Joannes Benedictus van Heutsz | ||
Van Heutsz in goudgeborduurde rok, geschilderd door Hannké (1909)(Rijksmuseum, Amsterdam) |
GENERAALSCHAP IN ”NEDERLANDS INDIE”, DIE ZONDER
https://nl.wikipedia.org/wiki/
Jan van Riebeeck | ||
Jan van Riebeeck |
je ANNO 2017 door de Utrechtse Lombok buurt loopt…….
”Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden” [20]
Agenda gemeenteraad
Memo’s
ID | 269 |
Onderwerp | Memo Dialoog over koloniale verleden |
Datum invoer | 31-10-2017 |
Portefeuillehouder | Wethouder Diepeveen |
Beleidsveld | Welzijn |
Bijlage | Memo Dialoog over koloniale verleden.docx |
Waar: Veteranendag, Den Haag, Netherlands
Wanneer: 24/06/2017 – 03:06Weiger Indië veteranen bij VeteranendagActiegroep De Grauwe Eeuw roept de initiatiefnemers van Nederlandse Veteranendag en met name generaal Scheffer, voorzitter van het veteranenplatform, op om Indië veteranen te weren tijdens deze dag. Nederlandse militairen hebben tijdens “politionele acties” zware oorlogsmisdrijven begaan en een deel van deze veteranen zijn daar medeplichtig aan of getuigen hiervan geweest. Het laten deelnemen van deze veteranen is daarom, volgens De Grauwe Eeuw, koloniale verheerlijking in de meest lelijke zin van de definitie. De Grauwe Eeuw strijdt landelijk tegen koloniale verheerlijking en daarom staat dit onderwerp hoog op hun lijst van prioriteiten. De Grauwe Eeuw zal zich bij een afwijzing van het verzoek dan ook niet neerleggen.
Nederland (en dus ook Comité Veteranendag) moet stoppen met het verheerlijken van kolonialisme en met het bagatelliseren van Nederlandse koloniale misdaden door bijvoorbeeld deze “zwarte bladzijden uit onze geschiedenis” te noemen. De misdaden die Nederland wereldwijd pleegde zijn talrijk en verspreiden zich over eeuwen. Ook zijn door die misdaden de machtsverhoudingen wereldwijd tussen Europa en haar koloniën (VS, Canada, Australië, Zuid Afrika, Nieuw Zeeland) en de rest van de wereld scheef. Dit stoppen met verheerlijken moet beginnen met per direct Nederlandse daders van invasies en van misdaden op burgers die tijdens bezetting gepleegd zijn en de getuigen van die misdaden te weren. Hiermee doelen doelt De Grauwe Eeuw specifiek op het weren van de Indië veteranen tijdens komende veteranendag, zaterdag 24 juni, en tijdens alle verteranendagen die hierna volgen. Ook zetten zij voor de toekomst de deur open voor andere misdaden die nog niet bekend en/of erkend zijn.
Veteranendag is een initiatief van het Veteranenplatform en het ministerie van Defensie, deze laten tot nu toe alle veteranen uit de koloniale oorlog 1945-50 te Nederlands-Indië toe. Ongeveer 1 op de 10 van de overlevende veteranen is volgens De Grauwe Eeuw echter zelf dader van grote oorlogsmisdrijven. Het gaat dan om 1.300 nog levende, nooit berechte ex-militairen. Er leven nog 13.000 Indië veteranen die meededen aan de oorlog in Nederlands-Indië, dat blijkt uit het pas verschenen jaarverslag de Veteranenombudsman van de Tweede Kamer. Volgens De Grauwe Eeuw zijn minstens de helft van deze 13.000 getuige geweest van ‘zeer ernstige oorlogsmisdrijven’. De Grauwe Eeuw vindt dat de initiatiefnemers van de Veteranendag daarmee rekening moeten houden. Ook vindt de Grauwe Eeuw dat het aanwezig staatshoofd zich hiertegen zou moeten uitspreken. De koning mag zich eigenlijk niet uitlaten over politieke aangelegenheden maar met zijn aanwezigheid maakt hij al een politiek statement, namelijk het statement dat oorlogsmisdadigers vereerd worden met Koninklijke aanwezigheid. Dit is vooral erg zuur voor de nabestaanden van slachtoffers die de koning hebben aangeschreven maar niet eens op een reactie mochten rekenen.
De Grauwe Eeuw onderschrijft een publicatie van een maand geleden van de AFVN-BvA, met de conclusie over de aantallen daders en getuigen. Velen van de Indië veteranen zijn ouder dan 85 en in matige gezondheid. Oorlogsmisdrijven verjaren echter niet, stelt De Grauwe Eeuw, dit mag dan ook geen vrijbrief voor oorlogsmisdadigers zijn. Zo waren er voor enkele van deze misdrijven recentelijk nog gerechtelijke uitspraken tegen de Staat, waarin eisers van een schadevergoeding in het gelijk gesteld werden.
Deze kwestie raakte sinds oktober vorig jaar in een stroomversnelling toen een zeer uitvoerige wetenschappelijke studie van 1.100 pagina’s over het Nederlandse massageweld in Nederlands-Indië verscheen. De titel is ´De brandende kampongs van Generaal Spoor´. Het boek is intussen aan zijn derde druk. De Zwitsers-Nederlandse historicus auteur dr Rémi Limpach heeft daarin alle Nederlandse gegevens over het gruwelijke en structurele geweld, vooral tegen burgers in Nederlands-Indië, bijeengebracht. In zijn studie noemt hij steeds de namen van de daders indien die bekend zijn, namen van de slachtoffers of hun aantallen, plaatsnamen en data. Voor zover nu bekend zijn er minstens 100.000 burgerdoden onder de oorspronkelijke bevolking van Nederlands-Indië. Aangezien Nederland officieel pas vanaf 27 december 1949 de souvereiniteit van Indonesië erkent zijn dit dus burgerdoden onder eigen onderdanen. De Nederlandse Staat en defensie doen er alles aan om dit laatste feit in de doofpot te stoppen.
Er vielen onder de 200.000 ingezette Nederlandse soldaten 6.000 doden. De reactie van veel veteranen en hun organisaties op dit alles is, volgens De grauwe Eeuw, voornamelijk ontkenning. Al in 2015 verscheen het boek ‘Soldaat in Indië’ onder redactie van prof dr Gert Oostindie van de Universiteit van Leiden. Hierin staan fragmenten uit dagboeken en brieven van soldaten waarin zeer vaak over het massageweld wordt gesproken. Ontkenning is met die publicatie dus reeds ontkracht.
Het boek van Limpach in deze vorm is als een dossier van de openbare aanklager. Volgens De Grauwe Eeuw kan deze studie uitstekend dienen om alsnog processen wegens oorlogsmisdaden tegen deze personen te gaan voeren. Dit vindt De Grauwe Eeuw noodzakelijk zodat nabestaanden van de slachtoffers ook dit hoofdstuk kunnen sluiten en zodat er een duidelijk signaal aan de Staat afgegeven wordt dat de onverschillige houding m.b.t. dit verleden, die zij steeds weer toont, onwenselijk is. De AFVN-Bond van Antifascisten en andere organisaties steunen ook acties voor rechtvaardigheid voor de slachtoffers.
De Grauwe Eeuw is geen tegenstanders van een veteranendag, maar pleit uitdrukkelijk voor meer gevoeligheid bij de organisatoren voor de actualiteit. Ook maakt De Grauwe Eeuw bezwaar tegen het opnemen van veteranen in de dodenherdenking van 4 mei op de Dam. Daarvoor geldt eveneens dat een aantal van de dode veteranen tevens daders zijn van zware oorlogsmisdaden, zoals generaal Spoor, die de leiding had over de koloniale oorlog in Nederlands-Indië.
De Grauwe Eeuw roept via dit bericht tevens alle belangenorganisaties, naties en individuën wereldwijd die slachtoffer zijn van Nederlandse invasies en daaruit voortkomende misdaden van 1492 tot nu op om zich bij hen aan te sluiten zodat ze dit protest breder kunnen trekken dan alleen de Indië veteranen tijdens Veteranendag en 4 mei.
”Waarom maken jullie je zo druk om personen en gebeurtenissen van vierhonderd jaar geleden?
Het zijn juist de filmmakers en hun sponsors die zich blijkbaar druk maken om een persoon die indertijd leefde. Zij steken veel tijd, geld en menskracht in een propagandistische spektakelfilm. Ze proberen het leven van De Ruyter, pardon: De Rover, op zo’n manier te verbeelden dat het in hun nationalistische straatje past. Waar wij ons tegen verzetten, is hoe de gebeurtenissen in de zeventiende eeuw in het dominante publieke vertoog worden verdraaid, hoe de misdaad van de transatlantische slavenhandel onder tafel wordt geveegd, hoe daarmee een groot deel van de mensheid uit de geschiedenis wordt weggeschreven, alsof ze nooit hebben bestaan, alsof de verschrikkingen die ze hebben ondergaan nooit hebben plaatsgevonden. Dat gebeurt in de film waar wij kritiek op leveren. En dat gebeurt door de hele samenleving heen, al eeuwenlang. De manier waarop we nu naar onze geschiedenis kijken, zegt veel over onze samenleving nu, over onszelf, over ons zelfbeeld. In een samenleving die deze film omarmt en er miljoenen euro’s in steekt, een film die de zogenaamde Gouden Eeuw verheerlijkt, liever gezegd: de Grauwe Eeuw, in een samenleving die een staatspiraat en koloniale vechtersbaas als volksheld heeft, tiert racisme, kolonialisme en nationalisme welig. Dat moet stoppen, vinden wij.”
”
Medio februari hebben wij een verzoek gestuurd naar de Directeur-Generaal Dronkers van Rijkswaterstaat, het verzoek om de naam van de Coentunnelte wijzigen. We kunnen jullie verzekeren dat dit ministerie de reputatie van bureaucratisch en chaotisch overheidsorgaan meer dan waar gemaakt heeft.
Via de door Rijkswaterstaat zelf aanbevolen procedure is ons verzoek de eerste maal nooit aangekomen. Alle stappen die we namen waren te volgen in hun systeem behalve het aankomen van de brief (en mail want die hadden we ter backup gestuurd). Na veel heen en weer bellen kregen we het advies om het verzoek nogmaals te versturen maar een oplettende volger attendeerde ons erop dat Directeur-Generaal Dronkers zeer recentelijk hen vertrek had aangekondigd. Dit wetende hebben we besloten te wachten tot de aanstelling van een opvolging.
Per 15 mei is de nieuwe Directeur-Generaal drs. Michèle Blom en omdat we hen een tijdje gunden om zich te installeren hebben we gewacht met het nogmaals indienen van ons verzoek. Tot vandaag dan.
Vanmiddag zijn er twee handgeschreven verzoeken per reguliere post verstuurd, een naar het adres wat wij van de call center medewerkers van Rijkswaterstaat ontvingen, de ander naar hen persoonlijk postbus. Ook zijn er twee emails verstuurd, een naar het algemene email adres van Rijkswaterstaat en de andere naar hen privé email. Allemaal bevatten ze ons originele verzoek met een kleine toevoeging. Ook sturen wij zo een persbericht uit. De gehele tekst die Directeur-Generaal Blom ontvangt luidt als volgt:
—————
Geachte Directeur-Generaal Blom,
Alvorens wij tot het daadwerkelijke verzoek overgaan een korte introductie zodat u ons verzoek beter zult begrijpen.
Nederland kent een verleden van massamoord, slavernij en kolonisatie. Een verleden waar niet bepaald met trots op teruggekeken kan worden en een verleden dat recent beëindigd maar nog lang niet afgerond is. Nederland erkent nog lang niet alle gruwelijkheden die het vele miljoenen mensen heeft aangedaan, zo heeft de staat pas recentelijk een onderzoek aangevraagd naar de misdaden gepleegd door Nederlandse militairen tijdens de dekolonisatie van Nederlands-Indië. Een periode die voor de schrijver van dit verzoek persoonlijk erg dichtbij komt. Nederland kent ook een andere geschiedenis en dat is een geschiedenis van het oppoetsen of verzwijgen van alle gruwelijkheden gepleegd tijdens kolonisatie. Zo associeert bijna iedereen in Nederland slavernij met de West-Indische Compagnie en niet met de Vereenigde Oostindische Compagnie. Dit laatste is vreemd en zeer kwalijk aangezien onderzoeken uitwijzen dat het VOC aandeel in de handel en het houden van tot slaaf gemaakten even groot en in periodes zelfs groter was dan het WIC aandeel. Ook zijn er door de VOC en namens Nederland vele genocides gepleegd. Kinderen leren dit op school en dat is niet voor niets; de Nederlandse staat vertrouwt op dit soort educatie die bedoeld is om kinderen ongevoelig voor genocide te maken d.m.v. dit soort racistische indoctrinatie.
In een maatschappij, zoals de onze, die vertrouwt op racistische indoctrinatie als deze is het van belang dat op allerlei subtiele manieren de (onterechte) superioriteit van de witte Europeanen wordt benadrukt. Dit indoctrineren doet die maatschappij d.m.v. taal, stereotyperingen, “humor”, framing (bijv. foto’s van niet witte mensen naast geweldsdelicten plaatsen) en andere signalen. Het verheerlijken van koloniale massamoordenaars is bedoeld om genocide ten behoeve van winst te normaliseren. Hiermee doet Nederland alsof het goed is om gehele volken uit te moorden voor de welvaart van Europa. Dat uitmoorden uit kapitalistische motieven is niet iets van vroeger want het gebeurt nog steeds op grote schaal. Omdat wij van kinds af aan hebben meegekregen dat dit iets goeds is worden er geen vragen gesteld bij dit soort massamoorden.
Een ander doel van koloniale verheerlijking is het afgeven van een heel krachtig signaal aan alle niet witte mensen in Nederland. Het signaal dat de niet witte geschiedenis ondergeschikt is aan de welvaart van dit land. Het signaal dat niet witte mensen onbelangrijk zijn in dit land, inferieur zelfs. Nederland heeft namelijk geen enkele schaamte voor de massamoorden die het pleegde op de niet witte bevolking. Aan de ene kant legt de maatschappij nadruk op de gruwelijkheden die groeperingen uit andere volken plegen (bijv. een IS) maar tegelijkertijd vereert diezelfde maatschappij mensen en organisaties die dingen gedaan hebben die vele malen gruwelijker zijn dan die waar zij nadruk op proberen te leggen.
Wij vinden het verheerlijken van genocideplegers een kwalijke zaak, genocide verjaart namelijk niet. Maar ook omdat wij vinden dat het afgelopen moet zijn met het oppoetsen van gruwelijkheden en indoctrineren van kinderen in het bijzonder, zijn wij in navolging van vele actiegroepen wereldwijd gestart met een campagne tegen koloniale verheerlijking. Dit is ook een antwoord op een breed gedragen geluid uit de samenleving. In het kader van die campagne trachten wij altijd eerst via de officiële procedures ons doel te bereiken. Wij hebben via enkele omwegen vernomen dat u degene bent bij wie we een verzoek als het onze moeten neerleggen en daarom richten wij ons tot u wanneer wij het volgende verzoeken:
Wij, Actiegroep De Grauwe Eeuw, verzoeken de Nederlandse staat om per onmiddellijk te stoppen met het verheerlijken van massamoordenaar Jan Pieterszoon Coen d.m.v. van de tunnel die u naar hem vernoemd heeft. Dit verzoek is maar op één manier in te willigen en dat is via een naamsverandering van de desbetreffende tunnel. Komt de Nederlandse Staat ons niet tegenmoet met dit verzoek dan zullen er acties volgen waarmee wij zullen trachten om alsnog deze het stopzetten van dit soort koloniale verheerlijking af te dwingen. De acties zullen ook gericht zijn aan uw persoon, aangezien u de enige bent die het eigenlijk besluit hierover kunt nemen. Wij gaan er van uit dat u afstand zult nemen van de etnische zuiveringen en hebzucht van uw voorouders.
N.B. dit is het derde verzoek wat we sturen, de eerste twee maal waren gericht aan uw voorganger Dronkers en aan de Directeur-Generaal in het algemeen, beide verzoeken bleven onbeantwoord. Wij gaan ervan uit dat het uitblijven van een reactie te maken had met de functieoverdracht. Wij hebben om die reden ook gewacht tot heden met het verzoek nogmaals te verzenden. Wij hebben dit verzoek in viervoud verstuurd, waaronder twee maal schriftelijk. Wij zullen vanavond ook een persbericht uitsturen.
Wij zien graag z.s.m. uw reactie via mail tegenmoet.
___________
Wanneer deze maal weer een reactie uitblijft weten we dat we bewust genegeerd worden en dan gaan we op een andere manier zorgen dat we de volledige aandacht hebben voor onze zaak.”
[7]
ZIE VOOR STOPZETTING OVERLEG MET ACTIEGROEP
”DE GRAUWE EEUW” DOOR DE GEMEENTE, NOOT 2
[8]
VERF TEGEN VOORDEUR BAUDET
https://www.indymedia.nl/node/ 41185
VOLKSKRANT
WONING THIERRY BAUDET IN AMSTERDAM BEKLAD
DOOR ANARCHISTISCHE ACTIEGROEP
7 SEPTEMBER 2017
HUIS THIERRY BAUDET BEKLAD DOOR ANARCHISTISCHE
ACTIEGROEP/ADHESIEBETUIGING
ASTRID ESSED
8 SEPTEMBER 2017
‘Dispereert niet.’ Met die woorden sloot koningin Wilhelmina op 14 mei 1940 haar toespraak tot het Nederlandse volk af. Ze citeerde de lijfspreuk van Jan Pieterszoon Coen: “Dispereert niet, ontziet uw vijanden niet, want God is met ons.”
Het leek de juiste tekst op het juiste moment. De stichter van Batavia en gouverneur-generaal in Nederlands-Indië (1587-1629) hoorde voor de meeste Nederlanders nog gewoon thuis in het rijtje van Hollandse helden. Toch waren het eigenlijk precies de foute woorden voor dat ogenblik. Leek de manier waarop Coen in zijn tijd huishield in de Oost niet verschrikkelijk veel op het brute optreden van de Duitse bezettingsmacht? Was het zelfs niet een graadje gruwelijker?
De koopmanszoon Jan Pieterszoon Coen was er vooral op uit om voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) het monopolie op de handel met Indië te verwerven. Hij schuwde daarbij geen enkel middel. Zelfs in eigen kring trad Coen hard en streng op. Maar berucht werd vooral zijn optreden op de Banda-eilanden, waar bewoners hun muskaatnoten ook aan de Britten leverden.
De Hollanders namen er, zelfs voor die jaren, op ongekend wrede wijze wraak. Japanse samoerai-beulen in dienst van de VOC onthoofdden een groot deel van de leiders. Van de andere vijftienduizend Bandanezen overleefde slechts een fractie de strafexpeditie. Een VOC-officier verbaasde zich over de gruwelijke orders die hij moest uitvoeren: “De mensen stierven zonder ook maar één geluid te laten horen, behalve één die Nederlands sprak. Die zei: ‘Heeren, heeft dan niemand van U medelijden?’ Alles wat gebeurde was zo afschuwelijk dat we erdoor verstomd waren. Alleen God weet wie gelijk heeft. Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden.”
Zelfs de Heeren Zeventien, de bestuurders van de VOC, lieten later weten dat het wel wat minder had gekund. Coen zelf noteerde na zijn ingrijpen tevreden: “De inboorlingen zijn meest allen door de oorlog, armoede en gebrek vergaan. Zeer weinig is er op de omliggende landen ontkomen.”
De geschiedschrijving benadrukte lang de grootheid van Coen. Al waren er criticasters.
De negentiende-eeuwse schrijver en criticus Conrad Busken Huet bijvoorbeeld: “De daden van geweld, waardoor men oudtijds zich van Banda en van zoveel andere punten in de Archipel heeft meester gemaakt, gaan zozeer de maat te buiten van hetgeen ons heden ten dage toeschijnt zelfs met de hardste en minst nauwgezette staatkunde bestaanbaar te zijn, dat de toestand van uitdroging en kwijning, waarin de Moluksche Eilanden in later tijd allengs geraakt zijn, verkieslijk moet schijnen boven de vroegere vruchtbaarheid.”
Maar de negentiende eeuw was ook de eeuw van het nationalisme. Nederlands trots ging pleinen opsieren: Oranjes, staatslieden, kunstenaars, zeehelden en ook kolonialen als Coen. Zijn beeld in Hoorn werd in 1893 onthuld.
Nieuw protest kwam met de golf van maatschappijkritiek die in de jaren zestig opkwam. Waren de in steen vereeuwigde Hollandse helden wel helden? In 1965 kreeg de jonge Relus ter Beek (later in zijn leven minister van defensie voor de PvdA) vijftig gulden boete voor het plaatsen van een kritisch bord bij het beeld van generaal Van Heutsz in diens geboorteplaats Coevorden. In 1967 was het monument voor dezelfde pacificator van Atjeh doelwit van een bomaanslag. Een jaar eerder werd een tunnel onder het Noordzeekanaal in Amsterdam nog gewoon Coentunnel genoemd.
Het beeld in Hoorn bleef sommige mensen ergeren. De aanstaande aanpassing van de tekst volgt uit een burgerinitiatief. “Zowel tijdgenoten als historici uitten kritiek op Coens bijzondere handelspolitiek”, memoreert het nieuwe bijschrift, waarna het “bijzondere” wordt uitgelegd met het voorbeeld van de Banda-eilanden.
Het beeld van Jan Pieterszoon Coen in Hoorn blijft, maar de tekst erbij gaat wel wat meer recht doen aan ’s mans schaduwzijden. Kritiek op zijn optreden was er al van tijdgenoten.
Door Astrid Essed (Journalist/Historica) op 7 november 2017 18:26
MASSAMOORDEMAAR!MASSAMOORD IS EEN MISDAAD
VAN ALLE EEUWEN
Schandalig, in een woord, dat er zelfs maar sprake is geweest van
een discussie rond het standbeeld/monument van Jan Pieterszoon
Coen, een van de ergste koloniale bloedjassen in de reeds met bloed
doordrenkte Nederlandse koloniale geschiedenis!
Als Gemeentebestuur zou ik mij schamen, dat ik het beeld van deze
massamoordenaar niet veel eerder gewoon met de grond gelijk
gemaakt had.
Dan wordt zij [het Gemeentebestuur hierop gewezen, weigert het
beeld te verwijderen en zet er een tekst bij, waarbij weliswaar wordt
verwezen naar het gewelddadige optreden van Coen, maar de termen
”massamoord” en ”genocide” niet worden genoemd.
Waarom niet?
De in Hoorn geboren J.P. Coen, koopman, boekhouder-generaal en later
Gouverneur Generaal van de [in 1601] opgerichte VOC voerde inm
1621 een militaire expeditie uit tegen de Banda eilanden, waarbij meer
dan vijftienduizend
inwoners op gruwelijke wijze [kijk maar op Wikipedia] werden vermoord.
Dat heet MASSAMOORD.
Het was vooropgezet [een militaire expeditie], met als doel die
bevolking te ”straffen”, die in hun EIGEN land, tegen de uit
EUROPA afkomstige VOC orders in, nootmuskaat
bleef verhandelen met de Engelsen.
Het vooropgezet uitmoorden van een bevolkingsgroep
heet GENOCIDE.
Zoiets is in iedere tijd een misdaad, dat is universeel.
Trouwens, ook tijdgenoten van J.P. Coen, waaronder een VOC officier,
hadden kritiek
Ik citeer een van deze officieren
”Wij allen, als praktizerende Christenen, waren vervuld met afschuw over de manier waarop deze zaak werd afgehandeld en we hadden geen plezier in dergelijke aangelegenheden”
https://www.trouw.nl/home/optr eden-jp-coen-had-w …
En ook zijn VOC opdrachtgevers, de Heren Zeventien, hadden kritiek.
ZO
Ik denk, dat ik een en ander afdoend heb toegelicht.
Hoorns Gemeentebestuur, ga je schamen.
Massamoordenaars eer je niet, noch laat je hun standbeelden
staan!
[21]
”Ook leidde hij een expeditie op de Banda-eilanden die zo bloedig was, dat hij er door zijn bevelhebbers in Nederland voor op de vingers werd getikt”
[23]
”Daar komt bij dat in de discussie over het standbeeld van Coen vaak wordt vergeten dat het beeld al omstreden was voordat het de binnenstad van Hoorn ging ontsieren. In 1887 schreef bijvoorbeeld de historicus J.A. Van der Chijs over de mogelijkheid van zo’n standbeeld: “Ik betwijfel of zulks nog zou verrijzen. Aan zijn naam kleeft bloed.” Zes jaar later kwam het beeld er alsnog.”