In de Zuid-Afrikaanse stad Johannesburg zijn bij racistisch geweld tegen burgers uit andere Afrikaanse landen zaterdagnacht minstens vijf mensen gedood, vooral Zimbabwanen. Ze werden verbrand of neergeschoten. Vijftig anderen raakten gewond, zo meldt de politie.
Zeventig ton wapens uit China zou via slinkse wegen en met de hulp van Zuid-Afrika in de handen van de Zimbabwaanse dictator Robert Mugabe zijn beland. Voor president Thabo Mbeki, die al zwaar onder vuur lag, is het uitlekken van het bericht bijzonder pijnlijk.
In Zuid-Afrika is opschudding ontstaan door een nieuwe golf van racistisch geweld in Johannesburg. “Twee mensen werden verbrand en drie anderen doodgeslagen. Vijftig mensen werden met schotwonden of messteken opgenomen in het ziekenhuis”, aldus de politie. De Sunday Times had het over honderden gewonden. Minstens driehonderd buitenlanders zochten uit angst voor hun leven bescherming in het politiekantoor. Heel wat woningen en handelszaken werden geplunderd of in brand gestoken. De toestand is “zeer gespannen”, aldus de politie.
Het geweld tegen buitenlanders concentreert zich in diverse wijken. Ziekenwagens reden onophoudelijk af en aan om de talloze gewonden naar ziekenhuizen te brengen, aldus getuigen. Ook dit wakkert opnieuw de kritiek op president Mbeki aan, die er door zijn tegenstanders van beschuldigd wordt niets te ondernemen om het straatgeweld in te dijken. Dat neemt de laatste tijd catastrofale vormen aan.
Maar ook het nieuws dat Chinese wapens via Zuid-Afrika in handen van de Zimbabwaanse dictator beland zijn, brengt de president in een vervelende situatie. Het gaat om het Chinese vrachtschip An Yue Jiang, dat in Mozambique, Namibië en Angola al tevergeefs had geprobeerd om zijn dodelijke lading aan land te krijgen, wat evenwel mislukte. Nadien werd verteld dat het schip teruggekeerd was naar China en zijn wapens niet had kunnen lossen. Nu duiken er berichten op dat de lading toch naar Harare is geraakt en met medeplichtigheid van president Mbeki in de handen is gekomen van Mugabe. Internationale oproepen tot een boycot hebben dus blijkbaar niets uitgehaald.
De presidentiële woordvoerder, Mukoni Ratshitanga, verklaarde in Kaapstad met ongewone snelheid dat het volgens Mbeki “om allemaal propaganda” gaat. De Zuid-Afrikaanse viceminister van Defensie, Mluleki George, noemde het “ongegronde beschuldigingen”. De paniekerige reactie van de Zuid-Afrikaanse regering is te begrijpen, maar de krant The Weekender bleef bij haar verhaal, dat inmiddels door andere media is overgenomen. The Weekender beroept zich op bronnen binnen de Zimbabwaanse regering die de ontvangst van de wapens en de hulp van Zuid-Afrika hebben bevestigd.
De krant beschikt ook over details: het gaat om exact 77 ton, bestaande uit drie miljoen stuks munitie voor kalasjnikovs, drieduizend granaten en 1.500 pantservuisten. Dat alles bevindt zich nu in de handen van het Mugaberegime en de kans bestaat dat het tegen de eigen bevolking wordt gebruikt, vrezen mensenrechtenorganisaties.
Canal de Moçambique, een andere krant uit de regio, weet zelfs dat het ravitailleringschip SAS Drakenburg op rechtstreeks bevel van president Mbeki werd uitgestuurd om het Chinese spookschip, dat wekenlang had gedoold op zoek naar een aanlegplaats, buiten de Zuid-Afrikaanse territoriale wateren van brandstof te voorzien. Nadien zou het koers hebben gezet naar de haven van Pointe-Noire in Congo-Brazzaville, waar de lading werd gelost. Het militaire materieel is dan onmiddellijk naar Harare gebracht met een transportvliegtuig van het Russische type Iljoesjin Il-76. Dat heeft de Zimbabwaanse viceminister van Informatie, Bright Matonga, bevestigd. (Frank Schlömer)
Een Zuid-Afrikaanse vrouw is woedend: “We zijn het zat om onze kinderen te moeten begraven”. Ze roept het tijdens een anti-immigratiedemonstratie gisteren in regeringsstad Pretoria. Die liep behoorlijk uit de hand.
De politie moest ingrijpen met rubberen kogels en stungranaten en pakte 136 relschoppers op. Sommige journalisten werden door demonstranten bedreigd, maar de uitbarsting van de vrouw is gefilmd. Immigranten in Zuid-Afrika zorgen voor criminaliteit, meent zij.
Op een tweede video klaagt een man over alle drugs die Nigerianen in Zuid-Afrika verhandelen. En in een derde filmpje legt een protestleider uit dat het niet eerlijk is dat mensen uit omringende landen in Zuid-Afrika werk komen zoeken, terwijl “minstens 34 procent van de Zuid-Afrikanen werkloos is”.
De drie argumenten komen al jaren terug. Zuid-Afrika kent een historie van geweld tegen buitenlanders. In 2008 kwamen bij xenofobische klopjachten in townships 62 mensen om het leven. Twee jaar geleden vielen er bij hevige rellen zeven doden. En sowieso melden buitenlandse winkeleigenaren in Zuid-Afrika honderden plunderingen en xenofobische aanvallen per jaar. Volgens het Center for Migration and Society van de Witwatersrand Universiteit in Johannesburg is geweld tegen immigranten in Zuid-Afrika grootschalig én structureel.
Makkelijk doelwit
Hard bewijs voor de drie hoofdklachten van Zuid-Afrikanen ontbreekt. Criminaliteitscijfers zijn hoog, maar weinig wijst erop dat immigranten daar veel vaker bij betrokken zijn. Het is ook onwaarschijnlijk dat Zuid-Afrika opeens drugsvrij zou zijn als alle Nigerianen uit het land verdwenen. En veel immigranten zetten een eigen handeltje op – zij pakken dan dus geen baan af. Dat menig Zuid-Afrikaan vervolgens weer klaagt dat deze buitenlanders met hun lage prijzen de markt verpesten is economisch gezien nogal zwak.
Immigranten lijken vooral een gemakkelijk doelwit voor de diepe frustratie die met name onder jongeren in de townships leeft. Jeugdwerkloosheidspercentages lopen in die delen van de stad met gemak op tot boven de 70 procent. De meeste jongeren hebben er geen diploma, geen enkel uitzicht op een baan, leven in krotten en storten zich uit ellende vaak op drank en drugs.
Zij vieren hun frustratie bot op immigranten, omdat die nauwelijks bescherming genieten. Buitenlanders vormen de enige groep die maatschappelijk nog zwakker staat dan zijzelf in het economisch en sociaal extreem ongelijke Zuid-Afrika. Vandaar ook dat zij het uitsluitend hebben voorzien op arme, zwarte immigranten.
Economisch zwaar weer
Dat Zuid-Afrika in economisch zwaar weer verkeert, verergert het probleem. De werkloosheid groeit, en in het kielzog daarvan de criminaliteit. Het voedt de vreemdelingenhaat doordat lokale politici en buurtleiders de ‘verliezers’ in townships regelmatig opzwepen. Als zij weten dat zij hun achterban in deze arme wijken weinig verbetering van hun levensomstandigheden te bieden hebben, kiezen zij er al snel voor de schuld voor de aanhoudende misère af te schuiven op de buitenlanders – die meestal toch geen stemrecht hebben.
Daarbij gaat het niet alleen om lokale ANC-politici. Ook de burgemeester van Johannesburg, Herman Mashaba van de landelijke oppositiepartij Democratic Alliance (DA), legde na zijn aantreden vorig jaar bijvoorbeeld openlijk een verband tussen immigranten en de criminaliteit in zijn stad. Maar hij haastte zich gisteren om zijn “grote zorgen over het aanwakkerende xenofobisch geweld” te uiten, net als zijn DA-collega in Pretoria. President Jacob Zuma van het ANC deed dat niet. “Zuid-Afrikanen zijn niet xenofoob”, hield hij stug vol.
EINDE BERICHT
[38]
”In early August 1972, the President of Uganda, Idi Amin, ordered the expulsion of his country’s Asian minority, giving them 90 days to leave the country.[1] At the time of the expulsion, there were about 80,000 individuals of Indian descent in Uganda, of whom 23,000 had their applications for citizenship both processed and accepted.[2][3] The expulsion took place against the backdrop of Anti-Indian sentiment in Uganda, with Amin accusing a minority of the Asians of disloyalty, nonintegration, and commercial malpractice, claims that Indian leaders disputed.[2] Amin defended the expulsion by arguing that he was “giving Uganda back to ethnic Ugandans”
“The media’s the most powerful entity on earth. They have the power to make the innocent guilty and to make the guilty innocent, and that’s power. Because they control the minds of the masses.”
Racist language in the coverage of Russia’s invasion of Ukraine will have viewers switching off, writes veteran former BBC journalist Marcus Ryder
We need a media we can trust – this is particularly important in times of war.
In recent days, I have been worried that some of the media coverage of the Ukraine war is actively undermining that trust in established media organisations, especially among people of colour and certain marginalised sections of the audience.
I will explain why I am so worried, but first I need to state two facts. Firstly, that war reporting is one of the toughest assignments any journalist will have during their careers, and that many journalists covering the conflict in Ukraine are doing an incredibly important job under incredibly difficult conditions. Secondly, that we are not human if we do not have sympathy for the victims of the terrible war that is currently being waged by Russia against the people of Ukraine.
These two facts may seem so obvious and self-evident that they need not be stated, but I am about to criticise one important aspect of that excellent journalism, and discuss the sympathy we should all have for victims of war.
In understanding how journalists report conflicts, we must separate the relative ‘importance’ and global strategic significance of a war from the degree of sympathy we should have for its victims.
Journalists and news editors have to make tough editorial decisions about the relative importance of different conflicts around the world almost every day. Some conflicts may lead the news agenda, others will hardly be covered, and then there are a few – such as the current war in Ukraine – that may receive wall-to-wall 24-hour coverage.
I fully understand why a war involving a superpower (Russia) on European soil may be deemed (rightly or wrongly) more significant than other conflicts.
But the fact that a conflict may be thought of as relatively more important because it is taking place on European soil should not be confused with the idea that we should be more sympathetic to the victims of a conflict because they are European.
Unfortunately, too many journalists appear to have conflated these two issues.
News reports that try to increase an audience’s emotional connection to European victims by drawing comparisons to how the victims are people “just like us”, when this type of comparison hasn’t been used when reporting other conflicts, sends out the signal that we should value them more because they are European.
Journalism that draws comparisons to how similar the civilian Ukrainian victims are to British victims of the Second World War (during the Blitz) when similar comparisons have not been made to civilian victims of bombings in other parts of the world sends out a similar message.
Stories that directly highlight that this conflict is more dramatic because “Ukraine is not a ‘Third World’ country” can feel like a ‘dog whistle’, with “not a ‘Third World’ country” really meaning ‘white’. Similar points have not been made when reporting on any of the numerous African, Asian and South American countries that sit above Ukraine’s 133rd global ranking in terms of GDP per capita.
These are all real examples of what journalists have said over the past few days.
This all matters not simply because journalists should adhere to principles of equality and anti-racism, but – possibly more importantly – because statements like these undermine the very trust people of colour have in mainstream news outlets and, in turn, increases the probability they will turn to other news sources.
How can people of colour have trust in the editorial judgements of a newsroom that actively seems not to value their lives to the same extent as they value white European lives?
This obviously does not just have consequences for news reporting about Ukraine, but it may have the knock-on effect of causing people to question the fundamental news values of media organisations and all the stories they cover.
Finally, there is one very large, and obvious, issue that casts a long shadow in all our discussions on how the British media report global conflicts. Only around 0.2% of British journalists are Black. When it comes to the ethnic backgrounds of UK foreign correspondents, figures are scant – but anecdotally the picture appears to be even less diverse.
In the three examples I cited, and there are many more being highlighted across social media, all of the journalists I have seen – directly or indirectly, consciously or subconsciously – placing a higher value on European lives are white.
Until we have a more representative media that can change the culture of how stories are framed and reported, I believe newsrooms will continue to make these mistakes.
Let us hope for a speedy and peaceful resolution to the war in Ukraine and let us hope for a more representative media that values all lives equally.
As conflict rages on in Ukraine, some Western media pundits are employing racist tropes to express sorrow over “blue-eyed” and “blondes” getting killed in a European country that is so unlike “Iraq and Afghanistan.”
CBS News senior foreign correspondent Charlie D’Agata, who was broadcasting live from Kiev on Friday, expressed shock that war was unfolding in Eastern Europe, suggesting that Ukraine was more “civilized” than Iraq and Afghanistan, where the United States and its allies have left a trail of death and destruction.
Ukraine “isn’t a place, with all due respect, like Iraq or Afghanistan, that has seen conflict raging for decades,” he said, adding, “This is a relatively civilized, relatively European — I have to choose those words carefully, too — city, where you wouldn’t expect that or hope that it’s going to happen.”
An analyst appearing on BBC also said the Ukraine matter “is very emotional for me because I see European people with blue eyes and blonde hair being killed.”
“It’s very emotional for me because I see European people with blue eyes and blonde hair being killed,” he said.
The expression of shock and dismay comes as these pundits mostly kept silent as the US and its NATO allies invaded Iraq and Afghanistan under false pretexts in the early 2000s.
The war and occupation in those countries resulted in hundreds of thousands of civilian deaths and the displacement of millions of others.
END OF THE ARTICLE
[34]
”Sub-Saharan African countries already host more than 26 percent of the world’s refugee population. Most of the refugees come from neighboring countries, and some have lived in camps and foreign countries for decades. There are still Burundians living in Tanzania who fled their country’s civil war in the 1990s, and multiple generations of Somalis who reside in Kenyan refugee camps such as Dadaab”
CENTER FOR STRATEGY AND INTERNATIONAL STUDIES
WHY AFRICAN GOVERNMENTS ARE ACCEPTING AFGHAN REFUGEES
In the final days of the U.S. withdrawal from Afghanistan, a handful of African governments raised their hands to host Afghan refugees. Rwanda, Uganda, Sudan, and the self-declared independent state of Somaliland offered to welcome anywhere from a few hundred to several thousand refugees into their country. These African governments—in stark contrast to some European countries that quickly shut their doors to displaced Afghans—see a moral imperative to respond. They also spy an opportunity to extract geopolitical concessions from the international community.
The offer of assistance from African nations should be welcomed, appreciated, and understood from humanitarian and geopolitical perspectives. In 2020, only 22,770 refugees were resettled globally, a record low. Even before the fall of Afghanistan to the Taliban, an estimated 1.44 million forcibly displaced persons were in need of urgent assistance at the start of 2021. Hundreds of thousands of Afghans—or more—will likely be forced to leave home in the months to come at a time when barriers to their movements are at an all-time high. For many, escaping the Taliban is a question of life or death. Long-term solutions for Afghan refugees unable or unwilling to return home for the foreseeable future will be needed; but whether achieved in Karachi or Kigali, safety and security are their primary short-term concerns.
Sub-Saharan African countries already host more than 26 percent of the world’s refugee population. Most of the refugees come from neighboring countries, and some have lived in camps and foreign countries for decades. There are still Burundians living in Tanzania who fled their country’s civil war in the 1990s, and multiple generations of Somalis who reside in Kenyan refugee camps such as Dadaab. And it is not always displaced Africans: war-torn Somalia is home to 6,800 Yemenis and over 700 Syrians. The reasons why many African countries continue to bear the costs of hosting so many refugees are complex, often borne out of a sense of moral responsibility, the echoes of historical national traumas, and the allure of geopolitical opportunism. In the case of the Afghan refugees, all three factors are at play.
Rwanda and Uganda, who have accepted 250 and 2,000 refugees, respectively, have similar motivations to accede to U.S. requests to host the refugees. Uganda’s Foreign Ministry cited its “long history and tradition” of offering sanctuary to displaced persons. In The Conversation, researcher Evan Easton-Calabria notes that Uganda started hosting Polish refugees from Nazi-occupied Europe in the 1940s and subsequently has welcomed Burundians, Congolese, Ethiopians, Eritreans, Rwandans, South Sudanese, and Sudanese. Known for its pioneering efforts to give access to education, land ownership, and other rights to refugees, Uganda hosts almost 1.5 million refugees, the fourth-largest refugee population in the world and the largest in Africa. Rwanda has hosted refugees for two decades, and many of its leaders, including President Paul Kagame, grew up in camps in neighboring countries. While Uganda’s refugee intake is larger, Rwanda’s traumatic history—including an ethnic pogrom in 1959, a civil war in the 1990s, and the genocide in 1994—is undoubtedly a reason why it has opened its doors to the globally downtrodden.
These principled drivers, however, only partly explain Ugandan and Rwandan enthusiasm for opening their doors to the Afghans. Uganda receives more foreign assistance than its neighbors in large part because of its approach to hosting forcibly displaced people, funds that have benefited refugees and host communities alike in a country with regular economic challenges. Both countries face growing international criticism for their antidemocratic rule and human rights records and probably view their acceptance of Afghan refugees as an opportunity to soften their international images and dissuade foreign partners from imposing sanctions or other punitive measures.
Ugandan president Yoweri Museveni, who has been in power since 1986, presided over a 2020 election so discredited that the United States refrained from even deploying an observation team. President Biden’s national security adviser Jake Sullivan has tweeted about Uganda’s poor human rights record and the State Department imposed visa sanctions this year. Museveni, as he has with his peacekeeping and counterterrorism contributions, almost certainly hopes that hosting Afghan refugees might spare him from further negative geopolitical repercussions. While Rwanda’s Kagame is less exposed than his former comrade-in-arms Museveni, he has been under international scrutiny for his arrest of Hotel Rwanda hero Paul Rusesabagina and a recent exposé about the murder of a former Rwandan intelligence chief in South Africa. In the past, he has threatened to evict refugees if the international community criticizes his country’s activities, demonstrating his willingness to use perceived generosity as a geopolitical tool. Kagame may expect his offer to shelter Afghan schoolgirls, as well as faculty and staff of the country’s only boarding school for girls, the School of Leadership Afghanistan (SOLA), as insurance ahead of more international condemnation.
Somaliland and Sudan have a different calculus than Rwanda and Uganda, seeking U.S. affirmation rather than acquiescence. Somaliland, a former British colony that joined Italian-administered Somalia as an independent state in 1960, also has endured horrors of war. Even before Somalia’s disintegration in the 1990s, Somalilanders suffered through what some call the “Hargeisa Holocaust,” when about 90 percent of their capital city was destroyed and an estimated 200,000 people were killed between 1987 and 1989. Somaliland, which declared its independence in 1991, presumably sees a parallel between its own hardships and Afghanistan’s. A Somaliland foreign ministry spokesperson last month confirmed that his government had discussed temporarily hosting Afghan refugees with U.S. officials. Sudan also has experienced the devastation of conflict and hardships of Islamic fundamentalist rule. It fought a decades-long civil war and the previous regime once sheltered Osama Bin Laden and carried out a genocide in Darfur. Sudan hosts the world’s sixth-largest contingent of refugees: around one million people from Central African Republic, Chad, Eritrea, Ethiopia, and South Sudan, as well as Syria. Though details are scarce, the Sudanese government did express a willingness to host “a limited group of Afghans . . . for a known period.”
Beyond humanitarianism, Somaliland and Sudan have additional motivations to accept Afghan refugees. Somaliland, which is not recognized by a single government, wants to show it is a responsible actor globally. Its foreign minister acknowledged that hosting refugees “shows that Somaliland is a credible state that has a stake in international affairs.” The Somaliland government seemingly wants to use its hosting of refugees to continue to build its case—alongside its record of stability and free and fair elections—for international recognition. Sudan, in contrast, wants to rehabilitate its reputation as an international pariah state and cement U.S. support for its democratic transition. Following the overthrow of dictator Omar al-Bashir in April 2018, the new government—a mix of military and civilian leaders—has assiduously worked to win U.S. backing, even hosting USAID administrator Samantha Power in one of her first overseas visits. It normalized relations with Israel, banned female genital mutilation, canceled the death penalty as apostasy, and agreed to settle claims by victims of the attacks on the U.S. Embassies in Kenya and Tanzania and the USS Cole off the coast of Yemen. Several of these steps were required by the United States to lift the State Sponsor of Terrorism designation and restore the country’s access to international lending institutions. While there is no immediate ask by Khartoum in return for welcoming the Afghan refugees, it is almost certainly another measure to keep it in Washington’s good graces.
The U.S. government should praise and warmly receive these countries’ offers to host Afghan refugees. The need, of course, is great. Over 123,000 people were evacuated from Afghanistan in the weeks before U.S. withdrawal on September 1; though exact figures are unavailable, it is safe to say at least half of those evacuated were Afghan citizens currently awaiting processing and added to an already huge number of people globally in need of resettlement. It is part of this long line that the Afghans in Africa find themselves. Though out of immediate danger from the Taliban, their future remains unclear. African leaders speak of temporarily hosting Afghans while asylum claims are processed in the United States and elsewhere beyond the continent. Given the thorough background check and vetting procedures before admittance into the United States, though, the “temporary” hosting provided by Uganda, Rwanda, Sudan, and Somaliland could last for months, if not years.
As the United States continues to urge these and other African countries to host Afghans, it should provide necessary assistance to the refugees and their host communities as long as required, especially if there are distinct cultural, religious, or other accommodations necessary to provide protection and support to these recently displaced and vulnerable Afghans. U.S. diplomats should also be prepared to manage inevitable geopolitical requests. Despite the generosity of African nations, these requests should be carefully adjudicated, avoiding all appearance of quid pro quo for accepting refugees and providing humanitarian assistance. U.S. focus should be on providing assistance to refugees and their host communities while working expeditiously to permanently resettle Afghans to third countries. While difficult, it is not impossible to resolve tough trade-offs between refugee assistance needs and broader human rights and democracy objectives in the region.
Rwanda, Uganda, Somaliland, and Sudan have a history of generosity toward displaced persons and refugees and should be appreciated for their willingness to host vulnerable Afghans, no matter the reason. It is important—and possible—for policymakers to support these good deeds without compromising or adjusting other priorities.
Judd Devermont is director of the Africa Program at the Center for Strategic and International Studies (CSIS) in Washington, D.C. Erol Yayboke is a senior fellow with the International Security Program and director of the Project on Fragility and Mobility at CSIS.
Commentary is produced by the Center for Strategic and International Studies (CSIS), a private, tax-exempt institution focusing on international public policy issues. Its research is nonpartisan and nonproprietary. CSIS does not take specific policy positions. Accordingly, all views, positions, and conclusions expressed in this publication should be understood to be solely those of the author(s).
EINDE ARTIKEL
ZIE OOK
Ben het met de strekking van onderstaand artikel wel eens wat universele menselijke handelingen betreft, maar dat geldt NIET
voorde handelingen van de OVERHEID of de EU
Bijv het verschil in behandeling door de OVERHEID of de EU,
toen het de Midden Oosterse vluchtelingen aan de grens tussen Polen en
Het is niet vreemd dat Nederlanders zich meer verwant voelen met vluchtelingen van dichtbij. Dat schrijft Gert Jan Geling, docent integrale veiligheidskunde aan de Haagse Hogeschool.
De oorlog in Oekraïne heeft ervoor gezorgd dat we in Nederland, net als in de ons omringende landen, in de ban zijn van een vluchtelingencrisis. Het is voor de eerste keer sinds de Syrische vluchtelingencrisis in 2015 dat Europa geconfronteerd wordt met een vluchtelingenstroom van deze proporties, met naar schatting 3 miljoen Oekraïners die al op de vlucht zijn. Een deel hiervan wordt nu al in Nederland en andere Europese landen opgevangen, maar een groot deel van deze vluchtelingen moet nog komen.
In de samenleving leeft brede steun voor deze opvang. Nederlanders zetten massaal initiatieven op om Oekraïners op te halen en hier op te vangen. Het enthousiasme is groot. Volgens sommige critici staat dit in schril contrast met hoe we in 2015 Syriërs hier opvingen, of meer recentelijk de Afghanen. Er wordt een dubbele maat vastgesteld. We zouden eigenlijk alleen vluchtelingen willen opvangen die net als wij ‘blond haar en blauwe ogen’ hebben, en bijvoorbeeld moslims zouden we proberen zoveel mogelijk te weren. Ook in deze krant (Trouw, 14 maart) viel te lezen dat we de Oekraïners vooral graag opvangen omdat ze op ons lijken.
Nu zit daar zeker iets in, maar valt er ook wel wat op aan te merken. Want is het wel zo dat we vanwege racisme en islamofobie proberen om Syriërs en Afghanen zoveel mogelijk buiten Europa op te vangen, en hier weg te houden, terwijl we wel graag Oekraïners zien komen? Een dergelijke kijk op de keuzes die we maken in de opvang van vluchtelingen lijkt nogal simplistisch. Zo hebben we bijvoorbeeld in 2015 en 2016 toch ruim honderdduizend Syriërs opgevangen. En we vangen ook al decennialang Afghaanse vluchtelingen op. Toch zijn er ook wel degelijk verschillen in de reacties op deze vluchtelingenstromen, maar ook goede redenen op basis waarvan we de verschillen in reacties op de huidige en de Syrische vluchtelingenstroom uit 2015 kunnen verklaren.
Het sleutelbegrip hierbij is opvang in de regio. Dit is al decennialang het Europese uitgangspunt bij de opvang van vluchtelingen. Toen in de jaren negentig van de vorige eeuw de oorlog in het voormalige Joegoslavië uitbrak, waren wij zelf de regio, en vingen wij deze vluchtelingenstroom ook op. Nu is dat hetzelfde met Oekraïne. De buurlanden van Oekraïne, dat is de EU, wijzelf dus. Het is niet meer dan logisch dat we als EU ook onze verantwoordelijkheid nemen voor de opvang uit onze buurlanden.
En hoe je het ook wendt of keert, Syrië en Afghanistan zijn bijvoorbeeld veel minder onze regio – of zelfs helemaal niet – dan Oekraïne of de westelijke Balkan.
Gemeenschappelijke vijand
En natuurlijk speelt het element mee dat we ons verbonden voelen met de Oekraïners. Nederlanders ervaren een bepaalde culturele verbondenheid als Europeanen met andere Europeanen. En daarnaast is er ook een sterke identificatie met het conflict tegen de gemeenschappelijke vijand, Vladimir Poetin, en de sympathie die daaruit voortvloeit voor de Oekraïners die deze strijd aangaan. Identificeren we ons dan niet met bijvoorbeeld Syriërs of Afghanen? Er was recent veel steun voor de opvang van Afghanen die ons in Afghanistan geholpen hadden, dat waren ook ‘onze mensen’. En ook bij aanvang van de Syrische vluchtelingencrisis was aanvankelijk veel sympathie voor Syrische vluchtelingen en hun strijd tegen Assad.
Dit gold ook voor bijvoorbeeld Syrië en de omringende landen. In de eerste jaren van de oorlog daar was er in landen als Turkije, Libanon en Jordanië brede steun voor grootschalige opvang van Syrische vluchtelingen. Moslims wereldwijd zetten initiatieven op om Syriërs te helpen. Omdat zij zich met deze groep konden identificeren, maar ook omdat zij de strijd tegen Assad steunden. De steun voor opvang in de buurlanden nam pas af nadat duidelijk werd dat het conflict zou blijven voortduren, en er geen uitzicht was op terugkeer.
Oftewel: steun voor de opvang van de vluchtelingen in een land omdat men zich met deze groep kan identificeren is een praktijk die voor vrijwel de hele wereld opgaat. Het is de reden waarom Colombia zijn grenzen openzet voor Venezolanen. En Oeganda voor vluchtelingen uit omringende Afrikaanse landen.
Opvang in de regio, door landen waarvan de bevolking zich sterk verbonden voelt met de groep vluchtelingen en het conflict dat speelt, dat is wereldwijd de realiteit. Dit verklaart ook waarom Nederlanders nu zo breed de opvang van Oekraïners steunen.
De vraag blijft echter: zal deze steun zo groot blijven wanneer de oorlog in Oekraïne blijft voortduren, en als duidelijk wordt dat het grootste deel van de vluchtelingenstroom nog moet komen? Blijven we hier dan ook voor openstaan, of gaan we dan een nieuwe variant op de Turkije-deal meemaken?
Dubbele standaard?
Het antwoord op deze vraag kunnen we nog niet geven. Maar een andere vraag die deze vluchtelingencrisis oproept is of we voortaan niet alle groepen vluchtelingen zo zouden moeten opvangen als de Oekraïners. In een ideale wereld zouden we dit doen, maar in de huidige realiteit kunnen we hier in Europa niet alle tientallen miljoenen vluchtelingen ter wereld opvangen. Opvang in de regio moet ons uitgangspunt blijven, en daarin nemen we nu onze verantwoordelijkheid.
Zij die menen hier een dubbele standaard in te zien zouden er goed aan doen naar de balk in hun eigen oog te kijken. De Rohingya in Myanmar bijvoorbeeld laten we gewoon stikken. Dat is zelfs voor de meest vurige bepleiters van meer opvang van meer vluchtelingen een ver-van-mijn-bed-show. Maar ook wanneer er een vluchtelingencrisis speelt aan de andere kant van ons koninkrijk, wanneer Venezolanen op de vlucht slaan naar Curaçao, horen we er hier vrijwel niemand over. Oftewel: we maken als land hoe dan ook keuzes in wie we hier wel, en wie we hier niet opvangen. Dat is geen racisme of hypocrisie, maar simpelweg de wereldwijde realiteit die dan niet altijd eerlijk mag zijn, maar wel heel goed te verklaren is.
[35]
ZIE NOOT 34
[36]
ZIE NOOT 34
Reacties uitgeschakeld voor Noten 32 t/m 36/Oekraine
Anti-refugee governments in Poland and Hungary take decidedly different tone after Russian invasion forces tens of thousands to flee.
Countries across Eastern Europe have announced plans to host hundreds of thousands of people fleeing the Russian invasion of Ukraine.
Tens of thousands of Ukrainians have been turning up at the country’s border crossings with Poland, Romania and Moldova. Many of these countries, which have taken a hardline stance towards refugees arriving from countries such as Syria and Afghanistan in recent years have taken a decidedly different tone in pledging to host and support their Ukranian neighbours.
Multiple humanitarian agencies have issued statements expressing their commitment to displaced Ukrainians asking countries to keep their borders open to refugees seeking shelter.
“UNHCR is also working with governments in neighbouring countries, calling on them to keep borders open to those seeking safety and protection. We stand ready to support efforts by all to respond to any situation of forced displacement,” said the UN High Commissioner for Refugees Filippo Grandi.
Moldovan President Maia Sandu said her country’s borders were open to Ukrainian citizens and it would help those arriving in their “humanitarian needs”.
Poland, which has taken a hardline stance against migration in recent years, announced its willingness to take “as many as there will be at our borders”.
Hungary, which has taken a similarly hostile stance to refugees arriving from countries such as Syria in recent years, pledged to remain open for those fleeing from Ukraine.
“We’re prepared to take care of them, and we’ll be able to rise to the challenge quickly and efficiently,” said Hungarian Prime Minister Viktor Orban, who has previously described migrants arriving in Europe as a “poison”.
‘Only so many places’
Hanne Beirens, director of Migration Policy Institute Europe, said there were reasons for the different attitudes taken by some countries that have been notably hostile in recent years to refugees.
“Firstly, this is a positioning from EU states within a particular geopolitical conflict. In that respect it fits within a broader narrative of disapproving of Russian actions and the kind of solidarity in different kinds of dimensions with the Ukraine, government and population with those who may be displaced because of the conflict,” she said.
“There’s only so many places that people who are displaced by the conflict with Russia can go, and some have already moved to Moldova. Others when crossing the border immediately land into EU territory, so there’s no other place for them to go and so that kind of principle of seeking protection in a safe haven in the first country you cross fits perfectly here.”
Poland – which faced fierce criticism from human rights groups for its treatment of asylum seekers who were pushed to the Belarusian border by Belarusian authorities, including the legalisation of pushbacks last November – has taken a decidedly different stance towards the prospect of a large arrival of Ukrainian refugees.
A number of reception centres have already been established in the country.
Greece, an entry point for hundreds of thousands of people fleeing war and unrest from Syria and Afghanistan in recent years, also made pledges of support for Ukrainian citizens and those arriving in Ukraine’s neighbours.
Earlier in the week, there were suggestions it would make commitments to host Ukrainian refugees, but a statement issued on Friday stopped short of this, offering instead technical and humanitarian aid to Ukraine’s neighbouring countries.
“EU countries, including Greece, stepping in to protect Ukrainian refugees shows what we’ve long urged for: safe access to the EU for refugees is both necessary and feasible. And fair and humane asylum systems benefit us all.”
Greece’s listing Ukraine as “a ‘safe country of origin’ only weeks ago runs counter to those very principles”, said Minos Mouzourakis, legal officer at Refugee Support Aegean.
Greece has faced fierce criticism in recent years for heavily documented pushbacks of asylum seekers from its land and sea borders.
Different responses
Dimitris Choulis, a lawyer working with refugees on the Greek island of Samos, one of the main points of arrival for refugees in 2015-16, noted the different responses of many EU nations to the prospect of a large-scale displacement of Ukrainian refugees in Europe.
“I was surprised from Finland, for example, in the announcement after the invasion how willing they are to receive refugees while after years of bombing in Syria or Afghanistan they don’t do the same,” he said.
Choulis questioned how Ukrainians who choose to seek asylum outside of their neighbouring countries will be treated. “Are we going to ask them why they didn’t go to a neighbouring country and if they come here [to Greece] are they not refugees anymore?” he asked.
Beirens said there were multiple different reasons for this different response among some countries.
“It would be the test of time to see how many would be displaced from Ukraine and what the EU’s response would be moving forward … It’s hard to assess how long the conflict will last, whether there will continue to be attacks on multiple regions of Ukraine, which would, in and of itself, trigger refugee movements to Europe,” said Beirens.
If that is the case it could lead to similar refugee numbers as in 2015.
“The lowest predictions in terms of a full-scale invasion of Russia talks of one million displaced persons, but there are so others who talk about up to three million or more,” she said.
“The response may be quite different precisely because of the longstanding tradition of Ukraine nationals coming into the EU to work and study there.”
Giro555 haalt een recordbedrag op voor de slachtoffers van de oorlog in Oekraïne en de teller stijgt door. Wat gaan de samenwerkende hulporganisaties doen met al die miljoenen?
Op het bureau van Giro555 in Nederland wordt, een dag na de landelijke actiedag, de balans opgemaakt. Wat staat er nu precies op de rekening, en wat komt er nog bij? Ondertussen doen de hulporganisaties in het oorlogsgebied en aan de grenzen wat ze al meer dan een week doen, zegt een woordvoerder van Giro555: hulp verlenen. “Ze gaan natuurlijk niet zitten wachten tot de financiële afdeling hier zijn werk heeft gedaan.”
Niemand heeft een glazen bol
Hoe de oorlog in Oekraïne zich ontwikkelt, kan niemand voorspellen. Waar het opgehaalde geld precies heen zal gaan dus ook niet. Giro555 streeft ernaar om de helft van de miljoenen – op maandagavond was dat ruim 106 miljoen euro – in de komende zes maanden uit te geven aan acute noodhulp. De verwachting is dat het grootste deel van de opbrengst komend jaar wordt uitgegeven. Afhankelijk van het verloop van de oorlog en de precieze opbrengst, zal ook een deel van het geld besteed worden aan wederopbouw van Oekraïne.
Op dit moment kopen hulporganisaties onder meer waterflessen, matrassen en medicijnen voor in de schuilkelders, sturen ze voedselkonvooien vanuit Hongarije het oorlogsgebied in, en regelen ze warme maaltijden voor vluchtelingen die de grens overkomen.
De VN coördineren
Om te voorkomen dat elke organisatie op eigen houtje van alles gaat doen, wordt alle hulpverlening gecoördineerd door de VN-organisatie OCHA, laat Giro555 weten. De UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de VN, is verantwoordelijk voor de opvang van vluchtelingen. Hulporganisaties die meedoen aan Giro555 zijn daar via de UNHCR ook bij betrokken, denk bijvoorbeeld aan het Rode Kruis.
De enorme pot met geld wordt verdeeld over de hulporganisaties, al naar gelang wat er nodig is. Daarbij wordt maximaal 5 procent van de opbrengst uitgegeven aan ‘bureaukosten’. Dat zijn bijvoorbeeld reclames, en mensen op het bureau in Nederland, maar ook de accountants die controleren of alles op de juiste plek terechtkomt.
De eindafrekening
De samenwerkende hulporganisaties maken al jaren van elke actie evaluaties met een financiële verantwoording. Over de actie na de enorme explosie in de haven van Beiroet, in 2020, is bijvoorbeeld te lezen dat op 30 april van vorig jaar 74 procent van de opbrengst van 15,3 miljoen euro is uitgegeven, en waaraan. Ruim 80.000 mensen zouden ermee geholpen zijn.
Dat zal ook nu weer gebeuren. Giro555 laat weten dat het al over drie maanden een eerste update wil geven over de besteding van het geld. “Giro555 wil zo transparant mogelijk zijn over hoe de geldstromen lopen en hoe de noodhulp wordt verleend”, aldus een woordvoerder.
Het aantal Nederlandse gastgezinnen dat zich heeft aangemeld voor de opvang van Oekraïners in nood is opgelopen naar 25.000. Het aantal Oekraïners dat op de vlucht is geslagen is toegenomen tot ruim 2,5 miljoen, melden de Verenigde Naties vrijdag.
Het aantal vluchtelingen stond een dag eerder nog op ruim 2,3 miljoen.
Door het aanhoudende geweld blijven mensen Oekraïne massaal ontvluchten. Ook zijn veel mensen in eigen land op de vlucht. Volgens de nieuwste gegevens van de VN gaat het om 1,85 miljoen ontheemden.
Zeker 116.000 vluchtelingen vanuit Oekraïne zijn afkomstig uit een derdewereldland, zegt woordvoerder Paul Dillon van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) van de VN op Twitter. Een deel van hen is door de VN-organisatie geholpen terug te keren naar het thuisland.
Burgerinitiatief voor gastgezinnen: ‘Doel bereikt’
Volgens burgerinitiatief Onderdak Oekraïne, dat zich bezighoudt met het zoeken naar gastgezinnen, is het doel van het initiatief bereikt. Nu er ruim 25.000 potentiële gastgezinnen in Nederland zijn, wordt het burgerinitiatief gesloten, aldus de organisatie.
Een groot deel van de gastgezinnen meldde zich eerder al aan bij Takecarebnb, die zich bezighoudt met de screening van de gezinnen. Dat doet de organisatie samen met het Leger des Heils, Rode Kruis, VluchtelingenWerk en NLvoorelkaar.
De gastgezinnen zijn gescreend op de ruimte die zij in huis hebben voor opvang, wanneer zij Oekraïners zouden kunnen opvangen en of vluchtelingen ook een huisdier kunnen meenemen.
Andere initiatieven, zoals Room for Ukraine, zijn vooralsnog van plan de plaatsing en screening zelf op zich te nemen. Room for Ukraine laat weten ruim 9.600 bedden aangeboden te hebben gekregen op ongeveer 3.600 locaties.
As conflict rages on in Ukraine, some Western media pundits are employing racist tropes to express sorrow over “blue-eyed” and “blondes” getting killed in a European country that is so unlike “Iraq and Afghanistan.”
CBS News senior foreign correspondent Charlie D’Agata, who was broadcasting live from Kiev on Friday, expressed shock that war was unfolding in Eastern Europe, suggesting that Ukraine was more “civilized” than Iraq and Afghanistan, where the United States and its allies have left a trail of death and destruction.
Ukraine “isn’t a place, with all due respect, like Iraq or Afghanistan, that has seen conflict raging for decades,” he said, adding, “This is a relatively civilized, relatively European — I have to choose those words carefully, too — city, where you wouldn’t expect that or hope that it’s going to happen.”
An analyst appearing on BBC also said the Ukraine matter “is very emotional for me because I see European people with blue eyes and blonde hair being killed.”
“It’s very emotional for me because I see European people with blue eyes and blonde hair being killed,” he said.
The expression of shock and dismay comes as these pundits mostly kept silent as the US and its NATO allies invaded Iraq and Afghanistan under false pretexts in the early 2000s.
The war and occupation in those countries resulted in hundreds of thousands of civilian deaths and the displacement of millions of others.
EINDE ARTIKEL
EINDE ARTIKEL
”[REPORTER]
”Sorry, it’s very emotional for me, because I see European people
with blue eyes and blonde hair being killed children being killed every
day with Putin’s missiles….helicopters and his rockets”.
Russian military forces have extrajudicially executed civilians in Ukraine in apparent war crimes, Amnesty International said today as it published new testimony following on-the-ground research.
Amnesty International’s Crisis Response investigators interviewed more than 20 people from villages and towns close to Kyiv, several of whom had witnessed or had direct knowledge of horrifying violence committed by Russian forces.
They repeatedly told of deliberate killings, unlawful violence, and widespread intimidation by Russian forces against unarmed civilians across the Kyiv region.
In recent weeks, we have gathered evidence that Russian forces have committed extrajudicial executions and other unlawful killings, which must be investigated as likely war crimes,” said Agnès Callamard, Secretary General of Amnesty International.
“Testimonies shows that unarmed civilians in Ukraine are being killed in their homes and streets in acts of unspeakable cruelty and shocking brutality.
“The intentional killing of civilians is a human rights violation and a war crime. These deaths must be thoroughly investigated, and those responsible must be prosecuted, including up the chain of command.”
To date, Amnesty International has obtained evidence that civilians were killed in indiscriminate attacks in Kharkiv and Sumy Oblast, documented an airstrike that killed civilians queueing for food in Chernihiv, and gathered evidence from civilians living under siege in Kharkiv, Izium and Mariupol.
One 46-year-old woman, from the village of Bohdanivka, said Russian forces entered her village on 7 or 8 March, and parked their tanks on the streets.
In the evening of 9 March, the woman – who lived with her husband, 10-year-old daughter and mother-in-law – heard shooting through their downstairs windows. She and her husband shouted that they were civilians, and that they were unarmed. When they came downstairs, two Russian soldiers pushed them and their daughter into a boiler room.
She told Amnesty International: “They forced us in and slammed the door. After just a minute they opened the door, they asked my husband if he had cigarettes. He said no, he hadn’t smoked for a couple of weeks. They shot him in his right arm. The other said, ‘Finish him,’ and they shot him in the head.
“He didn’t die right away. From 9.30pm to 4am he was still breathing, though he wasn’t conscious. I begged him… ’If you can hear me, please move your finger’. He didn’t move his finger, but I put his hand on my knee and squeezed it. Blood was flowing out of him. When he took his last breath, I turned to my daughter and said, ‘It seems daddy has died’.”
A neighbour witnessed Russian forces breaking into the woman’s house that night, and confirmed he had seen her husband’s body slumped in the corner of the boiler room. The woman and her child escaped from Bohdanivka later that day. The woman’s mother-in-law, aged 81, has limited mobility and was left behind.
‘My father had six large holes in his back’
On 3 March, Kateryna Tkachova, 18, was at home in the village of Vorzel with her parents when several tanks displaying the letter ‘Z’ – which Russian forces have used to mark their vehicles during the invasion of Ukraine – were driven down their street.
Her mother Nataliya and father Valeryi left the cellar where they were hiding to go into the street, after telling Katerina to stay where she was. Kateryna then heard gunshots.
She told Amnesty International: “Once the tanks had passed by, I jumped over the fence to the neighbour’s house. I wanted to check if they’re alive. I looked over the fence and saw my mother lying on her back on one side of the road, and my father was face down on the other side of the street. I saw large holes in his coat. The next day I went to them. My father had six large holes in his back, my mother had a smaller hole in her chest.”
Kateryna said that her parents were dressed in civilian clothing and unarmed. On 10 March, a volunteer involved in evacuations from areas around Kyiv helped Kateryna leave Vorzel. The volunteer told Amnesty International he had seen the bodies of Kateryna’s parents lying in the street near her house. In a video verified by Amnesty International, the pair can be seen writing Kateryna’s parents’ names, dates of birth, and dates of death on a piece of cardboard, before placing it beside their bodies, which are covered with blankets.
‘They noticed us and immediately opened fire’
During the first days of Russian occupation of the city of Hostomel, Taras Kuzmak was driving around delivering food and medication to bomb shelters where civilians were gathering.
At 1.30pm on 3 March, he was with the city’s mayor, Yuryi Prylypko, and two other men, when their car came under gunfire from the direction of a large residential complex that had been seized by Russian forces. The men tried to jump out of the car, but one man, Ivan Zorya, was killed immediately, while Yuryi Prylypko fell to the ground injured after being shot. Taras Kuzmak and the other surviving man hid behind an excavator for hours as shooting continued.
He told Amnesty International: “They noticed us and immediately opened fire, there was no warning. I could only hear the mayor [Prylypko]. I knew he was injured, but I didn’t know if it was fatal or not. I just told him to lie still, not to make any moves… They shot at us again at around 3pm, and about half-an-hour after that, I understood there was no life from him. There is a kind of breathing somebody has only right before they die, their last breath. Ivan Zorya’s head was taken off, I think they must have been using something high-calibre.”
Two other Hostomel residents told Amnesty International they had seen Yuryi Prylypko’s body near a church when an impromptu funeral was held for him several days later. Other residents confirmed that in the days leading up to his death, Yuryi Prylypko had been delivering food and medication around the city, always driving a civilian vehicle.
Unlawful killings and rape
Amnesty International collected three additional accounts of unlawful killings of civilians, including the account of a survivor of rape whose husband was extrajudicially executed, by Russian forces.
A woman in a village east of Kyiv told Amnesty International that, on 9 March, two Russian soldiers had entered her house, killed her husband, then repeatedly raped her at gunpoint while her young son hid in a boiler room nearby. The woman was able to escape from the village to Ukrainian-controlled territory with her son.
Milena, a 24-year-old from Bucha, told Amnesty International that she saw the body of a woman who had lived on her street lying outside her house. The woman’s mother told Milena that her daughter was shot in the initial days of the invasion while looking over her fence at a Russian military vehicle. Amnesty International’s Crisis Evidence Lab independently verified video footage that confirmed the location of the shallow grave in which she was buried.
Volodymyr Zakhliupanyy and his wife fled the city of Hostomel in the first few days of the invasion, but their son Serhiy, 39, was determined to stay.
Initially, they spoke by telephone every day, and Serhiy described the heavy fighting in the city. On 4 March, Volodymyr could no longer contact his son. Friends who remained in the city then tried to find Serhiy, and went to the building where he had been sheltering in the basement.
Volodymyr told Amnesty International: “When they asked the neighbours, they said that on 13 March my son was taken away [from the basement] by the Russians. When they went looking for Serhiy, they found him behind the garages of the same building… they said he had been shot in the head.”
Life under Russian occupation
Interviewees told Amnesty International they had lost access to electricity, water, and gas in the early days of the invasion, and there was very limited access to food. There was little mobile phone connectivity, and some interviewees said Russian soldiers had confiscated or destroyed mobile phones whenever they saw residents carrying them, or threatened them with violence for having a phone.
Threats of violence and intimidation were also widespread. One man in Hostomel said that he saw an entire dormitory of people who were sheltering from shelling who were forced to go outside, where Russian military officers immediately fired gunshots over their heads, forcing them to drop to the ground. Two men from Bucha also said snipers regularly shot at them when they went to salvage food from a destroyed grocery store near their home.
“As these horrendous accounts of life under Russian occupation continue to emerge, the victims in Ukraine must know that the international community is determined to secure accountability for their suffering,” said Agnès Callamard.
War crimes and other violations of international humanitarian law
Deliberate killings of civilians, rape, torture, and inhumane treatment of prisoners of war are human rights violations and war crimes. Those who directly commit war crimes should be held criminally responsible for them. Under the doctrine of command responsibility, hierarchal superiors – including commanders and civilian leaders, such as ministers and heads of state – who knew or had reason to know about war crimes committed by their forces, but did not attempt to stop them or punish those responsible, should also be held criminally responsible.
Amnesty International is documenting violations of human rights and international humanitarian law committed in the war in Ukraine. All of Amnesty International’s outputs published to date – including news updates, briefings and investigations – can be found here.
In een video die eind vorige maand voor het eerst online is opgedoken, lijken Oekraïense strijdkrachten zeker één gevangengenomen Russische militair te executeren. De beelden, waarvan de locatie is geverifieerd door de NOS en die nader zijn geanalyseerd door The New York Times en de BBC, zijn gemaakt langs een weg bij het dorp Dmytrivka, niet ver van Boetsja en Irpin, ten westen van Kiev.
Russische militairen die in die regio waren, trekken zich sinds ruim een week terug. Sinds die terugtrekking gaande is, komen er onder meer vanuit Boetsja gruwelijke beelden van Oekraïense burgers die dood op straat liggen.
De Duitse inlichtingendienst heeft radioverkeer onderschept waarin Russische militairen spreken over de burgerdoden in Boetsja. Verder vertellen ooggetuigen sinds afgelopen week over verschrikkingen als verkrachtingen door Russische militairen en lukrake beschietingen van Oekraïense burgers.
In de video die nu rondgaat, is te zien dat een man naast een vermoedelijk Russische militair staat, die een jas over zijn hoofd heeft. De Rus lijkt gewond, maar ademt nog. “Hij is nog in leven. Film deze plunderaars. Kijk, hij leeft nog. Hij hapt naar adem”, zegt de man. Vervolgens schiet een vermoedelijk Oekraïense militair twee keer op de Rus, die blijft bewegen. Na een derde schot blijft hij roerloos liggen. Verder is onder meer de opmerking “klote-Rusland” te horen in de video.
Drie andere vermoedelijk Russische militairen zijn ook te zien op de beelden. Een van hen heeft een hoofdwond en zijn handen zijn achter zijn rug vastgebonden. Twee van hen zouden gevangen Russische luitenants zijn. In de video zijn ook andere doden te zien. Of die bij een strijd voorafgaand aan de opname zijn gesneuveld of zijn geëxecuteerd nadat ze gevangen waren genomen, valt uit de beelden niet op te maken.
Visuele kenmerken
De Russen en de Oekraïners in de video zijn herkenbaar aan hun uniformen. Zo dragen de staande mannen een blauwe armband en een uniform met emblemen als de Oekraïense vlag. De vermoedelijke Russen dragen een witte armband. Die witte banden, evenals rode en oranje banden, zijn in de strijd gebruikt door Russische militairen, zodat ze elkaar kunnen herkennen.
Daarnaast zegt één van de vermoedelijke Oekraïners “hier zijn ze dan, de verdedigers van het Russische leger”. Daarbij zijn lege voertuigen te zien met een V erop, een teken dat Russische troepen – net als de bekende Z – op hun wagens en pantservoertuigen schilderen of spuiten.
Daarmee is echter niet onomstotelijk te bewijzen dat de mannen in de video inderdaad zijn wie ze op basis van hun voorkomen en uitingen lijken te zijn. Zowel de Russische als de Oekraïense strijdmachten kunnen Russisch spreken met elkaar – zoals in deze video ook te zien is – en uniformen, emblemen en geweldshandelingen kunnen doelbewust in beeld zijn gebracht om in dit geval de Oekraïners te beschuldigen van oorlogsmisdaden.
De BBC levert extra bewijs voor Oekraïense betrokkenheid. De Britse omroep heeft een biometrische scan gemaakt van beelden van de gezichten van de vermoedelijk Oekraïense strijders in de video. Dat wil zeggen dat een algoritme de gezichten op de beelden heeft vergeleken met een database vol met foto’s van gezichten.
Op basis van dat proces denkt de BBC één man te herkennen, van wie bekend is dat hij nauwe banden heeft met Oekraïne. Het gaat om een Georgiër met een baard. Zijn naam is bekend bij de BBC, maar die wordt niet genoemd omdat niet met zekerheid vaststaat dat hij het is. In de video is te zien dat hij reageert op een militair die “glorie aan Oekraïne” uitroept. Hij reageert daarop met de kreet “glorie aan de helden”.
Zorgen over krijgsgevangenen
Verder sprak de NOS op 3 april met een man die al enkele weken als vrijwilliger meevecht met het Oekraïense leger. Hij wil anoniem blijven, maar zijn identiteit is bekend bij de redactie. De man maakt deel uit van een groep buitenlanders met verschillende nationaliteiten. In het gesprek met de NOS gaf hij ongevraagd aan dat hij zich zorgen maakt over de behandeling van Russische krijgsgevangenen.
Hij vertelde dat er bij de gevechten ten westen van Kiev, waar ook deze beelden zijn gemaakt, Russische militairen gevangen zijn genomen. Vooral de internationale strijders, waar hij bij hoort, wilden daarna weten wat er met deze Russen zou gebeuren, maar hij had de indruk dat de Oekraïners niet op die vraag zaten te wachten. Hij zegt niet te weten wat er met de Russen is gebeurd, omdat hij weg is gegaan van de plek waar ze gevangen waren.
Voor het verhaal van de buitenlandse strijder valt op dit moment geen onafhankelijke bevestiging te krijgen door de NOS. Wel komen de details van zijn verklaring overeen met informatie over de bewegingen in het gebied waarover hij sprak. Ook noemt hij data die vallen te combineren met de gebeurtenissen op het strijdtoneel ten westen van Kiev.
Geïsoleerde incidenten
In Oekraïne zijn nu officieel 600 Russische krijgsgevangen. “We willen een speciaal kamp bouwen waar de gevangenen in overeenstemming met het internationaal recht behandeld zullen worden”, zei de Oekraïense vicepremier Verestsjoek eerder over Russische krijgsgevangenen.
Krijgsgevangenen worden beschermd door de Derde Geneefse Conventie (1949). Daarin is bepaald dat krijgsgevangenen humaan en met eerbied behandeld moeten worden. Het standrechtelijk executeren van krijgsgevangenen is een oorlogsmisdaad.
De Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken, Koeleba, zei na vragen over de video te weten van het bestaan van de beelden, maar hij heeft ze naar eigen zeggen niet gezien. “Het Oekraïense leger neemt de regels omtrent oorlogvoering in acht. Er kunnen geïsoleerde incidenten zijn waarbij deze regels worden geschonden. Die zullen onderzocht worden”, luidt zijn algemene reactie.
Op een video die rondgaat op sociale media zou te zien zijn dat Russische krijgsgevangenen ernstig worden mishandeld door Oekraïense militairen op de binnenplaats van een zuivelfabriek bij Charkov. Als de video klopt, gaat het om een oorlogsmisdaad.
Oekraïne stelde zondag een onderzoek naar het incident in. Rusland sprak direct van oorlogsmisdaden, iets waar het land zich zelf ook veelvuldig schuldig aan heeft gemaakt. De generale staf van het Oekraïense leger noemde de video echter in scene gezet om Oekraïne in diskrediet te brengen.
Of de video echt of nep is, is erg lastig te verifiëren door internationale media. Wel blijkt uit onderzoek van onder andere de NOS dat Oekraïense militairen in de dagen voorafgaand aan het incident bij de zuivelfabriek, in een naburig dorp al wandaden hebben begaan tegen Russische krijgsgevangenen.
Schieten op benen
De eerste video van het incident verscheen op zondagochtend 27 maart op pro-Russische kanalen op Telegram, maar de eerste uploader van de beelden is nog niet gevonden. Er gaan inmiddels meerdere ingekorte versies rond, soms met als doel om te laten zien dat het allemaal zou meevallen. De langste en meest volledige versie van de video duurt 5 minuten en 37 seconden.
De NOS publiceert de video niet in zijn geheel en plaatst ook geen links naar de beelden, omdat die schokkend zijn en twee krijgsgevangenen erop herkenbaar zijn.
Op de video zijn minimaal twaalf vastgebonden militairen met bebloede lichaamsdelen te zien. De mannen spreken Russisch en liggen op de grond, sommige met een zak over het hoofd.
De mannen op de grond worden in het Russisch uitgescholden en ondervraagd door militairen die rondlopen en blauwe banden om hun bovenarm hebben. “Zeg het, klootzak, waar kom je vandaan?”, zegt een van hen. “Waar ben je geboren?”. De mannen op de grond noemen Russische steden: “Jaroslavl”, “Smolensk”.
De persoon die filmt focust dan op een groepje soldaten bij een Volkswagen T4-bus. Een van hen wordt met een geweer in een onderbeen geschoten en valt op de grond. “Wie zijn de officieren?”, wordt er gevraagd. Ook een andere geboeide soldaat krijgt een kogel in zijn been en valt op de grond. Een andere geboeide soldaat wordt met een geweerkolf geslagen.
Bijna alle woorden in de video zijn Russisch, een taal die ook Oekraïners spreken. Er is één moment dat er Oekraïens klinkt in de vijf minuten durende video. Dat is wanneer er in een portofoon wordt gesproken (en dus niet tegen de gevangenen). “We zijn bereikbaar, vier drie”, zegt een militair.
Zuivelfabriek
De locatie waar de video werd gemaakt is zondag door osint-onderzoekers (die informatie verzamelen uit publiek toegankelijke bronnen) gevonden. Door de gebouwen op de binnenplaats te vergelijken met foto’s en satellietbeelden is duidelijk dat het gaat om de zuivelfabriek in het Oekraïens dorpje Malaya Rohan, vlak bij Charkov. De NOS kan deze locatie bevestigen.
Toch is de echtheid van de video moeilijk vast te stellen, zo concluderen de NOS en onder anderen Bild, de BBC, CNN, The New York Times en onderzoekscollectief Bellingcat.
Er is een aantal aanwijzingen waardoor aan de echtheid kan worden getwijfeld. Zo lijken sommige bloedplassen en vlekken niet goed overeen te komen met de wonden. Bij de ‘Oekraïense militairen’ valt op dat er geen insignes of Oekraïense vlaggen zijn te zien op de kleding.
Andere zaken pleiten juist voor de echtheid. Zo zijn verschillende ‘Oekraïense’ militairen duidelijk in beeld, dit zou niet voor de hand liggen als het zou gaan om Russische acteurs die later kunnen worden herkend.
Andere wandaden
Ook vond er twee of drie dagen voor het online komen van de video bij de zuivelfabriek een ander incident plaats. Volgens Telegramkanalen van betrokken Oekraïense militairen en volgens lokale media zijn in het dorp Vil’khivka tientallen Russische militairen krijgsgevangen genomen. Dit gebeurde bij de herovering van het dorp. Het dorp ligt op zo’n 8 kilometer van de zuivelfabriek, een autorit van 20 minuten. Volgens een lokale journalist zijn afgelopen weekend ook bij Malaya Rohan krijgsgevangenen gemaakt.
Op verschillende video’s die zijn geplaatst op Telegram-kanalen van Oekraïense militairen is te zien dat de gevangenen niet zachtzinnig worden behandeld. Op de beelden van vermoedelijk 25 maart is te zien dat de gewonde krijgsgevangen zijn uitgekleed, dat hun ogen met gele ducttape zijn afgeplakt, dat ze moeten knielen bij gaten in de grond en dat ze letterlijk worden opgestapeld in auto’s en busjes.
De Oekraïense militairen zeggen tegen de gevangen Russen: “Jullie gaan gezamenlijk het volkslied van Oekraïne zingen, klootzakken”. Op een andere video is dat ook te zien, opgestapelde gevangenen met gele tape zingen het volkslied. Op deze beelden is overigens geen fysieke mishandeling van krijgsgevangenen te zien.
De beelden in Vil’khivka werden gefilmd vanuit verschillende hoeken door soms lachende militairen. Bij een aantal zijn duidelijk de insignes van het beruchte Azov-bataljon te zien. Ook zijn er beelden waarop deze militairen poseren met de lichamen van gedode Russische militairen.
De leider van dit bataljon is over het incident bevraagd door CNN. Hij zegt over de video bij de zuivelfabriek dat dit niet gaat om de plek waar hij was. “Ik heb deze plaats niet gezien”, zegt hij.
GENÈVE (ANP) – Meer dan 6 miljoen mensen zijn Oekraïne ontvlucht sinds het begin van de Russische invasie op 24 februari, blijkt uit de dagelijks bijgewerkte statistieken van VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. Slechts tien dagen geleden werd de grens van 5,5 miljoen vluchtelingen gepasseerd.
Sinds eind februari zijn volgens de UNHCR ruim 1,59 miljoen Oekraïners al dan niet permanent naar hun land teruggekeerd, terwijl binnen Oekraïne meer dan 8 miljoen mensen zijn ontheemd. Dat laatste is een toename van 1 miljoen in slechts tien dagen.
Van de 6 miljoen gevluchte Oekraïners zijn er bijna 3,3 miljoen naar Polen gegaan, van wie een onbekend aantal is doorgereisd naar andere EU-landen. Ook de buurlanden Roemenië, Moldavië, Hongarije en Slowakije hebben honderdduizenden Oekraïners zien komen. De vluchtelingenstroom bestaat voor meer dan 90 procent uit vrouwen en kinderen.
Volgens de UNHCR zijn ruim 785.000 mensen naar Rusland gevlucht. Oekraïne stelt dat het in tienduizenden gevallen gaat om deportaties. Moskou zegt dat meer dan 1 miljoen mensen sinds 24 februari vanuit Oekraïne naar Rusland zijn gevlucht.
Tussen 18 en 23 februari verhuisden nog eens 105.000 mensen vanuit de regio’s Donetsk en Loehansk naar Rusland, aldus de UNHCR.
WARSCHAU (ANP) – Ruim 2,5 miljoen mensen zijn sinds 24 februari, de dag dat Rusland Oekraïne binnenviel, de grens tussen Oekraïne en Polen overgestoken. Dat meldt de Poolse autoriteit voor grensbewaking. Volgens deze instantie, die elke ochtend actuele gegevens verstrekt, zijn sinds het uitbreken van de oorlog ook 485.000 mensen de andere kant op gereisd. Dinsdag waren dat er nog 471.000.
In totaal zijn er nu iets meer dan 2,52 miljoen personen uit Oekraïne naar Polen gekomen. Dinsdag staken er 21.000 de grens over. Dat is een stijging van 13 procent ten opzichte van de dag ervoor, toen het om 18.500 mensen ging. Woensdag voor 07.00 uur telden de Poolse grenswachten zo’n 4700 vluchtelingen.
Cijfers van de Verenigde Naties laten zien dat bijna 4,28 miljoen mensen Oekraïne zijn ontvlucht sinds het begin van de Russische invasie. Omdat in het grootste deel van de Europese Unie geen grenscontroles bestaan en Oekraïners er vrij mogen reizen, is niet duidelijk hoeveel vluchtelingen in Polen zijn gebleven en hoeveel er zijn doorgereisd naar andere landen.
Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne hebben zich in Nederland ruim 63.800 Oekraïners ingeschreven bij een gemeente. Het hoogtepunt van het aantal inschrijvingen was eind maart en begin april. Toen registreerden de gemeenten in twee weken tijd meer dan 21.500 Oekraïense vluchtelingen, zo komt naar voren uit cijfers van het CBS.
Daarna is het aantal Oekraïners dat zich bij een gemeente meldde flink gedaald. In de eerste helft van deze maand waren het er zo’n 3600 per week en vorige week ging om nog geen 2500 inschrijvingen, al waarschuwt het CBS wel dat de cijfers over de meest recente weken mogelijk nog niet compleet zijn. Het is niet bekend hoeveel Oekraïners wel naar Nederland zijn gekomen, maar zich niet hebben ingeschreven.
Van de inschreven Oekraïners is twee derde vrouw en een derde man. Een derde is eveneens 18 jaar of jonger.
De meeste Oekraïners staan ingeschreven in Amsterdam (3608), Rotterdam (2738) en Den Haag (2376). Afgezet tegen het aantal inwoners dan steekt Renswoude met kop en schouders boven de rest uit. In de gemeente staan ruim honderd Oekraïners ingeschreven, dat zijn bijna 19 Oekraïners op 1000 inwoners. Ook Gennep, waar 243 Oekraïners zich hebben geregistreerd, scoort hoog. Dat zijn er zo’n 14 op de 1000 inwoners.
EINDE BERICHT
[26]
”Oekraïne (Oekraïens: Україна) is een land in Oost-Europa met 44,32 miljoen inwoners met Kiev (Kyiv) als hoofdstad
WIKIPEDIA
OEKRAINE
https://nl.wikipedia.org/wiki/Oekra%C3%AFne
Reacties uitgeschakeld voor Noten 21 t/m 26/Oekraine
In de wereld heerst de wet van de jungle, als de Russische invasie in Oekraïne niet wordt veroordeeld door de Verenigde Naties, zei EU-buitenlandchef Josep Borrell eerder vandaag. In de Veiligheidsraad zal Rusland de veroordeling blokkeren met een veto, maar Borrell hoopt dat de Algemene Vergadering de Russische militaire operatie in het buurland wél afwijst.
Of dat ook echt gebeurt is echter zeer de vraag. Westerse landen zijn unaniem in hun veroordeling van Poetin, en worden gesteund door belangrijke Aziatische landen als Japan en Zuid-Korea, maar daarbuiten heeft de Russische president nog wel degelijk hele en halve vrienden.
Syrië en Belarus
Tot zijn grootste politieke vrienden horen de Syrische president Assad en de Belarussische president Loekasjenko. Poetin heeft hen de afgelopen jaren aan zich verplicht door hun regimes overeind te houden.
Assad, die de Syrische burgeroorlog heeft overleefd dankzij militair ingrijpen van Rusland, toonde in een telefoongesprek met Poetin begrip voor de aanval op Oekraïne. “Wat vandaag gebeurt, is een correctie op de geschiedenis en een herstel van het evenwicht in de wereld”, zei de Syrische dictator, die het Westen de schuld gaf van het bloedvergieten in Oekraïne.
Loekasjenko’s steun aan Poetin ging de afgelopen weken nog veel verder: hij liet zijn strijdkrachten gemeenschappelijke oefeningen houden met het Russische leger en stond Rusland toe tienduizenden militairen aan de Belarussisch-Oekraïense grens samen te trekken. Daarvandaan zijn de Russen gisteren aan hun opmars naar Kiev begonnen.
Voor zover bekend doen Belarussische militairen niet mee aan de invasie van Oekraïne.
Venezuela, Cuba en Nicaragua
Een bondgenoot op afstand is Venezuela, een paria in de eigen regio. Op Twitter koos president Maduro unverfroren partij voor Poetin. Volgens hem is het niet Poetin, maar de NAVO die de akkoorden van Minsk over een wapenstilstand in Oost-Oekraïne heeft geschonden. Hij noemde dat “een ernstige bedreiging voor Rusland en zijn territoriale integriteit en soevereiniteit”.
Ook Cuba en Nicaragua denken er ongeveer zo over. Cuba zit al in het anti-Amerikaanse kamp sinds de communistische revolutie van 1959 en Nicaragua sinds de sandinistische machtsovername in 1984. Beide landen houden zich nu wat stil. Ze kregen bezoek van de voorzitter van het Russische lagerhuis, die uitlegde dat Rusland bezig is met een ‘vredesoperatie’.
Iran en Myanmar
Iran is geen bondgenoot van Rusland, maar houdt wel samen met Poetin in Syrië het regime-Assad overeind en heeft de VS als gemeenschappelijke vijand. President Raisi heeft dan ook in een gesprek met Poetin begrip voor het Russische optreden getoond. Hij vindt net als Poetin de uitbreiding van de NAVO naar het oosten een bedreiging voor Rusland.
De militaire junta van Myanmar, een andere outcast in de Westerse wereld, steunt Poetin voluit. Sterke man Min Aung Hilang bracht vorig jaar een ‘vriendschapsbezoek’ aan Poetin. Vandaag liet het regime begripvol weten dat Rusland bezig is “zijn soevereiniteit te vestigen” en wil laten zien dat het een wereldmacht is.
India
India steunt de Russische invasie niet, maar blijft weg bij een veroordeling. Gedurende de hele Koude Oorlog was India geneigd tot samenwerking met Moskou, en die houding houdt tot de dag van vandaag stand. Nog altijd is bijvoorbeeld een groot deel van de bewapening van het Indiase leger van Russische makelij. Dat bepaalt de houding van premier Modi.
Modi belde Poetin gisteravond en riep hem op het geweld onmiddellijk te staken, maar hij veroordeelde de aanval op Oekraïne niet. De Indiase VN-vertegenwoordiger riep op tot “deëscalatie” en “voortgezette diplomatie”, maar zei niets over de Oekraïense soevereiniteit en integriteit.
Pakistan
India’s aartsvijand Pakistan, vanouds een ‘moeilijke’ bondgenoot van de VS, toont zich dezer dagen verrassend welwillend tegenover Poetin. De Pakistaanse premier Khan arriveerde enkele uren voor de Russische invasie begon in Moskou en liet daar een geplande ontmoeting met Poetin gewoon doorgaan, waarmee hij de eerste wereldleider werd die Poetin sinds het begin van de invasie ontmoette.
Khan veroordeelde de aanval niet, toonde geen sympathie voor de Oekraïense soevereiniteit, maar zei slechts dat hij “de situatie tussen Rusland en Oekraïne” betreurt. Hij benadrukte dat het conflict in niemands belang is en dat ontwikkelingslanden economisch altijd het hardst worden getroffen door militaire conflicten.
Het bezoek van Khan aan Moskou leidt tot gefronste wenkbrauwen in Washington, waar president Biden heeft gezegd dat Poetin “de paria van de wereld wordt”. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken laat weten dat het Amerikaanse standpunt over Khans bezoek ” aan Pakistan is overgebracht”.
De Pakistaanse minister van Buitenlandse Zaken legde uit dat de voors en tegens van het bezoek vooraf uitvoerig zijn overwogen, dat het bezoek strikt bilateraal is en moet worden gezien in het kader van de langdurige verbetering van de betrekkingen tussen Pakistan en de VS.
Servië
Servië is traditioneel een bondgenoot van Rusland, dat zich sinds de 19e eeuw steeds opwierp als beschermer van het kleine ‘Slavische broedervolk’. Maar in dit conflict tussen twee ‘broedervolkeren’ is het lastig kiezen voor de nationalistische premier Vucic.
Vucic deed er anderhalve dag over om met een reactie te komen. Vanmiddag liet hij voor het eerst van zich horen: hij sprak zich uit tegen de schending van de territoriale integriteit, maar zei dat Servië als land dat zelf doelwit is geweest van sancties, niets voelt voor sancties tegen Rusland.
China
De belangrijkste rugdekking voor Poetin komt van China. Beide landen zijn verbonden door vijandschap en rivaliteit met de VS. Ze hebben gezamenlijk militaire oefeningen gehouden en drie weken geleden was Poetin de eregast van president Xi bij de opening van de Olympische Winterspelen. Beide leiders kondigden toen aan dat ze hun samenwerking zouden uitbreiden en dat er daarbij geen “verboden gebieden” waren.
Dat neemt niet weg dat China gisteren werd verrast door de Russische inval. De Chinese staatstelevisie meldde die ochtend neutraal dat Rusland “een speciale militaire operatie” was begonnen. Het woord “invasie” werd vermeden en Poetins uitspraak dat Rusland geen andere keus had werd geciteerd.
Het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken liet echter ook blijken dat China Rusland in deze oorlog geen wapens zal leveren. “Ik denk dat Rusland geen wapenhulp van China of andere landen nodig heeft”, zei een woordvoerder van het ministerie.
Belangrijk voor China’s opstelling is ook dat het steeds heeft benadrukt dat de soevereiniteit van onafhankelijke landen gerespecteerd moet worden. China lijkt daarbij niet geneigd een uitzondering voor Oekraïne te maken – de Chinese opstelling tegenover Taiwan is daarmee in China’s ogen niet in strijd, omdat het Taiwan ziet als een Chinese provincie.
Vandaag belde Xi met Poetin. Hij zei hem dat de soevereiniteit en territoriale integriteit van alle naties moet worden gerespecteerd en riep op tot onderhandelingen om de crisis op te lossen. Poetin klaagde bij Xi dat de VS en zijn bondgenoten de “gerechtvaardigde Russische veiligheidseisen” negeren, maar antwoordde ook dat hij bereid is besprekingen op hoog niveau met Oekraïne te voeren.
De naam van de Oekraïense president Zelensky werd daarbij niet genoemd. Toch hoopt de EU dat China kan helpen een oplossing te vinden. EU-buitenlandvertegenwoordiger Borrell zei dat hij de Chinese minister van Buitenlandse Zaken heeft gevraagd China’s invloed op Poetin te gebruiken om hem tot rede te brengen.
EINDE BERICHT
[20]
ZIE NOOT 16
Reacties uitgeschakeld voor Noten 16 t/m 20/Oekraine
Het was een opsteker voor Oekraïne, en Rusland werd juist diplomatiek in zijn hemd gezet. Het gebeurde woensdag tijdens een speciale ingelaste vergadering van de Verenigde Naties. Veruit de meeste landen stemden voor een resolutie om de Russische inval in Oekraïne te veroordelen. Naast Rusland waren er maar vier landen die tegenstemden.
Het gaat om Belarus, Eritrea, Noord-Korea, en Syrië. Waarom ze het regime van Poetin steunen verschilt per land, maar dit hebben ze gemeen: de landen worden allemaal geleid door een dictator en het Westen heeft ze sancties opgelegd.
Syrië
Volgens Midden-Oosten-correspondent Olaf Koens is het Rusland dat tegenwoordig in Syrië de lakens uitdeelt, zowel op militair, economisch als politiek vlak. “De regering-Assad stelt niks meer voor. Die krijgen de bevelen uit Moskou. Dat blijkt ook uit deze stemming.”
In 2015 mengde Rusland zich in de burgeroorlog in Syrië. Poetin ging achter Assad staan en met hulp van de Russen won Assad. Het is de enige reden waarom de Syrische dictator nog op zijn plek zit.
Poetin heeft volgens Koens het nodige opgestoken van de oorlog in Syrië. “Syrië is een voorspel gebleken van de oorlog in Oekraïne nu. Poetin heeft geleerd dat er geen rode lijnen zijn.”
Daarmee doelt Koens op de rode lijn van president Obama. De Amerikaanse president zei in 2012 dat de inzet van chemische wapens een stap over die lijn was. Toen een jaar later alsnog chemische wapens werden ingezet, greep Amerika niet militair in.
Koens: “Poetin weet dat hij met veel dingen wegkomt. We weten van de oorlog in Syrië dat hij het gebruik van deze wapens niet schuwt. Ook schrikt hij niet terug om burgerdoelen te bombarderen, zoals ziekenhuizen en scholen. Dat zijn de lessen uit Syrië. Ik zou me als Oekraïner heel veel zorgen maken.”
Voor, tegen of onthouding van stemming
141 van de 193 landen stemden voor om de Russische agressie te veroordelen. Er waren ook landen die zich afzijdig hielden door niet te stemmen, onder meer bondgenoten als China, Cuba en Nicaragua. Iran, dat ook gebukt gaat onder sancties, onthield zich eveneens van stemming.
Servië, dat nauwe contacten onderhoudt met het Kremlin, stemde verrassend genoeg wel voor.
Noord-Korea
Ook Noord-Korea stemde met Rusland mee. De twee landen zijn trouwe bondgenoten. Het zijn buurlanden die elkaar al lang steunen. “Er is meer voor nodig om daar verandering in aan te brengen”, vertelt Remco Breuker, hoogleraar Koreastudies aan de Universiteit Leiden. “Kim Jong-un en Poetin kennen elkaar. Noord-Korea laat zich van zijn beste kant zien door te zeggen: wij helpen jullie.”
Tussen beide landen bestaan goede economische betrekkingen. Noord-Koreaanse arbeiders werken in Rusland. Via Rusland omzeilt Noord-Korea bovendien de opgelegde sancties. “De verkoop van steenkool uit Noord-Korea gaat gewoon door. Via Russische havens, zoals in Vladivostok, gaat het alsnog de wereldmarkt op,” zegt Breuker.
Wat ook zal meespelen is dat Oekraïne door Noord-Korea als een lakei van de Verenigde Staten wordt gezien. Breuker: “Een marionettenstaat van de VS kun je gewoon binnenvallen, is de redenatie.”
Belarus
In aanloop naar de verkiezingen van 2020 gingen inwoners van Belarus massaal de straat op. Zij eisten het vertrek van Aleksandr Loekasjenko, ook wel de laatste dictator van Europa genoemd.
De steun van de bevolking was hij kwijt, maar op een cruciaal moment heeft Poetin de wereld laten weten dat hij achter Loekasjenko staat.
“Zo heeft Loekasjenko zijn positie behouden, maar daar heeft hij een prijs voor moeten betalen: hij is zijn onafhankelijkheid kwijt”, zegt Rusland-correspondent Eva Hartog. “Hij liet zich eerder door niemand, ook niet door Poetin, de les lezen. Nu zit Loekasjenko op de schoot van Poetin. Hij doet precies wat Rusland zegt.”
Volgens Hartog kun je Belarus inmiddels geen zelfstandig land meer noemen. Het ligt volledig binnen de invloedsfeer van Rusland. “Het eerste alarmmoment was toen Russische troepen niet meer weggingen uit Belarus. Dat was een sterk signaal naar Oekraïne en naar de Belarussen toe. Het land is nu een verlengstuk van Rusland.”
Eritrea
Misschien wel de meest opvallende uit het rijtje is Eritrea. Het Afrikaanse land is net als Rusland verwikkeld in een oorlog. Aan het hoofd zit dictator Isaias Afwerki. Hij heeft Rusland nodig voor steun op internationaal vlak, zegt Eritrea-deskundige Mirjam van Reisen. “Er heerst een sterk anti-Amerikaans sentiment.”
Eritrea vecht in de noordelijke Ethiopische regio Tigray. “De VS zegt nog net niet dat daar genocide plaatsvindt, maar zit dicht tegen zo’n veroordeling aan.” Als dat ooit besproken gaat worden in de VN, hoopt Eritrea dat Rusland zijn veto zal uitspreken. “Dat speelt ook in een andere zaak”, vertelt Van Reisen. “Het land werd in 2016 beschuldigd van misdaden tegen de menselijkheid.”
Dat draait om de permanente dienstplicht die het land kent. In de praktijk betekent dat levenslange dwangarbeid. Het is de reden waarom zoveel Eritreeërs het land proberen te ontvluchten. Volgens onderzoeken gaat het om 5000 Eritreeërs per maand. Zij worden gezien als landverraders en kunnen bij de grens worden doodgeschoten.
Van Reisen: “Via de VN kan dit bij het Internationale Strafhof terechtkomen, maar Rusland kan dat met een veto blokkeren.”
Eritrea kiest daarom de kant van Rusland. Dat heeft ook nog een derde reden. Het land gaat gebukt onder zeer zware sancties. Die zijn sinds 2009 van kracht, en werden destijds ingesteld door Amerikaanse president Obama.
RTL Nieuws
EINDE BERICHT
WIKIPEDIA
UNITED NATIONS GENERAL ASSEMBLY RESOLUTION ES/11/1
Russia on Friday vetoed a United Nations Security Council resolution denouncing its invasion of Ukraine while China, India, and the United Arab Emirates abstained from the vote.
The remaining 11 council members voted in favor, allowing the draft resolution to be taken up by the 193-member UN General Assembly.
“You can veto this resolution but you cannot veto our voices,” U.S. Ambassador to the United Nations Linda Thomas Greenfield told her Russian counterpart and the council.
She continued: “You cannot veto the truth. You cannot veto our principles. You cannot veto the Ukrainian people. You cannot veto the UN charter.”
The U.S. helped draft the non-binding resolution and sought a vote to put members of the council on the record. The overwhelming rejection of Russian President Vladimir Putin’s attack on its neighbor – a sovereign democracy – is another move by Western countries and their allies to further politically isolate Russia.
UN Secretary-General António Guterres later announced the appointment of Amin Awad of Sudan as assistant secretary-general to serve as the UN’s crisis coordinator for Ukraine.
Awad was previously the UN’s regional refugee coordinator for the Syria and Iraq Situations, and director of the Middle East and North Africa Bureau at the Office of the United Nations High Commissioner for Refugees.
De ene na de andere regeringsleider brengt deze dagen een bezoek aan Kiev. Vooral westerse leiders willen hun steun betuigen aan Oekraïne vanwege de spanningen met Rusland. Dat blijft niet alleen bij mondelinge steun; steeds meer landen leveren ook wapens.
Vandaag bezoekt de Britse premier Johnson Kiev. Zijn kabinet is op dit moment een van de grootste leveranciers van wapens aan het Oekraïense leger. De Poolse premier en de Turkse president komen ook deze week langs. Polen maakte gisteren bekend wapens en munitie te gaan leveren en Turkije verkoopt drones aan Oekraïne. Ook Denemarken, de Baltische Staten en Tsjechië steunen het land met wapens. Allemaal reageren ze op het hulpverzoek dat Oekraïne deed aan landen van de NAVO.
Ook premier Rutte en minister Hoekstra van Buitenlandse Zaken gaan nu voor een tweedaags bezoek naar Kiev om te praten. Een gesprek met president Zelensky is verplaatst naar morgen, zodat die tijd heeft om vandaag Johnson te ontvangen. Die levert Oekraïne wapens en is daarmee een belangrijkere gesprekspartner voor het land.
Rutte en Hoekstra in Oekraïne
Het bezoek staat in het teken van de spanningen met Rusland en de samenwerking tussen Oekraïne en Nederland in de nasleep van de ramp met vlucht MH17. Vanavond worden Rutte en Hoekstra ontvangen door premier Shmygal. Morgen volgt een gesprek met president Zelensky.
Ook zijn Rutte en Hoekstra bij de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) om te praten over MH17 en leggen ze een krans bij de herdenkingsmuur voor de gevallen soldaten in het conflict in Oost-Oekraïne.
Londen stuurde transportvliegtuigen vol antitankwapens richting Kiev. De wapens zijn volgens de Britten alleen defensief inzetbaar, maar kunnen voor Oekraïne van groot nut zijn tegen de vele voertuigen die Rusland aan de grens verzameld heeft.
De Britten steunen Oekraïne al langer. Sinds 2015 trainen ze het Oekraïense leger. Onlangs onthulden ze een Russisch plan om de Oekraïense regering omver te werpen. Daarbij maakten ze ook de naam van de beoogde nieuwe president van het land bekend. Als het plan klopt, wordt de uitvoering door de bekendmaking een stuk lastiger.
Ook vanuit de Verenigde Staten en Canada ontvangt Oekraïne veel steun. De VS helpt Oekraïne met wapenleveranties ter waarde van 200 miljoen dollar. Ook vanuit Canada worden wapens gestuurd.
Canada geeft, net als de Britten, sinds 2015 training aan het Oekraïense leger. Ook de VS verzorgt trainingen aan het leger en ondersteunt het land al jaren met ontwikkelingshulp en leningen.
Duitsland: geschiedenis maakt het lastig
In tegenstelling tot bijvoorbeeld de VS, Groot-Brittannië en Canada is Duitsland een stuk terughoudender in de steun aan Oekraïne. Dat heeft voor een groot deel te maken met de rol van Duitsland in de Tweede Wereldoorlog.
Duitsland beroept zich op hun beleid dat ze geen dodelijke wapens naar conflictgebieden sturen. Daar valt Oekraïne in hun ogen ook onder.
Vorige week maakten de Duitsers wel bekend dat ze 5000 helmen sturen. Dat leverde smalende reacties op. De burgemeester van Kiev, de vroegere bokser Vitali Klitsjko, vroeg zich af wat ze nog meer uit Duitsland konden verwachten. “Kussens?”
Ook blokkeerde Duitsland andere landen in het steunen van Oekraïne. Zo wilde Estland oude houwitsers geven, maar de artillerie was ooit gekocht van het toenmalige Oost-Duitsland. De wapens aan Oekraïne doorgeven mocht van de Duitse regering niet.
De Duitse regering steunt Oekraïne wel op economisch en politiek vlak. Zo heeft het met de Nord Stream 2 een belangrijke troef in handen. Als Rusland Oekraïne binnenvalt hebben de Duitsers aangeven dat de gasleiding dicht blijft. Het zou een zware klap zijn voor de Russische gasexporten, maar ook de Duitse industrie zou door dat besluit geraakt worden.
Turkije: diplomatie of drones
Turkije wil in dit conflict de rol van bemiddelaar op zich nemen, maar moet voorzichtig te werk gaan vanwege zijn eigen belangen. Oekraïne is namelijk een grote afnemer van de Turkse Bayraktar TB2 drones. Deze bleken onlangs in oorlog tussen Armenië en Azerbaijan uitermate effectief te zijn.
Poetin is niet blij met die verkopen maar Turkije zegt dat het niet verantwoordelijk is voor de acties van Oekraïne met de drones. In september sloten Turkije en Oekraïne een overeenkomst om de drones in een fabriek net buiten Kiev te gaan produceren.
De NAVO benadrukt dat in het geval van een Russische aanval geen NAVO-troepen naar Oekraïne worden gestuurd. “We richten ons op het ondersteunen van Oekraïne”, zegt secretaris-generaal van de NAVO Jens Stoltenberg in een interview met de BBC. Sinds 2016 ondersteunt de NAVO Oekraïne op tal van vlakken, bijvoorbeeld op het gebied van cybersecurity en het beveiligen van belangrijke infrastructuur.
De NAVO versterkt ook de defensie van bondgenoten in Oost-Europa. Denemarken stuurt een fregat en F16’s richting de Oostzee. Spanje stuurt F16-straaljagers naar Bulgarije en Frankrijk overlegt op dit moment over het sturen van troepen naar Roemenië. Vanuit Groot-Brittannië en de Verenigde Staten staan daarnaast duizenden militairen klaar om snel ingezet te worden.
Wat doet Nederland?
Ook Nederland heeft extra middelen aan de NAVO beschikbaar gesteld. Zo gaan twee F35-gevechtsvliegtuigen in april en mei naar Bulgarije. Daarnaast staan twee militaire eenheden en een amfibisch transportschip klaar om ingezet te worden.
Over rechtstreekse steun van Nederland aan Oekraïne is nog niets bekend. Nederland zei eerder hiervoor open te staan, maar concrete plannen zijn er nog niet. “Als er een hulpverzoek komt vanuit Oekraïne zullen wij daar welwillend naar kijken”, zei minister Hoekstra recent tegen de Tweede Kamer. De kans is groot dat dit onderwerp van gesprek zal zijn als Rutte en Hoekstra straks in Kiev zijn.
EINDE ARTIKEL
”
United Kingdom
In January, Defence Secretary Ben Wallace said the UK had “taken the decision to supply Ukraine with light anti-armour defensive weapon systems”.
ALJAZEERA
WHICH COUNTRIES ARE SENDING MILITARY AID TO UKRAINE?
As the war between Ukraine and Russia continues to escalate after Moscow sent its troops into its neighbouring country, several countries across the globe are sending military aid to Kyiv.
According to Ukraine’s health ministry, the conflict has killed more than 350 civilians since the beginning of Russia’s invasion.
The UN’s refugee agency also believes at least 368,000 people have fled Ukraine to neighbouring countries, mostly to Poland.
So, which countries are sending military assistance to Ukraine?
United States
On February 25, President Joe Biden instructed the State Department to release up to an additional $350m worth of weapons from US stocks to Ukraine.
In a memorandum to Secretary of State Antony Blinken, Biden directed that $350m allocated through the Foreign Assistance Act be designated for Ukraine’s defence.
Ukraine has been asking for Javelin anti-tank weapons and Stinger missiles to shoot down aircraft.
The Pentagon said the weapons included anti-armour, small arms, body armour and various munitions in support of Ukraine’s front-line defenders. A State Department spokesperson said anti-aircraft systems were also included in the material.
Over the past year, the United States has committed more than $1bn in security assistance to Ukraine, Blinken said.
European Union
For the first time in its history, the EU is financing the purchase and delivery of arms after leaders agree to transport weapons worth 450 million euros ($502m) to Kyiv.
United Kingdom
In January, Defence Secretary Ben Wallace said the UK had “taken the decision to supply Ukraine with light anti-armour defensive weapon systems”.
On Wednesday, Downing Street promised military support to Ukraine, including lethal defensive weapons.
“In light of the increasingly threatening behaviour from Russia and in line with our previous support, the UK will shortly be providing a further package of military support to Ukraine,” Prime Minister Boris Johnson told parliament. “This will include lethal aid in the form of defensive weapons and non-lethal aid.”
France
France, which has already sent help, is dispatching more military equipment as well as fuel.
Paris said it has acted on earlier Ukrainian requests for defensive anti-aircraft and digital weapons.
The Netherlands
The Netherlands will supply air defence rockets and anti-tank systems to Ukraine, the Dutch government said in letters to parliament on Saturday.
The Dutch government agreed to a Ukrainian request to rapidly ship 200 Stinger air defence rockets and 50 “Panzerfaust 3” anti-tank weapons with 400 rockets, the letters said.
It is also jointly considering sending a Patriot air defence system alongside Germany to a NATO battle group in Slovakia, it said.
Germany
Germany will supply Ukraine with 1,000 anti-tank weapons and 500 Stinger surface-to-air missiles from Bundeswehr stocks for defence against Russia.
It is a major shift from Berlin’s longstanding policy of banning weapon exports to a conflict zone.
“The Russian invasion of Ukraine marks a turning point. It is our duty to do our best to support Ukraine in defending itself against Putin’s invading army,” German Chancellor Olaf Scholz said on Saturday.
Canada
Ottawa is sending lethal military weaponry to Ukraine and loaning Kyiv half a billion Canadian dollars ($394m) to help it defend itself.
Sweden, Norway and Denmark
Stockholm is also breaking its historic neutral stance to send 5,000 anti-tank weapons to Ukraine, with Denmark contributing a further 2,700. Norway is sending helmets and body armour and up to 2,000 M72 anti-tank weapons.
Finland
Neutral Finland takes the “historic” decision to supply weapons to Ukraine and will send 1,500 rocket launchers, 2,500 assault rifles, 150,000 rounds of ammunition, and 70,000 servings of field rations.
Belgium
Belgium says it will supply Ukraine with 3,000 more automatic rifles and 200 anti-tank weapons, as well as 3,800 tonnes of fuel.
Portugal
Portugal is giving Ukraine night-vision goggles, bulletproof vests, helmets, grenades, ammunition and automatic G3 rifles.
Greece
Greece, which has a large diaspora community in Ukraine – 10 of whom have been killed – is sending “defence equipment” as well as humanitarian aid.
Romania
Romania – which shares a border with Ukraine – is offering to treat wounded people from the crisis zones in its 11 military hospitals as well as sending fuel, bulletproof vests, helmets and other “military material” worth $3.3m.
Spain
Spain says it will supply Ukraine with 1,370 grenade launchers, 700,000 munitions and light automatic weapons.
Czech Republic
Prague said Saturday it is sending Ukraine 4,000 mortars “in the next few hours” as well as an arsenal of 30,000 pistols, 7,000 assault rifles, 3,000 machine guns, many sniper rifles and a million bullets.
The Czechs had already promised Kyiv 4,000 mortars worth $1.6m which have yet to be delivered.
Croatia
Zagreb will dispatch 16 million euros’ worth of small arms and body armour.
De strijd om Marioepol speelt zich alleen nog af rond een industrieterrein, Azovstal. Daar hebben zich gisteren 1026 Oekraïense militairen overgegeven, maakte het Russische ministerie van defensie bekend. Een onbekend aantal verzet zich nog. De Oekraïense regering kon de overgave niet bevestigen.
Marioepol is vanuit Russisch gezichtspunt een zeer belangrijke ‘buit’. Oekraïnes belangrijkste haven aan de Zee van Azov zou ook de grootste stad zijn die in Russische handen valt. In vredestijd woonden er 430.000 inwoners. Na wekenlange bombardementen en beschietingen ligt de stad grotendeels in puin.
Vermoedelijk zijn tienduizenden burgers omgekomen. Nu verblijven er nog zo’n 100.000 mensen, verstoken van alle voorzieningen. Burgemeester Boitsjenko beschuldigt de Russen ervan lichamen te verbranden om de sporen van oorlogsmisdaden uit te wissen.
Marioepol vormde ook het laatste bastion in de Russische corridor van de rebellengebieden in de Donbas naar de geannexeerde Krim. Als het Russische leger en rebellengroepen die in Marioepol hebben gevochten daar hun handen vrij maken, kan het noordwaarts oprukken naar de Donbas, waar een groot offensief verwacht wordt.
Een van Poetins voornaamste doelen
Voor de aanval verzamelen zich Russische troepen in het noorden en in de door rebellen bezette gedeelten van de Donbas. Volgens president Poetin is de ‘bevrijding’ van de Donbas een van de voornaamste doelen waarom hij op 24 februari zijn ‘militaire operatie’ begon. Troepen die Rusland heeft teruggetrokken na het echec rond Kiev, worden deels ingezet in de Donbas, waarschuwen inlichtingendiensten.
Om dat Russische offensief te kunnen weerstaan, blijft de Oekraïense president Zelenski hameren op de noodzaak van meer en zwaardere wapens: tanks, gevechtsvliegtuigen en raketsystemen.
“We hebben meer Russische wapens en militair materieel vernietigd dan sommige legers in Europa tot hun beschikking hebben, maar dat is niet genoeg”, zei hij. Zelenski waarschuwt dat Europese landen Ruslands volgende doelwit zullen zijn.
De lidstaten van de Europese Unie hebben zich woensdag akkoord verklaard met een extra bedrag van 500 miljoen euro in het fonds waaruit EU-landen wapensteun voor Oekraïne kunnen bekostigen. Daarmee is het bedrag voor dit jaar verdrievoudigd.
Meer dan 12.000 antitankwapens
Ook de VS gaan nog meer en zwaardere wapens leveren. President Biden maakte woensdag bekend nog eens 800 miljoen dollar te reserveren voor wapensteun, bovenop de 1,7 miljard aan Amerikaanse wapenleveranties sinds de invasie begon. De steun behelst artilleriesystemen, tweehonderd pantservoertuigen en elf Mig-gevechtshelikopters die waren bedoeld voor Afghanistan voordat de Taliban daar aan de macht kwamen.
Het Pentagon heeft woensdag gesproken met Amerikaanse wapenfabrikanten over wapensteun. Tot nog toe hebben de VS meer dan 12.000 antitankwapens geleverd, vooral Javelins, plus 1400 Stinger-raketten tegen laag vliegende helikopters en vliegtuigen. De Navo-lidstaten beginnen langzamerhand de bodem van hun voorraden te zien.
Probleem bij de leverantie van zwaardere wapensystemen zal het transport zijn. Stingers en Javelins laten zich makkelijk in vrachtwagens vervoeren, maar helikopters en pantservoertuigen niet. Rusland heeft gezegd dat het wapentransporten als militaire doelen beschouwt.
Vlak nadat Vladimir Poetin boos is geworden om wapenleveranties van de VS aan Oekraïne, sturen ook de Britten zware wapens naar Kiev. En minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov mag niet door EU-luchtruim naar Servië vliegen.
De Britten gaan het Oekraïense leger raketten leveren met een bereik van iets meer dan honderd kilometer. Het gaat om ‘een handvol’ M270-raketlanceersystemen, die bedoeld zijn om de Russische artillerie in het oosten van Oekraïne te bestoken. Al een paar weken beschieten de Russen steden in het gebied in de hoop zo een doorbraak van grondtroepen te forceren. Op dit moment is vooral de stad Sjevjerodonetsk doelwit. Daar wordt hevig gevochten om de controle van de Donbas-regio, met daarin de separatistische ‘volksrepublieken’ Loehansk en Donetsk.
Dreigement Poetin
De Britse minister van Defensie Ben Wallace meent dat de wapenzending gerechtvaardigd is: ,,Als de Russen hun tactiek veranderen, geldt dat ook voor onze steun aan Oekraïne.” Het besluit van Londen komt vlak na een dreigement van de Russische leider Vladimir Poetin. Die waarschuwde gisteren dat Rusland nieuwe doelen gaat aanvallen als de Amerikanen eenzelfde soort raketsystemen gaan leveren aan Oekraïne. In dat geval gaat het om zogenaamde Himars, met een bereik van 300 kilometer, die vorige week beloofd werden door Washington. ,,We gaan toeslaan op plekken waar we dat eerder niet deden”, zei Poetin op de Russische staatstelevisie. Hij zei er niet bij waar precies. wat hem betreft zijn de wapenleveranties alleen bedoeld om ‘de oorlog zo lang mogelijk te verlengen’.
Oekraïne heeft op dit moment geen wapens waarmee zo ver geschoten kan worden. Zowel de Britten als de Amerikanen hebben als voorwaarde gesteld dat de raketten niet worden afgeschoten naar Russisch grondgebied. Ze zouden alleen bedoeld zijn om ‘Oekraïne te verdedigen, in Oekraïne’. Een bron op het Britse ministerie van Defensie heeft er ‘vertrouwen in dat de wapens op een juiste manier gebruikt gaan worden’.
Donbas
De strijd in de Donbas is intussen nog lang niet gestreden. Volgens het Amerikaanse Institute for the Study of War (ISW), dat de oorlog nauwgezet volgt, slagen de Oekraïners er de Russische aanvallen ‘met succes te vertragen’. In de zwaarbevochten stad Sjevjerodonetsk, voor een groot deel in handen van de Russen, voeren Oekraïense soldaten ‘effectieve tegenaanvallen’ uit: ,,Hun positie blijft sterk op dit belangrijke slagveld.” Tegelijkertijd sluit het ISW niet uit dat Moskou uiteindelijk Sjevjerodonetsk en de nabijgelegen stad Lysychansk toch verovert. Het heeft dan een uitstekende positie om te door te stoten naar Kramatorsk en Sloviansk, op weg naar de verovering van de hele Donbas.
Zelenski bezoekt front
De Oekraïense president Zelenski heeft gisteren een bezoek gebracht aan het front in de Donbas. Het gebeurt heel zelden dat hij de relatieve veiligheid van de hoofdstad Kiev verlaat. Zelenski zou commandoposten en stellingen in het gebied rond Bachmut en Lysychansk hebben gezocht. Dat is slechts een paar kilometer van Sjevjerodonetsk. Hij sprak er met de troepen en deelde enkele onderscheidingen uit: ,,Jullie verdienen allemaal de overwinning – dat is het allerbelangrijkste. Maar niet tot elke prijs.”
Ook werd bekendgemaakt dat hij eerder op de dag in de regio Zaporizja was. Dat is in het zuidoosten van Oekraïne. Hij kreeg daar van de gouverneur te horen dat de Russen inmiddels zestig procent van het gebied in handen hebben. Ook zou een aanzienlijk deel van de infrastructuur vernietigd zijn. Zaporizja biedt inmiddels onderdak aan vluchtelingen uit andere delen van het land, waaronder de steden Cherson en Marioepol. De president zou ook met enkelen van hen gesproken hebben.
Lavrov niet naar Belgrado
De Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov heeft een bezoek aan Servië moeten afzeggen. Het vliegtuig waarmee hij de reis zou maken, mocht niet door het luchtruim van Bulgarije, Noord-Macedonië en Montenegro. Lavrov zou in de Servische hoofdstad Belgrado gaan praten met president Aleksander Vucic.
De Russen geven het westen de schuld van het incident. Volgens een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken is er hiermee ‘opnieuw een communicatiekanaal afgesloten’. Russische vliegtuigen mogen niet over het gebied van de Europese Unie vliegen. Het is onderdeel van het sanctiepakket van de EU. ,,We hebben helaas het teleporteren nog niet onder knie”, citeert het Russische persbureau Interfax een hoge ambtenaar op het ministerie.
Servië en Rusland delen tal van religieuze, culturele en historische banden. Moskou heeft Belgrado ook altijd gesteund in zijn verzet tegen de onafhankelijkheid van Kosovo, dat ooit deel uitmaakte van Servië. De Serviërs zijn volledig afhankelijk van Russische olie en Russisch gas. Ze doen daarom ook niet mee aan de sancties. Vorige maand werd nog een overeenkomst getekend over de voortdurende levering van gas, terwijl andere landen (waaronder Nederland) juist werd afgesloten.
Het verklaart waarom president Vucic lange tijd niet happig was op het veroordelen van de Russische invasie van Oekraïne. Die werd in enkele regeringskranten zelfs geportretteerd als een Oekraïense invasie van Rusland. Het is een ingewikkelde spagaat, want tegelijkertijd wil het land dolgraag lid worden van de Europese Unie. Het toetredingsproces is al in gang gezet (al gaat het nog wel een hele tijd duren).
Nederland en Duitsland gaan elk nog drie pantserhouwitsers aan Oekraïne leveren. Dat zeggen defensieminister Ollongren en haar Duitse collega Lambrecht in Madrid, waar de NAVO bijeen is.
De zes komen bovenop de twaalf die de twee landen al hadden toegezegd, en waar ze Oekraïners voor getraind hebben, zegt Ollongren. Kiev had om het zware geschut gevraagd, omdat het Oekraïense leger zegt behoefte te hebben aan achttien pantserhouwitsers. Daarmee hebben ze meer vuurkracht en kunnen ze meer verschillende grondtroepen tegelijkertijd ondersteunen.
“Oekraïne moet echt weten dat we ze helpen, dat ze op ons kunnen rekenen. Als ze zeggen wat ze nodig hebben, doen we ons uiterste best”, aldus minister Ollongren.
De Pantserhouwitser 2000 is het zwaarste geschut van de Nederlandse landmacht. Doordat de houwitser gepantserd is, is deze goed beschermd. Hij is mobiel, kan onder relatief grote snelheid vuur uitbrengen en snel verplaatsen naar een andere locatie.
Bron: ministerie van Defensie
Nu de pantserhouwitsers naar Oekraïne gaan, moet de Nederlandse voorraad worden aangevuld. De schenking heeft namelijk consequenties voor de operationele gereedheid van de Nederlandse krijgsmacht, aldus Ollongren.
“Ze staan niet in grote hoeveelheden in de schuur. Ook voor ons zijn het schaarse middelen.” Maar op dit moment is het het belangrijkste dat Oekraïne ze kan gebruiken tegen de Russische agressie, zegt de minister.
Eind april zegde Nederland al vijf pantserhouwitsers toe, die inmiddels zijn aangekomen in Oekraïne. Na de acht die Nederland in totaal aan Oekraïne geeft, heeft de Nederlandse landmacht er nog 46 over. Een deel daarvan is nodig om de vuurkracht op land te versterken, een deel om militairen mee te trainen en om te testen, een deel geldt als reservematerieel.
As the Russian invasion of Ukraine enters its sixth day, a Ukrainian far-right military regiment is back in the headlines.
Russian President Vladimir Putin referenced the presence of such units within the Ukrainian military as one of the reasons for launching his so-called “special military operation … to de-militarise and de-Nazify Ukraine”.
On Monday, Ukraine’s national guard tweeted a video showing Azov fighters coating their bullets in pig fat to be used allegedly against Muslim Chechens – allies of Russia – deployed in their country.
Azov has also been involved in training civilians through military exercises in the run-up to Russia’s invasion.
So what is the Azov regiment?
Azov is a far-right all-volunteer infantry military unit whose members – estimated at 900 – are ultra-nationalists and accused of harbouring neo-Nazi and white supremacist ideology.
The unit was initially formed as a volunteer group in May 2014 out of the ultra-nationalist Patriot of Ukraine gang, and the neo-Nazi Social National Assembly (SNA) group. Both groups engaged in xenophobic and neo-Nazi ideals and physically assaulted migrants, the Roma community and people opposing their views.
As a battalion, the group fought on the front lines against pro-Russian separatists in Donetsk, the eastern region of Ukraine. Just before launching the invasion, Putin recognised the independence of two rebel-held regions from Donbas.
A few months after recapturing the strategic port city of Mariupol from the Russian-backed separatists, the unit was officially integrated into the National Guard of Ukraine on November 12, 2014, and exacted high praise from then-President Petro Poroshenko.
“These are our best warriors,” he said at an awards ceremony in 2014. “Our best volunteers.”
Who founded Azov?
The unit was led by Andriy Biletsky, who served as the the leader of both the Patriot of Ukraine (founded in 2005) and the SNA (founded in 2008). The SNA is known to have carried out attacks on minority groups in Ukraine.
In 2010, Biletsky said Ukraine’s national purpose was to “lead the white races of the world in a final crusade … against Semite-led Untermenschen [inferior races]”.
Biletsky was elected to parliament in 2014. He left Azov as elected officials cannot be in the military or police force. He remained an MP until 2019.
The 42-year-old is nicknamed Bely Vozd – or White Ruler – by his supporters. He established the far-right National Corps party in October 2016, whose core base is veterans of Azov.
Before becoming part of Ukraine’s armed forces, who funded Azov?
The unit received backing from Ukraine’s interior minister in 2014, as the government had recognised its own military was too weak to fight off the pro-Russian separatists and relied on paramilitary volunteer forces.
These forces were privately funded by oligarchs – the most known being Igor Kolomoisky, an energy magnate billionaire and then-governor of the Dnipropetrovska region.
Azov received early funding and assistance from another oligarch: Serhiy Taruta, the billionaire governor of Donetsk region.
Neo-Nazi ideology
In 2015, Andriy Diachenko, the spokesperson for the regiment at the time said that 10 to 20 percent of Azov’s recruits were Nazis.
The unit has denied it adheres to Nazi ideology as a whole, but Nazi symbols such as the swastika and SS regalia are rife on the uniforms and bodies of Azov members.
For example, the uniform carries the neo-Nazi Wolfsangel symbol, which resembles a black swastika on a yellow background. The group said it is merely an amalgam of the letters “N” and “I” which represent “national idea”.
Individual members have professed to being neo-Nazis, and hardcore far-right ultra-nationalism is pervasive among members.
In January 2018, Azov rolled out its street patrol unit called National Druzhyna to “restore” order in the capital, Kyiv. Instead, the unit carried out pogroms against the Roma community and attacked members of the LGBTQ community.
“Ukraine is the world’s only nation to have a neo-Nazi formation in its armed forces,” a correspondent for the US-based magazine, the Nation, wrote in 2019.
Human rights violations and war crimes
A 2016 report by the United Nations Office of the High Commissioner for Human Rights (OCHA) has accused the Azov regiment of violating international humanitarian law.
The report detailed incidents over a period from November 2015-February 2016 where Azov had embedded their weapons and forces in used civilian buildings, and displaced residents after looting civilian properties. The report also accused the battalion of raping and torturing detainees in the Donbas region.
What has been the international response to Azov?
In June 2015, both Canada and the United States announced that their own forces will not support or train the Azov regiment, citing its neo-Nazi connections.
The following year, however, the US lifted the ban under pressure from the Pentagon.
In October 2019, 40 members of the US Congress led by Representative Max Rose signed a letter unsuccessfully calling for the US State Department to designate Azov as a “foreign terrorist organisation” (FTO). Last April, Representative Elissa Slotkin repeated the request – which included other white supremacist groups – to the Biden administration.
Transnational support for Azov has been wide, and Ukraine has emerged as a new hub for the far right across the world. Men from across three continents have been documented to join the Azov training units in order to seek combat experience and engage in similar ideology.
The oscillation of Facebook
In 2016, Facebook first designated the Azov regiment a “dangerous organisation”.
Under the company’s Dangerous Individuals and Organizations policy, Azov was banned from its platforms in 2019. The group was placed under Facebook’s Tier 1 designation, which includes groups such as the Ku Klux Klan and ISIL (ISIS). Users engaging in praise, support or representation of Tier 1 groups are also banned.
However, on February 24, the day Russia launched its invasion, Facebook reversed its ban, saying it would allow praise for Azov.
“For the time being, we are making a narrow exception for praise of the Azov regiment strictly in the context of defending Ukraine, or in their role as part of the Ukraine national guard,” a spokesperson from Facebook’s parent company, Meta, told Business Insider.
“But we are continuing to ban all hate speech, hate symbolism, praise of violence, generic praise, support, or representation of the Azov regiment, and any other content that violates our community standards,” it added.
The reversal of policy will be an immense headache for Facebook moderators, the Intercept, a US-based website, said.
“While Facebook users may now praise any future battlefield action by Azov soldiers against Russia, the new policy notes that ‘any praise of violence’ committed by the group is still forbidden; it’s unclear what sort of nonviolent warfare the company anticipates,” the Intercept wrote.
Volodymyr Zelensky heeft als president van Oekraïne de zware taak om zijn land door de huidige oorlog met Rusland te loodsen. Een behoorlijke klus voor iemand die pas drie jaar in de politiek zit. Een profiel van Zelensky, die zich in korte tijd ontwikkelde van komisch acteur tot oorlogspresident.
De 44-jarige Zelensky werd in mei 2019 ingezworen als de zesde president van Oekraïne. Bij de verkiezingen behaalde hij een overtuigende overwinning door bijna drie kwart van de stemmen binnen te halen. Daarmee troefde hij de zittende president Petro Poroshenko af.
De overwinning van Zelensky was behoorlijk verrassend, omdat hij weinig tot geen politieke ervaring had. Hij was voornamelijk bekend als acteur door zijn rol in de populaire Oekraïense comedyserie Sluha Narodu (dienaar van het volk). Daarin speelde hij een leraar die onverwacht president van Oekraïne wordt – een functie die hij inmiddels dus in het echt vervult. Daarvoor verwierf Zelensky bekendheid als komiek, onder meer door een sketch waarin hij met zijn penis een piano bespeelt.
De campagne van Zelensky speelde zich vooral af via sociale media, waardoor hij veel jongeren wist te bereiken die eerder niet stemden. Ook zijn belofte om corruptie aan te pakken, leverde hem veel populariteit op. Zelensky zei tijdens zijn campagne dat hij maar één termijn van vijf jaar zou uitdienen als hij zou winnen.
Geboren in Sovjet-Unie, maar ‘Oekraïens nationalist’
Zelensky werd in 1978 geboren in Kryvyi Rih, een stad in het midden van Oekraïne, toen dat nog onderdeel van de Sovjet-Unie was. Als gevolg daarvan spreekt hij naast Oekraïens ook vloeiend Russisch, hoewel hij sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 de onafhankelijkheid van Oekraïne als onbetwistbaar ziet.
Dat zijn regering door de Russische president Vladimir Poetin nu “neonazistisch” wordt genoemd, is gezien Zelensky’s Joodse achtergrond extra wrang. Allebei zijn ouders zijn van Joodse afkomst, hij is zelf praktiserend joods en meerdere familieleden kwamen om tijdens de Holocaust. De jonge Zelensky zelf kreeg een beurs om in Israël te gaan studeren, maar dat werd hem verboden door zijn vader.
In 2000 rondde Zelensky een studie rechten af aan de Kryvyi Rih National University. Hij verkoos echter een televisiecarrière boven een juridische loopbaan. Zelensky speelde in verschillende films en series voordat hij bij het grote publiek doorbrak met Sluha Narodu. Een groot deel van zijn teksten in die serie zou later de basis voor zijn verkiezingsprogramma vormen, waaronder keiharde woorden tegen de oligarchie (een kleine elite met veel macht) van zakenmannen en andere politici.
De ‘clown’ die president werd
Door zijn achtergrond in televisie en politieke onervarenheid werd Zelensky direct nadat hij zich had aangemeld als presidentskandidaat vergeleken met de toenmalige Amerikaanse president Donald Trump. De vrees onder de Oekraïense bevolking dat de ‘clown‘ Zelensky zijn verkiezing tot president niet serieus zou nemen, verstomde echter al snel.
Zelensky riep op tot eenheid en behaalde enkele maanden later tijdens de parlementsverkiezingen een ruime meerderheid in het Oekraïense parlement met zijn partij Sluha Narodu, vernoemd naar de tv-serie waardoor hij bekend werd. Ook ontsloeg hij Yuriy Lutsenko, de hoogste baas van het Oekraïense openbaar ministerie, omdat die betrokken bleek bij een vermeend verzoek van Trump om zijn politieke rivaal Joe Biden in een kwaad daglicht te stellen.
Ook na de gewonnen verkiezingen bleven sociale media een belangrijk platform voor Zelensky om in beeld te blijven. Zo liet hij zich vaak fotograferen terwijl hij op bezoek was bij Oekraïense burgers of oefeningen van het Oekraïense leger bijwoonde.
Oekraïne middelpunt van politieke spanningen
Zelensky is een voorstander van een betere band tussen Oekraïne en Europa, maar benadrukte ook vaak het belang van gesprekken met Rusland en Poetin. Hij is uitgesproken over zijn wens dat Oekraïne in de toekomst lid wordt van de NAVO en de EU, een wens die hem op ramkoers bracht met Rusland.
De Oekraïense president viel de afgelopen maanden internationaal op door zijn pogingen de kalmte te bewaren tijdens de escalerende situatie aan de grens met Rusland. Zelensky bleef herhalen dat Oekraïne voor niemand bang was en dat al sinds 2014 sprake is van oorlog met Rusland. Daarmee verwees hij naar de Russische annexatie van de Krim, een schiereiland in het zuiden van Oekraïne.
Sinds de invasie van Oekraïne door Rusland is Zelensky ook internationaal een president in oorlogstijd. Hij heeft westerse landen er meermaals toe opgeroepen Oekraïne bij te staan en blijft zijn landgenoten ertoe oproepen te vechten voor hun land. Zelensky liet weten Oekraïne niet te zullen verlaten, ook al is hij naar eigen zeggen als het voornaamste doelwit aangemerkt door de Russen.
EINDE ARTIKEL
WIKIPEDIA
VOLODYMYR ZELENSKY
https://en.wikipedia.org/wiki/Volodymyr_Zelenskyy
WIKIPEDIA
ONLINE TOESPRAKEN VAN VOLODYMYR ZELENSKY AAN
WERELDLEIDERS TIJDENS DE RUSSISCHE INVASIE IN 2022
Hieronder volgt de Nederlandse vertaling van de toespraak waarmee president Volodymyr Zelensky van Oekraïne zich donderdagochtend 31 maart 2022 richtte tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Mevrouw de voorzitter, Kamerleden, meneer de minister-president, Mark. Geachte minister van Buitenlandse Zaken en minister van Defensie. Nederlands volk.
Het is een grote eer voor mij om als eerste buitenlandse staatshoofd hier de Tweede Kamer van Nederland en uw volk toe te spreken. Op zo’n manier, in zo’n tijd. Ik dank u hartelijk voor deze mogelijkheid. En dat ik onder deze kritieke omstandigheden waarin mijn land en ons continent zich bevinden, direct aan u mag uitleggen wat er gebeurt en waarom het nu zo belangrijk is om samen te zijn. Samen met alle Europeanen en allen die de vrede op onze planeet op waarde schatten.
De Tweede Wereldoorlog mocht nooit meer gebeuren. Helaas
De vrede waar miljoenen mensen, een hele generatie van Europeanen, voor gevochten hebben. De vrede die door één beslissing in één moment werd vernietigd. Na de Tweede Wereldoorlog werd er zo veel gedaan opdat er nooit meer zoiets zou gebeuren wat er nu in Oekraïne gebeurt. Maar alles herhaalt zich, helaas. Nu nog maar voor één Europees land en niet voor een heel continent.
Maar ook de Tweede Wereldoorlog begon met het vernietigen van sommige landen. En later heeft het geleid tot de tragedie van Rotterdam, tot ernstige bombardementen van Londen en tot de bloedbaden in heel Europa.
Als we nu de vrede op het continent niet hebben kunnen bewaren, als de grote oorlog is teruggekeerd met niet minder wreedheid dan 80 jaar geleden, dan kan niemand een reden hebben om te denken dat de landsgrenzen agressie kunnen tegenhouden.
De schaduw van de ruïnes van Rotterdam hangt al boven vele Europese steden
Vooral omdat velen in Rusland deze agressie dieper Europa in willen brengen. De schaduw van de ruïnes van Rotterdam hangt al boven vele Europese steden. Oekraïne is slechts het begin. Als Rusland niet gestopt wordt. Als Rusland niet onmiddellijk gestopt wordt.
36 Dagen! Dat is hoeveel als ons land een-op-een tegen zogenaamd een van de sterkste legers ter wereld staat. Rusland heeft zich tientallen jaren op een opmars tegen ons en onze vrijheid voorbereid. Ze hebben zo veel middelen verzameld voor de oorlog, voor de dood, dat niet elk Europees land dat zou kunnen uitgeven voor het leven.
Deze Russische middelen worden nu met volle kracht en moeiteloos ingezet. Ze werken zo dat … hoe eng het ook klinkt, de mensen eraan beginnen te wennen. Ze passen zich aan. Ze laten alles wat ze over de oorlog horen langs zich heen gaan. Ze beginnen te wennen aan het nieuws over de nieuwe bombardementen van onze vredige steden en aan de nieuwe raketinslagen. Ze beginnen te wennen aan de vernieuwing van de lijsten van overledenen. De dagelijkse berichten over de aantallen kapotgeschoten gebouwen, beschoten steden en gemeentes roepen al geen emoties meer op.
Over het lot van de ontvoerden Oekraïners weten we niets
Voor vele anderen wordt de oorlog in Oekraïne een routine. Dat is zo. Gewoon routine. Maar niet voor degenen wier leven elke minuut gevaar loopt. Zoals voor de inwoners van Marioepol, die al drie weken volledig belegerd worden. En zonder water, eten, elementaire medicijnen en communicatiemiddelen zitten. Niet voor diegenen die genoodzaakt zijn in de kelders te zitten en die waar dan ook schuilen zodat ze niet door de beschietingen omkomen. En niet voor degenen die Rusland gedwongen heeft meegenomen naar zijn grondgebied. Zomaar gedeporteerd, zoals de nazi’s dat deden in bezette landen.
Duizenden Oekraïense kinderen en tienduizenden volwassenen zijn gedwongen afgevoerd naar het grondgebied van de bezetter. Over het lot van velen van hen weten we helaas helemaal niets. Hoe kunnen we hen terughalen? Verliezen ze het contact met hun families niet? Zou Rusland überhaupt deze mensen teruggeven?
We moeten Rusland dwingen om snel tot vrede te komen
Voor ons zijn dat de enige vragen. Maar voor sommigen wordt het al routine die je geen aandacht meer geeft. We bevinden ons nu op een moment dat we nóg sneller en nóg harder moeten handelen dan in de eerste maand van de oorlog. Toen de volkeren van Europa en de volkeren van de wereld zagen wat Rusland doet, was iedereen vol verontwaardiging en wilden ze helpen.
Maar de aandacht en de emoties van mensen blijven niet lang op hetzelfde gefocust. Als de situatie niet ten goede keert, gaan de mensen zich op iets anders richten. We hebben geen recht om nog 36 dagen aan deze oorlog te geven. We moeten met z’n allen Rusland dwingen om snel tot vrede te komen. Honderden kinderen zijn vermoord. Duizenden mensen zijn vermoord. Tienduizenden huizen zijn vernietigd. Steden en dorpen zijn verbrand. Russische bezetters verkrachten vrouwen in door hen bezette gebieden. Ze stelen alles wat ze vinden.
Ze doden zelfs niet meer om bepaalde militaire successen te behalen. En niet om terreur te zaaien. Ze zijn gaan doden omdat het voor hen gewoon amusement is. Amusement voor mensen die enorm veel munitie hebben en door niets worden afgeschrikt.
We zullen ons er nooit bij neerleggen! We zullen ons blijven verdedigen.
450 jaar geleden vocht Nederlands voor zijn vrijheid
Dames en heren! Nederlands volk! Ik weet dat Nederland morgen het 450ste jaar van de gewapende opstand tegen de tirannie viert. Dat is een belangrijke gebeurtenis voor jullie staat en maatschappij. Onder normale omstandigheden zou ik tot jullie spreken zoals jullie gewend zijn. Zoals over geschiedenis. Over nalatenschap. Over de prestaties van generaties mensen die 450 jaar geleden hebben geleefd. Maar vandaag, terwijl m’n land tegen tirannie vecht, praat ik er uitsluitend over als over een gebeurtenis in de tegenwoordige tijd. Als over iets wat hier en nu moet gebeuren. Hoe sneller, hoe beter.
Welk doel hadden de oprichters van Nederland? Dat is duidelijk: vrijheid, democratie, menselijke waardigheid, culturele en religieuze diversiteit. Zo begon de weg naar alles wat het moderne Europa kenmerkt. De weg tot vrij leven van tientallen verschillende volkeren in een gebied. De weg naar tolerantie, die, ongekend in de geschiedenis, een bepaald niveau van respect voor elkaar garandeert. En nu wordt dit alles aangevallen. Dat moet nu weer verdedigd worden. Verdedigd in het oosten van Europa, in ons land, in Oekraïne. Nu nog alleen in Oekraïne. Nu nog hebben we de kans om de tirannie juist in ons land te stoppen en buiten onze Oekraïense grenzen te brengen.
Er moet meer gebeuren dan sancties tegen Rusland
Ik ben u, politici en gewone mensen, dankbaar voor de uitzonderlijke steun voor mijn land en onze mensen in deze tijd. Voor de rol van de leider in sancties. Voor de principiële aanpak ten opzichte van zakelijke activiteiten die verband hebben met Rusland. Voor de hulp aan Oekraïense migranten, die in jullie land warm ontvangen zijn. Dit alles is extreem waardevol.
Maar Rusland stopt niet met gevechtsoperaties op het grondgebied van Oekraïne. Juist in Oekraïne. We moeten aanzienlijk meer doen om de vrede terug te brengen. Om de vrijheid te beschermen en om te blijven bestaan als land. En om daadwerkelijk één cruciaal feit te realiseren: dat er nooit meer oorlog in Europa zal zijn. Nooit meer!
In 2014 heeft de wereld nog niet volledig begrepen waarom Russische bezetters ons land binnenvielen. Toen in de Krim en gedeeltelijk in Donbas. Jullie voelden dat wel. Nadat door hen de MH17 uit Amsterdam werd neergehaald, was daar geen enkele twijfel meer over.
Dit is een oorlog die je Rusland niet kunt vergeven
Dit is een totaal onrechtvaardige oorlog. Dit is een oorlog die je Rusland niet kunt vergeven. Dit zijn honderden en honderden misdrijven waarvoor allen ter verantwoording geroepen moet worden. Allen die de misdadige bevelen hebben gegeven. Allen die ze hebben uitgevoerd. En allen die in politieke dekking voor deze bevelen voorzien. In jullie Den Haag, de hoofdstad van het internationaal recht, weet men hoe dat gedaan moet worden. En ik weet zeker dat zij dat zullen doen. Zodat het internationaal recht zal zegevieren. Om de rechtsstaat te doen gelden. Zodat iedereen ter wereld weet dat er nog rechtvaardigheid is.
Maar om dat te laten gebeuren moeten er wel strengere sancties komen. Samen met de andere landen van de Europese Unie moet er alles aan gedaan worden om ervoor te zorgen dat Rusland geen middelen zal hebben om oorlog te blijven voeren in Europa en dat er geen politieke mogelijkheid zal zijn om misdadigers te beschermen. Sluit jullie havens voor Russische schepen, samen met de rest van de landen van de Europese Unie. Stop welke handel dan ook met dit land dat alle lessen van de Tweede Wereldoorlog is vergeten. Bereid jullie sneller voor om afstand te doen van de Russische energiebronnen, zodat je geen miljarden euro’s betaalt voor het produceren van wapens en het financieren van massamoord.
Dames en heren! Nederlands volk! Tirannie moet verliezen. Tirannie moet altijd verliezen. En om dat te laten gebeuren, moet de vrijheid alle benodigde wapens voor de overwinning ontvangen. De wapens die op het continent zijn. Die jullie hebben. Oekraïne is jullie dankbaar voor de steun die het tot nu toe van jullie ontvangen heeft. Van jullie maatschappij. Van jullie staat. Deze steun is ongeëvenaard. Jullie zijn leiders in de steun.
We hebben enorm behoefte aan wapens die het luchtruim veilig kunnen houden
Maar de oorlog is zo intensief, de Russen zijn zo actief, dat we er aanzienlijk meer van nodig hebben. Stingers en Panzerfausten helpen ons staande te blijven. Maar met die wapens behaal je de overwinning niet. We hebben enorme behoefte aan wapens die het luchtruim veilig kunnen houden en wapens waarmee we onze steden kunnen ontzetten waar Rusland kunstmatige hongersnood veroorzaakt. We hebben wapens nodig die ons toelaten om de bezetter uit ons land te verjagen. Vliegtuigen, tanks, luchtafweergeschut, Spikes, munitie en raketten enzovoort. Jullie hebben al een volledig lijstje. En ik hoop dat jullie ons hierbij zo goed mogelijk kunnen helpen.
Ten tweede roep ik jullie op om invloed uit te oefenen op de internationale instellingen. De misdrijven van de Russische bezetters moeten bestraft worden. Deportaties, massamoorden, verwoesting van de civiele infrastructuur, bombardementen van ziekenhuizen. Hier moet een reactie op komen uit de democratische wereld. Stellen jullie je voor … De Russen verwoesten momenteel doelgericht onze landbouwsector. Ze plaatsen mijnen op akkers en blazen landbouwmachines op.
Ze doen er alles aan om onze landbouwcapaciteit te verwoesten en een voedselcrisis te veroorzaken. Niet alleen in Oekraïne, overal. En dat doen ze in het land dat een van de sterkste agrarische centra van Europa en de wereld zou kunnen worden. Maar ik weet zeker dat wij dit te boven komen. Ik ben ervan overtuigd dat wij samen een nog groter potentieel kunnen opbouwen. En een echte mondiale landbouwmacht kunnen worden.
Ik nodig jullie uit te helpen met de wederopbouw van Oekraïne
Ten derde moeten we ook al denken aan de wederopbouw van ons land. En hoe wij, niet alleen Oekraïners, maar alle Europeanen, weer terug kunnen keren naar een vredig bestaan. Ik droom van de dag waarop Oekraïense migranten die direct na het begin van de Russische agressie naar de Europese Unie zijn gekomen, tegen jullie “bedankt” zullen kunnen zeggen en terug kunnen gaan naar hun huis. Dat ze terug kunnen keren naar herbouwde steden en een vernieuwd Oekraïne. En ik nodig jullie land uit om deel te nemen aan dit project van het herbouwen van Oekraïne.
Ik roep jullie op om een stad en regio van ons land te kiezen om te herbouwen. Met de vaardigheden waar júllie goed in zijn. Zodat ieder die in jullie land nog twijfelt zeker zal weten dat wij Oekraïners samen met jullie in de Europese Unie kunnen zijn. Ik ben ervan overtuigd dat dit ons gezamenlijke Europese huis zal versterken. En het Europese project nog perfecter zal maken. Ik geloof dat dat al heel snel zal gebeuren. Omdat dit absoluut rationeel is. Met onze mogelijkheden, onze mensen, onze kunde om vrijheid te beschermen. Jullie weten dat. En jij weet dat ook, mijn vriend Mark, dat onze toetreding tot de Europese Unie sterk van jullie afhankelijk is.
Ik dank jullie hartelijk! Bedankt, Nederland! Leve Oekraïne!
EINDE BERICHT
Reacties uitgeschakeld voor Noten 11 en 12/Oekraine
ELMAU (ANP/DPA/AFP) – De Europese Unie zal zich waarschijnlijk aansluiten bij een boycot op Russisch goud. Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, bevestigde zondag bij de G7-top in het Duitse Schloss Elmau dat hij de oorlogskas van Rusland zo verder hoopt te raken.
De landen van de G7, een groep van rijke industrielanden, stellen volgens de Amerikaanse president Joe Biden ook een importverbod voor Russisch goud in. Een officiële aankondiging zou later deze week komen.
De goudexport leverde Rusland vorig jaar omgerekend zo’n 14,6 miljard euro op. Het edelmetaal is naast fossiele energiebronnen als olie, gas en kolen een belangrijk exportproduct van Rusland.
Michel zei dat een importverbod voor goud op een manier moet worden ingesteld dat het “de economie van Rusland raakt, en niet onszelf”.
Op de G7-top vinden ook gesprekken plaats over het instellen van een prijsplafond voor Russische olie. Michel zei dat daarover nog veel details besproken moeten worden en waarschuwde dat hij instemming nodig heeft van alle 27 lidstaten voordat de EU zo’n maatregel kan nemen. “Het doel is Rusland te raken, en niet om ons leven nog gecompliceerder te maken.”
Frankrijk toonde zich bereid om een mechanisme voor een maximale prijs voor Russische olie te steunen. Maar president Emmanuel Macron zou liever willen dat olieproducerende landen een bovengrens instellen voor olieprijzen, om zo de inflatie te beteugelen. Dat zou effectiever zijn.
Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Japan en Canada gaan de import van Russisch goud aan banden leggen als sanctie vanwege de oorlog in Oekraïne. Het importverbod moet binnenkort van kracht worden en zal van toepassing zijn op nieuw gewonnen en geraffineerd goud.
Volgens de Britse premier Boris Johnson heeft de strafmaatregel direct gevolgen voor Russische oligarchen en “de oorlogsmachine van Poetin”. Veel oligarchen zetten bezittingen om in goud. Op die manier proberen ze de gevolgen van de strenge internationale sancties tegen Moskou het hoofd te bieden.
De maatregel zal Russisch goud effectief van de wereldgoudmarkt weren, zegt Johnson, aangezien Londen een centrale rol speelt in de internationale goudhandel en ook de drie andere grootmachten de import blokkeren. De goudexport leverde de Russische economie vorig jaar omgerekend zo’n 14,6 miljard euro op.
De andere G7-landen gaan volgens de Amerikaanse president Joe Biden ook een verbod instellen. Dat hebben de andere landen zelf nog niet bevestigd. Biden spreekt op Twitter van “ongekende kosten” voor president Vladimir Poetin en de financiering van de Russische inval in Oekraïne.
De sanctie wordt officieel gepresenteerd tijdens de G7-top in het Duitse Elmau. De grote industrielanden van de wereld overleggen daar de komende dagen over onder meer de gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Volgens een Amerikaanse overheidsfunctionaris wordt het importverbod dinsdag toegelicht.
De Europese Unie zal waarschijnlijk ook aansluiten bij de boycot. Voorzitter van de Europese Raad Charles Michel hoopt zo de oorlogskas van Rusland verder te raken. Hij zegt dat een importverbod voor goud op een manier moet worden ingesteld dat het “de economie van Rusland raakt, en niet onszelf”.
Op 3 juni 2022 heeft de Europese Unie (EU) het zesde sanctiepakket tegen Rusland aangenomen. De sancties zijn ingesteld vanwege de aanhoudende Russische agressie tegen Oekraïne. De nieuwe sancties zijn onder andere gericht tegen de import van olie, tegen Russische banken, mediabedrijven, de defensie- en veiligheidssector, en verantwoordelijke personen en entiteiten. Ook de sancties tegen Belarus (Wit-Rusland) worden aangescherpt.
Nieuwe sancties tegen Rusland en Belarus
De EU heeft het zesde sanctiepakket tegen Rusland aangenomen. Het doel hiervan is om de druk op de verantwoordelijke personen te verhogen en het Rusland nog moeilijker te maken om de oorlog in Oekraïne te bekostigen. Net als in vorige sanctiepakketten worden ook maatregelen tegen Belarus genomen, vanwege de betrokkenheid van het land bij de oorlog.
De belangrijkste maatregelen in het kort:
Olie
Er komt in de EU een verbod op de aankoop, invoer en overdracht van ruwe olie (binnen 6 maanden) en geraffineerde olieproducten (binnen 8 maanden) uit Rusland. Er is een tijdelijke uitzondering voor EU-lidstaten die door hun ligging afhankelijk zijn van Russische voorraden en geen andere haalbare mogelijkheden hebben.
Banken
Drie extra Russische banken (Sberbank, Credit Bank of Moscow en Russian Agricultural Bank) worden afgesloten van het internationale betalingssysteem SWIFT. Dat geldt ook voor een Belarussische bank (Belarusian Bank For Development And Reconstruction).
Media
Een aantal Russische mediabedrijven mag niet meer in de EU uitzenden, om propaganda en nepnieuws tegen te gaan (Rossiya RTR/RTR Planeta, Rossiya 24/Russia 24 en TV Centre International).
Export
De EU breidt het exportverbod uit voor dual-use goederen (goederen die ook voor militaire doeleinden kunnen worden gebruikt) en technologie die door de Russische en Belarussische defensie- en veiligheidssectoren kunnen worden gebruikt.
Zakelijke diensten
Er komt een verbod op het verlenen van een aantal zakelijke diensten aan Rusland, zoals boekhouding, publieke relaties, consultancy en clouddiensten.
Sanctielijst
Er worden meer Russische en Belarussische personen en entiteiten op de sanctielijst geplaatst. Diegenen die verantwoordelijk zijn voor de Russische wandaden in Marioepol en Boetsja, vooraanstaande zakenlieden, politici, familieleden van oligarchen en bedrijven die het Russische leger bevoorraden.
Olieboycot tegen Rusland
Een boycot van Russische olie is een ingrijpende maatregel en heeft grote gevolgen. Niet alleen voor Rusland, maar ook voor de EU. Omdat Polen en Duitsland zullen afzien van Russische olie die zij nu nog per pijpleiding krijgen, zal de Russische olie-export naar de EU dit jaar waarschijnlijk afnemen met 80 tot 90 procent.
EU-landen in Centraal- en Oost-Europa die afhankelijker zijn van Russische olie krijgen langer de tijd om die afhankelijkheid af te bouwen. Het kabinet zet er nog steeds op in dat Nederland voor het einde van het jaar onafhankelijk is van Russische fossiele brandstoffen.
De Europese Unie blijft zich inzetten om Oekraïne te steunen in het recht op zelfverdediging tegen de Russische agressie. En om een vreedzame, democratische en welvarende toekomst op te bouwen. Een compleet overzicht van de sancties vind je op de sanctiepagina van de EU (pagina wordt bijgewerkt). Zie ook de EU-tijdlijn van de sancties tegen Rusland.
De EU heeft Rusland een reeks nieuwe sancties opgelegd sinds het land op 21 februari 2022 de niet onder Oekraïens gezag vallende gebieden van Donetsk en Loehansk erkende en op 24 februari 2022 zonder aanleiding of grond Oekraïne binnenviel.
De sancties komen bovenop de maatregelen die in 2014 tegen Rusland zijn ingesteld wegens de annexatie van de Krim en het niet uitvoeren van de akkoorden van Minsk.
Op deze pagina worden de volgende vragen beantwoord:
welke sancties heeft de EU tot dusver opgelegd, tegen wie en wat betekenen ze in de praktijk?
wat betekenen de sancties tegen de Russische banken en de Nationale Centrale Bank van Rusland in de praktijk?
welke sancties gelden er voor het wegvervoer en de lucht- en zeevaart?
wat zijn de gevolgen van de sancties voor de handel met Rusland en welke in- en uitvoerbeperkingen gelden er?
zijn EU-sancties in overeenstemming met het internationaal recht en wordt er samengewerkt met partners?
Welke sancties heeft de EU tot dusver aangenomen?
Sinds februari heeft de EU Rusland 6 sanctiepakketten opgelegd, waaronder individuele sancties, economische sancties en diplomatieke maatregelen.
De EU heeft ook sancties aangenomen tegen Belarus vanwege zijn betrokkenheid bij de invasie van Oekraïne.
De economische sancties moeten ervoor zorgen dat het militaire optreden Rusland zuur opbreekt en dat zijn aanvalsoorlog wordt gefnuikt.
De individuele sancties zijn gericht tegen personen die verantwoordelijk zijn voor het ondersteunen, financieren of uitvoeren van acties die de territoriale integriteit, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of die van deze acties profiteren.
In totaal heeft de EU, inclusief de eerdere sancties wegens de annexatie van de Krim in 2014, tot dusver maatregelen genomen tegen 98 entiteiten en 1158 personen. Op de sanctielijst staan:
president Vladimir Poetin
minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov
oligarchen die banden hebben met het Kremlin, zoals Roman Abramovitsj
351 leden van de Doema (het Russische lagerhuis) die op 15 februari 2022 vóór de erkenning van Donetsk en Loehansk hebben gestemd
leden van de Nationale Veiligheidsraad
hoge ambtenaren en militairen
prominente zakenlieden (personen in de Russische staalindustrie en anderen die financiële diensten, militaire producten en technologie leveren aan de Russische staat)
propagandisten en actoren op het gebied van desinformatie
personen die verantwoordelijk zijn voor de gruweldaden in Boetsja en Marioepol
welbepaalde verwanten van een aantal van de bovengenoemde personen
Wat betekenen individuele sancties in de praktijk?
De sancties tegen personen zijn het reisverbod en de bevriezing van tegoeden. Een reisverbod belet dat personen het grondgebied van de EU nog binnenkomen of erdoor reizen, of dat nu over land, door de lucht of over de zee is.
Een bevriezing van tegoeden betekent dat alle rekeningen van een persoon of entiteit worden geblokkeerd. Het is daarmee verboden hun tegoeden of activa direct of indirect ter beschikking te stellen.
Zo kunnen ze hun geld niet langer gebruiken om het Russische regime te ondersteunen of om een veilig onderkomen in de EU te vinden.
Welke sancties gelden er voor de handel met Rusland?
De economische sancties omvatten onder meer een aantal beperkingen op de in- en uitvoer van producten naar en uit Rusland. Dit betekent dat Europese bedrijven bepaalde producten niet mogen uitvoeren naar Rusland (uitvoerbeperkingen) of invoeren uit Rusland (invoerbeperkingen).
Doel van de lijst met verboden producten is de Russische economie zo hard mogelijk te raken, maar de gevolgen voor Europese bedrijven en burgers te beperken. Om de Russische bevolking geen schade te berokkenen, staan producten die hoofdzakelijk bestemd zijn voor consumptie en gezondheids-, farmaceutische en landbouwproducten en levensmiddelen niet op de lijst.
De douaneautoriteiten in de EU controleren deze in- en uitvoerbeperkingen.
Bovendien heeft de EU, in samenwerking met gelijkgestemde partners, een verklaring aangenomen waarin zij zich het recht voorbehoudt om Rusland niet langer als meest begunstigde natie (een categorie in WTO-kader) te behandelen. De EU heeft ervoor gekozen om de invoertarieven niet te verhogen, maar wel een reeks beperkende maatregelen aan te nemen met onder meer een verbod op de in- en uitvoer van bepaalde goederen. De EU en haar partners hebben ook alle werkzaamheden voor de toetreding van Belarus tot de WTO opgeschort.
Welke goederen mogen niet worden uitgevoerd naar Rusland vanuit de EU?
Op de sanctielijst staan onder meer:
geavanceerde technologie (bijv. kwantumcomputers en geavanceerde halfgeleiders, elektronica en software)
bepaalde soorten machines en transportmiddelen
specifieke goederen en technologie voor petroleumraffinage
apparatuur, technologie en diensten voor de energiesector
goederen en technologie voor de luchtvaart- en ruimtevaartindustrie (bijv. vliegtuigen, reserveonderdelen of andere materialen voor vliegtuigen en helikopters, reactiemotorbrandstof)
goederen en radiocommunicatietechnologie voor de zeescheepvaart
een aantal producten voor tweeërlei gebruik (die kunnen worden gebruikt voor zowel civiele als militaire doeleinden), zoals software voor drones, drones zelf en encryptieapparatuur
luxegoederen (bijv. dure auto’s, horloges en juwelen)
Welke goederen mogen niet worden ingevoerd uit Rusland naar de EU?
Op de sanctielijst staan onder meer:
ruwe aardolie en geraffineerde aardolieproducten, met beperkte uitzonderingen (uitfasering in 6 tot 8 maanden)
steenkool en andere vaste fossiele brandstoffen (vanaf augustus 2022 i.v.m. afbouwperiode voor bestaande contracten)
staal en ijzer
hout, cement en bepaalde meststoffen
vis, schaal- en schelpdieren en sterke drank (bijv. kaviaar en wodka)
Wat betekent het olie-embargo in de praktijk?
In juni 2022 nam de Raad een zesde pakket sancties aan, dat onder meer de aankoop, invoer en overdracht van ruwe aardolie en bepaalde aardolieproducten uit Rusland naar de EU verbiedt. Deze maatregelen zullen geleidelijk ingaan: binnen 6 maanden voor ruwe aardolie en binnen 8 maanden voor geraffineerde aardolieproducten.
Er geldt een tijdelijke uitzondering voor de invoer van ruwe olie via pijpleidingen naar EU-lidstaten die vanwege hun geografische ligging specifiek afhankelijk zijn van Russische leveringen en geen haalbare alternatieven hebben.
Ook geldt er voor Bulgarije een tijdelijke uitzondering wat betreft de invoer van Russische ruwe olie over zee, en voor Kroatië wat betreft de invoer van vacuümgasolie.
Aangezien het grootste deel van de Russische olie over zee wordt vervoerd naar de EU, zorgt deze maatregel ervoor dat voor het einde van het jaar bijna 90% van alle invoer van Russische olie naar Europa wordt geboycot. Rusland zal dus aanzienlijk minder winst maken.
Welke sancties gelden er voor het wegvervoer?
De EU heeft afgesproken dat Russische en Belarussisch wegvervoerders de EU niet meer in mogen, ook niet voor goederen in doorvoer.
Zo kan Rusland minder gemakkelijk belangrijke goederen aankopen en wordt de handel over land van en naar Rusland verstoord. De EU-landen kunnen echter een uitzondering maken voor:
vervoer van energie
vervoer van farmaceutische, medische, landbouw- en voedingsproducten
humanitaire hulp
vervoer in verband met de diplomatieke en consulaire vertegenwoordiging van de EU en haar lidstaten in Rusland, of internationale organisaties in Rusland die overeenkomstig het internationaal recht immuniteiten genieten
overdracht aan of uitvoer naar Rusland van culturele goederen die in bruikleen zijn gegeven in het kader van een formele culturele samenwerking met Rusland
De maatregel geldt niet voor post en goederen in doorvoer tussen de oblast Kaliningrad en Rusland.
Wat betekenen de sancties in de luchtvaartsector?
In februari 2022 heeft de EU alle Russische luchtvaartmaatschappijen de toegang tot EU-luchthavens ontzegd en hen verboden nog over EU-grondgebied te vliegen. Het gaat om vliegtuigen die in Rusland of elders zijn geregistreerd en door een Russische burger of entiteit worden gehuurd of gecharterd. Het verbod geldt ook voor privévliegtuigen, zoals privéjets voor zakelijk gebruik.
Daarnaast verbiedt de EU dat er nog goederen en technologie voor de lucht- en ruimtevaartindustrie naar Rusland worden uitgevoerd.
Ook verzekeringen, onderhoudsdiensten en technische bijstand voor deze goederen en technologie zijn verboden. De Verenigde Staten, Canada en het Verenigd Koninkrijk hanteren soortgelijke beperkingen.
Dit betekent dat Russische luchtvaartmaatschappijen geen vliegtuigen, reserveonderdelen of uitrusting voor hun vloot kunnen kopen en niet de nodige reparaties of technische inspecties kunnen uitvoeren. Aangezien driekwart van Ruslands commerciële vliegtuigen in de EU, de VS of Canada is geproduceerd, zal het verbod er mettertijd mogelijk toe leiden dat een aanzienlijk deel van de Russische burgerluchtvaart aan de grond zal blijven, zelfs voor binnenlandse vluchten.
De EU heeft haar havens gesloten voor de gehele handelsvloot van Rusland (meer dan 2 800 schepen). De maatregel geldt echter niet voor schepen die de volgende zaken vervoeren:
energie
farmaceutische, medische, landbouw- en voedingsproducten
humanitaire hulpgoederen
splijtstof en andere goederen die nodig zijn voor de werking van civiele nucleaire vermogens
steenkool (tot 10 augustus 2022, daarna is de invoer van steenkool in de EU niet langer toegestaan)
De maatregel geldt ook niet voor schepen in nood die hulp zoeken, of schepen die een noodstop maken bij een haven om redenen van maritieme veiligheid of om mensenlevens op zee te redden.
De maatregel geldt wel voor vaartuigen die proberen de sancties te omzeilen door niet langer onder de Russische vlag te varen of zich te registreren in een andere staat. Havenautoriteiten kunnen dit nagaan door het IMO-nummer van een schip te controleren (een uniek identificatienummer dat wordt toegewezen namens de Internationale Maritieme Organisatie).
Wat betekent het Swift-verbod voor Russische en Belarussische banken?
Dankzij het verbod kunnen 10 Russische en 4 Belarussische banken geen internationale betalingen meer verrichten of ontvangen via het Swift-systeem.
Swift is een berichtendienst die de uitwisseling van informatie tussen banken en andere financiële instellingen aanzienlijk vergemakkelijkt. Wereldwijd zijn er meer dan 11 000 entiteiten op aangesloten.
Concreet kunnen de gestrafte banken geen buitenlandse valuta meer ontvangen en kunnen ze geen activa meer naar het buitenland overmaken. Dat is slecht voor de Russische en de Belarussische economie.
Theoretisch gezien zouden banken internationale transacties kunnen uitvoeren zonder Swift, maar dat is duur en complex en vereist wederzijds vertrouwen tussen de financiële instellingen. Betalen moet dan immers weer zoals vanouds: elke transactie moet per telefoon en fax worden bevestigd.
Wat betekenen de sancties tegen de Nationale Centrale Bank van Rusland in de praktijk?
De Europese Unie verbiedt alle transacties met de Nationale Centrale Bank van Rusland die te maken hebben met het beheer van haar reserves en activa. Doordat de tegoeden van de centrale bank bevroren zijn, heeft ze geen toegang meer tot de activa die ze bij centrale banken en particuliere instellingen in de EU heeft staan.
In februari 2022 bedroegen de internationale reserves van Rusland $ 643 miljard (€ 579 miljard). Reserves in vreemde valuta aanhouden draagt er onder meer toe bij dat de wisselkoers van de eigen valuta van een land stabiel blijft.
Nu transacties vanuit de EU en andere landen verboden zijn, staat naar schatting meer dan de helft van de Russische reserves geblokkeerd. Ook andere landen waar Rusland reserves heeft staan, zoals de VS, Canada en het VK, hebben zo’n verbod.
Rusland kan deze buffer dus niet gebruiken om zijn banken van zuurstof te voorzien en zo de gevolgen van andere sancties te beperken. Zelfs de goudreserves die in Rusland zijn opgeslagen, lijken nu moeilijker te verkopen.
De EU heeft ook een verbod ingesteld op de verkoop, levering, overdracht en uitvoer van eurobankbiljetten naar Rusland. Dat moet voorkomen dat de Russische regering, de centrale bank en natuurlijke of rechtspersonen in Rusland de sancties omzeilen door contante euro’s te bemachtigen.
Soortgelijke sancties gelden voor Belarus.
Waarom heeft de EU de omroepactiviteiten van 5 Russische mediakanalen opgeschort?
Met zijn stelselmatige internationale campagne van desinformatie, informatiemanipulatie en verdraaiing van feiten wil Rusland zowel de eigen buurlanden als de EU en de EU-lidstaten uit evenwicht brengen.
Om dit tegen te gaan heeft de EU de omroepactiviteiten in de EU van 5 Russische staatszenders opgeschort:
Sputnik
Russia Today
Rossiya RTR/RTR Planeta
Rossiya 24/Russia 24
TV Centre International
Het Kremlin gebruikt deze staatsmedia om propaganda te verspreiden en desinformatiecampagnes te voeren, onder meer over zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne.
De maatregelen tegen Sputnik en Russia Today (en hun dochterondernemingen, zoals RT English, RT Germany, RT France en RT Spanish) gelden sinds 2 maart 2022. De andere drie mediakanalen staan sinds 4 juni 2022 op de lijst.
Het gaat om alle omroepactiviteiten in of voor de EU-lidstaten: via kabel, satelliet, IPTV, platforms, websites en apps.
In overeenstemming met het Handvest van de grondrechten weerhouden de maatregelen er deze mediakanalen en hun personeel niet van om zich in de EU met andere dan omroepactiviteiten bezig te houden, zoals met onderzoek en interviews.
Stemt de EU de sancties af met haar partners?
Sancties hebben meer effect als een grote groep internationale partners meedoet. De EU heeft de afgelopen weken nauw samengewerkt met gelijkgestemde partners zoals de Verenigde Staten om samen sancties op te leggen.
De EU werkt samen met de Wereldbankgroep, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en andere internationale partners om te voorkomen dat Rusland nog financiering van dergelijke instellingen verkrijgt.
Om deze internationale inspanning te coördineren, is onlangs de Russian Elites, Proxies, and Oligarchs (REPO) Task Force opgericht. Deze taskforce stelt de EU in staat samen te werken met de G7-landen – Canada, Duitsland, Frankrijk, Italië, Japan, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten – en met Australië, om ervoor te zorgen dat de sancties worden toegepast.
Hoewel de EU met heel wat partners nauw samenwerkt, beslist elk van deze niet-EU-landen nog altijd zelf welke sancties het zal opleggen.
Vallen de EU-sancties onder het internationaal recht?
Jazeker. Alle EU-sancties stroken geheel met de verplichtingen van het internationaal recht, en eerbiedigen de mensenrechten en de fundamentele vrijheden.
Zodra tussen de EU-lidstaten een politiek akkoord is bereikt, bereiden de Europese Dienst voor extern optreden en/of de Europese Commissie de nodige rechtshandelingen voor en worden deze ter aanneming voorgelegd aan de Raad.
Verordeningen en besluiten van de Raad zijn, als rechtshandelingen van algemene strekking, bindend voor alle personen en entiteiten die onder de jurisdictie van de EU vallen. Dit betekent elke persoon en entiteit binnen de EU, elke EU-onderdaan ongeacht waar, en alle bedrijven en organisaties die naar het recht van een EU-lidstaat zijn opgericht.