Tag archieven: sexualiteit

Het feminisme heeft gefaald zolang vrouwen niet klaarkomen/De zwarte Surinaamse man als sekssymbool volgens Nina ”kaolo” de La Parra

FEMINISME HEEFT GEFAALD ZOLANG VROUWEN NIET KLAARKOMEN/DE ZWARTE SURINAAMSE  MAN ALS ”SEKSSYMBOOL” VOLGENS NINA ”KAOLO” DE LA PARRA, THEATERMAKER 

Astrid Essed <astrid.essed@gmail.com>7:33 AM (0 minutes ago)
to Astrid, me, Essed_64, Essed.Heleen

Beeld Jochem Jurgens
https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/met-haar-verhalen-en-gloeiende-spel-roept-nina-de-la-parra-in-gods-wegen-steeds-meer-bewondering-op~be5e7f17/

Beeld Anne Claire de Breij‘Het begint met kijken. En dan (in Surinaams accent): ‘hé schatje, ben je aan het wandelen? Je komt uit Holland, toch? Waarom ben je hier?’ De veiligheidsman van een winkel begint een heel gesprek met je. Mannen lopen achter je aan.’ ……….. 

‘Ik vind het superleuk. En je kunt ook gewoon zeggen: kaolo, rot op.’ 

https://www.volkskrant.nl/mensen/het-feminisme-heeft-gefaald-zolang-vrouwen-niet-klaarkomen~b9276bee/

Een onenightstand hoeft eigenlijk maar één ding te doen. 

‘En ze doen het niet. Ze kúnnen het gewoon niet! Niet allemaal, maar: de meesten.’

Waarom kunnen ze het niet? 

‘Dat weet ik niet. Want in ­Suriname kunnen ze het wel. Volgens mij is het daar ook echt een soort schande, als je een vrouw niet kan laten komen. Dus ze kunnen daar dingen, ze beheersen technieken, dat is amazing.

https://www.volkskrant.nl/mensen/het-feminisme-heeft-gefaald-zolang-vrouwen-niet-klaarkomen~b9276bee/  


Ja, in dat opzicht begrijp ik dat iedereen in Suriname geobsedeerd is door seks. Het heeft ook met de temperatuur te maken misschien, met het feit dat je sowieso al halfnaakt bent.  ”
https://www.volkskrant.nl/mensen/het-feminisme-heeft-gefaald-zolang-vrouwen-niet-klaarkomen~b9276bee/

NINA ”KAOLO” DE LA PARRA, THEATERMAKER

BRIEF AAN DE REDACTIE VAN VOLKSKRANT MAGAZINE

AANDE REDACTIE VAN VOLKSKRANT MAGAZINE
Onderwerp:
Uw interview met theatermaker en cabaretiere Nina de La Parra in Volkskrant Magazine dd 20 februari anno Domini 2020

Geachte Redactie,
Ik begin met een Citaat:
”Ja, in dat opzicht begrijp ik dat iedereen in Suriname geobsedeerd is door seks. Het heeft ook met de temperatuur te maken misschien, met het feit dat je sowieso al halfnaakt bent.  ”  
EINDE CITAAT
Redactie, als ik kon terugreizen in de Tijd en ik had deze opmerking in de jaren 20 van de vorige Eeuw gelezen, dan was ik niet verbaasd geweest.Verontwaardigd wel, maar ik zou het nog kunnen vergeven, omdat ik dergelijke achterlijkheid en verkapt racisme wel zou vinden ”passen” gezien de westerse superioriteitsmaatstaven van die Tijd.Toch heb ik deze-excusez let mots-idiote uitspraak niet gelezen in een oud Volkskrant exemplaar uit 1920 [1] , maar in uw zogezegde hypermoderne, 21 ste eeuwse Volkskrant Magazine van 20 februari anno Donini 2020.In de 21 ste Eeuw, jaja!
Het was een door uw redactie afgenomen interview met theatermaker en cararetiere Nina de La Parra, dochter van de Surinaamse filmmaker Pim de La Parra [2] en de uitspraak was van haar afkomstig.Zie onder noot 3 het gehele interview uit uw Magazine, de tekst en de weergave in de Volkskrant van 21 februari!
In dit interview [bladzijde 12 t/m 19, Volkskrant Magazine] gaat Nina ”kaolo” [Surinaams scheldwoord, straks toegelicht waarom dit is toegevoegd aan haar naam] de La Parra in op haar half Surinaamse achtergrond, de relatie met haar vader en andere mannen, haar visie op het feminisme, haar theateroptredens en zo meer.
Dat zou op zich onderhoudend kunnen zijn-en dat was het bij tijd en wijle ook-ware het niet, dat het was doorspekt met racistische en denigrerende opmerkingen tegenover Surinamers in het algemeen, alzo de Surinaamse samenleving.Ook getuigde het van bekrompenheid en gebrek aan werkelijke kennis van wat Suriname is en maakt.
Wat mij het meest stoorde, waren de opmerkingen over de simplificatie van de Surinaamse samenleving en de vermeende overseksualisering
Ik citeer Nina ”kaolo” de La Parra:
” ‘Bij mij gebeurt het nooit dat ik in Noordwest-Europa door een man wordt veroverd. Terwijl ik in Suriname één been uit het vliegtuig zet, en… nee, ik zit nog ín het vliegtuig naar Suriname en ik word al versierd. Je hoeft niets te doen. Je hoeft alleen maar rond te lopen.’ 
Bladzijde 16, Volkskrant Magazine

Wat gebeurt er dan, als je daar rondloopt? 

‘Het begint met kijken. En dan (in Surinaams accent): ‘hé schatje, ben je aan het wandelen? Je komt uit Holland, toch? Waarom ben je hier?’ De veiligheidsman van een winkel begint een heel gesprek met je. Mannen lopen achter je aan.’

En dat is niet irritant of bedreigend? 

‘Ik vind het superleuk. En je kunt ook gewoon zeggen: kaolo, rot op.’

Bladzijde 16, Volkskrant Magazine

Waarom kunnen ze het niet? 

‘Dat weet ik niet. Want in ­Suriname kunnen ze het wel. Volgens mij is het daar ook echt een soort schande, als je een vrouw niet kan laten komen. Dus ze kunnen daar dingen, ze beheersen technieken, dat is amazing. Ja, in dat opzicht begrijp ik dat iedereen in Suriname geobsedeerd is door seks. Het heeft ook met de temperatuur te maken misschien, met het feit dat je sowieso al halfnaakt bent.”

Bladzijde 18, Volkskrant Magazine
”’Ja, in dat opzicht begrijp ik dat iedereen in Suriname geobsedeerd is door seks. Het heeft ook met de temperatuur te maken misschien, met het feit dat je sowieso al halfnaakt bent.  ”

Dit zijn de belangrijkste Surinaamse ”seks” citaten
ZWARTE MAN ALS SEKSSYMBOOL
Ik ga ervan uit, dat u als intellectueel gevormde Redactie op de hoogte bent van de racistische vooroordelen, waarbij zwarte mannen als een soort seksmachine worden afgeschilderd?Nu, men hoeft niet eens tussen de regels door te lezen om te zien, dat dit klassieke, verkapt racistische uitspraken/opvattingen/fantasieeen zijn over zwarte mannen.O, Nina de la Parra verwijst niet expliciet naar zwarte mannen, maar uit de hele context van het interview wordt WEL duidelijk, dat ze dat bedoelt!Nu moet iedereen zelf weten, waarover zij/hij fantaseert, daar treed ik niet in, maar WEL maak ik mij druk over dergelijke achterlijke uitspraken, in een zogenaamd ”kwaliteitsmagazine”We leven toch niet meer in de 19e eeuw!
Natuurlijk lopen zulke mannen rond in Suriname, maar die vind je overal ter wereld, in Nederland, andere Europese landen, Azie, Afrika, Latijns-Amerika, de VS, noem ze maar op.Om dan te beweren, dat ”IEDEREEN” in Suriname geobsedeerd is door seks. is niet alleen belachelijk, maar ook verkapt klassiek racisme!
Dat u dit in uw Magazine kritiekloos laat passeren, vind ik een schande!Zeker in deze Tijd!

KAOLO NINA DE LA PARRA
”‘Ik vind het superleuk. En je kunt ook gewoon zeggen: kaolo, rot op.
Waarom duidt ik Nina de La Parra aan met ”kaolo” Nina de La Parra?Misschien niet zo netjes, maar het is ludiek bedoeld en een koekje van eigen Deeg, omdat zij er immers ook niet vies van is, met dergelijke termen te smijten.Overigens gebruikt ze de krachtterm verkeerd:”Kaolo” betekent niet ”rot op”, maar is straattaal voor zo iets als ”klootzak” of ”son of a bitch” [4]
SURINAMERS ALS ”BEKROMPEN” MENSEN
CITAAT NINA DE LA PARRA
”Mijn vader kon het ene moment het ene zeggen, en het volgende moment het tapijt onder je vandaan trekken door het tegenovergestelde te doen. Hij is geen typische Surinamer, daarvoor is hij te open en te ruimdenkend, te westers.”
BLADZIJDE 15, VOLKSKRANT MAGAZINE
Ook maak ik er bezwaar tegen, te lezen, dat Nina de La Parra haar vader niet beschouwt als een ”typische Surinamer” [whatever that may be], omdat hij te ”ruimdenkend” zou zijn, te ”westers”Niet alleen suggereert die opmerking, dat Surinamers bekrompen mensen zouden zijn, ook, dat Surinamers allemaal hetzelfde zijn.Een soort Eenheidsworst.
Redactie, de ”typische” Surinamer bestaat niet, net zo mijn als de ”typische” Nederlander.En dat geldt nog sterker voor Surinamers, omdat Suriname van oudsher een multiculturele samenleving is met een grote variant aan bevolkingsgroepen [Afro Surinamers namelijk Creolen, Hindostanen, Chinezen, Europeanen, Javanen, Inheemsen, die de oorspronkelijke bevolking zijn, Afro Surinamers namelijk Marrons, Libanezen, etc] [5], religies, culturen, etc.Dat dan maar aanduiden als ”de typische Surinamer”, dat is pas bekrompen!
NINA DE LA PARRA’S VERSIE VAN EEN WINTI PRIESTER
”Over mijn pogingen tot zelfheling. Dat is ook een grap, vind ik, dat ik alles heb geprobeerd in het ­arsenaal van de westerse neo-spiritualiteit, en dat ik dan, als witte, half-Surinaamse vrouw, uiteindelijk in een laatste wanhoopspoging, aanklop bij een wintipriester in Suriname. Zwarte magie.”
BLADZIJDE 19, Volkskrant Magazine
Een onjuiste voorstelling van zaken en versimpeling van complexe feiten.Ten eerste is een Winti priester niet een soort tovenaar, maar belijder van de Winti religie, een traditionele religie, door de Afrikaanse slaven naar Suriname gebracht, waarbij voorouderverering een belangrijke rol speelt. [6]En ja, zwarte magie KAN er in voorkomen, maar is niet hetzelfde als de Wintireligie!Wat zwarte magie betreft, dat wordt ook wel ”wisi”genoemd [7], in tegenstelling tot obeah, ”witte magie” [8]Als je er melding van maakt, doe het dan goed.Nina de la Parra maakt er een exotisch ratjetoe van, zonder enig respect voor de Afro Surinaamse cultureel-religieuze roots!

GEBREK AAN KENNIS
Het laatste Citaat van Nina de La Parra, wat ongerijmd is, volgt hier

Jij bent zelf veel Surinaamser dan je eruitziet. 

‘Ik zie eruit als een bakra (Hollander, red.), wat ik vroeger nog wel eens jammer vond. Ik had toen gewild dat mensen aan me ­konden zien dat ik half Surinaams ben. Maar ik heb het ­geaccepteerd. Ik ben een Nederlandse vrouw met een ­Nederlands paspoort, die toevallig ook half-Surinaams is.’

Kijk, dat de interviewer[ster] de opmerking maakt

” Jij bent zelf veel Surinaamser dan je eruitziet” kan ik mij voorstellen, omdat de meeste Surinamers zwart of bruin zijn en niet wit.

Maar het antwoord van Nina de La Parra getuigt van gebrek aan kennis of misschien vindt ze het zo

”exotischer”

Want de Surinaamse samenleving kent wel degelijk witte bewoners, die aldaar geboren en getogen zijn.

Deze ”Boeroes” zoals ze worden genoemd, stammen af van Nederlandse boerengezinnen, die in de 19e eeuw naar Suriname zijn geemigreerd en daar een bestaan hebben opgebouwd. [9]

Toegegeven, het is een kleine groep, maar ze bestaan en Nina de La Parra had daarop de interviewer[ster] kunnen wijzen.

Ja, Redactie, zo complex is de Surinaamse samenleving!

EPILOOG

Wat mij zo buitengewoon stoort aan de uitspraken/verwijzingen van Nina ”kaolo” de La Parra naar Surinamers en de Surinaamse samenleving is, dat ze er een raar, samengeraapt zootje van maakt:

Mensen, die niet ”ruimdenkend” zijn, die  geobsedeerd zijn door seks,die ”halfnaakt” zouden rondlopen,  een soort idee van de Nobele Wilde [10]

dus, doorspekt met exotische ideeen over ”Wintipriesters”, die aan ”zwarte magie” zouden doen.

Een samenraapsel van Gevaarlijke, klassiek racistische onzin!

Geen enkel respect, ik herhaal dat, voor  de Afro Surinaamse cultureel-religieuze roots!

Geen enkel oog voor Suriname’s rijke traditie aan literatuur, beeldende kunst en klassieke muziek! [11]

Ja, klassieke muziek!

Iets dat u waarschijnlijk niet wist.

Aan de uitspraken van Nina de La Parra kunt u niets doen.

Maar als kwaliteitsmagazine had u haar hierover kritisch behoren te bevragen of het interview helemaal  niet uitzenden/publiceren.

Hiermee hebt ook u geen respect getoond voor Surinamers in het algemeen en de Surinaamse samenleving in het  byzonder.

Ik hoop, dat u hieruit lering trekt en niet meer in de fout gaat.

Tenslotte levem we in 2020.

In de 21 ste Eeuw.

Valt het Kwartje?

Vriendelijke groeten

Astrid Essed

Amsterdam 

NOTEN[1]

De Volkskrant werd vanaf 2 oktober 1919 uitgegeven als weekblad van de katholieke arbeidersbeweging 
WIKIPEDIADE VOLKSKRANT/GESCHIEDENIS
https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Volkskrant#Geschiedenis
ORIGINELE BRON
WIKIPEDIADE VOLKSKRANT
https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Volkskrant

[2]

WIKIPEDIAPIM DE LA PARRA

https://nl.wikipedia.org/wiki/Pim_de_la_Parra

[3]

INTERVIEW NINA DE LA PARRA IN DE VOLKSKRANT MAGAZINE

VOLKSKRANT MAGAZINE20 FEBRUARI 2020 NR 963
PAGINA 12
NINA DE LA PARRADE VROUW ACHTER HET OVERWELDIGENDE CABARETDEBUUT
PAGINA 12
THEATERMAKER NINA DE LA PARRA (33) STAAT MET EEN BEEN IN SURINAME, HET GEBOORTELAND VAN HAAR VADER, FILMMAKER PIM DE LA PARRA.OVER HAAR VERSTOORDE RELATIE MET HEM EN ANDERE MANNEN MAAKTE ZE EEN JUICHEND ONTVANGEN VOORSTELLING.”IK ZOU DEZE SHOW NOOIT DURVEN OPVOEREN IN PARAMARIBO”

FOTO NINA DE LA PARRA

PAGINA 13
MAN,MAN,MAN

FOTO NINA DE LA PARRA
PAGINA 14

Op de vraag of we bij haar voorstelling in Bergeijk kunnen komen kijken, 

mailt Nina de la Parra terug dat we ‘natuurlijk van harte welkom’ zijn, maar: ‘Bergeijk is NIET mijn plek’, er zijn zelfs zo weinig kaarten verkocht (23) dat de show bijna werd gecanceld. Als de Volkskrant desalniettemin graag wil zien ‘hoe de show staat als er letterlijk geen reacties komen’ – de kans is aanwezig dat de Bergeijkenaren ‘compleet verschrikt’ zullen reageren als een blonde vrouw over slavernij begint – zijn we van harte welkom.

Uiteindelijk zitten er meer dan zestig bezoekers in de zaal in Bergeijk, een toeloop die helemaal te danken is aan de vijfsterrenrecensie van haar voorstelling die een paar weken eerder in de Volkskrant stond, denkt De la Parra. Gods wegen is haar eerste cabaretsolo, al heeft ze het zelf liever over een ‘autobiografische vertelling’, omdat het laten ­lachen van het publiek ‘totáál niet het doel’ is.

Het gebeurt wel, met overgave. Ook in Bergeijk.

Een autobiografische vertelling dus, over haar slaven­houdende Surinaamse voorouders, over afspraakjes met mannen in smoezelige uurhotels in Paramaribo, over Desi Bouterse, over hoe haar ‘vaginabrein’ het soms overneemt van haar feminisme, een vertelling die uiteindelijk, na een overweldigende anderhalf uur, eindigt bij de kern: Nina de la Parra’s verstoorde relatie met mannen. Drie mannen in het bijzonder: haar vader, haar oudere broer – die achttien jaar geleden zelfmoord pleegde – en haar ex.

Het doel van Gods wegen was om ‘iets te bevragen wat diep in me zit’, zegt De La Parra, vijf dagen na de voorstelling in de keuken van haar woongroep in de Amsterdamse ­Dapperbuurt, waar ze ter ere van haar 33ste verjaardag straks veertig Surinaamse kippenpoten gaat bereiden. ‘Mijn voorstelling is een verzameling oprechte bevragingen. Dat het grappig is, is eigenlijk toevallig. Waarom wordt het niet als geëmancipeerd gezien om seks te hebben met een of andere random dude in Suriname, die geen idee heeft wat het woord ‘feminisme’ betekent? Ik vind het juist wél geëmancipeerd om daarvan te genieten. Als er niemand lacht tijdens de show, wat wel is gebeurd, vind ik dat eigenlijk óók geweldig. Je voelt heel veel dingen gebeuren, bij het publiek. Ze zien mij en verwachten iets anders. Dat het braver gaat zijn. Dat ik minder snel praat dan ik praat. Dat het liever zal zijn. Dat ik líéf ben.’

Nina de la Parra wordt in 1987 geboren in Amsterdam, als dochter van documentaire- en radiomaker Djoeke Veeninga en filmregisseur Pim de la Parra. Haar moeder woont voor haar werk, het radioprogramma Standplaats, een aantal perioden in het buitenland, en het gezin gaat mee – als Nina een baby is voor het eerst, vier maanden naar India. Daarna volgen perioden in Tanzania, Indonesië en Vietnam. Als haar ouders op haar 6de uit elkaar gaan, ­remigreert Pim de la Parra naar zijn geboorteland ­Suriname, waar Nina hem opzoekt in de vakanties. Suriname werd, en is nog steeds, haar tweede thuisland, waar ze een paar maanden per jaar woont.

Na haar middelbare school in Amsterdam studeert ze ­toneel in Stratford-upon-Avon, Engelse en Duitse taal en literatuur in Edinburgh, genderstudies in Berlijn en toneelregie in Essen. Ze regisseert repertoiretoneel in Duitsland en is de regieassistent van Ivo van Hove bij Toneelgroep Amsterdam, voor ze ruim twee jaar geleden, ze is dan 30, besluit haar eigen ‘bevragingen’ naar het toneel te brengen. In Gods wegen, waarmee ze in dit najaar in reprise gaat, schakelt ze soepel tussen vier talen: Nederlands, Engels, Duits en Sranantongo.

Haar eigen ‘kapotte Surinaamse familie’ is een belangrijk thema in de voorstelling. Die geschiedenis is ‘heel pijnlijk’, zegt ze, ze zou deze show nooit in Paramaribo durven ­opvoeren. ‘De De la Parra’s zijn van oorsprong sefardische Joden, die in Portugal werden vervolgd vanwege hun ­geloof en ’m toen zijn gesmeerd naar Zuid-Amerika. In Suriname werden ze, in een bizarre wending, de leiders van de plantages. Mijn opa, de vader van mijn vader, heeft er ontzettende problemen mee gehad, dat hij een directe afstammeling was van slavenhouders, van Joden die de zwarte bevolking helemaal hebben kapotgemaakt.’

‘Jullie kijken naar filth, scum, schuld’, zeg je in de voorstelling. 

‘Ja. Hoewel mijn opa er zelf niks mee te maken had, heeft hij heel zijn leven met een schuldgevoel rond­gelopen. Dus als ik dat soort dingen in een voorstelling ga 

PAGINA 15

FOTO NINA DE LA PARRA

ontsluieren, is dat pijnlijk. Zeker als ik dan ook nog vertel dat alle rijkdom uit het verleden verloren is gegaan, dat mijn familie drogisterijen bezat, maar dat alles weg is, failliet of afgebrand, dat er eigenlijk niets meer over is. Je kunt je afvragen: is het een straf, voor het verleden? Pijnlijk.’

Jouw vader Pim heeft de westerse manier van leven vaarwel gezegd. Hij is boeddhist en leeft zonder bezittingen. 

‘Ja, dat is zo. Maar zijn leven is ontzettend bepaald door het wel of niet hebben van geld. Hij was, na zijn megasucces met Blue Movie (erotische filmhit uit 1971, red.) miljonair. Maar na het floppen van Wan Pipel (1976), de film waarin hij al zijn geld had gestoken, was hij failliet. Ik ben geboren na het faillissement, het enige kind uit zijn tweede huwelijk. Ik ken mijn vader alleen post-geld. Mijn moeder heeft hem onderhouden. Hij maakte lowbudget-minimal movies en was in zijn hoofd rijk, en dan heb ik het over rijkdom aan ideeën. Hij heeft een eigen benadering van het leven. Die rijkdom draag ik ook mee, en dat is geweldig. Maar…’

Ze zucht hoorbaar. ‘Hij kon, doordat hij zo weinig geld had, vaak niet bij mij zijn. Nadat mijn ouders uit elkaar gingen is hij op mijn 8ste terug naar Suriname verhuisd. En hij kwam wel af en toe, maar ook vaak niet. Ook nu komt hij niet. Hij heeft nog nooit iets gezien van wat ik heb gemaakt.’

Hij stuurt wel trotse mails aan iedereen in zijn netwerk, over je tournee. 

‘Hij is óók superbetrokken. We bellen elke week, op zondag. Geld bepaalt je leven, dat is iets wat ik heb geleerd door het hebben van een vader als mijn vader. Als je het niet hebt, vooral.’

Zou je je vader omschrijven als niet-westerse man, in hoe hij leeft? 

‘Mijn vader is in geen enkele categorie te vangen. Wat je leert, als je zijn kind bent, is: omgaan met chaos, met onvoorspelbaarheid. Als kind was ik zeer ­gestructureerd, ik had altijd een keurig bureautje, met m’n bakje met pennen. Dat bood houvast, denk ik. Mijn vader kon het ene moment het ene zeggen, en het volgende moment het tapijt onder je vandaan trekken door het tegenovergestelde te doen. Hij is geen typische Surinamer, daarvoor is hij te open en te ruimdenkend, te westers. Mijn moeder is net zo eigenzinnig en autonoom als mijn vader, in geen enkel opzicht een burgerlijke vrouw, iemand met een verbijsterend groot hart. Bij mijn vader uit die vrijheid van denken zich in alles, ook in de manier waarop hij over seks praat. Mijn vader heeft het altijd over ‘de macht van kut’, bijvoorbeeld. ‘Wij mannen zijn maar bijgoochems, jullie hebben ons niet nodig, want de macht van kut!’ Dan ben je 7 en denk je: eh, oké, vaag. Ook zijn ­seksuele escapades werden besproken. ‘Met die vrouw heb ik ook nog een keer, in een hotelkamer…’ Allemaal details. Dat is mijn vader. Dát. Ik heb lang gedacht: ik hoef je crazy levenslessen niet. Maar nu merk ik dat ik best wat van die lessen heb overgenomen. Bijvoorbeeld: wees altijd je eigen baas. Die autonomie is belangrijk voor me.’

Je komt uit een kunstzinnige familie, met een regisserende vader en een halfzus, Bodil, die acteert en theater maakt. Wist je al jong dat je diezelfde kant op wilde? 

‘Ik 

PAGINA 16

kon me niet verzetten tegen wat er in me zat. Maar ik heb wel gedacht: ga ik dit óók doen? Ik wilde geen na-aper zijn. Bodil is theatermaker, haar man Geert Lageveen ook. Zij zijn twintig jaar ouder dan ik. Maar ook mijn moeder is een gevestigde documentaire- en programmamaker. Ik werd omringd door gevestigde namen.’

En je wilde pertinent niet naar een toneelschool in ­Nederland. 

‘Jezus, nee! Dat bewijst maar weer dat ik nogal graag autonoom wil zijn. Ik ben in Engeland en Duitsland gaan studeren omdat ze daar de familie niet kennen.’

Wat is de rode draad is in je voorstelling? 

‘Ik. De rode draad ben ik, het is verbonden met iets wat speelt, bij mij. Een spanning, die ik voel. Bij dingen. De kern van de voorstelling heb ik geschreven na een traumatische break-up, de grondwoede ligt in een hardvochtig verlies. En daardoor kwamen ook de andere verliezen uit mijn leven bovendrijven. Misschien is de rode draad dus wel: verlies. Maar een deel gaat over mijn vagina brain, en dat gaat niet over verlies, maar over feminisme en emancipatie.’

Seks zoals feministen zeggen dat seks moet zijn, is niet opwindend, zeg jij. 

‘Van die mannen die vragen: doe ik het goed, doe ik het goed? Weet ík veel, dóé het gewoon! Maar het is een these, hè. Die ik in een kunstvorm giet. En omdat ik merk dat dit iets oproept bij het publiek, ga ik er lekker mee door. Ik vind het interessant, en ook grappig, dat er bepaalde feministische ideeën in ons zijn gemept, die niet stroken met verlangens op seksueel gebied. Mannen zijn trouwens óók in de war, hoor, westerse mannen. Pornografie is zo normaal geworden dat er van vrouwen in bed van alles wordt verwacht dat rechtstreeks daaruit ­afkomstig is. Alles moet afgeschoren worden, behalve je wenkbrauwen en hoofdhaar. Je moet duizendmiljoen standjes doen. Jongens laten je ín béd een filmpje zien: ‘Kijk, zó moet je pijpen.’ Eh, oké? Bovendien zie je, als je op straat loopt, overal beelden van halfnaakte wijven. Ik was 21 toen ik voor het eerst dacht: het stóórt me. Dat het normaal is om buiten jouw eigen lichaam, namelijk het lichaam van een vrouw, zo geseksualiseerd te zien. Ik vatte dat persoonlijk op. Tegelijkertijd kreeg ik, toen ik genderstudies studeerde in Berlijn, altijd ruzie met diehard feministische klasgenoten. ‘Jij mag niks zeggen over feminisme, want jij hebt oorbellen in en make-up op.’ Pardon? Het ging er toch juist om dat we er mogen uitzien zoals we willen? ‘Maar je doet het niet voor jezelf!’ Hoe weet jij dat?’

Hoe merk je dat westerse mannen in de war zijn? 

‘Ik heb te veel dingen meegemaakt, met Noordwest-Europese mannen, waaruit blijkt dat nogal veel van die mannen de kluts kwijt zijn wat betreft hun seksualiteit. Ze weten niet meer hoe ze een vrouw moeten veroveren, dat vooral. Ze hebben de heftigste, soms verbijsterende seksuele fantasieën – nee, ik ga geen voorbeeld noemen – over macht en onderdrukking. En over die fantasieën voelen ze zich ­vreselijk schuldig, waardoor die fantasieën worden weg­gestopt en alles alleen nog maar ingewikkelder wordt.’

Wat zou de oorzaak kunnen zijn? 

‘Het komt doordat je 

”MANNEN, DIE VRAGEN: ”DOE IK HET GOED?

WEET IK VEL, DOE HET GEWOON!”

als man eigenlijk geen vrouw meer mág veroveren. Want als je dat doet, ben je een misogynistic bastard. We leven in een zeer politiek correcte tijd, een reactie op schuldgevoelens over het verleden. Begrijpelijk, maar dat leidt tot spanningen. Tussen mannen en vrouwen. Maar ook op andere terreinen. Ook politiek. In hoe we omgaan met het slavernijverleden, bijvoorbeeld, want dat is een debacle.’

Waarom? 

‘We lijden onder een verlammend schuldgevoel. We moeten iets met ons slavernijverleden, dus allerlei ­instanties doen er iets mee en daarvoor worden dan potjes geld opengetrokken. Vragen stellen mag niet, en als je dat toch doet, word je een racist genoemd. Terwijl: heel veel mensen begrijpen er niks van. Net zoals er mensen zijn die niet begrijpen dat vrouwen zich nog steeds achtergesteld voelen, en er ook mensen zijn die er geen snars van begrijpen waarom het belangrijk is dat transgenders ook af en toe iets mogen zeggen. We moeten ook naar de mensen luisteren die het niet begrijpen. Met ze praten. Weet je hoeveel neonazi’s er op dit moment zijn in Duitsland? Dat is gewoon serieus creepy. En dat komt, denk ik, doordat er naar te veel mensen nooit is geluisterd. Voor je het weet lopen ze achter een engerd aan. Ik denk dat ze beter achter míj aan kunnen lopen, snap je?’

Loopt de keuken in, gaat kruidenthee zetten. ‘Bij mij gebeurt het nooit dat ik in Noordwest-Europa door een man wordt veroverd. Terwijl ik in Suriname één been uit het vliegtuig zet, en… nee, ik zit nog ín het vliegtuig naar Suriname en ik word al versierd. Je hoeft niets te doen. Je hoeft alleen maar rond te lopen.’

Wat gebeurt er dan, als je daar rondloopt? 

‘Het begint met kijken. En dan (in Surinaams accent): ‘hé schatje, ben je aan het wandelen? Je komt uit Holland, toch? Waarom ben je hier?’ De veiligheidsman van een winkel begint een heel gesprek met je. Mannen lopen achter je aan.’

En dat is niet irritant of bedreigend? 

‘Ik vind het superleuk. En je kunt ook gewoon zeggen: kaolo, rot op.’

In eerste instantie zien ze jou en denken: Nederlandse stagiaire. 

‘Precies. Ik ben Ilse, die stage loopt bij het academisch ziekenhuis. Stagiaires, dat is natuurlijk een ding in Paramaribo. Ik noem het altijd: de Surinaamse inburgeringscursus. Veel Nederlandse meisjes komen stage lopen in Paramaribo, vaak meisjes die niet uit grote steden komen en niet veel in contact zijn gekomen met zwarte mensen. Ze komen met bepaalde ideeën naar Suriname. Een van die ideeën is: daar zijn mannen, en die zijn héél anders dan Nederlandse mannen. Ik kan dat onderstrepen. 

PAGINA 17

FOTO NINA DE LA PARRA

PAGINA 18

”DAT CONTINU JEZELF DE SCHULD GEVEN, IS IETS VROUWELIJKS”

Dat klopt. Annemien uit Medemblik kan zich in Paramaribo een absolute queen voelen. Want dat is wat Surinaamse mannen doen. Maar er is ook een naar ondertoontje. Want het is exotisme. En er is een economische component, de stagiaires staan voor rijkdom. Je moet niet vergeten wat het in zo’n arm land betekent om wit te zijn. Je bent één groot rond­lopend dollarteken. De stagiaires staan voor vrijheid, in seksuele zin, ze hebben een bepaalde reputatie. Al is het maar omdat ze, anders dan Surinaamse meisjes, niet bij hun ouders in huis wonen. Die Nederlandse stagiaires laten zich door een jongen ophalen met de fiets! Dat hoef je niet bij een Surinaamse vrouw te proberen, die maakt een dikke vette tjoerie.’

Jij bent zelf veel Surinaamser dan je eruitziet. 

‘Ik zie eruit als een bakra (Hollander, red.), wat ik vroeger nog wel eens jammer vond. Ik had toen gewild dat mensen aan me ­konden zien dat ik half Surinaams ben. Maar ik heb het ­geaccepteerd. Ik ben een Nederlandse vrouw met een ­Nederlands paspoort, die toevallig ook half-Surinaams is.’

Het gebeurt regelmatig dat er vrouwen – ja, eigenlijk altijd vrouwen – weglopen tijdens Gods wegen, en het is bijna altijd tijdens het gedeelte waarin De la Parra in dialoog gaat met haar vagina, die nogal andere wensen heeft dan haar ratio. ‘Als er vrouwen weglopen, dan vind ik dat geweldig, want dan bewijzen ze voor mij het hele punt dat ik wil maken. Dan ráákt het ze. Ik hoop dat vrouwen na afloop naar hun man gaan kijken en denken: inderdaad, hij laat me niet komen en dat is niet oké. Het feminisme heeft gefaald zolang vrouwen niet klaarkomen. Vind ik. Dat we daar nog stééds niet zijn, vind ik oprecht ongelooflijk.’

Een onenightstand hoeft eigenlijk maar één ding te doen. 

‘En ze doen het niet. Ze kúnnen het gewoon niet! Niet allemaal, maar: de meesten.’

Waarom kunnen ze het niet? 

‘Dat weet ik niet. Want in ­Suriname kunnen ze het wel. Volgens mij is het daar ook echt een soort schande, als je een vrouw niet kan laten komen. Dus ze kunnen daar dingen, ze beheersen technieken, dat is amazing. Ja, in dat opzicht begrijp ik dat iedereen in Suriname geobsedeerd is door seks. Het heeft ook met de temperatuur te maken misschien, met het feit dat je sowieso al halfnaakt bent. En met de andere omgang met tijd. In Noordwest-Europa proberen we de tijd naar ons doel te buigen, hem te controleren, nnnhhhgg! In Suriname, en veel andere niet-westerse landen, buigen ze de tijd niet, de tijd buigt hén. Je gaat in Suriname niet, als je met een vrouw bent, de boel afraffelen omdat je nog een andere afspraak hebt. Nee, you drop everything. Als ik denk aan de random onenightstands die ik in Nederland gehad heb, zelfs aan sommige relaties, word ik echt een beetje verdrietig – het lijkt wel alsof die mannen niks begrepen van de vrouwelijke anatomie.’

Ligt daar een rol voor vrouwen? Moeten vrouwen het niet eerlijk zeggen als het nergens op lijkt? 

‘Als vrouw krijg je mee dat je aardig moet zijn. Je moet ja zeggen, het is belangrijker dat je er voor hém bent. Vrouwen worden, nog steeds, geprezen als ze over zich heen laten lopen. Dan wordt er gezegd: ‘Zij is altijd zo lief.’ Ook daarom word ik nooit versierd, omdat ik niet lief ben. Mannen zijn vaak diep ontroerd door een kwetsbaar hertje met grote ogen.’

Bestaat er überhaupt een man die aan alle eisen voldoet?

‘Nee! Heel grappig, vind ik dat. Het is leuk om te accepteren dat iemand anders, een man, nooit alles tegelijk voor je kan zijn. Dat we elkaar gevangen houden in een valse belofte. Misschien zou het ook helpen om kritischer te kijken naar onze eigen schijnheiligheid. Als ik mensen hoor zeggen (zet zeurstemmetje op): ‘Ja, maar feminisme is toch gewoon héél ver gekomen?’ Dan denk ik: really?’

Waarom dan niet? 

‘Omdat ik zoveel vrouwen om me heen zichzelf zie wegcijferen voor anderen. En ik doe het zelf ook, zoals ik in mijn voorstelling vertel. Veel vrouwen ­barsten in tranen uit tijdens dat slotstuk. Tegen vrouwen is eeuwenlang gezegd dat ze voor anderen moeten zorgen, en we zijn nog niet zover dat vrouwen echt kunnen voelen dat ze voor zichzelf mogen leven. Ik leef ogenschijnlijk voor mezelf, maar tóch geef ik mezelf van allerlei dingen de schuld. Grote dingen. Het vertrek van mijn vader terug naar Suriname, de zelfmoord van mijn oudere broer, dat mijn ex bij me weg is gegaan. Dat continu jezelf de schuld geven is iets vrouwelijks. Het heeft te maken met de sociale en culturele verwachtingen die erin zijn geramd, en misschien ook met de biologie, dat weet ik niet, maar van mannen kun je niet zeggen dat ze zichzelf altijd wegcijferen. Ah, kijk, weer een man die zichzelf de schuld van alles geeft! Nee. Duidelijk níét het probleem van mannen.’

Je voorstelling is ontstaan uit woede over een relatiebreuk.Je toenmalige vriend verliet je tijdens een kampeervakantie in de Ardennen en liet acht maanden niets van zich horen. 

‘Ik vertel je niet het hele verhaal, want ik wil het in een volgende voorstelling gebruiken. Waar het op neerkomt is dat je op een hardvochtige, compleet onverwachte manier door iemand wordt verlaten, en dat die iemand daarna niets uitlegt en van de aardbodem lijkt te zijn verdwenen. Hij zei: ‘Ik heb een probleem, en dat moet ik alleen oplossen.’ Ik vroeg wat het probleem was. Dat wist hij niet. We waren aan het wildkamperen, met grote rugzakken. Ik geef je verder geen details, maar we waren negen maanden samen, we zouden voor altijd bij elkaar blijven, huis kopen, kinderen. Hij nam daarna acht maanden zijn telefoon niet op. E-mails, bellen, niets, niets, niets. Daarna hebben we één keer gebeld. Nog steeds geen uitleg. 

PAGINA 19

Maar dit gaat niet om hem. Het gaat erom wat het míj heeft geleerd. Het spiegelde voor mij de onverwachte dood van mijn broer. Ik ben mijn ex dankbaar, eigenlijk, omdat het uiteindelijk deze voorstelling heeft opgeleverd. De beste kunst komt niet voort uit een gevoel van heel blij en gelukkig zijn. Voor mij komt zij voort uit de noodzaak om dat wat chaos is te ordenen.’

Val je op de verkeerde mannen? 

‘Absoluut. Ik idealiseer mannen, en ik heb het talent om, steeds weer, een of andere dude uit te kiezen met grote problemen. Dat is een patroon, dat begon ik op een gegeven moment wel te zien. Crazy mannen, compleet van de pot gerukt. De laatste man viel nog wel mee, maar die woonde in Suriname, wat het lastig maakte. Ik was van plan om naar Suriname te verhuizen, maar toen werd mijn show een succes en kon dat ook eigenlijk niet meer. De keuze was: naar Suriname voor een man, of op tournee met mijn superemanciperende show? Haha. Het is ook troostrijk, dit. Het is een soort ­healing, voor mezelf en het publiek.’

In de voorstelling zeg je: ‘Ik ben heel geëmancipeerd, tot er een man voor me staat die me eventueel zou kunnen afwijzen.’ 

‘Ik heb verlatingsangst, wat vast door mijn vader komt.’

Ook van zijn vertrek terug naar Suriname gaf je jezelf de schuld? 

‘Het is complexer, een diep weggestopt, onderhuids gevoel, wat ik gedurende mijn leven heb opgebouwd. Ik heb een fijne jeugd gehad, het contact tussen mijn ouders is altijd goed gebleven, ik voelde me altijd veilig. Maar toch knaagt er iets aan je, als je ergens bent en je ziet andere vaders, en die van jou is er niet bij. Ik wil het niet Oliver Twist-achtig laten klinken. Maar het is gewoon duidelijk dat ik een probleem heb met mannen. Een bepaalde obsessie. Ik zoek mannen om de leegte op te vullen die ik voel, terwijl die leegte eigenlijk met iets anders te maken heeft. Ik plaats mannen op een voetstuk.’

Hoorbare zucht. ‘Het is dus écht niet zo dat ik zeg: mijn papa was er niet en nu ben ik zielig. Totáál niet. Maar ­ergens is er, toch, dat kinderlijke gevoel: was ik dan niet goed genoeg om voor in Nederland te blijven? En mis

”HET FEMINISME HEEFT GEFAALD ZOLANG VROUWEN NIET KLAARKOMEN”

schien is dat gevoel pas echt ontstaan nadat op mijn 15de mijn broer overleed. Daarna is mijn vader jaren niet naar Nederland gekomen.’

Niemand wist dat je broer heel ongelukkig was. Zijn zelfdoding kwam volkomen uit het niets. Hoe kan zoiets? 

‘Ik denk dat het altijd een mysterie zal blijven. Hij was 35 en niet iemand die al jaren worstelde met depressies. Hij had een aantal issues, maar die waren kort daarvoor pas ontstaan. Hij heeft in die tijd heel veel drugs gebruikt, xtc. Ik denk dat daar iets is getriggerd, een acute depressie, maar zeker weten doen we het niet. Ik had hem kort daarvoor nog gezien en het was vet gezellig. Het is gissen, naar de lijdensweg die hij, klaarblijkelijk, in zijn eentje heeft afgelegd. Zo’n leuk, warm, persoon, met zoveel vrienden, en toch heeft hij zoveel pijn gehad dat hij in staat was tot zo’n daad van zelfhaat. Zo ontzettend naar. Dat vreselijke gevoel gaat nooit meer weg. Zelfs na zoveel tijd, ik ben nu 33, het is achttien jaar geleden, gaat het nooit weg. Je moet het verdragen. Iemand van wie je heel veel hield, was heel erg ongelukkig. En jij kon daar niks aan doen.’

Had je het idee dat je hem had moeten redden? 

‘Dat niet. Ik dacht meer, maar ik was dus 15: waarom hield hij niet genoeg van mij om het niet te doen? Heel egocentrisch. Wat ik me toen heb voorgenomen was: ik laat dit niet mijn leven definiëren. Ik ga geen slachtoffer zijn. Ik was nogal gedreven, als puber, en nu kwam er een nieuw soort drive bovenop. Op mijn 17de had ik het plan voor mijn studie in Engeland helemaal rond. Op mijn 19de woonde ik samen met mijn toenmalige vriend in Edinburgh en was ik daar voorzitter van de toneelclub. Ik was bezig de controle over mijn leven terug te krijgen. De opdonder kwam pas later.’

Weet je vader wat je over hem zegt in de voorstelling? Dat hij niet altijd ‘de spirituele engel’ is die anderen van hem maken, maar ook egocentrisch kan zijn? 

‘Hij weet het wel ongeveer, denk ik. Al richt hij zich altijd op de ­logistiek – wat knap dat ik dat voor elkaar heb gekregen, met een band, en een management, en marketing. Maar uiteindelijk gaat het in de voorstelling om mij, om hoe ik omga met pijn. Over mijn pogingen tot zelfheling. Dat is ook een grap, vind ik, dat ik alles heb geprobeerd in het ­arsenaal van de westerse neo-spiritualiteit, en dat ik dan, als witte, half-Surinaamse vrouw, uiteindelijk in een laatste wanhoopspoging, aanklop bij een wintipriester in Suriname. Zwarte magie. En weet je, het is allemaal hetzelfde. Het maakt niet uit of het winti is, of een yogaretraite of een ayurvedische massage. Ik ben nog steeds met van alles bezig, ook al weet ik dat je het uiteindelijk zelf moet doen. Ik doe het nu ook al een tijdje zonder man. Dat is winst. De zoektocht naar mannen heeft in mijn leven zoveel ruimte ingenomen – als ik maar die man heb, dan is alles goed. Neehee! Nina, je bent echt fucked up! Dus hou er eens mee op! Ik ben me gaan afvragen of het, misschien, zou kunnen dat het feit dat mijn ex wegrent niets met mij te maken heeft. Wat als ik níét heb gefaald? Wat als het onzin is om extra pijn te voelen, omdat je denkt dat het je eigen schuld is?’

EINDE INTERVIEW NINA DE LA PARRA MET DE VOLKSKRANT MAGAZINE

VOLKSKRANTHET FEMINISME HEEFT GEFAALD ZOLANG VROUWEN NIET KLAARKOMEN21 FEBRUARI 2020
https://www.volkskrant.nl/mensen/het-feminisme-heeft-gefaald-zolang-vrouwen-niet-klaarkomen~b9276bee/

TEKST

Theatermaker Nina de la Parra (33) staat met één been in Suriname, het geboorteland van haar vader, filmmaker Pim de la Parra. Over haar verstoorde relatie met hem en andere mannen in haar leven maakte ze een juichend ontvangen voorstelling. ‘Ik zou deze show nooit durven opvoeren in Paramaribo.’Sara Berkeljon21 februari 2020, 14:12

Op de vraag of we bij haar voorstelling in Bergeijk kunnen komen kijken, mailt Nina de la Parra terug dat we ‘natuurlijk van harte welkom’ zijn, maar: ‘Bergeijk is NIET mijn plek’, er zijn zelfs zo weinig kaarten verkocht (23) dat de show bijna werd gecanceld. Als de Volkskrant desalniettemin graag wil zien ‘hoe de show staat als er letterlijk geen reacties komen’ – de kans is aanwezig dat de Bergeijkenaren ‘compleet verschrikt’ zullen reageren als een blonde vrouw over slavernij begint – zijn we van harte welkom.

Uiteindelijk zitten er meer dan zestig bezoekers in de zaal in Bergeijk, een toeloop die helemaal te danken is aan de vijfsterrenrecensie van haar voorstelling die een paar weken eerder in de Volkskrant stond, denkt De la Parra. Gods wegen is haar eerste cabaretsolo, al heeft ze het zelf liever over een ‘autobiografische vertelling’, omdat het laten ­lachen van het publiek ‘totáál niet het doel’ is.

Het gebeurt wel, met overgave. Ook in Bergeijk.

Een autobiografische vertelling dus, over haar slaven­houdende Surinaamse voorouders, over afspraakjes met mannen in smoezelige uurhotels in Paramaribo, over Desi Bouterse, over hoe haar ‘vaginabrein’ het soms overneemt van haar feminisme, een vertelling die uiteindelijk, na een overweldigende anderhalf uur, eindigt bij de kern: Nina de la Parra’s verstoorde relatie met mannen. Drie mannen in het bijzonder: haar vader, haar oudere broer – die achttien jaar geleden zelfmoord pleegde – en haar ex.

Het doel van Gods wegen was om ‘iets te bevragen wat diep in me zit’, zegt De La Parra, vijf dagen na de voorstelling in de keuken van haar woongroep in de Amsterdamse ­Dapperbuurt, waar ze ter ere van haar 33ste verjaardag straks veertig Surinaamse kippenpoten gaat bereiden. ‘Mijn voorstelling is een verzameling oprechte bevragingen. Dat het grappig is, is eigenlijk toevallig. Waarom wordt het niet als geëmancipeerd gezien om seks te hebben met een of andere random dude in Suriname, die geen idee heeft wat het woord ‘feminisme’ betekent? Ik vind het juist wél geëmancipeerd om daarvan te genieten. Als er niemand lacht tijdens de show, wat wel is gebeurd, vind ik dat eigenlijk óók geweldig. Je voelt heel veel dingen gebeuren, bij het publiek. Ze zien mij en verwachten iets anders. Dat het braver gaat zijn. Dat ik minder snel praat dan ik praat. Dat het liever zal zijn. Dat ik líéf ben.’

Nina de la Parra wordt in 1987 geboren in Amsterdam, als dochter van documentaire- en radiomaker Djoeke Veeninga en filmregisseur Pim de la Parra. Haar moeder woont voor haar werk, het radioprogramma Standplaats, een aantal perioden in het buitenland, en het gezin gaat mee – als Nina een baby is voor het eerst, vier maanden naar India. Daarna volgen perioden in Tanzania, Indonesië en Vietnam. Als haar ouders op haar 6de uit elkaar gaan, ­remigreert Pim de la Parra naar zijn geboorteland ­Suriname, waar Nina hem opzoekt in de vakanties. Suriname werd, en is nog steeds, haar tweede thuisland, waar ze een paar maanden per jaar woont.

Na haar middelbare school in Amsterdam studeert ze ­toneel in Stratford-upon-Avon, Engelse en Duitse taal en literatuur in Edinburgh, genderstudies in Berlijn en toneelregie in Essen. Ze regisseert repertoiretoneel in Duitsland en is de regieassistent van Ivo van Hove bij Toneelgroep Amsterdam, voor ze ruim twee jaar geleden, ze is dan 30, besluit haar eigen ‘bevragingen’ naar het toneel te brengen. In Gods wegen, waarmee ze in dit najaar in reprise gaat, schakelt ze soepel tussen vier talen: Nederlands, Engels, Duits en Sranantongo.

Haar eigen ‘kapotte Surinaamse familie’ is een belangrijk thema in de voorstelling. Die geschiedenis is ‘heel pijnlijk’, zegt ze, ze zou deze show nooit in Paramaribo durven ­opvoeren. ‘De De la Parra’s zijn van oorsprong sefardische Joden, die in Portugal werden vervolgd vanwege hun ­geloof en ’m toen zijn gesmeerd naar Zuid-Amerika. In Suriname werden ze, in een bizarre wending, de leiders van de plantages. Mijn opa, de vader van mijn vader, heeft er ontzettende problemen mee gehad, dat hij een directe afstammeling was van slavenhouders, van Joden die de zwarte bevolking helemaal hebben kapotgemaakt.’

‘Jullie kijken naar filth, scum, schuld’, zeg je in de voorstelling. 

‘Ja. Hoewel mijn opa er zelf niks mee te maken had, heeft hij heel zijn leven met een schuldgevoel rond­gelopen. Dus als ik dat soort dingen in een voorstelling ga ontsluieren, is dat pijnlijk. Zeker als ik dan ook nog vertel dat alle rijkdom uit het verleden verloren is gegaan, dat mijn familie drogisterijen bezat, maar dat alles weg is, failliet of afgebrand, dat er eigenlijk niets meer over is. Je kunt je afvragen: is het een straf, voor het verleden? Pijnlijk.’

Jouw vader Pim heeft de westerse manier van leven vaarwel gezegd. Hij is boeddhist en leeft zonder bezittingen. 

‘Ja, dat is zo. Maar zijn leven is ontzettend bepaald door het wel of niet hebben van geld. Hij was, na zijn megasucces met Blue Movie (erotische filmhit uit 1971, red.) miljonair. Maar na het floppen van Wan Pipel (1976), de film waarin hij al zijn geld had gestoken, was hij failliet. Ik ben geboren na het faillissement, het enige kind uit zijn tweede huwelijk. Ik ken mijn vader alleen post-geld. Mijn moeder heeft hem onderhouden. Hij maakte lowbudget-minimal movies en was in zijn hoofd rijk, en dan heb ik het over rijkdom aan ideeën. Hij heeft een eigen benadering van het leven. Die rijkdom draag ik ook mee, en dat is geweldig. Maar…’

Ze zucht hoorbaar. ‘Hij kon, doordat hij zo weinig geld had, vaak niet bij mij zijn. Nadat mijn ouders uit elkaar gingen is hij op mijn 8ste terug naar Suriname verhuisd. En hij kwam wel af en toe, maar ook vaak niet. Ook nu komt hij niet. Hij heeft nog nooit iets gezien van wat ik heb gemaakt.’

Hij stuurt wel trotse mails aan iedereen in zijn netwerk, over je tournee. 

‘Hij is óók superbetrokken. We bellen elke week, op zondag. Geld bepaalt je leven, dat is iets wat ik heb geleerd door het hebben van een vader als mijn vader. Als je het niet hebt, vooral.’

Zou je je vader omschrijven als niet-westerse man, in hoe hij leeft? 

‘Mijn vader is in geen enkele categorie te vangen. Wat je leert, als je zijn kind bent, is: omgaan met chaos, met onvoorspelbaarheid. Als kind was ik zeer ­gestructureerd, ik had altijd een keurig bureautje, met m’n bakje met pennen. Dat bood houvast, denk ik. Mijn vader kon het ene moment het ene zeggen, en het volgende moment het tapijt onder je vandaan trekken door het tegenovergestelde te doen. Hij is geen typische Surinamer, daarvoor is hij te open en te ruimdenkend, te westers. Mijn moeder is net zo eigenzinnig en autonoom als mijn vader, in geen enkel opzicht een burgerlijke vrouw, iemand met een verbijsterend groot hart. Bij mijn vader uit die vrijheid van denken zich in alles, ook in de manier waarop hij over seks praat. Mijn vader heeft het altijd over ‘de macht van kut’, bijvoorbeeld. ‘Wij mannen zijn maar bijgoochems, jullie hebben ons niet nodig, want de macht van kut!’ Dan ben je 7 en denk je: eh, oké, vaag. Ook zijn ­seksuele escapades werden besproken. ‘Met die vrouw heb ik ook nog een keer, in een hotelkamer…’ Allemaal details. Dat is mijn vader. Dát. Ik heb lang gedacht: ik hoef je crazy levenslessen niet. Maar nu merk ik dat ik best wat van die lessen heb overgenomen. Bijvoorbeeld: wees altijd je eigen baas. Die autonomie is belangrijk voor me.’

Je komt uit een kunstzinnige familie, met een regisserende vader en een halfzus, Bodil, die acteert en theater maakt. Wist je al jong dat je diezelfde kant op wilde? 

‘Ik kon me niet verzetten tegen wat er in me zat. Maar ik heb wel gedacht: ga ik dit óók doen? Ik wilde geen na-aper zijn. Bodil is theatermaker, haar man Geert Lageveen ook. Zij zijn twintig jaar ouder dan ik. Maar ook mijn moeder is een gevestigde documentaire- en programmamaker. Ik werd omringd door gevestigde namen.’

En je wilde pertinent niet naar een toneelschool in ­Nederland. 

‘Jezus, nee! Dat bewijst maar weer dat ik nogal graag autonoom wil zijn. Ik ben in Engeland en Duitsland gaan studeren omdat ze daar de familie niet kennen.’

Wat is de rode draad is in je voorstelling? 

‘Ik. De rode draad ben ik, het is verbonden met iets wat speelt, bij mij. Een spanning, die ik voel. Bij dingen. De kern van de voorstelling heb ik geschreven na een traumatische break-up, de grondwoede ligt in een hardvochtig verlies. En daardoor kwamen ook de andere verliezen uit mijn leven bovendrijven. Misschien is de rode draad dus wel: verlies. Maar een deel gaat over mijn vagina brain, en dat gaat niet over verlies, maar over feminisme en emancipatie.’

Seks zoals feministen zeggen dat seks moet zijn, is niet opwindend, zeg jij. 

‘Van die mannen die vragen: doe ik het goed, doe ik het goed? Weet ík veel, dóé het gewoon! Maar het is een these, hè. Die ik in een kunstvorm giet. En omdat ik merk dat dit iets oproept bij het publiek, ga ik er lekker mee door. Ik vind het interessant, en ook grappig, dat er bepaalde feministische ideeën in ons zijn gemept, die niet stroken met verlangens op seksueel gebied. Mannen zijn trouwens óók in de war, hoor, westerse mannen. Pornografie is zo normaal geworden dat er van vrouwen in bed van alles wordt verwacht dat rechtstreeks daaruit ­afkomstig is. Alles moet afgeschoren worden, behalve je wenkbrauwen en hoofdhaar. Je moet duizendmiljoen standjes doen. Jongens laten je ín béd een filmpje zien: ‘Kijk, zó moet je pijpen.’ Eh, oké? Bovendien zie je, als je op straat loopt, overal beelden van halfnaakte wijven. Ik was 21 toen ik voor het eerst dacht: het stóórt me. Dat het normaal is om buiten jouw eigen lichaam, namelijk het lichaam van een vrouw, zo geseksualiseerd te zien. Ik vatte dat persoonlijk op. Tegelijkertijd kreeg ik, toen ik genderstudies studeerde in Berlijn, altijd ruzie met diehard feministische klasgenoten. ‘Jij mag niks zeggen over feminisme, want jij hebt oorbellen in en make-up op.’ Pardon? Het ging er toch juist om dat we er mogen uitzien zoals we willen? ‘Maar je doet het niet voor jezelf!’ Hoe weet jij dat?’

Hoe merk je dat westerse mannen in de war zijn? 

‘Ik heb te veel dingen meegemaakt, met Noordwest-Europese mannen, waaruit blijkt dat nogal veel van die mannen de kluts kwijt zijn wat betreft hun seksualiteit. Ze weten niet meer hoe ze een vrouw moeten veroveren, dat vooral. Ze hebben de heftigste, soms verbijsterende seksuele fantasieën – nee, ik ga geen voorbeeld noemen – over macht en onderdrukking. En over die fantasieën voelen ze zich ­vreselijk schuldig, waardoor die fantasieën worden weg­gestopt en alles alleen nog maar ingewikkelder wordt.’

Wat zou de oorzaak kunnen zijn? 

‘Het komt doordat je als man eigenlijk geen vrouw meer mág veroveren. Want als je dat doet, ben je een misogynistic bastard. We leven in een zeer politiek correcte tijd, een reactie op schuldgevoelens over het verleden. Begrijpelijk, maar dat leidt tot spanningen. Tussen mannen en vrouwen. Maar ook op andere terreinen. Ook politiek. In hoe we omgaan met het slavernijverleden, bijvoorbeeld, want dat is een debacle.’

Waarom? 

‘We lijden onder een verlammend schuldgevoel. We moeten iets met ons slavernijverleden, dus allerlei ­instanties doen er iets mee en daarvoor worden dan potjes geld opengetrokken. Vragen stellen mag niet, en als je dat toch doet, word je een racist genoemd. Terwijl: heel veel mensen begrijpen er niks van. Net zoals er mensen zijn die niet begrijpen dat vrouwen zich nog steeds achtergesteld voelen, en er ook mensen zijn die er geen snars van begrijpen waarom het belangrijk is dat transgenders ook af en toe iets mogen zeggen. We moeten ook naar de mensen luisteren die het niet begrijpen. Met ze praten. Weet je hoeveel neonazi’s er op dit moment zijn in Duitsland? Dat is gewoon serieus creepy. En dat komt, denk ik, doordat er naar te veel mensen nooit is geluisterd. Voor je het weet lopen ze achter een engerd aan. Ik denk dat ze beter achter míj aan kunnen lopen, snap je?’

Loopt de keuken in, gaat kruidenthee zetten. ‘Bij mij gebeurt het nooit dat ik in Noordwest-Europa door een man wordt veroverd. Terwijl ik in Suriname één been uit het vliegtuig zet, en… nee, ik zit nog ín het vliegtuig naar Suriname en ik word al versierd. Je hoeft niets te doen. Je hoeft alleen maar rond te lopen.’

Wat gebeurt er dan, als je daar rondloopt? 

‘Het begint met kijken. En dan (in Surinaams accent): ‘hé schatje, ben je aan het wandelen? Je komt uit Holland, toch? Waarom ben je hier?’ De veiligheidsman van een winkel begint een heel gesprek met je. Mannen lopen achter je aan.’

En dat is niet irritant of bedreigend? 

‘Ik vind het superleuk. En je kunt ook gewoon zeggen: kaolo, rot op.’

In eerste instantie zien ze jou en denken: Nederlandse stagiaire. 

‘Precies. Ik ben Ilse, die stage loopt bij het academisch ziekenhuis. Stagiaires, dat is natuurlijk een ding in Paramaribo. Ik noem het altijd: de Surinaamse inburgeringscursus. Veel Nederlandse meisjes komen stage lopen in Paramaribo, vaak meisjes die niet uit grote steden komen en niet veel in contact zijn gekomen met zwarte mensen. Ze komen met bepaalde ideeën naar Suriname. Een van die ideeën is: daar zijn mannen, en die zijn héél anders dan Nederlandse mannen. Ik kan dat onderstrepen. Dat klopt. Annemien uit Medemblik kan zich in Paramaribo een absolute queen voelen. Want dat is wat Surinaamse mannen doen. Maar er is ook een naar ondertoontje. Want het is exotisme. En er is een economische component, de stagiaires staan voor rijkdom. Je moet niet vergeten wat het in zo’n arm land betekent om wit te zijn. Je bent één groot rond­lopend dollarteken. De stagiaires staan voor vrijheid, in seksuele zin, ze hebben een bepaalde reputatie. Al is het maar omdat ze, anders dan Surinaamse meisjes, niet bij hun ouders in huis wonen. Die Nederlandse stagiaires laten zich door een jongen ophalen met de fiets! Dat hoef je niet bij een Surinaamse vrouw te proberen, die maakt een dikke vette tjoerie.’

Jij bent zelf veel Surinaamser dan je eruitziet. 

‘Ik zie eruit als een bakra (Hollander, red.), wat ik vroeger nog wel eens jammer vond. Ik had toen gewild dat mensen aan me ­konden zien dat ik half Surinaams ben. Maar ik heb het ­geaccepteerd. Ik ben een Nederlandse vrouw met een ­Nederlands paspoort, die toevallig ook half-Surinaams is.’

Het gebeurt regelmatig dat er vrouwen – ja, eigenlijk altijd vrouwen – weglopen tijdens Gods wegen, en het is bijna altijd tijdens het gedeelte waarin De la Parra in dialoog gaat met haar vagina, die nogal andere wensen heeft dan haar ratio. ‘Als er vrouwen weglopen, dan vind ik dat geweldig, want dan bewijzen ze voor mij het hele punt dat ik wil maken. Dan ráákt het ze. Ik hoop dat vrouwen na afloop naar hun man gaan kijken en denken: inderdaad, hij laat me niet komen en dat is niet oké. Het feminisme heeft gefaald zolang vrouwen niet klaarkomen. Vind ik. Dat we daar nog stééds niet zijn, vind ik oprecht ongelooflijk.’

Een onenightstand hoeft eigenlijk maar één ding te doen. 

‘En ze doen het niet. Ze kúnnen het gewoon niet! Niet allemaal, maar: de meesten.’

Waarom kunnen ze het niet? 

‘Dat weet ik niet. Want in ­Suriname kunnen ze het wel. Volgens mij is het daar ook echt een soort schande, als je een vrouw niet kan laten komen. Dus ze kunnen daar dingen, ze beheersen technieken, dat is amazing. Ja, in dat opzicht begrijp ik dat iedereen in Suriname geobsedeerd is door seks. Het heeft ook met de temperatuur te maken misschien, met het feit dat je sowieso al halfnaakt bent. En met de andere omgang met tijd. In Noordwest-Europa proberen we de tijd naar ons doel te buigen, hem te controleren, nnnhhhgg! In Suriname, en veel andere niet-westerse landen, buigen ze de tijd niet, de tijd buigt hén. Je gaat in Suriname niet, als je met een vrouw bent, de boel afraffelen omdat je nog een andere afspraak hebt. Nee, you drop everything. Als ik denk aan de random onenightstands die ik in Nederland gehad heb, zelfs aan sommige relaties, word ik echt een beetje verdrietig – het lijkt wel alsof die mannen niks begrepen van de vrouwelijke anatomie.’

Ligt daar een rol voor vrouwen? Moeten vrouwen het niet eerlijk zeggen als het nergens op lijkt? 

‘Als vrouw krijg je mee dat je aardig moet zijn. Je moet ja zeggen, het is belangrijker dat je er voor hém bent. Vrouwen worden, nog steeds, geprezen als ze over zich heen laten lopen. Dan wordt er gezegd: ‘Zij is altijd zo lief.’ Ook daarom word ik nooit versierd, omdat ik niet lief ben. Mannen zijn vaak diep ontroerd door een kwetsbaar hertje met grote ogen.’

Bestaat er überhaupt een man die aan alle eisen voldoet?

‘Nee! Heel grappig, vind ik dat. Het is leuk om te accepteren dat iemand anders, een man, nooit alles tegelijk voor je kan zijn. Dat we elkaar gevangen houden in een valse belofte. Misschien zou het ook helpen om kritischer te kijken naar onze eigen schijnheiligheid. Als ik mensen hoor zeggen (zet zeurstemmetje op): ‘Ja, maar feminisme is toch gewoon héél ver gekomen?’ Dan denk ik: really?’

Waarom dan niet? 

‘Omdat ik zoveel vrouwen om me heen zichzelf zie wegcijferen voor anderen. En ik doe het zelf ook, zoals ik in mijn voorstelling vertel. Veel vrouwen ­barsten in tranen uit tijdens dat slotstuk. Tegen vrouwen is eeuwenlang gezegd dat ze voor anderen moeten zorgen, en we zijn nog niet zover dat vrouwen echt kunnen voelen dat ze voor zichzelf mogen leven. Ik leef ogenschijnlijk voor mezelf, maar tóch geef ik mezelf van allerlei dingen de schuld. Grote dingen. Het vertrek van mijn vader terug naar Suriname, de zelfmoord van mijn oudere broer, dat mijn ex bij me weg is gegaan. Dat continu jezelf de schuld geven is iets vrouwelijks. Het heeft te maken met de sociale en culturele verwachtingen die erin zijn geramd, en misschien ook met de biologie, dat weet ik niet, maar van mannen kun je niet zeggen dat ze zichzelf altijd wegcijferen. Ah, kijk, weer een man die zichzelf de schuld van alles geeft! Nee. Duidelijk níét het probleem van mannen.’

De grondwoede van waaruit je voorstelling is ontstaan, kwam voort uit een break-up. Je toenmalige vriend verliet je tijdens een kampeervakantie in de Ardennen en liet acht maanden niets van zich horen. 

‘Ik vertel je niet het hele verhaal, want ik wil het in een volgende voorstelling gebruiken. Waar het op neerkomt is dat je op een hardvochtige, compleet onverwachte manier door iemand wordt verlaten, en dat die iemand daarna niets uitlegt en van de aardbodem lijkt te zijn verdwenen. Hij zei: ‘Ik heb een probleem, en dat moet ik alleen oplossen.’ Ik vroeg wat het probleem was. Dat wist hij niet. We waren aan het wildkamperen, met grote rugzakken. Ik geef je verder geen details, maar we waren negen maanden samen, we zouden voor altijd bij elkaar blijven, huis kopen, kinderen. Hij nam daarna acht maanden zijn telefoon niet op. E-mails, bellen, niets, niets, niets. Daarna hebben we één keer gebeld. Nog steeds geen uitleg. Maar dit gaat niet om hem. Het gaat erom wat het míj heeft geleerd. Het spiegelde voor mij de onverwachte dood van mijn broer. Ik ben mijn ex dankbaar, eigenlijk, omdat het uiteindelijk deze voorstelling heeft opgeleverd. De beste kunst komt niet voort uit een gevoel van heel blij en gelukkig zijn. Voor mij komt zij voort uit de noodzaak om dat wat chaos is te ordenen.’

Val je op de verkeerde mannen? 

‘Absoluut. Ik idealiseer mannen, en ik heb het talent om, steeds weer, een of andere dude uit te kiezen met grote problemen. Dat is een patroon, dat begon ik op een gegeven moment wel te zien. Crazy mannen, compleet van de pot gerukt. De laatste man viel nog wel mee, maar die woonde in Suriname, wat het lastig maakte. Ik was van plan om naar Suriname te verhuizen, maar toen werd mijn show een succes en kon dat ook eigenlijk niet meer. De keuze was: naar Suriname voor een man, of op tournee met mijn superemanciperende show? Haha. Het is ook troostrijk, dit. Het is een soort ­healing, voor mezelf en het publiek.’

In de voorstelling zeg je: ‘Ik ben heel geëmancipeerd, tot er een man voor me staat die me eventueel zou kunnen afwijzen.’ 

‘Ik heb verlatingsangst, wat vast door mijn vader komt.’

Ook van zijn vertrek terug naar Suriname gaf je jezelf de schuld? 

‘Het is complexer, een diep weggestopt, onderhuids gevoel, wat ik gedurende mijn leven heb opgebouwd. Ik heb een fijne jeugd gehad, het contact tussen mijn ouders is altijd goed gebleven, ik voelde me altijd veilig. Maar toch knaagt er iets aan je, als je ergens bent en je ziet andere vaders, en die van jou is er niet bij. Ik wil het niet Oliver Twist-achtig laten klinken. Maar het is gewoon duidelijk dat ik een probleem heb met mannen. Een bepaalde obsessie. Ik zoek mannen om de leegte op te vullen die ik voel, terwijl die leegte eigenlijk met iets anders te maken heeft. Ik plaats mannen op een voetstuk.’

Hoorbare zucht. ‘Het is dus écht niet zo dat ik zeg: mijn papa was er niet en nu ben ik zielig. Totáál niet. Maar ­ergens is er, toch, dat kinderlijke gevoel: was ik dan niet goed genoeg om voor in Nederland te blijven? En misschien is dat gevoel pas echt ontstaan nadat op mijn 15de mijn broer overleed. Daarna is mijn vader jaren niet naar Nederland gekomen.’

Niemand wist dat je broer heel ongelukkig was. Zijn zelfdoding kwam volkomen uit het niets. Hoe kan zoiets? 

‘Ik denk dat het altijd een mysterie zal blijven. Hij was 35 en niet iemand die al jaren worstelde met depressies. Hij had een aantal issues, maar die waren kort daarvoor pas ontstaan. Hij heeft in die tijd heel veel drugs gebruikt, xtc. Ik denk dat daar iets is getriggerd, een acute depressie, maar zeker weten doen we het niet. Ik had hem kort daarvoor nog gezien en het was vet gezellig. Het is gissen, naar de lijdensweg die hij, klaarblijkelijk, in zijn eentje heeft afgelegd. Zo’n leuk, warm, persoon, met zoveel vrienden, en toch heeft hij zoveel pijn gehad dat hij in staat was tot zo’n daad van zelfhaat. Zo ontzettend naar. Dat vreselijke gevoel gaat nooit meer weg. Zelfs na zoveel tijd, ik ben nu 33, het is achttien jaar geleden, gaat het nooit weg. Je moet het verdragen. Iemand van wie je heel veel hield, was heel erg ongelukkig. En jij kon daar niks aan doen.’

Had je het idee dat je hem had moeten redden? 

‘Dat niet. Ik dacht meer, maar ik was dus 15: waarom hield hij niet genoeg van mij om het niet te doen? Heel egocentrisch. Wat ik me toen heb voorgenomen was: ik laat dit niet mijn leven definiëren. Ik ga geen slachtoffer zijn. Ik was nogal gedreven, als puber, en nu kwam er een nieuw soort drive bovenop. Op mijn 17de had ik het plan voor mijn studie in Engeland helemaal rond. Op mijn 19de woonde ik samen met mijn toenmalige vriend in Edinburgh en was ik daar voorzitter van de toneelclub. Ik was bezig de controle over mijn leven terug te krijgen. De opdonder kwam pas later.’

Weet je vader wat je over hem zegt in de voorstelling? Dat hij niet altijd ‘de spirituele engel’ is die anderen van hem maken, maar ook egocentrisch kan zijn? 

‘Hij weet het wel ongeveer, denk ik. Al richt hij zich altijd op de ­logistiek – wat knap dat ik dat voor elkaar heb gekregen, met een band, en een management, en marketing. Maar uiteindelijk gaat het in de voorstelling om mij, om hoe ik omga met pijn. Over mijn pogingen tot zelfheling. Dat is ook een grap, vind ik, dat ik alles heb geprobeerd in het ­arsenaal van de westerse neo-spiritualiteit, en dat ik dan, als witte, half-Surinaamse vrouw, uiteindelijk in een laatste wanhoopspoging, aanklop bij een wintipriester in Suriname. Zwarte magie. En weet je, het is allemaal hetzelfde. Het maakt niet uit of het winti is, of een yogaretraite of een ayurvedische massage. Ik ben nog steeds met van alles bezig, ook al weet ik dat je het uiteindelijk zelf moet doen. Ik doe het nu ook al een tijdje zonder man. Dat is winst. De zoektocht naar mannen heeft in mijn leven zoveel ruimte ingenomen – als ik maar die man heb, dan is alles goed. Neehee! Nina, je bent echt fucked up! Dus hou er eens mee op! Ik ben me gaan afvragen of het, misschien, zou kunnen dat het feit dat mijn ex wegrent niets met mij te maken heeft. Wat als ik níét heb gefaald? Wat als het onzin is om extra pijn te voelen, omdat je denkt dat het je eigen schuld is?’

CV NINA DE LA PARRA

28 januari 1987 Geboren in ­Amsterdam

1987-1995 woont in India, Indonesie, Tanzania en Vietnam

1995 Woont in Paramaribo bij vader

2005 Barlaeus gymnasium Amsterdam

2005-2006 Drama in Stratford-upon-Avon

2006-2015 Studies Engelse en Duitse taal en ­literatuur, regie in Edinburgh, ­Berlijn en Essen

2013 Stage bij Toneelgroep ­Amsterdam

2014-2017 ­Regieassistentie Toneelgroep ­Amsterdam

2015-2019 ­Regie in diverse Duitse steden. 2015 Eerste jazz-comedy-concert

2016 Sylvia Kristel Award

2017 Samenwerking met regie- en schrijfcoach Titus Muizelaar. Gods Wegen in Theater Bellevue

2018 Samenwerking met Adelheid Roosen inWijkSafari AZC

2018 Thou Shalt Love Thy Self op Theaterfestival Boulevard

2019 Gods Wegen in Bellevue. Tournee tot en met april 2020. Reprisetournee Gods Wegen: november 2020 tot en met januari 2021

Speellijst: ninadelaparra.com

[4]

STRAATWOORDENBOEK.NL

KAOLO

https://straatwoordenboek.nl/letter/k/kaolo

Letterlijk: poepgat (ka=poep, olo=gat)


2

klootzak


3

focking


4

anus


5

Sukkel


6

fuck you


7

poepgat


8

Kontgat


9

Verdomme

[5] 

WIKIPEDIA

SURINAME/BEVOLKINGSGROEPEN

https://nl.wikipedia.org/wiki/Suriname#Bevolkingsgroepen

ORIGINELE BRON

WIKIPEDIA

SURINAME

https://nl.wikipedia.org/wiki/Suriname

[6]

WIKIPEDIA

WINTI

https://en.wikipedia.org/wiki/Winti

[7]

WAT IS DE BETEKENIS VAN WISI?

https://www.ensie.nl/betekenis/wisi

[8]

WIKIPEDIA

OBEAH

https://nl.wikipedia.org/wiki/Obeah

[9]

WIKIPEDIA

BOEROES

https://nl.wikipedia.org/wiki/Boeroes

[10]

WIKIPEDIA

NOBELE WILDEN

https://nl.wikipedia.org/wiki/Nobele_wilden

[11]

WIKIPEDIA

SURINAAMSE LITERATUUR

https://nl.wikipedia.org/wiki/Surinaamse_literatuur

STEDELIJK.NL

SURINAAMSE KUNST

https://www.stedelijk.nl/nl/tentoonstellingen/surinaamse-kunst

Tentoonstelling — 16 dec 1996 t/m 15 feb 1997

Twintig Jaar Beeldende Kunst in Suriname, 1975-1995 is de titel van een tentoonstelling die een breed overzicht biedt van de hedendaagse Surinaamse beeldende kunst. De tentoonstelling omvat circa 135 schilderijen, beelden en werken op papier die de afgelopen twee decennia in Suriname zijn gemaakt en die representatief zijn voor de bestaande kwaliteit en variatie binnen de Surinaamse beeldende kunst.

De tentoonstelling vindt zijn oorsprong in de viering van twintig jaar Surinaamse onafhankelijkheid op 25 november 1995. Als geschenk van Nederland aan Suriname kregen de journalist Chandra van Binnendijk (Paramaribo) en de kunsthistoricus Paul Faber (Museum voor Volkenkunde, Rotterdam) – in een samenwerkingsverband tussen het Tropenmuseum en het Surinaams Museum – de opdracht een overzichtstentoonstelling over Surinaamse kunst te organiseren. “Binnen de grenzen van de vrije kunst heeft de individuele kwaliteit van het werk een doorslaggevende rol gespeeld bij de selectie (…)”, aldus de samenstellers, die in hun werk werden gesteund door een groep lokale deskundigen. De tentoonstelling was van 24 november 1995 tot februari 1996 in het Surinaams Museum in Paramaribo te zien.

Directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam Rudi Fuchs bezocht, samen met conservator Maarten Bertheux, in februari 1996 de tentoonstelling in Suriname en besloot ter plekke deze ook in het Stedelijk Museum te tonen. Naast de oorspronkelijke keuze van 100 werken voegde Fuchs 35 werken toe, die niet per se in de periode 1975-1995 gemaakt hoefden te zijn. Hij koos deze werken uit tijdens een rondgang langs de ateliers van de deelnemende kunstenaars.

De tentoonstelling bestaat uit werk van 24 kunstenaars: Reinier Asmoredjo, Anand Binda, Carlos Blaaker, Jules Chin A Foeng, Ray Daal, Ron Flu, Glenn Fung Loy, Rudi Getrouw, Soeki Irodikromo, Paul Irodikromo, Remy Jungerman, Ruben Karsters, Rinaldo Klas, John Lie A Fo, Egbert Lieveld, Stuart Robles de Medina, Cliff San A Jong, Imro Themen, Rene Tosari, Erwin de Vries, Paul Woei, Leo Wong Loi Sing, Michael Wong Loi Sing en Sirano Zalman.

De prille kunstgeschiedenis van Suriname is er niet een van opeenvolgende stromingen, maar van persoonlijke benaderingen die gelijktijdig naast elkaar bestaan, waarbij het dominante medium de schilderkunst is. Er is een scala van stijlen en werkmethodes waar te nemen, van een ingetogen realisme tot een heftig expressionisme. Veel van de deelnemende kunstenaars hebben hun opleiding aan Nederlandse kunstacademies genoten en zijn daarna permanent of voor een bepaalde periode in Suriname werkzaam geweest. De ouderen waren op hun beurt weer actief in het kunstonderwijs in Suriname zelf. Hierdoor is de band met de westerse (Nederlandse) kunst in veel gevallen groter dan die in andere landen uit de regio, zoals Brazilie en de landen van het Caribisch gebied.

Radicale experimenten die de internationale kunstwereld de laatste decennia heeft laten zien, treffen we evenwel in Suriname niet aan; geen body art of minimal art, nauwelijks videokunst of installaties, zelfs hoegenaamd geen fotografie. Het is bovenal de schilderkunst die domineert. Dit gegeven heeft ongetwijfeld te maken met een plaatselijke kunstmarkt die nog weinig ontvankelijk is voor experimentele kunst. Daarbij is er een zeer beperkte infrastructuur van galeries en musea, is er gebrek aan materiele middelen en bestaat er slechts een klein podium voor serieuze kunstkritiek.

De uitgesproken culturele verscheidenheid van Suriname werkt door in de schilder- en beeldhouwkunst, maar niet op een eenduidige wijze. Soeki Irodikromo, bijvoorbeeld, liet zich aanvankelijk inspireren door de Indonesische Javaanse cultuur, maar de laatste jaren schildert hij expressionisti scher en hebben de Javaanse thema’s plaatsgemaakt voor een mengeling van Surinaamse elementen. Zijn overtuiging dat alleen in een dergelijk samengaan een goede toekomst voor het land verscholen gaat, vormt zijn motivatie. Deze stellingname lijkt representatief voor de benaderingswijze van zijn collega’s.

De vraag of deze kunstenaars iets maken dat Surinaamse kunst genoemd kan worden, is in de huidige situatie moeilijk te beoordelen. Hoewel de behoefte aan een nationale identiteit niet verdwenen lijkt, is geen van de kunstenaars in de tentoonstelling er op uit zijn werk in dienst te stellen van een nationale, ‘Surinaamse’ stijl. Als er iets Surinaams genoemd kan worden, is het de wederzijdse doordringing van vele verschillende cultuurelementen. Naast die van de creoolse, Hindoestaanse, Javaanse, Indiaanse en bosneger-bevolkingsgroepen van Suriname moet ook gedacht worden aan de moderne, internationale westerse cultuur. Het contact dat kunstenaars onderhouden met de buurlanden, het Caribisch gebied en Amerika, wordt steeds sterker. De gerichtheid op de Nederlandse kunst en cultuur blijft bovendien een essentiele rol spelen. Cobra en het magisch realisme van Willink hebben tot op de dag van vandaag invloed op het werk van oudere en jongere kunstenaars. 

TROUW

HAAST DE SURINAAMSE SCHUMANN

14 SEPTEMBER 2013

https://www.trouw.nl/nieuws/haast-de-surinaamse-schumann~b6beae51/

Bij klassieke muziek denk je niet meteen aan Suriname. Toch worden morgen in Amsterdam heuse Surinaamse composities uitgevoerd. Met Europese invloeden, dat wel.Wie in Suriname muzikaal was, werd naar Nederland of Duitsland gestuurd”, zegt pianist Rodrigo Robles de Medina. Samen met twee andere musici voert hij morgen stukken van tot nu toe onbekende Surinaamse componisten uit.

Talentvolle Surinaamse jongens werden in de 19de en 20ste eeuw naar Europa gestuurd om te gaan studeren. Waarna ze terug gingen naar hun vaderland Suriname. Zo begint de geschiedenis van de onbekende Surinaamse klassieke componisten waarvan geen opnames te horen zijn, waardoor hun muziek onbekend is gebleven. Totdat John Helstone een aantal jaren geleden stuitte op een enorme hoeveelheid bladmuziek op een zolder van zijn familie.

Veel van de bladmuziek was nog nooit gespeeld of opgenomen. Voor producent Sjaiesta Badloe reden om een klassiek concert te organiseren met werken van vier componisten. De partituren worden uitgevoerd door een ervaren pianotrio. Robles de Medina is enthousiast over de Surinaamse componisten. “Surinaams klassieke muziek is erg bijzonder, het is ontzettend sterk gecomponeerd. Het is een missie om dat te laten horen aan de mensen, om ze te laten zien dat Surinaams klassiek echt iets interessants is.” Het concert is geen alledaagse gebeurtenis, het Nederlands Muziekinstituut legt het concert daarom vast.

De vier componisten die worden uitgelicht zijn Eddy Vervuurt (1928-1988), Johan Victor Dalhberg (1915-1946), Theodor Neumann Cordua (1860-1914) en Lou Lichtveld (1903-1996). Lichtveld werd vooral bekend als schrijver onder het pseudoniem Martin Helberg.

Klassieke muziek van Surinaamse bodem, wat is daar nu anders aan? Volgens een van de uitvoerders, pianist Rodrigo Robles de Medina, is er een klein verschil met de ‘Europese’ klassieke muziek. “De componisten hadden veel invloeden uit Europa, dus echt Surinaams kun je de muziek ook niet noemen.”

Toch zijn er Surinaamse componisten waar de Surinaamse invloeden wel degelijk goed te horen zijn in de muziek. Volgens Rodigro Robles de Medina valt een componist daarin duidelijk op. “Eddy Vervuurt heeft meer Surinaamse invloeden in zijn composities. Een swingend orkest met slagwerken. Dat is typisch Eddy Vervuurt.”

Maar de meeste componisten schreven volgens Europese traditie. “Als men een stuk van Theodoor Neumann Cordua zou horen, dan is de reactie: ‘Dat is Schumann’. Maar Robert Schumann zou op een andere manier met de muziek omgaan, Neumann Cordua heeft iets vernieuwends.”

De uitvoerders van de klassieke partituren zijn drie talentvolle musici. Pianist Rodrigo Robles de Medina, violiste Pei Pei Zhu en Wiadislaw Warenberg die de cello bespeelt. De musici zijn via Helstone in aanraking gekomen met de Surinaamse klassieke componisten.

Rodrigo Robles de Medina heeft zelf ook bladmuziek van Surinaamse componisten. “John Helstone heeft een ontzettend groot archief, maar ik had toevallig ook wat werken van Eddy Vervuurt in mijn collectie. Toen ik dat een keer aan hem liet zien, kende hij het nog niet. Er is zoveel onbekend werk dat nog ontdekt moet worden.”

Reacties uitgeschakeld voor Het feminisme heeft gefaald zolang vrouwen niet klaarkomen/De zwarte Surinaamse man als sekssymbool volgens Nina ”kaolo” de La Parra

Opgeslagen onder Divers