Noten 1 t/m 14/Koning der Nederlanden
Reacties uitgeschakeld voor Noten 1 t/m 14/Koning der Nederlanden
Opgeslagen onder Divers
Noten V/1 [Eerste deel],V/2 [Tweede Deel] en V/3 [Derde Deel]/Voorafgaande aan Noot 1/Koning der Nederlanden
Reacties uitgeschakeld voor Noten V/1 [Eerste deel],V/2 [Tweede Deel] en V/3 [Derde Deel]/Voorafgaande aan Noot 1/Koning der Nederlanden
Opgeslagen onder Divers
Noot V/1/Voorafgaande aan noot 1/Eerste Deel/Wij Willem-Alexander
V/1
VOLKSKRANT
TROONREDE IN TEKEN VAN VERKIEZINGEN EN
BESTAANSZEKERHEID, TERWIJL OVERHEIDSFINANCIEN VRAGEN OM KEUZES
19 SEPTEMBER 2023
Nieuw beleid kon koning Willem-Alexander in zijn Troonrede niet aankondigen, wel gaf het staatshoofd een inkijkje in de uitdagingen waar de formerende partijen na de verkiezingen voor staan. Er moet werk gemaakt worden van bestaanszekerheid, uitgerekend in tijden dat de hand bij de overheid weer op de knip moet.
Met voor het eerst een leesbril op de neus, maar alweer voor de elfde keer sprak de koning de Staten-Generaal toe in wat de geschiedenisboeken ingaat als de laatste troonrede in het tijdperk-Rutte.
Waar het demissionair kabinet vorig jaar nog 17 miljard euro uittrok om de koopkracht over de volle breedte van de samenleving overeind te houden, is dit jaar niet meer dan 2 miljard euro vrijgespeeld voor de laagste inkomens. Voor deze groep trekt het kabinet de portemonnee om de huurtoeslag en het kindgebonden budget te verhogen. Mensen die in de knel komen met hun energierekening kunnen ook volgend jaar een beroep blijven doen op het Noodfonds Energie. Ook de arbeidskorting gaat omhoog, zodat werkenden een plusje op de salarisstrook terugzien. Met het pakket voorkomt het kabinet dat de armoede verder stijgt, maar het dringt de bestaande armoede niet verder terug.
Terughoudendheid
Meer zat er dit jaar niet in. Niet verwonderlijk nu politiek Den Haag zich na de val van het kabinet warmloopt voor nieuwe verkiezingen. ‘De demissionaire status van het kabinet betekent onvermijdelijk terughoudendheid in het doen van nieuwe voorstellen’, aldus de koning.
Maar er is meer aan de hand. Na lange tijd moet dit kabinet, maar ook het volgende kabinet, weer opletten wat er binnenkomt en wat het kan uitgeven. ‘De stand van de overheidsfinanciën en oplopende rentelasten dwingen tot grotere financiële voorzichtigheid dan in de achter ons liggende jaren’, luidde de waarschuwing van de koning, die daarmee vooruitliep op de komende verkiezingen en de kabinetsformatie die daarna volgt. Voor de aanpak van de uitdagingen waar de politiek voor staat moet weer gekozen worden uit schaarste.
Die uitdagingen zijn er zeker. Niet iedereen in Nederland kan genieten van dezelfde kansen in het onderwijs of de woningmarkt, waarschuwde de Troonrede. ‘Wie van buiten naar de Nederlandse samenleving kijkt, ziet op het eerste gezicht een aantrekkelijk land met goede voorzieningen en een sterke economie, ingebed in krachtige internationale structuren die beschermen en welvaart brengen’, aldus de koning. ‘Maar achter dat positieve beeld gaat de permanente opdracht schuil om te blijven werken aan kansengelijkheid, bestaanszekerheid en perspectief. Voor lang niet iedereen zijn een fatsoenlijk huis, een goede gezondheid en een veilige thuissituatie vanzelfsprekend. Niet elk kind krijgt dezelfde kansen op een goede toekomst en niet iedere inwoner van ons land voelt zich gehoord en gezien.’
Maatschappelijk weefsel
Met een blik op ontwikkelingen in het buitenland, met een invasieoorlog op het Europese continent, stond de koning nadrukkelijk stil bij de eigen democratie en wat hij omschreef als ‘het maatschappelijk weefsel dat ons als samenleving bij elkaar houdt’. ‘Onderhoud van de democratie is niet iets van de overheid alleen’, zei de koning. ‘Democratie is veel meer dan je stem uitbrengen. Het is een houding. Het is de bereidheid te luisteren, begrip op te brengen voor andere standpunten en een zorgvuldige afweging van belangen te maken. Als verschillen van opvatting verharden tot onoverbrugbare tegenstellingen, tast dat onvermijdelijk het vertrouwen in onze democratische instituties aan.’
Sprekend tegenover de zaal gevuld met vertrekkende politici en nieuwe uitdagers van de zittende macht als Pieter Omtzigt (Nieuw Sociaal Contract) en Caroline van der Plas (BBB) sprak hij de hoop uit dat de nieuwe lichting na de verkiezingen zal blijven bouwen aan het maatschappelijk weefsel. ‘Er ligt een grote opdracht voor iedereen die politieke of bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt om mensen houvast en hoop te bieden in een tijd van grote veranderingen.’
EINDE BERICHTGEVING
Reacties uitgeschakeld voor Noot V/1/Voorafgaande aan noot 1/Eerste Deel/Wij Willem-Alexander
Opgeslagen onder Divers
Noot V/2/Voorafgaande aan noot 1/Tweede Deel/Wij Willem-Alexander
V/2
KONINKLIJK HUIS.NL
BEEDIGING EN INHULDIGING
Beëdiging en inhuldiging
In het Koninkrijk der Nederlanden wordt een nieuwe Koning niet gekroond, maar beëdigd en ingehuldigd. De nieuwe Koning is in functie vanaf het moment dat zijn voorganger overlijdt of troonsafstand doet. Volgens de Grondwet moet de Koning zo snel mogelijk daarna worden beëdigd en ingehuldigd.
De Grondwet schrijft voor dat de beëdiging en inhuldiging moet plaatsvinden in de hoofdstad Amsterdam tijdens een openbare Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal (de Eerste en Tweede Kamer). De Koning zweert of belooft trouw aan het Statuut voor het Koninkrijk en de Grondwet en een getrouwe vervulling van zijn ambt.
Inhuldigingsceremonie
De huidige inhuldigingsceremonie is voor het eerst uitgevoerd in 1814 bij de inhuldiging van Koning Willem I, toen nog als soeverein vorst. Sindsdien is de Nieuwe Kerk in Amsterdam de locatie voor deze plechtigheid. De ceremonie kreeg haar definitieve vorm bij de beëdiging en inhuldiging van Koning Willem II in 1840.
Hoewel de plechtigheid in een kerk plaatsvindt, heeft de huldiging geen godsdienstig karakter. De betekenis ervan is puur staatsrechtelijk. Omdat de Koning in Nederland niet gekroond wordt, is de kroon bij beëdiging en inhuldiging alleen te zien samen met de andere regalia op de credenstafel.
De formulering van de eed of belofte van de Koning is vastgelegd in de Wet beëdiging en inhuldiging van de Koning, en luidt als volgt:
“Ik zweer (beloof) aan de volkeren van het Koninkrijk dat Ik het Statuut voor het Koninkrijk en de Grondwet steeds zal onderhouden en handhaven.
Ik zweer (beloof) dat Ik de onafhankelijkheid en het grondgebied van het Koninkrijk met al Mijn vermogen zal verdedigen en bewaren; dat Ik de vrijheid en de rechten van alle Nederlanders en alle ingezetenen zal beschermen, en tot instandhouding en bevordering van de welvaart alle middelen zal aanwenden welke de wetten Mij ter beschikking stellen, zoals een goed en getrouw Koning schuldig is te doen.
Zo waarlijk helpe Mij God almachtig! (Dat beloof Ik!)”
Regalia
De regalia zijn in 1840 in opdracht van Koning Willem II door verschillende edelsmeden gemaakt. Ze symboliseren de macht en waardigheid van de Koning. De regalia bestaan uit de kroon, de scepter, de rijksappel, het rijkszwaard en de rijksstandaard.
De kroon symboliseert de soevereiniteit van het Koninkrijk der Nederlanden en verbeeldt de waardigheid van het staatshoofd. De scepter staat symbool voor het gezag van de Koning. De rijksappel staat symbool voor het grondgebied van de Koning. Het rijkszwaard staat symbool voor de macht van de Koning. Op de rijksstandaard of -banier staat het Nederlandse wapen.
Nederland kent alleen een inhuldiging, geen kroning. Dit betekent dat de Koning(in) de kroon nooit op zijn of haar hoofd draagt. Bij een inhuldiging liggen de regalia, ook wel rijksinsigniën genoemd, op de zogeheten credenstafel. Op de tafel ligt ook een exemplaar van de Nederlandse Grondwet en een exemplaar van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.
Zie ook
[2]
TROONREDE 2023
RIJKSOVERHEID
TROONREDE 2023
Op 19 september 2023 opent Koning Willem-Alexander het nieuwe werkjaar van het parlement in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag met het uitspreken van de Troonrede.
Leden van de Staten-Generaal,
10 jaar geleden mocht ik voor het eerst in uw midden de Troonrede uitspreken. 10 jaar waarop ik dankbaar terugkijk. Sommige gebeurtenissen waren indringend en rauw van verdriet, zoals de aanslag op vlucht MH17. Op andere momenten ging emotie hand in hand met heling en verbondenheid, zoals dit jaar op 1 juli, tijdens de herdenking van de afschaffing van de slavernij. Natuurlijk denk ik aan de coronaperiode, die zo diep ingreep in ieders persoonlijk leven. En uiteraard denk ik aan de oorlog in Oekraïne. Het zijn dit soort momenten en gebeurtenissen die voor altijd deel uit zullen blijven maken van onze geschiedenis en die in uw en mijn geheugen staan gegrift.
Daarnaast waren er de honderden hartverwarmende bezoeken die ik in deze eerste tien jaar in het hele Koninkrijk mocht afleggen, met duizenden inspirerende ontmoetingen. Die hebben een onvergetelijke indruk op mij gemaakt. Nederland blijkt keer op keer een land van ondernemende en initiatiefrijke mensen die voor en met elkaar het goede willen doen, in verbondenheid met hun buren, dorp, stad, vereniging of regio.
Het is dezelfde diepe verbondenheid die ik ook weer voelde bij mijn laatste bezoek aan het Caribisch deel van het Koninkrijk. Ik ontleen er de vaste overtuiging aan dat het maatschappelijk weefsel van onze samenleving bescherming verdient. Er schuilt een grote samenbindende kracht in alles wat mensen met elkaar bereiken in het kleine, het dagelijkse, het gewone. Verbinding ontstaat waar mensen bij elkaar komen. Dat is niet vanzelfsprekend, maar vraagt blijvende aandacht en inzet van ons allemaal.
Wie van buiten naar de Nederlandse samenleving kijkt, ziet op het 1e gezicht een aantrekkelijk land met goede voorzieningen en een sterke economie, ingebed in krachtige internationale structuren die beschermen en welvaart brengen.
Maar achter dat positieve beeld gaat de permanente opdracht schuil om te blijven werken aan kansengelijkheid, bestaanszekerheid en perspectief. Voor lang niet iedereen zijn een fatsoenlijk huis, een goede gezondheid en een veilige thuissituatie vanzelfsprekend. Niet elk kind krijgt dezelfde kansen op een goede toekomst en niet iedere inwoner van ons land voelt zich gehoord en gezien. Er is nog altijd discriminatie en racistische uitsluiting in de samenleving.
Ook daarom blijft de verwerking van het slavernijverleden juist na dit herdenkingsjaar in het hele Koninkrijk hoog op de agenda staan. Zodat we na erkenning en excuses samen mogen werken aan heling, verzoening en herstel.
De demissionaire status van het kabinet betekent onvermijdelijk terughoudendheid in het doen van nieuwe voorstellen. De stand van de overheidsfinanciën en oplopende rentelasten dwingen bovendien tot grotere financiële voorzichtigheid dan in de achter ons liggende jaren. Er zijn onderwerpen die hoe dan ook om daadkracht vragen: het armoedevraagstuk, het herstel voor de toeslagenouders, de afhandeling van de aardbevingsschade in Groningen, MH17 en de steun aan Oekraïne.
Daarnaast delen het demissionaire kabinet en de volksvertegenwoordiging de verantwoordelijkheid om door te werken aan de overige beleidsterreinen die ons allen raken, zoals de bouw van voldoende woningen en goed onderwijs. U mag erop rekenen dat het kabinet bereid is te doen wat in het landsbelang is, uiteraard in goed overleg en nauwe afstemming met u.
Dat betekent in de 1e plaats dat het kabinet ongeveer 2 miljard euro aan koopkrachtmaatregelen neemt, zodat de armoede niet toeneemt. Om te voorkomen dat gezinnen met de laagste inkomens in 2024 achterblijven in koopkracht, gaat de huurtoeslag omhoog. Om kinderarmoede tegen te gaan wordt het kindgebonden budget verhoogd. Ook wordt het Noodfonds Energie verlengd, zodat mensen die hun energierekening niet meer kunnen betalen een vangnet hebben. Daarnaast wordt volgend jaar de arbeidskorting verhoogd, zodat werken meer loont. Voor Caribisch Nederland komt extra geld beschikbaar om armoede te bestrijden.
Ook bij de afhandeling van de toeslagenaffaire en de aardbevingsschade in Groningen mag de demissionaire status van het kabinet geen vertraging opleveren. Het kabinet zet alles op alles om het leed dat mensen en gezinnen is aangedaan zo goed en zo snel mogelijk te herstellen. In het toeslagendossier krijgen ouders meer regie en meer keuzes, zodat zij sneller verder kunnen met hun leven. De inwoners van het aardbevingsgebied kunnen erop rekenen dat de agenda van schadeherstel en versterking, sociale maatregelen en economisch perspectief in goed overleg wordt uitgevoerd.
Het brute geweld van Rusland tegen het Oekraïense volk in de illegale aanvalsoorlog tegen een soeverein buurland laat zien dat verworvenheden die voor ons decennialang zeker leken, dat niet zijn. Aan de oostgrens van Europa woedt een strijd om fundamentele democratische en rechtsstatelijke waarden.
Deze strijd raakt ook onze eigen veiligheid en toekomst. Veel Nederlanders voelen en tonen zich betrokken bij de Oekraïners. Het draagvlak voor steun aan Oekraïne is onverminderd groot. En dat is belangrijk, want hoe langer deze oorlog duurt, des te dringender humanitaire, militaire en financiële bijstand aan Oekraïne nodig is. De Nederlandse regering blijft, in nauwe samenwerking met EU- en NAVO-bondgenoten, al het mogelijke doen om te zorgen dat de Russische agressie stopt en de Oekraïners weer in vrede en vrijheid kunnen leven. Nederland is de thuisbasis van het Internationaal Strafhof en voelt daarom een speciale verantwoordelijkheid voor de voorbereiding op de berechting van oorlogsmisdaden. Vanwege het grote belang van een sterke NAVO en een sterk defensieapparaat gaat het kabinet door met de voorgenomen extra investeringen in de krijgsmacht. Onze steun en dank gaan uit naar onze militairen die wereldwijd werken aan vrede en veiligheid.
De Europese Unie heeft na de Russische inval in Oekraïne laten zien dat eensgezindheid en geopolitieke invloed in elkaars verlengde liggen. In een wereld van toenemende dreiging en machtspolitiek is versterkte internationale samenwerking van groot belang, zowel binnen de EU als met andere gelijkgestemde landen, zoals de Verenigde Staten. Nederland steunt het uitgangspunt van ‘open strategische autonomie’. Europa moet minder afhankelijk worden van Rusland, China en andere landen. Dit geldt onder meer voor energie, grondstoffen en medicijnen. Dat is net zo goed een veiligheidsvraagstuk als een economisch vraagstuk.
Ook in het internationale handelsbeleid werkt het kabinet aan economische weerbaarheid en het verlagen van ongewenste strategische afhankelijkheden. Op het gebied van ontwikkelingssamenwerking richten we ons op de grondoorzaken van armoede, terreur, irreguliere migratie en klimaatverandering. Dat draagt niet alleen bij aan het bereiken van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, maar ook aan de stabiliteit en welvaart in de wereld.
Wereldwijd staan democratie, vrijheid en de rechtsstaat onder druk. Niet alleen ver weg, maar ook op ons eigen continent. Des te belangrijker is het dat wij onze eigen democratische rechtsstaat koesteren, beschermen en versterken. Het is onacceptabel dat de georganiseerde misdaad onze samenleving ondermijnt en doordringt in onze straten, buurten en bedrijven. Bedreiging van journalisten, advocaten, politici en andere hoeders van de democratische rechtsstaat, vanuit welke hoek dan ook, is onaanvaardbaar. Dat vergt een continue inzet op veiligheid. Bijvoorbeeld door strenger toezicht te houden op personen in detentie.
Onderhoud van de democratie is niet iets van de overheid alleen. Het vraagt iets van ons allemaal. Democratie is veel meer dan je stem uitbrengen – het is een houding. Het is de bereidheid te luisteren, begrip op te brengen voor andere standpunten en een zorgvuldige afweging van belangen te maken. Als verschillen van opvatting verharden tot onoverbrugbare tegenstellingen, tast dat onvermijdelijk het vertrouwen in onze democratische instituties aan, en daarmee het maatschappelijk weefsel dat ons als samenleving bij elkaar houdt. En juist in het gewone dagelijkse leven – op scholen, in bedrijven, in kerken en moskeeën, in sportverenigingen en in gezinsverband – worden verschillen overbrugd en ontstaat onderling vertrouwen en een gezamenlijk toekomstperspectief.
Een goed voorbeeld van de manier waarop de regering die kracht van onderop wil stimuleren, is via cultuur. Cultuur confronteert, inspireert en overbrugt tegenstellingen. Van festivalterrein tot concertgebouw, en van museum tot muziekschool. Daarom blijft het kabinet bevorderen dat mensen kunnen genieten van cultuur, bijvoorbeeld met de Cultuurkaart voor jongeren. Ook wil het kabinet de openbare bibliotheek op zoveel mogelijk plaatsen terugbrengen, als plek waar mensen kunnen lezen, leren en elkaar ontmoeten.
Kansengelijkheid, bestaanszekerheid en perspectief bieden aan mensen, vormen de kern van de ambitie waarmee dit kabinet aan de slag is gegaan – in goede samenwerking met gemeenten, provincies en waterschappen. De publieke dienstverlening is de plek waar mensen de overheid vaak voor het eerst tegenkomen. Daar, bij het overheidsloket, moet vertrouwen ontstaan.
Daarom is het cruciaal om uitvoeringsorganisaties eerder te betrekken bij het maken van nieuw beleid, ruimte te geven aan de professionals in de uitvoering, en meer oog te hebben voor de uitvoerbaarheid en gevolgen van wet- en regelgeving.
Op veel beleidsterreinen gaat het werk door, ook nu het kabinet demissionair is. Zo moeten er op het gebied van migratie en inburgering en de effecten daarvan op onze samenleving belangrijke keuzes worden gemaakt, bijvoorbeeld over werk- en studiemigratie.
Wat betreft asiel is in de komende periode voldoende opvang nodig. Bovendien liggen de onderhandelingen over het gemeenschappelijk Europees asielstelsel niet stil, net zomin als de gesprekken in EU-verband over het beheersbaar maken van de instroom.
Een zeker bestaan met gelijke kansen valt of staat met goed onderwijs. In het onderwijsbeleid is er veel aandacht voor taal en rekenen en voor een grotere waardering van het middelbaar beroepsonderwijs, waar de vakmensen van de toekomst worden opgeleid. De herinvoering van de basisbeurs is een feit. De meest kwetsbare leerlingen krijgen een steuntje in de rug, met extra activiteiten buiten het klaslokaal en een gratis gezonde maaltijd op school. Het kabinet blijft inzetten op de aanpak van het lerarentekort, onder andere door regionaal de samenwerking tussen scholen, lerarenopleidingen en gemeenten te bevorderen. Het kabinet ondersteunt jonge onderzoekers en docenten, en stimuleert zowel praktijkgericht als wetenschappelijk onderzoek aan hogescholen en universiteiten.
Digitalisering en kunstmatige intelligentie leiden tot nieuwe kansen en risico’s op het gebied van werk, gezondheidszorg, onderwijs en economie. Het kabinet zet stappen om ervoor te zorgen dat iedereen veilig en vertrouwd kan meedoen, onder meer door mensen te helpen digitale vaardigheden op te doen.
Extremere weersomstandigheden en hoge energieprijzen onderstrepen het belang van een ambitieus klimaatbeleid dat steunt op een breed maatschappelijk draagvlak. In deze kabinetsperiode is een verandering in gang gezet, met subsidieregelingen voor isolatie, zonnepanelen, warmtepompen en andere maatregelen om burgers en bedrijven te helpen bij het maken van duurzame keuzes. Speciaal met het oog op het bedrijfsleven zetten we stappen om de capaciteit van het elektriciteitsnet in hoog tempo te vergroten en de overgang naar meer flexibel en gespreid gebruik te stimuleren.
Van meet af aan is duidelijk dat het stikstof- en natuurbeleid samen moet gaan met toekomstperspectief en duidelijkheid voor de landbouw. Zeker voor jonge boeren die willen bouwen aan een duurzame toekomst. Voor hen maakt het kabinet volgend jaar geld vrij voor steun bij bedrijfsopvolging. Ook de biologische sector krijgt extra ondersteuning. Het kabinet blijft zich inzetten voor voortgang op het stikstofdossier, in de wetenschap dat het probleem anders alleen maar groter wordt, met alle gevolgen van dien voor de natuur, maar ook voor de woningbouw en de aanleg van wegen. Daarom is het positief dat de provincies hun gebiedsplannen voor de reductie van stikstof hebben gepresenteerd, en dat enkele honderden bedrijven die veel stikstof uitstoten nabij kwetsbare natuur nadenken over meedoen aan een uitkoopregeling.
Op het gebied van de volkshuisvesting en ruimtelijke ordening neemt het kabinet de regie om met overheden, bouwers en corporaties meer betaalbare woningen te bouwen. Door in iedere regio bouwafspraken te maken, extra locaties aan te wijzen en financiële steun te geven.
Ook werkt het kabinet aan betere bescherming van huurders, door de regulering van de middenhuur. Voor al die politieagenten, leraren, verpleegkundigen en anderen met een salaris rond modaal is dat van groot belang. Een goede, betaalbare woning – in koop- of huursector – is immers een van de basisvoorwaarden voor bestaanszekerheid.
Het kabinet werkt aan een nieuwe Nota Ruimte, waarin de toekomstige inrichting van ons land centraal staat. Daarin gaat het onder meer om de balans tussen landbouw, visserij en natuur, ruimte voor een duurzame energievoorziening, circulaire economie, nieuwe stedelijke ontwikkeling en vitaal platteland. Ruimtelijke vraagstukken zijn in ons land ook altijd verbonden met water en mobiliteit. Onderwerpen die de komende periode dringend aandacht blijven vragen, zijn onder andere duidelijkheid over de toekomst van Schiphol, het onderhoud van onze infrastructuur en verbetering van de waterkwaliteit.
Voor de arbeidsmarkt is samen met werkgevers en werknemers een uitgebreid pakket maatregelen ontwikkeld dat nu wordt uitgevoerd. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk mensen de kans krijgen op een baan, voor hun persoonlijke ontwikkeling, maar ook omdat ons land iedereen nodig heeft. Meer vaste banen, tegengaan van discriminatie en betere werkomstandigheden voor arbeidsmigranten geven meer zekerheid aan kwetsbare werknemers.
Omdat de arbeidsmarkt verandert, is het belangrijk dat werkenden zich tijdens hun loopbaan blijven ontwikkelen. Het kabinet ondersteunt dit via het Nationaal Groeifonds en met regelingen die bijvoorbeeld gericht zijn op leren en ontwikkelen in het mkb. Met de Wet toekomst pensioenen, die op 1 juli jongstleden in werking is getreden, is een grote stap gezet naar een toekomstbestendiger pensioen. Pensioenuitvoerders, werkgevers en werknemers werken hard aan de overstap naar het nieuwe stelsel.
De basis voor onze welvaart wordt iedere dag opnieuw gelegd door het innovatieve Nederlandse bedrijfsleven, van familiebedrijf tot multinational en van boerenerf tot Brainport Eindhoven. Verdienen komt altijd vóór verdelen. Het zijn de ondernemers die zorgen voor de financiële mogelijkheden om de grote maatschappelijke kwesties te kunnen aanpakken. Het kabinet blijft streven naar een zo aantrekkelijk mogelijk ondernemingsklimaat, met oog voor de problemen waar ondernemers mee kampen, zoals de krappe arbeidsmarkt.
Daarnaast blijft het kabinet werken aan versterking van onze innovatiekracht en concurrentiepositie, en aan een voorspelbaar en stabiel fiscaal beleid. Met de autonome landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten bouwt het kabinet samen aan een toekomstbestendige economie en kwalitatief hoogwaardig bestuur.
Met de recent gesloten zorgakkoorden is de basis gelegd om de zorg goed, toegankelijk en betaalbaar te houden voor komende generaties. Hiermee worden curatieve zorg en langdurige zorg beter met elkaar verbonden. Met bijzondere aandacht voor meer regionale samenwerking tussen huisartsen, wijkverpleging, ziekenhuizen, gemeenten en andere partijen.
Voor ouderen werkt het kabinet aan meer zelfstandige woonvoorzieningen en goede zorg dichtbij. Mantelzorgers zijn van onschatbare waarde en daarom moeten zij worden ondersteund, bijvoorbeeld door de samenwerking en kennisoverdracht met de professionele zorgverleners te verbeteren. Het Nationaal Preventieakkoord draagt eraan bij dat Nederlanders gezonder kunnen leven, met als een van de belangrijke doelen een rookvrije generatie in 2040.
Ook werkt het kabinet met betrokken partijen verder aan hervormingen in de jeugdzorg, zodat kwetsbare kinderen en gezinnen sneller en beter geholpen kunnen worden. We zien dat jongeren steeds vaker kampen met mentale problemen, zoals somberheid en eenzaamheid. Samen met jongeren werkt het kabinet daarom aan oplossingen om hiermee om te kunnen gaan, bijvoorbeeld door het onderwerp beter bespreekbaar te maken en aandacht te hebben voor prestatiedruk op scholen en universiteiten. Een jonge generatie die gezond en gelukkig kan opgroeien, is een sterk fundament voor de samenleving van morgen.
Leden van de Staten-Generaal,
De komende maanden kiest Nederland opnieuw richting voor de toekomst. Er ligt een grote opdracht voor iedereen die politieke of bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt om mensen houvast en hoop te bieden in een tijd van grote veranderingen. Zo kunnen we blijven bouwen aan het maatschappelijk weefsel van ons land. De regering zal, in samenwerking met u, al het mogelijke doen om te werken aan de oplossing van problemen waar ons land voor staat. U mag zich in uw belangrijke werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.
Zie ook
Reacties uitgeschakeld voor Noot V/2/Voorafgaande aan noot 1/Tweede Deel/Wij Willem-Alexander
Opgeslagen onder Divers
Noot V/3/Voorafgaand aan Noot 1/Derde Deel/Wij Willem-Alexander
V/3
RIJKSOVERHEID
TROONREDE 2023
Toespraak | 19-09-2023
Op 19 september 2023 opent Koning Willem-Alexander het nieuwe werkjaar van het parlement in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag met het uitspreken van de Troonrede.
Leden van de Staten-Generaal,
10 jaar geleden mocht ik voor het eerst in uw midden de Troonrede uitspreken. 10 jaar waarop ik dankbaar terugkijk. Sommige gebeurtenissen waren indringend en rauw van verdriet, zoals de aanslag op vlucht MH17. Op andere momenten ging emotie hand in hand met heling en verbondenheid, zoals dit jaar op 1 juli, tijdens de herdenking van de afschaffing van de slavernij. Natuurlijk denk ik aan de coronaperiode, die zo diep ingreep in ieders persoonlijk leven. En uiteraard denk ik aan de oorlog in Oekraïne. Het zijn dit soort momenten en gebeurtenissen die voor altijd deel uit zullen blijven maken van onze geschiedenis en die in uw en mijn geheugen staan gegrift.
Daarnaast waren er de honderden hartverwarmende bezoeken die ik in deze eerste tien jaar in het hele Koninkrijk mocht afleggen, met duizenden inspirerende ontmoetingen. Die hebben een onvergetelijke indruk op mij gemaakt. Nederland blijkt keer op keer een land van ondernemende en initiatiefrijke mensen die voor en met elkaar het goede willen doen, in verbondenheid met hun buren, dorp, stad, vereniging of regio.
Het is dezelfde diepe verbondenheid die ik ook weer voelde bij mijn laatste bezoek aan het Caribisch deel van het Koninkrijk. Ik ontleen er de vaste overtuiging aan dat het maatschappelijk weefsel van onze samenleving bescherming verdient. Er schuilt een grote samenbindende kracht in alles wat mensen met elkaar bereiken in het kleine, het dagelijkse, het gewone. Verbinding ontstaat waar mensen bij elkaar komen. Dat is niet vanzelfsprekend, maar vraagt blijvende aandacht en inzet van ons allemaal.
Wie van buiten naar de Nederlandse samenleving kijkt, ziet op het 1e gezicht een aantrekkelijk land met goede voorzieningen en een sterke economie, ingebed in krachtige internationale structuren die beschermen en welvaart brengen.
Maar achter dat positieve beeld gaat de permanente opdracht schuil om te blijven werken aan kansengelijkheid, bestaanszekerheid en perspectief. Voor lang niet iedereen zijn een fatsoenlijk huis, een goede gezondheid en een veilige thuissituatie vanzelfsprekend. Niet elk kind krijgt dezelfde kansen op een goede toekomst en niet iedere inwoner van ons land voelt zich gehoord en gezien. Er is nog altijd discriminatie en racistische uitsluiting in de samenleving.
Ook daarom blijft de verwerking van het slavernijverleden juist na dit herdenkingsjaar in het hele Koninkrijk hoog op de agenda staan. Zodat we na erkenning en excuses samen mogen werken aan heling, verzoening en herstel.
De demissionaire status van het kabinet betekent onvermijdelijk terughoudendheid in het doen van nieuwe voorstellen. De stand van de overheidsfinanciën en oplopende rentelasten dwingen bovendien tot grotere financiële voorzichtigheid dan in de achter ons liggende jaren. Er zijn onderwerpen die hoe dan ook om daadkracht vragen: het armoedevraagstuk, het herstel voor de toeslagenouders, de afhandeling van de aardbevingsschade in Groningen, MH17 en de steun aan Oekraïne.
Daarnaast delen het demissionaire kabinet en de volksvertegenwoordiging de verantwoordelijkheid om door te werken aan de overige beleidsterreinen die ons allen raken, zoals de bouw van voldoende woningen en goed onderwijs. U mag erop rekenen dat het kabinet bereid is te doen wat in het landsbelang is, uiteraard in goed overleg en nauwe afstemming met u.
Dat betekent in de 1e plaats dat het kabinet ongeveer 2 miljard euro aan koopkrachtmaatregelen neemt, zodat de armoede niet toeneemt. Om te voorkomen dat gezinnen met de laagste inkomens in 2024 achterblijven in koopkracht, gaat de huurtoeslag omhoog. Om kinderarmoede tegen te gaan wordt het kindgebonden budget verhoogd. Ook wordt het Noodfonds Energie verlengd, zodat mensen die hun energierekening niet meer kunnen betalen een vangnet hebben. Daarnaast wordt volgend jaar de arbeidskorting verhoogd, zodat werken meer loont. Voor Caribisch Nederland komt extra geld beschikbaar om armoede te bestrijden.
Ook bij de afhandeling van de toeslagenaffaire en de aardbevingsschade in Groningen mag de demissionaire status van het kabinet geen vertraging opleveren. Het kabinet zet alles op alles om het leed dat mensen en gezinnen is aangedaan zo goed en zo snel mogelijk te herstellen. In het toeslagendossier krijgen ouders meer regie en meer keuzes, zodat zij sneller verder kunnen met hun leven. De inwoners van het aardbevingsgebied kunnen erop rekenen dat de agenda van schadeherstel en versterking, sociale maatregelen en economisch perspectief in goed overleg wordt uitgevoerd.
Het brute geweld van Rusland tegen het Oekraïense volk in de illegale aanvalsoorlog tegen een soeverein buurland laat zien dat verworvenheden die voor ons decennialang zeker leken, dat niet zijn. Aan de oostgrens van Europa woedt een strijd om fundamentele democratische en rechtsstatelijke waarden.
Deze strijd raakt ook onze eigen veiligheid en toekomst. Veel Nederlanders voelen en tonen zich betrokken bij de Oekraïners. Het draagvlak voor steun aan Oekraïne is onverminderd groot. En dat is belangrijk, want hoe langer deze oorlog duurt, des te dringender humanitaire, militaire en financiële bijstand aan Oekraïne nodig is. De Nederlandse regering blijft, in nauwe samenwerking met EU- en NAVO-bondgenoten, al het mogelijke doen om te zorgen dat de Russische agressie stopt en de Oekraïners weer in vrede en vrijheid kunnen leven. Nederland is de thuisbasis van het Internationaal Strafhof en voelt daarom een speciale verantwoordelijkheid voor de voorbereiding op de berechting van oorlogsmisdaden. Vanwege het grote belang van een sterke NAVO en een sterk defensieapparaat gaat het kabinet door met de voorgenomen extra investeringen in de krijgsmacht. Onze steun en dank gaan uit naar onze militairen die wereldwijd werken aan vrede en veiligheid.
De Europese Unie heeft na de Russische inval in Oekraïne laten zien dat eensgezindheid en geopolitieke invloed in elkaars verlengde liggen. In een wereld van toenemende dreiging en machtspolitiek is versterkte internationale samenwerking van groot belang, zowel binnen de EU als met andere gelijkgestemde landen, zoals de Verenigde Staten. Nederland steunt het uitgangspunt van ‘open strategische autonomie’. Europa moet minder afhankelijk worden van Rusland, China en andere landen. Dit geldt onder meer voor energie, grondstoffen en medicijnen. Dat is net zo goed een veiligheidsvraagstuk als een economisch vraagstuk.
Ook in het internationale handelsbeleid werkt het kabinet aan economische weerbaarheid en het verlagen van ongewenste strategische afhankelijkheden. Op het gebied van ontwikkelingssamenwerking richten we ons op de grondoorzaken van armoede, terreur, irreguliere migratie en klimaatverandering. Dat draagt niet alleen bij aan het bereiken van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, maar ook aan de stabiliteit en welvaart in de wereld.
Wereldwijd staan democratie, vrijheid en de rechtsstaat onder druk. Niet alleen ver weg, maar ook op ons eigen continent. Des te belangrijker is het dat wij onze eigen democratische rechtsstaat koesteren, beschermen en versterken. Het is onacceptabel dat de georganiseerde misdaad onze samenleving ondermijnt en doordringt in onze straten, buurten en bedrijven. Bedreiging van journalisten, advocaten, politici en andere hoeders van de democratische rechtsstaat, vanuit welke hoek dan ook, is onaanvaardbaar. Dat vergt een continue inzet op veiligheid. Bijvoorbeeld door strenger toezicht te houden op personen in detentie.
Onderhoud van de democratie is niet iets van de overheid alleen. Het vraagt iets van ons allemaal. Democratie is veel meer dan je stem uitbrengen – het is een houding. Het is de bereidheid te luisteren, begrip op te brengen voor andere standpunten en een zorgvuldige afweging van belangen te maken. Als verschillen van opvatting verharden tot onoverbrugbare tegenstellingen, tast dat onvermijdelijk het vertrouwen in onze democratische instituties aan, en daarmee het maatschappelijk weefsel dat ons als samenleving bij elkaar houdt. En juist in het gewone dagelijkse leven – op scholen, in bedrijven, in kerken en moskeeën, in sportverenigingen en in gezinsverband – worden verschillen overbrugd en ontstaat onderling vertrouwen en een gezamenlijk toekomstperspectief.
Een goed voorbeeld van de manier waarop de regering die kracht van onderop wil stimuleren, is via cultuur. Cultuur confronteert, inspireert en overbrugt tegenstellingen. Van festivalterrein tot concertgebouw, en van museum tot muziekschool. Daarom blijft het kabinet bevorderen dat mensen kunnen genieten van cultuur, bijvoorbeeld met de Cultuurkaart voor jongeren. Ook wil het kabinet de openbare bibliotheek op zoveel mogelijk plaatsen terugbrengen, als plek waar mensen kunnen lezen, leren en elkaar ontmoeten.
Kansengelijkheid, bestaanszekerheid en perspectief bieden aan mensen, vormen de kern van de ambitie waarmee dit kabinet aan de slag is gegaan – in goede samenwerking met gemeenten, provincies en waterschappen. De publieke dienstverlening is de plek waar mensen de overheid vaak voor het eerst tegenkomen. Daar, bij het overheidsloket, moet vertrouwen ontstaan.
Daarom is het cruciaal om uitvoeringsorganisaties eerder te betrekken bij het maken van nieuw beleid, ruimte te geven aan de professionals in de uitvoering, en meer oog te hebben voor de uitvoerbaarheid en gevolgen van wet- en regelgeving.
Op veel beleidsterreinen gaat het werk door, ook nu het kabinet demissionair is. Zo moeten er op het gebied van migratie en inburgering en de effecten daarvan op onze samenleving belangrijke keuzes worden gemaakt, bijvoorbeeld over werk- en studiemigratie.
Wat betreft asiel is in de komende periode voldoende opvang nodig. Bovendien liggen de onderhandelingen over het gemeenschappelijk Europees asielstelsel niet stil, net zomin als de gesprekken in EU-verband over het beheersbaar maken van de instroom.
Een zeker bestaan met gelijke kansen valt of staat met goed onderwijs. In het onderwijsbeleid is er veel aandacht voor taal en rekenen en voor een grotere waardering van het middelbaar beroepsonderwijs, waar de vakmensen van de toekomst worden opgeleid. De herinvoering van de basisbeurs is een feit. De meest kwetsbare leerlingen krijgen een steuntje in de rug, met extra activiteiten buiten het klaslokaal en een gratis gezonde maaltijd op school. Het kabinet blijft inzetten op de aanpak van het lerarentekort, onder andere door regionaal de samenwerking tussen scholen, lerarenopleidingen en gemeenten te bevorderen. Het kabinet ondersteunt jonge onderzoekers en docenten, en stimuleert zowel praktijkgericht als wetenschappelijk onderzoek aan hogescholen en universiteiten.
Digitalisering en kunstmatige intelligentie leiden tot nieuwe kansen en risico’s op het gebied van werk, gezondheidszorg, onderwijs en economie. Het kabinet zet stappen om ervoor te zorgen dat iedereen veilig en vertrouwd kan meedoen, onder meer door mensen te helpen digitale vaardigheden op te doen.
Extremere weersomstandigheden en hoge energieprijzen onderstrepen het belang van een ambitieus klimaatbeleid dat steunt op een breed maatschappelijk draagvlak. In deze kabinetsperiode is een verandering in gang gezet, met subsidieregelingen voor isolatie, zonnepanelen, warmtepompen en andere maatregelen om burgers en bedrijven te helpen bij het maken van duurzame keuzes. Speciaal met het oog op het bedrijfsleven zetten we stappen om de capaciteit van het elektriciteitsnet in hoog tempo te vergroten en de overgang naar meer flexibel en gespreid gebruik te stimuleren.
Van meet af aan is duidelijk dat het stikstof- en natuurbeleid samen moet gaan met toekomstperspectief en duidelijkheid voor de landbouw. Zeker voor jonge boeren die willen bouwen aan een duurzame toekomst. Voor hen maakt het kabinet volgend jaar geld vrij voor steun bij bedrijfsopvolging. Ook de biologische sector krijgt extra ondersteuning. Het kabinet blijft zich inzetten voor voortgang op het stikstofdossier, in de wetenschap dat het probleem anders alleen maar groter wordt, met alle gevolgen van dien voor de natuur, maar ook voor de woningbouw en de aanleg van wegen. Daarom is het positief dat de provincies hun gebiedsplannen voor de reductie van stikstof hebben gepresenteerd, en dat enkele honderden bedrijven die veel stikstof uitstoten nabij kwetsbare natuur nadenken over meedoen aan een uitkoopregeling.
Op het gebied van de volkshuisvesting en ruimtelijke ordening neemt het kabinet de regie om met overheden, bouwers en corporaties meer betaalbare woningen te bouwen. Door in iedere regio bouwafspraken te maken, extra locaties aan te wijzen en financiële steun te geven.
Ook werkt het kabinet aan betere bescherming van huurders, door de regulering van de middenhuur. Voor al die politieagenten, leraren, verpleegkundigen en anderen met een salaris rond modaal is dat van groot belang. Een goede, betaalbare woning – in koop- of huursector – is immers een van de basisvoorwaarden voor bestaanszekerheid.
Het kabinet werkt aan een nieuwe Nota Ruimte, waarin de toekomstige inrichting van ons land centraal staat. Daarin gaat het onder meer om de balans tussen landbouw, visserij en natuur, ruimte voor een duurzame energievoorziening, circulaire economie, nieuwe stedelijke ontwikkeling en vitaal platteland. Ruimtelijke vraagstukken zijn in ons land ook altijd verbonden met water en mobiliteit. Onderwerpen die de komende periode dringend aandacht blijven vragen, zijn onder andere duidelijkheid over de toekomst van Schiphol, het onderhoud van onze infrastructuur en verbetering van de waterkwaliteit.
Voor de arbeidsmarkt is samen met werkgevers en werknemers een uitgebreid pakket maatregelen ontwikkeld dat nu wordt uitgevoerd. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk mensen de kans krijgen op een baan, voor hun persoonlijke ontwikkeling, maar ook omdat ons land iedereen nodig heeft. Meer vaste banen, tegengaan van discriminatie en betere werkomstandigheden voor arbeidsmigranten geven meer zekerheid aan kwetsbare werknemers.
Omdat de arbeidsmarkt verandert, is het belangrijk dat werkenden zich tijdens hun loopbaan blijven ontwikkelen. Het kabinet ondersteunt dit via het Nationaal Groeifonds en met regelingen die bijvoorbeeld gericht zijn op leren en ontwikkelen in het mkb. Met de Wet toekomst pensioenen, die op 1 juli jongstleden in werking is getreden, is een grote stap gezet naar een toekomstbestendiger pensioen. Pensioenuitvoerders, werkgevers en werknemers werken hard aan de overstap naar het nieuwe stelsel.
De basis voor onze welvaart wordt iedere dag opnieuw gelegd door het innovatieve Nederlandse bedrijfsleven, van familiebedrijf tot multinational en van boerenerf tot Brainport Eindhoven. Verdienen komt altijd vóór verdelen. Het zijn de ondernemers die zorgen voor de financiële mogelijkheden om de grote maatschappelijke kwesties te kunnen aanpakken. Het kabinet blijft streven naar een zo aantrekkelijk mogelijk ondernemingsklimaat, met oog voor de problemen waar ondernemers mee kampen, zoals de krappe arbeidsmarkt.
Daarnaast blijft het kabinet werken aan versterking van onze innovatiekracht en concurrentiepositie, en aan een voorspelbaar en stabiel fiscaal beleid. Met de autonome landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten bouwt het kabinet samen aan een toekomstbestendige economie en kwalitatief hoogwaardig bestuur.
Met de recent gesloten zorgakkoorden is de basis gelegd om de zorg goed, toegankelijk en betaalbaar te houden voor komende generaties. Hiermee worden curatieve zorg en langdurige zorg beter met elkaar verbonden. Met bijzondere aandacht voor meer regionale samenwerking tussen huisartsen, wijkverpleging, ziekenhuizen, gemeenten en andere partijen.
Voor ouderen werkt het kabinet aan meer zelfstandige woonvoorzieningen en goede zorg dichtbij. Mantelzorgers zijn van onschatbare waarde en daarom moeten zij worden ondersteund, bijvoorbeeld door de samenwerking en kennisoverdracht met de professionele zorgverleners te verbeteren. Het Nationaal Preventieakkoord draagt eraan bij dat Nederlanders gezonder kunnen leven, met als een van de belangrijke doelen een rookvrije generatie in 2040.
Ook werkt het kabinet met betrokken partijen verder aan hervormingen in de jeugdzorg, zodat kwetsbare kinderen en gezinnen sneller en beter geholpen kunnen worden. We zien dat jongeren steeds vaker kampen met mentale problemen, zoals somberheid en eenzaamheid. Samen met jongeren werkt het kabinet daarom aan oplossingen om hiermee om te kunnen gaan, bijvoorbeeld door het onderwerp beter bespreekbaar te maken en aandacht te hebben voor prestatiedruk op scholen en universiteiten. Een jonge generatie die gezond en gelukkig kan opgroeien, is een sterk fundament voor de samenleving van morgen.
Leden van de Staten-Generaal,
De komende maanden kiest Nederland opnieuw richting voor de toekomst. Er ligt een grote opdracht voor iedereen die politieke of bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt om mensen houvast en hoop te bieden in een tijd van grote veranderingen. Zo kunnen we blijven bouwen aan het maatschappelijk weefsel van ons land. De regering zal, in samenwerking met u, al het mogelijke doen om te werken aan de oplossing van problemen waar ons land voor staat. U mag zich in uw belangrijke werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.
Zie ook
Reacties uitgeschakeld voor Noot V/3/Voorafgaand aan Noot 1/Derde Deel/Wij Willem-Alexander
Opgeslagen onder Divers
Noten 1 en 2/Wij Willem-Alexander
1]
”Prinsjesdag valt elk jaar op de derde dinsdag in september. De Koning gaat met de Glazen Koets naar de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Daar spreekt hij de Troonrede uit. Zo opent hij het nieuwe werkjaar van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer.
Daarna gaat de minister van Financiën met het koffertje naar de Tweede Kamer. Daar biedt de minister de Miljoenennota en de Rijksbegroting aan.”
WAT IS PRINSJESDAG?
Wat is Prinsjesdag?
Prinsjesdag valt elk jaar op de derde dinsdag in september. De Koning gaat met de Glazen Koets naar de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Daar spreekt hij de Troonrede uit. Zo opent hij het nieuwe werkjaar van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer.
Daarna gaat de minister van Financiën met het koffertje naar de Tweede Kamer. Daar biedt de minister de Miljoenennota en de Rijksbegroting aan.
Troonrede
Koning Willem-Alexander spreekt op Prinsjesdag 2023 de Troonrede uit in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. In de Troonrede staan de belangrijkste plannen van de regering voor het komende jaar.
Lees en bekijk de Troonrede 2022.
Tekst van de Troonrede
De minister-president legt de voorlopige tekst van de Troonrede eind augustus voor aan de ministerraad. De minister-president bespreekt de tekst ook met de Koning. Tijdens de laatste ministerraad voor Prinsjesdag wordt de Troonrede definitief vastgesteld. Zo kan de Troonrede op tijd in de Staatscourant worden opgenomen, zodat de tekst op Prinsjesdag ook officieel beschikbaar is.
Aanbieden Miljoenennota en Rijksbegroting
De minister van Financiën overhandigt om 15.30 uur, na het uitspreken van de Troonrede, een koffertje aan de Tweede Kamer. Hierin zitten de Rijksbegroting en de Miljoenennota. Hierin staat hoeveel geld de regering het komende jaar voor de verschillende plannen beschikbaar stelt en waar dat geld vandaan komt.
De traditie van het koffertje op Prinsjesdag begon in 1947.
Waarom 3e dinsdag van september
Vroeger viel Prinsjesdag op de 1e maandag in november. Later op de 3e maandag in oktober. Maar er bleef niet genoeg tijd over om de begrotingsplannen voor 1 januari af te handelen. Daarom werd Prinsjesdag in 1848 vervroegd naar de 3e maandag in september.
In 1887 werd Prinsjesdag verplaatst naar de 3e dinsdag van september. Voor veel Kamerleden was de reistijd naar Den Haag lang. Om op tijd in de Kamer te zijn voor Prinsjesdag, moesten zij al op zondag van huis vertrekken. Vooral leden van christelijke partijen vonden dat een bezwaar.
Troon
Tussen 1815 en 1904 sprak de Koning (of de Koningin) de Troonrede uit in de vergaderzaal van de Tweede Kamer. Vanaf 1904 is gekozen voor de Ridderzaal op het Binnenhof in Den Haag. In 2020 en 2021 stonden de tronen tijdelijk in de Grote Kerk. Vanwege de verbouwing van het Binnenhof stonden de tronen in 2022 op Prinsjesdag in de Koninklijke Schouwburg. Ook in 2023 staan de tronen in de Koninklijke Schouwburg. Tijdens de Troonrede zit koningin Máxima naast de Koning op een neventroon.
[2]
GOUDEN KOETS/SYMBOOL VAN KOLONIALISME
EN SLAVERNIJVERLEDEN NEDERLAND
ASTRID ESSED
8 SEPTEMBER 2015
Reacties uitgeschakeld voor Noten 1 en 2/Wij Willem-Alexander
Opgeslagen onder Divers
Noot 3/Wij Willem-Alexander
[3]
KONINKLIJK HUIS.NL
OVER DE TROONREDE
Over de Troonrede
Op Prinsjesdag spreekt de Koning in zijn functie als staatshoofd de Troonrede uit. De regering maakt in de Troonrede haar plannen voor het komende jaar bekend.
De Troonrede wordt uitgesproken in een Verenigde Vergadering van de Staten Generaal, dit is een gezamenlijke vergadering van de Eerste en Tweede Kamer. Het uitspreken van de Troonrede is in de Grondwet bepaald:
“Jaarlijks op de derde dinsdag van september of op een bij de wet te bepalen eerder tijdstip wordt door of namens de Koning in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid gegeven.”
In de Grondwet worden geen eisen gesteld aan de volgorde, lengte en inhoud van de Troonrede. Dit kan dus per jaar verschillen.
Overzicht van Troonredes
- Troonrede 2023Toespraak | 19-09-2023
- Troonrede 2022Toespraak | 20-09-2022
- Troonrede 2021Toespraak | 21-09-2021
- Troonrede 2020Toespraak | 15-09-2020
- Troonrede 2019Toespraak | 17-09-2019
- Troonrede 2018Toespraak | 18-09-2018
- Troonrede 2017Toespraak | 19-09-2017
- Troonrede 2016Toespraak | 20-09-2016
- Troonrede 2015Leden van de Staten-Generaal,Toespraak | 15-09-2015
- Troonrede 2014Leden van de Staten-Generaal,Toespraak | 16-09-2014
- Troonrede 2013Leden van de Staten-Generaal,Toespraak | 17-09-2013
- Troonrede 2012Leden van de Staten-Generaal,Toespraak | 18-09-2012
- Troonrede 2011Toespraak | 20-09-2011
- Troonrede 2010Toespraak | 21-09-2010
- Troonrede 2009Toespraak | 15-09-2009
- Troonrede 2008Toespraak | 16-09-2008
- Troonrede 2007Toespraak | 18-09-2007
- Troonrede 2006Toespraak | 19-09-2006
- Troonrede 2005Toespraak | 20-09-2005
- Troonrede 2004Toespraak | 21-09-2004
- Troonrede 2003Toespraak | 16-09-2003
- Troonrede 2002Toespraak | 17-09-2002
- Troonrede 2001Toespraak | 18-09-2001
- Troonrede 2000Toespraak | 19-09-2000
- Troonrede 1999Toespraak | 21-09-1999
Reacties uitgeschakeld voor Noot 3/Wij Willem-Alexander
Opgeslagen onder Divers
Noot 3/Wij Willem-Alexander
[3]
KONINKLIJK HUIS.NL
OVER DE TROONREDE
Over de Troonrede
Op Prinsjesdag spreekt de Koning in zijn functie als staatshoofd de Troonrede uit. De regering maakt in de Troonrede haar plannen voor het komende jaar bekend.
De Troonrede wordt uitgesproken in een Verenigde Vergadering van de Staten Generaal, dit is een gezamenlijke vergadering van de Eerste en Tweede Kamer. Het uitspreken van de Troonrede is in de Grondwet bepaald:
“Jaarlijks op de derde dinsdag van september of op een bij de wet te bepalen eerder tijdstip wordt door of namens de Koning in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid gegeven.”
In de Grondwet worden geen eisen gesteld aan de volgorde, lengte en inhoud van de Troonrede. Dit kan dus per jaar verschillen.
Overzicht van Troonredes
- Troonrede 2023Toespraak | 19-09-2023
- Troonrede 2022Toespraak | 20-09-2022
- Troonrede 2021Toespraak | 21-09-2021
- Troonrede 2020Toespraak | 15-09-2020
- Troonrede 2019Toespraak | 17-09-2019
- Troonrede 2018Toespraak | 18-09-2018
- Troonrede 2017Toespraak | 19-09-2017
- Troonrede 2016Toespraak | 20-09-2016
- Troonrede 2015Leden van de Staten-Generaal,Toespraak | 15-09-2015
- Troonrede 2014Leden van de Staten-Generaal,Toespraak | 16-09-2014
- Troonrede 2013Leden van de Staten-Generaal,Toespraak | 17-09-2013
- Troonrede 2012Leden van de Staten-Generaal,Toespraak | 18-09-2012
- Troonrede 2011Toespraak | 20-09-2011
- Troonrede 2010Toespraak | 21-09-2010
- Troonrede 2009Toespraak | 15-09-2009
- Troonrede 2008Toespraak | 16-09-2008
- Troonrede 2007Toespraak | 18-09-2007
- Troonrede 2006Toespraak | 19-09-2006
- Troonrede 2005Toespraak | 20-09-2005
- Troonrede 2004Toespraak | 21-09-2004
- Troonrede 2003Toespraak | 16-09-2003
- Troonrede 2002Toespraak | 17-09-2002
- Troonrede 2001Toespraak | 18-09-2001
- Troonrede 2000Toespraak | 19-09-2000
- Troonrede 1999Toespraak | 21-09-1999
Reacties uitgeschakeld voor Noot 3/Wij Willem-Alexander
Opgeslagen onder Divers
Noot 4/Wij Willem Alexander
[4]
RIJKSOVERHEID
TROONREDE 2023
Toespraak | 19-09-2023
Op 19 september 2023 opent Koning Willem-Alexander het nieuwe werkjaar van het parlement in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag met het uitspreken van de Troonrede.
Leden van de Staten-Generaal,
10 jaar geleden mocht ik voor het eerst in uw midden de Troonrede uitspreken. 10 jaar waarop ik dankbaar terugkijk. Sommige gebeurtenissen waren indringend en rauw van verdriet, zoals de aanslag op vlucht MH17. Op andere momenten ging emotie hand in hand met heling en verbondenheid, zoals dit jaar op 1 juli, tijdens de herdenking van de afschaffing van de slavernij. Natuurlijk denk ik aan de coronaperiode, die zo diep ingreep in ieders persoonlijk leven. En uiteraard denk ik aan de oorlog in Oekraïne. Het zijn dit soort momenten en gebeurtenissen die voor altijd deel uit zullen blijven maken van onze geschiedenis en die in uw en mijn geheugen staan gegrift.
Daarnaast waren er de honderden hartverwarmende bezoeken die ik in deze eerste tien jaar in het hele Koninkrijk mocht afleggen, met duizenden inspirerende ontmoetingen. Die hebben een onvergetelijke indruk op mij gemaakt. Nederland blijkt keer op keer een land van ondernemende en initiatiefrijke mensen die voor en met elkaar het goede willen doen, in verbondenheid met hun buren, dorp, stad, vereniging of regio.
Het is dezelfde diepe verbondenheid die ik ook weer voelde bij mijn laatste bezoek aan het Caribisch deel van het Koninkrijk. Ik ontleen er de vaste overtuiging aan dat het maatschappelijk weefsel van onze samenleving bescherming verdient. Er schuilt een grote samenbindende kracht in alles wat mensen met elkaar bereiken in het kleine, het dagelijkse, het gewone. Verbinding ontstaat waar mensen bij elkaar komen. Dat is niet vanzelfsprekend, maar vraagt blijvende aandacht en inzet van ons allemaal.
Wie van buiten naar de Nederlandse samenleving kijkt, ziet op het 1e gezicht een aantrekkelijk land met goede voorzieningen en een sterke economie, ingebed in krachtige internationale structuren die beschermen en welvaart brengen.
Maar achter dat positieve beeld gaat de permanente opdracht schuil om te blijven werken aan kansengelijkheid, bestaanszekerheid en perspectief. Voor lang niet iedereen zijn een fatsoenlijk huis, een goede gezondheid en een veilige thuissituatie vanzelfsprekend. Niet elk kind krijgt dezelfde kansen op een goede toekomst en niet iedere inwoner van ons land voelt zich gehoord en gezien. Er is nog altijd discriminatie en racistische uitsluiting in de samenleving.
Ook daarom blijft de verwerking van het slavernijverleden juist na dit herdenkingsjaar in het hele Koninkrijk hoog op de agenda staan. Zodat we na erkenning en excuses samen mogen werken aan heling, verzoening en herstel.
De demissionaire status van het kabinet betekent onvermijdelijk terughoudendheid in het doen van nieuwe voorstellen. De stand van de overheidsfinanciën en oplopende rentelasten dwingen bovendien tot grotere financiële voorzichtigheid dan in de achter ons liggende jaren. Er zijn onderwerpen die hoe dan ook om daadkracht vragen: het armoedevraagstuk, het herstel voor de toeslagenouders, de afhandeling van de aardbevingsschade in Groningen, MH17 en de steun aan Oekraïne.
Daarnaast delen het demissionaire kabinet en de volksvertegenwoordiging de verantwoordelijkheid om door te werken aan de overige beleidsterreinen die ons allen raken, zoals de bouw van voldoende woningen en goed onderwijs. U mag erop rekenen dat het kabinet bereid is te doen wat in het landsbelang is, uiteraard in goed overleg en nauwe afstemming met u.
Dat betekent in de 1e plaats dat het kabinet ongeveer 2 miljard euro aan koopkrachtmaatregelen neemt, zodat de armoede niet toeneemt. Om te voorkomen dat gezinnen met de laagste inkomens in 2024 achterblijven in koopkracht, gaat de huurtoeslag omhoog. Om kinderarmoede tegen te gaan wordt het kindgebonden budget verhoogd. Ook wordt het Noodfonds Energie verlengd, zodat mensen die hun energierekening niet meer kunnen betalen een vangnet hebben. Daarnaast wordt volgend jaar de arbeidskorting verhoogd, zodat werken meer loont. Voor Caribisch Nederland komt extra geld beschikbaar om armoede te bestrijden.
Ook bij de afhandeling van de toeslagenaffaire en de aardbevingsschade in Groningen mag de demissionaire status van het kabinet geen vertraging opleveren. Het kabinet zet alles op alles om het leed dat mensen en gezinnen is aangedaan zo goed en zo snel mogelijk te herstellen. In het toeslagendossier krijgen ouders meer regie en meer keuzes, zodat zij sneller verder kunnen met hun leven. De inwoners van het aardbevingsgebied kunnen erop rekenen dat de agenda van schadeherstel en versterking, sociale maatregelen en economisch perspectief in goed overleg wordt uitgevoerd.
Het brute geweld van Rusland tegen het Oekraïense volk in de illegale aanvalsoorlog tegen een soeverein buurland laat zien dat verworvenheden die voor ons decennialang zeker leken, dat niet zijn. Aan de oostgrens van Europa woedt een strijd om fundamentele democratische en rechtsstatelijke waarden.
Deze strijd raakt ook onze eigen veiligheid en toekomst. Veel Nederlanders voelen en tonen zich betrokken bij de Oekraïners. Het draagvlak voor steun aan Oekraïne is onverminderd groot. En dat is belangrijk, want hoe langer deze oorlog duurt, des te dringender humanitaire, militaire en financiële bijstand aan Oekraïne nodig is. De Nederlandse regering blijft, in nauwe samenwerking met EU- en NAVO-bondgenoten, al het mogelijke doen om te zorgen dat de Russische agressie stopt en de Oekraïners weer in vrede en vrijheid kunnen leven. Nederland is de thuisbasis van het Internationaal Strafhof en voelt daarom een speciale verantwoordelijkheid voor de voorbereiding op de berechting van oorlogsmisdaden. Vanwege het grote belang van een sterke NAVO en een sterk defensieapparaat gaat het kabinet door met de voorgenomen extra investeringen in de krijgsmacht. Onze steun en dank gaan uit naar onze militairen die wereldwijd werken aan vrede en veiligheid.
De Europese Unie heeft na de Russische inval in Oekraïne laten zien dat eensgezindheid en geopolitieke invloed in elkaars verlengde liggen. In een wereld van toenemende dreiging en machtspolitiek is versterkte internationale samenwerking van groot belang, zowel binnen de EU als met andere gelijkgestemde landen, zoals de Verenigde Staten. Nederland steunt het uitgangspunt van ‘open strategische autonomie’. Europa moet minder afhankelijk worden van Rusland, China en andere landen. Dit geldt onder meer voor energie, grondstoffen en medicijnen. Dat is net zo goed een veiligheidsvraagstuk als een economisch vraagstuk.
Ook in het internationale handelsbeleid werkt het kabinet aan economische weerbaarheid en het verlagen van ongewenste strategische afhankelijkheden. Op het gebied van ontwikkelingssamenwerking richten we ons op de grondoorzaken van armoede, terreur, irreguliere migratie en klimaatverandering. Dat draagt niet alleen bij aan het bereiken van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, maar ook aan de stabiliteit en welvaart in de wereld.
Wereldwijd staan democratie, vrijheid en de rechtsstaat onder druk. Niet alleen ver weg, maar ook op ons eigen continent. Des te belangrijker is het dat wij onze eigen democratische rechtsstaat koesteren, beschermen en versterken. Het is onacceptabel dat de georganiseerde misdaad onze samenleving ondermijnt en doordringt in onze straten, buurten en bedrijven. Bedreiging van journalisten, advocaten, politici en andere hoeders van de democratische rechtsstaat, vanuit welke hoek dan ook, is onaanvaardbaar. Dat vergt een continue inzet op veiligheid. Bijvoorbeeld door strenger toezicht te houden op personen in detentie.
Onderhoud van de democratie is niet iets van de overheid alleen. Het vraagt iets van ons allemaal. Democratie is veel meer dan je stem uitbrengen – het is een houding. Het is de bereidheid te luisteren, begrip op te brengen voor andere standpunten en een zorgvuldige afweging van belangen te maken. Als verschillen van opvatting verharden tot onoverbrugbare tegenstellingen, tast dat onvermijdelijk het vertrouwen in onze democratische instituties aan, en daarmee het maatschappelijk weefsel dat ons als samenleving bij elkaar houdt. En juist in het gewone dagelijkse leven – op scholen, in bedrijven, in kerken en moskeeën, in sportverenigingen en in gezinsverband – worden verschillen overbrugd en ontstaat onderling vertrouwen en een gezamenlijk toekomstperspectief.
Een goed voorbeeld van de manier waarop de regering die kracht van onderop wil stimuleren, is via cultuur. Cultuur confronteert, inspireert en overbrugt tegenstellingen. Van festivalterrein tot concertgebouw, en van museum tot muziekschool. Daarom blijft het kabinet bevorderen dat mensen kunnen genieten van cultuur, bijvoorbeeld met de Cultuurkaart voor jongeren. Ook wil het kabinet de openbare bibliotheek op zoveel mogelijk plaatsen terugbrengen, als plek waar mensen kunnen lezen, leren en elkaar ontmoeten.
Kansengelijkheid, bestaanszekerheid en perspectief bieden aan mensen, vormen de kern van de ambitie waarmee dit kabinet aan de slag is gegaan – in goede samenwerking met gemeenten, provincies en waterschappen. De publieke dienstverlening is de plek waar mensen de overheid vaak voor het eerst tegenkomen. Daar, bij het overheidsloket, moet vertrouwen ontstaan.
Daarom is het cruciaal om uitvoeringsorganisaties eerder te betrekken bij het maken van nieuw beleid, ruimte te geven aan de professionals in de uitvoering, en meer oog te hebben voor de uitvoerbaarheid en gevolgen van wet- en regelgeving.
Op veel beleidsterreinen gaat het werk door, ook nu het kabinet demissionair is. Zo moeten er op het gebied van migratie en inburgering en de effecten daarvan op onze samenleving belangrijke keuzes worden gemaakt, bijvoorbeeld over werk- en studiemigratie.
Wat betreft asiel is in de komende periode voldoende opvang nodig. Bovendien liggen de onderhandelingen over het gemeenschappelijk Europees asielstelsel niet stil, net zomin als de gesprekken in EU-verband over het beheersbaar maken van de instroom.
Een zeker bestaan met gelijke kansen valt of staat met goed onderwijs. In het onderwijsbeleid is er veel aandacht voor taal en rekenen en voor een grotere waardering van het middelbaar beroepsonderwijs, waar de vakmensen van de toekomst worden opgeleid. De herinvoering van de basisbeurs is een feit. De meest kwetsbare leerlingen krijgen een steuntje in de rug, met extra activiteiten buiten het klaslokaal en een gratis gezonde maaltijd op school. Het kabinet blijft inzetten op de aanpak van het lerarentekort, onder andere door regionaal de samenwerking tussen scholen, lerarenopleidingen en gemeenten te bevorderen. Het kabinet ondersteunt jonge onderzoekers en docenten, en stimuleert zowel praktijkgericht als wetenschappelijk onderzoek aan hogescholen en universiteiten.
Digitalisering en kunstmatige intelligentie leiden tot nieuwe kansen en risico’s op het gebied van werk, gezondheidszorg, onderwijs en economie. Het kabinet zet stappen om ervoor te zorgen dat iedereen veilig en vertrouwd kan meedoen, onder meer door mensen te helpen digitale vaardigheden op te doen.
Extremere weersomstandigheden en hoge energieprijzen onderstrepen het belang van een ambitieus klimaatbeleid dat steunt op een breed maatschappelijk draagvlak. In deze kabinetsperiode is een verandering in gang gezet, met subsidieregelingen voor isolatie, zonnepanelen, warmtepompen en andere maatregelen om burgers en bedrijven te helpen bij het maken van duurzame keuzes. Speciaal met het oog op het bedrijfsleven zetten we stappen om de capaciteit van het elektriciteitsnet in hoog tempo te vergroten en de overgang naar meer flexibel en gespreid gebruik te stimuleren.
Van meet af aan is duidelijk dat het stikstof- en natuurbeleid samen moet gaan met toekomstperspectief en duidelijkheid voor de landbouw. Zeker voor jonge boeren die willen bouwen aan een duurzame toekomst. Voor hen maakt het kabinet volgend jaar geld vrij voor steun bij bedrijfsopvolging. Ook de biologische sector krijgt extra ondersteuning. Het kabinet blijft zich inzetten voor voortgang op het stikstofdossier, in de wetenschap dat het probleem anders alleen maar groter wordt, met alle gevolgen van dien voor de natuur, maar ook voor de woningbouw en de aanleg van wegen. Daarom is het positief dat de provincies hun gebiedsplannen voor de reductie van stikstof hebben gepresenteerd, en dat enkele honderden bedrijven die veel stikstof uitstoten nabij kwetsbare natuur nadenken over meedoen aan een uitkoopregeling.
Op het gebied van de volkshuisvesting en ruimtelijke ordening neemt het kabinet de regie om met overheden, bouwers en corporaties meer betaalbare woningen te bouwen. Door in iedere regio bouwafspraken te maken, extra locaties aan te wijzen en financiële steun te geven.
Ook werkt het kabinet aan betere bescherming van huurders, door de regulering van de middenhuur. Voor al die politieagenten, leraren, verpleegkundigen en anderen met een salaris rond modaal is dat van groot belang. Een goede, betaalbare woning – in koop- of huursector – is immers een van de basisvoorwaarden voor bestaanszekerheid.
Het kabinet werkt aan een nieuwe Nota Ruimte, waarin de toekomstige inrichting van ons land centraal staat. Daarin gaat het onder meer om de balans tussen landbouw, visserij en natuur, ruimte voor een duurzame energievoorziening, circulaire economie, nieuwe stedelijke ontwikkeling en vitaal platteland. Ruimtelijke vraagstukken zijn in ons land ook altijd verbonden met water en mobiliteit. Onderwerpen die de komende periode dringend aandacht blijven vragen, zijn onder andere duidelijkheid over de toekomst van Schiphol, het onderhoud van onze infrastructuur en verbetering van de waterkwaliteit.
Voor de arbeidsmarkt is samen met werkgevers en werknemers een uitgebreid pakket maatregelen ontwikkeld dat nu wordt uitgevoerd. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk mensen de kans krijgen op een baan, voor hun persoonlijke ontwikkeling, maar ook omdat ons land iedereen nodig heeft. Meer vaste banen, tegengaan van discriminatie en betere werkomstandigheden voor arbeidsmigranten geven meer zekerheid aan kwetsbare werknemers.
Omdat de arbeidsmarkt verandert, is het belangrijk dat werkenden zich tijdens hun loopbaan blijven ontwikkelen. Het kabinet ondersteunt dit via het Nationaal Groeifonds en met regelingen die bijvoorbeeld gericht zijn op leren en ontwikkelen in het mkb. Met de Wet toekomst pensioenen, die op 1 juli jongstleden in werking is getreden, is een grote stap gezet naar een toekomstbestendiger pensioen. Pensioenuitvoerders, werkgevers en werknemers werken hard aan de overstap naar het nieuwe stelsel.
De basis voor onze welvaart wordt iedere dag opnieuw gelegd door het innovatieve Nederlandse bedrijfsleven, van familiebedrijf tot multinational en van boerenerf tot Brainport Eindhoven. Verdienen komt altijd vóór verdelen. Het zijn de ondernemers die zorgen voor de financiële mogelijkheden om de grote maatschappelijke kwesties te kunnen aanpakken. Het kabinet blijft streven naar een zo aantrekkelijk mogelijk ondernemingsklimaat, met oog voor de problemen waar ondernemers mee kampen, zoals de krappe arbeidsmarkt.
Daarnaast blijft het kabinet werken aan versterking van onze innovatiekracht en concurrentiepositie, en aan een voorspelbaar en stabiel fiscaal beleid. Met de autonome landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten bouwt het kabinet samen aan een toekomstbestendige economie en kwalitatief hoogwaardig bestuur.
Met de recent gesloten zorgakkoorden is de basis gelegd om de zorg goed, toegankelijk en betaalbaar te houden voor komende generaties. Hiermee worden curatieve zorg en langdurige zorg beter met elkaar verbonden. Met bijzondere aandacht voor meer regionale samenwerking tussen huisartsen, wijkverpleging, ziekenhuizen, gemeenten en andere partijen.
Voor ouderen werkt het kabinet aan meer zelfstandige woonvoorzieningen en goede zorg dichtbij. Mantelzorgers zijn van onschatbare waarde en daarom moeten zij worden ondersteund, bijvoorbeeld door de samenwerking en kennisoverdracht met de professionele zorgverleners te verbeteren. Het Nationaal Preventieakkoord draagt eraan bij dat Nederlanders gezonder kunnen leven, met als een van de belangrijke doelen een rookvrije generatie in 2040.
Ook werkt het kabinet met betrokken partijen verder aan hervormingen in de jeugdzorg, zodat kwetsbare kinderen en gezinnen sneller en beter geholpen kunnen worden. We zien dat jongeren steeds vaker kampen met mentale problemen, zoals somberheid en eenzaamheid. Samen met jongeren werkt het kabinet daarom aan oplossingen om hiermee om te kunnen gaan, bijvoorbeeld door het onderwerp beter bespreekbaar te maken en aandacht te hebben voor prestatiedruk op scholen en universiteiten. Een jonge generatie die gezond en gelukkig kan opgroeien, is een sterk fundament voor de samenleving van morgen.
Leden van de Staten-Generaal,
De komende maanden kiest Nederland opnieuw richting voor de toekomst. Er ligt een grote opdracht voor iedereen die politieke of bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt om mensen houvast en hoop te bieden in een tijd van grote veranderingen. Zo kunnen we blijven bouwen aan het maatschappelijk weefsel van ons land. De regering zal, in samenwerking met u, al het mogelijke doen om te werken aan de oplossing van problemen waar ons land voor staat. U mag zich in uw belangrijke werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.
Zie ook
Reacties uitgeschakeld voor Noot 4/Wij Willem Alexander
Opgeslagen onder Divers
Noot 5/Wij Willem-Alexander
[5]
NOS
NOG GEEN HERSTEL VERTROUWEN IN KONING WILLEM-ALEXANDER NA STERKE DALING IN CORONAJAREN
15 APRIL 2023
Bij de inhuldiging van koning Willem-Alexander, deze maand tien jaar geleden, was bijna 80 procent van de Nederlanders voorstander van de monarchie. Maar tien jaar later wil nog maar ruim de helft van de bevolking de monarchie behouden. Ook het vertrouwen in Willem-Alexander als koning, dat tijdens de coronacrisis een scherpe daling liet zien, herstelt zich niet. Dat blijkt uit de jaarlijkse NOS Koningsdag-enquête, uitgevoerd door Ipsos.
De koning kan rekenen op het vertrouwen van iets minder dan de helft (46 procent) van de bevolking, Dat is ongeveer net zo veel als vorig jaar. In 2020 was dat nog driekwart van de Nederlanders.
Die daling was met name te verklaren door de ophef die ontstond over een vakantie van het koningspaar in Griekenland midden in de coronacrisis.
Koningin Máxima kan op meer vertrouwen rekenen dan de koning (bijna 60 procent) , maar de tevredenheid over haar functioneren is de afgelopen jaren flink gedaald van ruim 80 procent in 2020 naar 64 procent in 2023. Wel vindt een ruime meerderheid dat ze van meerwaarde is geweest in het tienjarig koningschap van Willem-Alexander en dat ze daar een duidelijk eigen stempel op heeft gedrukt.
Zowel de koning als de koningin krijgt een iets lager rapportcijfer dan vorig jaar: een 6,5 voor Willem-Alexander en een 7,3 voor Máxima.
De forse daling van de steun voor de monarchie die in 2021 werd ingezet, is nu afgevlakt: 55 procent van de Nederlanders staat achter de monarchie, een lichte daling ten opzichte van vorig jaar. Onder ouderen blijkt die steun overigens aanzienlijk hoger dan onder jongeren.
De afnemende steun voor het koningshuis past in een bredere maatschappelijke tendens waarin instituties minder steun krijgen onder burgers. Daarbij valt op dat het koningshuis meer vertrouwen krijgt (bijna 40 procent) dan de landelijke politiek (17 procent) en de media (23 procent).
Verslaggever Koninklijk Huis Albert Bos:
“In deze cijfers zie je dat het wantrouwen in instituties en de politiek, ook op de monarchie en daarmee de koning afstralen. Tegelijkertijd laat het paleis zich hierdoor niet al te veel van stuk brengen. Het koningschap, vinden zij, is iets voor een lange termijn. En uitslagen van dit soort onderzoeken doen zij af als dagkoersen. Al letten ze er wel op en houden ze er ook rekening mee.
Wel vragen ze zich binnen de paleismuren af wat de herkomst van dit wantrouwen is en welke rol de koning daarbij moet aannemen. Dat is een ingewikkelde zoektocht. Zo vindt men continuïteit en stabiliteit belangrijk en wil men tegelijkertijd een koningschap dat bij de tijd past. Je ziet dat de koning probeert het vertrouwen te herstellen, maar het lijkt nog niet aan te slaan.
Duidelijk is dat het paleis zoekt naar nieuwe vormen en daarmee ook nieuwe doelgroepen. Met name jongeren. Dat zag je bijvoorbeeld met het filmpje waarin de koning aankondigt dat er een speciale lunch komt. Of met de podcast Door de ogen van de koning met Edwin Evers. Allemaal onder het strakke beheer van de Rijksvoorlichtingsdienst. Geen interviews met moeilijke vragen of ingewikkelde afspraken, maar een programma in eigen beheer. Om zo een andere huiskamer binnen te komen dan alleen de tv-kijker of radioluisteraar.”
Terugkijkend op tien jaar koningschap vindt de meerderheid (60 procent) dat Willem-Alexander is gegroeid in zijn rol. Vier op de tien Nederlanders vinden dat de koning van meerwaarde is geweest voor het land en dat hij mensen weet te verbinden, maar evenveel mensen zijn van mening dat het koningshuis vaker in opspraak is geweest dan onder koningin Beatrix.
Wat verder opvalt is dat de mate waarin mensen de koning ‘meelevend’ vinden, verder blijft afnemen. Nog maar 37 procent van de Nederlanders vindt deze eigenschap op koning Willem-Alexander van toepassing.
Prinses Amalia kan rekenen op sympathie en begrip van de bevolking. Velen zien in haar kwaliteiten die haar later tot een goede koningin zullen maken: “intelligente dame”, “betrokken en meelevend”, “dicht bij het volk”, zijn enkele van de reacties.
Maar liefst driekwart van de Nederlanders zou er begrip voor hebben als Amalia vanwege de aanhoudende bedreigingen uit het criminele milieu zou besluiten geen koningin te willen worden.
De prinses woont vanwege die bedreigingen nog thuis en kan niet aan het studentenleven meedoen in Amsterdam. Ruim vier op de tien Nederlanders vinden dat de overheid Amalia koste wat het kost zou moeten beveiligen om dat toch mogelijk te maken.
Reacties uitgeschakeld voor Noot 5/Wij Willem-Alexander
Opgeslagen onder Divers