Auteursarchief: astrid

Noten 110 en 111/Israel raast en tiert!

[110]
WIKIPEDIA
PRO-PALESTIJNSE DEMONSTRATIES AAN DE UVA (2024)
[111]
THE RIGHTS FORUM
ONRUST ONDER AMBTENAREN OVER ISRAEL BELEID REGERING
20 OCTOBER 2023
Met een petitie manen Rijksambtenaren het kabinet om het Israëlische geweld een halt toe te roepen en onschuldige Palestijnse burgers te beschermen: ‘Laten we niet toekijken hoe een humanitaire catastrofe zich ontvouwt.’ En: ‘We hebben geen seconde te verliezen.’
Met een opmerkelijke interventie roept een groep Rijksambtenaren van uiteenlopende ministeries het kabinet op zijn onvoorwaardelijke steun aan Israël te herzien. Die ondermijnt de internationale rechtsorde en faciliteert disproportioneel geweld, schrijven zij in een petitie die onder ambtenaren rondgaat en deze middag al door 334 van hen was ondertekend.

Internationaal recht

In een genuanceerd betoog benadrukken de ambtenaren dat Israël als bezettende macht onder internationaal recht gehouden is de Palestijnse bevolking te beschermen tegen ongebreideld geweld en collectieve bestraffing. De praktijk wijst echter uit dat Israël zich ‘op geen enkele wijze geremd voelt’, schrijven zij.

De ambtenaren wijzen erop dat Israël met zijn inzet van excessief geweld, gebruik van witte fosfor, blokkade van civiele basisbehoeften en bevel tot verplaatsing van een miljoen burgers het internationaal recht schendt. Het argument van ‘zelfverdediging’ biedt daarvoor geen legitimatie, schrijven zij. Eerder deze week wees hoogleraar André Nollkaemper, lid van de Raad van Advies van The Rights Forum, al op die ondeugdelijke legitimering.

Oproep tot ingrijpen

Met zijn onvoorwaardelijke steun voor Israël biedt Nederland ruimte aan die ontsporing. De ambtenaren kunnen zich daarin niet langer vinden:

Als ambtenaren voelen wij ons geroepen om te staan voor het internationaal recht. Wij hebben de eed of belofte afgelegd op basis van de Grondwet en worden geacht, als integer ambtenaar, om rechtvaardig te handelen. De onvoorwaardelijke steun van ons kabinet aan Israël maakt ons medeplichtig aan de humanitaire catastrofe in Gaza. Dit kunnen en willen wij niet op ons geweten hebben.

De ambtenaren roepen op tot urgent ingrijpen om een humanitaire ramp te voorkomen. Het kabinet dient het buitensporige Israëlische geweld ‘in de meest krachtige termen’ te veroordelen en van Israël te eisen de blokkade van de Gazastrook op te heffen en noodhulp toe te staan.

Ook dient het kabinet volgens de initiatiefnemers met één maat te meten. Daarbij wijzen zij op het verschil met de Nederlandse reactie op het Russische geweld tegen de burgerbevolking van Oekraïne. Zij besluiten hun oproep als volgt:

Laat het recht en uw menselijkheid spreken, in alle gelijkheid en eerlijkheid, en laat politieke macht en de kleur of de religie van slachtoffers niet bepalend zijn voor uw handelen.

Tweede brief

De noodkreet van de ambtenaren komt bovenop een brief van 350 ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken waarover NRC bericht. In de deze vrijdag aan de ministers Bruins Slot (CDA) en Schreinemacher (VVD) verstuurde brief wordt kritiek geuit op het standpunt van de regering als ‘selectief’ en ‘inconsistent’. Het niet veroordelen van Israëls disproportionele reactie strookt niet ‘met de missie van ons ministerie, de waarden van Nederland en ons bredere buitenlandbeleid’, schrijven de ambtenaren volgens NRC.

Ook ‘het uitblijven van medeleven met en sympathie voor Palestijnse burgerslachtoffers’ wordt door de briefschrijvers aangekaart. Dat zou te wijten zijn aan het ‘institutioneel racisme’ binnen het ministerie. Palestijnse levens worden daarom ‘als minder waard beschouwd’. ‘Het ene slachtoffer lijkt het andere niet te zijn’, citeert NRC uit de brief. De 350 ondertekenaars verlangen dat de regering ‘met klem inzet op een staakt-het-vuren en deëscalatie’.

Den Haag, werk nú aan vrede

Beide brieven sluiten aan bij de eerdere oproep van The Rights Forum voor een weloverwogen reactie van de regering op de slachting die Hamas op 7 oktober aanrichtte. Met zijn reactie zet het kabinet de poort open voor Israëlische oorlogsmisdaden, schreven wij.

In een nieuwe video stellen we de onverantwoorde handelwijze van het kabinet aan de kaak. Net als de ambtenaren roepen wij de politiek in een petitie op tot onmiddellijke koerswijziging waarbij concrete actie voor een politieke oplossing van de kwestie-Palestina voorop staat. Daarbij dienen het wegnemen van de oorzaken van het conflict en naleving van de internationale rechtsorde als leidraad. Onze petitie werd in enkele dagen al ruim 15 duizend maal getekend.

EINDE
NOS
NOODKREET AMBTENAREN AAN KABINET: LAAT ISRAEL
STOPPEN MET GEWELD
20 OCTOBER 2023

Een groep rijksambtenaren wil dat het Nederlandse kabinet Israël zo snel mogelijk “een halt toeroept en onschuldige burgers beschermt”. “Laten we niet toekijken hoe zich een humanitaire catastrofe ontvouwt”, schrijven ze.

In een oproep, die inmiddels 267 keer is ondertekend door ambtenaren van alle ministeries, veroordelen ze de “gruwelijke” aanvallen van Hamas op onschuldige Israëlische burgers. Maar ze noemen de reactie van Israël in Gaza “disproportioneel” en “buitensporig”.

Nederland telt ruim 138.000 rijksambtenaren. De groep die de oproep heeft ondertekend vindt dat de ambtenaren door de houding van Nederlandse kabinet medeplichtig worden gemaakt. “Dit kunnen en willen wij niet op ons geweten hebben.”

Geweten

De oproep is in handen van de NOS, na berichtgeving in de De Telegraaf. De ambtenaren schrijven dat ze zich zorgen maken over de onvoorwaardelijke steun van de internationale gemeenschap, inclusief het Nederlandse kabinet, aan Israël.

Ze stellen dat Israël in het verleden vaker internationale regels heeft overtreden en VN-resoluties naast zich neer heeft gelegd en vinden dat het “excessieve geweld” onmiddellijk moet stoppen. “We hebben geen seconde te verliezen.”

De ambtenaren roepen het kabinet verder op tot een “uiterste inspanning” om invloed uit te oefenen op Israël zelf, de Europese Unie, de VS en de VN Veiligheidsraad en daarvoor alle diplomatieke kanalen aan te boren. “Roep op tot de-escalatie, zorg voor dialoog, zet alles op alles om blijvende vrede te bewerkstelligen.”

Een fragment uit de brief van de rijksambtenaren

Naast de brief van de rijksambtenaren heeft NRC een brief in handen van ambtenaren op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Die groep stelt onder andere dat Palestijnse burgerdoden minder scherp worden veroordeeld dan Israëlische.

Volgens de groep komt dat omdat “institutioneel racisme ons buitenlandbeleid vormgeeft”. Ze willen dat Nederland inzet op de-escalatie. De brief zou door ruim 350 ambtenaren zijn ondertekend.

Ook onder ambtenaren van de Europese Unie is een brief opgesteld. Hierin bekritiseren ze onder meer de “onvoorwaardelijke steun” die Commissie-voorzitter Von der Leyen uitsprak aan Israël.

Uniek

De brieven van ambtenaren zijn opvallend. “Ambtenaren zijn meestal loyaal aan hun minister”, zegt hoogleraar staatsrecht Wim Voermans in Nieuws & Co op NPO Radio 1. “Dit is redelijk uniek.”

Volgens Voermans is de vrijheid van meningsuiting van ambtenaren beperkt. “Ambtenaren hebben in Nederland grondrechten, maar daar is een grens getrokken in de Ambtenarenwet. Het moet zich wel goed verhouden tot je eigen functioneren en de openbare dienst mag niet gecompromitteerd worden door jouw meningsuiting.”

Toch mag er veel, stelt Voermans. Hij verwijst naar de antikernwapendemonstraties in de jaren 80, waar ook medewerkers van Defensie bij aanwezig waren. “Daarvan zeggen we eigenlijk: dat moet kunnen. Het zorgt er niet voor dat defensiepersoneel niet functioneert.”

Dat ligt anders voor ambtenaren van Buitenlandse Zaken die zich uitspreken tegen de houding van het kabinet in het conflict in Israël. “Als je bij Buitenlandse Zaken werkt en je zit heel dicht op de relaties tussen Nederland en Israël, dan wordt dat wel wat lastiger.”

Gesprekken

Het ministerie van Buitenlandse Zaken erkent in een schriftelijke reactie dat de discussie op de werkvloer speelt, “net als in andere organisaties”. Inmiddels zijn er gesprekken geweest tussen de dagelijkse leiding van het ministerie en ambtenaren. Volgens het ministerie ging het om een open gesprek “waarin er ruimte was voor ieder om zorgen te delen”. De komende tijd verwacht het ministerie vaker dit soort gesprekken te voeren.

Toch benadrukt het ministerie dat persoonlijke meningen van ambtenaren het werk niet in de weg mogen zitten. “Ambtenaren hebben natuurlijk, zoals elke burger, privé-opvattingen”, schrijft het ministerie. “Hun advisering moet onafhankelijk en onpartijdig zijn in dienst van het algemeen belang.”

EINDE
TROUW
FOEIGESPREKKEN EN ROLLENDE OGEN:
AMBTENAREN, DIE ZICH UITSPREKEN TEGEN ISRAELBELEID VOELEN ZICH GECENSUREERD
31 MAART 2025
Zo’n 400 Amsterdamse en Rotterdamse gemeenteambtenaren roepen hun werkgevers op om meer ruimte te bieden voor kritiek op de Nederlandse steun voor Israël. Hoe vrij is een ambtenaar om zijn mening te uiten? ‘Je moet je mond open blijven trekken, maar dat moet wel intern gebeuren.’
Vóór de oorlog in Gaza gold Cem Akilli (33) als een talent binnen de gemeente Rotterdam. De projectmanager Haven en Maritiem kreeg zware dossiers toegeschoven, zoals de kwestie van cruiseschepen in de haven. Maar de houding van zijn werkgever veranderde sinds 7 oktober 2023, toen hij zich begon uit te spreken over de genocide in Gaza en de Nederlandse steun voor Israël. “Sindsdien heb ik wekelijks conflicten lopen.”

Akilli begon intern vragen te stellen via mails. Waarom mogen Israëlische schepen met wapens aanmeren in de Rotterdamse haven? Waarom faciliteert de gemeente een wapenbeurs in Rotterdam, waar wapens worden tentoongesteld die het Israëlische leger inzet? En waarom kleurde de Erasmusbrug in het geel-blauw van Oekraïne, maar is hetzelfde niet mogelijk voor Palestijnse slachtoffers? “Dit is structureel selectief omgaan met de grondwet. Het één geldt voor Oekraïne, het ander voor Palestina”, zegt Akilli.

De Rotterdamse ambtenaar kreeg een officiële waarschuwing voor het vermeend ‘lastigvallen van een collega van een ander cluster’ die hij mailde over de wapenbeurs in Ahoy. Hij zegt de afgelopen anderhalf jaar structureel tegen intimidaties en sancties aan te lopen. Ook is hij meermaals gevraagd ‘zijn neutraliteit te bewaren’. “Welke neutraliteit? Nederland heeft het Genocideverdrag verankerd in de grondwet. Ik vraag de gemeente slechts om te handelen naar de grondwet.”

Foeigesprekken

Waarom houdt de overheid zich niet aan haar eigen verdragen? Amsterdamse en Rotterdamse gemeenteambtenaren roepen in een petitie hun werkgevers op om te stoppen met het sanctioneren van medewerkers die zich kritisch uitspreken over de Nederlandse steun voor Israël. Ze spreken van waarschuwingen, ‘foeigesprekken’ en ‘zorgen over emotionele betrokkenheid’ van medewerkers.

In de petitie schrijven de ondertekenaars onder meer: ‘Volgens gezaghebbende instituties vindt er in Gaza een genocide plaats. Het Internationaal Strafhof heeft een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen premier Netanyahu. Wie de oorlogsmisdaden op 7 oktober veroordeelt zonder in dezelfde adem de oorlogsmisdaden die eraan voorafgingen en erop volgden dezelfde behandeling te geven, ondermijnt het internationaal recht.’

De petitie leidde vorige week tot vragen van Denk en D66 aan het Rotterdamse college. Inmiddels is de petitie ondertekend door meer dan vierhonderd ambtenaren die veelal werkzaam zijn bij de gemeenten Amsterdam en Rotterdam. Trouw sprak zeven van hen, de meesten anoniem, uit vrees voor gevolgen voor hun baan.

‘Blind voor onrecht in Gaza’

Na de dodelijke aanval van Hamas op 7 oktober 2023 hees de gemeente Amsterdam de Israëlische vlag voor één dag. Een Amsterdamse ambtenaar merkte tijdens een overleg op dat veel Palestijnen in de stad zich niet gehoord voelden. “Er werd met ogen gerold. Bij het volgende overleg was ik niet uitgenodigd. Er bleven alleen mensen over die niet heel kritisch zijn op Israël.”

‘Door dit alles slapen sommige collega’s slecht. Je krijgt het gevoel dat Nederland blind is voor al het onrecht in Gaza’

Sommige ambtenaren zeggen door leidinggevenden aangesproken te zijn op hun kledingkeuze, zoals een trui waarop een watermeloen – symbool van Palestijns verzet – staat afgedrukt. “Dat zou te activistisch zijn. Maar regenboogsymboliek en Black Lives Matter-logo’s mogen wel”, zegt een van hen. “Door dit alles slapen sommige collega’s slecht. Je krijgt het gevoel dat Nederland blind is voor al het onrecht in Gaza.”

Druk van gemeentebestuurders

Ook het socialemediagebruik van gemeenteambtenaren ligt onder de loep. “De eerste keer was ik op vakantie. Ik kreeg een telefoontje van mijn leidinggevende”, vertelt een van hen. “Of ik voorzichtig wilde zijn met mijn likes. Ik likete eind 2023 en begin 2024 posts over Israëlische bombardementen op vluchtelingenkampen en andere gebeurtenissen waar de Nederlands media in eerste instantie niet over berichtten. Later liet de leidinggevende doorschemeren dat hij onder druk werd gezet door gemeentebestuurders om mij daarop aan te spreken.”

“Als je je uitspreekt over Gaza, en dat valt op, of je wordt gesnitched (verklikt, red.), dan wordt je op je schouders getikt”, zegt een ervaren ambtenaar, die zich geregeld uitspreekt over de Nederlandse steun aan Israël. “Ik heb de ambtsbelofte afgelegd; dan ben je er niet alleen om de grondrechten van Nederlandse burgers te beschermen, maar ook die in de rest van de wereld. Deze grondrechten worden zo ontzettend grof met voeten getreden in Gaza, met Nederlandse steun aan Israël. Collega’s die zich hierover uitspreken krijgen reprimandes. Die mensen wil ik steunen.”

Loyale tegenspraak

“Merkwaardig”, zegt Frits van der Meer als hem verschillende voorbeelden worden voorgelegd. De hoogleraar vergelijkende bestuurskunde aan de Universiteit Leiden ziet het als een kerntaak van ambtenaren om zich uit te spreken en bestuurders te adviseren. Ook als hun advies tegen het beleid in gaat. Daar bedacht hij met collega Gerrit Dijkstra in 2015 een term voor: loyale tegenspraak. “Je moet je mond open blijven trekken. En de overheid moet daar ruimte voor bieden. Maar die kritiek moet wel intern gebeuren. Je kunt als ambtenaar niet publiekelijk tegen het beleid in gaan.”

Daarom vindt Van der Meer dat de ambtenaren met hun petitie een grens overgaan. “Een beroep op de ambtseed om politiek beleid daadwerkelijk te veranderen, gaat niet op. Dat is aan de politiek en de rechter, niet aan een onverkozen ambtenaar.” Ook merkt hij op dat ambtenaren voorzichtig moeten zijn met hun socialemediagebruik. “Je blijft wel het gezicht van de gemeente.”

Ook als dat beleid een regime steunt dat genocide pleegt? “Het is niet dat ik geen begrip heb voor de ambtenaren”, zegt de hoogleraar. “Het gaat hier niet om de inhoud, maar om de rol als ambtenaar zoals die is vastgesteld in de Ambtenarenwet.”

Waar het schuurt

De gemeenten Amsterdam en Rotterdam bevestigen dat er gesprekken plaatsvinden met medewerkers die zich uiten over maatschappelijke kwesties. Sinds de Maccabi-rellen faciliteert Amsterdam gesprekken met medewerkers bij wie ‘emoties spelen’ rond de oorlog in Gaza, onder leiding van ‘gespecialiseerde gespreksleiders’. Rotterdam doet iets soortgelijks, zegt woordvoerder “We voeren een gesprek over waar het schuurt, waar het kan schuren en over de gedragscodes voor ambtenaren.”

Volgens die gedragscode mogen medewerkers zich uitspreken over maatschappelijke kwesties, zolang zij daarmee het ‘functioneren van de gemeente niet schaden’. “En dan kom je in een enorm grijs gebied”, zegt hoogleraar Van der Meer. Volgens hem zijn er drie opties voor de ambtenaren die zich niet kunnen verenigen met het Nederlandse beleid. “Zich erbij neerleggen, een klokkenluidersmelding doen, of de ultieme optie: vertrekken. Je kan altijd nog de politiek in gaan.”

Een vernieuwde ambtseed

Niet iedereen is het daarmee eens. Zo riep Erik Pool, programmamanager Dialoog en Ethiek bij de Rijksoverheid, in januari op tot een openbaar debat over een ‘morele ondergrens’ in het handelen van ambtenaren, met oog op de Nederlandse houding tegenover Israël. “Dat is tot op heden nog niet of onvoldoende gedaan, door ons als beroepsgroep”, schreef hij op zijn LinkedIn-account. Volgens Pool is het juist aan ambtenaren om beleid dat in strijd is met de grondwet te bekritiseren, en mogelijk niet uit te voeren.

De Rotterdamse projectmanager Akilli is niet van plan om zich erbij neer te leggen en moedigt zijn vakcollega’s aan om zich ook uit te spreken. Hij beroept zich op de nieuwe ambtseed die dit jaar inging. Daarbij zweren ambtenaren vooral trouw aan het algemeen belang en de grondwet, en niet aan politieke leiders. “De toeslagenaffaire was voor mij een belangrijke motivatie om ambtenaar te worden en op te staan tegen onrecht. Als dit beleid een lopende genocide steunt, hebben we naast onze primaire loyaliteit aan de grondwet, ook nog met de menselijke kant te maken. Ik ben geen robot.”

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noten 110 en 111/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noot 109/Israel raast en tiert!

[109]
NOS

MINISTER VELDKAMP ONTBIEDT AMBASSADEUR ISRAEL OM

DOOD HULPVERLENERS GAZA

Minister Veldkamp van Buitenlandse Zaken gaat de Israëlische ambassadeur om opheldering vragen over de recente gebeurtenissen in Gaza. Dat schrijft hij aan de Tweede Kamer. Aanleiding is de dood van vijftien Palestijnse hulpverleners, die vorige maand door het Israëlische leger zijn gedood.

Veldkamp (NSC) heeft morgen een gesprek met de Israëlische ambassadeur en zegt de Tweede Kamer hierover te informeren in een debat komende donderdag. Het is de eerste keer dat het Nederlandse kabinet de Israëlische ambassadeur ontbiedt in verband met het conflict in Gaza dat oplaaide na de aanval van Hamas op Israël op 7 oktober 2023.

Bij de Israëlische aanval in Gaza werden op 23 maart vijftien hulpverleners gedood. De groep reed in een konvooi dat bestond uit een wagen van de Verenigde Naties, een brandweerwagen van de Palestijnse burgerbescherming en ambulances van de hulporganisatie Palestijnse Rode Halve Maan.

De afgelopen dagen werd steeds meer bekend over de Israëlische aanval op de hulpverleners. Israël zei aanvankelijk dat het de aanval had geopend omdat het konvooi zonder lichten reed en een verdachte indruk maakte. Maar later werd uit videobeelden duidelijk dat de voertuigen door verlichting, zwaailichten en bedrukking duidelijk zichtbaar en herkenbaar waren.

‘Langzaam veranderen’

Het kabinet veroordeelde de Israëlische aanval op de hulpverleners vorige week. Minister Klever (PVV) van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp noemde die “afschuwelijk en onacceptabel”.

Gisteren riepen vijf hulp- en mensenrechtenorganisaties het kabinet op om duidelijker stelling te nemen tegen het escalerende geweld in Gaza. Diplomatieke druk is volgens hen niet genoeg om Israël tot een andere koers te bewegen.

Binnen de oppositie in Den Haag klinkt dat geluid al langer, en ook NSC-leider Omtzigt zegt vandaag dat het kabinet misschien wel meer zou kunnen doen. “Ik snap de houding tot nu toe, maar ik denk dat die langzaam zou moeten veranderen”, zegt hij.

Volgens hem heeft Israël het volste recht om zichzelf te verdedigen tegen Hamas. “Maar er zijn grenzen aan wat je nog als zelfverdediging kan zien. Dus het is goed dat de minister van Buitenlandse Zaken de ambassadeur daarop gaat aanspreken.”

‘Overdreven’

VVD-leider Yesilgöz wijst in eerste instantie ook op het verdedigingsrecht van Israël, maar zegt dat er ook “zaken” plaatsvinden waar ze “buikpijn” van krijgt. Ze vindt het terecht dat bondgenoot Israël is ontboden door Veldkamp. “Ook richting bondgenoten kan je zeggen: hoe kan dit nou?”

PVV-leider Wilders noemt het ontbieden van de ambassadeur desgevraagd “overdreven”.

Politiek Verslaggever Marleen de Rooy:

“Het is een politiek signaal: het ontbieden van de ambassadeur van een land. Het kabinet vindt dit nu nodig om opheldering te krijgen over recente gebeurtenissen. Tegelijkertijd voelt het kabinet de druk uit de samenleving. Het gaat het kabinet om de incidenten van de afgelopen tijd: die gaan mogelijk in tegen het internationale recht. Dat betekent niet dat Nederland meteen al het Israël-beleid gaat aanpassen. De coalitie bestaat immers uit partijen die Israël goedgezind zijn. Veel verder dan het ontbieden van de ambassadeur wil dit kabinet niet gaan.

Reacties uitgeschakeld voor Noot 109/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noot 108/Israel raast en tiert!

[108]
THE RIGHTS FORUM
DE ”STILLE DIPLOMATIE” VAN NEDERLAND STAAT VOOR
EEN KEIHARDE PRO ISRAEL KOERS
4 DECEMBER 2024
De begrotingsdebatten toonden een schrijnend gebrek aan daadkracht: Nederland blijft zich richting Israël vastklampen aan zwakke, stille diplomatie zonder dat dit ooit tastbaar resultaat heeft opgeleverd. Intussen wordt Israël ontzien en gesteund.
De jaarlijkse begrotingsdebatten vormen traditioneel een moment om de koers van de Nederlandse politiek onder de loep te nemen. Voor wie hoopte op een koerswijziging in het Israël/Palestina-beleid bracht deze november een teleurstelling. De debatten bevestigden vooral wat we al wisten: onder het mom van stille diplomatie en pragmatische keuzes vaart Nederland een rechtlijnige pro-Israëlkoers.

‘Meer dan genoeg’

Tijdens de debatten waren de ministers Caspar Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) en Reinette Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, PVV) eensgezind en stellig: Nederland doet ‘meer dan genoeg’ voor Palestina, wijzend op bijdragen aan VN-hulporganisatie UNRWA en het Rode Kruis. Maar degenen die om resultaten vroegen, hoorden vooral irritatie en retoriek. Terwijl de ministers zich verschuilen achter verklaringen dat de situatie hen ‘na aan het hart ligt’, zet hun beleid in werkelijkheid de bijl aan de wortel van concrete hulp.

Economische belangen wegen zwaarder dan humanitaire waarden.

De bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking zijn hiervan het pijnlijkste voorbeeld. Jaarlijks wordt tweehonderd miljoen euro gekort op Nederlandse ngo’s. Het kabinet rechtvaardigt dit door te stellen dat ontwikkelingssamenwerking primair in het belang van Nederland moet zijn. In de praktijk komt het erop neer dat economische belangen zwaarder wegen dan humanitaire waarden. Ngo’s worden aan hun lot overgelaten. Zoals Klever het onverbloemd zegt: ‘Het is niet mijn taak om ze overeind te houden.’

Harder aanpakken

Als het Klever werkelijk om de bescherming van Palestijnse burgers en het verantwoord omgaan met belastinggeld zou gaan, zoals zij suggereert, zou ze zich hebben uitgesproken tegen de gewelddadige kolonisten die minstens 59 Nederlandse projecten op de Westelijke Jordaanoever hebben vernietigd, zoals recent blootgelegd door de onderzoeksjournalisten van Investico.

Achter gesloten deuren, zo verzekeren de ministers, spreekt Nederland Israël stevig aan. Maar in het openbaar blijft het stil. Die stille diplomatie wordt zelden ondersteund door concrete actie om Israël ook daadwerkelijk op zijn daden aan te spreken. Moties die oproepen tot onderzoek en sancties, zoals die van DENK-Kamerlid Van Baarle, werden zonder meer verworpen. ‘Overbodig’, aldus Klever, ‘want Nederland doet al genoeg’.

Hulp aan Gaza

Voor hulp aan Gaza is dezelfde lakse houding te zien. Hoewel twintig miljoen euro is toegezegd voor wederopbouw, ontbreekt elk concreet plan voor de besteding van dit geld. ‘Wederopbouw is nu niet aan de orde,’ luidde het gemakzuchtige antwoord. Het lijkt een logische reactie op de aanhoudende Israëlische vernietiging van Gaza, maar is vooral een voorbeeld van vrijblijvend beleid zonder echte inzet.

De behandeling van de motie van D66-Kamerlid Mpanzu Bamenga, die oproept tot ongehinderde humanitaire hulp aan Gaza, onderstreept dit. De motie werd door minister Klever pas aan het oordeel van de Kamer gelaten nadat de zin ‘alle nodige maatregelen’ – de kern van de oproep –, was verwijderd. ‘Te radicaal,’ vond minister Klever. Tot zover de intentie om de bevolking van Gaza werkelijk te helpen.

Groeiende frustratie

Binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken groeit ondertussen de frustratie. RTL Nieuws meldde dat Nederland binnen de EU een remmende rol speelt waar het gaat om sancties tegen Israëlische politici die openlijk oproepen tot kolonisering en geweld. Ambtenaren lijken zich machteloos te voelen en proberen het kabinet tot actie te dwingen, wat leidt tot het lekken van interne informatie.

Op die kritiek reageerde Veldkamp niet met reflectie, maar met woede. Hij verschoof de discussie naar het lekken zelf, een doorzichtige poging om af te leiden van de kernvraag: wat houdt die stille diplomatie precies in en wanneer komt Nederland eindelijk met concrete maatregelen tegen Israël? Hierop kwam geen antwoord.

Eenzijdige vriendschap

Het beleid lijkt vooral bedoeld om de goede betrekkingen met ‘goede vriend’ Israël in stand te houden. Een vriendschap die op z’n zachtst gezegd nogal eenzijdig is. Toen Veldkamp stelde het arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof voor de Israëlische premier Netanyahu uit te zullen voeren – zoals je mag verwachten van een democratie die het Statuut van Rome heeft ondertekend en gastland is van het Strafhof – reageerde Israël meteen: de minister is niet meer welkom.

Die reactie zegt veel: rechtsstatelijke principes zijn onverenigbaar met samenwerking met Israël. Maar Veldkamp gaf er de weinig overtuigende spin aan door te beweren dat zijn reis was afgezegd nadat die was uitgelekt. Daardoor zou zijn ‘veiligheid in gevaar’ zijn gebracht.

Israëlische inmenging

Die ‘goede vriend’ krijgt intussen steeds meer invloed op het Nederlandse beleid. Een rapport van het Israëlische ministerie van Diaspora en Antisemitismebestrijding – door deskundigen afgedaan als ordinaire propaganda – werd door de pro-Israël-partijen in de Kamer zonder enige kritische toetsing in de strijd gegooid. Het leidde tot aangenomen moties van Chris Stoffer (SGP), waarin de regering wordt verzocht om onderzoek in te stellen naar burgers en organisaties die in het Israëlische rapport ongefundeerd worden beschuldigd van banden met Hamas.

Gevraagd naar de Israëlische inmenging bleef minister Klever opvallend afzijdig. Haar opmerking – dat ze begreep dat de beschuldigingen ‘tot wat onrust leidden’ – is een pijnlijke illustratie van de manier waarop Nederland de Israëlische inmenging klakkeloos accepteert. Of zelfs opzoekt, zoals we afgelopen week schreven.

Dubbele moraal

Tijdens de begrotingsdebatten haalde Kati Piri (GroenLinks-PvdA) hard uit naar de dubbele moraal ten aanzien van Israël. Ze confronteerde Raymond de Roon (PVV) met een uitspraak van een Israëlische minister over discriminatie en antisemitisme in Nederland. De Roon reageerde zoals verwacht: vol lof voor de scherpte en terechtheid van de Israëlische kritiek.

Zodra Israël aan tafel zit, verdwijnen principes als sneeuw voor de zon.

Daarop onthulde Piri dat de woorden niet van een Israëlische, maar van een Turkse minister afkomstig waren, die eerder ook over islamofobie en discriminatie tegen de Turkse gemeenschap in Nederland sprak. Dezelfde De Roon hoonde de Turkse kritiek destijds weg, en maakte het kabinet uit voor ‘slappe dweil’ door er überhaupt naar te luisteren. Zo blijkt de ene ongewenste inmenging de andere niet. Zodra Israël aan tafel zit, verdwijnen principes als sneeuw voor de zon.

PVV bepaalt de koers

In alle stilte van de stille diplomatie die het kabinet zegt te voeren, wordt die koers door de PVV ongegeneerd getorpedeerdNRC onthulde dat Wilders van plan is een bezoek te brengen aan Netanyahu en illegale Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Daarmee ondergraaft hij niet alleen de officiële Nederlandse positie, maar handelt hij ook in strijd met het internationaal recht. Als het om Israël gaat bestaan er kennelijk geen grenzen voor de leider van de grootste regeringspartij.

PVV’er Raymond de Roon deed daar nog een schep bovenop door in de Tweede Kamer de Israëlische lastercampagne tegen VN-hulporganisatie UNRWA kracht bij te zetten. Hij noemde UNRWA ‘de ruggengraat van Hamas’ en beschuldigde de organisatie van het indoctrineren van Palestijnse jongeren met genocidale ideeën. De Roons uitspraken en Wilders’ voorgenomen reis werken niet alleen polariserend, ze staan volledig haaks op de ondertekende rechtsstaatverklaring van de coalitie.

Het buitenland ziet een coalitiepartner die openlijk internationale afspraken saboteert zonder dat het kabinet ingrijpt.

Minister Veldkamp probeerde de zaak af te doen met de zwakke geruststelling dat ‘het buitenland dondersgoed weet wie er aan de knoppen zitten’. Dat argument snijdt geen hout. Het buitenland ziet een coalitiepartner die openlijk internationale afspraken saboteert zonder dat het kabinet ingrijpt.

De oppositie daarentegen toonde daadkracht: Piri diende een – inmiddels aangenomen – motie in waarin het kabinet wordt opgeroepen om sancties op te leggen aan Yossi Dagan, de extremistische kolonist die Wilders heeft uitgenodigd voor zijn aanstaande bezoek. Het is nu aan Veldkamp om hieraan gevolg te geven.

Onder de streep

De begrotingsdebatten vormden een nieuwe bevestiging van wat we al wisten: dit kabinet kijkt de feiten recht in de ogen en besluit ze te negeren. De minister van Buitenlandse Zaken negeert daarbij zelfs zijn eigen ambtenaren, die al een jaar via lekken naar de pers gehoor proberen te vinden. Ook vermijdt Veldkamp het gesprek met de ambtenaren die elke donderdag van zich laten horen tijdens sit-ins voor de deur van zijn ministerie. In die afwijzing is Veldkamp consequent. Zo weigerde hij zelfs een bundel toespraken – samengesteld door zijn eigen mensen, en aangeboden door voormalig minister Jan Pronk – in ontvangst te nemen.

Intussen laat de coalitie zich gijzelen door de PVV, en zo de rechtsorde verkruimelen van een robuust fundament tot een hinderlijke voetnoot. Op visie valt ze niet te betrappen. De radicale bezuinigingen raken niet alleen het maatschappelijk middenveld in het hart, maar bedreigen ook de toekomst van de ontwikkelingssamenwerking. Het Israëlische geweld – mogelijk genocide – tegen de Palestijnen krijgt geen consequenties. Intussen is sprake van openlijke Israëlische inmenging, die ongecheckt tot beleid wordt verheven, ook al gaat dat ten koste van de eigen burgers.

In de woorden van PVV-minister Klever: ‘Nederland doet al genoeg.’

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noot 108/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noot 107/Israel raast en tiert!

[107]

AMNESTY INTERNATIONAL

NGO’S DIEP GESCHOKT NA GESPREK PREMIER SCHOOF:
GEEN RODE LIJN GAZA
7 APRIL 2025

Premier Schoof trekt geen rode lijn bij de oorlog in Gaza. Dat zei hij in gesprek met Oxfam Novib, Amnesty International, Artsen zonder Grenzen, Save the Children en PAX. Zij schoven vandaag als één front aan bij premier Schoof met een gezamenlijke oproep: kijk niet langer weg van de genocide in Gaza en stop de onvoorwaardelijke steun aan de Israëlische regering. De uitnodiging voor het gesprek was te danken aan de honderdduizenden Nederlanders die zich aansloten bij de ‘Niet in mijn naam’-campagne en een fundamentele koerswijziging eisen van het kabinet Schoof. Zij willen niet langer medeplichtig zijn aan evidente oorlogsmisdaden of misdrijven tegen de menselijkheid die leiden tot etnische zuivering of zelfs genocide.

De premier had het tijdens het gesprek vooral over wat ze als kabinet kunnen doen, in plaats van wat hun plicht is namens de internationale verdragen. Daarnaast benadrukte de premier dat Nederland niet bereid is een principieel standpunt in te nemen over schendingen van het internationaal recht. Wat het kabinet betreft is er geen rode lijn. Premier Schoof erkent wel dat er (rechten)schendingen plaatsvinden, maar desondanks vertrouwt de premier blind op het huidige diplomatieke spoor.

Waar kabinetsleden zich wel degelijk kunnen uitspreken over gepleegde oorlogsmisdaden door Rusland of in Syrië – met daaropvolgende sancties en andere politieke drukmiddelen – lukt het premier Schoof maar niet om een aanval op onschuldige burgers, waaronder kinderen, in Gaza die in hun slaap worden gedood door Israëlische bombardementen te veroordelen. Voor Nederland is het business as usual in handel en steun, ongeacht de door Israël gepleegde oorlogsmisdaden, en wordt er amper druk uitgeoefend op de Israëlische regering.

Deze dubbele standaard werd tijdens het gesprek vandaag weer pijnlijk duidelijk. Premier Schoof toont geen bereidheid om zich te houden aan zijn plicht om het internationaal recht te verdedigen, ondanks de overduidelijke rechtenschendingen door de Israëlische regering. Wat betreft politieke, militaire en economische consequenties aan deze schendingen kunnen we kennelijk van dit kabinet niks verwachten. Ook het Israëlische geweld tegen humanitaire hulpverleners en hun patiënten in Gaza is onvoldoende reden voor premier Schoof om namens Nederland een harde veroordeling uit te spreken.

Sinds 2 maart blokkeert Israël opnieuw alle hulpgoederen naar Gaza en heeft de Israëlische regering Gaza volledig afgesloten van elektriciteit. Het Internationaal Gerechtshof heeft Israël in januari 2024 opgedragen maatregelen te treffen om genocide te voorkomen en onmiddellijk en ongehinderd humanitaire hulp toe te staan. De huidige humanitaire blokkade is een evidente schending van deze uitspraak. Het opzettelijk verhinderen van toegang tot essentiële hulpgoederen en levensreddende middelen is bovendien een kenmerk van genocide.

De terughoudende opstelling van premier Schoof is beschamend. Nederland hoort bij een steeds kleiner groepje landen dat onvoorwaardelijk achter Israël blijft staan. Een land dat zich internationaal profileert als voorvechter van mensenrechten en internationaal recht, zou helder moeten hebben wanneer die principes in gevaar zijn. Het tegenovergestelde is waar; Nederland verspeelt haar positie als voorvechter van mensenrechten en internationaal recht dan ook volledig.

De vijf organisaties roepen premier Schoof daarom op consequenties te verbinden aan de schendingen van het internationaal (humanitair) recht door Israël, en om in EU-verband te pleiten voor een onderzoek naar de schendingen van artikel 2 (de mensenrechtenclausule) in het associatieverdrag tussen de EU en Israël. Daarnaast moet Nederland de militaire samenwerking met Israël opschorten. Nederland moet er bij andere staten op aandringen dat ze zich moeten houden aan de verplichtingen die ze hebben om samen te werken met het Internationaal Strafhof. En Nederland moet alle mogelijke politieke, economische en diplomatieke middelen inzetten om de druk op Israël te voeren. De organisaties verwachten maximale inzet van de premier om de humanitaire blokkade van Gaza te beëindigen en hulpverleners de bescherming te verschaffen die het recht hen biedt. Na meer dan 50.000 doden kan het kabinet Schoof niet langer stil blijven.

EINDE
VOLKSKRANT
HULPORGANISATIES ”VERBIJSTERD” NA GESPREK
MET SCHOOF EN VELDKAMP OVER ISRAEL-BELEID
7 APRIL 2025
Na een gesprek met premier Dick Schoof en minister Caspar Veldkamp van Buitenlandse Zaken toonden vijf hulporganisaties zich maandag ‘verbijsterd’ over de houding van het kabinet tegenover Israël. Zij vragen zich af waar de ‘rode lijn’ ligt voordat Nederland overgaat tot het nemen van maatregelen.
De vijf directeuren van Oxfam Novib, Artsen zonder Grenzen, Amnesty International, PAX en Save the Children spraken maandag in het Catshuis met de bewindslieden. Zij traden gezamenlijk op in de hoop zo een signaal van ‘totale escalatie’ af te geven. De campagne ‘Niet in mijn naam’ vormde de aanleiding voor het gesprek. In december sloten honderdduizenden mensen zich bij dit initiatief aan, met als doel een koerswijziging van het Nederlandse beleid omtrent Gaza te eisen.

Naar aanleiding van die campagne werd Schoof eind vorig jaar tijdens zijn wekelijkse persconferentie gevraagd of er een ‘rode lijn’ voor Nederland was. ‘Nou, iedereen moet zich houden, en ook Israël, aan het internationaal oorlogsrecht. En daar zijn we ook altijd heel duidelijk over geweest’, aldus Schoof.

Maandagochtend, ruim vier maanden en een hervatte oorlog verder, bleek die rode lijn er volgens de betrokken organisaties niet meer te zijn voor het kabinet. De premier houdt in hun ogen te star vast aan zijn overtuiging dat je met diplomatieke middelen meer kunt bereiken.

Niet doof

Premier Schoof zelf liet maandag in een verklaring weten dat het kabinet niet doof is voor de kritiek en dat het kabinet Israël consequent blijft aanspreken op naleving van het humanitair oorlogsrecht en op de verantwoordelijkheid om veilige, ongehinderde humanitaire toegang tot Gaza te garanderen.

Gelijktijdig maakten Veldkamp en minister Reinette Klever van Buitenlandse Handel bekend dat Nederland de door- en uitvoer van alle militaire goederen naar Israël gaat controleren. In een brief aan de Tweede Kamer schrijven de bewindslieden dat het uitsluiten van Israël als land van eindbestemming voor militaire goederen wenselijk is ‘gelet op de veiligheidssituatie in Israël, de Palestijnse Gebieden en de bredere regio’. Dat betekent niet dat er geen wapens meer kunnen worden geëxporteerd, wel dat voor elke export een vergunning moeten worden aangevraagd die wordt getoetst aan de Europese regels.

Hoewel dat volgens Rolien Sasse, algemeen directeur van vredesorganisatie PAX, ‘een stap voorwaarts’ is, wijst ze ook op de militaire samenwerking die Nederland met Israël heeft. Zo heeft Nederland sinds 7 oktober voor bijna 1 miljard euro aan wapens gekocht van Israël. Vorig jaar moest Nederland de doorvoer van onderdelen voor het gevechtsvliegtuig F-35 van de rechter stoppen, omdat het risico bestaat dat ze gebruikt worden bij schendingen van het humanitair oorlogsrecht in de Gazastrook. Tegen die uitspraak is het kabinet in cassatie gegaan.

De regering leeft volgens Oxfam Novib-directeur Michiel Servaes in een parallelle werkelijkheid, ‘een werkelijkheid die gaat over wat je wel en niet in vergaderzalen voor elkaar kunt krijgen, maar die op geen enkele wijze iets te maken heeft met de verschrikkelijke omstandigheden waaronder de Palestijnse burgerbevolking in Gaza naar de wereld kijkt’.

Bevreemdend

Pim Kraan, directeur van Save the Children, noemt het bevreemdend dat Nederland aan de ene kant spreekt over het belang van het internationaal recht, maar daar vervolgens zijn stemgedrag in vergaderingen van de Verenigde Naties niet op laat aansluiten.

Amnesty-directeur Dagmar Oudshoorn benadrukt dat Nederland zich bij andere grote internationale conflicten, zoals in Oekraïne of Syrië, heel anders opstelt. Ze noemt de kabinetshouding ten opzichte van Israël problematisch. ‘Wanneer je niet openlijk afkeurt wat er aan de hand is, leidt dat tot straffeloosheid en ondermijning van de internationale rechtsorde’, aldus Oudshoorn.

Zondag noemde minister Veldkamp in het tv-programma Buitenhof de Israëlische aanval op een konvooi ambulances in de Gazastrook ‘buitengewoon ernstig’, en een schijnbare schending van het oorlogsrecht.

Er moet volgens Veldkamp een ‘stevig onderzoek’ komen naar de Israëlische actie. Ook liet hij zich uit over de omstandigheden in Gaza: ‘Het Palestijnse lijden in de Gazastrook is niet te verdragen’, aldus de minister.

EINDE

 

 

AD

HULPORGANISATIES VERBIJSTERD OVER ISRAEL-BELEID
KABINET: ”DE RODE LIJN VAN SCHOOF BESTAAT NIET MEER,
WE ZIJN GESCHOKT”
7 APRIL 2025
Premier Dick Schoof trekt geen rode lijn bij de oorlog in Gaza. Dit werkt straffeloosheid van Israël in de hand. Die conclusie trekken vijf hulporganisaties na een gesprek met Schoof en Buitenlandminister Caspar Veldkamp. Oxfam Novib, Amnesty International, Artsen zonder Grenzen, Save the Children en Pax hoopten op een koerswijziging van het kabinetsbeleid, maar kwamen van een koude kermis thuis. ,,We zijn geschokt.’’

Medische apparatuur die door het Israëlische leger systematisch met kogels onklaar wordt gemaakt, het tegenhouden van hulptransporten en niet te vergeten het geweld tegen hulpverleners zelf, zoals recent de aanval op de ambulances van de Rode Halve Maan waarbij vijftien doden vielen. Pim Kraan, directeur van Save the Children somt maandag tijdens een persconferentie op waar hulpverleners mee te maken krijgen in Gaza. ,,Levens redden mag geen levens kosten. Onze mensen moeten beter worden beschermd’’, stelt Artsen zonder Grenzen-directeur Karel Hendriks.

Alle remmen los

Maar het gaat de vijf organisaties niet alleen om hun eigen mensen. Ze zien met lede ogen aan hoe Gaza sinds het verbreken van het staakt-het-vuren wordt bestookt door Israël. ,,Alle remmen zijn los vanuit de Israëlische regering. De aanvallen zijn roekelozer en heftiger dan voorheen. Uitspraken van het Internationaal Strafhof om hulp toe te staan, worden in de wind geslagen. Het is eigenlijk geen doen meer om hulp te verlenen in Gaza en ik vrees dat er een punt komt dat we er ook echt helemaal mee stoppen’’, zegt Kraan.

De vijf directeuren hoopten dat een overleg met Schoof en Veldkamp zou leiden tot een steviger kabinetsbeleid ten aanzien van de Israëlische acties in de Palestijnse gebieden. ,,Niet dus. In december zei Schoof dat het schenden van het internationaal oorlogsrecht wat hem betreft een rode lijn was in Gaza. Nou, dat recht wordt geschonden. Daarom zou onze regering hier consequenties aan moeten verbinden. Dat gebeurt niet, kregen we vandaag te horen. Die rode lijn van Schoof bestaat niet langer, we zijn geschokt’’, zegt Michiel Servaes, directeur van Oxfam Novib.

Het kabinet houdt vast aan diplomatie, maar als het aan de vijf vertegenwoordigers van de hulp- en mensenrechtenclubs ligt, komen er onder andere meer sancties tegen Israël om een onmiddellijk staakt-het-vuren af te dwingen. ,,Israël stopt alleen als je gezamenlijk optrekt, maar er gebeurt nu veel te weinig. Zeker vanuit Nederland. We waren altijd gidsland op het gebied van internationaal recht, maar daar blijft niks van over’’, aldus Servaes.

Dubbele standaard

De hulpverleners zien een dubbele standaard bij de regering. Ze wijzen erop dat het kabinet in andere conflicten zoals in Myanmar, Oekraïne en Syrië aan het schenden van de internationale rechtsorde wel gevolgen verbindt.

Of de vijf zich machteloos voelen? ,,Nee, niet machteloos. Nederland kan nog zoveel meer doen om deze escalatie van geweld en straffeloosheid te stoppen. We mogen niet wennen aan wat er gebeurt, een fundamentele koerswijziging is nodig. Het kabinet is bang dat ons land verder polariseert over dit onderwerp, maar als je dit wegdrukt wordt het alleen maar erger. Kijk niet langer weg van de genocide in Gaza’’, vindt Dagmar Oudshoorn, directeur van Amnesty International.

Premier Schoof zei op X over het gesprek niet doof te zijn voor de kritiek. ‘We kijken voortdurend welke stappen het beste gezet kunnen worden en op welke wijze we het meest bereiken. Het kabinet blijft Israël consequent aanspreken op naleving van het humanitair oorlogsrecht.’

Een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken laat weten dat het Israël-beleid niet in beton is gegoten, maar constant in beweging is. En er was zowaar nog één lichtpuntje voor de vijf hulporganisaties. Het kabinet maakte maandag bekend de uitvoer van militaire goederen naar Israël beter te gaan controleren. Het gaat om goederen die zowel voor oorlogsvoering als voor vreedzame doeleinden kunnen worden gebruikt.

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noot 107/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noot 106/Israel raast en tiert!

[106]

RTL
50 000 PALESTIJNEN GEDOOD DOOR ISRAEL SINDS BEGIN,
OORLOG, MOGELIJK VEEL MEER
23 MAART 2025
In de Gazastrook zijn sinds oktober 2023 meer dan 50.000 doden en 113.274 gewonden gevallen door Israëlische bombardementen en grondaanvallen. Dat meldde het ministerie van Gezondheid in de Gazastrook gisteren. Onafhankelijke organisaties beweren echter dat de cijfers veel hoger liggen. Hoe worden de doden in Gaza geteld?

De cijfers komen van het door Hamas geleide ministerie en worden onder meer door hulporganisaties als betrouwbaar gezien. De Israëlische regering twijfelt aan de aantallen, maar volgens Vice zien de Israëlische inlichtingendiensten die cijfers wel als accuraat.

Het ministerie in Gaza maakt geen onderscheid tussen militanten en burgers. De meeste van de 50.021 slachtoffers, bijna 70 procent, zijn vrouwen en kinderen.

Mogelijk bijna 200.000 doden

Verschillende waarnemers denken dat het genoemde aantal van 50.000 doden lager is dan de werkelijkheid. “Het zou kunnen dat ze hoger zijn dan wordt aangegeven,” zei Barbara Leaf, de voormalige Amerikaanse assistent-minister van Buitenlandse Zaken voor het Nabije Oosten, eind 2023.

Volgens de London School of Hygiene and Tropical Medicine en de universiteiten van Cambridge, Nagasaki en Yale, lag het dodental begin dit jaar op bijna 70.000. The Lancet, een belangrijk tijdschrift voor de medische wetenschap, berekende vorig jaar in juli dat het dodental mogelijk nóg hoger ligt: bijna 200.000. Dat zou neerkomen op bijna 10 procent van de totale bevolking van Gaza.

Waarom melden de autoriteiten in Gaza een lager aantal?

Het ministerie in Gaza hanteert een aantal regels voor het tellen van de doden. Het lichaam van een overleden Palestijn moet naar een ziekenhuis worden gebracht en geïdentificeerd kunnen worden. Lichamen die compleet zijn verdampt door de bommen, die nog onder het puin liggen of niet meer te herkennen zijn, worden dus niet meegerekend.

Veel Gazanen worden meteen ter plekke begraven, omdat mensen vanwege het brandstoftekort en de verwoeste infrastructuur de overgebleven ziekenhuizen moeilijk kunnen bereiken. Deze personen worden dus ook niet meegenomen in de tellingen.

Israël heeft eergisteren bewoners van delen van Rafah bevolen te vertrekken en is een grondoffensief begonnen. Bij luchtaanvallen op de Gazastrook zijn gisteren al tientallen doden gevallen, meldde nieuwszender Al Jazeera.

Einde bestand

Israël heeft een op 19 januari ingegaan bestand met de Palestijnse beweging Hamas deze week verbroken en voert weer zware luchtaanvallen uit op de strook. Daarbij zijn tot nu toe meer dan 630 Palestijnen gedood. Ook blokkeert Israël nog steeds voedsel, water, brandstof en elektriciteit naar Gaza.

Israël zegt dat het de aanval is gestart omdat Hamas zou weigeren om de resterende gijzelaars vrij te laten. “Hamas heeft wel degelijk nageleefd wat er is afgesproken en was ook bereid om serieus over te gaan naar fase 2“, zegt voormalig topdiplomaat Robert Serry, in het verleden onder meer VN-gezant in het Midden-Oosten. “Ik ga hier niet goedpraten wat Hamas doet en heeft gedaan, maar het is nu heel duidelijk dat Israël het bestand heeft gebroken.”

EINDE

 

 

TROUW
474 PAGINA’S MET KINDERNAMEN. ZO ZIET DE HELE LIJST VAN
GEDODE GAZANEN ERUIT
29 MAART 2025
Op de lijst met geregistreerde doden die het ministerie van Gezondheid in Gaza bijhoudt, staan inmiddels al meer dan 50.000 namen.
Dit zijn de eerste 19 personen op de lijst, met uiterst rechts de leeftijd bij overlijden.

Op de eerste 27 pagina’s staan de kinderen van nul jaar oud. Daarna komen de eenjarigen: bijna 26 pagina’s. Dan de kinderen van twee: 25 pagina’s. De driejarigen: bijna 24 pagina’s .

Het Gazaanse ministerie van Gezondheid publiceerde vorige week een geüpdatete versie van de lijst met geregistreerde doden, die het sinds anderhalf jaar bijhoudt. Inmiddels staan er 50.021 namen op, verspreid over 1516 pagina’s. Tot pagina 474 worden alleen maar kinderen genoemd. Wie de hele lijst uitprint en vervolgens één pagina per seconde omdraait, is bijna 26 minuten bezig om alles door te nemen.

Deze meest recente versie loopt van 7 oktober 2023 tot 23 maart van dit jaar. De lijst is geordend opgezet: in de linkerkolom staat het nummer waaronder iemand op de lijst te vinden is. Daarna volgen de voornaam, verdere namen, achternaam, het ID-nummer, de geboortedatum en het geslacht. In de uiterst rechterkolom staat de leeftijd.

Duizenden mensen staan niet op de lijst

Degenen die in de lijst zijn opgenomen, zijn meestal geregistreerd in de ziekenhuizen of mortuaria waar ze zijn binnengebracht. Maar het is met de tijd, nu steeds minder ziekenhuizen nog functioneren, moeilijker geworden de registratie op deze manier uit te voeren.

Het ministerie zegt ook begonnen te zijn met het verwerken van doden gemeld door hulpverleners en in de media, als alle informatie verzameld kan worden. De duizenden mensen die niet geïdentificeerd of vermist zijn, staan niet op de lijst.

Werkelijke dodental ligt waarschijnlijk hoger

Emily Tripp is directeur van Airwars, een organisatie die onderzoek doet naar burgerslachtoffers in conflictgebieden. “Het is zeldzaam dat we de beschikking hebben over zulke lijsten”, zegt ze. “Wij hebben niet eerder een conflict onderzocht waar officiële instanties dit in zoveel detail registreren.” De organisatie heeft een tool ontwikkeld op basis van de gepubliceerde lijsten – de meest recente update van het ministerie moet daarin nog verwerkt worden – waardoor iedereen ze online kan doorzoeken.

Er zijn natuurlijk dingen om rekening mee te houden, vertelt ze. Zoals het feit dat het ministerie in deze lijsten geen onderscheid maakt tussen burgers of strijders. Maar ze benadrukt dat de lijsten over het algemeen als betrouwbaar worden gezien, iets wat ook blijkt uit eigen onderzoek.

“Toen het ministerie begon met het publiceren van deze lijsten, wilden we dat testen. We deden ons eigen opensource-onderzoek – bijvoorbeeld door het verzamelen van nieuwsberichten of informatie die door ooggetuigen of familieleden van slachtoffers op sociale media zijn geplaatst – om te proberen die namen te matchen met de namen op de lijst van het ministerie.

“We ontdekten dat er een grote overlap was. Maar ook dat een aanzienlijk aantal namen die wij hadden gevonden niet op de lijst stonden. Dat kan door verschillende dingen komen: het gaat om mensen die niet geïdentificeerd konden worden, omdat ze nog vermist zijn. Of omdat hun dood niet geregistreerd is door het ziekenhuis waar ze binnen zijn gebracht, om wat voor reden dan ook. We moeten zeker verwachten dat het werkelijke dodental hoger ligt.”

Veel mensen die op de meest recente versie van de lijst zijn toegevoegd, werden gedood op 18 maart. Die ochtend brak Israël het staakt-het-vuren, toen officieel van kracht, met een reeks vernietigende bombardementen. Airwars doet hier nog onderzoek naar, zegt Tripp, maar de voorlopige gegevens wijzen erop dat deze dag met een ongekende intensiteit is gebombardeerd. “Zoiets hebben we nog niet eerder gezien.”

8220. Bisan al-Farran (9 jaar) en

11695. Ayman al-Farran (13 jaar).

De plek waar Bisan, haar broer Ayman, en andere familieleden verbleven in Khan Younis werd vroeg in de ochtend gebombardeerd. Op beelden die online gedeeld zijn door lokale journalisten, is te zien hoe de kinderen allebei in een lijkenzak zijn gelegd, een zwarte en een witte, terwijl hun vader en andere familieleden afscheid nemen.

27076. Alaa Okal (28 jaar).

Alaa zat ’s ochtends in alle vroegte thuis in zijn appartement in Deir al-Balah, in het midden van Gaza, toen het geraakt werd door een Israëlisch bombardement.

De 28-jarige medewerker van Artsen zonder Grenzen was een half jaar geleden begonnen bij de hulporganisatie. Hij werkte in het nabijgelegen veldhospitaal, dat AzG in de stad heeft opgezet. Alaa is de tiende AzG-hulpmedewerker die in het afgelopen anderhalf jaar in Gaza is gedood.

“We zijn woest dat veel van deze mensen gedood zijn terwijl ze hulp boden aan patiënten, of schuilden met hun families”, aldus de organisatie.

18730. Afnan Ghanam (20 jaar) en

?. Mohammed Abu Hilal (1 jaar). Zijn naam is niet op de lijst te vinden.

De tent waarin de 20-jarige Afnan en haar eenjarige zoontje Mohammed verbleven, in Al-Mawasi, werd op de ochtend van die 18de maart ook vernietigd door een bombardement.

Haar man Alaa Abu Hilal was op dat moment in Rafah, om te kijken of er nog iets over was van hun huis. Hij werd gebeld met het nieuws dat zijn gezin was gedood. Afnan was zeven maanden zwanger van hun tweede kind.

Afnan was niet zomaar een echtgenote, vertelde Alaa tegen een journalist van Al-Arabiya. “Ze was mijn vriend, ze was mijn metgezel.”

Afnan en Mohammed deelden een verjaardag, 20 februari, en hebben die één keer samen kunnen vieren. Alaa: “En nu zijn ze op dezelfde dag gedood”.

EINDE

EUROPA SCHIET TEKORT IN GAZA
CAROLINE GENNEZ [MINISTER VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,
BELGIE]
De EU moet alle mogelijke vreedzame middelen overwegen tegen Israël, inclusief sancties en het opschorten van het Associatieakkoord, en de Palestijnse staat erkennen.

In december 2022 werd in Israël een extreemrechtse en religieus-nationalistische regering ingezworen, onder leiding van premier Netanyahu. Het leven voor de Palestijnen in Gaza en de West Bank werd onder deze regering nog moeilijker. Het momentum om een politieke doorbraak te forceren voor een vreedzame tweestatenoplossing was daarmee helemaal verdwenen. De Europese Unie (EU) bleef één van de grootste humanitaire en ontwikkelingsdonoren van Palestina en een belangrijke handelspartner van Israël, maar was lauw in haar veroordeling van het kolonistengeweld op de West Bank en het gebrek aan democratie bij de Palestijnen.

Deze lethargie werd abrupt verstoord door de brute terroristische aanval van Hamas op 7 oktober, gevolgd door een destructieve oorlog in Gaza en de collectieve bestraffing van de Palestijnse bevolking daar. Dit was hét moment waarop de EU kon laten zien dat het pal stond voor mensenrechten en humanitair recht – waarden die we beschouwen als de kern van onze Unie. Na meer dan zes maanden oorlog heeft de EU onvoldoende als blok opgetreden.

VERDEELDHEID EN TEGENSTELLINGEN LEIDEN TOT BESCHEIDEN AMBITIES

Het beleid van de EU is niet uniform. Bepaalde lidstaten, zoals Spanje, Ierland en ook België, hebben scherpe en harde kritiek geuit op het bloedbad en de destructie in Gaza en pleiten voor de nodige tegenmaatregelen. België heeft hierin zelfs een voortrekkersrol opgenomen. Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, Josep Borrell, heeft de acties van Israël in Gaza na 7 oktober al meerdere keren veroordeeld. Aan de andere kant zien we grote steun voor Israël bij de voorzitter van de Commissie, Ursula von der Leyen, de Hongaarse commissaris Oliver Varhelyi en landen zoals Duitsland en Oostenrijk.

Dit zorgt voor een EU van te veel verdeeldheid en tegenstellingen – en nog erger: een EU die toekijkt. De EU-top van maart was de eerste keer dat bijna alle EU-leiders het eens werden over een staakt-het-vuren. Tegen die tijd waren er al meer dan 30.000 doden, lag het overgrote deel van Gaza in puin en waren twee miljoen mensen ontheemd en bedreigd door honger en ziekte. Zoals Borrell het treffend verwoordde: “Van de grootste openluchtgevangenis ter wereld is Gaza veranderd in het grootste openluchtkerkhof.” Hard to disagree.

Harde vaststelling: Als Europeanen zijn we niet in staat om de loop van deze oorlog te beïnvloeden. En daar is de interne verdeeldheid debet aan.

Harde vaststelling: Als Europeanen zijn we niet in staat om de loop van deze oorlog te beïnvloeden. En daar is de interne verdeeldheid debet aan. Bovendien heeft het gebrek aan actie van Europese landen en het Westen tegen Israëls schendingen van het internationaal (humanitair) recht het beeld van “dubbele standaarden” versterkt. Terwijl de roep om meer hard power terecht luider klinkt in Europa, kieperen we onze geloofwaardigheid en soft power door ramen en deuren naar buiten in het Midden-Oosten. Onze rol in de wereld wordt grotendeels bepaald door de mate waarin we consequent, zij het pragmatisch, de universele waarden en rechten, waarvoor we zelf zeggen te staan, verdedigen. Daarom volgen onze partners in de wereld – en onze rivalen – nauwgezet onze positie in dit conflict. En terecht.

Wat we minstens wél doen is de Palestijnen humanitair blijven bijstaan, en alles wat we kunnen om nog erger te voorkomen. Dit omvat samenwerken met partners in de regio en de VS om de voedselblokkade te doen stoppen en op allerlei manieren humanitaire hulp tot bij de bevolking te brengen. De schrijnende crisis dwong sommige EU-lidstaten zelfs tot onorthodoxe acties, met initiatieven zoals airdrops en maritieme corridors.

HET IS ESSENTIEEL DAT WE EEN GROTERE ROL OPNEMEN

De Europese reactie op de oorlog in Gaza is tot nu toe grotendeels tekortgeschoten, zowel op moreel als op strategisch vlak. De EU heeft nog steeds de kans om haar reputatie te herstellen door actief bij te dragen aan een legitieme politieke oplossing voor het conflict tussen de Palestijnen en Israël. Een serieuze inspanning voor vrede is niet alleen in het belang van de regio, maar ook van de EU zelf. Het is essentieel dat we een grotere rol opnemen in de regio. Dit is waar ik dagelijks aan werk, waarvoor ik mijn stem gebruik en mijn netwerk mobiliseer.

Hoewel de situatie ter plaatse aanzienlijk moeilijker is geworden dan dertig jaar geleden, blijft de tweestatenoplossing de enige haalbare weg naar vrede in de regio.

De EU moet alle mogelijke vreedzame middelen overwegen, inclusief sancties en het opschorten van het Associatieakkoord met Israël. Als je nu die mensenrechtenclausule niet activeert, waarom er dan nog een opnemen? We moeten alles in het werk stellen om te streven naar de opbouw van een volledig soevereine Palestijnse staat, die de waardigheid van het Palestijnse volk herstelt en vrede en veiligheid voor zowel Israël als Palestina garandeert. De erkenning van de Palestijnse staat is, wat mij betreft, een noodzakelijke eerste stap, waarbij we samen met regionale partners moeten werken aan een vredesconferentie om de tweestatenoplossing te realiseren. Hoewel de situatie ter plaatse aanzienlijk moeilijker is geworden dan dertig jaar geleden, blijft dit de enige haalbare weg naar vrede in de regio. Daarom moet dit ons doel en onze inzet zijn. Anders blijven we gevangen in een eindeloze spiraal van rancune en geweld van generatie op generatie, van oorlog tot oorlog.

Reacties uitgeschakeld voor Noot 106/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noot 105/Israel raast en tiert!

[105]
De EU heeft in het afgelopen jaar weinig gedaan om de agressie van Israël te stoppen. Haar samenwerking ging verder zonder enige aarzeling. Op basis van Artikel 2 van het Associatieakkoord kan de EU Israël sanctioneren indien het de mensenrechten en democratische principes met de voeten treedt. De EU heeft echter geen beroep gedaan op deze sanctiemogelijkheid. Integendeel, de samenwerking omtrent datatoegang werd verlengd in januari 2024. Josep Borrell, de EU-buitenlandvertegenwoordiger, riep in juni 2024 wel op om een associatievergadering te houden om de mensenrechtenschendingen te bespreken, maar de Israëlische regering wil enkel deelnemen als ook andere bilaterale zaken aan bod komen.
ZIE VOOR GEHELE ARTIKEL, NOOT 4
”Relations between the Parties, as well as all the provisions of the Agreement itself, shall be based on respect for human rights and democratic principles, which guides their internal and international policy and constitutes an essential element of this Agreement.”
ARTICLE 2, EURO MEDITERRIAN AGREEMENT
ESTABLISHING AN ASSOCIATION BETWEEN THE
EUROPEAN COMMUNITIES AND THEIR MEMBER STATES OF THE
ONE PART, AND THE STATE OF ISRAEL, OF THE OTHER PART
21 JUNE 2000

EU keert zich af

Toch is één ding onmiskenbaar: de EU keert zich steeds meer af van Israël. In februari pleitten Ierland en Spanje al voor een ‘urgent onderzoek’ naar het verdrag. Toen leverde dat enkel lauwe reacties op. Nu willen de lidstaten unaniem dat de Associatieraad zo snel mogelijk bij elkaar komt om te praten over de mensenrechtensituatie in Gaza. Zelfs een land als Duitsland, traditioneel Israëlgezind, is veel kritischer geworden.”

VOLKSKRANT

ALS BELANGRIJKSTE HANDELSPARTNER

VAN ISRAEL HEEFT DE EU EEN SERIEUS

DRUKMIDDEL, MAAR DE UNIE IS VERDEELD

28 MEI 2024

https://www.volkskrant.nl/buitenland/als-belangrijkste-handelspartner-van-israel-heeft-de-eu-een-serieus-drukmiddel-maar-de-unie-is-verdeeld~bb08863b/

Het Europese geduld met Israël begint op te raken. Na de recente dodelijke luchtaanval op Rafah, kort na een kritisch vonnis van het VN-gerechtshof, gaan de lidstaten om de tafel om de handelsbetrekkingen met het land te bespreken. Maar durft de EU ook te bijten, of blijft het bij dreigementen?

Terwijl Israëlische tanks dinsdag het centrum van Rafah binnenreden, wapperde boven regeringsgebouwen in Ierland de Palestijnse vlag. De erkenning van de Palestijnse staat door Ierland, Spanje en Noorwegen ging dinsdag officieel in. De Ierse premier Simon Harris riep andere landen op dit voorbeeld te volgen. ‘Europa kan en moet veel meer doen’ om een wapenstilstand in de Gazastrook tot stand te brengen, aldus Harris.

Volgens critici als Harris is de Europese Unie te langzaam en te slap in haar optreden tegen het Israëlische geweld in Gaza. Toch sluit het diplomatieke net rond Israël zich langzaam maar zeker. Maandag besloten de Europese ministers van Buitenlandse Zaken de Associatieraad EU-Israël bij elkaar te roepen. Deze raad regelt het associatieverdrag op grond waarvan Israël belangrijke handelsvoordelen in de EU heeft. Ook bepaalt het verdrag dat Israël de mensenrechten moet naleven, iets waarop de EU de regering van premier Benyamin Netanyahu wil aanspreken.

Met het verdrag heeft de EU, de belangrijkste handelspartner van Israël, een drukmiddel in handen. Onduidelijk is echter in hoeverre de EU bereid is door te bijten, gezien de grote verdeeldheid van de lidstaten over de oorlog in Gaza. Landen als Hongarije, Tsjechië en Oostenrijk zullen zich waarschijnlijk tegen sancties of andere strafmaatregelen verzetten.

EU keert zich af

Toch is één ding onmiskenbaar: de EU keert zich steeds meer af van Israël. In februari pleitten Ierland en Spanje al voor een ‘urgent onderzoek’ naar het verdrag. Toen leverde dat enkel lauwe reacties op. Nu willen de lidstaten unaniem dat de Associatieraad zo snel mogelijk bij elkaar komt om te praten over de mensenrechtensituatie in Gaza. Zelfs een land als Duitsland, traditioneel Israëlgezind, is veel kritischer geworden.

De EU heeft Israël herhaaldelijk gewaarschuwd Rafah niet aan te vallen, evenals de leiders van talloze lidstaten, onder wie premier Rutte. Israël zet zijn offensief daarentegen gewoon door. Zo werd zondag een tentenkamp van vluchtelingen geraakt, waarbij minstens 45 doden vielen. Volgens Europese leiders is de aanval een zoveelste bewijs van de grove manier waarop Israël te werk gaat in de Gazastrook. Het Israëlische leger zei dinsdag dat de brand in het tentenkamp mogelijk is veroorzaakt doordat een Palestijns munitiedepot is geraakt. Premier Netanyahu sprak maandag van een ‘tragisch ongeval’.

Nu Israël zich niets aantrekt van de Europese waarschuwing, komt de EU onder druk te staan om maatregelen te nemen tegen het land. ‘We moeten ervoor waken dat onze regels en waarden door iedereen worden gerespecteerd, vooral door onze partners zoals Israël’, schreef de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib maandag op X. ‘Onze geloofwaardigheid staat op het spel.’

Twee maten

De druk op de EU wordt nog eens versterkt door de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof, dat Israël vrijdag opdroeg zijn aanval op Rafah te staken. De EU werpt zich altijd op als de verdediger van de internationale rechtsorde. Sinds het uitbreken van de Gazaoorlog wordt de EU door veel landen in het ‘mondiale Zuiden’ verweten met twee maten te meten. De Unie ondernam actie tegen de schendingen van het internationaal recht door Rusland in Oekraïne, maar reageerde aanvankelijk passief op schendingen door Israël. Door ongestraft te laten passeren dat Israël een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof naast zich neerlegt, verspeelt de EU haar geloofwaardigheid nog verder.

De uitspraak van het Hof ‘is bindend en moet worden uitgevoerd. Internationaal humanitair recht geldt voor iedereen, ook voor de Israëlische oorlogvoering’, zei de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock maandag. Netanyahu moet duidelijk worden gemaakt dat het negeren van het Internationaal Gerechtshof serieuze consequenties voor Israël zal hebben, aldus Baerbock.

Zo begint het geduld van de EU met Israël op te raken. Ook Micheál Martin, minister van Buitenlandse Zaken van het pro-Palestijnse Ierland, zei maandag verandering te bespeuren: ‘Voor de eerste keer heb ik een serieuze discussie over sancties gezien tijdens een EU-vergadering.’

Reacties uitgeschakeld voor Noot 105/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noot 104/Israel raast en tiert!

[104]

EU EN ISRAEL-PALESTINA: INSTITUTIONELE HYPOCRISIE
Ursula Von der Leyen roept ‘Slava Ukraini’ in blauw-gele outfit voor het Europees Parlement, maar het lijkt ondenkbaar dat ze getooid in de keffiyeh ‘Free Palestine’ in het Arabisch zou roepen.

De Europese Unie (EU) staat er bij en kijkt er naar. De lauwe reactie van de Europese leiders tegenover de genocide in Gaza wekt veel cynisme maar weinig verbazing. In het EU-discours lijkt het alsof dit ‘conflict’ pas begonnen is op 7 oktober 2023, zonder oog te hebben voor de complexe geschiedenis van kolonisatie, holocaust, Nakba, bezetting en apartheid.

LANGE TREND VAN NALATIGHEID

De EU heeft in het afgelopen jaar weinig gedaan om de agressie van Israël te stoppen. Haar samenwerking ging verder zonder enige aarzeling. Op basis van Artikel 2 van het Associatieakkoord kan de EU Israël sanctioneren indien het de mensenrechten en democratische principes met de voeten treedt. De EU heeft echter geen beroep gedaan op deze sanctiemogelijkheid. Integendeel, de samenwerking omtrent datatoegang werd verlengd in januari 2024. Josep Borrell, de EU-buitenlandvertegenwoordiger, riep in juni 2024 wel op om een associatievergadering te houden om de mensenrechtenschendingen te bespreken, maar de Israëlische regering wil enkel deelnemen als ook andere bilaterale zaken aan bod komen.

Dit Associatieakkoord werd afgesloten in 1995 en ging in werking in 2000. Het voorziet in verregaande samenwerking, op het vlak van handel maar ook inzake wetenschap, technologie en cultuur. Concreet houdt de samenwerking in dat Israëlische instellingen kunnen deelnemen aan het ‘Horizon Europe’ programma van de EU (het negende meerjarig programma voor onderzoek en innovatie). In navolging van de campagnes voor een academische boycot van Israëlische onderzoeksinstellingen bleek trouwens dat het overgrote deel van de samenwerkingen bij de Universiteit Gent (en andere Vlaamse universiteiten) via Horizon Europe verliep.

De voorzichtigheid van de EU ten aanzien van Israël speelt al langer dan vandaag. Ook in 2021 reageerde de EU zeer zwak op de Israëlische repressie van de protesten tegen de verplaatsing van Palestijnen uit Sheikh Jarrah, een wijk in Oost-Jeruzalem. We zien een steeds terugkerende trend waarbij de EU bepaald gedrag van Israël impliciet (of expliciet) veroordeelt, maar zeer zelden de dader an sich bekritiseert.

INTERNE VERDEELDHEID OF REALPOLITIEKE AGENDA’S?

Het is een klassiek patroon dat de Verenigde Staten de leiding nemen in het westerse beleid tegenover het Midden-Oosten. De EU lijkt al decennialang onmachtig om enige invloed uit te oefenen. Europa is misschien wel een payer – met miljarden ontwikkelingshulp – maar zeker geen player. De verklaring lijkt bijna (te) voor de hand liggend: EU-lidstaten zijn typisch verdeeld over de kwestie. Deze trope over verdeeldheid en kleinste gemene deler was ook het voorbije jaar de dominante manier om het EU-debat te duiden.

Het klopt natuurlijk dat niet iedereen op dezelfde lijn stond. Landen zoals Duitsland, Hongarije en Tsjechië waren mild tegenover Israëlisch geweld, terwijl Ierland, Spanje en België een scherpere toon aansloegen. Ook binnen de Brusselse EU-instellingen waren de standpunten verdeeld. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen bezocht Israël al op 13 oktober 2023 en liet de Israëlische vlag projecteren op het Berlaymont-gebouw, terwijl de Hongaarse commissaris Olivér Várhelyi de EU-hulp aan Palestina probeerde te bevriezen en later op bezoek ging bij premier Benjamin Netanyahu en minister Yoav Gallant, beiden gezocht door het Internationaal Strafhof. Tegelijkertijd namen Borrell en de commissaris voor crisisbeheer Janez Lenarčič een meer kritische positie in en riepen op tot humanitaire pauzes en een staakt-het-vuren.

Maar deze framing is te eenvoudig. Een analyse van de EU-houding zou niet mogen stoppen bij de klassieke vaststelling van verdeeldheid. Er heerst een algemene Europese consensus dat handel, stabiliteit en veiligheid dé Europese doelstellingen zijn in de regio. De vrijwaring van Europese belangen is de bottom line. Daar horen trouwens ook energiebelangen bij, sinds de ontdekking van enorme gasreserves in Israël en Palestina.1 Het imago van de zwakke en verdeelde actor verhult het Europese ‘succes’ om deze agenda’s te verdedigen.

Dit is institutionele hypocrisie. De morele en politieke beoordeling van politici en regeringen is inferieur aan de manier waarop de institutionele complexiteit van de EU bijdraagt tot het verhullen van verantwoordelijkheden en verdoezelen van realpolitieke agenda’s.

Daarnaast zijn het vooral de Israëlische overheid en de VS-regering die grotendeels de parameters bepalen waarbinnen het beleid gevoerd wordt. Het komt de EU eigenlijk ook niet slecht uit dat ze algemeen als zwak en verdeeld beschouwd wordt en in de schaduw van de VS kan opereren. Progressieve politici kunnen hun (oprechte) verontwaardiging uiten zonder al te veel schade aan te richten aan de economische en geopolitieke agenda’s.

LABELING VAN PRODUCTEN UIT NEDERZETTINGEN

De institutionele hypocrisie baart beleidsdaden die progressief lijken maar weinig veranderen aan de status quo. Zoals het verplicht labelen van producten uit illegale Israëlische nederzettingen in 2015. In een arrest van 2019 bevestigde het Hof van Justitie dat lidstaten de Psagot wijn uit de gelijknamige nederzetting vlakbij Ramallah moeten labelen. Dit initiatief geeft een belangrijk signaal over de EU-veroordeling van de nederzettingenpolitiek en het komt zelfs radicaal over dankzij pro-Israëlische stemmen, die een parallel trokken met de antisemitische Jodenster onder het nazisme.

Maar de reikwijdte van het labelinginitiatief blijft beperkt tot nederzettingen, dus amper een paar procent van de Israëlische export naar de Europese markt, en het blijkt quasi-onmogelijk om te implementeren. Daarnaast blijkt dat niet het volledige productieproces opgenomen wordt. Zo hoeft een product dat uit een bezet gebied komt, maar daar niet volledig is afgewerkt, niet gelabeld te worden als ‘afkomstig uit bezet gebied’. Dat zorgt ervoor dat een groot (zo niet het grootste) deel van de handel buiten die regeling valt en nog altijd geniet van de voorkeurstarieven van de EU. Ook de Belgische douanediensten hebben het moeilijk om de correcte toepassing van de labels op te volgen.

Daarom gaan opnieuw stemmen op om een verbod in te voeren op producten uit nederzettingen, iets wat ngo’s al decennialang vragen. In België ligt een wetsvoorstel op tafel2, dat gesteund werd door CD&V, Vooruit/PS en Groen/Ecolo, maar dat geen meerderheid vond binnen de Vivaldi-regering. Idealiter geldt zo’n handelsverbod van producten uit Israëlische nederzettingen (of uit Israël als geheel) op EU-niveau.

WEL EUROPESE EENSGEZINDHEID OVER OEKRAÏNE

Over sommige zaken is er binnen de EU trouwens wel eensgezindheid. Er bestaat al decennialang een gemeenschappelijk Europees standpunt rond de verdediging van de pre-1967 grenzen (de ‘Groene Lijn’) en de tweestatenoplossing. Of dat iets is om trots op te zijn als EU-burgers is nog maar de vraag. Hoe pakt men bijvoorbeeld het onrecht van 1948 en nadien aan? Waarom blijft men ritueel de tweestatenoplossing bepleiten, hoewel niemand er nog in gelooft? Europese leiders waren het er ook al lang over eens dat politieke conditionaliteit tegenover Israël uit den boze is. De commerciële relaties met Israël hoeven dus niet verstoord te worden met politieke discussies en het autoritaire bestuur van de Palestijnse Autoriteit wordt nauwelijks aan de kaak gesteld.

De Russische invasie in Oekraïne toont dat de EU wel degelijk snel, kordaat en eensgezind kan reageren. Sinds februari 2022 zagen we een ongeziene bevoorrading van wapentuig voor het Oekraïense leger, een grondige heroriëntering van EU-budgetten ten nadele van het Globale Zuiden en ten voordele van de oostelijke buren, verregaande sancties tegen Russische elites, en zelfs de toekenning van de status van kandidaat EU-lid voor Oekraïne. Iets gelijkaardigs gold overigens voor de zogenaamde ‘vluchtelingencrisis’ in 2015, die meteen leidde tot massale economische en diplomatieke steun voor regimes die het Fort Europa in stand helpen houden. Binnen de EU is veel gebakkeleid over de vluchtelingenallocatie (een mooi staaltje van eurocratisch eufemisme), maar Europese leiders waren het er snel en roerend mee eens dat we het grensbewakingsagentschap Frontex moeten versterken en akkoorden moeten afsluiten met Tunesië en Libië.

Het punt is: onderliggend aan institutionele complexiteiten en nuanceverschillen in aanpak, situeren zich economische en geopolitieke agenda’s die meer fundamenteel vormgeven aan het EU-beleid.

HOOP VOOR DE EU?

De politieke kaarten in de EU liggen niet zeer gunstig voor ambitieuze initiatieven onder de komende Commissie (2024-2029). Het gewicht van centrum- en radicaal-rechtse politici is toegenomen in het Europees Parlement. Centraal- en Oost-Europese landen, waar doorgaans meer sympathie heerst voor de Israëlische staat, staan meer dan ooit op hun strepen. Bovendien zal de Commissie opnieuw geleid worden door Von der Leyen en zal het buitenlands beleid waargenomen worden door EU-Buitenlandvertegenwoordiger Kaja Kallas (een liberale politica en voormalig premier van Estland) en de commissaris voor de Mediterrane Regio Dubravka Šuica (huidige Kroatische commissaris voor Democratie en Demografie, van christendemocratische signatuur). Deze politici hebben vooralsnog weinig moed getoond om de Palestijnse belangen te verdedigen en hun politieke partijen toonden vooral sympathie voor de Israëlische posities.

Toch zijn er enkele meer hoopvolle signalen. In het bijzonder is er de internationale rechtspraak, zoals het advies van het Internationaal Gerechtshof van 19 juli 2024 dat derde landen oproept om op geen enkele manier bij te dragen aan de illegale Israëlische bezetting (althans die van 1967). In principe is de uitspraak niet bindend, al is het heel dubieus om als land het advies van het ICJ niet te volgen en toch medeplichtig te zijn aan bezetting. De uitspraak kan daarbij ook worden gebruikt door de publieke opinie om druk te zetten op Europa. In Nederland heeft SOMO (Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen), samen met burgerorganisaties, de Nederlandse staat aangeklaagd wegens het niet volgen van de rechtspraak van het ICJ. Het gaat om zowel het advies van juli 2024 als om de uitspraak van januari 2024, waarbij het Hof besliste dat Israël aannemelijk een genocide pleegt die men moet stoppen. Landen die deze adviezen niet aannemen, zijn medeplichtig.

De wapenhandelkwestie zal een graadmeter zijn voor de handhaving van het internationaal recht. Momenteel leveren diverse landen wapens aan Israël en vice versa. Volgens de logica van de institutionele hypocrisie staat ‘Europa’ hier zwak omdat dit grotendeels de bevoegdheid is van lidstaten. De EU kan enkel een softe druk uitoefenen op hun exportregimes, maar de voorbije jaren zien we wel een europeanisering van het wapenbeleid, steeds meer EU-gedreven interventies in de defensie-industrie, en een effectieve druk van de EU om wapenleveringen aan Oekraïne te verhogen. De komende tijd zal de EU dus noodgedwongen moeten inschatten in hoeverre haar commerciële en geopolitieke belangen in de regio nog opwegen tegen medeplichtigheid aan een genocide en een regionale oorlog.

AFLEIDINGSMANOEUVRES

Het kan evengoed dat de EU zich comfortabel schikt in een tussenpositie die niet raakt aan bestaande machtsverhoudingen. En in de plaats daarvan gaat focussen op absurde thema’s die afleiden van de kern. Zo ging het belangrijkste Israël/Palestina debat in het Europees Parlement sinds 2018 over … Palestijnse handboeken. Pro-Israëlische lobbies brandmerkten, met behulp van pseudo-wetenschappelijke studies, Palestijnse handboeken van het ministerie van Onderwijs als haatdragend en antisemitisch. Dit dient als argument om Europese steun voor de onderwijssector in Palestina terug te trekken. Vooral ook om pro-Palestijnse stemmen in het defensief te duwen rond dit non-issue. Sommige europarlementairen gingen zelfs zover om de misdaden van 7 oktober toe te schrijven aan de haat die in Palestijnse handboeken gepredikt zou worden.

Een gelijkaardige situatie zagen we het voorbije jaar met de stemmingmakerij rond de Europese financiering voor humanitaire hulp aan Palestina via de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA), omdat een aantal personeelsleden tot de Hamas strijders zouden behoren. Veel politieke energie ging verloren in deze kwesties, terwijl de Israëlische strijdkrachten hun operaties verderzetten.

FALEN VAN HET EUROPESE PROJECT

Niemand verwacht uiteraard dat de EU de complexe situatie in het Midden-Oosten kan oplossen. Gezien de historiek van interventie door Europese grootmachten, namelijk via de kolonisatie van de regio en het antisemitisme dat resulteerde in de Holocaust, is het vooral raadzaam dat Europa zich bescheiden opstelt. Dat betekent dus ook zich onthouden van het vredesnarratief. Men ziet soms de bekomen vrede in Europa na de Tweede Wereldoorlog als een model of scenario voor wat mogelijk zou zijn in het Midden-Oosten.

Maar historisch onderzoek heeft aangetoond dat de Europese vredesmythe grotendeels incorrect is – iets wat men in het Globale Zuiden overigens al lang wist. Europese integratie ging altijd ook om het verderzetten van het koloniale project. Het zou al een goed begin zijn als EU-leiders even in de spiegel kijken en hun retorische pleidooien voor vrede, democratie, mensenrechten, liberale waarden, zelfbeschikkingsrecht toetsen aan hun aanpak niet alleen tegenover Rusland maar ook tegenover Israël.

Het contrast met het EU-beleid tegenover Rusland illustreert het ware falen van het Europese project. Dit is meer dan ooit duidelijk voor het overgrote deel van de wereld (lees: het Globale Zuiden) en leidt binnen Europa tot frustraties dat deze landen ‘ons’ model niet langer volgen. Als het over Oekraïne gaat, dan hebben Von der Leyen en Borrell het over de ‘Europese familie’ en de ‘Oekraïense helden’; als het over Palestijnen gaat, dan spreken ze over terroristen en anonieme mensen zonder enige agency. Dit contrast illustreert hoe Europa er tot op vandaag niet in slaagt om haar koloniale wereldbeeld bij te sturen.3

EINDNOTEN

  1. Del Sarto, RA (2019) Stuck in the Logic of Oslo: Europe and the Israeli-Palestinian Conflict. The Middle East Journal, 73(3), pp. 376-396.
  2. De hoorzitting in de Kamer geeft een goed beeld van de discussie: https://www.lachambre.be/FLWB/PDF/55/3673/55K3673002.pdf.
  3. Zie Oleart, A & Roch, J (2024), The colonial imaginary of ‘Europe’ in the EU’s asymmetrical response to the Russian and Israeli aggressions: Ukraine as a member of the ‘family’ while ‘othering’ Palestine. Niet-gepubliceerde paper.

Reacties uitgeschakeld voor Noot 104/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noten 102 en 103/Israel raast en tiert!

[102]

EU EN ISRAEL-PALESTINA: INSTITUTIONELE HYPOCRISIE
Ursula Von der Leyen roept ‘Slava Ukraini’ in blauw-gele outfit voor het Europees Parlement, maar het lijkt ondenkbaar dat ze getooid in de keffiyeh ‘Free Palestine’ in het Arabisch zou roepen.

De Europese Unie (EU) staat er bij en kijkt er naar. De lauwe reactie van de Europese leiders tegenover de genocide in Gaza wekt veel cynisme maar weinig verbazing. In het EU-discours lijkt het alsof dit ‘conflict’ pas begonnen is op 7 oktober 2023, zonder oog te hebben voor de complexe geschiedenis van kolonisatie, holocaust, Nakba, bezetting en apartheid.

LANGE TREND VAN NALATIGHEID

De EU heeft in het afgelopen jaar weinig gedaan om de agressie van Israël te stoppen. Haar samenwerking ging verder zonder enige aarzeling. Op basis van Artikel 2 van het Associatieakkoord kan de EU Israël sanctioneren indien het de mensenrechten en democratische principes met de voeten treedt. De EU heeft echter geen beroep gedaan op deze sanctiemogelijkheid. Integendeel, de samenwerking omtrent datatoegang werd verlengd in januari 2024. Josep Borrell, de EU-buitenlandvertegenwoordiger, riep in juni 2024 wel op om een associatievergadering te houden om de mensenrechtenschendingen te bespreken, maar de Israëlische regering wil enkel deelnemen als ook andere bilaterale zaken aan bod komen.

Dit Associatieakkoord werd afgesloten in 1995 en ging in werking in 2000. Het voorziet in verregaande samenwerking, op het vlak van handel maar ook inzake wetenschap, technologie en cultuur. Concreet houdt de samenwerking in dat Israëlische instellingen kunnen deelnemen aan het ‘Horizon Europe’ programma van de EU (het negende meerjarig programma voor onderzoek en innovatie). In navolging van de campagnes voor een academische boycot van Israëlische onderzoeksinstellingen bleek trouwens dat het overgrote deel van de samenwerkingen bij de Universiteit Gent (en andere Vlaamse universiteiten) via Horizon Europe verliep.

De voorzichtigheid van de EU ten aanzien van Israël speelt al langer dan vandaag. Ook in 2021 reageerde de EU zeer zwak op de Israëlische repressie van de protesten tegen de verplaatsing van Palestijnen uit Sheikh Jarrah, een wijk in Oost-Jeruzalem. We zien een steeds terugkerende trend waarbij de EU bepaald gedrag van Israël impliciet (of expliciet) veroordeelt, maar zeer zelden de dader an sich bekritiseert.

INTERNE VERDEELDHEID OF REALPOLITIEKE AGENDA’S?

Het is een klassiek patroon dat de Verenigde Staten de leiding nemen in het westerse beleid tegenover het Midden-Oosten. De EU lijkt al decennialang onmachtig om enige invloed uit te oefenen. Europa is misschien wel een payer – met miljarden ontwikkelingshulp – maar zeker geen player. De verklaring lijkt bijna (te) voor de hand liggend: EU-lidstaten zijn typisch verdeeld over de kwestie. Deze trope over verdeeldheid en kleinste gemene deler was ook het voorbije jaar de dominante manier om het EU-debat te duiden.

Het klopt natuurlijk dat niet iedereen op dezelfde lijn stond. Landen zoals Duitsland, Hongarije en Tsjechië waren mild tegenover Israëlisch geweld, terwijl Ierland, Spanje en België een scherpere toon aansloegen. Ook binnen de Brusselse EU-instellingen waren de standpunten verdeeld. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen bezocht Israël al op 13 oktober 2023 en liet de Israëlische vlag projecteren op het Berlaymont-gebouw, terwijl de Hongaarse commissaris Olivér Várhelyi de EU-hulp aan Palestina probeerde te bevriezen en later op bezoek ging bij premier Benjamin Netanyahu en minister Yoav Gallant, beiden gezocht door het Internationaal Strafhof. Tegelijkertijd namen Borrell en de commissaris voor crisisbeheer Janez Lenarčič een meer kritische positie in en riepen op tot humanitaire pauzes en een staakt-het-vuren.

Maar deze framing is te eenvoudig. Een analyse van de EU-houding zou niet mogen stoppen bij de klassieke vaststelling van verdeeldheid. Er heerst een algemene Europese consensus dat handel, stabiliteit en veiligheid dé Europese doelstellingen zijn in de regio. De vrijwaring van Europese belangen is de bottom line. Daar horen trouwens ook energiebelangen bij, sinds de ontdekking van enorme gasreserves in Israël en Palestina.1 Het imago van de zwakke en verdeelde actor verhult het Europese ‘succes’ om deze agenda’s te verdedigen.

Dit is institutionele hypocrisie. De morele en politieke beoordeling van politici en regeringen is inferieur aan de manier waarop de institutionele complexiteit van de EU bijdraagt tot het verhullen van verantwoordelijkheden en verdoezelen van realpolitieke agenda’s.

Daarnaast zijn het vooral de Israëlische overheid en de VS-regering die grotendeels de parameters bepalen waarbinnen het beleid gevoerd wordt. Het komt de EU eigenlijk ook niet slecht uit dat ze algemeen als zwak en verdeeld beschouwd wordt en in de schaduw van de VS kan opereren. Progressieve politici kunnen hun (oprechte) verontwaardiging uiten zonder al te veel schade aan te richten aan de economische en geopolitieke agenda’s.

LABELING VAN PRODUCTEN UIT NEDERZETTINGEN

De institutionele hypocrisie baart beleidsdaden die progressief lijken maar weinig veranderen aan de status quo. Zoals het verplicht labelen van producten uit illegale Israëlische nederzettingen in 2015. In een arrest van 2019 bevestigde het Hof van Justitie dat lidstaten de Psagot wijn uit de gelijknamige nederzetting vlakbij Ramallah moeten labelen. Dit initiatief geeft een belangrijk signaal over de EU-veroordeling van de nederzettingenpolitiek en het komt zelfs radicaal over dankzij pro-Israëlische stemmen, die een parallel trokken met de antisemitische Jodenster onder het nazisme.

Maar de reikwijdte van het labelinginitiatief blijft beperkt tot nederzettingen, dus amper een paar procent van de Israëlische export naar de Europese markt, en het blijkt quasi-onmogelijk om te implementeren. Daarnaast blijkt dat niet het volledige productieproces opgenomen wordt. Zo hoeft een product dat uit een bezet gebied komt, maar daar niet volledig is afgewerkt, niet gelabeld te worden als ‘afkomstig uit bezet gebied’. Dat zorgt ervoor dat een groot (zo niet het grootste) deel van de handel buiten die regeling valt en nog altijd geniet van de voorkeurstarieven van de EU. Ook de Belgische douanediensten hebben het moeilijk om de correcte toepassing van de labels op te volgen.

Daarom gaan opnieuw stemmen op om een verbod in te voeren op producten uit nederzettingen, iets wat ngo’s al decennialang vragen. In België ligt een wetsvoorstel op tafel2, dat gesteund werd door CD&V, Vooruit/PS en Groen/Ecolo, maar dat geen meerderheid vond binnen de Vivaldi-regering. Idealiter geldt zo’n handelsverbod van producten uit Israëlische nederzettingen (of uit Israël als geheel) op EU-niveau.

WEL EUROPESE EENSGEZINDHEID OVER OEKRAÏNE

Over sommige zaken is er binnen de EU trouwens wel eensgezindheid. Er bestaat al decennialang een gemeenschappelijk Europees standpunt rond de verdediging van de pre-1967 grenzen (de ‘Groene Lijn’) en de tweestatenoplossing. Of dat iets is om trots op te zijn als EU-burgers is nog maar de vraag. Hoe pakt men bijvoorbeeld het onrecht van 1948 en nadien aan? Waarom blijft men ritueel de tweestatenoplossing bepleiten, hoewel niemand er nog in gelooft? Europese leiders waren het er ook al lang over eens dat politieke conditionaliteit tegenover Israël uit den boze is. De commerciële relaties met Israël hoeven dus niet verstoord te worden met politieke discussies en het autoritaire bestuur van de Palestijnse Autoriteit wordt nauwelijks aan de kaak gesteld.

De Russische invasie in Oekraïne toont dat de EU wel degelijk snel, kordaat en eensgezind kan reageren. Sinds februari 2022 zagen we een ongeziene bevoorrading van wapentuig voor het Oekraïense leger, een grondige heroriëntering van EU-budgetten ten nadele van het Globale Zuiden en ten voordele van de oostelijke buren, verregaande sancties tegen Russische elites, en zelfs de toekenning van de status van kandidaat EU-lid voor Oekraïne. Iets gelijkaardigs gold overigens voor de zogenaamde ‘vluchtelingencrisis’ in 2015, die meteen leidde tot massale economische en diplomatieke steun voor regimes die het Fort Europa in stand helpen houden. Binnen de EU is veel gebakkeleid over de vluchtelingenallocatie (een mooi staaltje van eurocratisch eufemisme), maar Europese leiders waren het er snel en roerend mee eens dat we het grensbewakingsagentschap Frontex moeten versterken en akkoorden moeten afsluiten met Tunesië en Libië.

Het punt is: onderliggend aan institutionele complexiteiten en nuanceverschillen in aanpak, situeren zich economische en geopolitieke agenda’s die meer fundamenteel vormgeven aan het EU-beleid.

HOOP VOOR DE EU?

De politieke kaarten in de EU liggen niet zeer gunstig voor ambitieuze initiatieven onder de komende Commissie (2024-2029). Het gewicht van centrum- en radicaal-rechtse politici is toegenomen in het Europees Parlement. Centraal- en Oost-Europese landen, waar doorgaans meer sympathie heerst voor de Israëlische staat, staan meer dan ooit op hun strepen. Bovendien zal de Commissie opnieuw geleid worden door Von der Leyen en zal het buitenlands beleid waargenomen worden door EU-Buitenlandvertegenwoordiger Kaja Kallas (een liberale politica en voormalig premier van Estland) en de commissaris voor de Mediterrane Regio Dubravka Šuica (huidige Kroatische commissaris voor Democratie en Demografie, van christendemocratische signatuur). Deze politici hebben vooralsnog weinig moed getoond om de Palestijnse belangen te verdedigen en hun politieke partijen toonden vooral sympathie voor de Israëlische posities.

Toch zijn er enkele meer hoopvolle signalen. In het bijzonder is er de internationale rechtspraak, zoals het advies van het Internationaal Gerechtshof van 19 juli 2024 dat derde landen oproept om op geen enkele manier bij te dragen aan de illegale Israëlische bezetting (althans die van 1967). In principe is de uitspraak niet bindend, al is het heel dubieus om als land het advies van het ICJ niet te volgen en toch medeplichtig te zijn aan bezetting. De uitspraak kan daarbij ook worden gebruikt door de publieke opinie om druk te zetten op Europa. In Nederland heeft SOMO (Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen), samen met burgerorganisaties, de Nederlandse staat aangeklaagd wegens het niet volgen van de rechtspraak van het ICJ. Het gaat om zowel het advies van juli 2024 als om de uitspraak van januari 2024, waarbij het Hof besliste dat Israël aannemelijk een genocide pleegt die men moet stoppen. Landen die deze adviezen niet aannemen, zijn medeplichtig.

De wapenhandelkwestie zal een graadmeter zijn voor de handhaving van het internationaal recht. Momenteel leveren diverse landen wapens aan Israël en vice versa. Volgens de logica van de institutionele hypocrisie staat ‘Europa’ hier zwak omdat dit grotendeels de bevoegdheid is van lidstaten. De EU kan enkel een softe druk uitoefenen op hun exportregimes, maar de voorbije jaren zien we wel een europeanisering van het wapenbeleid, steeds meer EU-gedreven interventies in de defensie-industrie, en een effectieve druk van de EU om wapenleveringen aan Oekraïne te verhogen. De komende tijd zal de EU dus noodgedwongen moeten inschatten in hoeverre haar commerciële en geopolitieke belangen in de regio nog opwegen tegen medeplichtigheid aan een genocide en een regionale oorlog.

AFLEIDINGSMANOEUVRES

Het kan evengoed dat de EU zich comfortabel schikt in een tussenpositie die niet raakt aan bestaande machtsverhoudingen. En in de plaats daarvan gaat focussen op absurde thema’s die afleiden van de kern. Zo ging het belangrijkste Israël/Palestina debat in het Europees Parlement sinds 2018 over … Palestijnse handboeken. Pro-Israëlische lobbies brandmerkten, met behulp van pseudo-wetenschappelijke studies, Palestijnse handboeken van het ministerie van Onderwijs als haatdragend en antisemitisch. Dit dient als argument om Europese steun voor de onderwijssector in Palestina terug te trekken. Vooral ook om pro-Palestijnse stemmen in het defensief te duwen rond dit non-issue. Sommige europarlementairen gingen zelfs zover om de misdaden van 7 oktober toe te schrijven aan de haat die in Palestijnse handboeken gepredikt zou worden.

Een gelijkaardige situatie zagen we het voorbije jaar met de stemmingmakerij rond de Europese financiering voor humanitaire hulp aan Palestina via de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA), omdat een aantal personeelsleden tot de Hamas strijders zouden behoren. Veel politieke energie ging verloren in deze kwesties, terwijl de Israëlische strijdkrachten hun operaties verderzetten.

FALEN VAN HET EUROPESE PROJECT

Niemand verwacht uiteraard dat de EU de complexe situatie in het Midden-Oosten kan oplossen. Gezien de historiek van interventie door Europese grootmachten, namelijk via de kolonisatie van de regio en het antisemitisme dat resulteerde in de Holocaust, is het vooral raadzaam dat Europa zich bescheiden opstelt. Dat betekent dus ook zich onthouden van het vredesnarratief. Men ziet soms de bekomen vrede in Europa na de Tweede Wereldoorlog als een model of scenario voor wat mogelijk zou zijn in het Midden-Oosten.

Maar historisch onderzoek heeft aangetoond dat de Europese vredesmythe grotendeels incorrect is – iets wat men in het Globale Zuiden overigens al lang wist. Europese integratie ging altijd ook om het verderzetten van het koloniale project. Het zou al een goed begin zijn als EU-leiders even in de spiegel kijken en hun retorische pleidooien voor vrede, democratie, mensenrechten, liberale waarden, zelfbeschikkingsrecht toetsen aan hun aanpak niet alleen tegenover Rusland maar ook tegenover Israël.

Het contrast met het EU-beleid tegenover Rusland illustreert het ware falen van het Europese project. Dit is meer dan ooit duidelijk voor het overgrote deel van de wereld (lees: het Globale Zuiden) en leidt binnen Europa tot frustraties dat deze landen ‘ons’ model niet langer volgen. Als het over Oekraïne gaat, dan hebben Von der Leyen en Borrell het over de ‘Europese familie’ en de ‘Oekraïense helden’; als het over Palestijnen gaat, dan spreken ze over terroristen en anonieme mensen zonder enige agency. Dit contrast illustreert hoe Europa er tot op vandaag niet in slaagt om haar koloniale wereldbeeld bij te sturen.3

EINDNOTEN

  1. Del Sarto, RA (2019) Stuck in the Logic of Oslo: Europe and the Israeli-Palestinian Conflict. The Middle East Journal, 73(3), pp. 376-396.
  2. De hoorzitting in de Kamer geeft een goed beeld van de discussie: https://www.lachambre.be/FLWB/PDF/55/3673/55K3673002.pdf.
  3. Zie Oleart, A & Roch, J (2024), The colonial imaginary of ‘Europe’ in the EU’s asymmetrical response to the Russian and Israeli aggressions: Ukraine as a member of the ‘family’ while ‘othering’ Palestine. Niet-gepubliceerde paper.
 
ZIE OOK DE NOTEN 95 T/M 98
 
 
[103]
 
TROUW
ORBAN ONTHAALT NETANYAHU ALS EREGAST IN BOEDAPEST
ONDANKS ARRESTATIEBEVEL
2 APRIL 2025
Benjamin Netanyahu, een regeringsleider met een arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof op zijn naam, wordt woensdag als eregast onthaald in EU-land Hongarije. Hoe is dat bezoek tot stand gekomen?
Wie de komende dagen ergens in het centrum van de Hongaarse hoofdstad Boedapest moet zijn, kan zich voorbereiden op flinke omleidingen: delen van de binnenstad worden urenlang afgesloten om de veiligheid te kunnen waarborgen van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, tijdens diens meerdaagse bezoek aan zijn Hongaarse ambtgenoot Viktor Orbán.

Kort nadat het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag eind november bekend had gemaakt Netanyahu aan te klagen voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, kwam Orbán met een felle reactie. ‘Schaamteloos en cynisch’ noemde hij het besluit, dat volgens hem politiek gemotiveerd was. Hij deed er nog een schepje bovenop door Netanyahu gelijk uit te nodigen voor een bezoek aan Boedapest, waarbij hij de Israëlische premier ervan verzekerde dat hij niet gearresteerd zou worden. En dat terwijl Hongarije wél is aangesloten bij het strafhof, al gaan er geruchten dat het land van plan is om zich uit het ICC terug te trekken.

Het past allemaal binnen de beleidslijn van de Hongaarse premier. Het ondermijnen van internationale organisaties, zodat steeds meer macht terugvloeit naar individuele landen, is een politiek doel voor Orbán. Hij deelt dat doel met Netanyahu, die er hetzelfde nationalistische wereldbeeld op na houdt. De twee premiers onderhouden al jaren een ogenschijnlijk warme relatie.

Ongemakkelijke kanten

Er zitten wel wat ongemakkelijke kanten aan hun vriendschap. In de lastercampagnes die Orbán in afgelopen jaren voerde tegen zijn zelfbenoemde aartsrivaal, de Joods-Hongaarse filantroop George Soros, maakte hij bijvoorbeeld vaak gebruik van beeldtaal en retoriek die sterk leunen op klassieke antisemitische clichébeelden. Zo hingen er posters door heel Hongarije van een lachende Soros met de tekst: ‘Laat Soros niet het laatst lachen’ en werden er officiële video’s verspreid waarin Soros als poppenspeler wordt afgebeeld die EU-politici bestuurt. In nazi-Duitsland werden Joden vaak afgebeeld als poppenspelers die stiekem aan de touwtjes trokken om de wereld naar hun hand te zetten.

Tijdens zijn bezoek aan Hongarije kan Netanyahu deze week daarnaast zomaar stuiten op een borstbeeld van Miklós Horthy in het parlementsgebouw – de autoritaire leider van het land tijdens het interbellum. Onder Horthy sloot Hongarije zich in de Tweede Wereldoorlog aan bij nazi-Duitsland, maar ook al vóór de oorlog voerde zijn conservatieve, nationaal-christelijke regime de eerste antisemitische wetten van de twintigste eeuw in. In 1920, dertien jaar voordat Duitsland zijn eigen racistische wetgeving invoerde, werd in Hongarije al wetgeving aangenomen die het aantal Joodse studenten beperkte tot een bepaald percentage aan de universiteit.

Onder Viktor Orbán is Horthy na decennia van controverse geleidelijk gerehabiliteerd. De premier noemde hem in een toespraak zelfs een ‘uitzonderlijke staatsman’ en hij grijpt in zijn politiek regelmatig terug op de symboliek en nationale identiteit van zijn land tijdens het interbellum. Het idee van Hongarije als een ‘bastion van christelijke cultuur’ vindt zijn oorsprong in die periode. In Boedapest zijn inmiddels meerdere standbeelden en gedenkplaten ter ere van Horthy te vinden.

De relatie tussen Orbán en Netanyahu, hoewel hecht, lijkt dus grotendeels pragmatisch. Ze delen een ideologie van nationalisme, anti-liberalisme en anti-migratie (vooral vanuit moslimlanden) en ze dienen elkaars belangen. Orbáns hechte relatie met Israël maakt bijvoorbeeld dat hij moeilijk beschuldigd kan worden van antisemitisme, voor Netanyahu is Orbán een bondgenoot binnen de EU: Hongarije blokkeerde meerdere keren EU-verklaringen tegen Israël.

Niet 26 tegen één

Toch is dit controversiële bezoek niet weer een gevalletje zesentwintig lidstaten tegen één: Hongarije is lang niet het enige EU-land dat heeft aangegeven Netanyahu niet te zullen arresteren als hij zijn grondgebied betreedt. Ook Italië en Polen hebben al laten weten de Israëlische premier niet te zullen arresteren. Duitsland heeft er nog geen uitsluitsel over gegeven en ook het Franse standpunt blijft nog wat onduidelijk. Nederland heeft aangegeven de premier wél te zullen arresteren, mocht die mogelijkheid zich voordoen, net als Spanje, Portugal en Ierland.

Netanyahu blijft tot zondag in Boedapest.

EINDE BERICHT

Reacties uitgeschakeld voor Noten 102 en 103/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noot 1AAA/Israel raast en tiert!

[1AAA]
WIKIPEDIA
THEODOR HERZL/WORLD JEWISH CONGRESS
ORIGINELE BRON
WIKIPEDIA
THEODOR HERZL
WIKIPEDIA
THEODOR HERZL

Reacties uitgeschakeld voor Noot 1AAA/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noot 1AA/Israel raast en tiert!

[1AA]
”Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden”
DE EEERSTE BRIEF VAN PETRUS 5

Reacties uitgeschakeld voor Noot 1AA/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers