RAAD VAN STATE HOUDT RACISTISCHE TRADITIE HAND BOVEN HOOFD
woensdag 12 november 2014
De Raad van State heeft gesproken, de burgemeester van Amsterdam kan definitief groen licht geven aan de intocht van Sinterklaas, met Zwarte Pieten en al. Of de Zwarte Piet-verschijning nu racistisch en discriminerend is, maakt niet uit, deenige criteria die de burgemeester mag hanteren bij de verlening van de vergunning, zijn “eisen van openbare orde en verkeersveiligheid”. Kennelijk is het grootschalig beledigen van zwarte mensen geen verstoring van die “openbare orde”, die natuurlijk wél gevaar loopt als actievoerders tegen Zwarte Piet zich rond de intocht laten zien en horen zonder de ‘juiste procedures’ te volgen. Het is slecht, deze uitspraak. Wie echter denkt dat de strijd tegen Zwarte Piet nu verloren is, vergist zich ernstig. Hopelijk zal een grote opkomst bij anti-Zwarte Piet-acties in Amsterdam en Gouda dit komend weekend duidelijk maken hoe ernstig.
De uitspraak van de Raad van State is slecht omdat hiermee groen licht wordt gegeven aan een evenement waarin een karikatuur van zwarte mensen een zeer zichtbare rol spelen. De rechtbank, waarvan het vonnis nu door de Hoge Raad is weggeveegd, formuleerde: “Met name de rol van knecht en het uiterlijk en gedrag van Zwarte Piet leiden immers tot het beeld dat zwarte mensen ondergeschikt en dom zijn”. Daarin zag de die rechtbank een “inbreuk (…) op het privéleven van zwarte mensen”, en daar moest de burgemeester in zijn besluit rekening mee houden. Vrij vertaald uit het Juridiaans naar het Nederlands: zwarte mensen belachelijk maken via de Zwarte-Pietfiguur is discriminerend en racistisch, en daar mocht de burgemeester niet aan meewerken. Van de Raad van State mag de burgemeester dat dus wel. Het is een klap in het gezicht, maar geen verrassende.







