Want zonder de vóórstem van Eerste Kamerleden van de VVD had de wet het niet gehaald. Lange tijd leek het die kant op te gaan: de VVD keerde zich sinds de kabinetsval immers fel tegen de spreidingswet, vooral de Tweede Kamerfractie leverde hevig verzet.”
….
….
”Van de gevreesde dwang is voorlopig evenmin sprake. Pas als gemeenten er onderling en in overleg met de provincie niet uitkomen, kan de staatssecretaris dwingen asielzoekers op te nemen. Naar verwachting doet zo’n situatie zich niet vóór het einde van dit jaar voor. Als dan inmiddels een nieuw kabinet is aangetreden met PVV, VVD, NSC en BBB – uitgesproken tegenstanders van de wet – lijkt het al helemaal onwaarschijnlijk dat een volgende staatssecretaris voor dwang zal kiezen.”
De wet om asielzoekers gelijkmatiger over Nederland te spreiden, wordt definitief van kracht. Dinsdag stemde een ruime Eerste Kamermeerderheid voor het kabinetsplan. Maar daarmee is het opvangprobleem nog niet opgelost.
Met steun van de VVD-fractie heeft een meerderheid van de senaat dinsdag vóór de omstreden spreidingswet gestemd. In totaal stemden 43 Eerste Kamerleden voor en 27 tegen het kabinetsplan om asielzoekers ‘eerlijk’ over Nederlandse gemeenten te spreiden. Daarmee komt er voorlopig een einde aan een felle politieke strijd, waarbij de VVD een hoofdrol speelde.
Want zonder de vóórstem van Eerste Kamerleden van de VVD had de wet het niet gehaald. Lange tijd leek het die kant op te gaan: de VVD keerde zich sinds de kabinetsval immers fel tegen de spreidingswet, vooral de Tweede Kamerfractie leverde hevig verzet. Maar tot ieders verbazing kondigde de senaatsfractie van de VVD vorige week dinsdag aan tóch unaniem voor te stemmen.
Tekorten nog niet opgelost
Daarmee haalde verantwoordelijk staatssecretaris Eric van der Burg (asiel) alsnog zijn begeerde meerderheid. Donderdag 1 februari treedt de wet al in werking, uiterlijk die dag krijgen provincies en gemeenten te horen hoeveel asielzoekers ze moeten opvangen.
Zijn de grote tekorten daarmee direct opgelost? Nee, temperde Van der Burg de verwachtingen. Waarschijnlijk duurt het nog maanden voordat overvolle opvangcentra daadwerkelijk zijn ontlast.
Van de gevreesde dwang is voorlopig evenmin sprake. Pas als gemeenten er onderling en in overleg met de provincie niet uitkomen, kan de staatssecretaris dwingen asielzoekers op te nemen. Naar verwachting doet zo’n situatie zich niet vóór het einde van dit jaar voor. Als dan inmiddels een nieuw kabinet is aangetreden met PVV, VVD, NSC en BBB – uitgesproken tegenstanders van de wet – lijkt het al helemaal onwaarschijnlijk dat een volgende staatssecretaris voor dwang zal kiezen.
‘Afbreuk aan lokale democratie’
Anders dan de VVD-senatoren stemde de Eerste Kamerfractie van de BoerBurgerBeweging dinsdag unaniem tegen. “Er zijn weliswaar verschillende opinies binnen de fractie”, verklaarde BBB-fractievoorzitter Ilona Lagas, “maar we vinden dat we die verschillen opzij moeten zetten om als partij een eenduidig signaal te geven aan het land.”
De enige afwijkende stem kwam van CDA’er Hugo Doornhof: hij is tegen de spreidingswet, de rest van de CDA-fractie voor. “Bij asielopvang is draagvlak op lokaal niveau cruciaal”, legde Doornhof na afloop van de stemming uit. “Persoonlijk moet ik tot de conclusie komen dat dit een te grote afbreuk doet aan de lokale democratie.”
EINDE ARTIKEL
‘Van de partijen die op dit moment praten over een nieuw kabinet stemden BBB en PVV tegen (NSC zit niet in de Eerste Kamer), net als FvD, SGP, JA21 en 50Plus.”
NOS
EERSTE KAMER STEMT MET DUIDELIJKE MEERDERHEID IN MET SPREIDINGSWET
Zoals verwacht heeft de Eerste Kamer met een duidelijke meerderheid de spreidingswet aangenomen. In een hoofdelijke stemming schaarden 43 van de 70 aanwezige senatoren zich achter het voorstel van demissionair staatssecretaris Van der Burg van Justitie om asielzoekers beter over de gemeenten in Nederland te verdelen. In het uiterste geval is daarbij dwang mogelijk.
Over de wet wordt al tijden gepraat. De Tweede Kamer ging er vorig jaar oktober mee akkoord, maar tot vorige week leek het heel spannend te worden of ook de Eerste Kamer de wet zou steunen. Maar nadat de VVD (de partij van Van der Burg) in de senaat had bekendgemaakt unaniem vóór te stemmen, was duidelijk dat de spreidingswet het zou halen.
In de Tweede Kamer keerde de VVD zich eerder tegen het wetsvoorstel en eind vorig jaar deed partijleider Yesilgöz een beroep op de Eerste Kamer de wet voorlopig niet te behandelen. Maar de senaat heeft het voorstel dus toch behandeld en er nu ook mee ingestemd.
De VVD in de Tweede Kamer had liever gezien dat er eerst stappen zouden worden gezet om de instroom van asielzoekers terug te dringen. Maar de partijgenoten in de Eerste Kamer benadrukten vorige week dat de opvang eerlijker moet worden verdeeld en dat de fractie de lokale bestuurders niet in de steek wil laten.
Onderhandelende partijen PVV en BBB tegen
Behalve de VVD steunden ook GroenLinks-PvdA, CDA (op senator Doornhof na), D66, SP, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, Volt en OPNL de wet. Van de partijen die op dit moment praten over een nieuw kabinet stemden BBB en PVV tegen (NSC zit niet in de Eerste Kamer), net als FvD, SGP, JA21 en 50Plus.
PVV-fractievoorzitter Van Hattem zei dat de wet alleen maar leidt tot verruiming van de opvangcapaciteit. “Als er niks aan de instroom gebeurt, lost dit helemaal niks op. En de dwang in de richting van gemeentes is onacceptabel.” Vorige week noemde PVV-voorman Wilders de dreigende steun voor de spreidingswet in de Eerste Kamer “een probleem”.
Haken en ogen
Volgens BBB-fractievoorzitter Lagas lijkt de wet sympathiek, maar zitten er ook veel haken en ogen aan en worden de problemen er op korte termijn niet door opgelost. Ze zei ook dat er “verschillende opinies binnen haar fractie” zijn, maar BBB wil die verschillen opzij zetten, “om als partij een eenduidig signaal af te geven”.
Wet gaat binnenkort in
Van der Burg zei kort na de stemming dat er met het aannemen van de wet een eerlijke spreiding over Nederland kan komen. Het is de bedoeling dat de nieuwe regels op 1 februari ingaan. Dan maakt Van der Burg ook bekend hoeveel asielzoekers de gemeenten in totaal moeten opvangen.
Als provincies en gemeenten er niet uitkomen, kan de staatssecretaris in het uiterste geval overgaan tot een gedwongen verdeling van asielzoekers. Volgens Van der Burg zal dat pas vanaf midden volgend jaar kunnen gebeuren.
De staatssecretaris vindt uitspraken over het niet meewerken aan de spreidingswet, zoals door gemeenteraadsleden in Westland gedaan, “wat raar”. Hij benadrukte dat bestuurders van een gemeente niet voor niets ‘wethouder’ heten: “Je hebt je wel aan de wet te houden. Het kan wel zo zijn dat gemeentes onderling afspreken dat een bepaalde gemeente wel opvangt en een andere niet.”
Bestuurders van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) gaan zelf 45 gemeenten bellen die weinig tot niets doen aan de huisvesting van statushouders en asielopvang. Dat schrijft het COA in een bericht op de site. Formeel is de huisvesting van statushouders (asielzoekers met een verblijfsvergunning) een wettelijke taak van gemeenten, provincies houden daarop toezicht.
Maar nu gaan het ministerie van Justitie en het COA zelf ingrijpen. Gemeenten die minder dan 30 procent doen van wat zou moeten, kunnen een telefoontje verwachten van COA-bestuurders en van ambtenaren of bewindspersonen van de ministeries van Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken.
Als een gemeente geen woning kan vinden, zullen asielzoekers worden ondergebracht in een hotel of tijdelijke accommodatie, in de plaats zelf of in een naburige gemeente, schrijft het COA in een toelichting op de maatregel.
De kosten daarvan komen voor rekening van het COA. De hoogte van het bedrag is nog niet bekend.
21.000 statushouders in de opvang per 2025
Om welke 45 gemeenten het gaat, wil het COA niet zeggen. De maatregel is onderdeel van een plan dat de landelijke overheid, provincies en gemeenten deze maand bedachten om de het huisvesten van statushouders te versnellen.
Als gemeenten niet sneller mensen gaan onderbrengen, verblijven er over ruim een jaar 21.000 statushouders in de opvang, schreef het ministerie van Justitie vorige maand. Nu zijn dat er bijna 16.000. De snelle groei van het aantal statushouders in de opvang komt doordat de doorstroom van statushouders naar woningen stokt: daarvan zijn er simpelweg te weinig.
Overvol Ter Apel
Dat merken ze ook in Ter Apel. In het aanmeldcentrum daar slapen al weken veel meer mensen dan het toegestane aantal van 2000. Dit weekend overnachtten er 2500 mensen, deels in de wachtruimte van de Immigratie- en Naturalisatie Dienst en op stoelen, zegt een woordvoerder van het COA. Zondag werd een groep van honderd asielzoekers met spoed overgebracht naar een hotel in Kijkduin om te voorkomen dat mensen buiten moesten slapen.
Het tekort aan opvangplekken komt niet zozeer door de toename van het aantal asielaanvragen, schreef het COA eerder. Een groter probleem is dat mensen vaak te lang in de asielopvang blijven. Bijna de helft van de mensen in de opvang woont op een tijdelijke locatie die vaak na een paar maanden weer sluit. Daarna moeten er weer alternatieve locaties worden gevonden.
Lange wachttijd IND
De doorstroom stokt ook doordat de IND aanvragen niet op tijd afhandelt. De wachttijd voor een beslissing op een asielaanvraag is opgelopen tot een jaar. In februari was dat nog 23 weken. De achterstand is inmiddels opgelopen tot 68.000 zaken (inclusief nareisaanvragen). Het gevolg is dat mensen die wachten op een beslissing, langer een plek in de opvang bezet houden, zei het COA eerder.
Een bijkomend probleem is dat de politiecapaciteit in Ter Apel onvoldoende is om alle mensen die asiel aanvragen te registreren en hun identiteit vast te stellen. Daardoor is de wachtrij daar opgelopen tot 1500 mensen, bevestigt de politie.
500 extra statushouders
De wet schrijft voor dat mensen die een verblijfsvergunning hebben gekregen binnen 14 weken gehuisvest moeten zijn, maar door het gebrek aan woningen duurt dat dus veel langer.
Van de 16.000 statushouders die in de opvang zitten wachten er al 10.000 langer dan de voorgeschreven termijn, schrijft het COA. Gemiddeld gaat 8 procent van de sociale huurwoningen naar statushouders, berekende de NOS onlangs.
De plannen van het COA moeten ertoe leiden dat statushouders sneller weg kunnen uit de asielopvang. De komende maanden zullen steeds andere gemeenten worden geselecteerd die achterlopen met het bieden van huisvesting.
Het doel is om elke week 500 statushouders extra te laten uitstromen, twee keer zoveel als nu.
EINDE
Reacties uitgeschakeld voor Noten 21 en 22/HOOFDSTUK I
Op korte termijn, binnen drie en vijf weken, zijn er 5500 nieuwe opvanglocaties voor asielzoekers nodig. Dat zegt demissionair staatssecretaris Van der Burg van Asiel. Hij doet een klemmend beroep aan de commissarissen van de Koning en de provincies om op zoek te gaan naar nieuwe plekken.
Het is de zoveelste oproep die de staatssecretaris doet om te voorkomen dat asielzoekers geen onderdak hebben. Op 1 februari is de spreidingswet ingevoerd, maar pas in november kunnen gemeenten echt gedwongen worden om asielzoekers op te vangen.
Uitdagingen
Van der Burg zegt dat de spreidingswet zal bijdragen aan een “stabiel, robuust en evenwichtig gespreid opvanglandschap over het hele land”. Maar nu zijn volgens hem de “uitdagingen” onverminderd groot.
Een van de problemen is ontstaan door een gerechtelijke uitspraak die bepaalt dat in het aanmeldcentrum in Ter Apel maximaal 2000 asielzoekers opgevangen mogen worden. Dat aantal mag niet worden overschreden, terwijl dat nu wel gebeurt.
Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) doet een dringende oproep aan gemeenten om 450 opvangplekken voor asielzoekers te verzorgen.
In een brief schrijft hij dat hij de plekken morgen nodig heeft om te voorkomen dat Ter Apel overloopt. 250 van deze plekken zijn bedoeld voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’ers).
Bovengemiddeld hoog
Als gemeenten geen gehoor geven aan deze oproep, dreigt hij asielzoekers ongevraagd te plaatsen in opvanglocaties en hotels.
Van der Burg wil dat het aantal extra opvangplekken maandag is opgelopen tot 750, waarvan er 300 bedoeld zijn voor amv’ers. Hij heeft met de gemeente Westerwolde afgesproken dat in het asielzoekerscentrum van Ter Apel niet meer dan 2000 mensen zullen worden opgevangen. Om dat de voorkomen heeft hij nu ‘acuut’ opvangplekken nodig.
Meer maatregelen
“Ieder jaar is de dagelijkse instroom van asielzoekers in september het hoogst, maar dit jaar is het aantal personen dat zich per dag meldt in Ter Apel bovengemiddeld hoog”, licht hij toe. Het is al meerdere keren voorgekomen dat meer dan 250 personen per dag zich melden.
Van der Burg verwacht dat de nood ook na volgende week hoog zal blijven. Hij zint daarom op maatregelen en belooft gemeenten hier ‘zo spoedig mogelijk’ over te informeren.
EINDE BERICHT
[19]
RTL NIEUWS
194 GEMEENTEN BIEDEN AL TIEN JAAR GEEN ASIELOPVANG
Een ruime meerderheid van de Nederlandse gemeenten heeft de afgelopen tien jaar geen langdurige opvanglocatie voor asielzoekers gehad. Het gaat dan om een asielzoekerscentrum (azc) of een noodopvanglocatie, zo blijkt uit cijfers die RTL Nieuws bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) heeft opgevraagd.
Het gaat om 194 gemeenten, die ondanks het jarenlange grote tekort aan opvangplekken toch geen opvanglocatie voor vluchtelingen hebben geopend. De opvang van asielzoekers komt terecht op de schouders van 151 gemeenten, die in de afgelopen tien jaar wel langdurige opvang hebben geboden.
Staatssecretaris Eric van der Burg voor Asiel en Migratie zegt in een reactie dat de opvang oneerlijk is verdeeld over Nederland. “Als je naar deze kaart kijkt en die is vrij accuraat, dan zie je inderdaad dat het noorden met name echt heel erg veel doet. We moeten ervoor zorgen dat ook het westen z’n verantwoordelijkheid pakt.”
In Groningen is de rek eruit
Met dit overzicht is er voor het eerst een landelijk beeld van alle gemeenten die afgelopen tien jaar wel of geen langdurige opvang boden aan asielzoekers die ons land binnenkomen bij het Groningse Ter Apel. Van daaruit stromen vluchtelingen door naar azc’s en noodopvanglocaties door heel het land, maar die zitten overvol.
Daardoor ontstond er deze zomer bij het aanmeldcentrum in Ter Apel een enorme crisis omdat honderden asielzoekers buiten moesten slapen vanwege een enorm tekort aan opvangplekken.
Het overzicht laat zien dat gemeenten in grote delen van de provincies Noord- en Zuid-Holland, Utrecht, Noord-Brabant en Zeeland het al jarenlang laten afweten.
Groningen biedt al jarenlang onderdak aan tal van groepen asielzoekers, maar het laatste jaar wordt de druk wel erg groot. Daardoor is de rek er echt uit, zegt burgemeester Koen Schuiling. Hij vindt het teleurstellend en jammer dat er zo weinig solidariteit is van gemeenten in de rest van het land.
“Politieagenten, zorgpersoneel en mensen in de opvang maken werkweken van 70 tot 80 uur. Dat kan zo niet langer doorgaan. Nu is ook een andere gemeente een keer aan de beurt”, zegt Schuiling.
West-Friesland laat het afweten
In Noord-Holland en met name veel gemeenten in West-Friesland die tegen het IJsselmeer aan liggen, bieden al jaren geen langdurige asielopvang. Een van die gemeenten is Stede Broec. Burgemeester Ronald Wortelboer van die gemeente benadrukt dat ze wel Oekraïense vluchtelingen opvangen en als regio hun nek hebben uitgestoken voor huisvesting van statushouders. Maar er is volgens hem nu geen geschikte plek voor een azc of noodopvang.
In 2016 heeft hij nog wel een locatie met 300 bedden aangeboden, maar die is door het COA afgekeurd. Wortelboer: “Die locatie is nu weg, het gebouw is gesloopt. We zijn een redelijk overzichtelijke gemeente, dus grote andere opvanglocaties waar je snel mensen kwijt kunt liggen hier niet voor het oprapen.”
Excuses gemeenten gaan niet op
Maar dit soort excuses van gemeentes gaat niet op, vindt staatssecretaris Van der Burg. “Ja, in het westen is het dichter bevolkt en zijn er minder plekken, maar er staan op de kaart ook gemeenten in het westen die dichtbevolkt zijn en wel opvang bieden, dus het kan.”
Dat asielopvang in kleine gemeenten goed mogelijk is, laat de gemeente Pekela zien, zegt burgemeester Schuiling van Groningen. Die gemeente vangt honderden asielzoekers op zonder grote problemen.
Wat verder nog opvalt aan het overzicht is dat de 25 armste gemeenten van Nederland veel vaker (88 procent) een opvanglocatie voor asielzoekers hebben dan de 25 rijkste gemeenten (12 procent). Ook de streng-christelijke gemeenten in de Biblebelt bieden asielzoekers weinig langdurige opvang.
Dit zijn de verschillende soorten opvanglocaties:
Asielzoekerscentrum (azc)
Een azc is een opvanglocatie voor asielzoekers die er veelal meerdere tot wel tientallen jaren staat. In de afgelopen tien jaar heeft op 220 locaties een asielzoekerscentrum gestaan.
Noodopvanglocatie
Als er een beddentekort is in azc’s dan doet het COA een beroep op gemeenten om een noodopvang te openen. Dit zijn tijdelijke locaties met minder voorzieningen, zoals leegstaande kantoren, verzorgingshuizen, scholen en evenementenhallen. Asielzoekers verblijven hier enkele maanden tot soms wel langer dan een jaar. De afgelopen tien jaar gaat het om 147 noodopvanglocaties.
Crisisopvanglocatie
Als er in de noodopvang ook geen plek meer is, dan is er nog de crisisnoodopvang. Dat zijn locaties zoals sporthallen waar asielzoekers voor een paar nachten op een veldbedje kunnen slapen. Dit soort opvang duurt meestal enkele dagen tot een week. (Crisisnoodopvang is niet meegenomen in het overzicht, zie uitleg in de verantwoording)
Nog 18.500 plekken nodig
Het tekort aan opvangplaatsen is enorm. Voor het eind van het jaar moeten er nog 18.500 extra plekken worden gevonden. In het onlangs gesloten asielakkoord tussen staatssecretaris Van der Burg en de provincies en Veiligheidsregio’s is er een verdeelsleutel per provincie afgesproken.
Ook daarin is te zien dat de provincies Noord- en Zuid-Holland flink aan de bak moeten en dat Groningen en Drenthe al voldoende plekken hebben gerealiseerd.
Maar de staatssecretaris verwacht niet dat hij gemeenten uiteindelijk allemaal zover krijgt dat ze vrijwillig akkoord gaan met een azc of het bieden van noodopvang. Daarom komt hij voor 1 oktober met een wetsvoorstel waarin hij gemeenten wil kunnen dwingen akkoord te gaan met het plaatsen van een asielopvang.
Of dat voorstel het ook daadwerkelijk gaat halen, is de vraag, omdat daartegen binnen regeringspartij VVD grote weerstand bestaat.
Verantwoording
RTL Nieuws heeft van het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) een lijst met gemeenten ontvangen waar in de periode 2012 t/m 1 september 2022 een asielzoekerscentrum (azc) of noodopvanglocatie voor asielzoekers is geweest. Gegevens van locaties die na 1 september zijn geopend, ontbreken in het overzicht.
Gemeenten die crisisnoodopvang aan asielzoekers hebben geboden, zijn niet meegenomen, omdat die opvang slechts voor zeer korte duur is, enkele dagen tot hooguit een week.
Huisvesting van statushouders en de opvang van Oekraïense vluchtelingen is buiten beschouwing gelaten. De reden is dat er op dit moment, maar ook bij de asielcrisis in 2015, vooral een tekort was aan locaties voor langdurige opvang van asielzoekers.
EINDE BERICHT
”Er zijn geen nieuwe asielopvangplekken gekomen na de oproep van 9 februari van demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) aan provincies en gemeenten, zegt een woordvoerder van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) maandag. ,,De situatie is nog steeds hetzelfde, er zijn te weinig opvangplekken.” Afgelopen weekend verbleven zo’n 2220 mensen in het aanmeldcentrum in Ter Apel.”
AD
ONDANKS OPROEP STAATSSECRETARIS NOG GEEN NIEUWE ASIELOPVANGPLEKKEN
Er zijn geen nieuwe asielopvangplekken gekomen na de oproep van 9 februari van demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) aan provincies en gemeenten, zegt een woordvoerder van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) maandag. ,,De situatie is nog steeds hetzelfde, er zijn te weinig opvangplekken.” Afgelopen weekend verbleven zo’n 2220 mensen in het aanmeldcentrum in Ter Apel.
De oproep was het gevolg van een recente uitspraak van de rechter. Het COA vangt in Ter Apel meer dan 2000 asielzoekers op, wat in strijd is met de afspraken. De rechter oordeelde in een kort geding aangespannen door de gemeente Westerwolde dat het COA het maximumaantal niet meer mag overschrijden. Ook sluit binnenkort een aantal grote opvanglocaties, terwijl het in asielzoekerscentra juist steeds drukker wordt.
Het is maandagochtend nog steeds niet duidelijk of het COA aan die afspraak gaat voldoen. Dinsdag moet het aantal onder de 2000 zijn. ,,Als het morgen lukt”, legt de COA-woordvoerder uit, ,,is dat ook niet structureel. Als gemeenten zich niet melden blijft de problematiek.” Ook Van der Burg zei vrijdag al niet hoopvol te zijn dat het lukt om in het aanmeldcentrum het aantal asielzoekers onder de 2000 te krijgen en houden.
Asielstaatssecretaris Eric van der Burg is verbaasd en teleurgesteld dat sommige gemeenten nauwelijks bereid zijn asielzoekers op te vangen.
In een interview met Trouw hekelt staatssecretaris Eric van der Burg het gebrek aan solidariteit bij sommige lokale bestuurders bij de opvang van asielzoekers. ‘Ik had daarin echt meer verwacht.’
Worsteling
‘Als je ziet hoe Ter Apel worstelt, dan denk ik: dan is het toch ook een kwestie van onderlinge solidariteit? Je kunt kritiek hebben op het kabinet, of op het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers), op iedereen. Maar je wilt toch ook gewoon je collega-raadsleden en wethouders helpen? Ik had daarin echt meer verwacht’, zegt de staatssecretaris tegen de krant.
Dwang
Het kabinet heeft de Tweede Kamer vorige week in een brief laten weten met een wet te komen om gemeenten te dwingen asielzoekers op te vangen. Van der Burg zegt verbaasd te zijn dat een dergelijk middel ingezet moet worden. ‘Ik weet best dat je nooit van alle gemeenten toestemming krijgt om een asielzoekerscentrum te openen. Dat is een utopie. Maar we vinden met elkaar dat we asielzoekers moeten opvangen. Niet iedereen is het daar mee eens, dat weet ik ook wel, maar een meerderheid van de bevolking wil echte vluchtelingen opvangen. Dan denk ik van: ‘ja, jongens, dan moet je dat ook met elkaar regelen’.’
Erfenis
De bewindsman vindt dat het huidige opvangsysteem niet meer voldoet. ‘De huidige situatie, met noodopvang en crisisnoodopvang, is een erfenis uit het verleden. We zullen naar een totaal andere manier moeten om de zaken te regelen.’
Piek
Volgens hem moet ervoor worden gezorgd dat de gewone asielzoekerscentra een bezetting hebben van negentig procent. ‘Dan kun je een piek in de asielinstroom opvangen in de bestaande capaciteit. Als er geen piek is, kun je andere groepen huisvesten die ook snel tijdelijk een woning nodig hebben. Denk bijvoorbeeld aan studenten, of mensen die een woningbrand hebben gehad.’ (ANP)
Bestuurders van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) gaan zelf 45 gemeenten bellen die weinig tot niets doen aan de huisvesting van statushouders en asielopvang. Dat schrijft het COA in een bericht op de site. Formeel is de huisvesting van statushouders (asielzoekers met een verblijfsvergunning) een wettelijke taak van gemeenten, provincies houden daarop toezicht.
Maar nu gaan het ministerie van Justitie en het COA zelf ingrijpen. Gemeenten die minder dan 30 procent doen van wat zou moeten, kunnen een telefoontje verwachten van COA-bestuurders en van ambtenaren of bewindspersonen van de ministeries van Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken.
Als een gemeente geen woning kan vinden, zullen asielzoekers worden ondergebracht in een hotel of tijdelijke accommodatie, in de plaats zelf of in een naburige gemeente, schrijft het COA in een toelichting op de maatregel.
De kosten daarvan komen voor rekening van het COA. De hoogte van het bedrag is nog niet bekend.
21.000 statushouders in de opvang per 2025
Om welke 45 gemeenten het gaat, wil het COA niet zeggen. De maatregel is onderdeel van een plan dat de landelijke overheid, provincies en gemeenten deze maand bedachten om de het huisvesten van statushouders te versnellen.
Als gemeenten niet sneller mensen gaan onderbrengen, verblijven er over ruim een jaar 21.000 statushouders in de opvang, schreef het ministerie van Justitie vorige maand. Nu zijn dat er bijna 16.000. De snelle groei van het aantal statushouders in de opvang komt doordat de doorstroom van statushouders naar woningen stokt: daarvan zijn er simpelweg te weinig.
Overvol Ter Apel
Dat merken ze ook in Ter Apel. In het aanmeldcentrum daar slapen al weken veel meer mensen dan het toegestane aantal van 2000. Dit weekend overnachtten er 2500 mensen, deels in de wachtruimte van de Immigratie- en Naturalisatie Dienst en op stoelen, zegt een woordvoerder van het COA. Zondag werd een groep van honderd asielzoekers met spoed overgebracht naar een hotel in Kijkduin om te voorkomen dat mensen buiten moesten slapen.
Het tekort aan opvangplekken komt niet zozeer door de toename van het aantal asielaanvragen, schreef het COA eerder. Een groter probleem is dat mensen vaak te lang in de asielopvang blijven. Bijna de helft van de mensen in de opvang woont op een tijdelijke locatie die vaak na een paar maanden weer sluit. Daarna moeten er weer alternatieve locaties worden gevonden.
Lange wachttijd IND
De doorstroom stokt ook doordat de IND aanvragen niet op tijd afhandelt. De wachttijd voor een beslissing op een asielaanvraag is opgelopen tot een jaar. In februari was dat nog 23 weken. De achterstand is inmiddels opgelopen tot 68.000 zaken (inclusief nareisaanvragen). Het gevolg is dat mensen die wachten op een beslissing, langer een plek in de opvang bezet houden, zei het COA eerder.
Een bijkomend probleem is dat de politiecapaciteit in Ter Apel onvoldoende is om alle mensen die asiel aanvragen te registreren en hun identiteit vast te stellen. Daardoor is de wachtrij daar opgelopen tot 1500 mensen, bevestigt de politie.
500 extra statushouders
De wet schrijft voor dat mensen die een verblijfsvergunning hebben gekregen binnen 14 weken gehuisvest moeten zijn, maar door het gebrek aan woningen duurt dat dus veel langer.
Van de 16.000 statushouders die in de opvang zitten wachten er al 10.000 langer dan de voorgeschreven termijn, schrijft het COA. Gemiddeld gaat 8 procent van de sociale huurwoningen naar statushouders, berekende de NOS onlangs.
De plannen van het COA moeten ertoe leiden dat statushouders sneller weg kunnen uit de asielopvang. De komende maanden zullen steeds andere gemeenten worden geselecteerd die achterlopen met het bieden van huisvesting.
Het doel is om elke week 500 statushouders extra te laten uitstromen, twee keer zoveel als nu.
[20]
NOS
SPREIDINGSWET GAAT IN, PROVINCIES MOETEN 1 NOVEMBER
Bijna anderhalf jaar nadat staatssecretaris Van der Burg eraan begon te werken, treedt vandaag de spreidingswet waar zoveel om te doen is geweest in werking. Vorige week stemde de Eerste Kamer ermee in en deze week is de wet die de opvang van asielzoekers beter over het land moet verdelen in de Staatscourant gepubliceerd.
Vanaf vandaag moeten provincies en gemeenten ermee aan de slag. Het is de bedoeling dat zij dit en volgend jaar 96.000 opvangplekken regelen. De provincies krijgen allemaal de opdracht een specifiek aandeel te leveren, waarbij een indicatie is gegeven van wat dit in elk van de 342 Nederlandse gemeenten kan gaan betekenen. Die is hier te vinden.
Gemeenten krijgen ook een opgave voor het aantal plekken dat ze moeten organiseren voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’ers); die vertegenwoordigen ongeveer 8,5 procent van het totale aantal plekken per gemeente.
Geen nieuwe plannen
Het is duidelijk dat vooral de provincies Zuid- en Noord-Holland en Noord-Brabant aan de bak moeten. Zuid-Holland moet bijna 20.000 opvangplekken realiseren, Noord-Holland ruim 16.000 en Noord-Brabant een kleine 15.000. Zij vangen al jaren verhoudingsgewijs minder asielzoekers op.
Daar tegenover staan provincies als Groningen, Drenthe, Flevoland en Gelderland, die nu al (meer dan) genoeg opvangplannen hebben en dus geen nieuwe plannen hoeven te bedenken.
Op gemeenteniveau valt op dat Westerwolde, de gemeente in Groningen waar Ter Apel onder valt, nog maar 131 plaatsen zou hoeven te verzorgen. Op dit moment zijn daar nog dagelijks ruim meer dan 2000 mensen in de opvang. Vorige week, op de dag dat de Eerste Kamer de spreidingswet aannam, bepaalde de rechter dat dit niet mag.
De gemeente Schiermonnikoog zou volgens opsomming de minste opvangplekken moeten regelen, namelijk 5, en Amsterdam met 4479 de meeste. Die verdeling is op basis van inwonertal en sociaal-economische status tot stand gekomen, maar kan nog wijzigen. De getallen zijn niet absoluut. Gemeenten kunnen onderling deals maken, zolang het aantal per provincie maar gehaald wordt.
Maar de indicatieve getallen spelen wel een rol bij het verkrijgen van een eventuele bonus. Voor elke extra plek die minstens vijf jaar beschikbaar blijft, kunnen gemeenten 1000 tot 2000 euro krijgen.
Dwang mogelijk
De provincies hebben tot 1 november de tijd om afspraken te maken met gemeenten. Op die datum moeten ze hun opvangplannen bij het ministerie van Justitie en Veiligheid inleveren. De bewindspersoon voor asielopvang beoordeelt de twaalf plannen voor 1 januari 2025 en provincies krijgen vervolgens nog zes maanden de tijd om die te realiseren.
In provincies zonder deugdelijk plan kan de staatssecretaris dwang toepassen. Via een verdeelsleutel kan hij dan aan gemeenten opleggen om een bepaald aantal opvangplekken te regelen. Die dwang, die dus op zijn vroegst volgend jaar om de hoek kan komen kijken, ligt politiek uiterst gevoelig en was een van de belangrijkste redenen dat er zo lang over de wet is gesteggeld.
Het aanmeldcentrum in Ter Apel zit overvol omdat er te weinig opvangplekken zijn in andere delen van het land waar asielzoekers na aanmelding heen kunnen. Zou er niet in elke gemeente een asielzoekerscentrum (azc) moeten komen?
Geen 75.500, maar 77.100 opvangplekken zullen er in 2024 nodig zijn om de verwachte asielzoekers in Nederland op te vangen. Dat schrijft demissionair staatssecretaris Eric van der Burg van Asielzaken in een brief aan de Tweede Kamer. Hij verwacht in 2025 opnieuw een forse stijging. Dan zullen er naar verwachting ruim 97.000 opvangplekken nodig zijn. Kan dit tekort niet opgelost worden door in elke gemeente een azc te plaatsen?
Hoe is het momenteel geregeld?
In 2023 was er een tekort aan 40.000 opvangplekken. Het kabinet verwachtte er 55.000 nodig te hebben, maar er zijn er slechts 15.000 beschikbaar. Daarnaast zijn veel gemeentelijke noodopvangplekken en asielzoekerscentra van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) tijdelijk. Verschillende contracten die het COA met gemeenten heeft voor azc’s zijn namelijk afgelopen.
Wat is de spreidingswet?
‘De wet die ervoor moet zorgen dat gemeenten meewerken bij de verspreiding van asielzoekers over het land’, zo vat Patrick Lodiers dit in De Nieuws BV beknopt samen.
Hoe kan het dat het in Ter Apel uit de hand loopt?
Mensen die buiten moeten slapen, geen douches en schaarse toiletten: de situatie in Ter Apel is schrijnend. De slechte omstandigheden zijn het gevolg van jarenlang wanbeleid, schreef Joop in 2022. ‘Zo is er een groot tekort aan beschikbare woningen voor vluchtelingen die een status hebben gekregen. Ruim 13.000 mensen wachten daarom nog altijd in de opvang tot ze eigen woonruimte krijgen.’
Biedt de spreidingswet uitkomst?
Om de asielcrisis aan te pakken, stelt demissionair staatssecretaris Van der Burg een spreidingswet voor: asielzoekers worden beter over het land verdeeld. Het betekent niet dat iedere gemeente verplicht een azc moet hebben. De ene gemeente kan zich richten op azc’s, een andere op statushouders: mensen met een verblijfsvergunning.
‘De armste geografische gebieden, veelal in het noorden van het land, vangen de meeste asielzoekers op en de Randstad en rijkere gemeenten laten het behoorlijk afweten’, schrijft econoom en jurist Antonie Kerstholt op Joop. In december 2022 ving de armste 25 procent van de gemeenten namelijk 11.000 vluchtelingen op, terwijl de rijkste 25 procent slechts 3.300 vluchtelingen opving. RTL Nieuws ontdekte daarnaast in 2022 dat 194 gemeenten al tien jaar geen asielopvang bieden. Politiek redacteur Joost Bekendam legt dit uit: ‘Al vanaf het begin van het inmiddels gevallen kabinet bleek dat er geen wettelijke bevoegdheid was om gemeenten te dwingen een azc te openen. Het rijk en de ambtenaren moesten een beroep doen op de vrijwilligheid van gemeenten.’ De ervaring leert echter dat zij de andere kant op kijken. ‘Zij denken: laat Ter Apel het maar uitvogelen. Daardoor blijven zij die problemen houden’, aldus Boris Dittrich van D66, een van de senatoren die zich bezighoudt met dit onderwerp. De spreidingswet zou daar een oplossing voor zijn: ‘Die zou gemeentes uiteindelijk wel kunnen dwingen om mensen op te kunnen nemen. Daar is veel gesteggel over geweest’, aldus Bekendam.
Door de spreidingswet kunnen gemeenten gedwongen worden tot verplichte asielopvang. ‘Heel veel burgemeesters willen heel graag dat die spreidingswet er komt, omdat ze dan kunnen uitleggen aan de bevolking: “Kijk, we moeten zoveel mensen opnemen”’, vertelt politiek duider Peter Kee in De Nieuws BV. ‘”Het komt niet door mij, maar door de landelijke overheid.’”
Waarom is de spreiding van asielzoekers belangrijk?
Wouter Kolff, voorzitter van het veiligheidsberaad, vertelt hierover in Buitenhof: ‘Er zijn te weinig gemeenten die zeggen: “Doe mij ook maar een aanmeldcentrum.” Het is een vicieuze cirkel die we moeten doorbreken. We moeten zorgen dat er een ordentelijke spreiding in het land komt waarbij alle gemeenten hun portie delen.’ Roland van Kessel, burgemeester van Cranendonck waar ook het asielzoekerscentrum van Budel onder valt, vult aan: ‘Verspreid het over het land waardoor de groepen per locatie kleiner worden, dan kun je het beheersbaar maken.’
Die wet lijkt er nu te komen. Een meerderheid van de Eerste Kamer heeft zich achter de spreidingswet geschaard. De wet was al door de oude Tweede Kamer aangenomen. De formerende partijen PVV, BBB, NSC zijn tegen de wet. Behalve de VVD, eveneens een formerende partij, stemden ook GroenLinks-PvdA, CDA, D66, SP, ChristenUnie, Partij voor de Dieren en Volt voor de Spreidingswet. Forum voor Democratie, JA21 en SGP stemden tegen.
Wat is de kritiek op de spreidingswet?
Er is ook kritiek op de spreidingswet. ‘Gemeenten die veel asielzoekers opnemen krijgen een financiële bonus van 2500 euro per persoon. In plaats van een eerlijke verdeling en kleinschalige opvang, komt er een soort koehandel met vluchtelingen’, schrijft Tweede Kamerlid Jasper van Dijk (SP) op Joop. Hij is bang dat vooral arme gemeenten opvangplaatsen zullen bieden, vanwege die bonus, en dat rijke gemeenten achteroverleunen. ‘Zo verandert er niets aan de ongelijke verdeling, waarbij van oudsher de meeste vluchtelingen in Groningen, Friesland en Drenthe worden opgevangen. De kans is zelfs groot dat deze ongelijkheid zal toenemen’, vreest hij. ‘Door vluchtelingen te verdelen naar de draagkracht van gemeenten, komt er werkelijk een eerlijke verdeling.’ Overigens geldt de bonus alleen voor gemeenten die minstens vijf jaar een opvangplek bieden aan minstens honderd mensen.
De VVD, de partij van demissionair staatssecretaris Van der Burg, denkt vooral dat de instroom omlaag moet. ‘Aan de ene kant zien we dat het aantal asielzoekers dat we moeten opvangen en het aantal statushouders waarvoor we voorzieningen moeten regelen alleen maar toeneemt, en tegelijkertijd kunnen we niet bouwen en hebben we de leerkrachten en artsen niet’, vertelt VVD-woordvoerder asiel en migratie Ruben Brekelmans in Buitenhof.
Inmiddels is bekend dat de VVD het wetsvoorstel niet steunt. ‘Het begint met het beperken van de instroom’, vertelt lijsttrekker Dilan Yeşilgöz-Zegerius in Khalid & Sophie. ‘De mensen die dán komen, wil je wel eerlijk over het land verdelen’, licht ze verder toe in De Telegraaf.‘Die verdeling wil je doen op basis van tijdelijkheid, maximumaantallen en met financiële prikkels.’ Dat bevat het huidige wetsvoorstel niet.
Een aantal Europese landen, zoals Nederland, België, Duitsland en Oostenrijk, willen Europese afspraken beter gaan handhaven. Zo zijn er asielaanvragers in Nederland die dat eigenlijk in een ander Europees land horen te doen. Brekelmans vindt daarnaast dat asielzoekers in Nederland niet na vijf jaar een permanente verblijfsvergunning moeten krijgen. Hij is voor een tijdelijke verblijfsvergunning, met integratie als voorwaarde. ‘We moeten nationaal maatregelen nemen om Nederland minder aantrekkelijk te maken voor asielzoekers. Daar is echt haast bij geboden.’
Wat vinden jongeren?
Wat vindt het BNNVARA Jongerenpanel?
Voorstanders
Shama: ‘We hebben 40.000 opvangplekken te weinig’. Als er in elke gemeente in Nederland – 342 in totaal – een azc komt, is dat volgens haar een stap in de goede richting om de asielcrisis terug te dringen. Ace: ‘Ik kom zelf uit een dorp met een klein azc.’ Zij zag de inclusiviteit binnen de gemeenschap juist positief veranderen. Wel vindt ze dat er een eerlijke spreiding moet komen, ‘want alle last moet niet bij één gemeente liggen’. Aymen: Aymen sluit zich aan bij demissionair staatssecretaris Van der Burg: de ene gemeente kan zich richten op azc’s, terwijl een andere gemeente zich richt op statushouders. Jolijn: ‘Het is te laat om te wachten totdat een gemeente uit zichzelf zegt: “Oh, ik wil er wel twee of drie hebben hoor”’, vertelt Jolijn Spoelstra over de toestroom aan asielzoekers. ‘Het is nu tijd voor actie, want de situatie in Ter Apel kan niet meer.’
Tegenstanders
Lia: ‘Ik vind niet dat je alle gemeentes over één kam kan scheren’, vindt Lia Menken. Ze vindt dat azc’s daarom enkel geplaatst moeten worden in plaatsen waar dat kan en mogelijk is. Ojij: We moeten ons ‘blijven herinneren dat een azc best een inbreuk is op je gemeenschap, zeker in kleine gemeentes’. Amir: Ondanks de schrijnende situatie, vindt Amir Issa het verkeerd om gemeentes te dwingen om asielzoekers op te vangen. ‘Iedere gemeente moet vrij zijn om daar zelf voor te kiezen.’
Reacties uitgeschakeld voor Noten 18 t/m 20/HOOFDSTUK I
Groot probleem is het toegenomen aantal vergunninghouders in de asielopvang. Bijna 18.000 mensen wachten op een woning in de gemeente waaraan ze gekoppeld zijn. Omdat we op dit moment echt geen opvangplekken meer beschikbaar hebben, is met het ministerie, commissarissen van de Koning en de VNG afgesproken om vergunninghouders in hotels te plaatsen, zo veel mogelijk in de buurt van de asielzoekerscentra waar zij nu verblijven.
Gemeenten worden over het plaatsen van vergunninghouders in hotels geïnformeerd. De gemeente kan na overleg de begeleiding van de statushouders overnemen, zoals gebruikelijk. Het COA zorgt er in de tussentijd voor dat de statushouders in contact blijven met de dichtstbijzijnde COA-locatie.
Mogelijk wordt deze noodmaatregel in de toekomst vaker ingezet.”
Door het tekort aan opvangplekken in het land verblijven er sinds afgelopen weekend weer meer dan 2.000 mensen in Ter Apel. Dit aantal zal naar verwachting de komende week zo blijven. Dat komt doordat we deze week onze locatie voor 1.200 asielzoekers in Biddinghuizen moeten afbouwen, zoals afgesproken met de gemeente. Het COA is dringend op zoek naar nieuwe opvanglocaties.
Dringende oproep aan gemeenten
Er zijn gesprekken geweest met gemeenten voor extra opvangmogelijkheden, nieuwe (nood-)opvanglocaties en/of verlenging van bestaande contracten. Ook riep de staatssecretaris commissarissen van de Koning op om voor eind maart 5.500 plekken te realiseren. Alle inspanningen hebben tot nu toe niet geleid tot voldoende resultaat.
Vergunninghouders naar hotels
Groot probleem is het toegenomen aantal vergunninghouders in de asielopvang. Bijna 18.000 mensen wachten op een woning in de gemeente waaraan ze gekoppeld zijn. Omdat we op dit moment echt geen opvangplekken meer beschikbaar hebben, is met het ministerie, commissarissen van de Koning en de VNG afgesproken om vergunninghouders in hotels te plaatsen, zo veel mogelijk in de buurt van de asielzoekerscentra waar zij nu verblijven.
Gemeenten worden over het plaatsen van vergunninghouders in hotels geïnformeerd. De gemeente kan na overleg de begeleiding van de statushouders overnemen, zoals gebruikelijk. Het COA zorgt er in de tussentijd voor dat de statushouders in contact blijven met de dichtstbijzijnde COA-locatie.
Mogelijk wordt deze noodmaatregel in de toekomst vaker ingezet.
Grote zorgen
Milo Schoenmaker, bestuursvoorzitter van het COA: ‘We hebben grote zorgen over de snelheid waarmee het tekort aan opvangplekken oploopt. De behoefte aan opvangplekken is groter dan ooit. Dit kan het COA alleen realiseren met hulp van gemeenten. Daarom doet het COA nogmaals een appel op gemeenten en provincies om, met spoed, vooruitlopend op de Spreidingswet, opvanglocaties in te richten.’
Oorzaak crisis Ter Apel: tekort opvangplekken in hele land
Van een ‘ideale situatie’ is in Ter Apel al langere tijd geen sprake. De huidige situatie maakt het achterliggende probleem zichtbaar: het COA heeft een groot tekort aan opvangplekken. Er zijn niet voldoende woningen in Nederland, waardoor statushouders langer in een azc verblijven”
COA
CRISIS TER APEL: MAAKT TEKORT OPVANGPLEKKEN ZICHTBAAR
In Ter Apel melden zich bijna alle asielzoekers die net in Nederland zijn aangekomen bij het aanmeldcentrum van de IND. De opvanglocatie van het COA bij het aanmeldcentrum staat al langere tijd onder enorme druk, omdat er in het hele land te weinig opvangplekken zijn.
Niet iedere asielzoeker een bed
Het werd afgelopen zomer steeds moeilijker om iedere nieuwe asielzoeker in Ter Apel een bed te bieden. Vanaf juni zat de nachtopvang met 160 plekken vol. Eerst sliepen er asielzoekers een nacht in de sportzaal, daarna ook op stoelen in de wachtkamer van de IND en later daarnaast ook in crisisnoodopvang in de buurt. Toen er geen plek was in crisisnoodopvang sliepen er zelfs mensen noodgedwongen buiten. Ook stonden er overdag mensen buiten te wachten op de volgende stap van het aanmeldproces.
Ideale situatie in Ter Apel
Nieuwe asielzoekers melden zich bij aankomst in Nederland direct bij het aanmeldcentrum. De IND doet dan een voorregistratie en daarna doet AVIM de identificatie en verdere registratie. In de ideale situatie slapen mensen hooguit een nacht in de nachtopvang, bijvoorbeeld als ze ‘s avonds laat arriveren. Na het AVIM-traject krijgen asielzoekers een plek in de centrale ontvangstlocatie van het COA in Ter Apel. Alleenstaande jongeren krijgen meteen na aankomst een plek in de amv-locatie in Ter Apel.
Oorzaak crisis Ter Apel: tekort opvangplekken in hele land
Van een ‘ideale situatie’ is in Ter Apel al langere tijd geen sprake. De huidige situatie maakt het achterliggende probleem zichtbaar: het COA heeft een groot tekort aan opvangplekken. Er zijn niet voldoende woningen in Nederland, waardoor statushouders langer in een azc verblijven. Ook duurt de behandeling van een asielaanvraag langer, doordat de IND niet over genoeg medewerkers beschikt om alle aanvragen snel af te handelen. Bijna iedereen die asiel aanvraagt, meldt zich in Ter Apel. Als mensen vanuit Ter Apel niet naar een andere opvanglocatie kunnen, loopt het daar vast.
Wachtkamer Marnewaard
Op 10 september ging in Zoutkamp de zogenoemde wachtkamer voor Ter Apel open. In deze wachtkamer verblijven de mensen die door de IND geregistreerd zijn tot ze aan de beurt zijn voor de volgende stap in het aanmeldproces, de verdere registratie en identificatie door AVIM. Dit geeft lucht in Ter Apel en mensen weten beter wanneer ze die volgende stap kunnen zetten.
Plek in de centrale ontvangstlocatie
Als asielzoekers bij de AVIM zijn geweest, zouden ze naar de centrale ontvangstlocatie (col) van het COA moeten kunnen. De col in Ter Apel zit vol, en de plaatsen die daar vrijkomen worden meteen weer ingenomen door nieuwe mensen. Het blijft elke dag een puzzel om voor iedereen een plek te vinden. Daarbij gebruiken we nog steeds de sporthal, eventueel de wachtruimtes in het aanmeldcentrum en crisisnoodopvang in de buurt. Het gevaar dat er niet voor iedereen onderdak is, blijft op de loer liggen.
Geen fatsoenlijk bed is onmenselijk
Het is de missie van het COA om iedereen die daar recht op heeft een bed en begeleiding te bieden. Mensen geen fatsoenlijk bed kunnen bieden vindt iedereen zeer onwenselijk en onmenselijk. In Ter Apel doen we ons best om alle wachtende asielzoekers zo goed mogelijk op te vangen. In de zomerperiode plaatsten we buiten bijvoorbeeld luifels, toiletten en wasbakken en later ook douches, en deelden we maaltijden en speelgoed voor kinderen uit. We spanden ons tot het uiterste in om kwetsbaren binnen te laten slapen.
Hoge werkdruk voor COA-medewerkers
De werkdruk is voor COA-medewerkers al langere tijd hoog, ook in Ter Apel. De COA-medewerkers doen elke dag hun best om iedereen een bed te geven. Als dat niet lukt moeten ze mensen selecteren voor een nacht in de crisisnoodopvang en ervoor zorgen dat zij in de juiste bussen zitten. Afgelopen zomer was er ook extra aandacht nodig voor de wachtenden voor de poort: eten en drinken uitdelen, kwetsbaren selecteren. Tegelijkertijd is het vanwege krapte op de arbeidsmarkt lastig om extra mensen te vinden.
Hulp van samenwerkingspartners
Het COA is blij met alle hulp die samenwerkingspartners de afgelopen tijd hebben geboden aan wachtenden voor de poort. Artsen zonder Grenzen zorgde een tijd voor medische hulp. Het Rode Kruis en VluchtelingenWerk boden een luisterend oor en hielpen bij de selectie van kwetsbaren. Trigion en DJI en de politie speelden een grote rol in de beveiliging. De gemeente heeft het buitenterrein bij het aanmeldcentrum als veiligheidsrisicogebied aangemerkt, waardoor de politie meer bevoegdheden kreeg zoals preventief fouilleren.
Gevolgen voor inwoners Ter Apel: meer overlast
De crisissituatie betekent een extra belasting voor het dorp Ter Apel. Er ligt altijd al druk op Ter Apel. Er is hier een constant wisselende populatie van overlastgevers. Daardoor hebben ze in het dorp permanent last van overlast zoals winkeldiefstal en intimiderend gedrag. Daarnaast heeft de opvangcrisis zijn weerslag op het dorp. Het veld is nu leeg, maar maandenlang was er een kampement in de buitenlucht. Dat deed iets met COA-medewerkers, maar zeker ook met inwoners van Ter Apel. Niemand is blij met zo’n situatie.
”Asielzoekers worden statushouders (of vergunninghouders) op het moment dat ze een verblijfsvergunning krijgen. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) koppelt deze vergunninghouders aan gemeenten. Gemeenten moeten zorgen voor passende woonruimte voor statushouders.”
Asielzoekers worden statushouders (of vergunninghouders) op het moment dat ze een verblijfsvergunning krijgen. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) koppelt deze vergunninghouders aan gemeenten. Gemeenten moeten zorgen voor passende woonruimte voor statushouders.
Taakstelling huisvesting vergunninghouders
De Rijksoverheid bepaalt elk half jaar hoeveel vergunninghouders gemeenten een plaats moeten geven om te wonen. Dit aantal staat in de taakstelling voor huisvesting vergunninghouders. De verdeling over gemeenten hangt af van hoeveel mensen er in een gemeente wonen. Grotere gemeenten moeten meer vergunninghouders woonruimte bieden dan kleinere gemeenten.
Onderaan deze pagina staan de overzichten met de gegevens per gemeente over de huisvesting van statushouders.
Gemeente zorgt voor woning
Gemeenten beslissen zelf wat voor soort woning ze aanbieden. Het kan een zelfstandige (huur)woning zijn, een flexwoning of een gedeelde woning met meer mensen. Vaak doen gemeenten een beroep op sociale huurwoningen van woningcorporaties. Een statushouder mag ook zelf naar woonruimte zoeken.
Ondersteuning aan gemeenten om aan de huisvestingsopgave te voldoen
Door de hoge taakstelling moeten gemeenten veel statushouders huisvesten. Als zij woonruimte hebben, kunnen zij eerder integreren en meedoen in onze samenleving. De snelste manier om dat te bereiken is huisvesting in de bestaande woningen van woningbouwcorporaties. In de huidige woningmarkt blijkt dit lastig. Daarom zijn er verschillende maatregelen genomen.
Het kabinet, provincies en gemeenten hebben de ambitie om te zorgen voor 37.500 flexwoningen in de periode 2022-2024.
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft afspraken gemaakt over de bouw van ruim 935.000 woningen in de periode 2022 tot en met 2030 waarvan 2/3 betaalbaar.
De leden van de Landelijke Regietafel Migratie en Integratie (LRT) helpen hen bij die opgave. In de LRT zitten bestuurders van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Justitie en Veiligheid (JenV), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal overleg (IPO) en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA).
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties publiceert een actueel overzicht van mogelijkheden, ondersteuning en regelingen voor het huisvesten van aandachtsgroepen
COA verbindt vergunninghouders aan gemeenten
Wanneer een asielzoeker een verblijfsvergunning krijgt, verbindt het COA de vergunninghouder binnen 2 weken aan een gemeente waar diegene de beste kans heeft om in te burgeren. Om te bepalen bij welke gemeente de vergunninghouder past, verzamelt het COA informatie. Het gaat om informatie zoals:
grootte van het gezin;
land van herkomst;
taal;
bijzonderheden over de gezinshereniging;
mogelijke aanpassingen aan een woning;
aanwezigheid inschrijfbewijs studie;
opleiding;
werkervaring;
aanwezigheid arbeidscontract;
medische bijzonderheden;
netwerk;
plannen voor de toekomst.
Gemeenten hebben 10 weken de tijd om woonruimte te vinden. Gemiddeld duurt het nu langer voor ze een woning aangeboden krijgen, omdat er te weinig woningen zijn. Als de gemeente een woning heeft gevonden, hebben vergunninghouders 2 weken de tijd om te verhuizen.
”De Zondebokken van nu zijn moslims, Marokkanen, vluchtelingen,
niet-westerse allochtonen.
Maar ook de Joden.
Laten we bij de eerste Zondebokken-targets beginnen [ik probeer het kort
te houden]
Er is een Partij, de PVV, met haar Leider Wilders, die er vanaf haar oprichting haar Levenswerk van gemaakt heeft, haat en angst te zaaien tegen de Islam als religie [18], Marokkanen [19], niet westerse
allochtonen, vluchtelingen.
Het voert te ver alle voorbeelden daarvan te noemen, maar enkele in de titeltekst heb ik al genoemd:
PVV Leider Wilders noemde destijds 3 verdachten van een taximoord
”drie Beesten van Surinaamse afkomst” [20] en fulmineerde in diezelfde
Column tegen ”Criminele Allochtonen” [21], alsof er geen criminele autochtonen
zouden bestaan.
Deze zelfde Wilders is trouwens ook een groot voorstander van ”administratieve detentie” [detentie zonder vorm van proces” [22]
tegen potentiele terreurverdachten.
Ook de verwijzing naar ”omvolking” van Nederland [23], een fascistische
term, is uit Wilders” koker, zoals veel, veel meer.
Zoals ”achterlijke islamitische zandbaklanden” [24]
Zijn PVV Tweede Kamergenoot en Compaan Markuszower kan
er ook wat van:
Zo sprak hij over ”buitenlandse indringers uit Afrika en
het Midden-Oosten” [25] en dat Nederland is volgepropt met
””de verkeerde buitenlanders, die op onze welvaartsstaat parasiteren door en masse
niet te werken en onze Bijstandspotten op te eten,
die onze straten onveilig maken, die de gewone
Nederlander op de woningmarkt verdringen, die de
kwaliteit van het onderwijs aantasten…..”[26]
Ook is Markuszower Kampioen bangmaken:
Een uitspraak van hem
””En weet u, voorzitter, hoeveel migranten uit Afrika
en het Midden-Oosten nog naar onze regio willen komen, de komende jaren?
Dat zijn honderden miljoenen, zo niet een
miljard mensen” [27]
Niet alleen een complete leugen [28], maar leidend
tot bangmakerij.”
83 JAAR HERDENKING FEBRUARISTAKING/HERDENKING TOEN/
In Glasgow wordt deze dagen gesproken over klimaatverandering, maar volgens Stichting Vluchteling gaat het bij lange na niet genoeg over de mensen die door de gevolgen ervan op drift raken. De noodhulporganisatie komt vandaag met een petitie.
Het zijn cijfers die Tineke Ceelen, directeur van Stichting Vluchteling zonder moeite uit haar hoofd oplepelt. Op dit moment zijn er wereldwijd zo’n 82,4 miljoen mensen op de vlucht. Gebeurt er niets, dan zijn dat er in 2050 zo’n 216 miljoen, zo berekende de Wereldbank. Door klimaatverandering zullen de komende jaren steeds meer mensen op drift raken. Vanwege overstromingen of bosbranden, of vanwege spanningen die ontstaan wanneer water en voedsel schaars worden. Nu al ziet Stichting Vluchteling een sterke samenhang tussen wereldwijde conflicten en de klimaatcrisis. Maar de wereldleiders die in Glasgow bijeen zijn voor de klimaatconferentie, hebben te weinig aandacht voor die klimaatvluchtelingen, vindt Ceelen.
Het is de reden dat Stichting Vluchteling een petitie lanceert, die niet alleen de delegaties in Glasgow, maar vooral ook de Nederlandse politici oproept meer aandacht te hebben voor klimaatvluchtelingen. De boodschap volgens Ceelen: “Zet de oogkleppen af en zie wat er op ons af aan het komen is.”
U zegt: we zien nu al dat klimaatverandering ervoor zorgt dat mensen moeten vluchten. Heeft u daarvan een voorbeeld?
“Kijk bijvoorbeeld naar de Sahel. Ik heb zelf vele jaren in het noorden van Kameroen gewerkt. In het gebied waar nu Boko Haram steeds meer dood en verderf zaait. Door de droogte rukt de woestijn daar steeds verder op. Oogsten mislukken steeds vaker. Water is een heel groot probleem. Een heel concreet voorbeeld: in het noorden van Niger moeten we op dit moment naar water boren op een diepte van 80 tot 200 meter. Dat gaat niet zomaar.
En als je niet zomaar een waterput kunt slaan betekent dat dat je óf gaat verhuizen, óf gaat vechten om het laatste beetje water dat er nog is. Dat zie je op meer plekken op de wereld. Een landkaart met daarop de conflicten op de wereld en een landkaart met de gevolgen van klimaatverandering kun je eigenlijk zo over elkaar heen schuiven.”
Uw oproep richt zich ook op de Nederlandse politici. Wat kan Nederland doen om klimaatvluchtelingen beter te beschermen?
“De oproep is gericht aan de mensen in Glasgow, maar inderdaad ook aan de Nederlandse politiek. We zitten nu middenin de formatie. Dit is het moment om te laten zien dat je beseft dat er iets voor de deur staat waar we nu iets aan kunnen doen.
Allereerst zijn er financiële middelen nodig. We moeten niet beleid maken op: hoe houd ik vluchtelingen weg, maar juist denken: hoe creëer ik omstandigheden waardoor vluchtelingen kunnen blijven waar ze zijn? De landen in de Sahel, of ook bijvoorbeeld Afghanistan, zijn geen landen die budgetten hebben om iets te doen aan de gevolgen van klimaatverandering. Mensen zullen dus gedwongen zijn om een veilig heenkomen te zoeken elders.
Als wij vinden dat Europa het veilige heenkomen niet kan bieden, dan zullen we er rekening mee moeten houden dat we daarginds moeten helpen. Dat moeten we samen doen met andere landen, maar Nederland zou heel mooi de aanjager kunnen zijn van die internationale samenwerking. Zeker met iemand als mevrouw Kaag in het kabinet straks, iemand met heel veel internationale ervaring.”
“Daarnaast willen we als Stichting Vluchteling ook dat naar de juridische status van klimaatvluchtelingen gekeken wordt. Voor vluchtelingen die op de vlucht slaan door oorlog en geweld is er een juridisch kader: sinds de Tweede Wereldoorlog hebben we internationaal humanitair recht en vluchtelingenverdragen. Tezamen bieden die een redelijke paraplu om mensen die vanwege een conflict vluchten te verzekeren van veiligheid. Maar mensen die primair vluchten vanwege klimaatverandering vallen daarbuiten, en hebben dus geen enkele bescherming als ze over de grens gaan.
Ook voor deze mensen heeft Nederland een verantwoordelijkheid. Nederland is één van die rijke landen die ook bijgedragen heeft aan klimaatverandering.”
Dat zijn dus de juridische definities die bepalen wanneer iemand erkend vluchteling is, en dus recht heeft op bescherming? Ook in Europa als dat zo uitkomt?
“Ja. Het maakt mij niet zoveel uit of vluchtelingen beschermd worden in Europa of daar waar ze zijn, maar in ieder geval is het belangrijk dat je een juridisch kader bouwt om hen die bescherming te bieden. Die is er nu niet. En het is wel heel wrang dat wij de aanjagers zijn voor klimaatverandering en dat wij vervolgens ook muren en prikkeldraad bouwen om de mensen tegen te houden die daar de hoogste prijs voor betalen.”
Haal grondstoffen voor energie op een gelijkwaardige manier uit Afrika. Dat betogen Charity Migwi van 350Africa.org en Marius Troost van Both ENDS namens een groot aantal organisaties.
De relaties tussen Nederland en Afrikaanse landen worden veel gelijkwaardiger, zo belooft het kabinet in de ‘Afrikastrategie’ waarover de Tweede Kamer binnenkort debatteert.
Maar wie beter leest, ziet dat de strategie gericht is op het veiligstellen van grondstoffen voor de Nederlandse energietransitie en veel minder op de belangen van de Afrikaanse landen waar die grondstoffen vandaan komen.
Juist nu de energietransitie in een stroomversnelling komt, moet Nederland inzetten op duurzame, gelijkwaardige handelsrelaties waarbij mensenrechten, milieu en autonomie centraal staan.
Grondstoffen worden nu aan het mondiale Zuiden onttrokken voor weinig geld en vaak onder slechte arbeidsomstandigheden en door multinationale bedrijven geëxporteerd naar het Noorden. Lokale gemeenschappen in het Zuiden krijgen te lijden onder ontbossing, milieuvervuiling, uitbuiting en schade aan de gezondheid. In plaats van welvaart hebben veel grondstofrijke Afrikaanse landen enorme schulden en energie-armoede.
Voetafdruk
De disproportionele gevolgen die klimaatverandering heeft voor het Zuiden komen hier bovenop, vooral veroorzaakt door de fossiele voetafdruk van westerse landen. Vrouwen, meisjes en de inheemse bevolking worden extra hard geraakt.
De vraag naar (zeldzame) metalen en mineralen – voor windturbines, zonnepanelen en batterijen – zal snel fors toenemen. Om nog ergere klimaatverandering af te wenden moet Nederland snel helemaal afstappen van fossiele brandstoffen, zijn enorme energieverbruik en consumptie terugdringen en vol inzetten op hernieuwbare energie.
De grondstoffen daarvoor worden op dit moment voor een groot deel gewonnen op het Afrikaanse continent, door mijnbouwbedrijven die het met mensenrechten en milieuregels niet nauw nemen. Om te voorkomen dat de westerse energietransitie opnieuw decennia van milieuvervuiling, watertekorten en mensenrechtenschendingen veroorzaakt in Afrika, is het noodzaak de handel in mijnbouwproducten streng te reguleren. In de Afrikastrategie wordt daarover vooralsnog met geen woord gerept.
Met het enorme potentieel voor zon- en windenergie en de rijkdom aan transitiegrondstoffen hebben Afrikaanse landen een unieke kans om zelf een duurzaam energiesysteem op te zetten. Dat lukt alleen als het mondiale Noorden rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid centraal stelt in zijn energietransitie.
In de Afrikastrategie lijkt gelijkwaardigheid vooralsnog vooral van pragmatische aard: Afrikaanse landen weten dat ze veel grondstoffen hebben, maar zijn gewaarschuwd door het koloniale verleden. Om toegang te krijgen tot die grondstoffen, moet Nederland zich daarom anders opstellen.
Afhankelijkheid
Om gelijkwaardigheid te bereiken, lijkt het kabinet vooral instrumenten in te gaan zetten die al bestaan en die voortkomen uit een ongelijkwaardig verleden. De exportkredietverzekering bijvoorbeeld, die de risico’s dekt van het Nederlandse bedrijfsleven, maar niet van de lokale bevolking. Deze exportkredietverzekering is weinig transparant en zwak als het gaat om het naleven van mensenrechten en milieunormen.
Hoe gaat de Nederlandse regering ervoor zorgen dat Afrikaanse landen zelf ook een hernieuwbare industrie kunnen opbouwen, in plaats van afhankelijk te zijn van buitenlandse bedrijven? En wat gaat Nederland doen aan zijn gigantische grondstoffenvoetafdruk, waarvoor gemeenschappen elders de prijs betalen?
Deze vragen worden in de Afrikastrategie nog niet beantwoord. Het is aan Kamerleden om daar helderheid over te krijgen. Nederland heeft een historische kans om zijn energiesysteem op een eerlijke manier te hervormen. Dat betekent niet alleen afscheid nemen van het fossiele-energiesysteem, maar ook van het oneerlijke handelssysteem.
Dit stuk is mede-ondertekend door de volgende organisaties: ActionAid, CARE Nederland, Fair Climate Fund, Hivos, IUCN NL, Milieudefensie, Save the Children, Simavi, WECF, WO=MEN Dutch Gender Platform en WWF-NL
TROUW
AFRIKAANSE LEIDERS BIJTEN VAN ZICH AF: ”WESTEN SCHIJNHEILIG”
Het is de Afrikaanse klimaattop, klinkt het in Sharm-el-Sheik. En zeker na een jaar waarin klimaatverandering zorgt voor verwoestende overstromingen en verzengende droogte, eisen Afrikaanse landen toezeggingen van de rest van wereld.
“Kenia heeft te maken met de ergste droogte en voedselcrisis in veertig jaar”, donderde William Ruto deze week vanachter het spreekgestoelte in Sharm-el-Sheik. “Twee jaar zonder regen hebben miljoenen mensen in de hoorn van Afrika in de ellende gestort. Het is overduidelijk dat klimaatverandering ons leven, gezondheid en toekomst bedreigt”, zei Ruto.
Zijn boodschap: Afrika vangt de klappen op. En dat terwijl Afrika nauwelijks bijdraagt aan de uitstoot die de klimaatverandering veroorzaakt.
De eerste week van de klimaatconferentie COP27, waarin de leiders van landen op de klimaattop in Egypte hun praatjes afdraaiden, was de roep om solidariteit de belangrijkste boodschap van Afrikaanse leiders. Daarbij werd het podium ook meermaals gebruikt om af te geven op het schijnheilige Westen.
Europese gaszorgen zijn hypocriet
Voor deze frustraties op het continent valt wel iets te zeggen. The Economist rekende voor dat de gemiddelde Afrikaan in een jaar net zoveel energie verbruikt als een Amerikaanse koelkast. En zelfs al zouden alle inwoners van sub-Sahara-Afrika van de ene op de andere dag vijf keer zoveel gasgestookte energie gaan verbruiken, dan zou dat de wereldwijde uitstoot maar met één procent doen toenemen.
Het Westen ziet liever dat Afrikaanse landen vervuilende grondstoffen in de grond laat zitten. Lang hield het investeringen in bijvoorbeeld gasvelden helemaal af. Dat gas onder druk van Oekraïne-oorlog nu opeens wél een groen label krijgt, wat die investeringen alsnog mogelijk moet maken, zorgt voor opgetrokken wenkbrauwen onder Afrikaanse leiders.
Want, zo klinkt het – wij mogen niet met fossiele grondstoffen onze economieën aanzwengelen, maar als jullie het ‘s winters koud krijgen kan het opeens wel? President Macky Sall van Senegal, tevens voorzitter van de Afrikaanse Unie, plaatste op de klimaatconferentie nog maar eens vraagtekens bij de Westerse oproep om per direct te stoppen met fossiele grondstoffen. Afrikaanse landen moeten nu eenmaal gas geven om de economische achterstand nog enigszins goed te maken, zei Sall. “Voor alle duidelijkheid: we zijn voor het terugdringen van uitstoot. Maar Afrikanen zullen niet accepteren dat hun belangen worden genegeerd”.
‘Jullie moeten betalen voor klimaatschade’
Een ruilmiddel om die vervuilende grondstoffen toch in de grond te laten zitten zijn betalingen voor klimaatschade, voor ‘loss & damages’, dat Afrikaanse leiders dit jaar hoog op de agenda proberen te krijgen.
“En dat heeft niks met liefdadigheid of noodsteun te maken. Jullie moeten betalen voor wat jullie gebruikt hebben. Waar jullie voordeel uit hebben behaald”, zo verwoordde president Lazarus Chakwera van Malawi het tegenover de BBC, waarbij hij uithaalde naar het Westen die de gedane beloftes nog altijd niet nakomt. “Waarom hebben we hier nog steeds over? Omdat iemand niet wil betalen.”
Er is een sterke lobby vanuit ontwikkelingslanden om deze herstelbetalingen in de slotverklaring van de klimaatconferentie te krijgen. Net als de vorige keer, overigens – alleen klimaatonderzoeker Paul Behrens ziet nu meer kansen voor toezeggingen.
Welk prijskaartje moet eraan hangen?
“Kort gezegd gaat het hierbij om een tegemoetkoming voor de schade – de economische schade, maar ook het verlies aan mensenlevens – veroorzaakt door klimaatverandering. Dan ben je dus al voorbij klimaatadaptie of mitigatie, we hebben het dan al over het lijden, veroorzaakt door een opwarmende aarde”, zegt Behrens, verbonden aan de Universiteit Leiden.
Dat is dit jaar extra pregnant, niet alleen omdat de klimaattop op het Afrikaanse continent plaatsvindt, maar ook omdat juist Afrika het afgelopen jaar is geteisterd door verwoestende regenval en dodelijke overstromingen; of juist door verzengende droogte, met uitgeroeide veestapels en enorme hongersnood tot gevolg.
Alleen hebben rijke landen moeite om daar een prijskaartje aan te hangen – en dat vervolgens te betalen, legt Behrens uit. En andersom hebben ontwikkelingslanden weinig vertrouwen in de rijke landen. Dit aangezien er weliswaar al heel lang over wordt gepraat, maar er tot nu toe nog maar weinig is overgemaakt. Behrens begrijpt de frustratie van Afrikaanse landen dan ook maar al te goed. En die zit hem nog ergens in, legt hij uit.
Risicovolle investeringen
Namelijk in de oproep van westerse landen om de Afrikaanse elektrificatie te vergroenen. Meer dan 600 miljoen mensen in Afrika hebben momenteel nog geen toegang tot elektriciteit. Dat biedt ook kansen: om de vervuilende fossiele stap helemaal over te slaan, en meteen te gaan voor duurzame alternatieven. Maar dat is wensdenken, meent Behrens, helemaal omdat datzelfde Westen het voor veel ontwikkelingslanden heel moeilijk maakt geld op te halen voor de benodigde duurzame investeringen.
Voor een windmolenpark is allereerst een veel hoger startkapitaal nodig dan voor een gasinstallatie, legt hij uit. “De aanvankelijke investeringen in gasproductie zijn relatief laag, daarna blijft het geld kosten. Bij duurzame energieis het andersom: je hebt een groot startkapitaal nodig, maar als de windmolen eenmaal draait, kost hij weinig meer in onderhoud.”
Alleen is zo’n startkapitaal juist voor veel Afrikaanse landen zonder grote geldreserves een probleem. En die kunnen ook nog eens veel moeilijker kapitaal lenen bij veelal westerse banken. Bedenk ook dat die banken investeringen in gas als veiliger zien – en dus tegen veel lagere rentes aanbieden. Wil je als overheid in Senegal, Malawi of Nigeria kapitaal lenen om in een aan te leggen windpark te investeren, betaal je daar een hogere risico-opslag dan voor bijvoorbeeld een pijpleiding.
Vandaar zo’n oproep van Macky Sall, zegt Behrens. Het Westen kan wel willen dat Afrikaanse landen in hun elektrificatie de hele fossiele fase overslaan – maar dan moet ze dat wel mogelijk gemaakt worden. Zo lang het door de opstelling van westerse banken goedkoper en makkelijker is voor Senegal of Malawi om middels een gasinstallatie hun steden van elektriciteit te voorzien, heeft het Westen boter op het hoofd als verwacht wordt dat ze in één stap de sprong naar hernieuwbare energie maken.
EINDE ARTIKEL
[7]
WILDERS SPREEKT/OVER ”OMVOLKING”/VLUCHTELINGEN
ALS ”HYENA’S EN ”ACHTERLIJKE ISLAMITISCHE ZANDBAKLANDEN”
”[1.21] En omdat Nederland de afgelopen decennia volgepropt is met de verkeerdebuitenlanders, die op onze welvaartsstaat parasiteren door en masseniet te werken en onze Bijstandpotten op te ete, die onze straten onveiligen onguur maken, die de gewone Nederlander op de woningmarkt verdringen, die de kwaliteit van het onderwijs aantasten….”
””Dank u wel, voorzitter.Met maar liefst vijf bewindspersonen vandaag een debat over de opvangvan de Oekraiense vluchtelingen, waarvan wij van de PVV zeggen, dat datals de buurlanden van Oekraine het niet meer aankunnen, dan kunnen wijin Nederland tijdelijk en beperkt ruimte maken voor de opvang van deOekraiense vrouwen en kinderen door de instroom van al die buitenlandseindringers uit Afrika en dat donkere Midden-Oosten te stoppen. [0.23]”
”[2.40] En weet u, voorzitter, hoeveel migranten uit Afrika en het Midden-Oostennog naar onze regio toe willen komen, de komende jaren?Dat zijn honderden miljoenen, zo niet een miljard mensen. [2.49]Dat gaat dus niet, voorzitter……”
Niets is minder waar. Hoewel het gesprek over migranten en vluchtelingen in de media vaak focust op de (levensgevaarlijke) tocht met bootjes op de Middellandse Zee, blijft het overgrote deel van vluchtelingen vlakbij hun thuisland. 85 procent van alle vluchtelingen wordt opgevangen in de regio van crisisgebieden. De landen die wereldwijd de meeste vluchtelingen opvangen, zijn Turkije, Pakistan en Libanon. Een klein deel van alle vluchtelingen wordt dus opgevangen in Westerse landen, en het aandeel van Nederland daarin is nog een stuk kleiner.
Hoe zit het nou echt? We hebben een aantal veelgehoorde beweringen over vluchtelingen en migranten voor je onder elkaar gezet en uitgezocht.
1. Ze komen allemaal hierheen
Niets is minder waar. Hoewel het gesprek over migranten en vluchtelingen in de media vaak focust op de (levensgevaarlijke) tocht met bootjes op de Middellandse Zee, blijft het overgrote deel van vluchtelingen vlakbij hun thuisland. 85 procent van alle vluchtelingen wordt opgevangen in de regio van crisisgebieden. De landen die wereldwijd de meeste vluchtelingen opvangen, zijn Turkije, Pakistan en Libanon. Een klein deel van alle vluchtelingen wordt dus opgevangen in Westerse landen, en het aandeel van Nederland daarin is nog een stuk kleiner.
2. Het merendeel van de vluchtelingen is man
Regelmatig zien we, vaak via sociale media, opmerkingen voorbij komen over ‘al die mannen die op de vlucht slaan’, en hun vrouw en kinderen zouden achterlaten in hun thuisland. De cijfers laten zien dat dit onjuist is. De verdeling van mannen en vrouwen die wereldwijd op de vlucht slaan is gelijk, blijkt uit het jaarlijkse Global Trend Rapport. Er zijn dus evenveel mannen als vrouwen op de vlucht. Wel is het zo dat de groep vluchtelingen die uiteindelijk in Nederland terecht komt, voor 75% uit mannen bestaat. Het zijn vaak vaders die vervolgens gezinshereniging aanvragen voor hun vrouw en kinderen.
3. De meeste vluchtelingen zijn gelukszoekers
Niemand kiest ervoor om te moeten vluchten. Uit angst voor oorlog of geweld laten vluchtelingen vaak alles achter: familie en vrienden, hun huis, baan of school. De reis die vluchtelingen afleggen op zoek naar een veilige plek is vaak levensgevaarlijk. De vraag of iemand in een ander land mag blijven of niet, wordt zeer nauwkeurig overwogen (vaak door de overheid). Mensen die om economische redenen hun land verlaten, krijgen bijvoorbeeld geen vluchtelingenstatus toegekend.
4. Vluchtelingen zijn illegaal
Vaak moeten mensen plotseling en in het geheim vluchten, bijvoorbeeld uit angst voor vervolging of vanwege sexuele geaardheid. Reisdocumenten worden soms achtergelaten of worden in beslag genomen, en door visavereisten is het vaak niet mogelijk om het vliegtuig te nemen. Irregulier reizen (vaak “illegaal” genoemd) is meestal de enige mogelijkheid voor vluchtelingen. Dit is vaak erg duur én gevaarlijk. Zodra vluchtelingen asiel aanvragen, krijgen ze een tijdelijke verblijfsvergunning en zijn dan legaal in Nederland. Asiel aanvragen is een mensenrecht. Illegale vluchtelingen bestaan dus niet.
5. Vluchtelingen en migranten zijn hetzelfde
Last but not least: de termen asielzoekers, migranten en vluchtelingen betekenen niet hetzelfde. Deze termen worden vaak met elkaar verward. Migranten en vluchtelingen met elkaar verwarren, kan leiden tot misvattingen over asiel en migratie, en kwalijke gevolgen hebben voor vluchtelingen en asielzoekers.
Vluchtelingen zijn mensen die in hun land van herkomst gegronde vrees hebben voor vervolging. Redenen voor vervolging kunnen zijn: ras of nationaliteit, godsdienst, politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde sociale groep . Een vluchteling kan in eigen land geen bescherming krijgen van de overheid tegen deze vervolging. Vluchtelingen krijgen deze status omdat het voor hen te gevaarlijk is om terug te keren naar hun thuisland. Het weigeren van asiel kan voor deze mensen mogelijk dodelijke gevolgen hebben.
Migranten verlaten hun land meestal op vrijwillige basis, en vaak in de hoop op een beter leven elders. Het onderscheid tussen ‘vluchteling’ en ‘migrant’ is essentieel. Vluchtelingen verlaten hun thuisland niet vrijwillig. In tegenstelling tot vluchtelingen kunnen migranten vaak wel veilig terugkeren naar hun land van herkomst.
Een asielzoeker is iemand die asiel heeft aangevraagd maar wacht op een beslissing op zijn of haar aanvraag. In Nederland kan iemand bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) asiel aanvragen.Daarna ben je asielzoeker. Een asielzoeker krijgt een verblijfsvergunning wanneer hij of zij erkend wordt als vluchteling. Omdat asiel aanvragen een mensenrecht is, bestaan ‘illegale asielzoekers’ dus ook niet.
De Bahreinse asielzoeker Ali Mohammed al-Showaikh is in zijn vaderland gearresteerd nadat hij door Nederland was uitgezet. De aanhouding gebeurde ogenblikkelijk na aankomst op het vliegveld van Manama op 20 oktober vorig jaar. Hij kon worden uitgezet omdat hij bij terugkeer geen gevaar zou lopen, volgens de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
Volgens Amnesty International en Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland (VVN) wordt Al-Showaikh in detentie waarschijnlijk mishandeld en zelfs gemarteld. Beide organisaties roepen de Nederlandse regering op zich in te zetten voor de rechten van de arrestant door de autoriteiten van het vorstendom op de zaak aan te spreken. Ook maken zij zich zorgen over de handelwijze van de IND. Volgens hen was van tevoren bekend dat iemand als Al-Showaikh bij terugkeer risico zou lopen en noemen het onbegrijpelijk dat die informatie onvoldoende is meegewogen bij de beslissing tot uitzetting.
De 27-jarige Al-Showaikh wordt in Bahrein beschuldigd van terroristische activiteiten. Volgens Bahreinse mensenrechtenorganisaties is dat onzin. Hij zou eenmaal, in 2011, hebben meegedaan aan een demonstratie tegen de regering.
De autoriteiten lijken het vooral op Al-Showaikh voorzien te hebben vanwege diens broer Fayyad. Die heeft asiel gekregen in Duitsland en werkt daar voor een kritische website. Toen hij zijn land in 2015 verliet, werd hij ervan beschuldigd een terroristische organisatie te leiden. Volgens Amnesty en VVN hebben de autoriteiten van Bahrein zich in het verleden meermaals schuldig gemaakt aan het onder druk zetten van critici door familieleden te arresteren of te mishandelen. Al-Showaikh zou onder druk een bekentenis hebben getekend. Vertrouwelijke toegang tot een advocaat heeft hij tot nu niet gehad.
Verslechtering van mensenrechtensituatie
Sinds 2016 is de mensenrechtensituatie in Bahrein ernstig verslechterd. De autoriteiten hebben het gemunt op mensenrechtenverdedigers, advocaten, journalisten, politieke activisten, sjiitische geestelijken en vreedzame demonstranten. Zelfs activisten die in het buitenland wonen werden het doelwit van intimidatie en bedreigingen. Uit onderzoek van Amnesty International blijkt dat meerdere critici van het regime de afgelopen jaren bij aankomst in Bahrein zijn gearresteerd.
De bevolking van Bahrein bestaat voor circa 70 procent uit sjiieten. De macht is echter in handen van soennieten; het koningshuis is soennitisch. Demonstraties van sjiieten in het jaar van de Arabische Lente, 2011, werden hardhandig neergeslagen met behulp van een troepenmacht uit buurland Saoedi-Arabië. Ook Al-Showaikh is sjiiet. In 2017 kwam hij in Nederland aan.
Amnesty International en VVN roepen Nederland op zich ervoor in te zetten dat al-Showaikh direct vertrouwelijk toegang krijgt tot een advocaat en wordt beschermd tegen marteling en onmenselijke behandeling. Ook willen zij dat onafhankelijk wordt onderzocht of Nederland zich schuldig heeft gemaakt aan het schenden van het principe van ‘non-refoulement’ (het verbod op terugzending naar een land waar de vluchteling vervolging te vrezen heeft of waar zijn veiligheid in gevaar is).
VluchtelingenWerk pleit er bovendien voor dat de IND uitzettingen naar Bahrein opschort, totdat duidelijk is wat er precies zaak is gebeurd met Al-Showaikh. Een woordvoerder van de IND zegt desgevraagd dat de dienst niet reageert op individuele gevallen.
EINDE BERICHT
AMNESTY INTERNATIONAL
DOOR NEDERLAND UITGEZETTE VLUCHTELING KRIJGT ZONDER
Ali Mohammed al-Showaikh, een vluchteling die direct nadat hij vorig jaar door Nederland was uitgezet naar Bahrein werd gearresteerd en gedetineerd, heeft afgelopen donderdag zonder eerlijk proces een levenslange gevangenisstraf gekregen. VluchtelingenWerk Nederland en Amnesty International reageren vol afschuw op deze onterechte veroordeling en stellen dat Nederland zich, met het terugsturen van Al-Showaikh, schuldig heeft gemaakt aan een ernstige mensenrechtenschending.
UPDATE 4 JUNI 2020
De Nederlandse ambassadeur van Bahrein is zeer kritisch over de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND): die had informatie bij de ambassade moeten inwinnen over de risico’s van deze uitzetting. Volgens hem waren die risico’s groot, alleen al om het feit dat Al-Showaikh sjiiet is. Uit een eerder verschenen inspectierapport bleek al dat steken had laten vallen in het onderzoeken van zijn asielrelaas. Volgens Amnesty is het hoog tijd dat de IND zijn levensgevaarlijke fouten erkent, ervan leert en nieuwe voorkomt.
(einde update)
05-03-2019
Oneerlijk proces
Hoewel algemeen bekend is hoe Bahrein omgaat met familieleden van politiek activisten besloot Nederland om Al-Showaikh uit te leveren aan Bahrein. Amnesty en VluchtelingenWerk Nederland roepen de Nederlandse overheid op om alles op alles te zetten om ervoor te zorgen dat Bahrein Al-Showaikh in vrijheid stelt.
Sinds oktober zat Al-Showaikh zonder vertrouwelijke toegang tot een advocaat gevangen, tekende hij onder druk een bekentenis en zijn er sterke aanwijzingen dat hij is mishandeld. Afgelopen donderdag werd hij veroordeeld op basis van brede en vaag geformuleerde terrorismewetgeving. Ook kreeg hij een boete van 1.170 euro en werd zijn nationaliteit ingetrokken, waardoor hij nu ook stateloos is.
Verantwoordelijkheid Nederlandse overheid
Door Ali Mohammed al-Showaikh terug te sturen naar zijn land van herkomst maakte Nederland zich schuldig aan het non-refoulementprincipe (het verbod op terugzending naar een land waar de vluchteling vervolging te vrezen heeft of waar zijn leven of veiligheid in gevaar is). De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) had moeten weten dat Al-Showaikh in Bahrein gevaar zou lopen. VluchtelingenWerk Nederland en Amnesty International roepen de Nederlandse overheid op om:
Alles op alles te zetten om ervoor te zorgen dat Al-Showaikh in vrijheid wordt gesteld.
Onafhankelijk onderzoek te doen naar de werkwijze van de IND.
Voorlopig te stoppen met uitzettingen naar Bahrein en geen negatieve beslissingen te nemen.
Angst voor vervolging
Al-Showaikh reisde in 2017 naar Nederland uit angst voor vervolging. Zijn broer ontvluchtte Bahrein al eerder vanwege zijn politieke activiteiten en kreeg asiel in Duitsland. Bahreinse autoriteiten staan er om bekend politieke opposanten en hun familieleden te beschuldigen van terrorisme om hen zo het zwijgen op te leggen. Human Rights Watch maakt in hun meest recente jaarboek melding van een zaak waarbij drie familieleden van de mensenrechtenactivist Sayed Ahmed al-Wadaei veroordeeld zijn voor dubieuze, aan terrorisme gerelateerde aanklachten die als vergelding lijken te dienen voor zijn activiteiten.
Ondanks de openbare informatie en de verslechterde mensenrechtensituatie in Bahrein, heeft Nederland Al-Showaikh gedwongen naar Bahrein uitgezet. Vlak voor zijn uitzetting gaf Al-Showaikh nog aan dat hij desnoods bereid was zelfstandig te vertrekken naar een ander land om uitzetting naar Bahrein te voorkomen.
Australische voetballer Hakeem
Recent was de zaak van de voetballer Hakeem Ali al-Araibi, een door Australië erkende vluchteling, in het nieuws. Tijdens zijn huwelijksreis in Thailand werd hij opgepakt omdat de Bahreinse autoriteiten via Interpol een verzoek tot zijn uitlevering hadden gedaan. In afwezigheid was Al-Araibi veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf voor ‘aan terrorisme gerelateerde vergrijpen’, waaronder een aanval op een politiestation, terwijl hij op dat moment aan het voetballen was. Onder druk van de Australische autoriteiten is hij vrijgelaten en kon hij veilig terugkeren naar Australië.
MAASTRICHT – Een uitgewezen 60-jarige Afghaanse vluchteling, die tot 2006 vijf jaar lang in Maastricht heeft gewoond en voor wie Gerd Leers als toenmalig burgemeester nog in de bres sprong, is in de Afghaanse hoofdstad Kabul door de Taliban vermoord. Dat gebeurde in september 2010, bijna vijf jaar nadat toenmalig minister Rita Verdonk (Vreemdelingenzaken) de uitgeprocedeerde asielzoeker had teruggestuurd.
Dat maakte voorzitter Paul Rutten van werkgroep Vluchtalarm Maastricht woensdag bekend op basis van informatie van familie van de Afghaan. De 60-jarige man, Nezam Azimi, stond in Afghanistan bekend als tegenstander van de Taliban. Hij vluchtte in 2001 naar Nederland en vroeg politiek asiel aan. Toen hij in 2006 werd uitgewezen vroeg burgemeester Leers in een bief aan Verdonk de man alsnog een verblijfsstatus te verlenen. Maar Verdonk bleef bij haar besluit. Opgepakt en gemarteld De man vluchtte naar Nederland, nadat de Taliban hem enkele malen hadden opgepakt en gemarteld. In Maastricht was hij actief in allerlei maatschappelijke organisaties, zoals Vluchtalarm en Amnesty. Beide organisaties onderzoeken nu wat er precies gebeurd is.
Volgens een in Breda wonende dochter hield haar vader zich in Kabul de afgelopen jaren schuil voor de Taliban, die hem zochten. In september moest hij op zoek naar werk en vonden de Taliban hem. Hij werd ontvoerd en vermoord. Voorzitter Rutten van Vluchtalarm wees woensdag op de inzet van Leers, die indertijd alles in het werk stelde om de man in Nederland te houden. De oud-burgemeester van Maastricht is nu minister van Immigratie en Asiel. Hij liet dinsdag weten dat hij overweegt burgemeesters in uitzonderlijke gevallen te laten beslissen over de toelating van asielzoekers.
Reactie Leers Minister Gerd Leers (Immigratie en Asiel) betreurt de dood van de Afghaan die in 2006 Nederland moest verlaten, nadat hij hier vergeefs asiel had aangevraagd. Als burgemeester van Maastricht nam Leers het destijds op voor de man, die vijf jaar in Maastricht heeft gewoond. Leers vroeg toenmalig minister Rita Verdonk de Afghaan een verblijfsstatus te verlenen.
Volgens zijn woordvoerder noemt de minister de gewelddadige dood van de voormalige asielzoeker tragisch. De man werd in de Afghaanse hoofdstad Kabul door de Taliban vermoord, meldt zijn familie.
Leers zegt de toedracht van de dood van de man niet te kennen, maar gaat er wel van uit dat de berichten kloppen. Via zijn woordvoerder wijst hij erop dat de procedure destijds zorgvuldig was en dat er vier jaar zit tussen het vertrek van de Afghaan en zijn overlijden.
EINDE BERICHT
[13]
WE ARE HERE VLUCHTELINGEN RUDOLF
DIESELSTRAAT/VERVOLG VAN EEN TRAGEDIE/STRIJD GAAT DOOR!
De brede vergadering van Platform Stop Racisme & Fascisme heeft onderstaande tekst opgesteld en roept iedereen en alle maatschappelijke organisaties op om het te ondertekenen en zoveel mogelijk actief mee te doen. Het is dringend nodig!
Extreemrechts dreigt het voor het zeggen te krijgen in Nederland. Dit bedreigt iedereen die in een solidaire en rechtvaardige samenleving wil leven: een samenleving waar iedereen welkom is, zonder racisme en waar een veilig klimaat boven winst gaat.
Samen slaan we de handen ineen voor die rechtvaardige samenleving. Samen staan we op tegen racisme, fascisme, antisemitisme, moslimhaat, lhbtq+-haat en komen op voor iedereen die bedreigd wordt door extreemrechtse politiek.
We roepen alle democratische partijen en maatschappelijke organisaties op om extreemrechts geen podium te geven en op geen enkele manier samen te werken met ondemocratische, racistische en fascistische partijen.
Samen sluiten we een Nieuw Maatschappelijk Contract: Geef haat geen macht!
17 maart gaan we samen de straat op in Den Haag om juist voor de deur van de Macht duidelijk te maken dat we niet willen leven in een land waar extreemrechts regeert.
Doe mee !
Dit is een initiatief van Platform Stop Racisme & Fascisme
1. Everyone has the right to liberty and security of person. No one shall be subjected to arbitrary arrest or detention. No one shall be deprived of his liberty except on such grounds and in accordance with such procedure as are established by law.
”INTERNATIONAAL VERDRAG INZAKE BURGERRECHTEN EN POLITIEKE RECHTEN”
https://wetten.overheid.nl/BWBV0001017/1979-03-11
”
Artikel 1
62
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.”
1. In this Convention, the term “racial discrimination” shall mean any distinction, exclusion, restriction or preference based on race, colour, descent, or national or ethnic origin which has the purpose or effect of nullifying or impairing the recognition, enjoyment or exercise, on an equal footing, of human rights and fundamental freedoms in the political, economic, social, cultural or any other field of public life.
INTERNATIONAL CONVENTION ON THE ELIMINATION OF ALL FORMS OF RACIAL DISCRIMINATION
Minderjarige veiligelanders uit Marokko die in Ter Apel en andere delen van Nederland voor overlast zorgen, komen vaak uit gezinnen waarin al problemen waren met geweld, misbruik en drugsverslaving.
Dat valt te herleiden uit het rapport I have nothing to loseover het rondreisgedrag van alleenstaande Marrokaanse minderjarigen.”
….
….
”De veelal jongens die zich aanmelden en die problemen hebben met hun mentale gezondheid, drugsverslaafd zijn en/of gedragsproblemen hebben, komen vaak uit (zeer) sociaal-economisch achtergestelde gezinnen, waarin geweld, misbruik en drugsmisbruik voorkomen.”
Minderjarige veiligelanders uit Marokko die in Ter Apel en andere delen van Nederland voor overlast zorgen, komen vaak uit gezinnen waarin al problemen waren met geweld, misbruik en drugsverslaving.
Dat valt te herleiden uit het rapport I have nothing to loseover het rondreisgedrag van alleenstaande Marrokaanse minderjarigen.
Onderzoekers van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid interviewden professionals, waaronder begeleiders van asiel-opvangcentra in Nederland, België, Frankrijk, Spanje en Italië. Daarbij gaat het ook over minderjarigen die asiel aanvragen in Nederland, wat ze doen bij het aanmeldcentrum in Ter Apel.
Zijn ze echt minderjarig?
Volgens het rapport is de werkelijke leeftijd van de alleenstaande minderjarige veiligelanders onderwerp van discussie bij de Nederlandse en Belgische begeleiders. ‘Begeleiders hebben het vermoeden dat een deel van de groep meerderjarig is. De leeftijd die jongeren zelf aangeven, varieert van 15 tot 17 jaar. Er zijn ook minderjarigen die jonger zijn’, valt erin te lezen.
De veelal jongens die zich aanmelden en die problemen hebben met hun mentale gezondheid, drugsverslaafd zijn en/of gedragsproblemen hebben, komen vaak uit (zeer) sociaal-economisch achtergestelde gezinnen, waarin geweld, misbruik en drugsmisbruik voorkomen.
Onder andere extreme armoede, laagbetaalde banen en het gebrek aan betaalbaar onderwijs zorgen ervoor dat ze willen migreren. Ze worden daarbij niet altijd gepusht door hun familie, zo blijkt. Soms willen jongeren zichzelf in Europa bewijzen tegenover hun ouders.
Nederland heeft ‘vriendelijke politie’
Omdat deze groep weinig tot geen kans heeft op een verblijfsvergunning in Nederland, wordt ons land door deze jongeren niet gezien als bestemming. Ze zien het als een van de verschillende landen in een doorreis. Toch hebben de jonge veiligelanders zo hun redenen om in Ter Apel aan te kloppen, stellen de bevraagde professionals.
Dat zijn onder meer de weekvergoedingen die ze krijgen, de ‘goed georganiseerde en comfortabele opvangcentra’ en een ‘vriendelijke politie’ waardoor gedragsproblemen of strafbare feiten minder gevolgen hebben dan in andere Europese landen.
Daarnaast is Nederland ook aantrekkelijk voor de doelgroep vanwege de mogelijkheid om zwart te werken, de beschikbaarheid van drugs en de mogelijkheid om geld te verdienen door drugs te verkopen. Ook het gebrek aan een terugkeerovereenkomst tussen Nederland en Marokko speelde de afgelopen jaren mee mee. Die is er nu, maar heeft nog weinig effect.
Deel van criminele netwerken
Volgens de onderzoekers bevestigen ‘de resultaten dat deze minderjarigen last hebben van psychische problemen, vaak kampen met (ernstig) middelengebruik en verslaving en daarnaast gedragsproblemen vertonen die kunnen leiden tot incidenten binnen en buiten opvangcentra.’
De problematiek ‘is terug te voeren op de ongunstige gezinssituatie in het land van herkomst’, schrijven de onderzoekers. ‘De problemen worden verder ontwikkeld door ervaringen tijdens de doorreis naar Europa, het rondzwerven en het straatleven, en de beperkte legale mogelijkheden voor deze minderjarigen.’
De onderzoekers stellen dat jonge veiligelanders criminele activiteiten aangaan als overlevingsstrategie. ‘Deze jongens zijn vaak betrokken bij criminele activiteiten en netwerken en er zijn aanwijzingen voor uitbuiting binnen deze netwerken.’ Dat kunnen grote maar ook kleine verbonden voor drugs of diefstallen zijn.
Wat is de oplossing?
Nederlandse begeleiders zien dat volwassen Noord-Afrikaanse veiligelanders de jongere groep asielzoekers in criminele netwerken lokken. Dat is mogelijk omdat jonge asielzoekers uit veilige landen én onveilige landen vanaf 17,5 jaar doorstromen van een eigen opvang naar een azc.
‘In Nederland wordt deze groep veiligelanders min of meer het asielsysteem in geduwd’, stellen de onderzoekers. ‘Dat kan gepaard gaan met frustraties onder jongeren door lange procedures en tijdverspilling’, en een gevoel van ‘onrecht omdat andere leeftijdsgenoten wel kans maken op een asielvergunning’.
Begeleiders noemen kleinschalige opvangcentra, stages en beroepsopleidingen als mogelijke oplossingen, maar: ‘Tegelijkertijd bestaan er bij sommige begeleiders negatieve beelden van deze minderjarigen als overlastgevers’, met de verwachting dat incidenten zullen blijven gebeuren. Dat deze groep samen met asielzoekers uit onveilige landen wordt opgevangen, zorgt voor fricties binnen de opvangcentra.
De jonge veiligelanders ontslaan uit de centra lijkt ook geen oplossing: ‘Als deze minderjarigen in straatsituaties terechtkomen, wordt het gebruik van middelen een overlevingsstrategie. Hoe langer ze in straatsituaties zitten, hoe groter de afstand tot de samenleving en instituties.’ De onderzoekers wijzen naar Spanje, waar dezer groep jongeren vanaf 18 jaar ook mogelijkheden hebben om legaal te kunnen verblijven en werken, waardoor er een alternatief ligt voor criminaliteit.
Niet alleen criminelen
‘Belangrijk is dat ze niet alleen overlastgevers of daders zijn. Het zijn tegelijkertijd kinderen die een ongelukkige start in het leven hebben gehad’, schrijven de onderzoekers in hun bevindingen. ‘Er is geen gemakkelijke en eenduidige oplossing voor deze problemen.’
Rapport van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Het rapport onderzoekt de kenmerken van de doelgroep van rondreizende alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv). Het gaat in op de onderliggende redenen voor hun rondreisgedrag en op de (multi-) problematiek die zij ondervinden. Daarnaast bespreekt het de maatregelen die andere Europese landen treffen voor de begeleiding en zorg voor deze doelgroep.
[Vanaf bladzijde 128 t/m 138, samenvatting in het Nederlands]
” Van der Burg hoopt met de nieuwe aanpak ook de overlast door asielzoekers met een kansarm asielverzoek te verkleinen. Onderzoek laat zien dat kansarme asielzoekers vaker betrokken zijn bij incidenten en misdrijven, schrijft Van der Burg.”
Kabinet werkt aan extra asielplekken met sober regime
Het kabinet werkt aan het opzetten van nieuwe sobere aanmeldcentra dan wel opvanglocaties voor asielzoekers die weinig kans maken in Nederland te mogen blijven, schrijft staatssecretaris Van der Burg van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer.
Exacte locaties voor deze “mensen met een kansarme asielaanvraag” zijn nog niet in beeld, over één locatie is het ministerie in gesprek, aldus Van der Burg. Waar dat is, wordt nog niet bekend gemaakt. De nieuwe opvanglocaties krijgen de naam procesbeschikbaarheidslocatie (PBL). Eerder werd al duidelijk dat het kabinet naar oplossingen zoekt omdat aanmeldcentrum in Ter Apel overbelast is.
Op zo’n nieuwe locatie moet een sober regime gelden en moeten asielaanvragen “efficiënt en versneld” worden afgehandeld. Dat zou kansarme asielzoekers moeten ontmoedigen een asielverzoek in te dienen. Daarnaast moet op de PBL-locatie ook het gecontroleerde vertrek plaatsvinden. Inzet hierbij is de afgewezen asielzoekers beschikbaar te houden op de locatie.
Van der Burg hoopt met de nieuwe aanpak ook de overlast door asielzoekers met een kansarm asielverzoek te verkleinen. Onderzoek laat zien dat kansarme asielzoekers vaker betrokken zijn bij incidenten en misdrijven, schrijft Van der Burg.
De staatssecretaris ziet dat het draagvlak voor de opvang van asielzoekers wordt ondermijnd door een “in omvang beperkte groep asielzoekers die zorgt voor overlast of criminaliteit”. “De huidige mate van overlastgevend en crimineel gedrag is onaanvaardbaar en de aanpak van deze groep asielzoekers heeft mijn absolute prioriteit”, aldus Van der Burg.
Sobere plekken
Vrijdag bereikte het kabinet een akkoord met het Veiligheidsberaad over een plan van aanpak voor de opvang van alle vluchtelingen. De noodopvang wordt verhoogd naar 225 plekken per regio. Ook is het de bedoeling binnen zes weken 7500 statushouders naar tussenvoorzieningen te verplaatsen om zo meer plekken in de opvang te krijgen.
De PBL-plek waar nu over gesproken wordt, zal een aanmeldcentrum dan wel opvanglocatie worden met een sober en streng regime. Er komen verscherpt toezicht, sober ingerichte kamers en frequente kamercontroles, en middelen worden waar mogelijk verstrekt in natura.
Ook komen er strakke huisregels. Hiermee wordt voorkomen dat vreemdelingen het proces frustreren en vertragen door bijvoorbeeld niet te verschijnen op de dag dat zij een asielgesprek of vertrekgesprek hebben.
EINDE
‘ Overlast en agressie in de opvang, intimiderend gedrag op straat, zwartrijden in het openbaar vervoer, winkeldiefstal, tasjesroof… Al enkele jaren maakt een groep asielzoekers zich schuldig aan incidenten (7 procent van het totaal) of worden zij verdacht van criminaliteit (3 procent). Zij komen vooral uit ‘veilige landen’ als Algerije, Marokko en Tunesië.”
Vorig jaar zomer trad Kees Loef aan als coördinator nationale aanpak overlast asielzoekers. Met een klein kernteam werkte hij een jaar lang aan de totstandkoming van een effectieve, landelijke aanpak van dit hardnekkige probleem. Inmiddels zit zijn taak erop. “Er gebeurde al heel veel, maar het punt was: iedere organisatie deed vooral z’n eigen ding. En dat terwijl de sleutel tot een effectieve aanpak juist ligt in goede samenwerking. Daarin hebben we dan ook flink geïnvesteerd. En met resultaat!”
Overlast en agressie in de opvang, intimiderend gedrag op straat, zwartrijden in het openbaar vervoer, winkeldiefstal, tasjesroof… Al enkele jaren maakt een groep asielzoekers zich schuldig aan incidenten (7 procent van het totaal) of worden zij verdacht van criminaliteit (3 procent). Zij komen vooral uit ‘veilige landen’ als Algerije, Marokko en Tunesië. Deze groep ondermijnt het draagvlak voor de opvang van asielzoekers, van wie het overgrote deel goedwillend is en zich doorgaans correct gedraagt.
In de zomer van 2022 kreeg Kees Loef, een ervaren ‘fikser’, die al voor verschillende gemeenten (o.a. Amsterdam en Arnhem) en grote organisaties programma’s en projecten heeft opgezet op het gebied van criminaliteitspreventie en sociale veiligheid, een telefoontje. Het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). “Mijn opdracht was – letterlijk – ‘Verzin iets – en voer het uit”, vat hij kort samen. Een heel vrije, maar ook ruime opdracht, met mandaat van de minister én de staatssecretaris van JenV. O ja, en of het ‘rond de kerst’ klaar kon zijn? Dat laatste vond ik een beetje krap voor zo’n hardnekkig probleem, dat al enkele jaren speelde. Ik heb gezegd: geef me een jaar. En dat kreeg ik.”
Samenhangende aanpak
Het afgelopen jaar ontwikkelden Loef en zijn team, in nauwe samenwerking met de betrokken organisaties uit de vreemdelingen- en de strafrechtketen – een samenhangende aanpak van deze specifieke overlastproblematiek.
Zo lopen op en rond een aantal opvanglocaties waar sprake was van veel overlast, nu toezichtteams te surveilleren. “Stevige ‘streetwise’ jongens”, weet Loef, “die bekend zijn met de taal en cultuur van de doelgroep. Ze staan in goed contact met de collega’s die werken in de opvanglocaties, met omwonenden en winkeliers. Ze houden alles scherp in de gaten en spreken overlastgevers aan op hun gedrag. Direct en duidelijk, maar zonder over te gaan tot geweld. Die aanpak kende ik nog uit Amsterdam. Ze is relatief snel op te zetten en het mooie is: je ziet vrijwel direct resultaat. Inmiddels zijn deze toezichtteams al op zeven ‘hotspot’-locaties actief.”
Snel beslissen, sober opvangen
Tegelijkertijd werkten Loef en zijn team ook hard aan verbetering van de samenwerking tussen COA, IND, DT&V en politie/AVIM (Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel) in het team dat werkt aan een snelle, slagvaardige afhandeling van de (doorgaans kansarme) asielaanvragen van de overlastplegers. Loef: “Zeg maar: een aparte procedure, onder de officiële stroom langs, om die aanvragen zo snel mogelijk af te doen.”
Overlastgevers kunnen ook in aanmerking komen voor de ‘procesbeschikbaarheidslocatie’: een heel sobere vorm van opvang, met strenge regels. Loef: “Asielzoekers die weinig kans maken op een verblijfsvergunning krijgen daar onderdak en eten, maar geen leefgeld. En ze mogen nauwelijks de deur uit, omdat ze elke dag beschikbaar moeten zijn voor de afhandeling van hun procedure. Zo lukt het om binnen twee weken een beschikking op hun aanvraag af te geven.”
De meesten wachten die beschikking overigens niet eens af. “Die hebben na een dag of twee, drie al genoeg van die sobere opvang”, lacht Loef. “Ze hadden verwacht, zoals in de oude situatie, zo’n anderhalf jaar in de reguliere opvang te kunnen doorbrengen. En vanuit die relatief luxe positie hier in Nederland rottigheid te kunnen uithalen en vermogensdelicten te kunnen plegen. Zodra ze inzien dat dat er niet meer inzit, doen ze aan – wat ik noem – ‘zelfuitzetting’: ze verlaten de opvang en vertrekken. Verreweg de meesten gaan naar het buitenland; die zien we hier niet meer terug.”
Betere aansluiting
Het afgelopen jaar is ook hard gewerkt aan een betere aansluiting tussen de vreemdelingenketen en de strafrechtketen. “De informatie-uitwisseling tussen de partners in de migratieketen en politie/Openbaar Ministerie is inmiddels sterk verbeterd”, vertelt Loef.
Een relatief kleine groep asielzoekers kan worden aangemerkt als veelplegers. Ze plegen bovengemiddeld veel delicten en beperken zich daarbij niet zo zeer tot de directe omgeving van de opvanglocatie waar ze verblijven, maar opereren kriskras door het land. Loef: “Daarom noemen we ze ook wel de ‘ongrijpbaren’, of ‘moeilijk grijpbaren’. Maar voor hoe lang nog…? Een werkgroep onder leiding van de landelijke VRIS-officier van justitie – dat staat voor Vreemdelingen in de Strafrechtketen -, geeft deze groep zo veel mogelijk lik-op-stuk.”
“Wordt iemand opgepakt voor een delict – zeg: winkeldiefstal, tasjesroof of een andere vorm van veelvoorkomende criminaliteit – en het blijkt dat die persoon in de asielprocedure zit, dan heeft het OM toegezegd die zaak zo snel mogelijk af te doen. Op een ZSM-locatie – ‘zorgvuldig, snel en op maat’ – en zo mogelijk via snelrecht. Op papier is dat nu goed geregeld. Nu nog zien of het in de praktijk ook echt zo uitpakt.”
Terugkijkend op afgelopen jaar, constateert de scheidende coördinator nationale aanpak overlastgevende asielzoekers dat er veel in gang is gezet en beter met elkaar in verband is gebracht. “De contouren van de nationale aanpak staan er nu. Alle maatregelen draaien inmiddels in de praktijk en we zien ook al de eerste effecten. Van het invoeren van de snelle procedure, in combinatie met de sobere procesbeschikbaarheidslocatie, lijkt bovendien een ontmoedigende werking uit te gaan. Ik heb dan ook goede verwachtingen dat deze aanpak gaat werken. Zeker als dit ook nog eens gaat rondzingen in de – veelal Noord-Afrikaanse – netwerken waar deze jongens deel van uitmaken: Nederland? Daar kun je maar beter niet naar toe gaan. Daar zitten ze je veel te dicht op de huid.”
“Ze zeggen wel eens ‘vreemde ogen dwingen’”, besluit Loef. “En het was ook best een onorthodoxe werkwijze voor JenV, met het kernteam en mij als ‘opgedrongen buitenstaanders’, die rechtstreeks zaken deden met de uitvoerende organisaties. Maar het departement heeft in alle opzichten buitengewoon loyaal meegewerkt. Zonder dat, hadden we dit resultaat nooit kunnen bereiken.”
Onlangs stuurden waarnemend staatssecretaris Van der Maat en minister Yeşilgöz-Zegerius de Voortgangsbrief Aanpak overlastgevend en crimineel gedrag door asielzoekers naar de Tweede Kamer. In deze brief constateren de bewindspersonen dat de landelijke en lokale maatregelen uit de nationale aanpak (zie ook de visual) effect sorteren, maar dat – hoewel de meerderheid van de asielzoekers zich gewoon weet te gedragen – er nog steeds incidenten met grote impact plaatsvinden. Dit sterkt de bewindslieden in hun ambitie om de bestaande nationale aanpak verder te versterken. In de brief lichten ze de voortgang op deze maatregelen toe en gaan nader in op enkele moties die over de overlastproblematiek zijn ingediend. EINDE ”In 2022 verbleven in totaal 83.000 asielzoekers voor korte of langere tijd in een azc of in de (crisis)noodopvang. Van hen werden 2300 unieke personen op enig moment verdacht van een misdrijf; 3 procent van het totaal aantal mensen in de COA-locaties. Het WODC noemt dat “een klein deel”, gegeven het feit dat er bovengemiddeld veel mannen en jongvolwassenen in de asielprocedure zitten.”……….”Dat sluit aan bij de onrust in plaatsen als Ter Apel en het Brabantse Budel over de ernstige overlast die met name Noord-Afrikaanse jonge mannen veroorzaken die weinig kans maken op een verblijfsvergunning. Ook de aard van de meeste gerapporteerde misdrijven wijst daarop; het gaat in de eerste plaats om winkeldiefstallen.” NOSMEER VERDENKINGEN TEGEN ASIELZOEKERS VANWEGE MISDRIJF26 JUNI 2023 https://nos.nl/artikel/2480365-meer-verdenkingen-tegen-asielzoekers-vanwege-misdrijf
De politie heeft vorig jaar 5700 keer misdrijven geregistreerd waarbij de verdachte op het moment van het misdriijf verbleef in een asielzoekerscentrum of een andere locatie van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Dat is een stijging van 38 procent ten opzichte van 2021, zo stelt het onderzoekinstituut van het ministerie van Justitie (WODC) in zijn jaarlijks onderzoek naar incidenten en misdrijven door asielzoekers. Die toename is geheel in lijn met de stijging van de gemiddelde bezetting van die locaties (39 procent).In 2022 verbleven in totaal 83.000 asielzoekers voor korte of langere tijd in een azc of in de (crisis)noodopvang. Van hen werden 2300 unieke personen op enig moment verdacht van een misdrijf; 3 procent van het totaal aantal mensen in de COA-locaties. Het WODC noemt dat “een klein deel”, gegeven het feit dat er bovengemiddeld veel mannen en jongvolwassenen in de asielprocedure zitten. Ook onder Nederlanders met dat profiel is er meer criminaliteit dan gemiddeld in de bevolking.44 procent van Algerijnse asielzoekers verdachtDe mate van betrokkenheid bij misdrijven verschilt echter enorm tussen de verschillende nationaliteiten in de asielopvang. De groep met het hoogste aandeel komt uit Algerije (44 procent van het totaal aantal in de opvang), Marokko (33 procent) en Tunesië (31 procent).Dat sluit aan bij de onrust in plaatsen als Ter Apel en het Brabantse Budel over de ernstige overlast die met name Noord-Afrikaanse jonge mannen veroorzaken die weinig kans maken op een verblijfsvergunning. Ook de aard van de meeste gerapporteerde misdrijven wijst daarop; het gaat in de eerste plaats om winkeldiefstallen. De gemeente Westerwolde, waar Ter Apel in ligt, is afgezet tegen het aantal inwoners inmiddels de Nederlandse gemeente met de meeste meldingen van dat soort diefstal.Meer incidenten bij minderjarigenBehalve naar de misdrijven keken de onderzoekers ook naar de betrokkenheid van asielzoekers bij “incidenten” zoals fysieke, verbale en non-verbale agressie. Ook deze categorie steeg; met 42 procent. De incidenten vormen echter een complexer begrip, omdat er ook “verbale suïcidedreiging en zelfdestructieve acties” onder vallen.Bij die incidenten was bijna een kwart van de alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’ers) betrokken. Dat is een hoog percentage als je bedenkt dat zij maar 4 procent van de gemiddelde bezetting in de opvang voor hun rekening namen.Volgens het rapport speelt daarbij mogelijk “een registratie-effect”; bij deze groep is sprake van bovengemiddeld veel toezicht en handhaving. “En daarbij weet je dat in die leeftijd bij alle nationaliteiten meer speelt dan bij bijvoorbeeld ouderen”, zegt onderzoeker Djamila Schans.Reactie staatssecretarisIn een reactie benadrukt staatssecretaris Van der Burg (VVD) er hard aan te werken dat overlastgevende asielzoekers in Nederland zo snel mogelijk door de asielprocedure worden gehaald en na afwijzing daarvan zo snel mogelijk naar het land van herkomst worden gestuurd. Dat geldt extra sterk voor Algerijnen.
The king and the rebel barons negotiated a peace settlement in June 1215. The king agreed to accept the terms of Magna Carta, which is dated 15 June 1215.
Transcript
Clauses marked (+) were repeated in the charter of 1225, but with minor changes. Clauses marked (*) were omitted in all later reissues of the charter. In the charter itself the clauses are not numbered, and the text reads continuously.
JOHN, by the grace of God King of England, Lord of Ireland, Duke of Normandy and Aquitaine, and Count of Anjou, to his archbishops, bishops, abbots, earls, barons, justices, foresters, sheriffs, stewards, servants, and to all his officials and loyal subjects, Greeting.
KNOW THAT BEFORE GOD, for the health of our soul and those of our ancestors and heirs, to the honour of God, the exaltation of the holy Church, and the better ordering of our kingdom, at the advice of our reverend fathers Stephen, archbishop of Canterbury, primate of all England, and cardinal of the holy Roman Church, Henry archbishop of Dublin, William bishop of London, Peter bishop of Winchester, Jocelin bishop of Bath and Glastonbury, Hugh bishop of Lincoln, Walter bishop of Worcester, William bishop of Coventry, Benedict bishop of Rochester, Master Pandulf subdeacon and member of the papal household, Brother Aymeric master of the knighthood of the Temple in England, William Marshal earl of Pembroke, William earl of Salisbury, William earl of Warren, William earl of Arundel, Alan of Galloway constable of Scotland, Warin fitz Gerald, Peter fitz Herbert, Hubert de Burgh seneschal of Poitou, Hugh de Neville, Matthew fitz Herbert, Thomas Basset, Alan Basset, Philip Daubeny, Robert de Roppeley, John Marshal, John fitz Hugh, and other loyal subjects:
+ (1) FIRST, THAT WE HAVE GRANTED TO GOD, and by this present charter have confirmed for us and our heirs in perpetuity, that the English Church shall be free, and shall have its rights undiminished, and its liberties unimpaired. That we wish this so to be observed, appears from the fact that of our own free will, before the outbreak of the present dispute between us and our barons, we granted and confirmed by charter the freedom of the Church’s elections – a right reckoned to be of the greatest necessity and importance to it – and caused this to be confirmed by Pope Innocent III. This freedom we shall observe ourselves, and desire to be observed in good faith by our heirs in perpetuity. TO ALL FREE MEN OF OUR KINGDOM we have also granted, for us and our heirs for ever, all the liberties written out below, to have and to keep for them and their heirs, of us and our heirs:
(2) If any earl, baron, or other person that holds lands directly of the Crown, for military service, shall die, and at his death his heir shall be of full age and owe a ‘relief’, the heir shall have his inheritance on payment of the ancient scale of ‘relief’. That is to say, the heir or heirs of an earl shall pay £100 for the entire earl’s barony, the heir or heirs of a knight 100s. at most for the entire knight’s ‘fee’, and any man that owes less shall pay less, in accordance with the ancient usage of ‘fees’.
(3) But if the heir of such a person is under age and a ward, when he comes of age he shall have his inheritance without ‘relief’ or fine.
(4) The guardian of the land of an heir who is under age shall take from it only reasonable revenues, customary dues, and feudal services. He shall do this without destruction or damage to men or property. If we have given the guardianship of the land to a sheriff, or to any person answerable to us for the revenues, and he commits destruction or damage, we will exact compensation from him, and the land shall be entrusted to two worthy and prudent men of the same ‘fee’, who shall be answerable to us for the revenues, or to the person to whom we have assigned them. If we have given or sold to anyone the guardianship of such land, and he causes destruction or damage, he shall lose the guardianship of it, and it shall be handed over to two worthy and prudent men of the same ‘fee’, who shall be similarly answerable to us.
(5) For so long as a guardian has guardianship of such land, he shall maintain the houses, parks, fish preserves, ponds, mills, and everything else pertaining to it, from the revenues of the land itself. When the heir comes of age, he shall restore the whole land to him, stocked with plough teams and such implements of husbandry as the season demands and the revenues from the land can reasonably bear.
(6) Heirs may be given in marriage, but not to someone of lower social standing. Before a marriage takes place, it shall be made known to the heir’s next-of-kin.
(7) At her husband’s death, a widow may have her marriage portion and inheritance at once and without trouble. She shall pay nothing for her dower, marriage portion, or any inheritance that she and her husband held jointly on the day of his death. She may remain in her husband’s house for forty days after his death, and within this period her dower shall be assigned to her.
(8) No widow shall be compelled to marry, so long as she wishes to remain without a husband. But she must give security that she will not marry without royal consent, if she holds her lands of the Crown, or without the consent of whatever other lord she may hold them of.
(9) Neither we nor our officials will seize any land or rent in payment of a debt, so long as the debtor has movable goods sufficient to discharge the debt. A debtor’s sureties shall not be distrained upon so long as the debtor himself can discharge his debt. If, for lack of means, the debtor is unable to discharge his debt, his sureties shall be answerable for it. If they so desire, they may have the debtor’s lands and rents until they have received satisfaction for the debt that they paid for him, unless the debtor can show that he has settled his obligations to them.
* (10) If anyone who has borrowed a sum of money from Jews dies before the debt has been repaid, his heir shall pay no interest on the debt for so long as he remains under age, irrespective of whom he holds his lands. If such a debt falls into the hands of the Crown, it will take nothing except the principal sum specified in the bond.
* (11) If a man dies owing money to Jews, his wife may have her dower and pay nothing towards the debt from it. If he leaves children that are under age, their needs may also be provided for on a scale appropriate to the size of his holding of lands. The debt is to be paid out of the residue, reserving the service due to his feudal lords. Debts owed to persons other than Jews are to be dealt with similarly.
* (12) No ‘scutage’ or ‘aid’ may be levied in our kingdom without its general consent, unless it is for the ransom of our person, to make our eldest son a knight, and (once) to marry our eldest daughter. For these purposes only a reasonable ‘aid’ may be levied. ‘Aids’ from the city of London are to be treated similarly.
+ (13) The city of London shall enjoy all its ancient liberties and free customs, both by land and by water. We also will and grant that all other cities, boroughs, towns, and ports shall enjoy all their liberties and free customs.
* (14) To obtain the general consent of the realm for the assessment of an ‘aid’ – except in the three cases specified above – or a ‘scutage’, we will cause the archbishops, bishops, abbots, earls, and greater barons to be summoned individually by letter. To those who hold lands directly of us we will cause a general summons to be issued, through the sheriffs and other officials, to come together on a fixed day (of which at least forty days notice shall be given) and at a fixed place. In all letters of summons, the cause of the summons will be stated. When a summons has been issued, the business appointed for the day shall go forward in accordance with the resolution of those present, even if not all those who were summoned have appeared.
* (15) In future we will allow no one to levy an ‘aid’ from his free men, except to ransom his person, to make his eldest son a knight, and (once) to marry his eldest daughter. For these purposes only a reasonable ‘aid’ may be levied.
(16) No man shall be forced to perform more service for a knight’s ‘fee’, or other free holding of land, than is due from it.
(17) Ordinary lawsuits shall not follow the royal court around, but shall be held in a fixed place.
(18) Inquests of novel disseisin, mort d’ancestor, and darrein presentment shall be taken only in their proper county court. We ourselves, or in our absence abroad our chief justice, will send two justices to each county four times a year, and these justices, with four knights of the county elected by the county itself, shall hold the assizes in the county court, on the day and in the place where the court meets.
(19) If any assizes cannot be taken on the day of the county court, as many knights and freeholders shall afterwards remain behind, of those who have attended the court, as will suffice for the administration of justice, having regard to the volume of business to be done.
(20) For a trivial offence, a free man shall be fined only in proportion to the degree of his offence, and for a serious offence correspondingly, but not so heavily as to deprive him of his livelihood. In the same way, a merchant shall be spared his merchandise, and a villein the implements of his husbandry, if they fall upon the mercy of a royal court. None of these fines shall be imposed except by the assessment on oath of reputable men of the neighbourhood.
(21) Earls and barons shall be fined only by their equals, and in proportion to the gravity of their offence.
(22) A fine imposed upon the lay property of a clerk in holy orders shall be assessed upon the same principles, without reference to the value of his ecclesiastical benefice.
(23) No town or person shall be forced to build bridges over rivers except those with an ancient obligation to do so.
(24) No sheriff, constable, coroners, or other royal officials are to hold lawsuits that should be held by the royal justices.
* (25) Every county, hundred, wapentake, and tithing shall remain at its ancient rent, without increase, except the royal demesne manors.
(26) If at the death of a man who holds a lay ‘fee’ of the Crown, a sheriff or royal official produces royal letters patent of summons for a debt due to the Crown, it shall be lawful for them to seize and list movable goods found in the lay ‘fee’ of the dead man to the value of the debt, as assessed by worthy men. Nothing shall be removed until the whole debt is paid, when the residue shall be given over to the executors to carry out the dead man’s will. If no debt is due to the Crown, all the movable goods shall be regarded as the property of the dead man, except the reasonable shares of his wife and children.
* (27) If a free man dies intestate, his movable goods are to be distributed by his next-of-kin and friends, under the supervision of the Church. The rights of his debtors are to be preserved.
(28) No constable or other royal official shall take corn or other movable goods from any man without immediate payment, unless the seller voluntarily offers postponement of this.
(29) No constable may compel a knight to pay money for castle-guard if the knight is willing to undertake the guard in person, or with reasonable excuse to supply some other fit man to do it. A knight taken or sent on military service shall be excused from castle-guard for the period of this service.
(30) No sheriff, royal official, or other person shall take horses or carts for transport from any free man, without his consent.
(31) Neither we nor any royal official will take wood for our castle, or for any other purpose, without the consent of the owner.
(32) We will not keep the lands of people convicted of felony in our hand for longer than a year and a day, after which they shall be returned to the lords of the ‘fees’ concerned.
(33) All fish-weirs shall be removed from the Thames, the Medway, and throughout the whole of England, except on the sea coast.
(34) The writ called precipe shall not in future be issued to anyone in respect of any holding of land, if a free man could thereby be deprived of the right of trial in his own lord’s court.
(35) There shall be standard measures of wine, ale, and corn (the London quarter), throughout the kingdom. There shall also be a standard width of dyed cloth, russet, and haberject, namely two ells within the selvedges. Weights are to be standardised similarly.
(36) In future nothing shall be paid or accepted for the issue of a writ of inquisition of life or limbs. It shall be given gratis, and not refused.
(37) If a man holds land of the Crown by ‘fee-farm’, ‘socage’, or ‘burgage’, and also holds land of someone else for knight’s service, we will not have guardianship of his heir, nor of the land that belongs to the other person’s ‘fee’, by virtue of the ‘fee-farm’, ‘socage’, or ‘burgage’, unless the ‘fee-farm’ owes knight’s service. We will not have the guardianship of a man’s heir, or of land that he holds of someone else, by reason of any small property that he may hold of the Crown for a service of knives, arrows, or the like.
(38) In future no official shall place a man on trial upon his own unsupported statement, without producing credible witnesses to the truth of it.
+ (39) No free man shall be seized or imprisoned, or stripped of his rights or possessions, or outlawed or exiled, or deprived of his standing in any way, nor will we proceed with force against him, or send others to do so, except by the lawful judgment of his equals or by the law of the land.
+ (40) To no one will we sell, to no one deny or delay right or justice.
(41) All merchants may enter or leave England unharmed and without fear, and may stay or travel within it, by land or water, for purposes of trade, free from all illegal exactions, in accordance with ancient and lawful customs. This, however, does not apply in time of war to merchants from a country that is at war with us. Any such merchants found in our country at the outbreak of war shall be detained without injury to their persons or property, until we or our chief justice have discovered how our own merchants are being treated in the country at war with us. If our own merchants are safe they shall be safe too.
* (42) In future it shall be lawful for any man to leave and return to our kingdom unharmed and without fear, by land or water, preserving his allegiance to us, except in time of war, for some short period, for the common benefit of the realm. People that have been imprisoned or outlawed in accordance with the law of the land, people from a country that is at war with us, and merchants – who shall be dealt with as stated above – are excepted from this provision.
(43) If a man holds lands of any ‘escheat’ such as the ‘honour’ of Wallingford, Nottingham, Boulogne, Lancaster, or of other ‘escheats’ in our hand that are baronies, at his death his heir shall give us only the ‘relief’ and service that he would have made to the baron, had the barony been in the baron’s hand. We will hold the ‘escheat’ in the same manner as the baron held it.
(44) People who live outside the forest need not in future appear before the royal justices of the forest in answer to general summonses, unless they are actually involved in proceedings or are sureties for someone who has been seized for a forest offence.
* (45) We will appoint as justices, constables, sheriffs, or other officials, only men that know the law of the realm and are minded to keep it well.
(46) All barons who have founded abbeys, and have charters of English kings or ancient tenure as evidence of this, may have guardianship of them when there is no abbot, as is their due.
(47) All forests that have been created in our reign shall at once be disafforested. River-banks that have been enclosed in our reign shall be treated similarly.
*(48) All evil customs relating to forests and warrens, foresters, warreners, sheriffs and their servants, or river-banks and their wardens, are at once to be investigated in every county by twelve sworn knights of the county, and within forty days of their enquiry the evil customs are to be abolished completely and irrevocably. But we, or our chief justice if we are not in England, are first to be informed.
* (49) We will at once return all hostages and charters delivered up to us by Englishmen as security for peace or for loyal service.
* (50) We will remove completely from their offices the kinsmen of Gerard de Athée, and in future they shall hold no offices in England. The people in question are Engelard de Cigogné, Peter, Guy, and Andrew de Chanceaux, Guy de Cigogné, Geoffrey de Martigny and his brothers, Philip Marc and his brothers, with Geoffrey his nephew, and all their followers.
* (51) As soon as peace is restored, we will remove from the kingdom all the foreign knights, bowmen, their attendants, and the mercenaries that have come to it, to its harm, with horses and arms.
* (52) To any man whom we have deprived or dispossessed of lands, castles, liberties, or rights, without the lawful judgment of his equals, we will at once restore these. In cases of dispute the matter shall be resolved by the judgment of the twenty-five barons referred to below in the clause for securing the peace (§61). In cases, however, where a man was deprived or dispossessed of something without the lawful judgment of his equals by our father King Henry or our brother King Richard, and it remains in our hands or is held by others under our warranty, we shall have respite for the period commonly allowed to Crusaders, unless a lawsuit had been begun, or an enquiry had been made at our order, before we took the Cross as a Crusader. On our return from the Crusade, or if we abandon it, we will at once render justice in full.
* (53) We shall have similar respite in rendering justice in connexion with forests that are to be disafforested, or to remain forests, when these were first afforested by our father Henry or our brother Richard; with the guardianship of lands in another person’s ‘fee’, when we have hitherto had this by virtue of a ‘fee’ held of us for knight’s service by a third party; and with abbeys founded in another person’s ‘fee’, in which the lord of the ‘fee’ claims to own a right. On our return from the Crusade, or if we abandon it, we will at once do full justice to complaints about these matters.
(54) No one shall be arrested or imprisoned on the appeal of a woman for the death of any person except her husband.
* (55) All fines that have been given to us unjustly and against the law of the land, and all fines that we have exacted unjustly, shall be entirely remitted or the matter decided by a majority judgment of the twenty-five barons referred to below in the clause for securing the peace (§61) together with Stephen, archbishop of Canterbury, if he can be present, and such others as he wishes to bring with him. If the archbishop cannot be present, proceedings shall continue without him, provided that if any of the twenty-five barons has been involved in a similar suit himself, his judgment shall be set aside, and someone else chosen and sworn in his place, as a substitute for the single occasion, by the rest of the twenty-five.
(56) If we have deprived or dispossessed any Welshmen of land, liberties, or anything else in England or in Wales, without the lawful judgment of their equals, these are at once to be returned to them. A dispute on this point shall be determined in the Marches by the judgment of equals. English law shall apply to holdings of land in England, Welsh law to those in Wales, and the law of the Marches to those in the Marches. The Welsh shall treat us and ours in the same way.
* (57) In cases where a Welshman was deprived or dispossessed of anything, without the lawful judgment of his equals, by our father King Henry or our brother King Richard, and it remains in our hands or is held by others under our warranty, we shall have respite for the period commonly allowed to Crusaders, unless a lawsuit had been begun, or an enquiry had been made at our order, before we took the Cross as a Crusader. But on our return from the Crusade, or if we abandon it, we will at once do full justice according to the laws of Wales and the said regions.
* (58) We will at once return the son of Llywelyn, all Welsh hostages, and the charters delivered to us as security for the peace.
* (59) With regard to the return of the sisters and hostages of Alexander, king of Scotland, his liberties and his rights, we will treat him in the same way as our other barons of England, unless it appears from the charters that we hold from his father William, formerly king of Scotland, that he should be treated otherwise. This matter shall be resolved by the judgment of his equals in our court.
(60) All these customs and liberties that we have granted shall be observed in our kingdom in so far as concerns our own relations with our subjects. Let all men of our kingdom, whether clergy or laymen, observe them similarly in their relations with their own men.
* (61) SINCE WE HAVE GRANTED ALL THESE THINGS for God, for the better ordering of our kingdom, and to allay the discord that has arisen between us and our barons, and since we desire that they shall be enjoyed in their entirety, with lasting strength, for ever, we give and grant to the barons the following security:
The barons shall elect twenty-five of their number to keep, and cause to be observed with all their might, the peace and liberties granted and confirmed to them by this charter.
If we, our chief justice, our officials, or any of our servants offend in any respect against any man, or transgress any of the articles of the peace or of this security, and the offence is made known to four of the said twenty-five barons, they shall come to us – or in our absence from the kingdom to the chief justice – to declare it and claim immediate redress. If we, or in our absence abroad the chief justice, make no redress within forty days, reckoning from the day on which the offence was declared to us or to him, the four barons shall refer the matter to the rest of the twenty-five barons, who may distrain upon and assail us in every way possible, with the support of the whole community of the land, by seizing our castles, lands, possessions, or anything else saving only our own person and those of the queen and our children, until they have secured such redress as they have determined upon. Having secured the redress, they may then resume their normal obedience to us.
Any man who so desires may take an oath to obey the commands of the twenty-five barons for the achievement of these ends, and to join with them in assailing us to the utmost of his power. We give public and free permission to take this oath to any man who so desires, and at no time will we prohibit any man from taking it. Indeed, we will compel any of our subjects who are unwilling to take it to swear it at our command.
If one of the twenty-five barons dies or leaves the country, or is prevented in any other way from discharging his duties, the rest of them shall choose another baron in his place, at their discretion, who shall be duly sworn in as they were.
In the event of disagreement among the twenty-five barons on any matter referred to them for decision, the verdict of the majority present shall have the same validity as a unanimous verdict of the whole twenty-five, whether these were all present or some of those summoned were unwilling or unable to appear.
The twenty-five barons shall swear to obey all the above articles faithfully, and shall cause them to be obeyed by others to the best of their power.
We will not seek to procure from anyone, either by our own efforts or those of a third party, anything by which any part of these concessions or liberties might be revoked or diminished. Should such a thing be procured, it shall be null and void and we will at no time make use of it, either ourselves or through a third party.
* (62) We have remitted and pardoned fully to all men any ill-will, hurt, or grudges that have arisen between us and our subjects, whether clergy or laymen, since the beginning of the dispute. We have in addition remitted fully, and for our own part have also pardoned, to all clergy and laymen any offences committed as a result of the said dispute between Easter in the sixteenth year of our reign (i.e. 1215) and the restoration of peace.
In addition we have caused letters patent to be made for the barons, bearing witness to this security and to the concessions set out above, over the seals of Stephen archbishop of Canterbury, Henry archbishop of Dublin, the other bishops named above, and Master Pandulf.
* (63) IT IS ACCORDINGLY OUR WISH AND COMMAND that the English Church shall be free, and that men in our kingdom shall have and keep all these liberties, rights, and concessions, well and peaceably in their fullness and entirety for them and their heirs, of us and our heirs, in all things and all places for ever.
Both we and the barons have sworn that all this shall be observed in good faith and without deceit. Witness the abovementioned people and many others.
Given by our hand in the meadow that is called Runnymede, between Windsor and Staines, on the fifteenth day of June in the seventeenth year of our reign (i.e. 1215: the new regnal year began on 28 May).
De vertoning zit er op, de nationale Dodenherdenking is achter de rug. Achter de opluchting bij het gezag dat er geen grote ‘wanordelijkheden’ plaatsvonden, is de teleurstelling van fascistisch en zionistisch rechts over het uitblijven daarvan bijna tastbaar. Wat hebben ze hun best gedaan van te voren, om de spanning op te voeren met speculaties dat mensen hun bezwaar tegen Israëlische genocide en tegen de aanwezigheid van Kamervoorzitter nazi Bosma met luidruchtige actie kenbaar zouden maken tijdens de Twee Heilige Minuten Stilte op de Dam!
Het was een grote flop, de plechtigheid. De dam stond nog niet half vol, in plaats van de 10.000 mensen die een plek konden reserveren waren er volgens de NOS 4400 op wat een ‘halflege Dam werd genoemd.(1) Om die 4400 mensen waar te nemen, moet je dan ook nog tamelijk goed zoeken. De organisatie geeft vooral het weer de schuld, wat niet erg geloofwaardig is. Wat dan wel?
Nou, zoals Grutjes op Twitter zei: ‘fck me als het gros niet dacht: Ik ga niet naar een fascist staan kijken’(2) Inderdaad: nogal wat mensen zijn zeer waarschijnlijk weggebleven vanwege de fascist Bosma die een krans kwam leggen bij een herdenking van slachtoffers van de politieke voorouders van de fascist.(1) Veel mensen zullen ook geen zin gehad hebben in het herdenken van een vorige genocide terwijl elke uiting om ook aan de huidige genocide aandacht te schenken verdacht gemaakt of zelfs regelrecht verboden was. Veel mensen zullen ook weinig zin gehad hebben om zich uitgerekend op een oorlogsherdenking zich te laten fouilleren en als verdachte bejegend te worden. De lage opkomst kan gelezen worden als vooral een uiting van afkeer en weerzin tegen de opzet van een plechtigheid die ja zegt tegen een nazi en nee zegt tegen antifascisme en tegen solidariteit met genocide-slachtoffers.
En ja, er zullen vast mensen zijn weggebleven uit angst op gedoe en ‘ordeverstoring’, een angst die door het gezag systematisch is aangewakkerd. De afgang qua opkomst is dan ook vooral de afgang van dat gezag dat een nazi verwelkomde, solidariteit criminaliseerde, aanwezigen controleerde en fouilleerde en bij voorbaat een sfeer van naderend onheil creëerde. De flop is welverdiend. De regen was bonus, en de zon had ook wel wat beters te doen.
Er was protest op de Dam – en repressie tegen protest. Er waren Frank van der Linden en enkele anderen die zich omdraaiden en daarmee Bosma de rug toe keerden toen die een krans legde.(3) Goed zo. Er waren ook een drietal mensen die aandacht probeerden te vragen voor de dictatuur in Oeganda en de steun die Nederland daar aan verleent. Zij werden gearresteerd toen ze posters te voorschijn haalden.
Nico Schoonderwoerd, een van deze mensen en getrouwd met een Oegandese vrouw – ‘vandaar zijn betrokkenheid’ aldus het AD – vertelde. ‘De agenten zaten te wachten tot ze in konden grijpen. Dus toen we de posters onder onze kleren vandaan wilden halen, was het al gebeurd. We hadden posters meegenomen hè, want nergens stond dat dat niet mocht. Vlaggen mocht niet, borden niet, paraplu’s, maar er stond niets over posters. En oké, ik had ook een spandoek en in de verordening stond dat spandoeken niet mochten. Maar eigenlijk mocht er gewoon niks. Mijn advocaat had al gezegd: ze gaan je hoe dan ook arresteren, al houd je een ansichtkaart omhoog.’(4) Dat had die advocaat – Willem Jebbink – goed ingeschat, er mocht inderdaad vrijwel niets. Intussen hebben de demonstranten wel resultaat gehad, want zeg eens eerlijk: wat wist jij voordat dit gebeurde over de steun die Nederland geeft aan de dictatuur van Oeganda?
Dit waren niet de enige arrestaties bij de plechtigheid. ‘Kort na het stiltemoment werd nog een aan houding verricht. Een 24-jarige man uit Nijmegen zou via een livestream op Tik-Tok uitingen hebben gedaan waardoor “het vermoeden bestond dat hij mogelijk voor een verstoring zou kunnen zorgen”, schrijft de politie.’ Hele slechte zaak. De man is niet duidelijk aangehouden als verdachte. Een vermoeden is nog helemaal geen verdenking als er niet meer is dan een vermoeden. De man is ook niet weggestuurd van de Dam. Dat zou allemaal al erg genoeg zijn, maar dit gaat verder. De man is preventief opgepakt vanwege wat hij misschien zou hebben kunnen willen doen. Op zo’n basis kan de politie in principe iedereen op welk moment dan ook aanhouden en afvoeren. Tegen middernacht, toen het bericht verscheen waar ik het las, zat de man nog vast.(5) Is hij nu al vrij?!
Ja, en dan was er de helemaal schrikwekkende – en ongetwijfeld ook zo bedoelde – arrestatie van de rapper Appa, al in de vroege ochtend van de Vierde Mei. Dat ging volgens Haroon Raza, zijn advocaat, nogal grof . ‘De politie heeft in de ochtend rond negen uur de deur van het huis van zijn ouders geforceerd en mijn cliënt met grof en geboeid aangehouden voor opruiing en een poging om de betoging te verstoren’. Met ‘betoging’ wordt de herdenkingsbijeenkomst op de Dam kennelijk bedoeld. Pas laat zaterdagavond was Appa weer vrij.
Rappa ontkent stellig dat hij iets verstorends van plan was. De uitingen van Appa die in het AD-artikel over de arrestatie (6) worden aangehaald luiden:
1. ‘Juist op het moment dat een holocaust uit de geschiedenis wordt herdacht, MOET de hypocrisie omtrent de hedendaagse holocaust worden geschreeuwd’. Niets over hoe Appa wil dat dit gebeurt, en vooral ook waar. Er is met geen mogelijkheid een oproep om op de Dam herrie te maken uit t halen.
2. ‘Er is geen perfecter moment om de schreeuw van de Genocide in Gaza te laten horen dan op 4 mei tijdens de dodenherdenking’. Alweer: nergens een verwijzing om op de Dam iets tot uiting te gaan brengen. Beide uitspraken verwoorden een duidelijk standpunt: 4 mei is een goede en logische gelegenheid om tegen de genocide te protesteren terwijl een eerdere genocide wordt herdacht.
Niet alleen is dat een volstrekt verdedigbaar en volgens mij een doodgewoon juist standpunt. Er is ook in de juridische kaders waar binnen Openbaar Ministerie en politie geacht worden te werken, niets opruiends en daardoor onwettigs in te vinden. We mogen aannemen dat OM en politie dat ook weten. De aanhouding is niet zozeer bedoeld als openingszet voor een strafzaak, al valt niet uit te sluiten dat die er komt. ‘De rapper en zijn raadsman vermoeden dat hij is aangehouden zodat hij zaterdagavond om acht uur nog gedetineerd is en daardoor niets kan verstoren, met de verdenking rond opruiing als legitimatie’.
Ja, zo ziet het er inderdaad uit. Een preventieve arrestatie, en een waarschuwing aan iedereen die scherp stelling neemt tegen Israëlische genocide en Nederlandse medeplichtigheid. De aanval op Appa is een aanval op de solidariteit. Het is zaak om luid en duidelijk onze afschuw over deze arrestatie uit te spreken, en heel goed in de gaten houden wat voor vervolg OM en politie aan deze zaak gaan geven.