vrij ons een andere opinie te sturen, maar het artikel dat u stuurde heeft opnieuw de uitspraak van Emmer in de Volkskrant als aanleiding. Bovendien is uw artikel erg op de man gericht, terwijl wij een voorkeur hebben voor artikelen die op een kwestie ingaan. Dat was voor ons reden om uw artikel nu niet te plaatsen. Er komen ongetwijfeld nieuwe aanleidingen voor u om een opinieartikel in te sturen. We lezen graag wat er bij ons binnenkomt.vriendelijke groet,Monic Slingerlandchef opinieredactie Trouw BOVENSTAANDE NAAR AANLEIDING VAN MIJN OPINIE-ARTIKEL https://www.astridessed.nl/opinieartikel-aanval-op-bagatellisering-westerse-slavernij-door-historicus-piet-emmer/
VERDERE CORRESPONDENTIE MET TROUWIN VOLGORDE TE LEZEN VAN BENEDEN NAAR BOVEN [NOOT 2 DUS] MAAR MINDER BELANGRIJK, MEER VOOR DE VOLLEDIGHEID MEEGESTUURDDUS WIE HET TE INGEWIKKELD VINDT, SPRINGE OVERNAAR NOOT 3!
ANTWOORD ASTRID ESSED OP REACTIE TROUW Op ma 12 jul. 2021 om 17:12 schreef Astrid Essed AANTROUW OPINIE
Geachte Redactie Ik begrijp uw overwegingen.Echter:Toch hebt u mij misleid.Uit eerdere correspondentie met uw redactie hebt u mij deindruk gegeven, dat ik een Opinieartikel kon schrijven, dat evt inuw krant zou worden geplaatst.Daarom ook heb ik de moeite genomen, er een te schrijven, zoals aan u toegezonden.Aangezien u, mijns inziens, verantwoordelijk bent voor hedt ontstanemisverstand [en zo beslag gelegd hebt op mijn tijd en moeite,een stuk voor uw krant te publiceren, verwacht ik van u, dat u, hoe dan ook, serieus plaatsing in uw krant overweegt.Mijn tijd als schrijver en journalist is kostbaar, dus ga ik ervan uit, dat daarop niet for the fun een beroep wordt gedaan.Want zo komt het wel over.Direct hieronder delen uit onze eerdere correspondentie [A]En daaronder opnieuw mijn Opinie artikel Vriendelijke groetenAstrid EssedAmsterdam A
DE AANVANKELIJKE TOEZEGGING DOOR TROUW
TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net>To:Astrid EssedMon, Jul 5 at 4:22 PMGeachte Astrid Essed, Op de opiniepagina’s voeren we graag het debat. ook dat over ons slavernijverleden. Mensen met verschillende standpunten kunnen dan op elkaar reageren. Als u het inhoudelijk niet eens bent met de heer Emmer, kunt u dat in een zakelijk artikel van maximaal 600 woorden laten weten.Vriendelijke groet,Opinieredactie Op ma 5 jul. 2021 om 03:03 schreef Astrid Essed <astridessed@yahoo.com>: VERVOLG CORRESPONDENTIE
Dank u voor de verduidelijking. Met groet, Opinieredactie Trouw Op di 6 jul. 2021 om 15:53 schreef Astrid Essed Geachte Redactie Ik begrijp de verwarring.De zaak zit zo:Ik ga zometeen mijn aan uw krant gerichte excuses op mijn website plaatsenover het feit, dat ik abusievelijk het opiniestuk van Emmer heb beschouwd alsgepubliceerd door uw krant.Het was een vergissing van mij, het bleek een Volkskrant artikel te zijn. [1]Vandaar, dat ik de Volkskrant hierop heb geattacqueerd, maar met cc aan u,om zo duidelijk te maken, dat ik mij had vergist.De excuses aan uw krant komen dus op mijn website. Het opiniestuk stuur ik u zo snel mogelijk toe Hoop zo de zaak te hebben opgehelderd. Vriendelijke groetenAstrid Essed Amsterdam TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net>To:Astrid EssedTue, Jul 6 at 10:43 AMBeste mevrouw Essed, ik neem aan dat deze mail per ongeluk is aangekomen bij Trouw en dit niet het opiniestuk is dat u ons zou willen aanbieden.Met vriendelijke groet, Opinieredactie Trouw
REACTIE TROUW OP TOEZENDING VAN MIJN OPINIEARTIKEL On Monday, July 12, 2021, 04:35:05 PM GMT+2, TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net> wrote:
Geachte mevrouw Essed,Dank voor het sturen van dit opinieartikel.Uw stuk is een reactie op een opinieartikel van Piet Emmer in de Volkskrant. Dat is lastig voor ons, omdat onze lezers dat stuk niet kennen. Het artikel dat Emmer in Trouw schreef over dit onderwerp is uit april van dit jaar. Wij hebben toen drie dagen later een tegenstuk met ongeveer de strekking van uw betoog geplaatst.Om die reden hebben we besloten dat het nu niet passend is om uw reactie op hem te plaatsen. Mogelijk komt er later een goede aanleiding. Dan bent u van harte uitgenodigd om met een stuk te reageren.vriendelijke groet,Opinieredactie [Onderstaand het aan de Volkskrant opgestuurde stuk,dat cc naar Trouw ging en waarop Trouw Opinie in bovenstaandereageerde]
”’TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net>To:Astrid EssedMon, Jul 5 at 4:22 PMGeachte Astrid Essed,Op de opiniepagina’s voeren we graag het debat. ook dat over ons slavernijverleden. Mensen met verschillende standpunten kunnen dan op elkaar reageren. Als u het inhoudelijk niet eens bent met de heer Emmer, kunt u dat in een zakelijk artikel van maximaal 600 woorden laten weten.Vriendelijke groet,Opinieredactie ”
[4] TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net>To:Astrid EssedTue, Jul 13 at 4:52 PMGeachte Astrid Essed,Graag reageer ik op uw mail. De opinieredactie van Trouw staat in principe open voor inzendingen. We zeggen zelden tegen auteurs dat ze maar beter niet moeten schrijven. Over plaatsing van artikelen beslissen we altijd pas nadat we een stuk gelezen hebben en met elkaar besproken, nooit op voorhand. Ook met u hadden we daar geen afspraak over gemaakt. In de correspondentie met u hebben we aangegeven dat een reactie op een artikel dat in de Volkskrant gestaan heeft, niet in Trouw thuishoort. Natuurlijk staat het u dan vrij ons een andere opinie te sturen, maar het artikel dat u stuurde heeft opnieuw de uitspraak van Emmer in de Volkskrant als aanleiding. Bovendien is uw artikel erg op de man gericht, terwijl wij een voorkeur hebben voor artikelen die op een kwestie ingaan. Dat was voor ons reden om uw artikel nu niet te plaatsen. Er komen ongetwijfeld nieuwe aanleidingen voor u om een opinieartikel in te sturen. We lezen graag wat er bij ons binnenkomt.vriendelijke groet,Monic Slingerlandchef opinieredactie Trouw
[5]
”’TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net>To:Astrid EssedMon, Jul 5 at 4:22 PMGeachte Astrid Essed,Op de opiniepagina’s voeren we graag het debat. ook dat over ons slavernijverleden. Mensen met verschillende standpunten kunnen dan op elkaar reageren. Als u het inhoudelijk niet eens bent met de heer Emmer, kunt u dat in een zakelijk artikel van maximaal 600 woorden laten weten.Vriendelijke groet,Opinieredactie ”
EINDE NOTEN 1 T/M 5, BEHORENDE BIJ ”VOORAF”
EINDE NOTEN, HORENDE BIJ ”VOORAF” en iets begrijpt van begrijpend lezen, zal waarschijnlijk
A REACTIE VAN TROUW AAN ASTRID ESSED TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net>To:Astrid EssedTue, Jul 13 at 4:52 PMGeachte Astrid Essed,Graag reageer ik op uw mail. De opinieredactie van Trouw staat in principe open voor inzendingen. We zeggen zelden tegen auteurs dat ze maar beter niet moeten schrijven. Over plaatsing van artikelen beslissen we altijd pas nadat we een stuk gelezen hebben en met elkaar besproken, nooit op voorhand. Ook met u hadden we daar geen afspraak over gemaakt. In de correspondentie met u hebben we aangegeven dat een reactie op een artikel dat in de Volkskrant gestaan heeft, niet in Trouw thuishoort. Natuurlijk staat het u dan vrij ons een andere opinie te sturen, maar het artikel dat u stuurde heeft opnieuw de uitspraak van Emmer in de Volkskrant als aanleiding. Bovendien is uw artikel erg op de man gericht, terwijl wij een voorkeur hebben voor artikelen die op een kwestie ingaan. Dat was voor ons reden om uw artikel nu niet te plaatsen. Er komen ongetwijfeld nieuwe aanleidingen voor u om een opinieartikel in te sturen. We lezen graag wat er bij ons binnenkomt.vriendelijke groet,Monic Slingerlandchef opinieredactie Trouw
EINDE REACTIE OPINIE TROUW AAN ASTRID ESSED B ANTWOORD ASTRID ESSED AAN TROUW AANMEVROUW M SLINGERLANDCHEF REDACTIE OPINIE TROUW
Geachte mevrouw Slingerland Bedankt voor uw reactie.Hoewel ik het niet met u eens ben, dat er geen stilzwijgende afspraak met mijgemaakt was, dat mijn stuk in ieder geval de overweging van het plaatsenzou inhouden [want in dat geval had ik niet hoeven worden aangemoedigd, omeen stuk te plaatsen, zie onderstaande copy/past mail, waardoor ik het blijfbeschouwen als een impliciete uitnodiging tot schrijven], kan ikdaarin in zekere zin nog met u meegaan Maar u schrijft ook: ”Bovendien is uw artikel erg op de man gericht, terwijl wij een voorkeur hebben voor artikelen die op een kwestie ingaan. ” Dat is, met alle respect, aperte onzin.Nog afgezien van het feit, dat u kennelijk de behoefte gevoelt,historicus Emmer in bescherming te nemen [wat natuurlijk aan u is]ben ik wel degelijk duidelijk op de kwestie zelf ingegaan! A NIET OP DE MAN, OP DE KWESTIE ZELF APOLOGETISCHE SMOESARABIEREN EN AFRIKANEN HANDELDEN OOK IN SLAVEN IN AFRIKA WAS OOK SLAVERNIJ Ik citeer mijzelf:[lees even het volgende]”Daarin kwamen oude Emmer stokpaardjes naar boven:Zo schrijft Emmer, dat in de tentoonstelling ”hedendaagse morele oordelen”werden losgelaten op de beoordeling van de slavernij, terwijl er reeds in de 17 e eeuw verzet van dominees tegen slavernij en slavenhandel was.Ook haalt Emmer er de Gouwe Ouwe bij, dat ook Afrikanen en Arabieren zichschuldig maakten aan slavernij en slavenhandel en daarbij witte slavenhandelaren ondersteunden in het vangen en roven van Afrikanen.Op zich waar, maar, zo vraag ik mijzelf af: Wat wil Emmer daarmee beweren?Dat, omdat ook Afrikanen en Arabieren zich onledig hielden met de misdaad slavernij, daarmee de Westerse slavernij minder ernstig was?” Hiermee raak ik aan een kwestie, die ook bij andere Westerse slavernij vergoeilijkers heeft gespeeld, namelijk het apologetisch element, dater ook Afrikaanse en Arabische slavenhandelaars waren, dat slavernij ookin Europa voorkwam. Ik citeer in dit verband ook Sander Philipse uit zijn artikel:”Twaalf vragen over slavernij, die je maar beter niet had kunnen stellen”[Ik citeer}”
AFRIKANEN WERDEN VAAK VERKOCHT DOOR ANDERE AFRIKANEN.
Correct. Dus?” [1]
B
NIET OP DE MAN, OP DE KWESTIE ZELF
LANDARBEIDERS LEEFDEN OOK IN
VERSCHRIKKELIJKE OMSTANDIGHEDEN
EN WAREN NIET BETER AF DAN SLAVEN
Ik citeer mijzelf”Emmer noemt ook de mensonterende omstandigheden van de landarbeiders in Drenthe, die, in tegenstelling tot slaven, die dat wel kregen, geen huisvesting,moestuin en doktershulp hadden.Natuurlijk waren de omstandigheden van Drentse landarbeiders mensonterend,maar moet ik uitleggen, dat een dergelijke vergelijking schaamteloos is?Dat niet alleen slaven geen loon ontvingen, in tegenstelling tot het [weliswaar schamele] loon van landarbeiders, maar het fundamentele aan slavernij, dateen slaaf eigendom van zijn meester was, een Ding, dat kon worden gekocht enverkocht, zonder zeggenschap over zijn/haar leven?” Ook dit raakt weer de kwestie zelf, dat er slavernij apologeten zijn,die de mensonterende omstandigheden van Europese landarbeiders[hier Nederlandse] vergeleken met die van slaven, terwijl natuurlijk de essentie was, dat landarbeiders, hoe beroerd ook de omstandigheden,vrije mensen waren en slaven niet OP DE MAN?/OPVATTINGEN VAN EMMER En natuurlijk was mijn artikel, dat qua essentie over de SLAVERNIJOPVATTINGEN van Emmer gericht was, in zoverrepersoonlijk, omdat deze opvattingen van Emmer zelf komen! En bent u hier niet een beetje tegenstrijdig in, mevrouw Slingerland?Want zelf heeft uw Opinie Redactie aan ondergetekende geschreven ”TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net>To:Astrid EssedMon, Jul 5 at 4:22 PMGeachte Astrid Essed,Op de opiniepagina’s voeren we graag het debat. ook dat over ons slavernijverleden. Mensen met verschillende standpunten kunnen dan op elkaar reageren. Als u het inhoudelijk niet eens bent met de heer Emmer, kunt u dat in een zakelijk artikel van maximaal 600 woorden laten weten.Vriendelijke groet,Opinieredactie Hoe kan ik anders ingaan op de opvattingen van Emmer, zonder Emmerin zijn functie als hoogleraar [nu Emeritus] geschiedenis te noemen? TENSLOTTE Als uw redactie om welke redenen dan ook, mijn Opinieartikel nietwilt plaatsen, is zij daarin volkomen vrij, laat dat duidelijk zijn.Maar komt u dan niet aanzetten met flutargumenten, dat ik”op de man” speel, terwijl uit mijn stuk overduidelijk blijkt, dat het mij hier om de KWESTIE ZELF gaat!Met Emmer als man/mens heb ik verder niets te maken, het gaatmij om zijn opvattingen en die kan ik moeilijk los zien van Emmer,die kranten [waaronder ook de uwe, wat mij teleurgesteld heeft,want dan hebt u deze apologeet ook gefaciliteerd, daarop zou ik u zekeer hebben aangeschtreven, had ik dat toen geweten]volschrijft met zijnapologieen van deze misdaad tegen de menselijkheid. [2] Dat u mijn stuk dan toch terugbrengt tot ”op de man spelen”heeft mij erg teleurgesteld.Ik dacht dat een chef Opinieredactie beter kon. Dat mijn opiniestuk niet in de vergetelheid is geraakt, ondanks uwweigering tot plaatsing, blijkt uit noot 3
Wat mij betreft is verder de discussie geslotenU hebt al genoeg van mijn Tijd in beslag genomen. Vriendelijke groetenAstrid EssedAmsterdam NOTEN [1] COPY PAST UIT DELEN CORRESPONDENTIE MET DAGBLAD TROUW/OPINIEREDACTIE TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net>To:Astrid EssedMon, Jul 5 at 4:22 PMGeachte Astrid Essed, Op de opiniepagina’s voeren we graag het debat. ook dat over ons slavernijverleden. Mensen met verschillende standpunten kunnen dan op elkaar reageren. Als u het inhoudelijk niet eens bent met de heer Emmer, kunt u dat in een zakelijk artikel van maximaal 600 woorden laten weten.Vriendelijke groet,Opinieredactie
[1]
AFRIKANEN WERDEN VAAK VERKOCHT DOOR ANDERE AFRIKANEN.
Je kent het wel: je zegt iets over het Nederlandse aandeel in het systeem van de trans-Atlantische slavenhandel, en dan begint meneer opeens over de zware onderdrukking van Brabanders.
Nee Arzu, verdiep je in de geschiedenis van Nederland. Wij Brabanders waren ook slaven van Holland. Moesten 80% belasting betalen.
He, ik snap het, het is allemaal heel moeilijk dat mensen het hier nog over willen hebben. Waarom kunnen we niet gewoon doen alsof het nooit is gebeurd? Die vijf jaar Tweede Wereldoorlog hoor je ook nooit meer iets over, toch?
Maar goed, als we het er niet over hebben, dan blijven al je vragen en reflexen ook onbeantwoord. Hoe moet je dan besluiten dat je je helemaal niet schuldig hoeft te voelen over een racistisch systeem van slavernij dat eeuwen in stand is gehouden? Dus hier heb je twaalf antwoorden op reflexen vragen over Atlantische slavernij die je eigenlijk maar beter niet in de mond had kunnen nemen.
AFRIKANEN WERDEN VAAK VERKOCHT DOOR ANDERE AFRIKANEN.
Correct. Dus?
DUS KUNNEN WE EUROPEANEN NIET SCHULDIG HOUDEN VOOR TRANS-ATLANTISCHE SLAVERNIJ!
Oeh, die ga ik de volgende keer in de rechtszaal gebruiken. “Edelachtbare, ik ben niet schuldig aan brandstichting want Pietje Bell gaf me de benzine.” Daarnaast valt er nogal wat te zeggen over de rol die Europees kapitaal speelde in het aansporen, uitbreiden en in stand houden van de West-Afrikaanse slavernij.
OKE MAAR DE ARABISCHE SLAVENHANDEL DAN?
“Ja maar hullie doen ‘t ook” had je al af moeten leren in groep 3.
DAT BETEKENT TOCH DAT ATLANTISCHE SLAVERNIJ NIET ZO UNIEK WAS?
Ken jij een ander systeem waarbij gedurende drie eeuwen zo’n 12.5 miljoen mensen in op elkaar gepakte ruimen een oceaan over werden verscheept, onderweg ~1.5 miljoen mensen stierven, de overlevenden onderworpen werden aan een systeem dat hen en al hun kinderen behandelde als objecten, allemaal om wat geld te kunnen verdienen? En dan hebben we het nog niet eens over dat systeem als oorsprong van racisme.
De specifieke vorm van chattel slavery waar Europeanen zwarte mensen in de Amerika’s aan onderwierpen is uniek.
Slavernij is een constante in de menselijke geschiedenis, maar de specifieke vorm van chattel slavery waar Europeanen zwarte mensen in de Amerika’s aan onderwierpen is uniek. De combinatie van totale ontmenselijking van een geracialiseerde bevolkingsgroep van miljoenen mensen, absolute erfelijkheid van slavernij, social death, ontvoering uit de oorspronkelijke sociale omgeving, en op winst gerichte gewelddadige uitbuiting zien wij nergens anders.
EN DE IEREN IN AMERIKA DAN?
Dat was tijdelijke dwangarbeid, niet geracialiseerde, erfelijke slavernij. Zie ook het verschil tussen de Arbeitseinsatz van niet-Joodse Nederlanders in Duitse werkkampen, en Auschwitz.
BARBARIJSE SLAVENHANDEL WAS EEN DING!
Die maakte maximaal 1.25 miljoen Christelijke slachtoffers, en dat is bijna zeker een grove overschatting want het boek waar die cijfers op zijn gebaseerd is broddelwerk. Maar zelfs in die overschatting vallen die cijfers in het niet bij trans-Atlantische slavernij, en is er geen sprake van een geracialiseerd, erfelijk systeem van chattel slavery.
OKE HET WAS UNIEK, MAAR ZO VEEL VERDIENDEN WE ER NIET EENS MEE
Oh, dus naast dat we al die shit deden waren we ook nog eens incompetent?
(Maar zie Van Rossum & Fatah-Black die benadrukken dat slavernij vaak wel winstgevend was, en de Nederlandse economie als geheel stimuleerde)
DOE NIET ZO MOEILIJK, IEDEREEN VOND DIT TOEN NORMAAL
Of bedoelde je eigenlijk te zeggen dat wij West-Europeanen het heel normaal vonden? Dat spreekt niet echt voor je argument dat wij niet zo erg waren, he — maar het is ook onwaar: een actieve, witte anti-slavernijbeweging ontstond vanaf het midden van de 18e eeuw, vooral in Groot-Brittanië. Bredero vond het in 1615 ook niet
zo moeilijk om een karakter slavernij af te laten keuren:
Onmenschelyck ghebruyck! Godlóóse schelmery! Datmen de menschen vent, tot paartsche slaverny! Hier zynder oock in stadt, die sulcken handel dryven, In Farnabock: maar ‘tsal Godt niet verhoolen blyven.
SLAVERNIJ IS FOUT, MAAR NEDERLAND WAS MAAR HEEL KLEIN DAARIN
Nederland heeft zo’n 610.000 mensen over de Atlantische oceaan ontvoerd, volgens de meest recente schatting van Fatah-Black en Van Rossum. Daarnaast hebben Nederlanders meer dan twee eeuwen lang slavernijplantages gerund in de Amerika’s, voornamelijk in Suriname.
Wij vonden toen ook het systeem van suikerplantages bewerkt door Afrikaanse tot slaaf gemaakten uit
Sterker nog: in het midden van de 17e eeuw — toen het Atlantische slavernijsysteem in de kinderschoenen stond — domineerden wij de trans-Atlantische
Eerst eeuwenlang een systeem opzetten, en dan nog credits willen voor de afschaffing ook. Knap hoor. Nederland was een van de allerlaatste Europese landen die haar Atlantische slavernij systeem afschafte, overigens, en in het activisme en de vaak bloedige strijd om die Europese afschaffing te bewerkstelligen hebben mensen van Afrikaanse afkomst een cruciale rol gespeeld. Het is geen witte verworvenheid, wil ik maar zeggen.
MOET IK ME DAN SCHULDIG GAAN VOELEN, HET IS ZO LANG GELEDEN!
Er zijn mensen in leven wiens overgrootouders in Suriname in slavernij werden geboren. Hoe je je daarover voelt mag je zelf bepalen.
OKE, BEST, HET WAS FOUT — WAT MAAKT DAT NU DAN UIT?
Het is onderdeel van de Nederlandse geschiedenis, en alleen daarom zouden we het moeten blijven bespreken. Die geschiedenis is nog steeds zichtbaar in alle grote steden. Maar het heeft ook effect op de huidige maatschappij. Onze ideeën over ras (en dus racisme) zijn ontstaan uit slavernij, de samenstelling van de Nederlandse bevolking en die van voormalige Nederlandse koloniën is er door vormgegeven, en de huidige raciale ongelijkheid in ons land vindt zijn oorsprong in die slavernij. Dat maakt uit.
EINDE ARTIKEL
[2]
”[[Deze mailbrief is tevens cc gestuurd aan de heer Piet Emmer, emeritus hoogleraar, Universiteit Leiden, het Rijksmuseum en de kranten AD en ElsevierMagazine, omdat ook zij historicus Piet Emmer een podium gegeven hebben voor zijn bagatellisering van de Westerse slavernijZie in onderstaande brief, noot 7]”
ZIE NOOT 7 VAN ONDERSTAANDE BRIEF
REDACTIE VOLKSKRANT, U BENT MOREEL MEDEPLICHTIG AAN
DE BAGATELLISERING VAN DE WESTERSE SLAVERNIJ DOOR HISTORICUS PIET EMMER
AANMEVROUW M SLINGERLANDCHEF REDACTIE OPINIE TROUW
Geachte mevrouw Slingerland Bedankt voor uw reactie.Hoewel ik het niet met u eens ben, dat er geen stilzwijgende afspraak met mijgemaakt was, dat mijn stuk in ieder geval de overweging van het plaatsenzou inhouden [want in dat geval had ik niet hoeven worden aangemoedigd, omeen stuk te plaatsen, zie onderstaande copy/past mail, waardoor ik het blijfbeschouwen als een impliciete uitnodiging tot schrijven], kan ikdaarin in zekere zin nog met u meegaan Maar u schrijft ook: ”Bovendien is uw artikel erg op de man gericht, terwijl wij een voorkeur hebben voor artikelen die op een kwestie ingaan. ” Dat is, met alle respect, aperte onzin.Nog afgezien van het feit, dat u kennelijk de behoefte gevoelt,historicus Emmer in bescherming te nemen [wat natuurlijk aan u is]ben ik wel degelijk duidelijk op de kwestie zelf ingegaan! A NIET OP DE MAN, OP DE KWESTIE ZELF APOLOGETISCHE SMOESARABIEREN EN AFRIKANEN HANDELDEN OOK IN SLAVEN IN AFRIKA WAS OOK SLAVERNIJ Ik citeer mijzelf:[lees even het volgende]”Daarin kwamen oude Emmer stokpaardjes naar boven:Zo schrijft Emmer, dat in de tentoonstelling ”hedendaagse morele oordelen”werden losgelaten op de beoordeling van de slavernij, terwijl er reeds in de 17 e eeuw verzet van dominees tegen slavernij en slavenhandel was.Ook haalt Emmer er de Gouwe Ouwe bij, dat ook Afrikanen en Arabieren zichschuldig maakten aan slavernij en slavenhandel en daarbij witte slavenhandelaren ondersteunden in het vangen en roven van Afrikanen.Op zich waar, maar, zo vraag ik mijzelf af: Wat wil Emmer daarmee beweren?Dat, omdat ook Afrikanen en Arabieren zich onledig hielden met de misdaad slavernij, daarmee de Westerse slavernij minder ernstig was?” Hiermee raak ik aan een kwestie, die ook bij andere Westerse slavernij vergoeilijkers heeft gespeeld, namelijk het apologetisch element, dater ook Afrikaanse en Arabische slavenhandelaars waren, dat slavernij ookin Europa voorkwam. Ik citeer in dit verband ook Sander Philipse uit zijn artikel:”Twaalf vragen over slavernij, die je maar beter niet had kunnen stellen”[Ik citeer}”
AFRIKANEN WERDEN VAAK VERKOCHT DOOR ANDERE AFRIKANEN.
Correct. Dus?” [1]
B
NIET OP DE MAN, OP DE KWESTIE ZELF
LANDARBEIDERS LEEFDEN OOK IN
VERSCHRIKKELIJKE OMSTANDIGHEDEN
EN WAREN NIET BETER AF DAN SLAVEN
Ik citeer mijzelf”Emmer noemt ook de mensonterende omstandigheden van de landarbeiders in Drenthe, die, in tegenstelling tot slaven, die dat wel kregen, geen huisvesting,moestuin en doktershulp hadden.Natuurlijk waren de omstandigheden van Drentse landarbeiders mensonterend,maar moet ik uitleggen, dat een dergelijke vergelijking schaamteloos is?Dat niet alleen slaven geen loon ontvingen, in tegenstelling tot het [weliswaar schamele] loon van landarbeiders, maar het fundamentele aan slavernij, dateen slaaf eigendom van zijn meester was, een Ding, dat kon worden gekocht enverkocht, zonder zeggenschap over zijn/haar leven?” Ook dit raakt weer de kwestie zelf, dat er slavernij apologeten zijn,die de mensonterende omstandigheden van Europese landarbeiders[hier Nederlandse] vergeleken met die van slaven, terwijl natuurlijk de essentie was, dat landarbeiders, hoe beroerd ook de omstandigheden,vrije mensen waren en slaven niet OP DE MAN?/OPVATTINGEN VAN EMMER En natuurlijk was mijn artikel, dat qua essentie over de SLAVERNIJOPVATTINGEN van Emmer gericht was, in zoverrepersoonlijk, omdat deze opvattingen van Emmer zelf komen! En bent u hier niet een beetje tegenstrijdig in, mevrouw Slingerland?Want zelf heeft uw Opinie Redactie aan ondergetekende geschreven ”TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net>To:Astrid EssedMon, Jul 5 at 4:22 PMGeachte Astrid Essed,Op de opiniepagina’s voeren we graag het debat. ook dat over ons slavernijverleden. Mensen met verschillende standpunten kunnen dan op elkaar reageren. Als u het inhoudelijk niet eens bent met de heer Emmer, kunt u dat in een zakelijk artikel van maximaal 600 woorden laten weten.Vriendelijke groet,Opinieredactie Hoe kan ik anders ingaan op de opvattingen van Emmer, zonder Emmerin zijn functie als hoogleraar [nu Emeritus] geschiedenis te noemen? TENSLOTTE Als uw redactie om welke redenen dan ook, mijn Opinieartikel nietwilt plaatsen, is zij daarin volkomen vrij, laat dat duidelijk zijn.Maar komt u dan niet aanzetten met flutargumenten, dat ik”op de man” speel, terwijl uit mijn stuk overduidelijk blijkt, dat het mij hier om de KWESTIE ZELF gaat!Met Emmer als man/mens heb ik verder niets te maken, het gaatmij om zijn opvattingen en die kan ik moeilijk los zien van Emmer,die kranten [waaronder ook de uwe, wat mij teleurgesteld heeft,want dan hebt u deze apologeet ook gefaciliteerd, daarop zou ik u zekeer hebben aangeschtreven, had ik dat toen geweten]volschrijft met zijnapologieen van deze misdaad tegen de menselijkheid. [2] Dat u mijn stuk dan toch terugbrengt tot ”op de man spelen”heeft mij erg teleurgesteld.Ik dacht dat een chef Opinieredactie beter kon. Dat mijn opiniestuk niet in de vergetelheid is geraakt, ondanks uwweigering tot plaatsing, blijkt uit noot 3
Wat mij betreft is verder de discussie geslotenU hebt al genoeg van mijn Tijd in beslag genomen. Vriendelijke groetenAstrid EssedAmsterdam NOTEN [1] COPY PAST UIT DELEN CORRESPONDENTIE MET DAGBLAD TROUW/OPINIEREDACTIE TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net>To:Astrid EssedMon, Jul 5 at 4:22 PMGeachte Astrid Essed, Op de opiniepagina’s voeren we graag het debat. ook dat over ons slavernijverleden. Mensen met verschillende standpunten kunnen dan op elkaar reageren. Als u het inhoudelijk niet eens bent met de heer Emmer, kunt u dat in een zakelijk artikel van maximaal 600 woorden laten weten.Vriendelijke groet,Opinieredactie
[1]
AFRIKANEN WERDEN VAAK VERKOCHT DOOR ANDERE AFRIKANEN.
Je kent het wel: je zegt iets over het Nederlandse aandeel in het systeem van de trans-Atlantische slavenhandel, en dan begint meneer opeens over de zware onderdrukking van Brabanders.
Nee Arzu, verdiep je in de geschiedenis van Nederland. Wij Brabanders waren ook slaven van Holland. Moesten 80% belasting betalen.
He, ik snap het, het is allemaal heel moeilijk dat mensen het hier nog over willen hebben. Waarom kunnen we niet gewoon doen alsof het nooit is gebeurd? Die vijf jaar Tweede Wereldoorlog hoor je ook nooit meer iets over, toch?
Maar goed, als we het er niet over hebben, dan blijven al je vragen en reflexen ook onbeantwoord. Hoe moet je dan besluiten dat je je helemaal niet schuldig hoeft te voelen over een racistisch systeem van slavernij dat eeuwen in stand is gehouden? Dus hier heb je twaalf antwoorden op reflexen vragen over Atlantische slavernij die je eigenlijk maar beter niet in de mond had kunnen nemen.
AFRIKANEN WERDEN VAAK VERKOCHT DOOR ANDERE AFRIKANEN.
Correct. Dus?
DUS KUNNEN WE EUROPEANEN NIET SCHULDIG HOUDEN VOOR TRANS-ATLANTISCHE SLAVERNIJ!
Oeh, die ga ik de volgende keer in de rechtszaal gebruiken. “Edelachtbare, ik ben niet schuldig aan brandstichting want Pietje Bell gaf me de benzine.” Daarnaast valt er nogal wat te zeggen over de rol die Europees kapitaal speelde in het aansporen, uitbreiden en in stand houden van de West-Afrikaanse slavernij.
OKE MAAR DE ARABISCHE SLAVENHANDEL DAN?
“Ja maar hullie doen ‘t ook” had je al af moeten leren in groep 3.
DAT BETEKENT TOCH DAT ATLANTISCHE SLAVERNIJ NIET ZO UNIEK WAS?
Ken jij een ander systeem waarbij gedurende drie eeuwen zo’n 12.5 miljoen mensen in op elkaar gepakte ruimen een oceaan over werden verscheept, onderweg ~1.5 miljoen mensen stierven, de overlevenden onderworpen werden aan een systeem dat hen en al hun kinderen behandelde als objecten, allemaal om wat geld te kunnen verdienen? En dan hebben we het nog niet eens over dat systeem als oorsprong van racisme.
De specifieke vorm van chattel slavery waar Europeanen zwarte mensen in de Amerika’s aan onderwierpen is uniek.
Slavernij is een constante in de menselijke geschiedenis, maar de specifieke vorm van chattel slavery waar Europeanen zwarte mensen in de Amerika’s aan onderwierpen is uniek. De combinatie van totale ontmenselijking van een geracialiseerde bevolkingsgroep van miljoenen mensen, absolute erfelijkheid van slavernij, social death, ontvoering uit de oorspronkelijke sociale omgeving, en op winst gerichte gewelddadige uitbuiting zien wij nergens anders.
EN DE IEREN IN AMERIKA DAN?
Dat was tijdelijke dwangarbeid, niet geracialiseerde, erfelijke slavernij. Zie ook het verschil tussen de Arbeitseinsatz van niet-Joodse Nederlanders in Duitse werkkampen, en Auschwitz.
BARBARIJSE SLAVENHANDEL WAS EEN DING!
Die maakte maximaal 1.25 miljoen Christelijke slachtoffers, en dat is bijna zeker een grove overschatting want het boek waar die cijfers op zijn gebaseerd is broddelwerk. Maar zelfs in die overschatting vallen die cijfers in het niet bij trans-Atlantische slavernij, en is er geen sprake van een geracialiseerd, erfelijk systeem van chattel slavery.
OKE HET WAS UNIEK, MAAR ZO VEEL VERDIENDEN WE ER NIET EENS MEE
Oh, dus naast dat we al die shit deden waren we ook nog eens incompetent?
(Maar zie Van Rossum & Fatah-Black die benadrukken dat slavernij vaak wel winstgevend was, en de Nederlandse economie als geheel stimuleerde)
DOE NIET ZO MOEILIJK, IEDEREEN VOND DIT TOEN NORMAAL
Of bedoelde je eigenlijk te zeggen dat wij West-Europeanen het heel normaal vonden? Dat spreekt niet echt voor je argument dat wij niet zo erg waren, he — maar het is ook onwaar: een actieve, witte anti-slavernijbeweging ontstond vanaf het midden van de 18e eeuw, vooral in Groot-Brittanië. Bredero vond het in 1615 ook niet
zo moeilijk om een karakter slavernij af te laten keuren:
Onmenschelyck ghebruyck! Godlóóse schelmery! Datmen de menschen vent, tot paartsche slaverny! Hier zynder oock in stadt, die sulcken handel dryven, In Farnabock: maar ‘tsal Godt niet verhoolen blyven.
SLAVERNIJ IS FOUT, MAAR NEDERLAND WAS MAAR HEEL KLEIN DAARIN
Nederland heeft zo’n 610.000 mensen over de Atlantische oceaan ontvoerd, volgens de meest recente schatting van Fatah-Black en Van Rossum. Daarnaast hebben Nederlanders meer dan twee eeuwen lang slavernijplantages gerund in de Amerika’s, voornamelijk in Suriname.
Wij vonden toen ook het systeem van suikerplantages bewerkt door Afrikaanse tot slaaf gemaakten uit
Sterker nog: in het midden van de 17e eeuw — toen het Atlantische slavernijsysteem in de kinderschoenen stond — domineerden wij de trans-Atlantische
Eerst eeuwenlang een systeem opzetten, en dan nog credits willen voor de afschaffing ook. Knap hoor. Nederland was een van de allerlaatste Europese landen die haar Atlantische slavernij systeem afschafte, overigens, en in het activisme en de vaak bloedige strijd om die Europese afschaffing te bewerkstelligen hebben mensen van Afrikaanse afkomst een cruciale rol gespeeld. Het is geen witte verworvenheid, wil ik maar zeggen.
MOET IK ME DAN SCHULDIG GAAN VOELEN, HET IS ZO LANG GELEDEN!
Er zijn mensen in leven wiens overgrootouders in Suriname in slavernij werden geboren. Hoe je je daarover voelt mag je zelf bepalen.
OKE, BEST, HET WAS FOUT — WAT MAAKT DAT NU DAN UIT?
Het is onderdeel van de Nederlandse geschiedenis, en alleen daarom zouden we het moeten blijven bespreken. Die geschiedenis is nog steeds zichtbaar in alle grote steden. Maar het heeft ook effect op de huidige maatschappij. Onze ideeën over ras (en dus racisme) zijn ontstaan uit slavernij, de samenstelling van de Nederlandse bevolking en die van voormalige Nederlandse koloniën is er door vormgegeven, en de huidige raciale ongelijkheid in ons land vindt zijn oorsprong in die slavernij. Dat maakt uit.
EINDE ARTIKEL
[2]
”[[Deze mailbrief is tevens cc gestuurd aan de heer Piet Emmer, emeritus hoogleraar, Universiteit Leiden, het Rijksmuseum en de kranten AD en ElsevierMagazine, omdat ook zij historicus Piet Emmer een podium gegeven hebben voor zijn bagatellisering van de Westerse slavernijZie in onderstaande brief, noot 7]”
ZIE NOOT 7 VAN ONDERSTAANDE BRIEF
REDACTIE VOLKSKRANT, U BENT MOREEL MEDEPLICHTIG AAN
DE BAGATELLISERING VAN DE WESTERSE SLAVERNIJ DOOR HISTORICUS PIET EMMER
OPINIEARTIKEL/AANVAL OP BAGATELLISERING WESTERSE SLAVERNIJDOOR HISTORICUS PIET EMMER
De aankomst van een Nederlands schip met Afrikaanse totslaafgemaakten voor de verkoop, Jamestown, Virginia, 1619. (Hulton Archive/Getty Images)Beeld Getty Images
VOORAF Mijn loyale lezers weten, dat ik recentelijk een stukgeschreven heb, waarin ik de vloer heb aangeveegd met de bagatelliseringvan de Westerse slavernij door emeritus hoogleraar geschiedenis aande Universiteit van Leiden, Piet Emmer [1]Op aansporing van de Opinieredactie van het Dagblad Trouw, dat ikhad aangeschreven [2], heb ik nu dus [maandag 12 juli 2021] een stuk,bestemd voor de Opiniepagina van Trouw geschreven.Of Trouw het publiceert, weet ik natuurlijk niet, maar hierbij dus metu, lezers, mijn Opinieartikel, bestaande uit ongeveer 600 woorden, gedeeldZie onder notenapparaat, onder B Veel leesplezier en tot de Volgende KeerHAHAHA Astrid Essed A NOTEN EN REACTIE TROUW OPINIE REDACTIE[1] HISTORICUS PIET EMMER, WEGPOETSER VAN HET BLOED, DAT AANDE WESTERSE SLAVERNIJ KLEEFTASTRID ESSED30 JUNI 2021 https://www.astridessed.nl/historicus-piet-emmer-wegpoetser-van-het-bloed-dat-aan-de-westerse-slavernij-kleeft/
[Het klopt, dat Trouw het door mij gewraakte artikel van Piet Emmer niet had gepubliceerd, maarde VolkskrantDaarvoor bovenstaande excuusmail naar Trouw Echter, naar aanleiding van mijn abusievelijke mailbrief aan Trouw, reageerde de Opinieredactie Trouw met haar verzoek om een opinie-artikel mijnerzijds Zie de verwijdering van mijn website van de abusievelijke mailbrief aan TrouwZie mijn mailbrief aan de juiste krant, de VolkskrantZie het gewraakte artikel van Piet Emmer in de Volkskrant Mailbrief Aan Trouw[verwijderd] https://www.astridessed.nl/redactie-trouw-u-bent-moreel-medeplichtig-aan-de-bagatellisering-van-de-westerse-slavernij-door-historicus-piet-emmer/
REACTIE TROUW OPINIE OP MIJN MAILBRIEF TR Opinie <opinie-trouw@persgroep.net>To:Astrid EssedMon, Jul 5 at 4:22 PMGeachte Astrid Essed, Op de opiniepagina’s voeren we graag het debat. ook dat over ons slavernijverleden. Mensen met verschillende standpunten kunnen dan op elkaar reageren. Als u het inhoudelijk niet eens bent met de heer Emmer, kunt u dat in een zakelijk artikel van maximaal 600 woorden laten weten.Vriendelijke groet,Opinieredactie
B HISTORICUS PIET EMMER, WEGPOETSER WESTERSE SLAVERNIJ Vanaf het moment, dat ik hem in de collegebanken van de Universiteit van Amsterdam heb horen spreken als gastdocent, heb ik historicus Piet Emmer, gevolgd, sommige periodes intensiever dan andere.Wat daarbij opviel was niet het feit, dat Emmer betoogde [tijdens dat gastcollege], dat de toenmalige Republiek der Verenigde Nederlanden [via zijn kooplieden, andere belanghebbenden en de VerenigdeWest Indische Compagnie] niet zoveel aan slavenhandel/slavernij verdiend had als men wel zou denken [dat had waar kunnen zijn, al werd het later door wetenschappelijk onderzoek ontkracht], maar het feit, dat Emmer op dat aspectzodanig de nadruk legde, dat het verdacht veel leek op bagatellisering vande Westerse slavenhandel en slavernij.Het leverde hem dan ook, in genoemd gastcollege, maar ook later, veelkritiek op.Als hij het daarbij gelaten had ik dit stuk waarschijnlijk niet geschreven,maar niet alleen bleef Emmer in de loop der jaren de minder grote profijtelijkheid van slavernij en slavenhandel verdedigen, maar hij ging verder op de bagatelliseringstoer, tot nog in juni 2021, in een in de Volkskrant verschenen stuk ”Wie een beperkte blik op de slavernij wil, spoede zich naar het Rijksmuseum”, waarin hij kritiek ventileerde op de zijns inziens ”eenzijdige” slavernijtentoonstelling in het Rijksmuseum.Daarin kwamen oude Emmer stokpaardjes naar boven:Zo schrijft Emmer, dat in de tentoonstelling ”hedendaagse morele oordelen”werden losgelaten op de beoordeling van de slavernij, terwijl er reeds in de 17 e eeuw verzet van dominees tegen slavernij en slavenhandel was.Ook haalt Emmer er de Gouwe Ouwe bij, dat ook Afrikanen en Arabieren zichschuldig maakten aan slavernij en slavenhandel en daarbij witte slavenhandelaren ondersteunden in het vangen en roven van Afrikanen.Op zich waar, maar, zo vraag ik mijzelf af: Wat wil Emmer daarmee beweren?Dat, omdat ook Afrikanen en Arabieren zich onledig hielden met de misdaad slavernij, daarmee de Westerse slavernij minder ernstig was?Mijn veronderstelling wordt bevestigd door Emmer zelf, die in het genoemdeVolkskrant stuk opmerkt: ”Deden hun Arabische en Afrikaanse collega’s dat[het maken van slaven tot object] dan niet? Kun je de Europeanen verwijten, dat ze steeds meer kindslaven kochten?”Doorredenerend zijn de liquidaties, die worden toegeschreven aan crimineel Redouan T minder erg, omdat andere topcriminelen ook liquideren….Emmer noemt ook de mensonterende omstandigheden van de landarbeiders in Drenthe, die, in tegenstelling tot slaven, die dat wel kregen, geen huisvesting,moestuin en doktershulp hadden.Natuurlijk waren de omstandigheden van Drentse landarbeiders mensonterend,maar moet ik uitleggen, dat een dergelijke vergelijking schaamteloos is?Dat niet alleen slaven geen loon ontvingen, in tegenstelling tot het [weliswaar schamele] loon van landarbeiders, maar het fundamentele aan slavernij, dateen slaaf eigendom van zijn meester was, een Ding, dat kon worden gekocht enverkocht, zonder zeggenschap over zijn/haar leven?Dat zijn/haar kinderen konden worden verkocht zonder enige invloed van de slaaf daarop, in tegenstelling tot arme Drentse landarbeiderskinderen, die Emmer ook noemt?Niet alleen de vergelijking is absurd, maar de morele laagheid om onderdruktegroepen zo tegen elkaar uit te spelen.Het meest bizarre is nog, dat Emmer in een onderzoek de ruimte op slavenschepen vergeleek met die van landverhuizers op weg naar de Verenigde Staten [19e en begin 20e eeuw] en de ruimte, die er nu is in de economy class’ van een vliegtuig.Alsof vrije landverhuizers, hoe arm ook, alsof, nog bizarrer, toeristen, op wegnaar een vakantiebestemming, geketend worden vervoerd, gekocht worden ofverkocht?Sinds de 70 er jaren, toen Emmer zijn bagatelliseringstoer startte, tot 2021,heeft hij niets moreels bijgeleerd.Wordt het niet tijd, dat alle media deze apologeet vande misdaad tegen de menselijkheid, die slavernij heet, gaan weren? Astrid EssedAmsterdam
EINDE OPINIESTUK
Reacties uitgeschakeld voor Opinieartikel/Aanval op bagatellisering Westerse slavernij door historicus Piet Emmer
De aankomst van een Nederlands schip met Afrikaanse totslaafgemaakten voor de verkoop, Jamestown, Virginia, 1619. (Hulton Archive/Getty Images)Beeld Getty Images
[[Deze mailbrief is tevens cc gestuurd aan de heer Piet Emmer, emeritus hoogleraar, Universiteit Leiden, het Rijksmuseum en de kranten AD en ElsevierMagazine, omdat ook zij historicus Piet Emmer een podium gegeven hebben voor zijn bagatellisering van de Westerse slavernijZie in onderstaande brief, noot 7] AANREDACTIE DAGBLAD DE VOLKSKRANTOnderwerp: Uw facilitering van slavernij apologeet Professor EmeritusP. C. Emmer, Universiteit Leiden ”””Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdaden niet uitwissen”Vrij vertaald naar Shakespeare’s Macbeth [slaapwandelende Lady Macbeth,Act 5, Scene 1]” http://www.shakespeare-online.com/plays/macbeth_5_1.html
Geachte Redactie, Zoals u hebt kunnen lezen, begin ik mijn aanklacht tegen u [want dit is niet meerof minder dan een aanklacht] met een citaat uit William Shakespeare’s onvergetelijke toneelsruk/tragedie MacBeth [1]:””Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdaden niet uitwissen” [2],want dat is het Leitmotiv van mijn brief/aanklacht tegen uw publicatie vaneen artikel van genoemde Professor [vanaf nu voor het gemak ”de heer Emmer” of ”Emmer” genoemd], dd 22 juni jongstleden: ”Wie een beperkte blik op de slavernij wil, spoede zich naar het Rijksmuseum” [3] Want de heer Emmer heeft zich kennelijk van meet af aan [ooit heeft ondergetekende in de jaren zeventig een van de eerste hoor/gastcolleges bij hem gevolgd, aande Universiteit van Amsterdam, hetgeen tot veel commotie leidde] als Levensdoel gesteld, de Westerse slavernij, oftewel de transatlantische slavenhandel [4] en de daaruit voortvloeiende slavernij in de Amerika’s, opalle mogelijke manieren en drogeredenaties, op zijn vriendelijkst gezegd,te bagatelliseren.Over het inhoudelijke, waarvoor uw krant, door hem een podium te geven, moreel medeverantwoordelijk bent, kom ik zo te spreken. HOOR/GASTCOLLEGE IN DE JAREN 70]Eerst over dat gewraakte hoor/gastcollege uit het verleden, waarbij ondergetekende aanwezig was:De heer Emmer betoogde, dat de slavenhandel voor de toenmalige Republiek der Verenigde Nederlanden lang niet zo profijtelijk was, als was aangenomen [5],waarop een storm van kritiek losbarstte.Uit later onderzoek bleek, dat de winstmarge [nu ruimer berekend] groter was dan de heer Emmer had beweerd. [6]Maar de toenmalige kritiek op Emmer was niet zozeer zijn lage inschattingvan de profijtelijkheid, maar de nadruk, die hij daarop legde, waarbij de bagatellisering van deze misdaad tegen de menselijkheid om de hoek kwam kijken.Die neiging tot bagatellisering ben ik in een aantal andere publicaties/interviews ook tegengekomen, want niet alleen uw krant [eerlijkheid gebiedt dat te zeggen], maar ook andere media hebben Emmer in de loop der tijden ruim baan gegeven. [7] ARTIKEL EMMER ”WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM’ En dan nu het in uw Dagblad geplaatste artikel van Emmer, tevens dereden van deze Brief:”WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM'[8] Op dit artikel heeft ondergetekende een stevige kritiek geschreven, die uonder noot 9 kunt [moet zelfs, wil u mijn als hierop volgende korte samenvatting kunnen begrijpen en controleren op bronnen/feiten] lezen: SAMENGEVAT: In een AD artikel [10][dat echter naadloos aansluit bij zijn opvattingen inhet door u gepubliceerde artikel], bagatelliseert Emmer de slavernij/slavenhandel, doorde misdadige omstandigheden van de slavenhandel te vergelijken [qua ruimte]met de vrije overtocht, per vliegtuig/economy class, van vrije migranten, doorhet slavenhandel transport te vergelijken met de overtocht van landverhuizers naar de VS, die, hoe slecht de omstandigheden vaak ook, een overtocht van vrije mensen was, die niet geketend waren, wier vrouwen niet werden verkrachtdoor de bemanning.Die niet gekocht en verkocht werden bij aankomst in de VS. Emmer heeft in uw Volkskrant artikel de guts, de slechte omstandigheden van een Drents landarbeiderskind [dat hoezeer verpauperd ook, niet kon worden gekochten verkocht te vergelijken met die van een slavenkind in de Amerika’s. [12] Verder verwijst hij bij de Westers-Europese rooftochten van Afrikanen naarde rol van de Afrikaanse slavenhalers in opdracht van de blanken, de Arabischeslavenhandelaars, de Afrikaanse slavernij.Op zich juist, maar hij gebruikt deze eveneens huiveringwekkende zaken, omde rol van de Europese handelaars [in wier opdracht de slaven immers geroofd waren] te bagatelliseren. [13] BEWIJS?Emmer schrijft in zijn artikel o.a.”Dat de tentoonstelling geen wetenschappelijk, maar een activistisch karakter draagt blijkt ook uit de constatering dat de Europese slavenhandelaren slaven ‘tot object’ maakten. Deden hun Afrikaanse en Arabische collega’s dat dan niet? Kun je de Europeanen verwijten dat ze steeds meer kindslaven kochten?” [14]Ja, Redactie, de zin staat er ECHT:”Kun je de Europeanen verwijten dat ze steeds meer kindslaven kochten?” [15] En een dergelijke apologeet van slavenhandel en slavernij, die de ruimte op stinkende slavenschepen [16]met droge ogen vergelijkt met de volgens hem zo krappe ruimte in de Economy class, die onzin opmerkingenmaakt over ”loon” dat slaven zou worden uitgekeerd in de vorm van eten en kleding [17], die vindt, dat op deze misdaden tegen de menselijkheid geen ”hedendaagse morele oordelen” moeten worden toegepast [18], terwijl hij dondersgoed weet van het 17 eeuwse verzet tegenslavernij [hij noemt het zelf in een ander artikel] [19] Welnu, een dergelijke apologeet hoort niet thuis in uw krant, of welke andere krant ook, als u zichzelf tenminste ”kwaliteitskrant” wilt blijven noemen. Door Emmer’s artikel te hebben gefaciliteerd, hebt u zich, evenals andere media zoals Elsevier Magazine en AD [die deze mail cc ontvangen]moreel schuldig gemaakt aan het verspreiden van de bagatellisering van misdaden tegen de menselijkheid. [20] Dit is een schande.Een grotere schande is het, dat ik u daarop moet aanspreken. Stop hier dus direct mee en verleen geen publicitaire medewerking meer aan schrijfsels zoals van Emmer, die impliciet ofexpliciet, een van de Donkerste Bladzijden van de Westerse Geschiedenis, een Make Over geven. Ik verwacht, dat u mijn dringend verzoek, nee Eis, inwilligt. En excuses aan de nazaten van de tot slaafgemaakten zijn hier zeker op zijn plaats, want u weet waaraan u hebt meegewerkt. En denk er goed aan:””Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdaden niet uitwissen”[21]
Dat slavernij overal in de wereld voorkwam lijkt het Rijksmuseum niet te interesseren. De bezoeker krijgt de indruk dat de slavenhandel en slavernij voornamelijk Europese erfzonden zijn.
De met veel tamtam aangekondigde en inmiddels geopende tentoonstelling ‘Slavernij’ in het Rijksmuseum typeert de slaven vrijwel zonder uitzondering als zielige underdogs, terwijl veel wetenschappelijke studies van de laatste vijftig jaar keer op keer laten zien dat die gedweeë, sullige ‘Sambo’ zonder initiatief, die alles accepteert en zich naar believen laat straffen, vernederen en uitbuiten, nooit heeft bestaan.
De tentoonstelling documenteert slechts een aantal levensgeschiedenissen van slaven en die beperking verhindert dat er een aantal fundamentele problemen aan de orde komen, zoals de vraag waarom de Europeanen voor hun koloniën slaven uit Afrika en Azië haalden en niet uit hun eigen continent en waarom Afrika en Azië in staat bleken in de loop der eeuwen steeds meer slaven te leveren.
Morele oordelen
Bovendien worden zowel de bezoekers van de tentoonstelling als de lezers van de daarbij behorende bundel opstellen voortdurend geconfronteerd met hedendaagse morele oordelen zoals de verontwaardiging over het feit dat de slaven af en toe op zaterdag moesten werken. Pardon, een vrije zaterdag in de 18de en 19de eeuw?
Dat slavernij overal in de wereld voorkwam lijkt het Rijksmuseum niet te interesseren, waardoor de bezoeker de indruk krijgt dat de slavenhandel en slavernij voornamelijk Europese erfzonden zijn: ‘In Afrika leefden mensen in de koloniale tijd met de realiteit van mensenhandelaren, nomaden op paarden, die nachtelijke rooftochten organiseerden om mensen te ontvoeren.’
Niet gekoloniseerd
Het Rijksmuseum verzwijgt echter dat Afrika ten tijde van de Atlantische slavenhandel helemaal nog niet gekoloniseerd was en dat de ‘rooftochten’ en ‘ontvoeringen’ dus onmogelijk de Europeanen in de schoenen kunnen worden geschoven.
Tegen alle logica beweert de directeur van het Rijks, Taco Dibbits in het voorwoord van het magazine voor scholieren Slavernij en nu? dat ‘de arbeiders op de plantages niet betaald’ kregen. Zou hij werkelijk geloven dat de plantagebezitters hun voor veel geld gekochte slaven lieten verhongeren?
Beloning
Niets is minder waar. Zo kregen de slaven van de Surinaamse plantage ‘Catharina Sophia’ in de 19de eeuw weliswaar geen geld, maar gemiddeld 94,57 gulden per jaar aan voedsel en 13,58 gulden aan kleding en huishoudelijke artikelen alsmede huisvesting, het gebruik van een moestuin en medische zorg.
In dezelfde tijd verdienden de landarbeiders in Drenthe ongeveer 150 gulden per jaar zonder huisvesting, moestuin en doktershulp. Bovendien wijst de directeur op de Nachtwacht van Rembrandt met daarop een jong kind met een donkere huidskleur en vraagt: ‘En waarom moest hij als kind al werken?’. Is hij niet op de hoogte van het feit dat in Rembrandts tijd en nog velen eeuwen daarna kinderarbeid heel normaal was?
Bezit
Zonder enig bewijs meldt de tentoonstellingsbundel dat slaven geen bezit mochten hebben. Hoe was het dan mogelijk dat sommige slaven zichzelf vrijkochten en waar kwam in het eerste jaar na de vrijverklaring die koopgolf onder de ex-slaven vandaan? Ook beweert de bundel dat slaven niet mochten lezen en schrijven, maar hoe kon de zwarte abolitionist (voorstander afschaffing slavernij, red.) Equiano dan zijn memoires schrijven als hij dat als slaaf niet had geleerd? De slaven waren het eigendom van een ander en ‘daarom kon er juridisch gezien geen sprake van mishandeling of verkrachting zijn’ door de eigenaar.
Waarom zijn er dan processen gevoerd tegen planters, die een slaaf hadden gemarteld of gedood? Dat de tentoonstelling geen wetenschappelijk, maar een activistisch karakter draagt blijkt ook uit de constatering dat de Europese slavenhandelaren slaven ‘tot object’ maakten. Deden hun Afrikaanse en Arabische collega’s dat dan niet? Kun je de Europeanen verwijten dat ze steeds meer kindslaven kochten?
Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat alleen Afrikaanse handelaren bepaalden hoeveel man-, vrouw- en kindslaven te koop werden aangeboden. Zelfs de plantageklok, die ’s morgens het begin van de werkdag aankondigde, is volgens het Rijksmuseum een symbool van uitbuiting en geweld. Maar zou dat instrument net als in Europa geen middel zijn geweest om de efficiency en daarmee de winst te verhogen, waardoor de slaven meer loon konden afdwingen in de vorm van beter eten, medische verzorging en betere huisvesting?
Wie hoopt dat de tentoonstelling hem of haar op de hoogte brengt van de laatste wetenschappelijke inzichten hoeft het Rijksmuseum niet te bezoeken, maar wie zijn stereotiepe opvatting over de slavenhandel en slavernij bevestigd wil zien, komt in het Rijksmuseum ruimschoots aan zijn trekken.
Piet Emmer is auteur van De geschiedenis van de Nederlandse slavernij in een notendop (2021).
”De indruk kan ontstaan zijn dat de slavenhandel een essentieel onderdeel van de Nederlandse economie vormde en dat afschaffing van de slavernij de economisch totaal ontwricht zou worden. Volgens P.C. Emmer is die gedachte beslist niet waar. Hij stelt dat de Nederlandse slavenhalers op hun hoogtepunt jaarlijks dertig slavenschepen lieten uitvaren, maar dat deze schepen samen nog geen één procent vormde van de totale koopvaardijvloot, die toen geschat werd op ongeveer vierduizend schepen. Ook voor de werkgelegenheid vormde de slavenvaart geen absolute noodzakelijkheid. Emmer stelt het aantal zeevarenden op slavenschepen op duizend tot twaalfhonderd, en dat in de hoogtijdagen. Als er in ogenschouw wordt genomen dat de werkgelegenheid in de scheepvaart vele malen groter was (volgens Emmer ongeveer 44.700 in 1770) dan vormen de ruim duizend slavenhalers slechts een zeer kleine, haast onbetekende groep.”……….”Maar was de slavenhandel van essentieel belang voor de gehele Nederlandse economie? Met andere woorden: hadden de Nederlanden zonder slavenhandel gekund, bijvoorbeeld als zij als enigen ter wereld een verbod op slavenhandel naleefden? Emmer meent dat de Nederlanden zonder veel moeite van slavernij hadden kunnen afzien. Nederlandse plantages hebben nooit meer dan de helft van de geïmporteerde suiker en koffie geleverd, en dit zou gemakkelijk door het buitenland kunnen worden opgevangen. Daar een groot deel van de Atlantische handel en scheepvaart mogelijk werd gemaakt door de inzet van buitenlandse gastarbeiders, zou het hoogstens betekenen dat er minder gastarbeiders naar de Nederlanden waren gekomen op zoek naar werk” HISTORIENDE NEDERLANDSE SLAVENHANDEL IN DE 17E EN 18 E EEUW http://www.historien.nl/geschiedenis-van-de-nederlandse-slavenhandel/
De Nederlandse slavenhandel in de zeventiende en achttiende eeuw wordt over het algemeen als zeer winstgevend omschreven. Maar klopt die stelling ook? Een onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel.
Het Nederlandse handelsverleden wordt dikwijls geassocieerd met de successen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Vuistdikke handboeken zijn verschenen over dit onderwerp en de publicatiestroom over deze roemruchte handelsonderneming is nog lang niet ten einde. De herinnering aan de VOC is in de hedendaagse literatuur nog springlevend, maar de geschiedenis van haar wellicht even roemruchte, op “de West” varende tegenhanger wordt enigszins tekort gedaan. Misschien heeft dit tekort aan aandacht ook te maken met het feit dat deze West-Indische Compagnie (WIC), in tegenstelling tot de VOC, voornamelijk periodes van economische tegenspoed en onzekerheid kende en dat het voornaamste deel van haar handelswaar uit slaven bestond.
Slavenhandel: een winstgevend bedrijf?
De handelssuccessen van de WIC lijken paradoxaal: de slavenhandel was kennelijk niet succesvol genoeg en het lijkt dan voor de hand te liggen om over te gaan op andere “handelswaar”. De WIC deed dit echter niet; de Nederlandse slavenhandel bleef bijna twee eeuwen standhouden, tot uiteindelijk in 1818 ook in de Nederlanden de handel in slaven werd afgeschaft. Er moet dus een goede reden zijn geweest om deze verlieslijdende handel te continueren. Maritiem historicus Willem Flinkenflögel laat in zijn werk “Nederlandse slavenhandel” (1621-1803) de zeventiende eeuwse Zeeuwse arts en slavenkeurder D.H. Gallandat aan het woord. Gallandat stelt “dat er vele bedrijven plaatshebben, die ongeoorloofd zouden schijnen, indien er geen bijzonder voordeel in te vinden was. Getuige hiervan is de slavenhandel, die men alleen door het voordeel dat hij aan de kooplieden toebrengt, van onwettigheden kan vrijspreken”. Maar over welk voordeel voor de kooplieden heeft Gallandat het hier? Ook Flinkenflögel stelt immers dat de koopmanslogica van Gallandat geen stand lijkt te houden tegen de hedendaagse opvatting dat de Nederlandse slavenhandel weliswaar een hardnekkig bestaan leidde, maar in termen van winst niet bijster interessant was. Om de “waarom-vraag” te kunnen beantwoorden, is het noodzakelijk om eerst een uiteenzetting te geven over de vroegste geschiedenis van de WIC.
Oprichting van de WIC
De Brit Jonathan Israel stelt in zijn werk “Nederland als centrum van de wereldhandel, 1585-1740” heel duidelijk dat de Nederlandse zeelieden zich in de beginfase van deze kaperoorlog afzijdig hielden. De Lage Landen waren volgens Israel tegen het einde van de vijftiende eeuw gespecialiseerd in het vervoer van bulkgoederen, zoals de graanhandel op het Oostzeegebied. Graanoverschotten werden naar het Middellandse Zeegebied getransporteerd, waar de Nederlandse zeelieden zout haalden. Dit zout was nodig voor een ander belangrijk Nederlands handelsproduct: haring. De Europese handel verliep voor deze Nederlandse handelaren dermate voortvarend dat er geen behoefte was aan de perikelen met Spanje in bijvoorbeeld het Caribisch gebied.
Rond 1590 ziet Israel een keerpunt. Vanaf die tijd spreekt hij van de hegemonie in de wereldhandel van de Nederlandse stapelmarkt. Dit zou het gevolg zijn van een belangrijke verandering in de oorlog tegen Spanje. De Spanjaarden hadden het embargo tegen de Nederlanders beëindigd omdat zij dringend door de Nederlanders moesten worden voorzien van Baltisch graan en scheepsbenodigdheden, terwijl ze het embargo tegen Engeland in stand hielden. Naast de handel met de Spanjaarden voerden de Zeven Provinciën ook een groot en succesvol offensief uit (1591). De ontstane situatie zorgde voor het aantrekken van een handelselite, waardoor de economie een enorme impuls kreeg.
In 1598 kondigde de Spaanse koning echter strenge maatregelen aan om de zoutafname van de Nederlanders een halt toe te roepen. Vanaf dit moment waren de Nederlandse handelaren genoodzaakt het zout uit het Caribisch gebied te halen. Dit werd door de Spanjaarden zoveel mogelijk bestreden, maar voordat het tot een echt conflict kon komen, zorgde het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) ervoor dat het zout weer in Spanje gehaald kon worden.
Dat de Nederlandse zouthalers na de beëindiging van het Twaalfjarig Bestand kennelijk geen vertrouwen hadden in de Spaanse gastvrijheid blijkt uit het feit dat onmiddellijk na afloop van het Bestand werd overgegaan tot de oprichting van de “Geoctroyeerde Westindische Compagnie”. Omdat de Nederlanden inmiddels weer volop in oorlog waren met Spanje en de kosten voor de vloot zoveel mogelijk gedekt moesten worden, was de WIC genoodzaakt haar inkomsten voornamelijk op oorlogsbuit en kaapvaart te baseren.
De eerste dertig jaar van haar bestaan werd de WIC vooral gekenmerkt door een zeer agressief en expansief beleid om met name het katholiek Spanje en Portugal zo hard mogelijk te treffen. Kaapvaart, in tegenstelling tot zeeroverij door de overheid toegestaan, en gebiedsverovering waren hiervoor de meest effectieve middelen. Volgens Johannes de Laet, die in zijn “Iaerlijck Verhael” de verrichtingen van de WIC beschrijft, werden de Spanjaarden en Portugezen tussen 1623 en 1636 van niet minder dan 547 schepen beroofd.
Van kaapvaart naar slavenhandel
De overstap van kaapvaart naar slavenhandel lag in eerste instantie niet echt voor de hand. Het werd zelfs in de beginjaren der compagnie op calvinistische gronden verworpen. In zijn werk “The Dutch in the Atlantic Slave Trade 1600-1815” haalt Johannes Menne Postma een citaat aan uit het toneelstuk “Moortje”, van de Nederlandse dichter Brederode: “Inhumane custom! Godless rascality! That people are being sold, like horselike slavery. In this city there are also those, who engage in that trade. In Farnabock, but God will know”.
Na de verovering van Recife in Brazilië vond er een ommekeer plaats en werd de slavenhandel al snel begonnen. Deze verandering was mogelijk doordat de commerciële voordelen van de slavenhandel inmiddels volledig duidelijk waren. Volgens de Leidse hoogleraar P.C. Emmer behaalden de Engelsen met hun slavenhandel gemiddelde winstpercentages van zes tot zeven procent. In deze tijd niet bijster veel, in die tijd volgens Emmer volstrekt normaal. Een tweede factor die de slavenhandel niet alleen mogelijk maakte maar zelfs legitimeerde was het feit dat belangrijke theologen de slavenvaart niet langer in strijd achtten met het calvinistische gedachtegoed. Indien er werd gehandeld in niet-christenen, werd de slavenhandel toegestaan.
Nu in principe niets de Nederlandse slavenhandel nog in de weg stond, wilden de slavenhalers zich verzekeren van een regelmatige aanvoer van slaven ten behoeve van de plantages. Om dit te bewerkstelligen werden er plaatsen aan de West-Afrikaanse kust veroverd om als “slaven-inzamelingspunt” te dienen. In 1637 werd Elmina, het grote Portugese slavenhandelbolwerk, door Nederlanders aangevallen en ingenomen. Elmina zou vanaf dit moment tot aan de opheffing van de WIC het hoofdkwartier van de compagnie in West-Afrika zijn. In 1641 volgde een andere Portugese nederzetting, Luanda. De WIC breidde haar macht aan de Afrikaanse westkust gestaag uit, waardoor de slavenhandel pas echt goed op gang kon komen. Dit was ook hard nodig, daar de Nederlanders in Brazilië de op de Portugezen veroverde suikermolens weer in gebruik wilden nemen. De meeste slaven waren echter gevlucht en de toenmalige bestuurder van Nederlands-Brazilië, Johan Maurits van Nassau (1636-1644) werd bedolven onder verzoeken om voor voldoende aanvoer van “levend ebbenhout” te zorgen. Afrikaanse slavenhandelaren haalden slaven uit Dahomey, Angola en andere West-Afrikaanse landen en ruilden ze aan de kust tegen goederen uit de Republiek. De slaven werden vervolgens naar Amerika getransporteerd alwaar ze weer geruild werden tegen tropische producten, die dan weer naar de Republiek vervoerd werden. Deze handel is beter bekend onder de naam “driehoeksvaart”.
Een belangrijke rol was voor Curaçao weggelegd. Dit eiland werd langzamerhand het Nederlandse verzamelcentrum voor slaven. Vanaf Curaçao werden slaven vervoerd naar Spaans Zuid-Amerika en de Franse en Engelse eilanden in de regio. De meeste slaven gingen naar Suriname, dat vanaf 1668 definitief in Nederlandse handen was.
Problemen voor de WIC
Hoewel de slavenhandel onverminderd doorging, kwam de WIC in grote problemen. De compagnie ontketende in de eerste helft van de jaren veertig van de zeventiende eeuw een nieuwe reeks roofovervallen op Spaanse bezittingen in het Caribisch gebied, maar onttrok daarvoor manschappen aan Nederlands-Brazilië. De WIC weigerde ook in te stemmen met een voorgesteld bestand van de nieuwe Portugese koning, nadat Portugal in december 1640 tegen de Spanjaarden in opstand was gekomen en zich had losgemaakt. Een bestand zou immers de gebiedsuitbreiding in Nederlands Brazilië tot stilstand brengen en een einde maken aan de roofovervallen op Portugese schepen. Het bestand werd echter toch gesloten, met als gevolg dat de Portugese suikereconomie in Brazilië weer sterk kon opleven. De concurrentie met de Nederlandse suikerplanters nam sterk toe, waardoor ook de polarisatie tussen de Nederlandse en Portugese planters toenam. Een opstand der Portugezen was het gevolg. Nederlands-Brazilië was verloren. Nadat de rust tussen de Nederlanders en de Portugezen was teruggekeerd werden er verdragen en handelsovereenkomsten gesloten, waardoor de rust tussen deze twee groepen bestendigd werd.Heel anders was de relatie met de Engelsen. De Engelse marine slaagde er keer op keer in om de Nederlandse slavenvaart grote schade te berokkenen.
Op de Afrikaanse kust zaten Nederlanders en Engelsen elkaar enorm in de weg, maar geen van beide partijen wist het tij in het eigen voordeel te keren, wegens gebrek aan manschappen.Afgezien van de buitenlandse concurrentie lag de grootste factor die het monopolie van de WIC aantastte volgens P.C. Emmer in eigen land. Na het faillissement van de WIC in 1674 ten gevolg van het echec in Brazilië, werd in hetzelfde jaar een nieuw octrooi aan de compagnie verleend (ook wel de tweede WIC genoemd). Groot verschil was dat het handelsmonopolie van de WIC niet werd voortgezet. Iedereen die handel wilde drijven in het Atlantisch gebied, kon zijn gang gaan, op voorwaarde dat er een belasting werd betaald aan de WIC. Alleen de slavenhandel bleef een WIC-aangelegenheid. Ondanks dit slavenhandelsmonopolie slaagde de WIC er niet in om winst te maken, zelfs niet met enorme overheidssubsidies. Volgens Emmer had dit te maken met factoren die niets met slavenhandel te maken hadden. Zo werd de tweede WIC opgezadeld met schulden van de eerste WIC en werd een dure, gedecentraliseerde districtsstructuur zonder wijzigingen overgenomen. Bovendien was de tweede WIC ook geen zuivere slavenhandelsrederij. Zij verdedigde ook en aantal forten en koloniën in het Caribisch gebied en Afrika, waarmee enorme kosten gemoeid waren.
De periode van vrije slavenhandel
Ook aan het WIC-monopolie op de slavenvaart kwam een einde. Volgens Flinkenflögel was het WIC-monopolie op de slavenhandel vele planters en reders een doorn in het oog, daar zij het in strijd met de “mare liberum” gedachte achtten. Daarnaast was het in de achttiende eeuw zo dat de vraag naar slaven het aanbod overtrof. Tussen 1730 en 1738 verviel het monopolie van de WIC en werd de vrije slavenhandel een feit. Wat overbleef was dat de vrije slavenhandelaren nu “recognitiegelden” dienden te betalen aan de WIC. Het was het einde van de WIC als transatlantisch slavenexporteur.Met de geleidelijke opheffing van het WIC monopolie op de slavenhandel namen de Zeeuwen met hun “Middelburgse Commercie Compagnie” (MCC) een vooraanstaande rol in wat betreft de Nederlandse slavenhandel. In 1754 had de MCC zo”n belangrijke plaats veroverd op het gebied van de slavenhandel, dat zij niet langer verplicht was de recognitiegelden aan de WIC af te dragen.
Relatie tussen verlies en sterfte
Vanaf 1730, het aanbreken van de periode van vrije slavenhandel, kan met enige zekerheid iets worden gezegd over de rentabiliteit van de Nederlandse slavenhandel. Volgens P.C. Emmer komt dit doordat er vanaf dat moment geen vermenging meer was van overheidstaken en commerciële activiteiten. Emmer stelt echter ook dat een er slechts een beeld te geven is van winst en verlies, aangezien alleen de boekhouding van slechts één slavenhandelsrederij, de MCC, bewaard is gebleven. Zelfs van de WIC is geen enkele complete boekhouding terug gevonden. Postma voegt daaraan toe dat vergelijking moeilijk is doordat elke slavenhandelende natie zijn eigen munteenheid, gewichtseenheden en maten kende. In de Nederlanden waren zelfs twee monetaire systemen: de Zeeuwen gebruikten het Vlaamse pond, de rest van de Republiek hield vast aan de gulden. Daarnaast hanteerden de slavenhandelaren een variëteit aan maateenheden. Op basis van gegevens over de waarde van schepen, gebouwen en andere bezittingen komt Emmer tot een jaarlijks winstpercentage van twee tot drie procent, wat hij normaal acht voor die tijd. Hij stelt echter ook de vraag waarom de directeuren van de MCC hier genoegen mee namen. Immers, het geld had net zo goed simpelweg op de bank gezet kunnen worden. Emmer vermoedt dat de investeerders in de compagnie hoopten op snelle en hoge winsten. Zonder tegenslagen was dat ook vast mogelijk geweest, maar de werkelijkheid was anders. Een aantal slavenreizen van de MCC leverden inderdaad vijftig tot tachtig procent winst op, maar minstens evenveel ondernemingen eindigden met een negatief resultaat. Dit had met name te maken met de hoge sterfte onder de slaven (voor oorzaken, zie tabel 1), waardoor verliespercentages van twintig tot dertig procent vrij normaal waren.
Tabel 1: doodsoorzaken van slaven op slavenschepen in de achttiende eeuw
Het is enigszins vreemd dat de Engelsen, gelet op de winstpercentages, aanzienlijk succesvoller waren in de slavenhandel. Engelse slavenhalers boekten een gemiddeld winstpercentage van zes tot zeven procent, ruim het dubbele van de Nederlanders. Hoe was dit nu mogelijk? Emmer wijst opnieuw op de sterfte onder de slaven. De Engelsen kochten over het algemeen gezondere en conditioneel beter slaven in op de welvarende delen van de Afrikaanse kusten. Ook verzorgden de Engelsen hun slaven beter. Zo hadden de Engelsen een ingenieus luchtverversingssysteem ontwikkeld, tot jaloezie van de Nederlanders.
Vrijman citeert uit een niet nader genoemde bron om de situatie op de Nederlandse slavenschepen te omschrijven:“Vochtig weer en sterken wind belet hebbende de luchtgaten te openen begonnen koortzen en roode loop de negers te plaagen: hun vertrek was zoo ondraaglijk heet, dat ik er maar een oogenblik in konde verblyven. De hitte alleen maakte dit niet onmogelyk; de planken waren zoo met bloed bevlekt dat deze arme menschen als het ware daarin zwommen. Als zy door de ziekte door hun vel en hun vleesch komen, kwynen zy nog enige tyd in die toestand; door het liggen op de planken, waardoor de uitstekende knoken, vooral by de zieken, dikwijls ontveld worden, treed dikwijls koud vuur in, totdat de barmhartige God hen den dood toezend, om dit leven van ellende te eindigen”.
De Engelse schepen beschikten ook over meer scheepsartsen met ervaring in de slavenhandel en deze artsen wisten de sterfte eveneens te beperken. In tegenstelling tot Emmer heeft Vrijman echter juist kritiek op de Engelsen en Fransen en roemt hij de Nederlanders: “Door schade en schande wijs geworden, behandelde de Loffelijke Westindische Compagnie” haar transporten buitengewoon goed, althans in vergelijking met hetgeen de zwarten op de Engelsche en Fransche schepen te verduren hadden..De Edele Compagnie huldigde een gezond koopmansprincipe; een goede behandeling van de koopwaar is de beste waarborg, dat de lading goed geconditioneerd overkomt, met de minste verliezen door sterven, ziekten en anderszins. Vooral op Engelsche schepen kon het bar toegaan. In laatere tijden voeren eenige wel een dokter, maar die was er dan ook naar!”. De beschrijvingen van Vrijman lijken de feitelijke waarheid echter geweld aan te doen.
Neergang van de slavenhandel in de achttiende eeuw
Tegen het einde van de achttiende eeuw kreeg de Nederlandse slavenhandel een enorme klap te verwerken. De planters in Suriname hadden zoveel geld in Nederland geleend, dat zij op een gegeven moment niet langer in staat waren om de rente te betalen, laat staan dat zij bij machte waren om de hoofdsom terug te betalen en velen van hen gingen failliet. De financiële crisis die in 1773 volgde zorgde voor een scherpe terugval in de afname van slaven in Suriname. De reders probeerden de Staten-Generaal te bewegen tot het afschaffen van de belasting op het “uittreden”schepen. De Staten-Generaal stemden in 1789 in, omdat de handel op de West van levensbelang was voor de Nederlandse planters in dat gebied. De Staten-Generaal meende dat de slavenhandel aangemerkt diende te worden als onafscheidelijk van de bloei en voorspoed van de koloniën in de West.
Het aantal uittredingen na 1780 was inmiddels gedaald tot slechts drie tot vier per jaar. Het lijkt dan voor de hand te liggen dat de campagne om een einde te maken aan de slavenhandel juist in Nederland succes zou hebben. Niets was echter minder waar. Juist in Nederland waren in deze tijd nauwelijks protesten te horen tegen de slavenhandel, terwijl er in Engeland vreemd genoeg een effectieve lobby voor de afschaffing van de slavenhandel ontstond. De Nederlanders wilden echter van geen wijken weten en meenden dat de winsten in de slavenhandel weliswaar laag waren, maar dat deze tak van commercie voor de Nederlandse economie van groot belang was.
Het economisch belang van de Nederlandse slavenhandel
De indruk kan ontstaan zijn dat de slavenhandel een essentieel onderdeel van de Nederlandse economie vormde en dat afschaffing van de slavernij de economisch totaal ontwricht zou worden. Volgens P.C. Emmer is die gedachte beslist niet waar. Hij stelt dat de Nederlandse slavenhalers op hun hoogtepunt jaarlijks dertig slavenschepen lieten uitvaren, maar dat deze schepen samen nog geen één procent vormde van de totale koopvaardijvloot, die toen geschat werd op ongeveer vierduizend schepen. Ook voor de werkgelegenheid vormde de slavenvaart geen absolute noodzakelijkheid. Emmer stelt het aantal zeevarenden op slavenschepen op duizend tot twaalfhonderd, en dat in de hoogtijdagen. Als er in ogenschouw wordt genomen dat de werkgelegenheid in de scheepvaart vele malen groter was (volgens Emmer ongeveer 44.700 in 1770) dan vormen de ruim duizend slavenhalers slechts een zeer kleine, haast onbetekende groep.
Vervolgens meent Emmer dat deze marginale aantallen het belang van goederen en slaven die naar West-Afrika en West-Indië werden geïmporteerd en geëxporteerd, kunnen verhullen. Op één of andere manier was dit alles van vitaal belang voor de Nederlandse economie. Hij baseert zijn stelling op een aantal interessante cijfers. Rond 1770 voerden de Nederlanden voor 60 miljoen gulden in uit de buitengebieden. Slechts 20 miljoen kwam echter voor rekening van de VOC. De overige veertig miljoen werd door Afrika en de West geleverd, waarvan de helft direct uit de Nederlandse koloniën kwam. De slavenhandel heeft indirect zo”n vijftien procent van de invoer voor haar rekening genomen. De slavenhandel was derhalve een belangrijke motor van de Nederlandse import en export.
Maar was de slavenhandel van essentieel belang voor de gehele Nederlandse economie? Met andere woorden: hadden de Nederlanden zonder slavenhandel gekund, bijvoorbeeld als zij als enigen ter wereld een verbod op slavenhandel naleefden? Emmer meent dat de Nederlanden zonder veel moeite van slavernij hadden kunnen afzien. Nederlandse plantages hebben nooit meer dan de helft van de geïmporteerde suiker en koffie geleverd, en dit zou gemakkelijk door het buitenland kunnen worden opgevangen. Daar een groot deel van de Atlantische handel en scheepvaart mogelijk werd gemaakt door de inzet van buitenlandse gastarbeiders, zou het hoogstens betekenen dat er minder gastarbeiders naar de Nederlanden waren gekomen op zoek naar werk. Maar dan nogmaals: waarom de invoering en vooral voortzetting van de slavernij, terwijl investeerders hun geld wellicht ook in andere, winstgevende projecten konden steken? Emmer verwerpt deze gedachte met de stelling dat het kapitaal dat in de slavenhandel geïnvesteerd was, niet zo simpel ergens anders onder te brengen was. Ook acht hij het niet als vanzelfsprekend dat de schepen die actief waren in de slavenhandel, dan zomaar op andere routes konden worden ingezet. “In de moderne economie gaan de experts steeds uit van de veronderstelling dat er voor elke economische activiteit wel een alternatief bestaat en dat er steeds sprake is van economische groei. Beide verschijnselen waren in het Nederland van de zeventiende en achttiende eeuw helemaal niet vanzelfsprekend”, aldus Emmer. Bovendien maakten Amsterdamse handelshuizen goede winsten bij het transport en de verkoop van plantageproducten.
Bijzondere belangen van de slavenhandelaars
Hoewel Emmer een plausibele verklaring geeft voor de voortzetting van de slavernij, kunnen er toch kanttekeningen worden geplaatst. Slavenhandel mag dan wel een belangrijke motor voor de in- en export geweest zijn, het was volgens Emmer ook geen absolute noodzaak voor het gezond houden van de Nederlandse economie. De slavenhandelaren leden een financieel onzeker bestaan, waarbij verlies en winst elkaar snel en met grote marges afwisselden. Dat lijkt in ieder geval een weinig aantrekkelijk toekomstbeeld voor deze handelaren. Is het dan werkelijk de goede hoop die velen van hen hadden, dat de slavenhandel op en dag wel die vaste winst opleverde waar velen van hen ongetwijfeld naar verlangden? Of waren er juist andere motieven, om toch zo lang en zo hardnekkig aan de slavenhandel vast te houden. Om deze vragen te kunnen beantwoorden, dienen de werken van Postma en Flinkenflögel ter hand genomen te worden.
Postma geeft in navolging van Emmer eveneens aan dat de slavenhandelaren deels werden gedreven door goede hoop. “Even if an assessment of profitability of individual slaving ventures shows erratic and low financial gains, there was always the gambling mentality to keep slave traders going; the next venture could always be better”. Aangezien zowel Postma als Emmer dit argument naar voren brengen, kan worden aangenomen dat deze ogenschijnlijke naïviteit van de slavenhandelaren een bepaalde rol speelde. Ook zegt Postma dat de slavenhandel niet op zichzelf stond. Het was een onderdeel van een veel groter systeem waartoe ook de plantages, nederzettingen en nationale economie behoorden. Maar dan slaat Postma een andere weg in. Hij stelt namelijk dat “many of the merchants involved in the slave trade also owned plantations in Surinam, and they knew that unless fresh slaves were brought from Africa, their other investment would suffer. This is illustrated by the slaving firm, Coopstad en Rochussen of Rotterdam, and also by repeated requests written by West-Indian planters”. Dit is een zeer belangrijk gegeven. Daar veel planters dus zelf eigenaar van één of meerdere plantages waren en zij dus niet als slavenhandelaren maar als planters afhankelijk waren van de slavenhandel, kan er worden gesproken van eigen belang als belangrijke reden voor het voortzetten van de slavenhandel.
Flinkenflögel voegt daaraan toe dat het niet enkel ging om slavenhandelaren die eigenaars van de plantages waren. De meeste rederijen hadden ook reusachtige kredieten aan plantage-eigenaren verstrekt, en het aanleveren van slaven was zodoende noodzaak, om te voortkomen dat hun onderpand failliet ging. Het lot van de Nederlandse West-Indische plantagekoloniën lag daardoor in handen van Nederlandse geldschieters van wie een aantal tevens slavenhandelaar was. Slavenhandel en plantagebezit waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. De handel in dienstbaren, zoals de slaven ook wel genoemd werden, stond niet op zichzelf, maar was slechts een component van de complexe handel tussen de Republiek, West-Afrika en West-Indië.
Het einde van de slavenhandel
Het begin van het einde van de slavenhandel begon in de jaren zeventig van de achttiende eeuw. Hoewel de slavenhandel eerste jaren nog een hoogtepunt bereikte, bracht de economische recessie van 1773 de activiteiten rond de slavenhandel een zware klap toe. In 1780 tenslotte koos de Republiek openlijk de kant van de Amerikaanse opstandelingen tijdens de Amerikaanse Revolutie. Hierdoor raakte de Republiek in de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) verzeild. Helaas voor de Nederlanders was de Engelse Marine heer en meester op de wereldzeeën en de oorlog had dan ook rampzalige gevolgen voor de Nederlandse slaafvaart. Veel Nederlandse schepen werden door de Engelsen buitgemaakt, het aantal vervoerde slaven daalde drastisch en in 1783 kwam er zelfs geen enkele slaaf aan in West-Indië. De slavenhandel werd echter niet beëindigd. Met het einde van de oorlog met Engeland in 1784 kwam de slavenhandel weer op gang en in 1793 werd zelfs een kleine piek bereikt (tabel 2).
Tabel 2: slavenvervoer 1780 – 1803
Years
From Africa
To Surinam
To Demerara
Other Destinations
Unknown Dest.
Totals imports
1780-1784
5905
1856
840
1334
975
5005
1785-1789
7399
2423
2793
865
6081
1790-1795
9240
3605
1177
1566
2195
8543
1802-1803
1206
1087
1087
Total
23750
8971
4810
2900
4035
20716
Bron: Postma, 285.
Het was slechts een tijdelijke opleving. In 1795 kwam de Republiek, nu de Bataafse Republiek geheten, als bondgenoot van Frankrijk opnieuw in oorlog met Engeland. Vrijwel direct kwam de volledige Nederlandse Atlantische slavenhandel stil te liggen. Na het Verdrag van Amiens (1802) volgde nog een laatste opleving, maar de hervatting van de oorlog in 1803 betekende de doodssteek voor de Nederlandse slavenhandel. Net zoals in de periode 1799-1802 kwamen de Nederlandse plantages onder Brits protectoraat en werden daardoor ook bevoorraad door Engelse slavenhandelaren in plaats van de Nederlanders.
Na de beëindiging van de oorlog in 1815 keerde de rust terug, maar niet de slavenhandel. Net als de Amerikanen hadden de Britten de handel in slaven wettelijk verboden. In principe kon dit de Nederlanders er niet van weerhouden de slavenhandel weer op te pakken. De in 1813 uit ballingschap in Engeland teruggekeerde koning Willem I stemde de Britten gunstig door geen toestemming te geven voor een voortzetting van de slavenhandel. Of dit een humanitaire overweging was, valt moeilijk na te gaan. Tactisch was het in ieder geval wel. In ruil voor het afwijzen van slavenhandel wist Willem I zich te verzekeren van Engelse steun bij de uitbreiding van het Nederlandse koninkrijk en was er grote kans dat de Nederlandse gebieden die tijdens de oorlogen onder Brits protectoraat gekomen waren, weer overgingen in Nederlandse handen.
De Nederlandse slavenhandel werd uiteindelijk in juni 1814, per koninklijk decreet, voorgoed afgeschaft.
Conclusie
De periode van de Nederlandse slavenhandel wordt gekenmerkt door complexiteit. Belangrijk is in ieder geval dat slavenhandel in eerste instantie geen doelstelling van de WIC was, terwijl de WIC vaak onlosmakelijk wordt verbonden met deze handelspraktijken. Slavenhandel ontstond pas toen de economische voordelen (met Engelse en Franse slavenhandel als voorbeeld) en economische noodzaak (arbeid voor de plantages in de West) duidelijk werden.
Duidelijk is ook dat slavenhandel geen zuiver Europese (en later ook Amerikaanse) aangelegenheid was. De Afrikaanse slaven werden immers gekocht van Afrikaanse, inheemse slavenhandelaars. De blanken waagden zich slechts in de kuststreken.
Was de slavenhandel nodig? Achteraf bekeken niet, maar tot in de hoogste regionen van de regering heerste de overtuiging dat het een absolute noodzaak was, om de plantages te voorzien van arbeidskrachten. Emmer heeft uiteengezet dat dit niet nodig was: zonder suiker en koffie van de Nederlandse plantages zou het via de Engelsen geïmporteerd kunnen worden. Ook hoefden de plantages in principe niet afhankelijk te zijn van de Nederlandse slavenhalers: immers, tijdens de perioden van Brits protectoraat werden dezelfde plantages door Britse slavenhalers bevoorraad. Postma heeft echter aangetoond dat de Nederlandse slavenhandel noodzakelijk was omdat slavenhandel en plantage-economie onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. Vele slavenhandelaren bezaten plantages en derhalve bevoorraadden ze hun eigen projecten. Hetzelfde geldt voor de rederijen en de kredietverstrekkers. De plantage-eigenaren hebben diep in de schulden gezeten en om de investeringen veilig te stellen, dienden slaven te worden geleverd.
Het einde van de slavenhandel werd voor een groot deel bepaald door externe gebeurtenissen. De oorlogen met Engeland gaven echter de doodssteek. Daar de slavenhandel al lang had stilgelegen en de afschaffing gepaard ging met Britse steun voor de uitbreiding van het Nederlandse koninkrijk alsmede de teruggave van de tijdens de oorlogen verloren gebieden, was de Nederlandse slavenhandel vanaf 1814 voorgoed verleden tijd.
EINDE ARTIKEL
[6]
”Uiteraard was hun doel winst, maar door moeilijkheden aan de Afrikaanse kust, hoge sterfte aan boord (gemiddeld zo’n 20 procent van de menselijke ‘lading’) en verzet van de tot slaaf gemaakten zelf lukte dit lang niet altijd. Piet Emmer komt zelfs tot de conclusie dat de winstmarges verwaarloosbaar waren. Maar onlangs hebben de historici Karwan Fatah-Black en Matthias van Rossum betoogd dat dit oordeel vooral gebaseerd is op een extreem beperkte definitie wat gerekend moet worden tot de ‘winst’ van de slavenhandel. Zij berekenden de ‘bruto-marge’ van de slavenhandel – de verschillen tussen de inkoopprijs en verkoopprijs voor de honderdduizenden verhandelde mensen. Een deel van die marge kwam als winst in de boeken van handelsmaatschappijen als de WIC en de MCC, maar de rest van die marge verdween niet in de lucht. Ze vulde de zakken van de toeleveranciers en scheepsbouwers, van geldschieters en andere tussenpersonen.”
Op 1 juli 1863 schafte Nederland als een van de laatste Europese landen bij wet de slavernij af in Suriname en de Antillen. Dit jaar wordt de afschaffing herdacht door middel van tentoonstellingen, herdenkingen en een groot aantal nieuwe publicaties. Maar de overheersende trend in de Nederlandse geschiedschrijving is nog altijd om het belang van slavenhandel en slavernij te bagatelliseren. Historicus Pepijn Brandon legt deze trend kritisch onder de loep.
De aandacht in de Nederlandse historische kringen en in de media voor het slavernijverleden is het resultaat van een lange strijd tegen misschien wel de grootste witwasoperatie in de Nederlandse geschiedenis. De nauwe band tussen Nederlandse rijkdom en de trans-Atlantische slavernij werd lange tijd verhuld achter een scherm van stilzwijgen. De ‘koopmansgeest’ van blanke handelaren – of zelfs hun ‘VOC-mentaliteit’ – werd gepresenteerd als de bron van de Nederlandse welvaart. Dat een deel van hun handel was gebouwd op het werk van zwarte Afrikanen in ketenen was weliswaar bekend, maar had in de oude canon van de Nederlandse geschiedenis nauwelijks een plek.
De nogal verlate ‘ontdekking’ van de slavernij door Nederlandse historici heeft er echter tot nu toe niet toe geleid dat er aan het slavernijverleden ook recht wordt gedaan. In plaats van een scherm van zwijgen is in de afgelopen vijftien jaar zorgvuldig gebouwd aan een scherm van bagatellisering. De belangrijkste gangmaker achter deze visie is de Leidse historicus Piet Emmer, die met zijn De Nederlandse slavenhandel in 2000 een veel verkocht publieksboek schreef dat helaas nog altijd de toon zet in het Nederlandse debat over de slavernij. Dit boek stelt in feite dat de slavenhandel nauwelijks van betekenis is geweest voor de economie, en cijfert de Nederlandse verantwoordelijkheid voor de gruwelen van de slavernij op belangrijke punten weg.
Het type argumenten dat Emmer hiervoor hanteert, klonk sterk door in de veelbekeken NTR-reeks De Slavernij die eind 2011 werd uitgezonden. Misschien wel het meest opmerkelijke voorbeeld was de aflevering waarin hoogleraar Henk den Heijer, staande in slavenfort Elmina aan de West-Afrikaanse kust, betoogde dat verkrachting van slavinnen naar alle waarschijnlijkheid niet vaak voorkwam. Piet Emmer zelf deed daar nog een schepje bovenop: ook bemanningsleden op slavenschepen zouden zich niet vaak schuldig hebben gemaakt aan verkrachting, want zij zouden hier volgens Emmer ‘te moe’ en ‘te ziek’ voor zijn geweest.
Belang van de slavernij
De bagatelliserende visie drijft op een aantal mythes: de mythe dat slavernij slechts van marginale betekenis was voor de ontwikkeling van de Nederlandse economie en maatschappij, de mythe dat de tot slaaf gemaakten berustten in hun lot, en de mythe dat de afschaffing van de slavernij een triomf was voor de (blanke) Nederlandse beschaving.
Allereerst het belang van de slavernij. In de grofweg tweeënhalve eeuw dat Nederland deelnam aan de slavenhandel, vervoerden Nederlandse schepen volgens de meest recente schatting meer dan 600.000 mensen als slaaf van de Afrikaanse naar de Amerikaanse kust.
Daarmee had Nederland een aandeel van ongeveer 5 procent in de totale trans-Atlantische slavenhandel. Lange tijd viel de slavenhandel onder het monopolie van de West-Indische Compagnie, maar vanaf 1730 werd de handel vrijgegeven. De belangrijkste nieuwe speler was de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC), die in totaal meer dan honderd slavenreizen uitrustte.
Uiteraard was hun doel winst, maar door moeilijkheden aan de Afrikaanse kust, hoge sterfte aan boord (gemiddeld zo’n 20 procent van de menselijke ‘lading’) en verzet van de tot slaaf gemaakten zelf lukte dit lang niet altijd. Piet Emmer komt zelfs tot de conclusie dat de winstmarges verwaarloosbaar waren. Maar onlangs hebben de historici Karwan Fatah-Black en Matthias van Rossum betoogd dat dit oordeel vooral gebaseerd is op een extreem beperkte definitie wat gerekend moet worden tot de ‘winst’ van de slavenhandel. Zij berekenden de ‘bruto-marge’ van de slavenhandel – de verschillen tussen de inkoopprijs en verkoopprijs voor de honderdduizenden verhandelde mensen. Een deel van die marge kwam als winst in de boeken van handelsmaatschappijen als de WIC en de MCC, maar de rest van die marge verdween niet in de lucht. Ze vulde de zakken van de toeleveranciers en scheepsbouwers, van geldschieters en andere tussenpersonen.
Misschien nog wel belangrijker is dat Emmer slechts keek naar de slavenhandel. Maar slavenhandel was de ondersteunende tak voor de op slavenarbeid gebaseerde productie. Terwijl een groot deel van de Nederlandse economie in de loop van de achttiende eeuw stagneerde, was de handel in plantageproducten zoals suiker, koffie en tabak die hele periode booming business. De West-Indische koloniën groeiden uit van een relatief onbelangrijk deel van het Nederlandse commerciële wereldrijk tot een van zijn steunpilaren.
Verzet en afschaffing
Een ander belangrijk onderdeel van het betoog van de historici die de betekenis van slavernij bagatelliseren, is de bewering dat de omstandigheden waaronder slaven werden vervoerd en tewerkgesteld relatief gezien helemaal niet zo slecht waren. Zo wijst Piet Emmer herhaaldelijk op het hoge sterftecijfer van matrozen aan boord van slavenschepen om de grote sterfte onder slaven te ‘nuanceren’, en plaatste Trouw op 29 april van dit jaar een interview met onderzoekster Els Langenfeld met de schrijnend ongevoelige titel ‘Curaçao was best goed voor zijn slaven’. Merkwaardig genoeg zien beiden over het hoofd dat dit wellicht meer zegt over het brute en gewelddadige karakter van ‘vrije arbeid’ dan over de aard van de slavernij – een andere hardnekkige blinde vlek in de Nederlandse geschiedschrijving. Daarnaast weigeren zij de permanente onvrijheid en het racisme die inherent waren aan de slavernij te zien als verzwarende factoren.
Een sterk bewijs voor het tegendeel van hun betoog is de grote mate van verzet vanuit de Afrikaanse tot slaaf gemaakten. Op maar liefst 20 procent van de reizen van de MCC was sprake van opstandigheid. Hoewel de tot slaaf gemaakten grote delen van de reis geketend in het ruim moesten doorbrengen, wisten zij hongerstakingen te organiseren, van boord te springen, soms in groepen te ontsnappen, en in een enkel geval zelfs de bemanning te overmeesteren en het schip over te nemen. Dit verzet stopte niet na de verkoop. De plantages in Suriname waren broeinesten van rebellie, en duizenden mensen liepen weg om zich te voegen bij zogenaamde Marron-gemeenschappen aan de randen van de Surinaamse maatschappij. Ontsnapping en verzet waren een onontkoombaar onderdeel van de slaveneconomie. Het hoogtepunt daarvan was de slavenrevolutie die in 1795 onder leiding van Tula plaatsvond op Curaçao. Slechts met moeite werd de opstand neergeslagen. De drie leiders van de opstand werden geradbraakt, gemarteld en onthoofd. Nog eens 29 andere opstandelingen werden opgehangen.
Ook de wijze van beëindigen van de slavernij toonde niet een toenemende beschaving onder de blanke eigenaren, maar eerder de complete onmenselijkheid van dit systeem. Toen Nederland onder druk van economische omstandigheden, slavenverzet en de buitenlandse concurrenten uiteindelijk besloot de slavernij af te schaffen, was het belangrijkste thema voor debat de vraag welke vergoeding er zou moeten worden uitgekeerd. Niet aan de slaven, maar aan de slavenhouders die bij vrijlating ‘verlies’ zouden leiden. De hoogte van dit bedrag werd vastgesteld op 300 gulden per slaaf, en daarnaast werden de voormalige slaven nog tien jaar lang verplicht te blijven werken voor hun oude meesters.
In de hoop zo veel mogelijk te profiteren van deze regeling ontstond onder slavenhouders in 1862 een ware wedren om op het laatste moment nog een zo groot mogelijk aantal slaven in hun bezit te krijgen.
Een jaar voor de ‘emancipatie’ rustte het koloniaal bestuur nog een laatste expeditie uit onder kapitein Steenberghe om zoveel mogelijk Marrons terug te slepen naar hun voormalige meesters. De expeditie werd door de Marrons verslagen, maar zoals de Surinaamse anti-koloniale denker Anton de Kom later stelde zorgde zij ervoor dat ‘ook het laatste hoofdstuk der wettelijke slavernij met bloed werd geschreven’.
De slavenhouders kregen genoegdoening, de voormalige slaven kregen dat niet. En mede dankzij historici als Piet Emmer moeten hun nazaten zelfs honderdvijftig jaar later nog vechten voor erkenning voor de misdaad die hun dankzij de ‘Nederlandse handelsgeest’ werd aangedaan.
Pepijn Brandon werkt als historicus aan de Universiteit van Amsterdam, en doceert daar een vak over de Nederlandse Republiek en de slavenhandel.
EINDE ARTIKEL
EINDE ARTIKEL
[7]
[7] TWEE VOORBEELDEN VAN MEDIA, DIE EMMER, NAAST HET DAGBLAD DE VOLKSKRANT, DE RUIMTE GEVEN VOOR ZIJN BAGATELLISERINGSROLVAN SLAVENHANDEL EN SLAVERNIJ
Prof. dr. Piet Emmer (76), emeritus hoogleraar geschiedenis en pionier van het Nederlandse slavernijonderzoek, gaat deze week in Elsevier Weekblad tien pagina’s lang in debat met zichzelf over de kwestie waarin hij zelf onder vuur ligt: het Nederlandse slavernijverleden. Hij doet dat op uitnodiging van de redactie van Elsevier Weekblad.
Emmer gaat in op tal van historische aspecten van de discussie, zoals de rol van de Afrikanen zelf in de trans-Atlantische slavenhandel.
‘In de slavenhandel bepaalden de Afrikanen alles: op welke plek er werd gehandeld, hoeveel slaven ze wilden verkopen, wie ze wilden verkopen, van welke leeftijden en van welk geslacht. Het woord “deportatie” (zoals gebruikt in een tentoonstelling over Johan Maurits, de vroegere eigenaar van het Mauritshuis red.) is een activistische poging dat toe te dekken, het Europese schuldgevoel aan te wakkeren. (…) De bemanningen van de Europese slavenschepen waren helemaal niet bij machte Afrikaanse slaven te “deporteren” om de simpele reden dat de Afrikanen dat niet toestonden. (…) Ik ben dan ook zeer benieuwd hoe het Rijksmuseum, dat volgend jaar een slavernijtentoonstelling wil organiseren, de Afrikaanse rol in de slavenhandel ter sprake zal brengen.’
Ook de vraag waarom Nederland destijds eerst tegen en toen voor slavenhandel was, komt in het gesprek aan bod. Net als de – voor het hedendaagse debat belangrijke – vraag of de slavernij nu om economische of om humanitaire redenen is afgeschaft.
‘Dat de slavernij niet rendabel zou zijn, kwam weer eens voorbij in de door de EO uitgezonden tv-serie Terug naar de plantage. Daarin werd de mythe herhaald dat de slavernij werd afgeschaft, omdat de slavenarbeid niets meer opbracht. Als dat klopt, dan zouden de prijzen voor de slaven toch niet zijn blijven stijgen, bijna tot het jaar dat de slaven vrij werden verklaard?
En waarom verkochten Afrikanen elkaar dan? Dat deden ze niet, betoogt Emmer, want ze voelden zich net zomin Afrikanen als de Duitsers, Engelsen en Fransen zich Europeanen voelen.
In Afrika werd je tot slaaf gemaakt als je anderen schade had toegebracht, door het maken van schulden of het voeren van oorlog. Dat lijkt logisch en het is dan ook geen wonder dat in de meeste landen ter wereld slavernij een normaal instituut was, ook al omdat er nauwelijks mensen waren die geheel vrijwillig voor een ander wilden werken.
In de meeste landen ter wereld werd het arbeidsaanbod geheel gedomineerd door slaven. De schulden kon je aflossen door als slaaf te werken. En als je oorlogsschade had veroorzaakt, kon je als krijgsgevangen gemaakte slaaf de schade van de overwinnaar herstellen.
Tijdens en na afloop van de Tweede Wereldoorlog is dit principe in Europa ook op grote schaal toegepast. Zo werden na mei 1945 in Nederland de soldaten van het verslagen Duitse leger gedwongen om de ingegraven landmijnen onschadelijk te maken. Ook de Sovjet-Unie liet Duitse krijgsgevangenen soms meer dan tien jaar dwangarbeid verrichten voordat ze – als ze tenminste nog in leven waren – weer naar huis mochten.
Verder gaat Emmer in op de aanhoudende beschuldigingen – gedaan door onder anderen NOS-verslaggever Gerri Eickhof en NRC-columnist Zihni Özdil – dat hij dan wel zijn werk ‘racistisch’ zou zijn. ‘Ik weet dat het niet waar is, dus persoonlijk trek ik me er niets van aan,’ zegt Emmer daarover. Maar de beschuldigingen ondermijnen wel zijn autoriteit, zegt hij. Als je voor racist wordt uitgemaakt, kun je niet meer met gezag over het slavernijverleden schrijven.
Emmer verwijt zijn tegenstanders dat ze hem ‘verzonnen citaten’ en ‘kwaadaardige verzinsels’ voor de voeten werpen. NRC-Ombudsman Sjoerd de Jong nam inmiddels, in de krant van zaterdag 24 oktober, in scherpe bewoordingen afstand van de column van Özdil: ‘Lieve hemel! Waarom publiceert de krant zoiets?’
Het kan overigens nog erger, want een vergelijkende studie over de Atlantische, de inter-Afrikaanse en de Arabische slavenhandel heeft een Franse collega-onderzoeker zelfs een strafklacht opgeleverd. Een activistisch collectief diende die klacht in, omdat deze studie het unieke kwaad van de Atlantische slavenhandel zou bagatelliseren.
‘Die strafklacht was gebaseerd op een kort tevoren aangenomen wet, waarin alleen de Atlantische slavenhandel als misdaad tegen de menselijkheid werd aangemerkt en de ontkenning daarvan werd bedreigd met boetes en gevangenisstraf. En denk maar niet dat academisch Frankrijk als één man tegen deze klacht heeft geprotesteerd.
‘Gelukkig heeft een aantal Engelse en Amerikaanse collega-onderzoekers de rechtbank in Parijs laten weten dat in de geschiedwetenschap vergelijkingen zoals van de verschillende slavenstromen in en uit Afrika volstrekt wetenschappelijk legitiem zijn. Daarop is de strafklacht ingetrokken.
SLAVERNIJPiet Emmer is de kop van Jut bij nog al wat Black Lives Matter-sympathisanten. De historicus vindt dat ten onrechte wordt gedaan alsof het slavernijverleden de oorzaak is van alle racismeproblemen. ,,We moeten niet de Verenigde Staten kopiëren.’’ ,,Geschiedenis is als wetenschap – meer dan bijvoorbeeld wiskunde – gevoelig voor modegrillen. Zo waren er veel historici die het communisme ophemelden, terwijl toch duidelijk is dat dat tot vreselijke dingen heeft geleid. Dat zie je nu ook in het debat over slavernij en racisme: er wordt selectief met feiten omgegaan.’’
Aan het woord is historicus Piet Emmer (75). Hij schreef twintig jaar geleden het standaardwerk Geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel. Collega-historici verwijten hem de ernst van de slavenhandel en de rol van Nederland te bagatelliseren. Zelf verwijt hij zijn tegenstanders juist ‘activistisch’ om te gaan met geschiedenis. ,,Daardoor is er geen ruimte meer voor nuance in het huidige racismedebat’’, zegt hij.
U wordt zelf verweten de geschiedenis te verdraaien om de rol van Nederland in de slavenhandel te verfraaien. Vorige week nog op deze site door uw collega Fatah-Black. Begrijpt u dat?,,Ik begrijp dat het erop lijkt dat ik dingen bagatelliseer. Maar dat is niet zo. Alleen ben je al snel fout als je niet in elke zin benadrukt dat de slavernij verschrikkelijk was. Natuurlijk was het dat, daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben. Als historicus ben je er niet om morele oordelen te vellen, maar om dingen in perspectief te zetten zodat je de geschiedenis beter begrijpt. En om te snappen waarom Europeanen zich met slavenhandel inlieten, is het dus belangrijk te kijken hoe er in Europa in die tijd tegen onvrije arbeid werd aangekeken. Veel Engelse mijnwerkers waren bijvoorbeeld min of meer eigendom van de eigenaar van de mijn. Wie geen werk had, kon als landloper gedwongen worden elders te werken, net als weeskinderen en strafgevangenen, desnoods in een verre kolonie. En de omstandigheden waaronder veel volwassenen en kinderen hier tot in de 19de eeuw moesten leven, waren echt niet altijd beter dan die van slaven in Suriname en op de Antillen.’’
Slavernij is toch niet hetzelfde als armoede?,,Ik stel het een niet gelijk aan het ander, ik probeer alleen dingen inzichtelijk te maken. Hoe kon het dat een continent dat slavernij had afgezworen, het wel accepteerde dat slaven in andere landen werden gehouden? Daarbij moet je vergelijken. Toen ik onderzoek deed naar hoeveel ruimte slaven hadden tijdens het vervoer op slavenschepen, vergeleek ik dat met vrije migranten uit die tijd en met de ruimte die wij nu hebben in een vliegtuig, economy class. Iedereen weet hoe krap dat is. Ik zei er bij: maar wij zijn naar een paar uur weer uit het vliegtuig, terwijl slaven zes weken in vaak tropische temperaturen op zo’n kleine ruimte zaten. Toch verweten mijn critici dat ik slavernij gelijk stelde aan een vakantiereis. Onzin. Op schepen met Europese landverhuizers was de ruimte per persoon trouwens soms nog krapper.
Overigens waren er ook toen al dominees in Zeeland die zich keerden tegen de slavernij. Maar door anderen werd de slavernij goedgepraat met een verwijzing naar het Bijbelboek Genesis, waarin Noachs zoon Cham werd gestraft en voortaan zijn broers moest dienen. Cham zou donkerder zijn geweest dan zijn broers.’’
Waarom is vergelijken zo belangrijk?,,Om een beter beeld te kunnen krijgen van wat er écht gebeurd is vroeger. Bijvoorbeeld: na de oorlog had iedereen het gevoel dat we ons fel hadden verzet tegen de Duitse Jodenvervolging. Totdat iemand eens ging vergelijken hoeveel joden er na de oorlog eigenlijk nog in leven waren en dat vergeleek met andere bezette landen. Toen bleek dat er nergens zo’n groot percentage joden is vermoord als hier. Dat zegt iets over ons. Iedereen snapt zo’n vergelijking. Maar toen mijn Franse collega Olivier Grenouilleau onderzocht hoe groot de trans-Atlantische slavenhandel door Europeanen was ten opzichte van de slavenhandel door Arabieren en de slavenhandel in Afrika zelf, werd hij voor de rechter gesleept omdat hij westerse slavenhandel zou bagatelliseren. Gelukkig is die aanklacht ingetrokken.’’
Hoe verklaart u die woede over dergelijke vergelijkingen?,,Zeker slavernij is in de geschiedenis vaak anders voorgesteld dan het was. Slavenhouders deden alsof het allemaal wel meeviel om hun verdienmodel te rechtvaardigen. Voorstanders van afschaffing overdreven de gruweldaden op plantages om hun pleidooi kracht bij te zetten. Een historicus moet proberen het in perspectief te zetten. In de jaren zeventig ontstond in de Verenigde Staten het idee dat de economische achterstelling van de zwarte Amerikanen een gevolg was van de slavernij. Sindsdien is het hele onderwerp speelbal geworden van een politieke agenda.’’
Speelt slavernij dan niet door in het heden?,,Racisme en discriminatie zijn vreselijk en moeten worden bestreden. Maar het komt overal voor, in alle tijden. Ook in landen die nooit koloniën hadden. Als je kijkt wie in Nederland onderaan de sociaaleconomische ladder staan, dan zijn dat veelal Marokkanen. Die stammen niet af van slaven, in sommige gevallen eerder van slavenhouders, want de Berbers hielden slaven. Het is te simpel om net te doen alsof iedereen die zwart is slachtoffer is en iedereen die wit is daar schuldig aan is. Na 1800 waren de meeste Surinaamse slaveneigenaren niet blank. Door zwart-wit te denken ga je bijvoorbeeld voorbij aan de ergste vorm van racisme die we kennen: antisemitisme. Jodenhaat heeft niets met slavernij, huidskleur of koloniën te maken.’’
Wat klopt er volgens u niet aan het beeld van slavernij?,,Er wordt gedaan alsof elke plantage een hel op aarde was. Dat behoeft nuance. Er is een groot verschil tussen de plantages in het zuiden van de Verenigde Staten en die in bijvoorbeeld Suriname, waar soms meer dan honderd slaven samenleefden met soms maar twee of drie Europeanen. De slaven daar hadden een veel grotere mate van zelfstandigheid dan wel eens wordt gedacht. Zonder dat ik probeer goed te praten wat er aan vreselijks is gebeurd! De slavernij in Afrika zelf was al heel lang gemeengoed voordat Europese handelaren bij lokale koningen slaven kwamen kopen. Zij werden niet allemaal gedwongen slaven te verkopen. De Europeanen moesten de Afrikaanse koningen en makelaars stroop om de mond smeren om handel te kunnen drijven. En ook het beeld alsof de succesvolle slavenopstand op Haïti het einde van de slavernij inluidde, klopt niet. Die had nauwelijks invloed. Daarna ging de slavenhandel nog lang door en stegen de prijzen alleen maar. De beweging om slavernij overal ter wereld duit te bannen ontstond in Engeland. Maar dat past niet in het populaire beeld dat de zwarte slaaf het juk van de witte slavenhouder heeft afgeworpen.’’
Waarom maakt u zich zo druk over dit onderwerp?,,Doordat de slavernij nu als een soort van stormram wordt gebruikt om allerlei misstanden aan de kaart te stellen en om politieke doelen te bereiken zoals excuses en herstelbetalingen, doe je niet alleen de geschiedenis onrecht aan. Je polariseert ook de samenleving, omdat het leidt tot allerlei tegenreacties. En die zijn soms onfris. Ik word ook tegen mijn zin in een rechts kamp geduwd omdat ik op basis van onderzoek zeg dat sommige beweringen over de slavernij niet kloppen. Ik heb in de Verenigde Staten gewerkt en gezien hoe het debat daar is ontspoord. Dat moeten we echt niet hier kopiëren. We leven in een van de rijkste, gelukkigste en meest egalitaire landen ter wereld. Dat verliezen we nu uit het oog.’’
Hoe groot was de rol van Nederland in de slavenhandel?,,Om en nabij de 5 procent van de slaven die vanuit Afrika naar Noord- en Zuid-Amerika zijn gebracht, zijn door Nederlanders vervoerd. Dat staat overigens los van de slavenhandel in Indonesië, waar veel mensen uit India en Madagaskar het slachtoffer van waren. Maar daar is nooit goed onderzoek naar gedaan. Verder droeg de trans-Atlantische slavenhandel en slavernij in het topjaar 1770 maar zo’n 5 procent bij aan onze welvaart. Natuurlijk was het bizar dat onze voorvaderen dit onmenselijke systeem optuigden om hier goedkoop suiker, tabak en koffie te kunnen gebruiken. Maar door sommige historici wordt net gedaan alsof het de kurk was waar onze economie op dreef. Dat is aantoonbaar niet waar. De meeste grachtenpanden in Amsterdam stonden er al vóórdat Nederland Suriname veroverde en waren gebouwd door kooplieden, die hun geld verdienden in ons land zoals met bankieren en de graan- wijn en houthandel met de Oostzee, Spanje en Scandinavië.’’
EINDE ARTIKEL
[8]
VOLKSKRANT
WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM
”Toen ik onderzoek deed naar hoeveel ruimte slaven hadden tijdens het vervoer op slavenschepen, vergeleek ik dat met vrije migranten uit die tijd en met de ruimte die wij nu hebben in een vliegtuig, economy class. Iedereen weet hoe krap dat is. Ik zei er bij: maar wij zijn naar een paar uur weer uit het vliegtuig, terwijl slaven zes weken in vaak tropische temperaturen op zo’n kleine ruimte zaten”
AD
HISTORICUS PIET EMMER: ER WORDT GEDAAN ALSOF ELKE PLANTAGEEEN HEL OP AARDE WAS
Piet Emmer is de kop van Jut bij nog al wat Black Lives Matter-sympathisanten. De historicus vindt dat ten onrechte wordt gedaan alsof het slavernijverleden de oorzaak is van alle racismeproblemen. ,,We moeten niet de Verenigde Staten kopiëren.’’ ,,Geschiedenis is als wetenschap – meer dan bijvoorbeeld wiskunde – gevoelig voor modegrillen. Zo waren er veel historici die het communisme ophemelden, terwijl toch duidelijk is dat dat tot vreselijke dingen heeft geleid. Dat zie je nu ook in het debat over slavernij en racisme: er wordt selectief met feiten omgegaan.’’
Aan het woord is historicus Piet Emmer (75). Hij schreef twintig jaar geleden het standaardwerk Geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel. Collega-historici verwijten hem de ernst van de slavenhandel en de rol van Nederland te bagatelliseren. Zelf verwijt hij zijn tegenstanders juist ‘activistisch’ om te gaan met geschiedenis. ,,Daardoor is er geen ruimte meer voor nuance in het huidige racismedebat’’, zegt hij.
U wordt zelf verweten de geschiedenis te verdraaien om de rol van Nederland in de slavenhandel te verfraaien. Vorige week nog op deze site door uw collega Fatah-Black. Begrijpt u dat?,,Ik begrijp dat het erop lijkt dat ik dingen bagatelliseer. Maar dat is niet zo. Alleen ben je al snel fout als je niet in elke zin benadrukt dat de slavernij verschrikkelijk was. Natuurlijk was het dat, daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben. Als historicus ben je er niet om morele oordelen te vellen, maar om dingen in perspectief te zetten zodat je de geschiedenis beter begrijpt. En om te snappen waarom Europeanen zich met slavenhandel inlieten, is het dus belangrijk te kijken hoe er in Europa in die tijd tegen onvrije arbeid werd aangekeken. Veel Engelse mijnwerkers waren bijvoorbeeld min of meer eigendom van de eigenaar van de mijn. Wie geen werk had, kon als landloper gedwongen worden elders te werken, net als weeskinderen en strafgevangenen, desnoods in een verre kolonie. En de omstandigheden waaronder veel volwassenen en kinderen hier tot in de 19de eeuw moesten leven, waren echt niet altijd beter dan die van slaven in Suriname en op de Antillen.’’
Slavernij is toch niet hetzelfde als armoede?,,Ik stel het een niet gelijk aan het ander, ik probeer alleen dingen inzichtelijk te maken. Hoe kon het dat een continent dat slavernij had afgezworen, het wel accepteerde dat slaven in andere landen werden gehouden? Daarbij moet je vergelijken. Toen ik onderzoek deed naar hoeveel ruimte slaven hadden tijdens het vervoer op slavenschepen, vergeleek ik dat met vrije migranten uit die tijd en met de ruimte die wij nu hebben in een vliegtuig, economy class. Iedereen weet hoe krap dat is. Ik zei er bij: maar wij zijn naar een paar uur weer uit het vliegtuig, terwijl slaven zes weken in vaak tropische temperaturen op zo’n kleine ruimte zaten. Toch verweten mijn critici dat ik slavernij gelijk stelde aan een vakantiereis. Onzin. Op schepen met Europese landverhuizers was de ruimte per persoon trouwens soms nog krapper.
Overigens waren er ook toen al dominees in Zeeland die zich keerden tegen de slavernij. Maar door anderen werd de slavernij goedgepraat met een verwijzing naar het Bijbelboek Genesis, waarin Noachs zoon Cham werd gestraft en voortaan zijn broers moest dienen. Cham zou donkerder zijn geweest dan zijn broers.’’
Waarom is vergelijken zo belangrijk?,,Om een beter beeld te kunnen krijgen van wat er écht gebeurd is vroeger. Bijvoorbeeld: na de oorlog had iedereen het gevoel dat we ons fel hadden verzet tegen de Duitse Jodenvervolging. Totdat iemand eens ging vergelijken hoeveel joden er na de oorlog eigenlijk nog in leven waren en dat vergeleek met andere bezette landen. Toen bleek dat er nergens zo’n groot percentage joden is vermoord als hier. Dat zegt iets over ons. Iedereen snapt zo’n vergelijking. Maar toen mijn Franse collega Olivier Grenouilleau onderzocht hoe groot de trans-Atlantische slavenhandel door Europeanen was ten opzichte van de slavenhandel door Arabieren en de slavenhandel in Afrika zelf, werd hij voor de rechter gesleept omdat hij westerse slavenhandel zou bagatelliseren. Gelukkig is die aanklacht ingetrokken.’’
Hoe verklaart u die woede over dergelijke vergelijkingen?,,Zeker slavernij is in de geschiedenis vaak anders voorgesteld dan het was. Slavenhouders deden alsof het allemaal wel meeviel om hun verdienmodel te rechtvaardigen. Voorstanders van afschaffing overdreven de gruweldaden op plantages om hun pleidooi kracht bij te zetten. Een historicus moet proberen het in perspectief te zetten. In de jaren zeventig ontstond in de Verenigde Staten het idee dat de economische achterstelling van de zwarte Amerikanen een gevolg was van de slavernij. Sindsdien is het hele onderwerp speelbal geworden van een politieke agenda.’’
Speelt slavernij dan niet door in het heden?,,Racisme en discriminatie zijn vreselijk en moeten worden bestreden. Maar het komt overal voor, in alle tijden. Ook in landen die nooit koloniën hadden. Als je kijkt wie in Nederland onderaan de sociaaleconomische ladder staan, dan zijn dat veelal Marokkanen. Die stammen niet af van slaven, in sommige gevallen eerder van slavenhouders, want de Berbers hielden slaven. Het is te simpel om net te doen alsof iedereen die zwart is slachtoffer is en iedereen die wit is daar schuldig aan is. Na 1800 waren de meeste Surinaamse slaveneigenaren niet blank. Door zwart-wit te denken ga je bijvoorbeeld voorbij aan de ergste vorm van racisme die we kennen: antisemitisme. Jodenhaat heeft niets met slavernij, huidskleur of koloniën te maken.’’
Wat klopt er volgens u niet aan het beeld van slavernij?,,Er wordt gedaan alsof elke plantage een hel op aarde was. Dat behoeft nuance. Er is een groot verschil tussen de plantages in het zuiden van de Verenigde Staten en die in bijvoorbeeld Suriname, waar soms meer dan honderd slaven samenleefden met soms maar twee of drie Europeanen. De slaven daar hadden een veel grotere mate van zelfstandigheid dan wel eens wordt gedacht. Zonder dat ik probeer goed te praten wat er aan vreselijks is gebeurd! De slavernij in Afrika zelf was al heel lang gemeengoed voordat Europese handelaren bij lokale koningen slaven kwamen kopen. Zij werden niet allemaal gedwongen slaven te verkopen. De Europeanen moesten de Afrikaanse koningen en makelaars stroop om de mond smeren om handel te kunnen drijven. En ook het beeld alsof de succesvolle slavenopstand op Haïti het einde van de slavernij inluidde, klopt niet. Die had nauwelijks invloed. Daarna ging de slavenhandel nog lang door en stegen de prijzen alleen maar. De beweging om slavernij overal ter wereld duit te bannen ontstond in Engeland. Maar dat past niet in het populaire beeld dat de zwarte slaaf het juk van de witte slavenhouder heeft afgeworpen.’’
Waarom maakt u zich zo druk over dit onderwerp?,,Doordat de slavernij nu als een soort van stormram wordt gebruikt om allerlei misstanden aan de kaart te stellen en om politieke doelen te bereiken zoals excuses en herstelbetalingen, doe je niet alleen de geschiedenis onrecht aan. Je polariseert ook de samenleving, omdat het leidt tot allerlei tegenreacties. En die zijn soms onfris. Ik word ook tegen mijn zin in een rechts kamp geduwd omdat ik op basis van onderzoek zeg dat sommige beweringen over de slavernij niet kloppen. Ik heb in de Verenigde Staten gewerkt en gezien hoe het debat daar is ontspoord. Dat moeten we echt niet hier kopiëren. We leven in een van de rijkste, gelukkigste en meest egalitaire landen ter wereld. Dat verliezen we nu uit het oog.’’
Hoe groot was de rol van Nederland in de slavenhandel?,,Om en nabij de 5 procent van de slaven die vanuit Afrika naar Noord- en Zuid-Amerika zijn gebracht, zijn door Nederlanders vervoerd. Dat staat overigens los van de slavenhandel in Indonesië, waar veel mensen uit India en Madagaskar het slachtoffer van waren. Maar daar is nooit goed onderzoek naar gedaan. Verder droeg de trans-Atlantische slavenhandel en slavernij in het topjaar 1770 maar zo’n 5 procent bij aan onze welvaart. Natuurlijk was het bizar dat onze voorvaderen dit onmenselijke systeem optuigden om hier goedkoop suiker, tabak en koffie te kunnen gebruiken. Maar door sommige historici wordt net gedaan alsof het de kurk was waar onze economie op dreef. Dat is aantoonbaar niet waar. De meeste grachtenpanden in Amsterdam stonden er al vóórdat Nederland Suriname veroverde en waren gebouwd door kooplieden, die hun geld verdienden in ons land zoals met bankieren en de graan- wijn en houthandel met de Oostzee, Spanje en Scandinavië.’’
EINDE ARTIKEL
[11]VOLKSKRANTWIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM22 JUNI 2021
De beurs van Amsterdam is het centrale punt van handel. Aandelen van de VOC en WIC worden gekocht en verkocht. De scheepvaart is de motor van de Nederlandse handel: wat is de andere kant van het verhaal?
Het schip vervult in de 17de eeuw de rol van tanker, trein en vliegtuig. In de Republiek zijn scheepswerven de grootste en meest geavanceerde fabrieken van hun tijd. Duizenden schepen gaan ter haringvangst. De graan-, hout- en ijzerhandel op de Oostzee is lang de kurk waar de Nederlandse economie op drijft. Honderden schepen, efficiënte ‘vrachtwagens’ met weinig personeel, varen jaarlijks heen en weer. Ook in Nederland zelf gaat veel per schip: turf en groenten naar de stad of mensen die, met de reisplanner in de hand, per trekschuit en beurtschip naar stad en dorp varen. De scheepvaart, eerst beperkt tot Noordwest-Europa, breidt zich omstreeks 1600 razendsnel uit over de hele wereld. Iedereen pikt een graantje mee in handel en scheepvaart.
De andere kant van het verhaal
Zo’n 1600 Nederlandse schepen transporteren in de 17de en 18de eeuw ruim 550.000 mannen, vrouwen en kinderen naar Amerika. In benauwde kelders in de forten aan de West Afrikaanse kust wachten de tot slaaf gemaakten tot ze aan boord gaan. Voor vertrek worden ze gekeurd en gebrandmerkt. De reis duurt enkele maanden. Ze liggen opeengepakt en aan elkaar geketend. Zieke slaven worden overboord gegooid. Vrouwen zijn weerloos als bemanningsleden hen verkrachten. Er is onderlinge strijd tussen gevangenen van verschillende stammen, die elkaars taal niet spreken. Het sterftecijfer aan boord bedraagt zo’n 15%. Onder de bemanning is het sterftecijfer net zo hoog vanwege de slechte hygiëne en voedsel. Inwoners van Paramaribo en Willemstad ruiken een slavenschip dat de haven binnenvaart: honderden opeengepakte mensen, soms lijdend aan besmettelijke ziektes.
EINDE ARTIKEL
[17]
”
”Maar zou dat instrument net als in Europa geen middel zijn geweest om de efficiency en daarmee de winst te verhogen, waardoor de slaven meer loon konden afdwingen in de vorm van beter eten, medische verzorging en betere huisvesting?”
VOLKSKRANT
WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM
”Bovendien worden zowel de bezoekers van de tentoonstelling als de lezers van de daarbij behorende bundel opstellen voortdurend geconfronteerd met hedendaagse morele oordelen zoals de verontwaardiging over het feit dat de slaven af en toe op zaterdag moesten werken. Pardon, een vrije zaterdag in de 18de en 19de eeuw?”
VOLKSKRANT
WIE EEN BEPERKTE BLIK OP DE SLAVERNIJ WIL, SPOEDE ZICH NAAR HET RIJKSMUSEUM
It is not clear in which context the term “crimes against humanity” was first developed. Some scholars[1] point to the use of this term (or very similar terms) as early as late eighteenth and early nineteenth century, particularly in the context of slavery and the slave trade, and to describe atrocities associated with European colonialism in Africa and elsewhere such as, for example, the atrocities committed by Leopold II of Belgium in the Congo Free State. Other scholars[2] point to the declaration issued in 1915 by the Allied governments (France, Great Britain and Russia) condemning the mass killing of Armenians in the Ottoman Empire, to be the origin of the use of the term as the label for a category of international crimes.
Since then, the notion of crimes against humanity has evolved under international customary law and through the jurisdictions of international courts such as the International Criminal Court, the International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia and the International Criminal Tribunal for Rwanda. Many States have also criminalized crimes against humanity in their domestic law; others have yet to do so.
Crimes against humanity have not yet been codified in a dedicated treaty of international law, unlike genocide and war crimes, although there are efforts to do so. Despite this, the prohibition of crimes against humanity, similar to the prohibition of genocide, has been considered a peremptory norm of international law, from which no derogation is permitted and which is applicable to all States.
UNITED NATIONS
OFFICE ON GENOCIDE PREVENTION AND THE RESPONSIBILITY
””Alle reukwerken van Arabie kunnen deze misdaden niet uitwissen”Vrij vertaald naar Shakespeare’s Macbeth [slaapwandelende Lady Macbeth,Act 5, Scene 1]
Reacties uitgeschakeld voor Redactie Volkskrant, u bent moreel medeplichtig aan de bagatellisering van de Westerse slavernij door historicus Piet Emmer