
Om Nanninga te ontmaskeren en te waarschuwen tegen het Kwaad
EINDE NOTEN,
WIKIPEDIA
https://twitter.com/ANanninga/ statuses/167679065971638274
Ik ben even braken. #dwdd zingend met de handjes in de lucht gemengde relaties vieren.
[4]
En nu is het oorlog. De slachting op de redactie van Charlie Hebdo is de internationale Theo van Gogh. Handenwringende politici, woedende burgers, juichende moslims, het hele godvergeten circus barst los in Europa.
Het is de schuld van de islam. Kom mij niet aan met de miljoenen vredelievende moslims in Europa, het kan me geen reet schelen dat er ook aardige mensen bij die club horen, het is mooi geweest. We hadden het monster hier geen thuis moeten bieden. En ja, dat is lullig voor mensen die geen bloed aan hun handen hebben maar jongens, jullie geloof probeert te slopen waar het vrije westen voor staat en dat gaat niet lukken. Hoe veel moedige redacteuren en columnisten jullie ook afslachten. Nu is het oorlog. Wat mij betreft voeren wij, beschaafde mensen, die oorlog zonder bloedige aanslagen.
Wij blijven zeggen wat we willen zeggen, doen wat we willen doen. Wij laten ons niet intimideren. Dat is onze tactiek en daarmee gaan wij dit winnen. Nu is het oorlog. Wie dat ontkent is de vijand. Wie nu nog wil onderhandelen, overleggen, nuanceren is de vijand. Wie zich gewelddadig keert tegen moslims of moskeeën is de vijand, want de enige manier waarop wij dit kunnen winnen is door de vrijheden, rechten en plichten waar wij voor staan niet zelf te besmeuren met acties van hun niveau. Onze wapens zijn woorden, rede en ratio.
Nu is het oorlog. De schandalige reacties op Pegida van het Duitse establishment hebben daar aan bijgedragen. Het doven van de lichten van de Keulse Dom, omdat islamkritiek van bezorgde burgers fascisme zou zijn, bleek niets meer dan vrijwillige verduistering van onze cultuur in het aanschijn van de islamitische terreur. Wat hebben die bezorgde Pegida-Duitsers hun gruwelijke gelijk prompt gekregen.
De Nederlandse pers, die even maligne als gretig de afgelopen dagen de woorden van multiculturele charlatans optekende, treft ook blaam. ‘Onderzoekster’ Ineke van der Valk en haar gefabuleerde cijfers over islamofobie citeren als serieuze bron is in tijden van oorlog niets anders dan collaboratie. De door Koeweit gesteunde Yassin Elforkani en zijn moslimbroeder-maatje Jacob van den Blom opvoeren als spreekbuis voor slachtoffers van islamofobie is propaganda voeren voor de vijand. Zo gaat het al jaren en voila, nu is het oorlog.
Het is oorlog. En we moeten en kunnen winnen. Maar niet zolang we verdeeld zijn, zolang we appeasers en apologeten in ons midden hebben. De islam is als een schrandere hond die van het ene baasje wel, en van het andere niet op de bank mag, en dat gretig uitspeelt. Dat moet stoppen. Wij kunnen dit alleen winnen als we nu, eensgezind erkennen dat het oorlog is en dat de islam de vijand is. En als wij allemaal besluiten ons niet de mond te laten snoeren. Ze kunnen ons niet allemaal executeren en wij hebben te veel te verliezen om nu laf of politiek correct te zijn.
DE SLACHTING BIJ CHARLIE HEBDO IS EEN OORLOGSVERKLARING/
ANNABEL NANNINGA, BOODSCHAPPER VAN VIJANDDENKEN,
HATESPEECH EN ISLAMOFOBIE
ASTRID ESSED
23 JANUARI 2015
Annabel Nanninga heeft geretweet Gert-Jan van Leeuwen
Antisemitisme en hate crimes bestrijden zijn een prioriteit voor @FVDamsterdam. Voeren nu al overleg met oa mensen uit joodse en homo-gemeenschap en politie voor n plan van aanpak.
Annabel Nanninga heeft toegevoegd,
-
-
Permanente bewaking dus. Benoemde VVD-burgemeester van Aartsen, dit is NIET gewoon ‘vernieling’ en u weet het!
#fvd Joods restaurant weer belaagd https://www.telegraaf.nl/nieuw s/1739658/joods-restaurant-wee r-belaagd … via@telegraaf
Wat zijn jullie stil. is er iemand dood ofzo?
- 12 Retweets
- 4 Likes



[14]
” Filosemieten zijn zelf de ergste antisemieten. Nanninga schreef, toen ze nog bij GeenStijl zat, dat de Joodse gemeenschap superrijk en machtig is, en kilometers uitgerolde tenen heeft.”
´´De Nationale vergadering van de Bataafse Republiek (de toenmalige regering) stelde de Joden op 2 september 1796 volledig gelijk aan de leden van andere (religieuze) gezindten. Per die datum werd een besluit afgekondigd dat geen Jood zal worden uitgeslooten van eenige rechten of voordeelen die aan het Bataafsch Burgerregt verknocht zyn. Dat de Vergadering met het gelijkheidsideaal instemde was niet zo verwonderlijk tegen de achtergrond van het tijdens de Franse Revolutie gehanteerde adagium van ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap‘. In hetzelfde jaar (1796) werd de uitsluiting van Joden van het lidmaatschap van gilden ongedaan gemaakt.´´
WIKIPEDIA
GESCHIEDENIS VAN DE JODEN IN NEDERLAND/FRANSE TIJD
https://nl.wikipedia.org/wiki/ Geschiedenis_van_de_Joden_in_ Nederland#Franse_tijd
BRON
WIKIPEDIA
GESCHIEDENIS VAN DE JODEN IN NEDERLAND
https://nl.wikipedia.org/wiki/ Geschiedenis_van_de_Joden_in_ Nederland
´´. Inleiding. Sommige cijfers schokken telkens weer. Dit geldt zeer sterk voor de getallen der omgekomen joden uit de verschillende gedurende de Tweede Wereldoorlog door Duitsland bezette landen. Speciaal het Nederlandse cijfer valt dan op: ongeveer 75%, een alleen met Oosteuropese landen vergelijkbaar aandeel. ´´
DE GIDS, JAARGANG 150 (1987)
DE VERVOLGING VAN DE JODEN IN NEDERLAND
IN INTERNATIONAAL VERGELIJKEND PERSPECTIEF
J.C.H. BLOM
http://www.dbnl.org/tekst/_gid 001198701_01/_gid001198701_01_ 0090.php
[16]
” ‘Hoe mooi het ook zou zijn als Van Weezel door een aanslag of moord op de Joodse gemeenschap van haar moraalpaard zou donderen’, schrijft Nanninga. Ze schrijft het godverdomme echt!
FRONTAAL NAAKT
[17]
Annabel Nanninga heeft geretweet Gert-Jan van Leeuwen
Antisemitisme en hate crimes bestrijden zijn een prioriteit voor @FVDamsterdam. Voeren nu al overleg met oa mensen uit joodse en homo-gemeenschap en politie voor n plan van aanpak.
Annabel Nanninga heeft toegevoegd,
-
-
Permanente bewaking dus. Benoemde VVD-burgemeester van Aartsen, dit is NIET gewoon ‘vernieling’ en u weet het!
#fvd Joods restaurant weer belaagd https://www.telegraaf.nl/nieuw s/1739658/joods-restaurant-wee r-belaagd … via@telegraaf
[19]
PVV/FORUM VOOR DEMOCRATIE/VIJF VOOR TWAALF
In deze interviewserie onderzoeken we hoe racistisch Nederland is, door het te vragen aan Nederlanders die géén witte mannen zijn en het dus aan den lijve ondervinden. Ditmaal: Yernaz Ramautarsing (28) student politicologie, blogger en overtuigd libertariër.
Update: dit artikel uit de zomer van 2016 is weer wat men relevant noemt, nadat Vicepremier Kajsa Ollongren (D66) zei dat Forum voor Democratie – waar Yernaz inmiddels op de lijst staat bij de naderende gemeenteraadsverkiezingen – de kernwaarden van onze democratie bedreigen. Ze doelde met haar uitspraken over ‘openlijk discrimineren op basis van ras’ op onderstaande interview. Flink wat ophef, dus: FvD-voorman Thierry Baudet heeft inmiddels aangifte gedaan tegen Ollongren.
Enfin, oordeel zelf:
Ramautarsing benadert ons zelf via Twitter. Of we ook van plan zijn om eens een rechtse spreker aan het woord te laten. Hoewel politieke voorkeur geen enkele rol speelde bij onze selectie, heeft hij wel een punt: die kant van het spectrum bleef wat onderbelicht. En wie dan beter te bellen dan hijzelf, de Amsterdammer die vier jaar geleden bij de Tweede Kamerverkiezingen op de lijst stond voor de Libertarische Partij. Met die partij wilde Ramautarsing, die geboren werd in Paramaribo en twee was toen hij naar Nederland verhuisde, strijden voor een overheid die zich zo min mogelijk met haar burgers bemoeit, en die de vrije markt zijn gang laat gaan. Ramautarsing beschouwt zichzelf als ultieme kapitalist.
Ben je zelf weleens slachtoffer geweest van racisme?
“Ik groeide op in de Bijlmer, waar in ieder geval toen niemand blank was. Daar vierden we wel Sinterklaas met Zwarte Piet. Inmiddels ben ik van mening dat dat een achterlijke traditie is. Of de overheid er dan iets aan moet doen? Nou, nee. De cultuur zal zich wel ontwikkelen, het verdwijnt vanzelf wel. De overheid heeft wel betere dingen te doen dan mensen te vertellen hoe ze met schmink om moeten gaan.”
Ik geloof absoluut dat een hoofddoek een handicap is. Maar het is ook een keuze
“Of ik zelf doelwit van gericht racisme ben geweest? Tijdens een werkgroep debatteerde ik eens heel gepassioneerd over een onderwerp. Toen zei de docent dat ik intimiderend was. Ik kan het niet bewijzen, maar ik vermoed dat hij een blanke student op een andere manier had aangesproken.”
Zo te horen beschouw jij racisme niet als een groot probleem.
“Kijk, het zou er natuurlijk niet moeten zijn. Ja, het is een issue. Maar wel een marginaal issue.”
En institutioneel racisme dan – is dat wel een probleem?
“Nee, dat is onwijze onzin. Niet meer, niet minder. Institutioneel racisme grijpt terug op white privilege. Alleen: in Nederland hebben Nederlanders die hier 300 jaar geworteld zijn nu eenmaal meer familiebanden en connecties dan mensen die hier net twintig jaar wonen. Dat is toch heel logisch? In Japan heb je Japans privilege, in Spanje Spaans privilege en inderdaad: in Nederland hebben we Nederlands privilege. Echt, institutioneel racisme bestaat niet.”
Wil jij ontkennen dat Jeroen Pen meer kans maakt om uitgenodigd te worden voor een sollicitatiegesprek dan een even gekwalificeerde Mohammed Mustafa?
“Als het zo is dat er heel veel kwalitatief goede allochtonen worden afgewezen vanwege hun achternaam, dan zou dat betekenen dat er nu een surplus is aan goede allochtonen in meerdere sectoren. Waarom zijn er geen bedrijven die met die afgewezen mensen miljoenen verdienen? Het klinkt als een gouden kans.”
Aziaten doen het in Amerika beter dan Amerikanen. Toch heeft niemand het over Asian privilege
Er is toch ook geen soortgelijk bedrijf voor jongeren? Die zitten ook bij bakken thuis.
“Dan begin je toch zelf iets?”
Niet elke in potentie goede accountant is in staat een eigen toko te beginnen.
“Nee, maar als er echt duizenden thuis zitten, dan moet er toch eentje tussen zitten die het wél kan?”
Ik interviewde voor deze reeks ook Nawal Mustafa. Ik vermoed dat zij een beter cv heeft dan ik, maar toch kwam ze moeilijk aan de bak. Door haar naam, en door het feit dat ze een hoofddoek draagt, zegt ze zelf.
“Nu komen we op een heel specifiek punt. Ik geloof absoluut dat een hoofddoek een handicap is. Maar het is óók een keuze, niemand dwingt haar. Ik zou liever zien dat ze er niet om wordt afgewezen, maar kan het wel plaatsen. Je straalt ermee uit: ik ben zeer religieus, de kans dat ik bijvoorbeeld minder productief ben tijdens de Ramadan is groot.”
Ik begrijp het als bedrijven liever geen zwangere werknemers willen
Vind je dat je iemand met borsten en lange haren dan ook maar niet aan moet nemen, omdat er een kans is dat zij zwanger wordt en een tijd minder productief is?
“Ik begrijp het als bedrijven liever geen zwangere werknemers willen. Je wil toch de beste, met de hoogste productiviteit? Natuurlijk zou het mooi zijn als er fondsen komen die inspringen en dat probleem oplossen. Tot die tijd heeft een werkgever het recht om een vrouw af te wijzen, net als iemand met een hoofddoek.”
Jij vindt niet dat je op er op je werk mag bij lopen zoals je wil, vermoed ik.
“Je mag dreadlocks nemen of je hoofd kaal scheren. Neem tatoeages en piercings; allemaal prima. Alleen heeft een werkgever het recht om te zeggen: dat wil ik liever niet. Dat zegt niets over racisme. Sowieso heeft dit meer te maken met intelligentie dan met ras. Ik zou zeggen: racisme? Het gaat op de arbeidsmarkt om IQ.”
Hoe bedoel je?
“Door IQ-testen weten we het gemiddelde IQ van bevolkingen. En wat blijkt? Er is een verschil in IQ tussen volkeren. Dat is wetenschappelijk bewezen.”
Pardon? Dit klinkt als schedelmeten.
“Dit doet mij geen plezier, eerder pijn. Ik had ook graag gezien dat het anders was, dat zwarte mensen hyperintelligent waren, dat Surinamers het hoogste gemiddelde IQ van de wereld hadden. Maar het is niet zo. Je kunt iemand uit Syrië halen waar het gemiddelde IQ 84 is, en in Nederland plaatsen, waar het gemiddelde IQ 101 is. Die gaat dan inderdaad minder verdienen dan veel autochtonen. Maar is dat racisme? Nee, er is een verband tussen IQ en inkomen.”
Als ik word aangehouden omdat er een Hindoestaanse serieverkrachter is die in dezelfde auto rijdt als ik, dan lijkt me dat logisch
Een verband leggen tussen pigment en intelligentie, dat lijkt me textbook racism.
“Dat is het niet! Als je kijkt naar Amerika: Aziaten doen het daar beter dan blanken. Toch heeft niemand het over Asian privilege. Waarom? Omdat ze gemiddeld genomen nou eenmaal een hoger IQ hebben.”
Allemaal leuk en aardig, dat nature, maar wat dacht je van nurture? Kinderen die meer kansen krijgen, schoppen het verder. Net als volken die toevalligerwijs bepaalde grondstoffen tot hun beschikking hadden.
“Hoe volkeren zich hebben ontwikkeld tot een gemiddeld IQ, dat kan met klimaat en voeding te maken hebben. Natuurlijk. Maar wat moet ik daar nu aan doen? Er zijn twee dingen die aantoonbaar invloed hebben op het IQ van een kind: borstvoeding en hem niet slaan.”
En verder is er niets aan te doen en kunnen landen zich niet ontwikkelen?
“Luister. Als wij IQ handmatig konden verhogen, zouden we dat wel doen, want dan zouden alle problemen de wereld uit zijn. Oorlogen, schulden? Allemaal verleden tijd. Begrijp me niet verkeerd, met een IQ van 70 kan je, met goede scholing en opvoeding, geweldige dingen doen. Je bent heus niet gelijk een crimineel. ”

Dat klopt: hele groepen zijn niet zo snel crimineel, individuen wel. Toch wordt Typhoon aangehouden – om zijn huidskleur.
“Die agent heeft misschien een fout gemaakt. Maar jonge mannen in dure auto’s… Als ik een agent was, zou ik zo iemand óók aanhouden. Als een agent ervaring heeft en een patroon ziet – als iemand bij een risicoprofiel past – dan moét hij hem aanhouden.”
Dan zou je elke vent moeten aanhouden, want de meeste criminelen zijn mannen.
“Het idee van profileren is dat je de groep zo klein mogelijk maakt. Ik geef vaak het voorbeeld van moslims op vliegvelden. Er is op dit moment geen andere groep die vliegtuigen opblaast. Die kan er komen, maar is er vooralsnog niet. Dus is het legitiem om moslims strenger te controleren als ze een vliegveld betreden.”
Het percentage moslims dat vliegtuigen opblaast is echt ontzettend klein. De kans dat een witte man een dealer is, is groter.
“Ik snap de hinder die mensen ondervinden aan etnisch profileren. Het is vervelend als je wordt aangehouden omdat mensen binnen de groep waar jij bij hoort zich vaker schuldig maken aan een misdaad. Het nadeel dat jij daaraan kan ondervinden, is dat je soms wordt aangehouden. Maar dat is geen racisme, dat is statistiek. Die helaas tegen jou werkt, hoe klote dat ook is. Als ik word aangehouden omdat er een Hindoestaanse serieverkrachter actief is die in dezelfde auto rijdt als ik, dan lijkt dat me logisch.”
Maar zou structurele stigmatisering en buitensluiting niet voor veel grotere problemen zorgen?
“Niet als een agent het goed uitlegt. Je wil toch dat een cultuur zichzelf reinigt? Dat iedere jihadi die opstaat, gelijk wordt aangegeven door de moslims uit zijn omgeving.”
Ik ben zwart. Ik wil dat zwarte mensen meer geld verdienen en excelleren
En wat moet een gemeenschap doen als iemand van alle kanten wordt aangevallen, zoals Sylvana Simons? De scheldpartijen op sociale media waren niet mals.
“Sylvana kwam laatst binnen bij een Surinaamse bijeenkomst waar ik was. Iedereen klapte voor haar; ik ook. Ik gun haar dit niet. Maar: het zijn scheldwoorden, op internet. Bedreigingen zijn erg, maar beledigingen? Als politicus moet je dat kunnen slikken.”
Nu ben je een soort emotiepolitie. Je kunt toch moeilijk bepalen wat iemand anders wel of niet kan hebben?
“De aandacht ervoor is overtrokken. Er zijn racisten in dit land, maar die heb je overal. Nederland is niet racistisch. Ik ben zwart. Ik wil dat zwarte mensen meer geld verdienen, excelleren, zich bevrijden van de overheid. Geloof me, dan komt het respect vanzelf. Tot die tijd zou ik liever hebben dat nieuwsblokjes niet over Sylvana maar over geslaagde zwarte ondernemers zouden gaan.”
Heeft je familie weleens met racisme te maken gehad?
“Mijn zus studeerde met goede cijfers af aan de universiteit. Rechten. Ze maakte daarna inderdaad discriminatie mee. Op scores versloeg ze 98 procent van de kandidaten, maar werd toch nergens aangenomen. Dan zeiden ze: ‘Ja, maar je past niet bij onze bedrijfscultuur’. Maar dat is de juridische wereld, van oudsher een gesloten bolwerk en een ‘ons-kent-ons cultuur’.
Dat is toch oneerlijk en een tikkeltje naar?
“Ja.”
En ik vermoed dat je overheidsingrepen om dit tegen te gaan onzin vindt.
“Ja.”
Wat zouden we er in een perfecte wereld aan kunnen doen?
“In een perfecte wereld zou een allochtone headhunter bellen, die tegen mijn zus zou zeggen: ‘Ben je ook een van de velen die door racisme is weggestuurd?’ In een perfecte wereld, hè. In déze wereld heeft mijn zus uiteindelijk een goede baan gekregen, niet als advocaat, maar wel als jurist. Die bedrijven hebben uiteindelijk vooral zichzelf genaaid.”
”De partij van Baudet lijkt geobsedeerd te zijn door één van de weinige taboes waar ik als progressieve liberaal aan hecht:
Het praten over rassen in het politieke debat.
Rassenmenging kwam al voorbij uit de mond van Forumleden. Rassenverdunning ook. De afgelopen weken ging Baudet opnieuw verder.
Geconfronteerd met uitspraken dat Nederlanders met een donkere huidskleur minder intelligent zouden zijn dan andere rassen, een uitspraak van een kandidaat van Forum bij de verkiezingen aanstaande maart, zei de voorman van Forum dat hij daar geen afstand van wilde nemen. Volgens Baudet was dit een wetenschappelijk debat. Daar wilde hij zich niet in mengen. Zo laat hij het dus onweersproken als zijn partijgenoten openlijk discrimineren op basis van ras.”
RIJKSOVERHEID
BURGEMEESTER DALESLEZING DOOR MINISTER OLLONGREN
2 FEBRUARI 2018
TEKST
I Opening
Het is een eer om deze 21ste editie van de Ien Dales-lezing te mogen voordragen. Niet in het minst omdat de naamgever van deze lezing zich op bijzondere wijze inzette voor de emancipatie van vrouwen. Als minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Lubbers III schreef ze onder meer de Wet Gelijke Behandeling op haar naam.
Ien Dales overleed te vroeg. Veel te vroeg. De herinnering aan haar, houden we onder andere met deze lezing levend. De herinnering aan haar sociale bewogenheid. En aan haar grote doorzettingsvermogen.
Dames en heren. Ik trap vanavond graag af met een bekende parabel. De parabel van de 2 vogels. Op een mooie ochtend vliegen ze samen lekker door de lucht, als vanuit de verte een oude vogel roept: ‘Hé jongens, hoe is de lucht?’ De jonge vogels knikken beleefd: ja hoor, prima. Maar als de oude vogel voorbij is, zeggen ze tegen elkaar: ‘Wat is, in vredesnaam, lucht?’ Aan deze parabel moest ik denken in aanloop naar deze lezing.
De Grondwet is voor democratisch opgevoede mensen toch een beetje als de lucht voor deze 2 jonge vogels. Lucht die je niet meer waarneemt. En dat terwijl deze lucht – onze Grondwet – de zuurstof is voor onze identiteit, voor al wat het leven in dit land zo mooi maakt: gelijkheid, vrijheid, tolerantie. En dat wil ik vandaag ook betogen.
II Geschiedenis van de Ollongrens
Dames en heren. Laat ik u meenemen in mijn familiegeschiedenis; de relevantie ervan wordt u snel duidelijk. U weet misschien wel dat mijn wortels een stuk boven de rivieren liggen. Een heel stuk, in Zweden. En elke zomer ga ik er weer naartoe. Ik voel me Nederlandse. Net als dat ik me ook Zweedse beschouw. Maar… ik heb niet alleen Zweedse… maar ook Russische roots.
Ik heb dit al eerder opgebiecht.
Ik kom uit de familie ‘Ållongren i Finland’. Al generaties lang een officiersgeslacht. Tsaargezind. Van tijd tot tijd zelfs bivakkerend in de weelde van de tsaren. Zo was mijn over-, overgrootmoeder de gouvernante van de laatste tsaar Nicolaas II; mijn overgrootvader zijn speelkameraadje. Te midden van paleizen vol schilderijen, naar knikkende lakeien, naar geparfumeerde vrouwen.
De zoon van dat speelkameraadje van de laatste tsaar is mijn opa Alexander. Ook hij diende in het tsaristisch leger, ook hij zwoor trouw aan de tsaar. En ook voor hem was Sint Petersburg zijn thuis.
Maar dat zou niet lang meer duren. De Russische Revolutie zette alles op zijn kop. Mijn opa sloeg op de vlucht met de ‘witten’ – de tsaargezinden. Die vlucht voerde hem naar vele plaatsen. Zo was hij officier aan boord van een schip dat mijnen legde in de Zwarte Zee. Hij reisde per trein van Sint Petersburg naar Vladivostok. Tot slot zou ook hij deze laatste ‘stronghold’ van het tsaristische leger verlaten. Met de boot naar Nagasaki, Saigon en Hongkong.
Het grootste deel van zijn leven, ook tijdens de Tweede Wereldoorlog, bracht mijn grootvader uiteindelijk door in Nederlands-Indië. Daar trouwde hij, kreeg hij kinderen. En een Nederlands paspoort. Alexanders laatste thuis werd Kijkduin in Den Haag.
Ik was altijd benieuwd hoe hij zich na al die omzwervingen voelde.
- Een Rus van Fins-Zweedse oorsprong?
- Een Indische-Nederlander?
- Nederlander?
- Of toch Hagenaar?
Ik vraag me af of zijn identiteit bepaald werd door de Russische revolutie of juist door zijn keuze voor Nederlands Indië en Nederland. En ik zijn, kleindochter? Hoe klinkt deze geschiedenis door in wie ik ben? Waar ik me mee identificeer? Het verhaal van Alexander vormt een prachtige geschiedenis, niet waar? Zo’n verhaal waar ik vandaag de dag bij Russische patriotten prima mee aan kan komen. Maar als ik eerlijk ben, zou ik het niet eens weten of en hoe die achtergrond mij gevormd heeft.
Natuurlijk, het is altijd goed om te weten waar je vandaan komt – fascinerend soms. Maar het heeft mij vooral geleerd dat de nationale of etnische identiteit niet altijd de betekenis heeft die je verwacht. Uiteindelijk word je toch vooral gevormd door wat jezelf meemaakt. Waar je je thuis voelt. En verrassend genoeg is dat nou juist wat het verhaal van Alexander laat zien. Alexander was een Rus, zeker. Maar ook Nederland en Hagenaar.
Ik sta hier voor u als werkende vrouw. Ik ben aangekondigd als minister. Als ik straks naar huis rijd, dan ben ik vooral moeder. En echtgenote. En tegelijk ben ik een Zweedse en een Nederlandse. En Amsterdammer. En Europeaan. Want Europa biedt mijn historisch kader. Amsterdam, dat is mijn thuis. En Nederland, mijn land, een land op trots op te zijn.
Die gelaagdheid, die vrijheid, koester ik. Geen mens is terug te brengen tot een enkele identiteit. Ieder mens is altijd méér dan de som van zijn etniciteit, geslacht, geloof of welke aanduiding we ook gebruiken voor onszelf.
III Vrij om jezelf te zijn
En gelukkig kán dat ook in Nederland. Iedereen mag zichzelf zijn.
Dat is de kern van onze Grondwet. In vrijheid. En in gelijkwaardigheid. Niet voor niets omschrijft ons allereerste Grondwettelijk artikel het gelijkheidsbeginsel: discriminatie ‘op welke grond dan ook’ staan wij niet toe. Het is ook meteen het meest identiteitsbepalende artikel van onze Grondwet. Het zegt iets fundamenteels over Nederland. Het principe staat niet voor niets al sinds 1798 in wat toen de ‘Staatsregeling’ heette van het Bataafse Volk. In nasleep van de Franse Revolutie en haar Déclarations des droits de l’homme et du citoyen.
Die gedachte heeft in Nederland van oudsher een vruchtbare bodem gevonden. Nederland stond en staat open voor anderen, en voor anders zijn. Voor vluchtelingen ongeacht hun religie of nationaliteit. Of ze nu korte of lange omzwervingen achter de rug hebben.
Onze Grondwet is daar de basis van. De basis van onze identiteit, zou ik zeggen. Een goed bewaard geheim.
IV Ontbreken van emotionele binding met de Grondwet in NL
En toch, dames en heren, ik zeg ‘goed bewaard’, want toch ontbreekt er iets. Iets belangrijks. Want waar die Grondwet de basis vormt van onze identiteit, daar ontbreekt ook opvallend genoeg elke emotionele binding.
Als we er uit citeren klinkt het plechtig, soms zelfs obligaat. Dan volgt vaak – begrijpelijk – de Hollandse nuchterheid: ‘Ja, ja, dat heb ik vaker gehoord. Dat weet ik nu wel.’
Als we het vieren – zoals in 2015 bij 200 jaar Grondwet – dan gaat het vooral over de monarchie onder de Oranjes, niet over de eerste democratische Grondwet die ons land kenden. Bovendien de oudste ter wereld, naast die van de Amerikanen.
En als we erover debatteren vervallen we vaak in droge juridische discussies over de reikwijdte van de grondrechten.
Maar emotionele binding? Bij het gros van de Nederlandse bevolking is die er nauwelijks. Ik hoef u niet uit te leggen dat dat bij een beetje boef in Amerika wel anders is. Die weet wel van de Grondwet.
“You have the right to remain silent. Anything you say can and will be used against you….”
U kent het. U kijkt Netflix.
In Amerika is een politieman verplicht de verdachte te informeren over zijn rechten uit het Vijfde Amendement van de Constitutie, de zogenaamde Miranda Rights. Die zijn zo bekend, dat kinderen er al op school over horen. Wij horen hier van ‘aap, noot, Mies’; zij leren het ‘We The People’. Er zijn zelfs uitdrukkingen uit ontstaan. ‘To mirandadise’ betekent iemand op zijn rechten wijzen, ‘take the fifth‘ betekent dat iemand zich op zijn zwijgrecht beroept.
Van dat alles niets bij ons.
Onze verworven grondrechten hebben nooit het aureool om zich heen van een groot verworven iets. Wij hebben nooit pleinen, straten, monumenten naar die ‘verlossende’ Grondwet genoemd. Wij roepen nooit: dit zijn wij! Dit zijn onze rechten! – die na een lange periode van misstanden, net als de tafelen van Mozes met de 10 geboden, van een berg zijn gedragen.
Dat die binding in Nederland ontbreekt, is historisch verklaarbaar. Het koningschap en de oranjes voorzagen in een behoefte aan verbondenheid. En in onze voorheen verzuilde samenleving was het lange tijd zo dat de dominee of de pastoor bepaalde welke waarden zouden moeten worden overgedragen. Of misschien bij de socialisten de vakbondsleider.
Van die zuilen kun je beweren dat een soort opgedrongen gemeenschappelijkheid betrof. En dat met de ontzuiling de vrijheid toenam. Maar het heeft wel vragen opgeroepen ‘wat nu’, ‘wat dan wel’, ‘wat definieert ons’. Vragen die gevoed worden door de open wereld waarin we nu leven, waarin mensen vanuit andere landen hier kunnen komen. Het is in deze context niet gek dat de blik richting Grondwet gaat.
V Grondrechtelijke traditie
Dames en heren. Het lijkt alsof onze Grondwet voornamelijk voer is geweest voor en van staatsrechtgeleerden. Dat er geen politieke strijd aan vooraf is gegaan. En dat een vanzelfsprekende koppeling tussen identiteit en de Grondwet ontbreekt. Dat is niet zo.
Ik wil niet beweren dat wij de Amerikanen achterna moeten. Zij hebben zo hun eigen traditie. Die kunnen we, hoe mooi ook, niet zomaar nabootsen. En dat hoeft ook niet. Wij moeten naar onze eigen grondrechtelijke traditie kijken. Die voert terug tot onze onafhankelijkheidsverklaring van 1581 (!). Dat document kennen wij onder de naam het Plakkaat van Verlatinghe.
Vorige week werd het document in een tv-programma gekozen tot ‘Het Pronkstuk van Nederland’. Niet de microscoop van Antoni van Leeuwenhoek. Niet de Nachtwacht van Rembrandt. Nee… het Plakkaat van Verlatinghe.
Ik kan me voorstellen dat tot vorige week weinigen ervan gehoord hadden. Maar in dit Plakkaat, uit 1581(!), wordt de Spaanse koning Filips II niet langer erkend als heerser over Nederland. Het plakkaat markeert daarmee de geboorte van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
In de tekst van het plakkaat staat expliciet wat er van een vorst verwacht mag worden.
Ik citeer:
“Ende dat d’ondersaten niet en zijn van Godt gheschapen tot behoef van den Prince om hem in alles, wat hy beveelt, weder het goddelic oft ongoddelick, recht oft onrecht is, onderdanich te wezen ende als slaven te dienen, maer den Prince om d’ondersaten wille, sonder de welcke hy egheen Prince en is.”
Vrij vertaald: de wil van het volk legitimeert de machthebber. In verdere passages wordt verwezen naar vrijheid van denken, vrijheid van ideeën, inclusief vrijheid van godsdienst.
Met andere woorden: twee eeuwen voor de Franse revolutie en een eeuw voor de Bill of Rights stond in Nederland de democratische rechtsstaat al in de steigers.
VI Pointillistische grondwet
Dames en heren. In de formulering van onze huidige Grondwet is gekozen voor wat mijn kortstondige, demissionaire voorganger op BZK – Ernst Hirsch Ballin – wel een pointillistische grondwet noemde. Een grondwet die doet denken aan een schilderij van Van Gogh. Het zet belangrijke stippen op het tableau. Stipjes die laten zien wat het beeld is, maar die niet perse helemaal zijn uitgetekend. Een beetje zoals het schilderij hier van de Eiffeltoren.
Die zakelijkheid laat ruimte. Oftewel openheid voor verschillende richtingen: dat was en is nog steeds de kracht ervan. En dat is noodzaak. Waar Nederland begin jaren ’80 nog betrekkelijk homogeen was, is de samenleving nu – zeker in de grote steden – veel diverser.
We hebben een grote diversiteit aan culturen, religies en levensbeschouwelijke opvattingen en een even zo grote diversiteit aan levensstijlen, aan politieke opvattingen en aan maatschappijvisies. En daar past een sobere, zakelijke formulering bij, met een minimum aan gemeenschappelijke waarden. Zo laat onze grondwet ruimte voor een eigen invulling van cultuur en identiteit.
Wij willen met onze Grondwet de identiteit niet in een mal persen. Identiteit is – om met oud-D66-politicus Aad Nuis te spreken – geen ‘pantser’ maar een ‘ruggengraat’: het laat beweging toe, maar houdt ook de rug recht.
Onze Grondwet is het kader waarbinnen we zelf onze identiteit kunnen vormgeven. Het vormt de basis van onze gedeelde Nederlandse identiteit. Het is herkenbaar voor zowel minderheden als meerderheden en werkt niet als uitsluitingsmechanisme.
Het is wat ons, met al onze verschillen, verbindt.
VII Kwetsbaarheid
Dames en heren. Het open, nuchtere karakter van onze Grondwet maakt haar ook kwetsbaar. Zij behoeft veel stilzwijgende overeenstemming. Onuitgesproken duidelijkheid. En het lijkt er soms op of dat dat niet bij allen het geval is.
De druk op de Grondwet is vergroot. Meer dan ooit zijn er initiatiefwetsvoorstellen tot wijziging van de grondwet ingediend. En er zijn in onze diverse samenleving verhitte debatten over botsende grondrechten.
Discussies over de inhoud en grenzen van vrijheden in de pluriforme samenleving.
Discussies over de verhouding tussen de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst.
Discussies over zwanger solliciterende vrouwen, over de toegankelijkheid van bus en trein voor rolstoelen of over discriminatie van Nederlanders met een migratieachtergrond door uitzendbureaus.
Maar ook discussies over de opmars van nieuwe technieken en wat die voor de persoonlijke levenssfeer betekenen. Deze week nog las ik over ‘Hello Barbie’, een Barbiepop met ingebouwde microfoon, dataopslag, gps en wifi. Die informatie deelt de fabrikant van Barbie – Mattel – desgewenst met de ouders. Dat roept natuurlijk vragen op over de privacybescherming van het kind.
In toenemende mate raken dit soort discussies over grondrechten ook een fundamentele, zelfs existentiële snaar. Tot voor kort dacht ik dat homoseksualiteit en etnische identiteit in relatief rustig vaarwater verkeerden. Maar een aantal incidenten wijst erop dat het discriminatieverbod geen rustig bezit is.
Kunnen zij nog wel zijn wie ze willen zijn?
Telkens weer blijkt dat een grondwet hebben 1 is, maar het in de praktijk brengen ervan 2.
Om staatsrechtgeleerde Willem Witteveen nog eens aan te halen: onze rechtsstaat, onze Grondwet is geen rustig bezit, geen huis waarin we onbezorgd kunnen gaan slapen.
De grondrechten zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van voldoende draagvlak. Als we niet oppassen, wordt dit aangetast.
VIII Artikel 1 bedreigd
Want, dames en heren, vragen wij ons weleens af: Wat nu als die Grondwet van ons er niet was geweest? Wat als we al die vastgelegde grondrechten niet hadden? Dan zou de macht bijvoorbeeld nog in handen van één persoon zijn, en niet gedeeld en gecontroleerd.
Dan was er geen algemeen kiesrecht. Dan was er geen recht om te demonstreren of te vergaderen, zoals dat in talloze zaaltjes in Nederland dagelijks gebeurt.
Dan ontbrak de mogelijkheid voor mensen om zich op basis van een gemeenschappelijk doel of ideaal te verenigen. Dan zou de vrijheid om je godsdienst te belijden in het geding komen.
Dan zouden de kranten niet meer in vrijheid kunnen bepalen wat ze wel en niet opschrijven. En dan zouden u en ik hier niet met gerustheid – met het hart op de tong – kunnen zeggen wat we willen.
Dan zou het leven hier zijn als in de landen waar we niet naar op vakantie willen. Waar we waarnemers of militairen naar toesturen. En waar de bevolking een hartstochtelijke strijd levert voor een eerlijke grondwet.
Waarmee ik maar wil zeggen: de Grondwet is geen bundel papier. Het is een levend document. Zij maakte aan talloze misstanden een einde. Garandeerde rechten die we nu vanzelfsprekend vinden. Al sinds 1581 wordt ernaar geleefd, zou je met flink wat slagen om de arm kunnen beweren. We beseffen niet eens meer hoe diep de waarden van de Grondwet in ons denken verankerd zitten. Denk aan de vogels en de lucht waardoor ze vliegen. Wat er al je hele leven al was, daarvan ben je je soms nauwelijks meer bewust.
De Grondwet legde niet alleen vast wat we van waarde vonden, het beëindigde vaak ook dat wat we als onrechtvaardigheid beschouwden.
De gemene deler? In mijn ogen het gelijkheidsbeginsel uit artikel 1, dat ik zojuist noemde. Dat ieder mens zichzelf kan zijn. In vrijheid en gelijkwaardigheid. De ene groep is niet meer waard dan de andere; de ene categorie mensen verdient niet een andere behandeling van de overheid dan de andere.
Oftewel: ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’
Het is de kern van hoe we samenleven. Maar dat is niet altijd een rustig en veilig bezit.
Het populisme valt dit fundament van onze samenleving geregeld aan. Aan het begin van deze eeuw koos Pim Fortuyn – in een oneigenlijke tegenstelling tussen artikel 1 en artikel 7 van de Grondwet – ervoor om artikel 1 te schrappen.
Daarna ging het hard.
Wilders pleitte er in 2006 zonder enige nuance voor om artikel 1 te schrappen.
Hij wilde het vervangen door een artikel over de dominante cultuur. Terwijl de Grondwet er juist voor zorgt dat niemand gedomineerd wordt, maar dat alle Nederlanders vrij en gelijk zijn.
Wilders werkte het later verder uit. Zo zonderde hij de aanhangers van 1 geloof uit met een belasting: de kopvoddentax. En stelde hij voor de verkiezingen voor om te zorgen voor minder Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond.
Stuk voor stuk strijdig met het beginstel dat allen in Nederland gelijk zijn.
De nieuwste afsplitsing van het populisme gaat verder waar Wilders ophoudt.
De partij van Baudet lijkt geobsedeerd te zijn door één van de weinige taboes waar ik als progressieve liberaal aan hecht:
Het praten over rassen in het politieke debat.
Rassenmenging kwam al voorbij uit de mond van Forumleden. Rassenverdunning ook. De afgelopen weken ging Baudet opnieuw verder.
Geconfronteerd met uitspraken dat Nederlanders met een donkere huidskleur minder intelligent zouden zijn dan andere rassen, een uitspraak van een kandidaat van Forum bij de verkiezingen aanstaande maart, zei de voorman van Forum dat hij daar geen afstand van wilde nemen. Volgens Baudet was dit een wetenschappelijk debat. Daar wilde hij zich niet in mengen. Zo laat hij het dus onweersproken als zijn partijgenoten openlijk discrimineren op basis van ras.
Het populisme wil sommige Nederlanders dus anders behandelen dan andere.
En daarmee bedreigt het kernwaarden van Nederland. Het is in deze tijd dan ook belangrijker om artikel 1 van de Grondwet te koesteren dan ooit.
De democratie, de rechtsstaat, onze vrije en open samenleving moeten we koesteren en beschermen.
Daarom ben ik ook zo blij dat het kabinet waarvan ik nu deel mag uitmaken Artikel 1 uitbreidt met de gronden handicap en seksuele geaardheid versterkt en ook omarmt dat de Algemene Wet Gelijke Behandeling beter wordt verankerd. Zo bieden we weerstand aan de aanvallen van het populisme.
IX Levende Grondwet
Dames en heren. Alleen al om die reden moeten wij onze Grondwet levend houden. Bijvoorbeeld: via het onderwijs. Toen ik nog SG bij Algemene Zaken was, liep ik elke dag over het Binnenhof. Daar is het druk. Daar lopen dagjesmensen. Maar er lopen vooral scholieren. Scholieren die op een beeldende manier door ProDemos constitutionele geletterdheid wordt bijgebracht.
Zoals de basisgereedheid van de krijgsmacht op orde moet zijn, zo zou ook onze basisgereedheid betreffende ons constitutioneel bewustzijn op orde mogen zijn.
Iedere scholier zou verplicht langs het Rijksmuseum of het Parleme