Noten 13 en 14/Wij Willem-Alexander

[13]

WIKIPEDIA

JOBSTIJDING

https://nl.wiktionary.org/wiki/jobstijding

[14]

RTL NIEUWS

MIDDENINKOMENS IN DE KNEL: LOONT WERKEN

NOG WEL?

20 SEPTEMBER 2022

https://www.rtlnieuws.nl/editienl/artikel/5334392/koopkrachtpakket-koopkracht-middeninkomens-minima-modaal-toeslagen

Door de prijsstijgingen hebben niet alleen mensen met lage inkomens het lastig om rond te komen, maar komen ook de middeninkomens steeds vaker in de knoop. Maar waar de minima nog recht hebben op verschillende toeslagen, is Jan Modaal op zichzelf aangewezen. En meer gaan werken is lang niet altijd de oplossing.

Volgens het Nibud zijn de kosten voor een gemiddeld gezin met 188 euro per maand gestegen. Hierdoor heeft een derde van de Nederlandse huishoudens momenteel moeite om rond te komen. Daarom heeft het kabinet ondertussen een koopkrachtpakket aangekondigd waarmee ook de gemiddelde inkomens geholpen worden in 2023.

Koopkrachtreparatie

“Het is een illusie om te denken dat het kabinet alles kan repareren”, zegt politiek verslaggever Frits Wester daarover. “Als je er bij de ene groep wat bijdoet moet je er bij een andere groep wat van afhalen, maar ook de middeninkomens gaan erop vooruit volgend jaar.”

“Er komt volgend jaar een koopkrachtstijging van ongeveer 7 procent voor de lage inkomens, 4 procent voor middeninkomens, en 1,9 procent voor de hoge inkomens”, zegt Wester. Hoeveel dit precies gaat schelen, verschilt volgens hem per situatie. 

Meer werken

En heeft het nou nut om meer te gaan werken? “De verlaging van de inkomensbelasting in de eerste schijf helpt je meer als je bijvoorbeeld fulltime werkt, dan als je parttime werkt”, vervolgt Wester. Het loont volgens hem dan ook om te werken. “Als je een dag meer gaat werken, ga je gelijk al meer verdienen en vergroot je je koopkracht.”

“De grensgevallen zouden dan wel toeslagen verliezen maar de meeste werkenden gaan erop vooruit”, denkt Wester. “Zeker met de verhoging van de arbeidskorting er ook nog bij.”

Econoom Hugo van Erken is hier echter nog niet zo zeker van. “Veel van de toeslagen zoals de zorg- en kinderopvangtoeslag bouwen af naarmate je meer gaat verdienen. In sommige gevallen kan het dan zo zijn dat als je meer gaat werken, je minder gaat verdienen omdat je bepaalde toeslagen misloopt.”

“Door het ingewikkelde toeslagenstelsel is de prikkel om meer te gaan werken heel laag in Nederland”, vervolgt Van Erken. “Nu wordt er weer naar allerlei koopkrachtplaatjes gekeken en wordt er aan knoppen gedraaid om de koopkracht voor een groep te verbeteren. Maar door dit soort incidentele maatregelen krijg je alleen maar weer nieuwe problemen.”

Olie op het vuur

“Het is alleen maar meer olie op het vuur”, vervolgt de econoom. “De energietoeslag bijvoorbeeld. Die is echt alleen voor de minima, en maar eenmalig. Maar wat als je er net buiten valt? Dan kun je het nog steeds hard nodig hebben.”

“Het minimumloon verhogen was wel een goed idee, dat is structureel”, zegt de econoom. “Daar heb je echt wat aan. In de zorg wordt bijvoorbeeld veel deeltijd gewerkt, maar de prikkel om meer te werken ontbreekt daar totaal. Voor het geld wat je extra verdient, verlies je weer allemaal toeslagen en blijf je onder aan de streep met helemaal niet veel meer over.”  

Bron: EditieNL

EINDE

NOS

STEEDS MEER MENSEN IN DE KNEL, OOK MIDDENINKOMENS

15 JULI 2022

https://nos.nl/artikel/2436858-steeds-meer-mensen-in-de-knel-ook-middeninkomens

Door de hoge inflatie en energieprijzen zit een groeiend aantal huishoudens financieel klem. Dat zegt het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) op basis van nieuwe berekeningen. Voor het eerst sinds jaren ziet het Nibud dat huishoudelijke uitgaven enorm stijgen. “Niet alleen lage inkomens, ook huishoudens met een inkomen boven modaal duiken in de min”, aldus het instituut.

Het Nibud schat in dat nu een op de drie huishoudens worstelt met het in balans brengen van de uitgaven en inkomsten. Zo zijn de totale uitgaven van een gezin met een inkomen van twee keer modaal gestegen met 188 euro per maand in vergelijking met begin 2021. Dat komt vooral door hogere energiekosten à 128 euro per maand. Aan boodschappen is zo’n gezin 55 euro per maand meer kwijt.

Nog een voorbeeld: een alleenstaande met een bijstandsuitkering in een niet-energiezuinige woning ziet de energierekening verdubbelen naar bijna 200 euro, ondanks de btw-verlaging. Aan boodschappen is zo iemand 30 euro per maand meer kwijt.

’70 procent op aan vaste lasten’

Het Nibud ziet graag dat een huishouden niet meer dan de helft van het inkomen kwijt is aan vaste lasten. Maar nu is dat vaak 70 procent, waardoor er weinig geld overblijft voor dingen als kleding, zorg of het opbouwen van een buffer.

“Hierdoor hebben huishoudens iedere maand het gevoel te moeten puzzelen met te weinig stukjes. De financiële stress die hen dit geeft is enorm”, zegt Nibud-directeur Arjan Vliegenthart. Hij wil daarom dat de overheid met meer compensatie komt. “Mensen kunnen dit niet meer zelf oplossen. De extra verhoging door het kabinet van de energiecompensatie van 500 euro boven op de 800 euro is zeer welkom, maar niet genoeg.”

Het Nibud noemt als voorbeeld Frankrijk, dat een maximumbedrag voor de energierekening heeft ingevoerd. Of België dat nu een ‘sociaal tarief’ voor gas en elektra heeft. Bepaalde inkomensgroepen betalen daardoor minder voor energie. “Er is hoe dan ook meer ruimte in de portemonnee nodig”, zegt Vliegenthart. “Het leven moet weer betaalbaar worden. Drastische problemen vragen om drastische oplossingen.”

EINDENOS

OOK MIDDENINKOMENS VREZEN REKENINGEN NIET TE KUNNEN

BETALEN, HOREN ZE BIJ NIBUD

10 MEI 2022

https://nos.nl/artikel/2428217-ook-middeninkomens-vrezen-rekeningen-niet-te-kunnen-betalen-horen-ze-bij-nibud

Ook middeninkomens vrezen rekeningen niet te kunnen betalen, horen ze bij Nibud

Niet alleen minima worden getroffen door de inflatie. “Veel meer dan anders”, krijgt het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) telefoontjes, mails en berichten van mensen die zeggen niet rond te kunnen komen. “Opvallend genoeg” nu ook meer van de inkomensgroep daarboven.

“Meer dan de helft van de vragen gaat over hun energierekening, en dan hebben we april nog niet eens goed in beeld”, zegt Nibud-woordvoerder Gabriëlla Bettonville. “Medewerkers die hier al twintig jaar consumentenvragen beantwoorden zeggen dit nog nooit te hebben meegemaakt.”

De belletjes komen van mensen met allerlei inkomens, zegt zij. “Mensen die zeggen: minima kunnen naar de gemeente, maar mijn inkomen is hoger: waar kan ik heen? Op papier redden deze mensen het misschien, in de praktijk niet.”

Hoge huur, ziekte

Bettonville somt op: “Een huur die eigenlijk te hoog is, zzp’ers die ziek zijn: het zijn mensen die tussen wal en schip belanden. Zij hebben echt geen ruimte voor tegenvallers, niet met de huidige prijzen en arbeidscontracten. Die koopkracht moet echt worden gerepareerd, zeggen wij ook tegen het kabinet.”

De boodschap van het Nibud over lage middeninkomens was al eerder hoorbaar bij TNO Research. Daar constateerden ze dat de energie-armoede op dit moment erger wordt. Zoiets klinkt ook bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

“We zijn druk met de minima. Maar er is een veel grotere groep daarboven, de lagere middenklasse, die niet in beeld is bij gemeenten en het Rijk, maar die wel heel erg wordt geraakt“, zei Peter Heijkoop namens de VNG daarover eerder tegen Nieuwsuur.

Volgens Heijkoop, die ook wethouder is in Dordrecht, zijn het mensen met een baan die gewoon geen mogelijkheid zien om niet in de schulden te komen “Ik vind dat heel confronterend.”

Vakbond FNV deed in april onderzoek onder bijna 20.000 leden over de effecten van inflatie op hun leven. Hieruit bleek dat werkenden in distributiecentra, schoonmaak, Schiphol en de beveiligingssector hard worden geraakt. Net als uitkeringsgerechtigden.

Maaltijd overslaan

Zo’n 63 procent van de ondervraagden heeft het financieel te krap. Zij kampen met angsten voor schulden, besparingen op dagelijkse boodschappen (59 procent) en kopen geen kleding meer voor zichzelf of de kinderen (35 procent). Zes procent slaat zelfs maaltijden over.

Begin vorige maand zei premier Rutte dat alle Nederlanders dit jaar “iets” armer zullen worden. “De eerlijkste boodschap aan Nederland is dat de overheid dit niet allemaal kan oplossen.” Landelijk zijn er wel regelingen getroffen om Nederlanders te compenseren.

Zo krijgen minima een hogere tegemoetkoming via de gemeenten voor de hoge energierekening. Ook werd al de accijns op brandstoffen per 1 april verlaagd. De btw op energie, dus gas en elektriciteit, gaat per 1 juli omlaag naar 9 procent.

Het Nibud geeft officieel geen financieel advies, wel geeft het instituut tips over budgetteringskwesties en verwijst het door naar instanties. Een aantal van die tips:

– Creëer inzicht in inkomsten en uitgaven, bijvoorbeeld door het Persoonlijk Budgetadvies van het Nibud in te vullen

– Maak aan de hand daarvan een jaarbegroting: een overzicht geeft grip op geld

– Check bij berekenuwrecht.nl of je alle inkomensondersteuning krijgt waar je recht op hebt

EINDE

NOS

WIE ZIJN EIGENLIJK DE MIDDENINKOMENS?

14 SEPTEMBER 2019

https://nos.nl/collectie/13785/artikel/2301635-wie-zijn-eigenlijk-de-middeninkomens

Wie zijn eigenlijk de middeninkomens?

“De lonen van mensen met een middeninkomen moeten omhoog” en “we moeten de middeninkomens steunen”. Dit soort uitspraken over de financiële situatie van een grote groep Nederlanders duiken regelmatig op.

De politieke aandacht is groot, maar er is geen eenduidige definitie over wie zich tot de middeninkomens mag rekenen. Daarom de vraag: over wie heeft het kabinet het als het zegt dat de middeninkomens er in koopkracht komend jaar flink op vooruit gaan?

Geen officiële definitie

Het Centraal Bureau voor de Statistiek houdt geen cijfers bij over middeninkomens. Ook het Centraal Planbureau, dat regelmatig economische ramingen publiceert, hanteert geen definitie van middeninkomens.

“Middeninkomen is geen statistisch begrip en dan hangt het er maar net van af hoe je die interpreteert. Hoeveel inkomen is veel en hoeveel is weinig?”, zegt Peter Hein van Mulligen, CBS-hoofdeconoom en woordvoerder. “De term is vrij diffuus. Van ons wordt verwacht dat we precies zijn in wat we benoemen en de term middeninkomen is dat niet.”

Het valt Van Mulligen op dat politici de term de laatste jaren vaak gebruiken. “Maar ‘middeninkomen’ is geen officiële definitie.”

Wel is duidelijk dat de druk op de hele middenklasse is toegenomen, blijkt uit een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) uit 2017. “Er is veel flexwerk, een diploma heeft nog maar weinig waarde, er is minder sociale zekerheid. Bovendien moeten zij hard blijven trappen om niet om te vallen of achterop te raken”, zegt hoogleraar sociologie Godfried Engbersen, die betrokken was bij de WRR-verkenning. “Een deel komt daadwerkelijk in de problemen.”

Een grote verandering ten opzichte van jaren geleden is ook dat je twee werkenden in het gezin nodig hebt om bij de middenklasse te horen. “Valt een van de inkomens weg, dan is er dus minder ruimte voor tegenslag en is er meer kwetsbaarheid”, zegt Engbersen.

De situatie voor de middenklasse is sinds de economische crisis ook niet verbeterd. Dat komt doordat de economische groei in ons land meer is terechtgekomen bij bedrijven dan bij burgers, concludeerde ook het SCP onlangs. De WRR schrijft dat “als we naar de opleidings-, beroeps- en inkomenspositie van het middensegment kijken, we vooral veel stabiliteit zien”.

De ontevredenheid van mensen met een middeninkomen is gestegen. Dat zou te maken kunnen hebben met het achterblijven van het netto-inkomen, zei SCP-onderzoeker Annemarie Wennekers in de NRC. “Maar dat kan ook komen doordat mensen onzekerder zijn over de toekomst, of door de toegenomen druk die mensen ervaren.”

Dat komt overeen met bevindingen uit het WRR-rapport: “Waar de hoge inkomens makkelijker in staat zijn om financiële tegenvallers zelf op te vangen en de lage inkomens gesteund worden door de overheid, voelen de middeninkomens zich vaak in de steek gelaten.”

“Nederland is altijd een middenklasse-samenleving geweest die werd bediend door de politiek”, zegt Engbersen. “De afgelopen jaren is dat minder het geval geweest. ” Toch relativeert hij de situatie. “In termen van maatschappelijke groepen zijn middeninkomens nog altijd beter af dan lage sociale groepen. De dreiging wordt nu wel iets te zwaar aangezet.”

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noten 13 en 14/Wij Willem-Alexander

Opgeslagen onder Divers

Noten 15 en 16/Wij Willem-Alexander

[15]

NOS

PRINSJESDAG 2023

INKOMEN ORANJES STIJGT OPNIEUW, ”VOLGEN CAO RIJKSOVERHEID”

19 SEPTEMBER 2023

https://nos.nl/collectie/13951/artikel/2491089-inkomen-oranjes-stijgt-opnieuw-volgen-cao-rijksoverheid

Inkomen Oranjes stijgt opnieuw, ‘volgen cao Rijksoverheid’

Koning Willem-Alexander, koningin Máxima en prinses Beatrix gaan er volgend jaar in salaris weer fors op vooruit. Uit de Prinsjesdagstukken blijkt dat ze er in totaal ongeveer 600.000 euro bij krijgen, aan salaris en onkostenvergoeding.

Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst volgen ze daarmee de loonontwikkeling in de cao voor de Rijksoverheid. De lonen stijgen omdat die gecompenseerd worden voor de inflatie.

Het jaarinkomen van de koning stijgt daardoor met zo’n 55.000 euro naar bijna 1,1 miljoen euro. Zijn vrouw Máxima gaat er 20.000 euro op vooruit en verdient volgend jaar 431.000 euro. Ook prinses Amalia heeft recht op een loonsverhoging, maar zij stort haar toelage vrijwillig terug in de schatkist totdat ze afgestudeerd is.

In de Grondwet staat dat de koning, zijn opvolger, de afgetreden vorst en hun echtgenoten geen loon- of inkomstenbelasting betalen. Ze mogen dus hun hele toelage houden.

Nog nooit zo hard gestegen

De totale kosten voor het Koninklijk Huis komen volgend jaar uit op ruim 55 miljoen euro, een stijging van 11 procent. Nog nooit stegen de kosten zo hard sinds Willem-Alexander in 2013 op de troon kwam. Ook de afgelopen jaren gingen de kosten steeds omhoog, maar met een lager percentage.

De stijging van nu zit vooral in de zogeheten functionele kosten van de koning, die komend jaar met 4,5 miljoen euro stijgen. Het budget van de dienst van het koninklijk huis wordt “in verband met de sterk gestegen kosten van ICT en informatiebeveiliging” structureel met 2,5 miljoen euro verhoogd.

Onder de zogenoemde begroting van de Koning vallen behalve de salarissen en vergoedingen voor de Oranjes ook zaken als het onderhoud van paleizen en de Koninklijke Stallen. Daaraan zijn ongeveer 245 voltijdsbanen verbonden, vijftien minder dan in voorgaande jaren.

EINDE 

[16]

Ook prinses Amalia heeft recht op een loonsverhoging, maar zij stort haar toelage vrijwillig terug in de schatkist totdat ze afgestudeerd is.”

NOS

PRINSJESDAG 2023

INKOMEN ORANJES STIJGT OPNIEUW, ”VOLGEN CAO RIJKSOVERHEID”

19 SEPTEMBER 2023

https://nos.nl/collectie/13951/artikel/2491089-inkomen-oranjes-stijgt-opnieuw-volgen-cao-rijksoverheid

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 15

”De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. ”

KONINKLIJK HUIS.NL

HET KONINKLIJK HUIS

BEGROTING VAN DE KONING

https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/financien-koninklijk-huis/begroting-van-de-koning

Begroting van de Koning

De Grondwet bepaalt in artikel 40 dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) werkt deze bepaling in de Grondwet verder uit. De wet regelt de uitkering voor de Koning, zijn opvolger (als deze meerderjarig is) en de Koning die afstand heeft gedaan van het Koningschap. Ook hun echtgenoten (of weduwen/weduwnaars) krijgen een uitkering. Op dit moment ontvangen Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima, de Prinses van Oranje en Prinses Beatrix een grondwettelijke uitkering.

De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component). 

De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. 

De WFSKH bepaalt ook dat de personele en materiële kosten van het koningschap door het Rijk worden betaald. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor het personeel en het wagenpark van de Dienst van het Koninklijk Huis.

De uitwerking van deze bepalingen in de Grondwet en de WFSKH vindt jaarlijks plaats via de begroting van de Koning. De begroting van de Koning bevat de verwachte uitgaven voor de uitoefening van het koningschap. Deze uitgaven zijn opgenomen in drie artikelen:

Artikel 1: Grondwettelijke uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis

Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning

Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen

De totale uitgaven op de begroting van de Koning worden voor het jaar 2024 begroot op € 55.901.000. Het volgende overzicht laat alle bedragen zien (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan in 2024. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.

Infographic Begroting van de Koning 2024

Overzicht van alle bedragen (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.

Vergroot afbeeldingVergroot afbeelding

Uitgeschreven tekst

Beeld: ©RVD

Documenten

EINDE

HET KONINKLIJK HUIS

HOE WORDT DE HOOGTE VAN DE UITKERING VAN DE

KONING BEPAALD?

https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/financien-koninklijk-huis/vraag-en-antwoord/hoe-wordt-de-hoogte-van-de-uitkering-voor-de-koning-bepaald

Hoe wordt de hoogte van de uitkering voor de Koning bepaald?

De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) stelt de uitkeringen vast voor de uitkeringsgerechtigde leden van het Koninklijk Huis, en hoe deze uitkeringen aan de lonen en uitkeringen worden aangepast.

De A-component bestaat uit het inkomen. Het inkomen volgt de ontwikkeling van het netto-inkomen van de vicepresident van de Raad van State. Dat inkomen volgt weer de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De B-component bestaat uit personele en materiële uitgaven. De B-component loopt voor de ene helft gelijk aan de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De andere helft volgt de ontwikkeling van de prijzen.

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noten 15 en 16/Wij Willem-Alexander

Opgeslagen onder Divers

Noot 17/Wij Willem-Alexander

[17]

”De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component). ”HET KONINKLIJK HUISBEGROTING VAN DE KONING

https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/financien-koninklijk-huis/begroting-van-de-koning

Begroting van de Koning

De Grondwet bepaalt in artikel 40 dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) werkt deze bepaling in de Grondwet verder uit. De wet regelt de uitkering voor de Koning, zijn opvolger (als deze meerderjarig is) en de Koning die afstand heeft gedaan van het Koningschap. Ook hun echtgenoten (of weduwen/weduwnaars) krijgen een uitkering. Op dit moment ontvangen Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima, de Prinses van Oranje en Prinses Beatrix een grondwettelijke uitkering.

De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component). 

De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. 

De WFSKH bepaalt ook dat de personele en materiële kosten van het koningschap door het Rijk worden betaald. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor het personeel en het wagenpark van de Dienst van het Koninklijk Huis.

De uitwerking van deze bepalingen in de Grondwet en de WFSKH vindt jaarlijks plaats via de begroting van de Koning. De begroting van de Koning bevat de verwachte uitgaven voor de uitoefening van het koningschap. Deze uitgaven zijn opgenomen in drie artikelen:

Artikel 1: Grondwettelijke uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis

Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning

Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen

De totale uitgaven op de begroting van de Koning worden voor het jaar 2024 begroot op € 55.901.000. Het volgende overzicht laat alle bedragen zien (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan in 2024. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.

Infographic Begroting van de Koning 2024

Overzicht van alle bedragen (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.

Vergroot afbeeldingVergroot afbeelding

Uitgeschreven tekst

Beeld: ©RVD

Documenten

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noot 17/Wij Willem-Alexander

Opgeslagen onder Divers

Noot 18/Wij Willem-Alexander

[18]

”De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component). ”HET KONINKLIJK HUISBEGROTING VAN DE KONING

https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/financien-koninklijk-huis/begroting-van-de-koning

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 17

”De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) stelt de uitkeringen vast voor de uitkeringsgerechtigde leden van het Koninklijk Huis, en hoe deze uitkeringen aan de lonen en uitkeringen worden aangepast.

De A-component bestaat uit het inkomen. Het inkomen volgt de ontwikkeling van het netto-inkomen van de vicepresident van de Raad van State. Dat inkomen volgt weer de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De B-component bestaat uit personele en materiële uitgaven. De B-component loopt voor de ene helft gelijk aan de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De andere helft volgt de ontwikkeling van de prijzen.”

HET KONINKLIJK HUIS

HOE WORDT DE HOOGTE VAN DE UITKERING

VOOR DE KONING BEPAALD?

https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/financien-koninklijk-huis/vraag-en-antwoord/hoe-wordt-de-hoogte-van-de-uitkering-voor-de-koning-bepaald

Hoe wordt de hoogte van de uitkering voor de Koning bepaald?

De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) stelt de uitkeringen vast voor de uitkeringsgerechtigde leden van het Koninklijk Huis, en hoe deze uitkeringen aan de lonen en uitkeringen worden aangepast.

De A-component bestaat uit het inkomen. Het inkomen volgt de ontwikkeling van het netto-inkomen van de vicepresident van de Raad van State. Dat inkomen volgt weer de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De B-component bestaat uit personele en materiële uitgaven. De B-component loopt voor de ene helft gelijk aan de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De andere helft volgt de ontwikkeling van de prijzen.

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noot 18/Wij Willem-Alexander

Opgeslagen onder Divers

Noten 19 en 20/Wij Willem-Alexander

[19]

”Het jaarinkomen van de koning stijgt daardoor met zo’n 55.000 euro naar bijna 1,1 miljoen euro”

NOS

INKOMEN ORANJES STIJGT OPNIEUW ”VOLGEN

CAO RIJKSOVERHEID”

19 SEPTEMBER 2023

https://nos.nl/collectie/13951/artikel/2491089-inkomen-oranjes-stijgt-opnieuw-volgen-cao-rijksoverheid

Inkomen Oranjes stijgt opnieuw, ‘volgen cao Rijksoverheid’

Koning Willem-Alexander, koningin Máxima en prinses Beatrix gaan er volgend jaar in salaris weer fors op vooruit. Uit de Prinsjesdagstukken blijkt dat ze er in totaal ongeveer 600.000 euro bij krijgen, aan salaris en onkostenvergoeding.

Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst volgen ze daarmee de loonontwikkeling in de cao voor de Rijksoverheid. De lonen stijgen omdat die gecompenseerd worden voor de inflatie.

Het jaarinkomen van de koning stijgt daardoor met zo’n 55.000 euro naar bijna 1,1 miljoen euro. Zijn vrouw Máxima gaat er 20.000 euro op vooruit en verdient volgend jaar 431.000 euro. Ook prinses Amalia heeft recht op een loonsverhoging, maar zij stort haar toelage vrijwillig terug in de schatkist totdat ze afgestudeerd is.

In de Grondwet staat dat de koning, zijn opvolger, de afgetreden vorst en hun echtgenoten geen loon- of inkomstenbelasting betalen. Ze mogen dus hun hele toelage houden.

Nog nooit zo hard gestegen

De totale kosten voor het Koninklijk Huis komen volgend jaar uit op ruim 55 miljoen euro, een stijging van 11 procent. Nog nooit stegen de kosten zo hard sinds Willem-Alexander in 2013 op de troon kwam. Ook de afgelopen jaren gingen de kosten steeds omhoog, maar met een lager percentage.

De stijging van nu zit vooral in de zogeheten functionele kosten van de koning, die komend jaar met 4,5 miljoen euro stijgen. Het budget van de dienst van het koninklijk huis wordt “in verband met de sterk gestegen kosten van ICT en informatiebeveiliging” structureel met 2,5 miljoen euro verhoogd.

Onder de zogenoemde begroting van de Koning vallen behalve de salarissen en vergoedingen voor de Oranjes ook zaken als het onderhoud van paleizen en de Koninklijke Stallen. Daaraan zijn ongeveer 245 voltijdsbanen verbonden, vijftien minder dan in voorgaande jaren.

EINDE

[20]

”De totale uitgaven op de begroting van de Koning worden voor het jaar 2024 begroot op € 55.901.000. Het volgende overzicht laat alle bedragen zien (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan in 2024.”

HET KONINKLIJK HUIS

BEGROTING VAN DE KONING

https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/financien-koninklijk-huis/begroting-van-de-koning

Begroting van de Koning

De Grondwet bepaalt in artikel 40 dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) werkt deze bepaling in de Grondwet verder uit. De wet regelt de uitkering voor de Koning, zijn opvolger (als deze meerderjarig is) en de Koning die afstand heeft gedaan van het Koningschap. Ook hun echtgenoten (of weduwen/weduwnaars) krijgen een uitkering. Op dit moment ontvangen Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima, de Prinses van Oranje en Prinses Beatrix een grondwettelijke uitkering.

De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component). 

De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. 

De WFSKH bepaalt ook dat de personele en materiële kosten van het koningschap door het Rijk worden betaald. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor het personeel en het wagenpark van de Dienst van het Koninklijk Huis.

De uitwerking van deze bepalingen in de Grondwet en de WFSKH vindt jaarlijks plaats via de begroting van de Koning. De begroting van de Koning bevat de verwachte uitgaven voor de uitoefening van het koningschap. Deze uitgaven zijn opgenomen in drie artikelen:

Artikel 1: Grondwettelijke uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis

Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning

Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen

De totale uitgaven op de begroting van de Koning worden voor het jaar 2024 begroot op € 55.901.000. Het volgende overzicht laat alle bedragen zien (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan in 2024. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.

Infographic Begroting van de Koning 2024

Overzicht van alle bedragen (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.

Vergroot afbeeldingVergroot afbeelding

Uitgeschreven tekst

Beeld: ©RVD

Documenten

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noten 19 en 20/Wij Willem-Alexander

Opgeslagen onder Divers

Noot 21/Wij Willem-Alexander

[21]

‘Het jaarinkomen van de koning stijgt daardoor met zo’n 55.000 euro naar bijna 1,1 miljoen euro”

NOS

INKOMEN ORANJES STIJGT OPNIEUW ”VOLGEN

CAO RIJKSOVERHEID”

19 SEPTEMBER 2023

https://nos.nl/collectie/13951/artikel/2491089-inkomen-oranjes-stijgt-opnieuw-volgen-cao-rijksoverheid

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 19

Reacties uitgeschakeld voor Noot 21/Wij Willem-Alexander

Opgeslagen onder Divers

Noot 22/Wij Willem-Alexander

[22]

“Te veel volwassenen en kinderen leven in armoede”, schrijft demissionair minister van Financiën Kaag in het voorwoord van de Miljoenennota. “Zij kunnen de vaste lasten nauwelijks opbrengen en hebben geen geld over voor een gezonde maaltijd of nieuwe kleren.”
RTL NIEUWSMILJOENENNOTA: KOOPKRACHT STIJGT IN2024 MET 1.8 PROCENT15 SEPTEMBER 2023

https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/artikel/5407822/prinsjesdag-2023-armoede-twee-miljard-euro-kabinetsplannen

De koopkracht stijgt volgend jaar gemiddeld met 1,8 procent. Dat blijkt uit de Miljoenennota die op Prinsjesdag wordt gepresenteerd en die de politieke redactie van RTL Nieuws heeft ingezien. Om te voorkomen dat het aantal mensen dat niet kan rondkomen nog verder groeit, trekt het kabinet ruim twee miljard euro uit.

“Te veel volwassenen en kinderen leven in armoede”, schrijft demissionair minister van Financiën Kaag in het voorwoord van de Miljoenennota. “Zij kunnen de vaste lasten nauwelijks opbrengen en hebben geen geld over voor een gezonde maaltijd of nieuwe kleren.” 

Kaag schrijft dat dat ‘onaanvaardbaar’ is en daarom geeft het kabinet 2 miljard euro uit aan armoedebestrijding.

Koopkracht

Volgens de koopkrachtcijfers gaan alle inkomensgroepen erop vooruit. Zo gaan de laagste inkomens er iets meer dan 1 procent op vooruit, net als gepensioneerden.

Gezinnen met kinderen hebben volgend jaar een plus van 2,4 procent, de hoogste inkomens een plus van 1,5 procent. Uitkeringsgerechtigden krijgen er 0,7 procent bij.

Voorkomen

Omdat het kabinet is gevallen, is de begroting die op Prinsjesdag wordt gepresenteerd vrijwel beleidsarm. Alleen voor armoedebestrijding trekt het kabinet dus wel de portemonnee. Zonder overheidsingrijpen zou het aantal mensen dat in armoede leeft in 2024 stijgen tot bijna een miljoen. De Tweede Kamer had er daarom bij het kabinet op aangedrongen om – ook al is het demissionair – toch met maatregelen te komen om dat te voorkomen.

“Een evenwichtig pakket. Zo zorgen we voor meer ruimte in de portemonnee en hopelijk minder stress”, aldus Kaag. “Het blijft onverminderd van belang te werken aan kansengelijkheid en bestaanszekerheid voor iedereen.”

Kindgebonden budget

Vooral de laagste inkomens profiteren van een reeks maatregelen die het kabinet neemt. Voor verhoging van het kindgebonden budget trekt het kabinet 1,1 miljard euro uit. Het maximale bedrag voor het eerste kind gaat met 750 euro omhoog, voor het tweede kind en verder met 883 euro.

Wie in een huurhuis woont en recht heeft op huurtoeslag, kan ook rekenen op een extraatje. De maximale huurtoeslag gaat volgend jaar met 416 euro omhoog. En het noodfonds voor mensen die moeite hebben de energierekening te betalen blijft ook in 2024 bestaan.

Iedereen die een baan heeft profiteert daarnaast van verhoging van de arbeidskorting. Dat is een belastingkorting voor werkenden. Deze gaat met 115 euro omhoog.

Een bezuiniging op jonggehandicapten wordt teruggedraaid. En het kabinet trekt 30 miljoen per jaar uit voor armoedebestrijding in het Caraïbisch deel van het koninkrijk.

Hogere inkomens

“Dit wordt voor het grootste deel betaald uit herverdeling, waarbij mensen hoog inkomen iets meer betalen”, schrijft Kaag. Hoge inkomens vallen eerder in het hoogste tarief en gaan dus meer belasting betalen. Dat levert 1,6 miljard euro op.

Verder gaan accijns op tabak en alcohol omhoog. Dat moet de schatkist jaarlijks 100 miljoen euro opleveren.

Minister Kaag van Financiën sprak eind augustus ook al van een evenwichtige begroting ‘met oog voor hen die het moeilijk hebben’. In de plannen van het kabinet gaan de laagste inkomens er ruim twee procent op vooruit.

Uit de stukken blijkt verder dat de Nederlandse economie volgend jaar met 1,5 procent groeit. De staatsschuld daalt verder naar 46,9 procent.

Uitgelekte Prinsjesdagstukken

Miljoenennota: koopkracht stijgt in 2024 met 1,8 procent

15 september 2023 16:35Aangepast 15 september 2023 17:34

Minister Kaag van Financiën.Beeld © ANP

De koopkracht stijgt volgend jaar gemiddeld met 1,8 procent. Dat blijkt uit de Miljoenennota die op Prinsjesdag wordt gepresenteerd en die de politieke redactie van RTL Nieuws heeft ingezien. Om te voorkomen dat het aantal mensen dat niet kan rondkomen nog verder groeit, trekt het kabinet ruim twee miljard euro uit.

“Te veel volwassenen en kinderen leven in armoede”, schrijft demissionair minister van Financiën Kaag in het voorwoord van de Miljoenennota. “Zij kunnen de vaste lasten nauwelijks opbrengen en hebben geen geld over voor een gezonde maaltijd of nieuwe kleren.” 

Kaag schrijft dat dat ‘onaanvaardbaar’ is en daarom geeft het kabinet 2 miljard euro uit aan armoedebestrijding.

Koopkracht

Volgens de koopkrachtcijfers gaan alle inkomensgroepen erop vooruit. Zo gaan de laagste inkomens er iets meer dan 1 procent op vooruit, net als gepensioneerden.

Gezinnen met kinderen hebben volgend jaar een plus van 2,4 procent, de hoogste inkomens een plus van 1,5 procent. Uitkeringsgerechtigden krijgen er 0,7 procent bij.

Voorkomen

Omdat het kabinet is gevallen, is de begroting die op Prinsjesdag wordt gepresenteerd vrijwel beleidsarm. Alleen voor armoedebestrijding trekt het kabinet dus wel de portemonnee. Zonder overheidsingrijpen zou het aantal mensen dat in armoede leeft in 2024 stijgen tot bijna een miljoen. De Tweede Kamer had er daarom bij het kabinet op aangedrongen om – ook al is het demissionair – toch met maatregelen te komen om dat te voorkomen.

“Een evenwichtig pakket. Zo zorgen we voor meer ruimte in de portemonnee en hopelijk minder stress”, aldus Kaag. “Het blijft onverminderd van belang te werken aan kansengelijkheid en bestaanszekerheid voor iedereen.”

Kindgebonden budget

Vooral de laagste inkomens profiteren van een reeks maatregelen die het kabinet neemt. Voor verhoging van het kindgebonden budget trekt het kabinet 1,1 miljard euro uit. Het maximale bedrag voor het eerste kind gaat met 750 euro omhoog, voor het tweede kind en verder met 883 euro.

Wie in een huurhuis woont en recht heeft op huurtoeslag, kan ook rekenen op een extraatje. De maximale huurtoeslag gaat volgend jaar met 416 euro omhoog. En het noodfonds voor mensen die moeite hebben de energierekening te betalen blijft ook in 2024 bestaan.

Iedereen die een baan heeft profiteert daarnaast van verhoging van de arbeidskorting. Dat is een belastingkorting voor werkenden. Deze gaat met 115 euro omhoog.

Een bezuiniging op jonggehandicapten wordt teruggedraaid. En het kabinet trekt 30 miljoen per jaar uit voor armoedebestrijding in het Caraïbisch deel van het koninkrijk.

Hogere inkomens

“Dit wordt voor het grootste deel betaald uit herverdeling, waarbij mensen hoog inkomen iets meer betalen”, schrijft Kaag. Hoge inkomens vallen eerder in het hoogste tarief en gaan dus meer belasting betalen. Dat levert 1,6 miljard euro op.

Verder gaan accijns op tabak en alcohol omhoog. Dat moet de schatkist jaarlijks 100 miljoen euro opleveren.

Minister Kaag van Financiën sprak eind augustus ook al van een evenwichtige begroting ‘met oog voor hen die het moeilijk hebben’. In de plannen van het kabinet gaan de laagste inkomens er ruim twee procent op vooruit.

Uit de stukken blijkt verder dat de Nederlandse economie volgend jaar met 1,5 procent groeit. De staatsschuld daalt verder naar 46,9 procent.

Sobere begroting

“Behalve de maatregelen om stijging van de armoede tegen te gaan is het een sobere begroting”, zegt politiek verslaggever Roel Schreinemachers. “De verwachting is wel dat de Tweede Kamer nog het een en ander gaat verbouwen aan de plannen.”

“Zo willen verschillende partijen de accijnsverhoging voor brandstoffen die volgend jaar van kracht wordt geheel of gedeeltelijk terugdraaien. En gaan er ook stemmen op om nu al met extra maatregelen te komen om te zorgen dat mensen met de laagste inkomens beter kunnen rondkomen. In andere woorden: om hun bestaanszekerheid te verbeteren.”

Bron: RTL Nieuws

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noot 22/Wij Willem-Alexander

Opgeslagen onder Divers

Noten 23 en 24/Wij Willem-Alexander

[23]

NOS

PRINSES AMALIA ZIET VOORLOPIG AF VAN TOELAGE VAN 1.6 MILJOEN

EURO

11 JUNI 2021

https://nos.nl/artikel/2384603-prinses-amalia-ziet-voorlopig-af-van-toelage-van-1-6-miljoen-euro

Prinses Amalia ziet voorlopig af van haar toelage. In december wordt ze achttien en vanaf dat moment heeft ze volgens de wet recht op zo’n 1,6 miljoen euro per jaar. Een kleine 300.000 euro per jaar daarvan is inkomen, de vergoeding voor personele en materiële uitgaven is ruim 1,3 miljoen.

Nu meldt Amalia dat ze tot het eind van haar studie geen beroep doet op het inkomensdeel van haar uitkering, en dat ze “zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie als Prinses van Oranje” ook de onkostenvergoeding terugstort. De kroonprinses heeft daar zelf een brief over geschreven aan demissionair premier Rutte en die heeft de Tweede Kamer geïnformeerd.Rijksoverheid

De brief die prinses Amalia aan demissionair premier Rutte stuurde

Amalia slaagde gisteren voor haar eindexamen gymnasium. Ze gaat niet meteen een vervolgopleiding doen, maar ze wil “eerst de wereld verkennen”. In haar brief schrijft de kroonprinses dat ze het “ongemakkelijk” vindt om een uitkering te krijgen zolang ze daar “weinig als tegenprestatie tegenover kan stellen en andere studenten het zoveel moelijker hebben, zeker in deze onzekere corona-tijd”.

Dat een lid van het Koninklijk Huis afziet van de toelage, is nog nooit eerder gebeurd.

De toelage voor het Koninklijk Huis is bijna elk jaar een thema bij de behandeling van de begroting in de Tweede Kamer. In aanloop naar haar achttiende verjaardag kwam daar ook de discussie bij over de financiën van de kroonprinses. Sommige Kamerleden vinden het bedrag voor Amalia te hoog.

Rutte: begrip en waardering

Rutte heeft begrip en waardering voor de stap van de kroonprinses. Hij benadrukte dat het “echt haar brief en haar besluit was”.

De premier denkt niet dat dit besluit tot een nieuwe discussie zal leiden over de toelagen van het Koninklijk Huis. “Nee, de wet blijft de wet en zij maakt deze keus.”

Volgens de premier moeten we blij zijn met een kroonprinses die dit doet en “moeten we dat niet problematiseren”. Rutte denkt dat Amalia een “geweldige koningin” wordt.

EINDE

De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. ”

KONINKLIJK HUIS.NL

HET KONINKLIJK HUIS

BEGROTING VAN DE KONING

https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/financien-koninklijk-huis/begroting-van-de-koning

Begroting van de Koning

De Grondwet bepaalt in artikel 40 dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) werkt deze bepaling in de Grondwet verder uit. De wet regelt de uitkering voor de Koning, zijn opvolger (als deze meerderjarig is) en de Koning die afstand heeft gedaan van het Koningschap. Ook hun echtgenoten (of weduwen/weduwnaars) krijgen een uitkering. Op dit moment ontvangen Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima, de Prinses van Oranje en Prinses Beatrix een grondwettelijke uitkering.

De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component). 

De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. 

De WFSKH bepaalt ook dat de personele en materiële kosten van het koningschap door het Rijk worden betaald. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor het personeel en het wagenpark van de Dienst van het Koninklijk Huis.

De uitwerking van deze bepalingen in de Grondwet en de WFSKH vindt jaarlijks plaats via de begroting van de Koning. De begroting van de Koning bevat de verwachte uitgaven voor de uitoefening van het koningschap. Deze uitgaven zijn opgenomen in drie artikelen:

Artikel 1: Grondwettelijke uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis

Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning

Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen

De totale uitgaven op de begroting van de Koning worden voor het jaar 2024 begroot op € 55.901.000. Het volgende overzicht laat alle bedragen zien (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan in 2024. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.

Infographic Begroting van de Koning 2024

Overzicht van alle bedragen (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.

Vergroot afbeeldingVergroot afbeelding

Uitgeschreven tekst

Beeld: ©RVD

Documenten

EINDE

HET KONINKLIJK HUIS

HOE WORDT DE HOOGTE VAN DE UITKERING VAN DE

KONING BEPAALD?

https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/financien-koninklijk-huis/vraag-en-antwoord/hoe-wordt-de-hoogte-van-de-uitkering-voor-de-koning-bepaald

Hoe wordt de hoogte van de uitkering voor de Koning bepaald?

De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) stelt de uitkeringen vast voor de uitkeringsgerechtigde leden van het Koninklijk Huis, en hoe deze uitkeringen aan de lonen en uitkeringen worden aangepast.

De A-component bestaat uit het inkomen. Het inkomen volgt de ontwikkeling van het netto-inkomen van de vicepresident van de Raad van State. Dat inkomen volgt weer de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De B-component bestaat uit personele en materiële uitgaven. De B-component loopt voor de ene helft gelijk aan de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De andere helft volgt de ontwikkeling van de prijzen.

EINDE

[24]

BLAUW BLOED

PRINSES AMALIA ZIET OOK VOLGEND JAAR AF VAN TOELAGE

20 SEPTEMBER 2023

https://blauwbloed.eo.nl/royaltynieuws/prinses-amalia-toelage-2024

De Prinses van Oranje ziet volgend jaar af van haar jaarlijkse toelage. Dit staat in de Miljoenennota die gisteren op Prinsjesdag is gepresenteerd. Prinses Amalia, die vanaf haar achttiende verjaardag recht heeft op een inkomen en onkostenvergoeding, ziet er wederom van af.

Prinses Amalia slaat de ruim 1,7 miljoen euro waar ze recht op heeft nog een extra jaar af. De toelage van 2023 is opgebouwd uit een inkomen van 307.000 euro en een onkostenvergoeding van 1,4 miljoen euro. In 2024 stijgt dit totale bedrag naar zo’n 1,8 miljoen, maar het hele bedrag wordt volgend jaar wederom teruggestort naar de Nederlandse staat. De prinses deed nog voor haar achttiende verjaardag afstand van haar jaarlijkse toelage. In een persoonlijke brief aan de toenmalige minister-president Mark Rutte legde ze uit waarom ze het bedrag nog niet wil ontvangen. 

“Ik vind dat ongemakkelijk zolang ik daar weinig als tegenprestatie tegenover kan stellen en andere studenten het zoveel moeilijker hebben, zeker in deze Corona tijd”, zo schreef prinses Amalia op 11 juni 2021. “Het inkomen zal ik daarom tot aan het einde van mijn studie terugstorten. Bovendien zal ik zolang ik mijn functie als Prinses van Oranje geen hoge kosten hoef te maken, ook de onkostenvergoeding terugstorten. Ik hoop dat u het begrijpt.” 

De prinses studeert sinds 2022 aan de UVA in Amsterdam en is dit schooljaar aan haar tweede studiejaar begonnen. De verwachting is dat Amalia pas gebruik gaat maken van haar toelage zodra ze haar studie heeft afgerond. 

Meer geld naar het koningshuis dan voorheen 

De kosten voor het koningshuis stijgen in 2024 meer dan voorheen. Uit de gepresenteerde Miljoenennota blijkt dat er komend jaar meer geld wordt uitgetrokken voor het koningshuis, namelijk ruim 55 miljoen. Dat is een stijging van zo’n 11 procent. Dit is de hoogste stijging sinds koning Willem-Alexander op de troon zit. 

Koning Willem-Alexander, koningin Máxima, prinses Amalia en prinses Beatrix hebben volgend jaar in totaal ongeveer 600.000 euro meer te besteden dan dit jaar, opgebouwd uit inkomen en onkostenvergoeding. Al stort Amalia haar toelage natuurlijk terug. De Rijksvoorlichtingsdienst laat weten dat de leden van het koninklijk huis daarin de cao van het Rijk volgen.

Foto’s: ANP

EINDE

De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. ”

KONINKLIJK HUIS.NL

HET KONINKLIJK HUIS

BEGROTING VAN DE KONING

https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/financien-koninklijk-huis/begroting-van-de-koning

Begroting van de Koning

De Grondwet bepaalt in artikel 40 dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) werkt deze bepaling in de Grondwet verder uit. De wet regelt de uitkering voor de Koning, zijn opvolger (als deze meerderjarig is) en de Koning die afstand heeft gedaan van het Koningschap. Ook hun echtgenoten (of weduwen/weduwnaars) krijgen een uitkering. Op dit moment ontvangen Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima, de Prinses van Oranje en Prinses Beatrix een grondwettelijke uitkering.

De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component). 

De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. 

De WFSKH bepaalt ook dat de personele en materiële kosten van het koningschap door het Rijk worden betaald. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor het personeel en het wagenpark van de Dienst van het Koninklijk Huis.

De uitwerking van deze bepalingen in de Grondwet en de WFSKH vindt jaarlijks plaats via de begroting van de Koning. De begroting van de Koning bevat de verwachte uitgaven voor de uitoefening van het koningschap. Deze uitgaven zijn opgenomen in drie artikelen:

Artikel 1: Grondwettelijke uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis

Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning

Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen

De totale uitgaven op de begroting van de Koning worden voor het jaar 2024 begroot op € 55.901.000. Het volgende overzicht laat alle bedragen zien (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan in 2024. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.

Infographic Begroting van de Koning 2024

Overzicht van alle bedragen (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.

Vergroot afbeeldingVergroot afbeelding

Uitgeschreven tekst

Beeld: ©RVD

Documenten

EINDE

HET KONINKLIJK HUIS

HOE WORDT DE HOOGTE VAN DE UITKERING VAN DE

KONING BEPAALD?

https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/financien-koninklijk-huis/vraag-en-antwoord/hoe-wordt-de-hoogte-van-de-uitkering-voor-de-koning-bepaald

Hoe wordt de hoogte van de uitkering voor de Koning bepaald?

De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) stelt de uitkeringen vast voor de uitkeringsgerechtigde leden van het Koninklijk Huis, en hoe deze uitkeringen aan de lonen en uitkeringen worden aangepast.

De A-component bestaat uit het inkomen. Het inkomen volgt de ontwikkeling van het netto-inkomen van de vicepresident van de Raad van State. Dat inkomen volgt weer de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De B-component bestaat uit personele en materiële uitgaven. De B-component loopt voor de ene helft gelijk aan de salarisontwikkeling van de rijksambtenaren. De andere helft volgt de ontwikkeling van de prijzen.

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noten 23 en 24/Wij Willem-Alexander

Opgeslagen onder Divers

Noot 25/Wij Willem-Alexander

[25]

De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. ”

KONINKLIJK HUIS.NL

HET KONINKLIJK HUIS

BEGROTING VAN DE KONING

https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/financien-koninklijk-huis/begroting-van-de-koning

Begroting van de Koning

De Grondwet bepaalt in artikel 40 dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) werkt deze bepaling in de Grondwet verder uit. De wet regelt de uitkering voor de Koning, zijn opvolger (als deze meerderjarig is) en de Koning die afstand heeft gedaan van het Koningschap. Ook hun echtgenoten (of weduwen/weduwnaars) krijgen een uitkering. Op dit moment ontvangen Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima, de Prinses van Oranje en Prinses Beatrix een grondwettelijke uitkering.

De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component). 

De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. 

De WFSKH bepaalt ook dat de personele en materiële kosten van het koningschap door het Rijk worden betaald. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor het personeel en het wagenpark van de Dienst van het Koninklijk Huis.

De uitwerking van deze bepalingen in de Grondwet en de WFSKH vindt jaarlijks plaats via de begroting van de Koning. De begroting van de Koning bevat de verwachte uitgaven voor de uitoefening van het koningschap. Deze uitgaven zijn opgenomen in drie artikelen:

Artikel 1: Grondwettelijke uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis

Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning

Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen

De totale uitgaven op de begroting van de Koning worden voor het jaar 2024 begroot op € 55.901.000. Het volgende overzicht laat alle bedragen zien (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan in 2024. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.

Infographic Begroting van de Koning 2024

Overzicht van alle bedragen (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.

Vergroot afbeeldingVergroot afbeelding

Uitgeschreven tekst

Beeld: ©RVD

Documenten

EINDE

Prinses Amalia wil geen toelage van bijna 1,6 miljoen euro per jaar als zij straks achttien jaar wordt. “Ik vind dat ongemakkelijk zolang ik daar weinig als tegenprestatie tegenover kan stellen”, schrijft ze in een brief aan demissionair premier Mark Rutte.

Amalia gaat het inkomen tot aan het eind van haar studie terugstorten. De prinses zou ruim 1,5 miljoen euro per jaar krijgen na haar achttiende verjaardag. Daarvan is een deel bedoeld als inkomsten en een deel als onkostenvergoeding.”

BLAUW BLOED

EO

PRINSES AMALIA ZIET AF VAN TOELAGE

https://blauwbloed.eo.nl/royaltynieuws/prinses-amalia-wil-gee-toelage

Prinses Amalia wil geen toelage van bijna 1,6 miljoen euro per jaar als zij straks achttien jaar wordt. “Ik vind dat ongemakkelijk zolang ik daar weinig als tegenprestatie tegenover kan stellen”, schrijft ze in een brief aan demissionair premier Mark Rutte.

Amalia gaat het inkomen tot aan het eind van haar studie terugstorten. De prinses zou ruim 1,5 miljoen euro per jaar krijgen na haar achttiende verjaardag. Daarvan is een deel bedoeld als inkomsten en een deel als onkostenvergoeding.

Rutte schrijft terug dat hij “begrip en waardering heeft voor uw persoonlijke overwegingen”. “Ik wens u een mooi tussenjaar toe, en alle wijsheid bij het kiezen van een toekomstige studie”, aldus Rutte.

9c4d5bef-fc28-4e87-a80e-ddcf15d6bc9d.JPG

Prinses Elisabeth

Prinses Amalia is niet de enige Europese troonopvolgster die vooralsnog geen uitkering krijgt. De Belgische prinses Elisabeth ging haar voor.

Anders dan Amalia werd de beslissing gemaakt door haar ouders, koning Filip en koningin Mathilde. Ze wilden haar nog niet belasten met de verplichtingen die zo’n dotatie met zich meebrengt. Volgens de wet kan de prinses aanspraak maken op een dotatie vanaf het moment dat ze meerderjarig is.

Elisabeth werd in oktober 2019 18 jaar en had kunnen rekenen op een bedrag van 920.000 euro per jaar.

Bron: ANP

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noot 25/Wij Willem-Alexander

Opgeslagen onder Divers

Noten 26 en 27/Wij Willem-Alexander

[26]

De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component). ”HET KONINKLIJK HUISBEGROTING VAN DE KONING

https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/financien-koninklijk-huis/begroting-van-de-koning

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 17

[27]

”De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. ”

KONINKLIJK HUIS

BEGROTING VAN DE KONING

https://www.koninklijkhuis.nl/onderwerpen/financien-koninklijk-huis/begroting-van-de-koning

Begroting van de Koning

De Grondwet bepaalt in artikel 40 dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) werkt deze bepaling in de Grondwet verder uit. De wet regelt de uitkering voor de Koning, zijn opvolger (als deze meerderjarig is) en de Koning die afstand heeft gedaan van het Koningschap. Ook hun echtgenoten (of weduwen/weduwnaars) krijgen een uitkering. Op dit moment ontvangen Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima, de Prinses van Oranje en Prinses Beatrix een grondwettelijke uitkering.

De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component). 

De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten, waarna het zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. 

De WFSKH bepaalt ook dat de personele en materiële kosten van het koningschap door het Rijk worden betaald. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor het personeel en het wagenpark van de Dienst van het Koninklijk Huis.

De uitwerking van deze bepalingen in de Grondwet en de WFSKH vindt jaarlijks plaats via de begroting van de Koning. De begroting van de Koning bevat de verwachte uitgaven voor de uitoefening van het koningschap. Deze uitgaven zijn opgenomen in drie artikelen:

Artikel 1: Grondwettelijke uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis

Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning

Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen

De totale uitgaven op de begroting van de Koning worden voor het jaar 2024 begroot op € 55.901.000. Het volgende overzicht laat alle bedragen zien (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan in 2024. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.

Infographic Begroting van de Koning 2024

Overzicht van alle bedragen (in miljoenen), die op de begroting van de Koning staan. In het onderste overzicht staan de bedragen uit andere begrotingen binnen de Rijksbegroting die met het Koningschap te maken hebben.

Vergroot afbeeldingVergroot afbeelding

Uitgeschreven tekst

Beeld: ©RVD

Documenten

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noten 26 en 27/Wij Willem-Alexander

Opgeslagen onder Divers