”Ik vind, dat mensen, die vluchten voor oorlog, die moetenwe veiligheid bieden.Dat is menselijk en dat is een gunst, die ik graag verleenMaar ik wil wel af van een automatisme, dat een oorlogsvluchtelingna vijf jaar altijd mag blijven
Er zijn ook mensen bij, die onze normen en waarden niet delen,die niet zo goed bij ons passen en ik vind, dat je heel zorgvuldig moetzijn in wie je tot onze samenleving toelaat
Daarom vind ik dat oorlogsvluchtelingen drie tot vier jaarmoeten kunnen blijven en daarna, als het veilig is, terug naar huisen als het niet veilig is,. terug naar opvang in de regio
en in de periode, dat mensen hier zijn, helpen we ze, we biedenze veiligheid en onderdak, maar ook scholing, zodat ze het landvan herkomst kunnen opbouwen of in de regionale opvangeen steentje kunnen bijdragen om die beter te maken en ben jeiemand, een vluchteling, die wel onze waarden deelt en meteen alshij hier is, in die jaren, zijn best doet er wat van te maken en een steentjebij te dragen, nou dan vind ik, dan kunnen we ook mogelijkheden creeren,dat je toch mag blijven, omdat je bij ons past.Voor de rest van de vluchtelingen geldt dat het verblijf tijdelijk isen als zij weer terug zijn naar de opvang in de regio, kunnen eranderen naar Nederland komen en zo houden wij controle over wie erin Nederland mogen blijven en wie niet.
Zo zie ik het het liefst en dat is geen belofte, dat het ook gaat lukken,daar is heel veel voor nodig
Ik zou graag horen, hoe jullie erover denken, wat jullie van mijn ideeenvinden, of we het moeten uitwerken tot een plan, of dat julliemisschien wel betere plannen hebben.Ik praat hier graag over met jullie en natuurlijk ook over andee onderwerpen
en 25 juni is de eerstvolgende keer dat het kan in Veldhoven, bij Cafede Burgemeester, vanaf half acht en je gaat sowieso lachen, niet omdatik er ben, maar cabaretier Rob Scheepers is er ook en die start de avond, duswees op tijd en om ons te belonen na een avond flinke politiekediscussie, zal hij hem ook afronden en zullen we allemaal met een groteglimlach op ons gezicht naar huis kunnen.” EINDE YOUTUBE FILMPJE ZIE OOK KLAAS DIJKHOFF GAAT OPTREDEN MET CABARETIER/ROBSCHEEPERS, YOU THINK YOU ARE FUNNY?/BRIEF AANROB SCHEEPERSASTRID ESSED23 JUNI 2018 https://www.astridessed.nl/klaas-dijkhoff-gaat-optreden-met-cabaretier-rob-scheepers-you-think-you-are-funny-brief-aan-rob-scheepers/
Reacties uitgeschakeld voor [Uit Astrid Essed’s Archief]/Recht op Asiel als ”Gunst”, volgens Staatssectretaris van Justitie Klaas Dijkhoff…..
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten
NB Het is dus NIET de foto van een Palestijnse jongen, die bij de kraag wordt gegrepen
METEN MET TWEE MATEN/OVER STOPZETTING SUBSIDIE AANEEN PALESTIJNSE LANDBOUWORGANISATIE DOOR HET KABINET/BRIEF AAN DE KAMERCOMMISSIE BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
AAN:
KAMERCOMMISSIE BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING [Ter toelichting:Deze brief is exact dezelfde, die ik ook heb gestuurd aan de Commissie BuitenlandseZaken, die onderstaande cc krijgt toegezonden] Onderwerp: Het kabinetsbesluit tot stopzetting van de subsidieaan de Palestijnse hulp en landbouw organisatie Union ofAgricultural Workers CommitteeEis:Directe hervatting subsidie Geachte Commissieleden,
Zelden ben ik zo verbijsterd geweest:Niet alleen heeft het toen nog demissionaire kabinet, bij monde van de ministers Knapen [Buitenlandse Zaken] en de Bruijn [Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking] besloten op uiterst vage gronden, de subsidie aande Palestijnse landbouworganisatie UAWC te stoppen, nog schandelijker ishet evidente meten met twee maten, wat hier plaatsvindt!
Ten eerste de vaagheid van de argumentatie van de stopzetting van desubsidieHiervoor sluit ik hieronder de brief in [waaruit ik citeer in de noten, zie voor gehele brief helemaal onderin]die de ministers Knapen en de Bruijn op 5 januari anno Domini 2022 aande Tweede Kamer der Staten Generaal hebben gezonden met alstitel ”Uitkomsten en kabinetsappreciatie extern onderzoek naar UAWC”De stopzetting is gemotiveerd door vermeende banden tussen UAWC enhet PFLP [Volksfront voor de Bevrijding van Palestina], een Palestijnseverzetsorganisatie tegen de Israelische bezetting, die op de Europeseterreurlijst staat. [1] Uit de brief van de ministers blijkt echter, dat de gronden voor de stopzettingvan de subsidie de facto neerkomt op guilty by association [2], eenbegrip, dat u ongetwijfeld kent.Want nergens wordt overtuigend bewezen, dat er werkelijkebanden tussen UAWC en het PFLP zouden zijn.U refereert aan een in 2019 plaatsgevonden bomaanslag op deWestelijke Jordaanoever, waarbij een Israelisch meisje om het leven kwam.Deze aanslag werd toegeschreven aan het PFLP en zou gepleegd zijndoor twee medewerkers van het UAWC.Uit de ministeriele brief blijkt echter, dat zij nog niet veroordeeldzijn [3], dus dat iedere conclusie sowieso voorbarig is.Maar ook al zou dat WEL zo zijn, dan is het toch aan een collectievestraf [4] grenzende veronderstelling, om daarvoor de hele organisatieverantwoordelijk te stellen!Verder vermeldt de ministeriele brief, dat UAWC dit trieste incident niet alleen zelf aan Nederland heeft gemeld, maar direct het dienstverband van betrokkenmedewerkers [ondanks dat ze nog niet veroordeeld zijn] heeft opgezegd! [5]Verder wordt in de brief benadrukt, dat er geen aanwijzingen zijn vanfinanciele stromen tussen UAWC en het PFLP of dat er enige sprakezou zijn van ”organisatorische eenheid” tussen deze twee genoemdeorganisaties of met de ”militante tak van PFLP” [6], dus waar praten we over?En dan wordt in de brief nog gerefereerd aan het feit, dat de validiteitvan de Israelische bewijzen van een connectie tussen zes door israel beschuldigde Palestijnse organisaties [waaronder UAWC] en het PFLPnog moet worden vastgesteld [7]Ik wijs u in dit verband ook op de verklaringen van de VN Hoge Commissarisvoor de Mensenrechten, mevrouw M Bachelet en de mensenrechtenorganisaties Amnesty International en Human Rights Watch,alsmede de Israelische mensenrechtenorganisatie Btselem [samen metandere Israelische organisaties], die de Israelische beweringen tenzeerste verwerpen. [8] De ministeriele argumentatie, dat er ”medewerkers” betrokkenzouden zijn bij [ik citeer] ”een organisatie, die tot de maatschappelijketak van PFLP zou behoren. [9]Nog afgezien van het feit, dat mij dat niet bepaald strafbaar lijkt[wat hebben zij dan voor ”misdrijf” gepleegd?], is het wel heel raar,dat de ministers dan verder die organisatie[s] niet noemen. [10]Komt mi weinig geloofwaardig over MAAR ER IS MEER! SELECTIEVE VERONTWAARDIGING/55 JAAR ISRAELISCHBEZETTINGSGEWELDWAAR IS DE MINISTERIELE AANVAL OP ISRAEL? De ministers schrijven in de genoemde brief: ”Op 23 augustus 2019 kwam de 17-jarige Israëlische Rina Schnerb om het leven bij een bomaanslag op de Westelijke Jordaanoever, die wordt toegeschreven aan de PFLP. Niet lang na de aanslag, in september 2019, werden twee mannen gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij die aanslag. Deze twee verdachten bleken werkzaam te zijn bij UAWC, waar, zoals hierboven vermeld, Nederland sinds 2007 een samenwerkingsverband mee heeft. Op dit moment loopt het proces tegen betrokkenen nog.” [11] Natuurlijk, aanslagen, waarbij burgers om het leven komen zijngruwelijk en in strijd met het Humanitair Oorlogsrecht [12], stelnu even, dat die medewerkers schuldig bevonden zouden worden[gezien de foltermethoden van de Israelische Overheid niet al te overtuigend [13], maar dat even daargelaten], maar meer dan idioot,daarop een hele organisatie [UAWC] aan te spreken MAAR DOORGETROKKEN, HOE ZIT HET MET ISRAEL? Sedert de Israelische militaire bezetting in 1967 is er grof, systematischen misdadig legergeweld gepleegd tegen de bezette Palestijnse burgerbevolking! Ik noem maar EEN voorbeeld-er zijn er tallozen: In de Israelische militaire aanval op bezet Gaza [14] ”Protective Edge” [2014]heeft Israel zich schuldig gemaakt aan zware oorlogsmisdaden:In de aanval op Gaza in 2014 zijn in twee maanden tijd 1391 Palestijnse burgers gedood, waaronder 526 kinderen [15], een VN school werd gebombardeerd [16], een ziekenhuis werd beschoten [17] En dan heb ik het nog niet gehad over het IsraelischeApartheidsbeleid, folterpraktijken en andere oorlogsmisdaden,het kolonistengeweld[18] Heb ik de decennialange landroof middels die illegale nederzettingenal genoemd? [19]Bij dezen. EPILOOG Ik denk, dat ik duidelijk ben geweestWaar de ministeriele brief zich in bochten wringt om eenvermeende link te leggen tussen UAWC en PFLP en duizendenarme Palestijnse boeren dupeert door de opzegging van de subsidie [20],Waar een gruwelijk incident reden is om de subsidie van UAWC te stoppen, wordt in de brief niet alleen met geen woord gerept over de vernietigende en ontmenselijkende gevolgen van de Israelische bezetting,er wordt zelfs geleuterd over ”een veilig Israel” [21] MET ANDERE WOORDENMeten met Twee MatenWant als de ministers, tegenover de grootschalige Israelische misdadenin aanmerking genomen, dezelfde maatstaven zouden aanleggen alstav UAWC, waar sprake is van onbewezen misdaden, sprake isvan een eventuele samenwerking van enkele individuenmet de maatschappelijke tak van een organisatie, PLFP, die er nooitgeweest zou zijn, als er geen Israelische bezetting en kolonisatiegeweest was, dan zou Nederland allang iedere samenwerkingmet Israel, economisch, cultureel en diplomatiek had moetenopzeggen. Dat meten met twee maten, die politieke en morele oneerlijkheid, vindik nog het stuitendst! Dus ik herhaal: Commissieleden, zet u ervoor in, deze beslissing van het nudemissionaire kabinet terug te draaien en de subsidie aan UAWC te hervatten. En zet u nu eens eindelijk in tegen de Bron van al deze Ellende DRING AAN EN PLEIT VOOR EEN DIRECT EINDEVAN DE ISRAELISCHE BEZETTING! Ik heb gezegd Vriendelijke groeten Astrid EssedAmsterdam
Reacties uitgeschakeld voor Meten met twee maten/Over stopzetting subsidie aan een Palestijnse landbouworganisatie door het kabinet/Brief aan de Kamercommissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
MISDADEN VAN DE ISRAELISCHE BEZETTINGVERWOESTING VAN GAZA
BEZETTINGSTERREUR foto Oda Hulsen Hebron 2 mei 2017/Verwijst naar foto van een Palestijnse jongen, die tegen de muur wordt gezet doorIsraelische soldaten, die hem toeriepen ”Where is your knife!”/Later vrijgelaten
NB Het is dus NIET de foto van een Palestijnse jongen, die bij de kraag wordt gegrepen
KABINET ZET SUBSIDIE AAN PALESTIJNSE LANDBOUWORGANISATIESTOP/METEN MET TWEE MATEN/BRIEF AAN COMMISSIE BUITENLANDSE ZAKEN
AAN:DE TWEEDEKAMER COMMISSIE VAN BUITENLANDSE ZAKENVOORZITTERCOMMISSIELEDEN Onderwerp: Het kabinetsbesluit tot stopzetting van de subsidieaan de Palestijnse hulp en landbouw organisatie Union ofAgricultural Workers CommitteeEis:Directe hervatting subsidie
Geachte VoorzitterGeachte Commissieleden van de Tweede Kamercommissie voorBuitenlandse Zaken, Zelden ben ik zo verbijsterd geweest:Niet alleen heeft het toen nog demissionaire kabinet, bij monde van de ministers Knapen [Buitenlandse Zaken] en de Bruijn [Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking] besloten op uiterst vage gronden, de subsidie aande Palestijnse landbouworganisatie UAWC te stoppen, nog schandelijker ishet evidente meten met twee maten, wat hier plaatsvindt![Buitenlandse Zaken]
Ten eerste de vaagheid van de argumentatie van de stopzetting van desubsidieHiervoor sluit ik hieronder de brief in [waaruit ik citeer in de noten, zie voor gehele brief helemaal onderin]die de ministers Knapen en de Bruijn op 5 januari anno Domini 2022 aande Tweede Kamer der Staten Generaal hebben gezonden met alstitel ”Uitkomsten en kabinetsappreciatie extern onderzoek naar UAWC”De stopzetting is gemotiveerd door vermeende banden tussen UAWC enhet PFLP [Volksfront voor de Bevrijding van Palestina], een Palestijnseverzetsorganisatie tegen de Israelische bezetting, die op de Europeseterreurlijst staat. [1] Uit de brief van de ministers blijkt echter, dat de gronden voor de stopzettingvan de subsidie de facto neerkomt op guilty by association [2], eenbegrip, dat u ongetwijfeld kent.Want nergens wordt overtuigend bewezen, dat er werkelijkebanden tussen UAWC en het PFLP zouden zijn.U refereert aan een in 2019 plaatsgevonden bomaanslag op deWestelijke Jordaanoever, waarbij een Israelisch meisje om het leven kwam.Deze aanslag werd toegeschreven aan het PFLP en zou gepleegd zijndoor twee medewerkers van het UAWC.Uit de ministeriele brief blijkt echter, dat zij nog niet veroordeeldzijn [3], dus dat iedere conclusie sowieso voorbarig is.Maar ook al zou dat WEL zo zijn, dan is het toch aan een collectievestraf [4] grenzende veronderstelling, om daarvoor de hele organisatieverantwoordelijk te stellen!Verder vermeldt de ministeriele brief, dat UAWC dit trieste incident niet alleen zelf aan Nederland heeft gemeld, maar direct het dienstverband van betrokkenmedewerkers [ondanks dat ze nog niet veroordeeld zijn] heeft opgezegd! [5]Verder wordt in de brief benadrukt, dat er geen aanwijzingen zijn vanfinanciele stromen tussen UAWC en het PFLP of dat er enige sprakezou zijn van ”organisatorische eenheid” tussen deze twee genoemdeorganisaties of met de ”militante tak van PFLP” [6], dus waar praten we over?En dan wordt in de brief nog gerefereerd aan het feit, dat de validiteitvan de Israelische bewijzen van een connectie tussen zes door israel beschuldigde Palestijnse organisaties [waaronder UAWC] en het PFLPnog moet worden vastgesteld [7]Ik wijs u in dit verband ook op de verklaringen van de VN Hoge Commissarisvoor de Mensenrechten, mevrouw M Bachelet en de mensenrechtenorganisaties Amnesty International en Human Rights Watch,alsmede de Israelische mensenrechtenorganisatie Btselem [samen metandere Israelische organisaties], die de Israelische beweringen tenzeerste verwerpen. [8] De ministeriele argumentatie, dat er ”medewerkers” betrokkenzouden zijn bij [ik citeer] ”een organisatie, die tot de maatschappelijketak van PFLP zou behoren. [9]Nog afgezien van het feit, dat mij dat niet bepaald strafbaar lijkt[wat hebben zij dan voor ”misdrijf” gepleegd?], is het wel heel raar,dat de ministers dan verder die organisatie[s] niet noemen. [10]Komt mi weinig geloofwaardig over MAAR ER IS MEER! SELECTIEVE VERONTWAARDIGING/55 JAAR ISRAELISCHBEZETTINGSGEWELDWAAR IS DE MINISTERIELE AANVAL OP ISRAEL? De ministers schrijven in de genoemde brief: ”Op 23 augustus 2019 kwam de 17-jarige Israëlische Rina Schnerb om het leven bij een bomaanslag op de Westelijke Jordaanoever, die wordt toegeschreven aan de PFLP. Niet lang na de aanslag, in september 2019, werden twee mannen gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij die aanslag. Deze twee verdachten bleken werkzaam te zijn bij UAWC, waar, zoals hierboven vermeld, Nederland sinds 2007 een samenwerkingsverband mee heeft. Op dit moment loopt het proces tegen betrokkenen nog.” [11] Natuurlijk, aanslagen, waarbij burgers om het leven komen zijngruwelijk en in strijd met het Humanitair Oorlogsrecht [12], stelnu even, dat die medewerkers schuldig bevonden zouden worden[gezien de foltermethoden van de Israelische Overheid niet al te overtuigend [13], maar dat even daargelaten], maar meer dan idioot,daarop een hele organisatie [UAWC] aan te spreken MAAR DOORGETROKKEN, HOE ZIT HET MET ISRAEL? Sedert de Israelische militaire bezetting in 1967 is er grof, systematischen misdadig legergeweld gepleegd tegen de bezette Palestijnse burgerbevolking! Ik noem maar EEN voorbeeld-er zijn er tallozen: In de Israelische militaire aanval op bezet Gaza [14] ”Protective Edge” [2014]heeft Israel zich schuldig gemaakt aan zware oorlogsmisdaden:In de aanval op Gaza in 2014 zijn in twee maanden tijd 1391 Palestijnse burgers gedood, waaronder 526 kinderen [15], een VN school werd gebombardeerd [16], een ziekenhuis werd beschoten [17] En dan heb ik het nog niet gehad over het IsraelischeApartheidsbeleid, folterpraktijken en andere oorlogsmisdaden,het kolonistengeweld[18] Heb ik de decennialange landroof middels die illegale nederzettingenal genoemd? [19]Bij dezen. EPILOOG Ik denk, dat ik duidelijk ben geweestWaar de ministeriele brief zich in bochten wringt om eenvermeende link te leggen tussen UAWC en PFLP en duizendenarme Palestijnse boeren dupeert door de opzegging van de subsidie [20],Waar een gruwelijk incident reden is om de subsidie van UAWC te stoppen, wordt in de brief niet alleen met geen woord gerept over de vernietigende en ontmenselijkende gevolgen van de Israelische bezetting,er wordt zelfs geleuterd over ”een veilig Israel” [21] MET ANDERE WOORDENMeten met Twee MatenWant als de ministers, tegenover de grootschalige Israelische misdadenin aanmerking genomen, dezelfde maatstaven zouden aanleggen alstav UAWC, waar sprake is van onbewezen misdaden, sprake isvan een eventuele samenwerking van enkele individuenmet de maatschappelijke tak van een organisatie, PLFP, die er nooitgeweest zou zijn, als er geen Israelische bezetting en kolonisatiegeweest was, dan zou Nederland allang iedere samenwerkingmet Israel, economisch, cultureel en diplomatiek had moetenopzeggen. Dat meten met twee maten, die politieke en morele oneerlijkheid, vindik nog het stuitendst! Dus ik herhaal: Commissieleden, zet u ervoor in, deze beslissing van het nudemissionaire kabinet terug te draaien en de subsidie aan UAWC te hervatten. En zet u nu eens eindelijk in tegen de Bron van al deze Ellende DRING AAN EN PLEIT VOOR EEN DIRECT EINDEVAN DE ISRAELISCHE BEZETTING! Ik heb gezegd Vriendelijke groeten Astrid EssedAmsterdam NOTEN NOTEN 1 T/M 21Voor uw gemak in een link ondergebracht https://www.astridessed.nl/noten-1-t-m-21-het-demissionaire-kabinet-rutte-iii-en-een-palestijnse-landbouworganisatie/
Reacties uitgeschakeld voor Kabinet zet subsidie aan Palestijnse landbouworganisatie stop/Meten met twee maten/Brief aan Commissie Buitenlandse Zaken
The attribution of guilt to individuals because of the people or organizations with which they associate, rather than because of any crime that they have committed.
[3]
”Aanleiding extern onderzoek
Op 23 augustus 2019 kwam de 17-jarige Israëlische Rina Schnerb om het leven bij een bomaanslag op de Westelijke Jordaanoever, die wordt toegeschreven aan de PFLP. Niet lang na de aanslag, in september 2019, werden twee mannen gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij die aanslag. Deze twee verdachten bleken werkzaam te zijn bij UAWC, waar, zoals hierboven vermeld, Nederland sinds 2007 een samenwerkingsverband mee heeft. Op dit moment loopt het proces tegen betrokkenen nog.” DE TWEEDE KAMER DER STATEN GENERAALUITKOMSTEN EN KABINETSAPPRECIATIE EXTERN ONDERZOEKNAAR UAWC https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2022Z00093&did=2022D00176
[4] ”Het verbod op collectieve bestraffing is een algemeen rechtsbeginsel. Dit betekent dat een straf persoonlijk en individueel moet zijn. Een straf kan slechts opgelegd worden aan de persoon die het misdrijf heeft gepleegd. Wanneer verschillende personen betrokken zijn bij eenzelfde misdrijf dan dient de straf ten aanzien van elke persoon afzonderlijk uitgesproken te worden.”
Het verbod op collectieve bestraffing is een algemeen rechtsbeginsel. Dit betekent dat een straf persoonlijk en individueel moet zijn. Een straf kan slechts opgelegd worden aan de persoon die het misdrijf heeft gepleegd. Wanneer verschillende personen betrokken zijn bij eenzelfde misdrijf dan dient de straf ten aanzien van elke persoon afzonderlijk uitgesproken te worden.
Collectieve bestraffing en internationaal humanitair recht (IHR) Dit principe, waarbij niemand veroordeeld mag worden dan op basis van een individuele strafrechtelijke verantwoordelijkheid, wordt ook bevestigd onder het internationaal humanitair recht en gaat terug tot artikel 50 van het Verdrag van Den Haag van 1899. Na de Eerste Wereldoorlog werd dit principe bevestigd in het Verdrag van Genève van 1929, onder andere als reactie op de executie van volledige Belgische dorpen door de Duitsers voor verzetsactiviteiten. Later is het verbod specifiek hernomen in het Derde en Vierde Verdrag van Genève van 1949. Bovendien bevat gemeenschappelijk artikel 3 in de Verdragen van Genève van 1949 een verwijzing naar het recht op een eerlijk proces.
Ook de twee Aanvullende Protocollen van 1977 bij de Verdragen van 1949 vermelden het verbod. Het gaat om een fundamenteel beginsel dat een menselijke behandeling moet waarborgen en volgens de voorbereidende teksten bij het Eerste Aanvullende Protocol van 1977 in de meest ruime zin geïnterpreteerd dient te worden. Het verbod op collectieve bestraffing moet onder het internationaal humanitair recht niet alleen gelezen worden in relatie tot een strafrechtelijke veroordeling na een gerechtelijke procedure, maar ten aanzien van elke sanctie of intimidatie ten aanzien van daden die men niet gepleegd heeft en die niet in overeenstemming zijn met het algemene principe van menselijkheid. Denk bijvoorbeeld aan administratieve sancties of intimiderende handelingen ten aanzien van de burgerbevolking om verzetsactiviteiten te voorkomen.
Regel 103 van de Studie van het Internationale Rode Kruiscomité over gewoonterecht binnen het internationaal humanitair recht bepaalt dat het verbod op collectieve bestraffing deel uitmaakt van het gewoonterecht. De studie bevestigt dat dit verbod een afgeleide is van het feit dat niemand bestraft mag worden dan op basis van een individuele strafrechtelijke verantwoordelijkheid.
Het verbod op collectieve bestraffing geldt zowel voor internationale als voor niet-internationale gewapende conflicten.
Collectieve bestraffing als oorlogsmisdaad Het gebruik van collectieve bestraffing in tijden van gewapend conflict kan een oorlogsmisdaad zijn. Zo omschrijven de statuten van het Internationaal Straftribunaal voor Rwanda en het Bijzonder Gerechtshof voor Sierra Leone collectieve bestraffing als een oorlogsmisdaad dat onder hun bevoegdheid valt.
Het Bijzonder Gerechtshof voor Sierra Leone sprak zich hier bijvoorbeeld reeds over uit in de AFCR zaak en benadrukte dat collectieve bestraffing een schending is van gemeenschappelijk artikel 3 en het Tweede Aanvullende Protocol.
Collectieve bestraffing en mensenrechten De mensenrechten uiten niet expliciet het verbod op collectieve bestraffing, maar een dergelijke daad kan wel een schending van bepaalde mensenrechten uitmaken, in het bijzonder het recht op vrijheid en veiligheid van een persoon en het recht op een eerlijk proces.
Collectieve bestraffing in de actualiteit De Israëlisch overheid heeft plannen aangekondigd om zes huizen op de Westbank af te breken Deze huizen behoren toe aan familieleden van Palestijnse beschuldigd van criminele feiten. Volgens het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) zou de vernietiging van deze huizen neerkomen op een collectieve bestraffing, wat verboden is onder het internationaal humanitair recht. De familieleden hebben de feiten immers niet gepleegd en zijn dus niet individueel strafrechtelijk verantwoordelijk. Het Internationale Rode Kruiscomité roept de overheid op deze plannen te herroepen.
[5]
”UAWC heeft na de arrestatie van beide medewerkers de dienstverbanden en salarisbetalingen van betrokkenen gestopt, en Nederland geïnformeerd over de Israëlische verdenkingen omtrent hun betrokkenheid bij de aanslag.”DE TWEEDE KAMER DER STATEN GENERAALUITKOMSTEN EN KABINETSAPPRECIATIE EXTERN ONDERZOEKNAAR UAWC https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2022Z00093&did=2022D00176
[6]
Uit het extern onderzoek komt naar voren dat er geen aanwijzingen zijn gevonden van financiële stromen tussen UAWC en de PFLP.
”Op 22 oktober 2021 besloot Israël zes Palestijnse ngo’s, waaronder UAWC, op de nationale terrorismelijst te plaatsen, omdat ze volledig onderdeel zouden zijn van de PFLP. Het kabinet heeft, evenals Proximities, eerder dit jaar informatie van Israël ontvangen over mogelijke banden van Palestijnse maatschappelijke organisaties met de PFLP, maar deze informatie was tot dusver onvoldoende concreet (zie Kamerbrief d.d. 12 mei 2021 met kenmerk 23432, nr. 482, en de antwoorden op Kamervragen van het lid Van Haga d.d. 16 juni 2021, met kenmerk 2021Z10914). Het kabinet heeft Israël gevraagd de recente listings nader toe te lichten. Inmiddels is medio december informatie van Israël ontvangen. Het kabinet zal met andere donoren afstemming zoeken om zoveel mogelijk tot een gezamenlijke appreciatie van de Israëlische informatie te komen en daarbij de motie Kuzu (35925V nr. 46) betrekken. Uitgangspunt blijft daarbij dat de Israëlische informatie voldoende overtuigend dient te zijn om de listings te rechtvaardigen en daar gevolgen aan te verbinden.”DE TWEEDE KAMER DER STATEN GENERAALUITKOMSTEN EN KABINETSAPPRECIATIE EXTERN ONDERZOEKNAAR UAWC https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2022Z00093&did=2022D00176
[8]
ISRAEL’S ”TERRORISM” DESIGNATION AN UNJUSTIFIEDATTACK ON PALESTINIAN CIVIL SOCIETY-BACHELET
”Human Rights Watch and Amnesty International, who work closely with many of the groups, said in a joint statement:
“This appalling and unjust decision is an attack by the Israeli government on the international human rights movement. For decades, Israeli authorities have systematically sought to muzzle human rights monitoring and punish those who criticize its repressive rule over Palestinians. While staff members of our organizations have faced deportation and travel bans, Palestinian human rights defenders have always borne the brunt of the repression. This decision is an alarming escalation that threatens to shut down the work of Palestine’s most prominent civil society organizations. The decades-long failure of the international community to challenge grave Israeli human rights abuses and impose meaningful consequences for them has emboldened Israeli authorities to act in this brazen manner.
How the international community responds will be a true test of its resolve to protect human rights defenders.
We are proud to work with our Palestinian partners and have been doing so for decades.
They represent the best of global civil society.
We stand with them in challenging this outrageous decision.”
[9]” In 5 gevallen ging het daarbij om personen die actief waren bij een organisatie die tot de maatschappelijke tak van de PFLP zou behoren, de overige 7 individuen waren actief binnen de politieke tak van de PFLP. ”
”Omdat openbaarmaking onevenredige schade zou kunnen toebrengen aan de organisaties die in het onderzoeksrapport tot de maatschappelijke tak van de PFLP worden gerekend, ziet het kabinet op basis van het ‘do no harm’ principe geen mogelijkheid om het externe onderzoeksrapport openbaar te maken. Het kabinet deelt het rapport en het interne feitenrelaas om die reden vertrouwelijk met uw Kamer en is daarbij graag bereid om vertrouwelijk een technische briefing te verzorgen over het onderzoek.”
[11] ‘Op 23 augustus 2019 kwam de 17-jarige Israëlische Rina Schnerb om het leven bij een bomaanslag op de Westelijke Jordaanoever, die wordt toegeschreven aan de PFLP. Niet lang na de aanslag, in september 2019, werden twee mannen gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij die aanslag. Deze twee verdachten bleken werkzaam te zijn bij UAWC, waar, zoals hierboven vermeld, Nederland sinds 2007 een samenwerkingsverband mee heeft. Op dit moment loopt het proces tegen betrokkenen nog.”
This text has been prepared for dissemination purposes and cannot in any circumstances serve as a substitute for the complete provisions of the international agreements – Extract from “Basic rules of the Geneva Conventions and their Additional Protocols”
The seven fundamental rules which are the basis of the Geneva Conventions and the Additional Protocols.
1 – Persons hors de combat and those who do not take a direct part in hostilities are entitled to respect for their
lives and their moral and physical integrity. They shall in all circumstances be protected and treated humanely
without any adverse distinction.
2 – It is forbidden to kill or injure an enemy who surrenders or who is hors de combat .
3 – The wounded and sick shall be collected and cared for by the party to the conflict which has them in its power.
Protection also covers medical personnel, establishments, transports and equipment. The emblem of the red
cross or the red crescent is the sign of such protection and must be respected.
4 – Captured combatants and civilians under the authority of an adverse party are entitled to respect for their lives,dignity, personal rights and convictions. They shall be protected against all acts of violence and reprisals. They shall have the right to correspond with their families and to receive relief.
5 – Everyone shall be entitled to benefit from fundamental judicial guarantees. No one shall be held responsible for an act he has not committed. No one shall be subjected to physical or mental torture, corporal punishment or cruel or degrading treatment.
6 – Parties to a conflict and members of their armed forces do not have an unlimited choice of methods and means of warfare. It is prohibited to employ weapons or methods of warfare of a nature to cause unnecessary losses or excessive suffering.
7 – Parties to a conflict shall at all times distinguish between the civilian population and combatants in order to
spare civilian population and property. Neither the civilian population as such nor civilian persons shall be the
object of attack. Attacks shall be directed solely against military objectives.
”In addition to controlling the borders, coastline and airspace, Israel will continue to control Gaza’s telecommunications, water, electricity and sewage networks, as well as the flow of people and goods into and out of the territory. Gaza will also continue to use Israeli currency.
HUMAN RIGHTS WATCH
ISRAEL: DISENGAGEMENT WILL NOT END GAZA OCCUPATION
”1391, or 63%, of the 2,202 Palestinians killed by Israeli security forces in Operation “Protective Edge” did not take part in the hostilities. Of these, 526 – a quarter of all Palestinians killed in the operation – were children under eighteen years of age”
”Het volgt op scherpe wereldwijde kritiek op de Israëlische beschieting van een VN-school in Gaza. De Verenigde Staten reageerden buitengewoon scherp op de tweede raketaanval in een week op een VN-school in de Gaza-strook. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zegt ‘geschokt’ te zijn door de ‘schandelijke beschieting van de VN-school’………. ”Eerder op de dag had de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, al zijn afschuw uitgesproken over de beschieting van de VN-school in Rafah waar zo’n 3.000 Palestijnse vluchtelingen verbleven. Zeker tien mensen werden gedood toen een raket insloeg bij de ingang van de school, aldus medische bronnen in Gaza.”
Israël heeft een staakt-het-vuren afgekondigd in de Gaza-strook. Het leger spreekt van een ‘humanitair bestand’ dat op maandag geldt van 7 tot 14 uur.
Het volgt op scherpe wereldwijde kritiek op de Israëlische beschieting van een VN-school in Gaza. De Verenigde Staten reageerden buitengewoon scherp op de tweede raketaanval in een week op een VN-school in de Gaza-strook. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zegt ‘geschokt’ te zijn door de ‘schandelijke beschieting van de VN-school’.
Diplomaten zijn verrast over de sterke bewoordingen die het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse zaken gebruikt. Vooral de worden ‘geschokt’ en ‘schandelijk’ worden als opmerkelijk bestempeld. ‘De Verenigde Staten zijn geschokt door de schandelijke beschieting vandaag van een VN-school in Rafah, waar zo’n 3.000 ontheemde mensen hun toevlucht hadden gezocht en waarbij minstens tien Palestijnse burgers tragisch om het leven kwamen’, stelt Washington.
‘De locatie van de school was, zoals alle VN-gebouwen in Gaza, herhaaldelijk medegedeeld aan het Israëlische leger. We benadrukken nog maar eens dat Israel meer moet doen om zijn eigen normen te handhaven en burgerslachtoffers te vermijden. VN-gebouwen, en in het bijzonder die die burgers opvangen, moeten worden beschermd en mogen niet gebruikt worden als basis van waaruit aanvallen worden gelanceerd. De verdenking dat militanten in de buurt van de VN-gebouwen opereren rechtvaardigt geen aanvallen die het leven van zoveel onschuldige burgers in gevaar brengt’, klinkt het.
VN
Eerder op de dag had de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, al zijn afschuw uitgesproken over de beschieting van de VN-school in Rafah waar zo’n 3.000 Palestijnse vluchtelingen verbleven. Zeker tien mensen werden gedood toen een raket insloeg bij de ingang van de school, aldus medische bronnen in Gaza.
Tientallen mensen raakten gewond. Veel Palestijnen hadden hun toevlucht gezocht tot de onderwijsinstelling die wordt gerund door de Verenigde Naties. Het Israëlische leger heeft nog niet gereageerd. Het is nog niet duidelijk wie verantwoordelijk is voor de raketinslag. Ongeveer 3.000 Palestijnen hadden hun toevlucht gezocht in de school.
De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, noemt de aanval ‘een morele schande en een misdaad’. Volgens Ban is het Israëlische leger meerdere keren geïnformeerd over de locatie van de school.
Van Rompuy
De Europese Unie heeft het aanhoudende bloedvergieten in de Gazastrook zondag nog eens nadrukkelijk veroordeeld. Bij monde van de voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy en de voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barroso werd het ‘onmiddellijke einde’ van de militaire acties geeist. ‘Alleen een onderhandelde oplossing gebaseerd op twee staten die elkaar respecteren kan tot vrede leiden’, stelt Van Rompuy.
Het Israëlische leger heeft toegegeven te hebben gevuurd nabij de VN-school. ‘Het Israëlische leger viseerde drie terroristen op de motorfiets nabij de school in Rafah’, stelt het leger in een mededeling. ‘De Israëlische defensie onderzoekt de gevolgen van die inslag.’ De Israelische regering kondigde in de nacht van zondag op maandag een ‘humanitair bestand’ af dat maandag van 7 tot 14 uur zou gelden.
Het is de derde aanval op een VN-school in de Gaza-strook in tien dagen tijd. Op 24 juli werd een school in Beit Hanoun getroffen en afgelopen donderdag werd een school in Jabaliya geraakt. Bij die twee aanvallen kwamen meer dan dertig Palestijnen om het leven. De Verenigde Naties legden verantwoordelijkheid voor het drama in Jabaliya bij Israël.
250.000
In de Gazastrook schuilen circa 250.000 mensen in gebouwen van de VN voor het Israëlische geweld. Volgens Israël is er vanuit de buurt geschoten. Vertegenwoordigers van de VN vonden raketopslagplaatsen van Palestijnse strijders in drie schoolgebouwen.
De raketinslag op de school in Rafah volgt op de aankondiging door de Israëlische premier Benjamin Netanyahu zaterdagavond dat het Gaza-offensief voorlopig zal worden doorgezet. Het leger zal zijn operaties zolang voortzetten totdat het doel is bereikt: ‘de vrede naar Israël terugbrengen’, zei hij zaterdagavond in Tel Aviv.
Vernietigen
‘We zullen alle tunnels vernietigen’, voegde hij eraan toe. ‘Het leger wordt zolang ingezet tot alle werk is volbracht.’ En dat bleek ook meteen. Bij meerdere luchtaanvallen zijn volgens Palestijnse bronnen zondagmorgen zeven mensen om het leven gekomen. Vijftien Palestijnen raakten gewond. Palestijnen die aan de kust wonen, vertelden dat de Israëlische luchtmacht zware bombardementen heeft uitgevoerd in verschillende Palestijnse gebieden.
Na de vernietiging van de tunnels van de ‘radicaal-islamitische’ Hamas zal Israël de situatie opnieuw evalueren en bijkomende stappen ondernemen die nodig zijn voor de veiligheid.
EINDE BERICHT
[17]
”We explicitly and loudly condemned the direct shelling of the Al Aqsa hospital on July 21st that killed at least four people”
INTERNATIONAL RED CROSS
NO WONDER GAZANS ARE ANGRY.THE RED CROSS CAN’T PROTECT THEM
Three ICRC vehicles are leaving Shujaia. They have rescued 11 people from the rubble but the intense combat has forced them back. As they depart an angry crowd of Palestinians attacks the vehicles with stones and sticks. “You are useless,” the crowd shouts. “You must protect us.”
But we cannot. The anger is unpleasant and misplaced, but understandable. We do our utmost, risking the lives of our staff to rescue who we can, but we cannot end the conflict. As ever, humanitarian organisations are a sticking plaster, not the solution.
If your home in Gaza was being shelled, who would you call in desperation? On the night Israel’s ground offensive began intense fire struck north-east Gaza. The emergency services, including our partners at the Palestinian Red Crescent (PRCS), were overloaded. Many Gazans tried to telephone us. Our office switchboard couldn’t cope. In the dark violent hours of the night we could not send ambulances or restore the water supply or treat the injured dying of their wounds. Isolated and terrified, with nowhere to flee and no help in sight, the anger of Palestinian families grew.
Two nights later in Shujaia hundreds more families went through the same ordeal. Again ICRC staff and PRCS volunteers could do little. With no guarantees of safety it would have been folly to attempt a rescue. In the daylight a temporary ceasefire was agreed, at our request. It was quickly broken, but nevertheless several dozen injured were brought from their ruined homes to hospitals and hundreds took advantage of our presence on the spot to flee. It was little and late. No wonder the helpless families have accused us of callous disregard. When your one faint hope of help is snuffed out the intensity of disappointment is all the deeper.
Other accusations have been levelled.
We were charged with collaborating with the Israeli Defence Forces in the destruction of Wafa hospital. In truth, we sought to protect the hospital through our dialogue with both sides. When combat came perilously close we intervened to win time for a possible last-resort evacuation of gravely ill patients, many on life support.
We are upbraided for not taking sides and refusing to apportion blame. Given our strict political neutrality it is usual that we get criticised by all sides at different times. But the ICRC is not silent in the face of clear breaches of international law. We explicitly and loudly condemned the direct shelling of the Al Aqsa hospital on July 21st that killed at least four people. We clearly denounce the indiscriminate rocketing of Israel. We stated categorically that even in the midst of warfare, people must be able to receive medical care in safety.
We are horrified at the death toll. We have repeatedly called for both sides to protect and spare civilians. We have warned of the need to protect Gaza’s perilously fragile water supply – many residents of the densely populated area are now without water, at the height of the scorching hot Mediterranean summer. Today our priority is the civilians, in Beit Hanoun and many other places all over Gaza. We are calling on all sides, based on the humanitarian imperatives of the situation, to ensure that their combat operations be conducted in accordance with the fundamental principles of international laws protecting civilians. But will our pleas for restraint, and the constant efforts of nearly 140 staff and more than 400 PRCS teams to rescue civilians and restock hospitals, be enough to quell the anger of grieving families? We hope so but we understand that it might not.
We do ask one thing: understand the limits of our role and look to the politicians to end this deadly, miserable conflict.
Jacques de Maio
Head of Delegation ICRC Israel and Occupied Territories
[18]
[QUESTION] 6 HOW CAN YOU ACCUSE ISRAEL OF APARTHEID WHEN ISRAELIVOTE IN NATIONAL ELECTIONS, HAVE PASSPORTS, MOVE FREELY,AND SERVE IN THE KNESSET? HUMAN RIGHTS WATCHQ & A: A TRESHOLD CROSSEDISRAELI AUTHORITIES AND THE CRIME OF APARTHEID AND PERSECUTION
”The establishment of the settlements contravenes international humanitarian law (IHL), which states that an occupying power may not relocate its own citizens to the occupied territory or make permanent changes to that territory, unless these are needed for imperative military needs, in the narrow sense of the term, or undertaken for the benefit of the local population.”
Individual or mass forcible transfers, as well as deportations of protected persons from occupied territory to the territory of the Occupying Power or to that of any other country, occupied or not, are prohibited, regardless of their motive.”
”Art. 55. The occupying State shall be regarded only as administrator and usufructuary of public buildings, real estate, forests, and agricultural estates belonging to the hostile State, and situated in the occupied country. It must safeguard the capital of these properties, and administer them in accordance with the rules of usufruct.”
”Het kabinet blijft inzetten op een twee-statenoplossing, waarbij een veilig Israël en een onafhankelijke, democratische en levensvatbare Palestijnse staat in vrede naast elkaar bestaan” DE TWEEDE KAMER DER STATEN GENERAALUITKOMSTEN EN KABINETSAPPRECIATIE EXTERN ONDERZOEKNAAR UAWC https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2022Z00093&did=2022D00176
Aan de voorzitter van de TweedeKamer der Staten GeneraalPrinses Irenestraat 6Den Haag Datum5 januari 2022Betreft: Uitkomsten en kabinetsappreciatie extern onderzoek naar UAWC
Geachte voorzitter,
Met deze brief informeren wij uw Kamer over de kabinetsappreciatie van het door Proximities uitgevoerde externe onderzoek naar mogelijke banden tussen de Palestijnse non-gouvernementele organisatie (ngo) Union of Agricultural Workers Committee (UAWC), en de Popular Front for the Liberation of Palestine (PFLP) – een door de EU als terroristisch aangemerkte organisatie. Tevens willen wij uw Kamer inlichten over het besluit van het kabinet over het al dan niet voortzetten van de samenwerking met UAWC, naar aanleiding van het externe onderzoek.
Kabinetsinzet twee-statenoplossing en belang Palestijns maatschappelijk middenveld
Het kabinet blijft inzetten op een twee-statenoplossing, waarbij een veilig Israël en een onafhankelijke, democratische en levensvatbare Palestijnse staat in vrede naast elkaar bestaan. Nederland draagt hieraan bij door middel van ontwikkelingssamenwerkingsprogramma’s die het Palestijnse bestuur versterken en een bijdrage leveren aan het opbouwen van een duurzame Palestijnse economie. De belangrijkste thema’s in het ontwikkelingsprogramma zijn toegang tot land, water en energie, rechtsbescherming, en economische ontwikkeling. Samenwerking met het Palestijns maatschappelijk middenveld is belangrijk voor de ontwikkeling van een democratische Palestijnse samenleving, zeker in de context waarin het Palestijns parlement niet functioneert en een deel van de gebieden bestuurd wordt door Hamas. Maatschappelijke organisaties kunnen ervoor zorgen dat de Palestijnse Autoriteit en Hamas tegenspraak krijgen en zich in zekere zin moeten verantwoorden aan de Palestijnse samenleving. Bovendien verlenen maatschappelijke organisaties belangrijke diensten aan Palestijnen in Area C, ten bate van de twee-statenoplossing. Tenzij partijen anders overeenkomen, zijn de grenzen van voor 4 juni 1967 daarbij het uitgangspunt. Het door Nederland gesteunde landbouwprogramma met UAWC als consortiumleider vond plaats in Area C, dat het grootste deel (60%) van de bezette Westelijke Jordaanoever omvat, en daarmee het grootste deel van de illegale Israëlische nederzettingen, maar ook bijna alle Palestijnse landbouwgrond. Om die reden zijn dit soort programma’s – die Palestijnen toegang verschaffen tot land en water of hen assisteert bij het succesvol bewerken van landbouwgrond – essentieel voor de levensvatbaarheid van de Palestijnse economie en een toekomstige Palestijnse staat. Dat is de reden waarom Nederland, samen met veel andere donoren, inzet van ngo’s op dit vlak ondersteunt.
De inzet van ngo’s is niet alleen van belang in het kader van Palestijnse toegang tot Area C; ngo’s adresseren ook andere prangende kwesties die spelen rond de Israëlische bezetting van de Westelijke Jordaanoever. Daarmee speelt het Palestijns maatschappelijk middenveld, maar ook dat in Israël, een belangrijke rol bij het levensvatbaar houden van de twee-statenoplossing. Ook in het algemeen acht de regering een gezond, divers en actief maatschappelijk middenveld als een voorwaarde voor een goed functionerende democratie. Om deze redenen zal het kabinet doorgaan met het ondersteunen van civil society, zowel in de bezette Palestijnse gebieden als in Israël, te meer omdat veel ngo’s door hun soms kritische programma’s onder toenemende druk staan.
Nederlandse samenwerking met UAWC
Nederland startte in september 2007 met de financiering van het Land Development 2 programma, dat werd uitgevoerd door een consortium met UAWC als één van de uitvoerende partners. In daaropvolgende programma’s nam UAWC eveneens als uitvoerende partnerorganisatie deel aan door Nederland gefinancierde consortia. In 2013 werd UAWC, gezien bewezen expertise, kennis en capaciteit, trekker van een nieuw consortium voor de uitvoering van het Land and Water Resource Management programma Fase 1. De totale bijdrage voor dat programma, dat liep tot 2017 en gericht was op het vergroten van de landbouwproductie en inkomsten van Palestijnse boeren, was 8,5 mln. euro. In 2017 startte Fase 2 van dit programma. Dit programma werd uitgevoerd op de Westelijke Jordaanoever (Area C) en was erop gericht Palestijnse boeren te helpen toegang te behouden tot hun land en water. Daarnaast werd ondersteuning geboden om zoveel mogelijk klimaatverantwoord te kunnen werken. Zo werd er bijvoorbeeld ingezet op het effectief hergebruik van regenwater voor landbouw en advisering voor het planten van waterzuinige gewassen. Het consortium ontving een bijdrage van 11,7 mln. euro uit decentrale middelen voedselzekerheid (ODA artikel 2.1) voor een periode van 4 jaar (2017–2020). In 2020 werd er onder dit programma 1,27 mln. euro uitbetaald aan UAWC. Tevens participeerde UAWC in het Multidonor Agricultural Programme van de FAO in de Palestijnse Gebieden dat o.a. door Nederland wordt ondersteund. Die deelname van UAWC is stopgezet. UAWC voerde daarnaast projecten uit met financiering van de EU, een brede groep landen, waaronder Duitsland, Canada en Spanje, en meerdere internationale ngo’s.
Aanleiding extern onderzoek
Op 23 augustus 2019 kwam de 17-jarige Israëlische Rina Schnerb om het leven bij een bomaanslag op de Westelijke Jordaanoever, die wordt toegeschreven aan de PFLP. Niet lang na de aanslag, in september 2019, werden twee mannen gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij die aanslag. Deze twee verdachten bleken werkzaam te zijn bij UAWC, waar, zoals hierboven vermeld, Nederland sinds 2007 een samenwerkingsverband mee heeft. Op dit moment loopt het proces tegen betrokkenen nog.
UAWC heeft na de arrestatie van beide medewerkers de dienstverbanden en salarisbetalingen van betrokkenen gestopt, en Nederland geïnformeerd over de Israëlische verdenkingen omtrent hun betrokkenheid bij de aanslag. Hierop heeft de Nederlandse Vertegenwoordiging in Ramallah UAWC meerdere malen om uitleg gevraagd, en geïnformeerd naar de eventuele rol van beiden bij het door Nederland gefinancierde project. UAWC gaf tijdens die gesprekken te kennen dat beide personen niet betrokken waren bij het projectmanagement van de door Nederland gefinancierde activiteiten. Echter, bij nader archiefonderzoek door het ministerie van Buitenlandse Zaken, bleek dat de twee verdachten weliswaar niet direct betrokken waren bij het door Nederland gefinancierde project met UAWC, maar wel degelijk een deel van hun salaris hadden ontvangen uit de overheadkosten. Onmiddellijk daarna, op 9 juli 2020, besloot de toenmalige minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking om betalingen aan UAWC op te schorten. De bijdrageovereenkomst biedt deze mogelijkheid als er mogelijk sprake is van een situatie waarin financiering van een activiteit strijdig is met het buitenlandbeleid van de Nederlandse regering. De Tweede Kamer werd hierover op 20 juli 2020 geïnformeerd door middel van antwoorden op Kamervragen van de leden Van der Staaij, De Roon en Voordewind (kenmerk 2020D30213).
Besluit extern onderzoek
In 2012 leidden beschuldigingen over mogelijke banden tussen UAWC en PFLP tot een doorlichting van UAWC door Australië, dat toen tot de conclusie kwam dat de beschuldigingen niet gegrond waren, ondanks het feit dat enkele medewerkers van UAWC in Israëlische administratieve detentie hadden gezeten. De conclusies van het Australische onderzoek werden daarna – onder meer door Nederland – meegenomen in de risicoafweging van het beoordelen van projectaanvragen door UAWC. Daarbij was tevens belangrijk dat UAWC nooit is aangemerkt als een terroristische organisatie door de EU noch de VN, en dat bestuurs- of stafleden van UAWC niet voorkomen op EU-sanctielijsten. Uit toezicht door Nederland en andere donoren, onder meer via inhoudelijke en financiële rapportages, werkbezoeken en onafhankelijke audits van internationale auditorganisaties, waren er bovendien nooit aanwijzingen dat UAWC de bijdragen anders gebruikt zou hebben dan overeengekomen.
Naar aanleiding van de zwaarwegende en unieke omstandigheden die hierboven zijn beschreven, zegde de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking uw Kamer op 20 juli 2020 (kenmerk 2020D30213) een onafhankelijk, extern onderzoek toe naar mogelijke banden tussen UAWC en de PFLP. Daarna zou een besluit kunnen volgen over de samenwerking tussen Nederland en UAWC. Op 26 januari 2021 (kenmerk 23432, nr. 480) liet het kabinet de Tweede Kamer weten dat het externe onderzoek, na een onderhandse aanbesteding, uitgevoerd zou worden door het Nederlandse onderzoeksbureau Proximites Risk Consultancies.
Het onderzoek ging februari 2021 van start, en omvatte zowel desk research – waarbij veelal een beroep is gedaan op open bronnen – als ook veldbezoeken aan Israël en de Palestijnse gebieden, waarbij onder meer gesprekken plaatsvonden met UAWC zelf, de Israëlische en Palestijnse autoriteiten, en andere donoren. Het mandaat van Proximities, zoals door het kabinet vastgesteld, verplichtte het onderzoeksbureau om zich te beperken tot controleerbare en te verifiëren informatie, en alleen op basis daarvan eigen conclusies te trekken. Daardoor kon vertrouwelijke, bijvoorbeeld door inlichtingendiensten verschafte informatie niet worden meegenomen in het onderzoek. De onderzoeksperiode betrof de gehele periode 2007-2020 waarin financiering door Nederland plaatsvond.
Bevindingen extern onderzoek
Het ministerie van Buitenlandse Zaken accepteerde op 10 november 2021 het onderzoeksrapport van Proximities.
Omdat er geen internationaal erkende definitie bestaat van de PFLP heeft Proximities ten behoeve van dit onderzoek zelf een eigen definitie moeten opstellen. De door Proximities gehanteerde definitie omvat naast de militante en politieke tak, ook een aantal maatschappelijke organisaties die volgens Proximities tot het raamwerk van de PFLP gerekend kunnen worden. De EU heeft tijdens het listen van de PFLP als terroristische organisatie geen onderscheid gemaakt tussen een politieke, militante of ‘maatschappelijke’ tak, en geen van deze organisaties is door de EU als terroristisch aangemerkt. Om deze organisaties geen onnodige schade te berokkenen, worden zij niet met naam genoemd in deze brief.
Uit het extern onderzoek komt naar voren dat er geen aanwijzingen zijn gevonden van financiële stromen tussen UAWC en de PFLP. Evenmin is er bewijs gevonden van organisatorische eenheid met of aansturing door de PFLP. Wel constateert Proximities dat er sprake is van individuele banden tussen UAWC en de PFLP. Het gaat in totaal om 34 personen met individuele banden over de periode van 2007 tot 2020. Van deze 34 personen namen er volgens het rapport 28 zitting in het bestuur van UAWC, waarbij er in 12 gevallen sprake was van een zogenaamd dubbelmandaat: zij hadden gedurende een overlappende periode zowel een leidinggevende positie bij UAWC, als een positie bij de PFLP. In 5 gevallen ging het daarbij om personen die actief waren bij een organisatie die tot de maatschappelijke tak van de PFLP zou behoren, de overige 7 individuen waren actief binnen de politieke tak van de PFLP. Proximities geeft aan geen bewijs te hebben gevonden dat suggereert dat stafleden van UAWC of bestuursleden hun positie bij UAWC gebruikt hebben voor terroristische activiteiten of om terroristische activiteiten te steunen. Proximities stelt dat UAWC gebonden is aan het principe van non-discriminatie betreffende politieke meningsuiting en niet bevoegd is om stafleden dan wel bestuursleden te vragen naar politieke activiteiten. Op basis daarvan constateert Proximities dat niet verwacht mag worden dat UAWC zich bewust kan zijn van individuen die banden onderhouden met PFLP.
Het rapport constateert tevens dat er aanwijzingen zijn dat er ook op organisatorisch vlak banden zijn tussen UAWC en de PFLP. Proximities baseert dit op 18 evenementen die plaatsvonden in de periode tussen 2007 en 2020. Het gaat hierbij om bezoeken of contacten tussen beide organisaties, solidariteitsuitingen, gebruik van elkaars gebouwen en gezamenlijke bijeenkomsten die zich voornamelijk richtten op landbouw-gerelateerde aangelegenheden en/of trainingen. Het gaat hierbij grotendeels om activiteiten tussen UAWC en maatschappelijke organisaties, die volgens Proximities tot de maatschappelijke tak van de PFLP behoren. 14 van de 18 evenementen vonden plaats voor 2013. Met uitzondering van 3 evenementen in 2011-12 op de Westelijke Jordaanoever, vonden alle bijeenkomsten plaats met de UAWC-afdeling in Gaza. Er werden geen banden geconstateerd met de militante tak van de PFLP. Proximities stelt dat redelijkerwijs verwacht mag worden dat UAWC zich bewust is van de banden op organisatorisch vlak met de PFLP.
Kabinetsappreciatie bevindingen extern onderzoek
Het kabinet verwelkomt het rapport van Proximities, en is van oordeel dat er grondig en zeer zorgvuldig onderzoek is verricht binnen de beperkingen die onvermijdelijk gepaard gaan met een onderzoek dat zich moet baseren op interviews en verifieerbare publieke bronnen. Proximities heeft met het schrijven van het rapport voldaan aan de opdracht en de vragen die in de Terms of Reference (TOR) (zie bijlage) zijn gesteld. De onderzoekers hebben helder uitgewerkt op welke wijze het onderzoek is uitgevoerd, hoe men is omgegaan met bronnen en welke conclusies hieruit zijn getrokken. Het kabinet plaatst evenwel een kanttekening bij sommige afzonderlijke bevindingen die uiteindelijk tot een totaalbeeld leiden. Bevindingen zijn in sommige gevallen namelijk slechts onderbouwd met enkelvoudige bronnen, en zijn daarom wat het kabinet betreft onvoldoende gesubstantieerd.
Het kabinet onderkent dat Proximities de PFLP nader heeft moeten definiëren om onderzoek mogelijk te maken, maar plaatst wel vraagtekens bij de keuze om ook diverse maatschappelijke organisaties te beschouwen als onderdeel van de PFLP. Alhoewel Proximities een onderbouwing voor deze keuze geeft in het rapport, meent het kabinet dat onvoldoende duidelijk is gemaakt in hoeverre deze organisaties daadwerkelijk worden aangestuurd of onder controle staan van de PFLP. Daar komt bij dat geen van deze organisaties als terroristisch is aangemerkt door de EU of de VN.
In de ogen van het kabinet kan op basis van dit onderzoek niet worden geconstateerd dat er organisatorische banden zijn tussen UAWC en de PFLP. De 18 door Proximities genoemde evenementen waaruit die verbondenheid zou blijken, bieden onvoldoende duidelijkheid over de context en betreffen voornamelijk bijeenkomsten met deelname van maatschappelijke organisaties die volgens Proximities tot de maatschappelijke tak van de PFLP zouden behoren. Bovendien worden de meeste van deze bevindingen slechts onderbouwd met enkelvoudige bronnen.
Proximities geeft aan dat er geen aanwijzingen zijn gevonden dat er financiële stromen zijn tussen UAWC en de PFLP. Evenmin zijn er aanwijzingen gevonden van een organisatorische eenheid tussen beide organisaties of aansturing van UAWC door de PFLP. Ook constateert Proximities dat er geen aanwijzingen zijn dat stafleden van UAWC of bestuursleden hun positie bij UAWC gebruikt hebben voor terroristische activiteiten of om terroristische activiteiten te steunen.
Het externe onderzoek heeft volgens het kabinet voldoende aannemelijk gemaakt dat er gedurende geruime tijd op individueel niveau sprake was van banden tussen medewerkers en bestuursleden van UAWC en de PFLP. Met name het grote aantal bestuursleden van UAWC met een dubbelmandaat is zorgelijk. Het onderzoeksrapport is op dit punt in de ogen van het kabinet van goede kwaliteit, en stevig onderbouwd: het gaat om een significant aantal gevallen over een langere periode, waaraan bovendien diverse bronnen ten grondslag liggen. Het kabinet is van oordeel dat redelijkerwijs verondersteld mag worden dat UAWC op de hoogte was van deze individuele banden en beoordeelt deze bevindingen dus anders dan Proximities. UAWC had zich kunnen en moeten realiseren dat dit een onwenselijke situatie is voor donoren – of had tenminste de gevoeligheid daarvan moeten inzien – en had donoren hiervan op de hoogte moeten stellen. Dit is echter ook tijdens het externe onderzoek, waarbij UAWC in de gelegenheid is gesteld om wederhoor te bieden, niet gebeurd. De bevindingen gaan hiermee ook in tegen het eigen beleid van UAWC dat medewerkers niet politiek actief mogen zijn.
Voor het kabinet zijn de bevindingen over individuele banden tussen UAWC en de PFLP en het gebrek aan openheid daarover vanuit UAWC, ook tijdens het onderzoek, voldoende reden om de activiteiten van UAWC niet meer te financieren. Nederland zal niet overgaan tot betaling aan UAWC van het laatste deel van de financiële bijdrage in het kader van het Land and Water Resource Management Program.
Omdat openbaarmaking onevenredige schade zou kunnen toebrengen aan de organisaties die in het onderzoeksrapport tot de maatschappelijke tak van de PFLP worden gerekend, ziet het kabinet op basis van het ‘do no harm’ principe geen mogelijkheid om het externe onderzoeksrapport openbaar te maken. Het kabinet deelt het rapport en het interne feitenrelaas om die reden vertrouwelijk met uw Kamer en is daarbij graag bereid om vertrouwelijk een technische briefing te verzorgen over het onderzoek.
Besluit Israël om ngo’s op terrorismelijst te plaatsen
Op 22 oktober 2021 besloot Israël zes Palestijnse ngo’s, waaronder UAWC, op de nationale terrorismelijst te plaatsen, omdat ze volledig onderdeel zouden zijn van de PFLP. Het kabinet heeft, evenals Proximities, eerder dit jaar informatie van Israël ontvangen over mogelijke banden van Palestijnse maatschappelijke organisaties met de PFLP, maar deze informatie was tot dusver onvoldoende concreet (zie Kamerbrief d.d. 12 mei 2021 met kenmerk 23432, nr. 482, en de antwoorden op Kamervragen van het lid Van Haga d.d. 16 juni 2021, met kenmerk 2021Z10914). Het kabinet heeft Israël gevraagd de recente listings nader toe te lichten. Inmiddels is medio december informatie van Israël ontvangen. Het kabinet zal met andere donoren afstemming zoeken om zoveel mogelijk tot een gezamenlijke appreciatie van de Israëlische informatie te komen en daarbij de motie Kuzu (35925V nr. 46) betrekken. Uitgangspunt blijft daarbij dat de Israëlische informatie voldoende overtuigend dient te zijn om de listings te rechtvaardigen en daar gevolgen aan te verbinden. Het kabinet ziet geen reden om de uitkomsten van de afstemming met donoren af te wachten alvorens een besluit wordt genomen over de Nederlandse samenwerking met UAWC.
Aanscherping due diligence
Na opschorting van de financiering in juli 2020 heeft NRO Ramallah de due diligence direct aangescherpt zonder daarbij de uitkomsten van extern onderzoek af te wachten. Hierbij wordt als onderdeel van het risicobeheer tijdens de projectidentificatie en beoordeling voortaan expliciet de vraag gesteld hoe een organisatie omgaat met werknemers of bestuursleden die mogelijk deel uitmaken van organisaties die op de EU en VN sanctielijst staan. Hiermee is een extra controle ingebouwd om risico’s met betrekking tot mogelijke ‘banden met’ vroegtijdig in beeld te krijgen en wordt naar uitvoerende organisaties duidelijk aangegeven dat dergelijke banden voor Nederland niet acceptabel zijn.
Intern relaas
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft naar aanleiding van deze kwestie tevens een intern relaas opgesteld, waarin in kaart is gebracht in hoeverre het interne risicobeheer ten aanzien van UAWC volgens geldende regels en processen is verlopen. Tevens is bekeken of er aanleiding is voor aanpassing, bovenop de al door NRO Ramallah ingevoerde aanscherping van due diligence.
Nederland volgt bij beheersing van het risico op terrorisme het EU-sanctiebeleid dat onderscheid maakt tussen directe en indirecte ter beschikkingstelling van financiële middelen. Van directe ter beschikkingstelling is in het geval van UAWC geen sprake omdat UAWC of zijn personeelsleden niet op de EU-sanctielijst voorkomen en uit het extern onderzoek ook niet naar voren is gekomen dat UAWC onderdeel zou zijn van de PFLP, of dat er sprake zou zijn van financiële stromen tussen beide organisaties. Ook is er geen informatie die wijst op indirecte terbeschikkingstelling.
Uit het interne relaas komt naar voren dat het ministerie de regels en interne procedures tijdens het risicobeheer, gedurende alle fasen van de activiteitencyclus, correct heeft toegepast.
Hoewel er op correcte wijze en volgens de regels van het geldend toetsingskader is gehandeld, moet gezien de uitkomsten van het externe onderzoek worden geconcludeerd dat er sprake kan zijn van een restrisico, dat maar ten dele te ondervangen is met het huidige risicobeheer. Een sluitend kader voor het bepalen van de grens tussen aanvaardbare en onaanvaardbare restrisico’s is volgens het kabinet niet op voorhand te geven, en hangt ook samen met de risicobereidheid van Nederland en andere donoren bij het werken in complexe politieke situaties zoals op de Westelijke Jordaanoever. Hierbij dient voortdurend de afweging te worden gemaakt tussen beoogde doelstellingen, manieren om die te verwezenlijken en inschatting en mitigatie van mogelijke risico’s die zich daarbij kunnen voordoen. Het kabinet deelt het intern relaas vertrouwelijk met uw Kamer omdat openbaarmaking de betrekkingen met andere landen zou kunnen schaden.
Vervolgtraject
Het afgelopen jaar is reeds een regeling getroffen met diverse aannemers en boeren die in de financiële problemen waren gekomen naar aanleiding van het Nederlandse besluit om betalingen aan UAWC op te schorten. Zij hadden namelijk, voorafgaand aan het Nederlandse besluit, reeds op eigen kosten werk verricht binnen het programma met UAWC, maar waren hiervoor nog niet betaald. De Tweede Kamer is hierover op 12 mei 2021 geïnformeerd (kenmerk 2021D17528). In deze constructie wordt gebruik gemaakt van een andere Palestijnse partnerorganisatie, die de boeren en aannemers rechtstreeks kan betalen – uiteraard met controles door een internationale accountant. UAWC is hierbij geen partij. Het kabinet heeft besloten te komen tot een soortgelijke regeling voor de juniorconsortiumpartners, die kosten hebben gemaakt binnen het programma.
Het kabinet hecht onverminderd aan het ondersteunen van het maatschappelijk middenveld in de Palestijnse gebieden om bij te dragen aan sociaaleconomische ontwikkeling en behoud van het perspectief op een twee-staten-oplossing. Nederland zal binnenkort dan ook een nieuw land- en waterprogramma op de Westelijke Jordaanoever starten met andere Palestijnse partnerorganisaties en een nieuwe consortiumleider om boeren te blijven ondersteunen in Area C. Daarbij zullen uiteraard de geldende waarborgen inclusief de aangescherpte due diligence worden toegepast.
Lezers, Hierbij overgenomen een uitstekend stuk over de vuilbekkerij van de Turkse schrijfster Lale Gul, die niet alleen een boek beneden ieder literair niveaugeschreven heeft, waarbij de schuttingtaal en cliche’s je om de orenvliegen, maar-wat erger is, haar ouders, vooral haar moeder en Oma,uiterst denigrerend heeft beschrevenBegrijp mij niet verkeerd:Kritiek op je autoritaire opvoeding:PrimaMaar toon wel een beetje respect voor je ouders, die een moeizameintrede hebben gemaakt in de Nederlandse samenleving,waarvan deze Gul dubbel en dwars heeft geprofiteerd Daarnaast heeft ze zich niet ontzien, Twitter te vervuilenmet een aantal racistische Tweets, die ze later, achterbaks, weer heeftverwijderd Zie wat ik daarover heb geschreven [1] Blij te zien, dat een andere journaliste mijn opinie deeltZie direct hieronder het uitstekende stukvan Tineke Bennema
ASTRID ESSED
[1] LALE GUL/[LALE-TULP]/HAAR OBSESSIE MET DE ”WITTE” BEVOLKING/OVER OMVOLKING/OVER DISCRIMINATIE/OVER ISLAMOFOBIEASTRID ESSED15 DECEMBER 2021
Een ex-moslima die haar pen in vitriool doopt als ze de islam zoals ze die zegt te hebben beleefd beschrijft, wordt door bijna heel Nederland op het schild geheven. De media roemen Lale Gül erom dat ze moslims ‘een spiegel’ voorhoudt. Grotere apekool bestaat niet.
Haar boek is door NRC – godbetert – zelfs vergeleken met het excellente pamflet J’Accuse van Emile Zola. De Franse schrijver schreef naar aanleiding van de Dreyfus-affaire in 1898 zijn beroemde aanklacht over institutioneel antisemitisme, die begint met de verheven woorden, gericht aan de president van de Republiek: ‘Staat u mij toe, (…) zorgen te hebben over uw rechtvaardige luister en u te zeggen dat uw ster, tot op heden zo gelukkig, bedreigd wordt door de schandelijkste en meest onuitwisbare bezoedeling?’
De eerste passages in Lale Güls boek beschrijven de vetkwabben en vieze stank van oma. Dat niveau. En zinsneden als ‘weer een andere vent met snor en weer een andere griet met een hoofddoek’ gaan door voor kritiek op haar streng Turks-islamitische gemeenschap. De NRC-recensente vond deze erg origineel en geestig. Zola zou zich omdraaien in zijn graf. En haar werk in één adem noemen met het oeuvre van Reve of Wolkers is een belediging voor de schone letteren.
Voor velen in Nederland komt dit kijkje in de vieze islamitische keuken helaas als een geschenk uit de hemel. Niet alleen voor rechts, ook voor atheïstisch links. Voor een ander moslimgeluid bestaat maar bar weinige ruimte. Literatuurwetenschapster Warda al Kaddouri van de Groene Amsterdammer zou het boek inhoudelijk bespreken, maar besloot om er toch maar vanaf te zien en vond dit document om ‘te janken’. Ze werd door Gül en op social media afgebrand. Gaan we Gül nu ook op het schild hijsen als voorvechtster van het vrije woord?
Waar waren de sympathisanten van Gül al die jaren om actie te voeren in solidariteit met onderdrukte moslimvrouwen?
Een gematigde imam als Elforkani, die het steunpamflet ook wilde ondertekenen, werd door de initiatiefnemers geweerd omdat hij in het verleden ‘salafistisch’ zou zijn geweest. En dan maar roepen dat zo weinig moslims van zich laten horen. Hun stem moet natuurlijk wel de gangbare Nederlandse zijn.
Lale Güls werk bevestigt de vele vooroordelen die leven over islam en de Nederlandse moslimgemeenschap. In het boek struikel je over het ene cliché na het andere. Helaas ontbreekt het in Nederland nog altijd aan de wil echt open te staan voor een andere cultuur en religie. Dat Güls relaas bepaald niet representatief is voor alle soennieten heeft ze inmiddels zelf ook al toegegeven. Alleen veel te laat: het kwaad is al geschied en de royalty’s zijn al geïnd. Talkshows en redacties zijn overigens niet zo geïnteresseerd in dergelijke nuances.
Roep in Nederlandse literatuur ‘poep’, ‘pies’, ‘kak’, en ‘neuken’ tegen moslims, en je wordt omarmd. Kwaliteit is dan volledig ondergeschikt aan commercieel succes en sensatie. Waar waren de sympathisanten van Gül al die jaren om actie te voeren in solidariteit met onderdrukte moslimvrouwen? Hoe geloofwaardig ben je dan om vervolgens krokodillentranen te plengen over haar beveiliging?
In NRC geeft Gül voor het eerst toe dat het boek volledig autobiografisch is. ‘Een hele roman verzinnen zou ik niet kunnen.’ Nee, want dat vergt wel enige vakmanschap. Dat zowel de uitgever als Gül zich bewust waren van de gevolgen van de publicatie blijkt wel uit de verantwoording: ‘Overeenkomsten met bestaande personen of gebeurtenissen zijn geen toeval, behalve als het gedoe oplevert.’
Natuurlijk zijn bedreigingen onacceptabel. Natuurlijk is het vreselijk als je je ouderlijk huis moet ontvluchten en onderduiken. Maar laten we wel wezen: deze opgeklopte kwestie houdt naast een kleine groep conservatieve moslims in ons land, die jonge vrouwen inderdaad van hun vrijheid beroven, vooral Nederland een spiegel voor. En wel in de zin dat deze jonge boze vrouw tegen zichzelf beschermd had moeten worden en niet als een stormram gebruikt door een witte sensatie-uitgeverij, redacties en lezers tegen een puberale karikatuur van een islamitische samenleving.
Met goede boeken zijn werelden te winnen. Want literatuur kan blikken verruimen, horizonten verbreden en sociaal onrecht, zoals Zola liet zien, aan de kaak stellen en beëindigen. Fifteen-minutes-of-fame-lectuur levert behalve een kaskraker alleen maar verliezers op.
EINDE ARTIKEL
Reacties uitgeschakeld voor [Artikel Tineke Bennema]/De Nederlandse krokodillentranen om Lale Gul
INZET VOOR VLUCHTELINGEN/WIETSE POTIJK, DE MENS IN ACTIE! LEZERS! Recentelijk heb ik een stuk geschreven, waarin ik een Tribute heb gedaanaan een in mijn ogen Groot Man en ook Goede Vriend, vluchtelingenwerker Wietse Potijk uit het Friese dorp Gorredijk, die zich onvermoeibaar heeftingezet voor de rechten van vluchtelingen. [1]Hij overleed in 2006 [2].Dat is alweer een tijd geleden en ik heb hem na zijn dood direct eenhomage gebracht [3], maar toch kon ik het niet laten het nu, in 2022, 16 jaarlater, opnieuw te doen.Ik stuitte min of meer toevallig op hem en zijn inzet bijeen het schrijven van artikel, dat binnenkort op deze website verschijnten vond en vind, dat hij niet vergeten mag worden.Maar naast die tribute [4] wilde ik er ook een meer persoonlijke noot aangeven.Om de lezer te laten zien, wat voor mens hij was.Daarom laat ik hem hier persoonlijk aan het woord, na gedoken te zijnin mijn archief betr de mailwisseling met Wietse. Zie dus hieronder wat voor mens Wietse Potijk was ASTRID ESSED
DIT IS OM NOG EVEN TE LATEN ZIEN, WAT VOOR MENSWIETSE POTIJK WAS
Astrid Essed To:dpvn23nederland@hotmail.com Sun, Oct 1, 2006 at 8:26 AMBeste Wietse, Hoe gaat het met je?Bij dezen mijn complimenten tav je uitstekende aan premier Balkenende geschreven brief! Hartelijke groeten van vriendschapEveneens de hartelijke groeten aan de andere e-mailadressanten Astrid
MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN T.a.v. Minister president dhr. Prof. J. P. Balkenende Den Haag
Onderwerp: Uitspraak Rechtbank ( Chinese jongetje Hui)
Excellentie dhr. Balkenende,
Een groot deel van de Nederlandse samenlaving is geschokt bij de uitspraak van de rechter en zeer zeker de houding van de minister van Vreemdelingenzaken nadien, mevrouw Rita Verdonk.
Ik citeer de minister in haar verklaring na de uitspraak van de rechtbank: Hierin geeft zij aan dat het de keus is van de ouder om met haar kind in de cel te verblijven, er is namelijk genoeg opvang mogelijk bij familie, vrienden of voogd. Voor twee ouders is speciale opvang voorzien voor de ouder met die met kind niet de cel in hoeft.
Excellentie Balkenende, hoe in Gods naam verwacht u dat deze ouder(s), die al zeer getraumatiseerd zijn door het gebeuren, de jaren van onzekerheid en wachten, dat zij hun kind(ren) achter laten aan de zorg van vreemden om zelf in een cel te gaan zitten, wachtend totdat zij het land worden uitgezet? Zij vertrouwen bij nu geen mens en NIEMAND meer.
Was het niet U zelf, CDA Premier van Nederland, die ooit een statement maakte dat het gezin de hoeksteen van de Nederlandse samenleving is? Hoe dan niet voor Hui en zijn moeder, een jongetje die hier n Nederland geboren is en niets anders weet de dit land en cultuur, waarin HIJ opgegreid is. Hoe rijmt u dat met wat hier gebeurd in een Nederlandse gevangenis in Zeist? Erger nog is, dat u als het CDA en toch ,( Christelijke partij), in het nastreven van Gods woord, de geloofsleer en Ideologie héél anders handeld dan dat God zelf dat van u zou verwachten én willen excellentie Balkenende. In andere woorden, in de form van barmhatigheid, humaniteit en liefde voor de medemens, zoals God zelf dat doet, geeft niet waar in de wereld of wie het is. God maakt GEEN onderscheid.
Minister Verdonk, waar weinig goeds meer van te verwachten is anders dan haar eigen Imago verbetering, wat wij bij nu al wel gewend zijn van deze minister van leugens en aduquaat handelen, vergeet of weigerd te erkennen dat deze opgesloten kinderen met hun ouders géén papieren kúnnen krijgen, Abassades niét of weigeren mee te werken, wat lang al een bewezen feit is. Het is té gemakkelijk om dan maar te zeggen, de ouder(s) weigeren mee te werken, dat de ouder(s) hun verantwoordeliijkheid niet nemen, dus sluiten we ze op. Deze mensen hébben geen andere keuze Excellentie Balkenende, wanneer begrijpt het kabinet dat nu eens een keer.
Daarnaast staat minister Verdonk te beweren (liegen) in haar verklaring dat de in gevang gehouden kinderen het volgende krijgen in detentie. Verdonk zei: ,,Vanzelfsprekend proberen we de bewaringsperiode zo kort mogelijk te houden.” Gelogen, velen zitten daar veel en veel langer, het langst tot nu toe, 187 dagen opgesloten.
Verdonk: ,,We zorgen voor onderwijs, leermiddelen, wéér gelogen, luister naar Hui zelf die zei, ik mag niet leren en naar school hier. Anders probeer eens te praten met hulpverleners die dit allemaal van dichtbij mee maken, wanneer ze op bezoek gaan bij deze mensen, kinderen, hen te steunen in deze gevangenissen. Ook Zestienhove Rotterdam, géén verschil.
Verdonk: ,,Ook zorgen we voor spelmateriaal, wéér gelogen, luister naar Hui die zei, mijn speelgoed mocht ik niet mee nemen, ik heb hier niets, alles wordt afgenomen. Ik mag niets doen en we mogen maar twee keer luchten per dag, een kortere en langere, dat begrijp ik niet goed, ik weet het verschil niet.
Mijn eigen ervaring als hulpverlener daarmee. Bij aankomst gevangenis moet je bijna uit je kleren om binnen te komen, alles wordt onderzocht en nagekeken eerst. Op kinderverjaardag bezoek, de taart werd afgenomen en meegenomen en open gesneden, vermengeld teruggekregen, met bedorven smaak, dus aardigheid eraf. Het kadeautje moest ook afgegeven worden en hebben we niet teruggezien. Verteld werd dat het eerst moest worden nagekeken. Ik vroeg me af in wat voor in Nederland helhol wij terecht waren gekomen met rondom ons geblindeerde ramen. Ooit zoiets eerder meegemaakt rijdende door de toen nog, Oost Duitse grens zone geconfronteerd bij de Gestapo, mijn zus in West Berlijn te kunnen bezoeken. En daar dacht ik toe aan. Wat een land leven wij zeg, en dan maar verkondigen, het gaat zo goed allemnaal. Daar moet je dan TROTS op zijn.
Met vriendelijke groet en hoogachting,
Dhr. W. J. Potijk Steunpunt Friesland Vluchtelingenhulp Vluchteling Coördinator Gorredijk
Reacties uitgeschakeld voor Inzet voor vluchtelingen/Wietse Potijk aan premier Balkenende/De mens in actie!
Wietse heeft ontzettend veel gedaan voor vluchtelingen. Hij was van alle ontwikkelingen op de hoogte, we deelden over en weer tips en advies uit, en hij had veel contacten in het circuit. Een zeer uitgesproken mening, die hij regelmatig liet horen aan de politici in de Tweede Kamer, ik heb vaak brieven van hem gelezen waarin hij zich richting Den Haag hard maakte voor in zijn ogen onrechtvaardigheden en slechte uitvoer van het beleid, en ook voor persoonlijke zaken van asielzoekers. Ook heeft hij een 4 uur durend gesprek gevoerd met minister Verdonk waarin hij zich fel heeft verzet tegen de kritiek die hij kreeg over zijn aktiviteiten rondom de noodopvang voor uitgeprocedeerden die zonder voorzieningen op straat waren gezet in Friesland.
Gezinnen mochten niet uit elkaar gerukt worden, dat was Wietse met mij eens, hij verzamelde de verhalen van de bij hem bekende gevallen en stuurde deze door naar onze stichting, zodat ook hun verhaal in ons zwartboek “Gezinnen worden niet uit elkaar gerukt” kon worden opgenomen. Ik zal nu deze mensen op de hoogte brengen van het feit dat hij helaas niet meer bij ons is.
De begrafenis zal op 25 oktober in Gorredijk plaatsvinden. In eerste instantie had zijn familie besloten dat het een besloten aangelegenheid zou worden. Maar mensen die vanuit zijn werk voor vluchtelingen ook dicht bij hem stonden zijn ook welkom. Evt. heb ik voor hen meer gegevens over de begrafenis. (via mirjam@buitenlandsepartner.nl)
Van mensenrechtenactiviste Astrid Essed ontving ik deze bijdrage voor Wietse; Bij dezen mijn ”hommage” en afscheid van Wietse
Hij zal echter blijven voortleven in het hart van mijn gevoel
De ”Mensch” Wietse Potijk
”Voor het slagen van het Kwaad Is niets anders nodig Dan dat goede mensen niets doen
Als goede mensen niets anders doen dan voor hun gezinsleden zorgen, hun sport beoefenen televisie kijken Kunnen Kwade krachte ongestoord hun rampzalige praktijken uitoefenen
De Kwade krachten worden dan niet gehinderd Door de zogenaamde zwijgende meerderheid
Martin Luther King
Geachte lezers van voorvluchtelingen,
Evenals u heb ik gisteren kennisgenomen van het zeer droeve bericht, dat Wietse Potijk, onze trouwe inzender van commentaren, artikelen en aan minister en Kamerleden gerichte brieven tegen het inhumane vreemdelingenbeleid, plotseling aan een acute hartstilstand is overleden
”Onvoorstelbaar” ging het door mij heen, toen ik het bericht las Koud en leeg voelde ik mij ineens van binnen
Wietse is niet meer
De man, die zich zo inzette voor zijn idealen Dag en nacht
Onvermoeibaar
Hoevaak heeft hij mij niet zijn beschouwingen, commentaren en brieven toegestuurd, die getuigden van een krachtige en fundamenteel-diepe woede en verdriet, dat een dergelijk beleid in Nederland mogelijk was
Dat er zo gesold werd met rechteloze mensen, wier enige ”misdaad” was, dat zij wegvluchtten voor een onleefbare en inhumane leefsituatie in eigen land, met in het gunstigse geval grote armoede als toekomstperspectief
Maar Wietse was meer
Niet alleen voor vluchtelingen zette hij zich in
In Canada had hij jarenlang deel uitgemaakt van de Overheid en zich ingezet voor de rechten van Indianen Tav het Midden-Oosten en Darfoer maakte hij zich druk om het onrecht, respectievelijk de Palestijnen en de Soedanese burgerbevolking aangedaan
Het byzondere van Wietse was, dat ieder onrecht hem aangreep, onverschillig tegenover wie en in welke situatie
Daarom kan Wietse mi de ”enkele rechtvaardige” genoemd worden, over wie in de Bijbel gesproken wordt
In het Jiddisch wordt dit zo treffend aangeduid met het simpele ”Mensch”
Ja, Wietse was een ”Mensch”
Ik heb hem leren kennen, toen ik, aarzelend nog, mijn eerste artikel schreef over het vreemdelingenbeleid van minister Verdonk Direct reageerde hij enthousiast en voegde hij mij toe aan zijn zeer waardevolle e-maillijst
Maar hij was voor mij meer dan een zeer bevlogen belangenbehartiger van vluchtelingen en andere rechtelozen Meer dan een ”Mensch”
Voor mij was hij een Vriend Een woord, dat ik niet licht gebruik
”Dear friend” zo noemde hij mij Zo voelde ik het ook
Hoevaak heeft hij mij geen aanmoedigende en waarderende mails gestuurd Of zomaar bewijzen van vriendschap
Hoevaak heeft hij, vanuit zijn grote hart, niet de hulp van mij en anderen ingeroepen in zijn strijd, vanuit zijn grote hart
Geen woorden, maar daden, dat was je, Wietse
Onrecht was onrecht
Daar sprak je niet over Daar deed je iets tegen
Het Friese verzet tegen het onrecht
Zonder anderen te kort te willen doen, heeft het een byzondere plaats in mijn hart en ik mag wel zeggen, dat onder andere Wietse daarvan de spil was
Wietse, ik ga eindigen
Voor mij was je een byzonder mens, een christen in de ware betekenis van het Woord EN een humanist
Wij zouden altijd nog een keer de Indianen in Canada bezoeken, voor wie jij je zo hebt ingezet
Het heeft niet zo mogen zijn Ook heb ik je slechts per e-mail en telefonisch, maar nooit persoonlijk mogen ontmoeten
Maar dat hindert niet
Ik ben God dankbaar, dat ik je tijdens dit leven heb mogen leren kennen
Je bent nu in een andere, betere wereld, waar geen oorlog, onrecht, honger, lijden en mensenrechtenschendingen zijn
Onderstaand artikel is opgedragen aan een bijzonder mens en groot Vriend, Wietse Potijk, die helaas recentelijk, dd 20-10 is overleden. Hij was een humanitair mens in de ware zin van het Woord, die zich als vluchtelingencoordinator Friesland en zeer gewaardeerd lid van de humanitaire vluchtelingenorganisatie van Harte Pardon op bijzondere wijze inzette voor de belangenbehartiging van vluchtelingen en asielzoekers.
Niet alleen zette hij zich in grote mate in voor praktische hulpverlening, eveneens bestookte hij Tweede Kamerleden en minister Verdonk met brieven, mails en verzoeken tot de zo broodnodige humanitaire inzet tav vluchtelingen en asielzoekers. Eveneens had hij jarenlang in Canada gewoond, waar hij zich actief had ingezet voor de rechten van Indianen. Met grote verontwaardiging kon hij zich bovendien uitlaten over het onrecht, de Palestijnen en de burgerbevolking in Darfoer aangedaan. Maar ook organiseerde hij het opzetten van een speeltuin in zijn woonplaats, het Friese Gorredijk Ik draag dit artikel niet alleen aan hem op, vanwege zijn onvoorstelbare humanitaire inzet, maar tevens, omdat ik weet, dat hij het met vreugde en instemming gelezen zou hebben
En hij zou gezegd hebben ”Goed zo meisje”.
Ik en vele anderen zullen hem node missen. Moge hij rusten in vrede.
”En zij wikkelde hem in een doek en legde hem in de kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg” In een aloud verhaal wordt verteld, hoe een arm Joods echtpaar in het door de Romeinen bezette Judea [het huidige Israël en de bezette gebieden], vanwege een door de Romeinse keizer Augustus genomen maatregel tot een volkstelling, terugreisde naar hun geboorteplaats om zich te laten registreren. Aldaar gekomen moest de hoogzwangere vrouw bevallen, maar voor haar en haar verwachte kind was ”geen plaats in de herberg”. Waarschijnlijk heeft zij daarom toestemming gekregen, haar Kind in een voor een bevalling uitgesproken ongeschikte plaats als een onhygiënische stal, ter wereld te brengen.
Meestal wordt dit verhaal ons met Kerstmis gepresenteerd als een zoetelijk, sentimenteel gebeuren, waarmee de harde, nietsontziende werkelijkheid wordt gebagatelliseerd. Anno 2006 is er in Nederland nog steeds sprake van kinderen voor wie geen plaats is in de herberg, ondanks de internationale humanitaire rechtsverdragen in het algemeen en het Kinderrechtenverdrag in het bijzonder.
Situatie asielzoekerskinderen in Nederland:
Het is evident, dat de humanitaire situatie van asielzoekerskinderen in Nederland direct samenhangt met de door de ouders al dan niet succesvol aangespannen procedure ter verkrijging van een verblijfsvergunning of een vluchtelingenstatus. In de praktijk echter is de kans op een succesvolle uitslag van een asielprocedure zeer gering.
a AC-procedures
Een en ander is met name te wijten aan het bestaan van de versnelde procedure, de zogenaamde AC-procedure. Volgens de door de UNHCR [VN-Vluchtelingenorganisatie]] opgestelde criteria, ontwikkeld in de zogenaamde Excom-conclusies, dient een versnelde procedure slechts te worden toegepast in apert-frauduleuze situaties. In de praktijk echter wordt deze procedure, waar slechts na twee gesprekken door de IND wordt vastgesteld of iemand al dan niet wordt toegelaten tot de uitgebreide procedure [het alternatief is uitzetting], in meer dan 60 porcent van de gevallen toegepast Het gevaar is hierbij levensgroot aanwezig, dat ook mensen uit oorlogsgebieden dmv deze versnelde procedure worden afgewezen, waarna zij kunnen worden uitgezet naar een onleefbare situatie, met alle gevolgen van dien. Ook bij reguliere procedures, hebben de door de lange wachttijd ontstane psychische spanningen bij de ouders een directe invloed op de door kinderen opgelopen spanningen ern angststoornissen.
Een zeer belangrijke bijkomende factor waarmee door zowel de IND als minister Verdonk van Vreemdelingenzaken te weinig rekening gehouden wordt is het feit, dat het merendeel van de asielzoekerskinderen in Nederland is geboren en een groot deel van de lagere school en soms ook Middelbare Schoolperiode in Nederland heeft doorgebracht. Hierdoor is, nog afgezien van de al dan niet aanwezige veiligheidssituatie in het herkomstland van de ouders, de aanpassing aldaar voor deze veelal in Nederland opgegroeide kinderen zeer problematisch, aangezien zij vaak noch de taal uit het herkomstland spreken, noch enige sociaal-emotionele affiniteit hebben met de aldaar aanwezige situatie cq culturele gebruiken.
b Het ontbreken van basisvoorzieningen in afwachting van beroep tegen afwijzing
Volgens de Nederlandse asielwetgeving kunnen asielzoekers, die in de AC-procedure zijn afgewezen, evenals trouwens asielzoekers, die een tweede asielprocedure aanspannen op grond van nieuw bewijsmateriaal, tijdens hun beroep tegen de afwijzing geen aanspraak maken op de in Nederland geldende elementaire basisvoorzieningen, waardoor iedere inkomstenbon ontbreekt. Nog afgezien van de evidente inhumaniteit is deze maatregel een flagrante schending van artikel 11 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten, dat uitdrukkelijk het recht van iedereen erkent op ”voldoende voedsel, kleding en adequate behuizing”.
Daarenboven heeft de VN-Commissie voor Sociale, Economische en Culturele Rechten gesteld, dat hiervan geen enkele groepering dient te worden uitgesloten, waarbij zij daarenboven expliciet melding heeft gemaakt van het recht van asielzoekers. Eveneens heeft zij met klem geprotesteerd tegen discriminatie van asielzoekers bij het verkrijgen van een huis
Dit recht op elementaire voorzieningen tijdens nog lopende procedures is eveneens verankerd in de de EU-richtlijn tot vaststelling minimumnormen voor de opvang van asielzoekers, artikelen 2 en 3 en als zodanig goedgekeurd door de Raad van Ministers dd 27-1-2003.
Een andere groep asielzoekers is de geheel uitgeprocedeerde groep, die de zogenaamde vierentwintig dagen brief heeft ontvangen, waarin staat, dat zij ervoor zorg moeten dragen, binnen 24 dagen het land te verlaten en anders eveneens zonder voorzieningen uit het asielzoekerscentrum worden verwijderd.
Nog afgezien echter van het eventueel te lopen humanitair risico in eigen land, staan een aantal diplomatieke vertegenwoordigingen in Nederland [met name o.a. de Afghaanse en de Chinese] erom bekend, dat zij nauwelijks of geheel niet meewerken aan de verstrekking van geldige reispapieren aan de betreffende asielzoekers. Wanneer er sprake is van een gebrek aan medewerking van de betreffende diplomatieke autoriteiten ter verstrekking van geldige reisdocumenten dient aan betrokkenen, op grond van het door minister Verdonk toegezegde ”buitenschuldcriterium”, alsnog een verblijfsvergunning te worden toegekend. In de praktijk echter wordt deze door de minister toegezegde ”buitenschuldcriterium” regeling nauwelijks toegepast.
Het is evident, dat door ouders ondervonden bovenstaande problematiek tot verkrijging van een basisinkomen en een huis, eventueel traumatische gevolgen kan hebben voor zowel de betrokken ouders als asielkinderen. Zo zijn er in de vluchtelingenhulpverlening gevallen bekend, waarbij gezinnen, die geen recht meer hadden op basisvoorzieningen, gedwongen waren, in parken te overnachten en te bedelen
Gelukkig is er een in aantal toenemende, vastberaden groep vluchtelingenbelangenbehartigers, die zich het lot van deze mensen aantrekt en via kerkelijke en individuele circuits zorgdraagt voor een vaak tijdelijke opvang van deze mensen
c Asielkinderen in detentie:
Welhaast het meest schokkende aspect acht ik de aanwezigheid van asielkinderen in detentie en uitzetcentra zoals Zestienhoven en Kamp Zeist, samen met hun ouders respectievelijk moeder, in afwachting van de uitzetting. Onlangs nog heeft de detentie van het 8 jarige Chinese jongetje Hui Chen in de media en onder het publiek veel stof doen opwaaien Aan deze detentie van Hui Chen is niet alleen een bijzondere aandacht besteed door humanitaire en vluchtelingenorganisaties, maar eveneens door een aantal zeer betrokken ouders van zijn voormalige Amsterdamse basisschool Olympia, die een demonstratie voor de vrijlating van Hui in het bijzonder, alsmede tegen de praktijk van de kinderdetentie hebben georganiseerd.
Inmiddels zijn Hui en zijn moeder dd 14-10 in vrijheid gesteld door de IND, aangezien volgens deze dienst de moeder van Hui nieuwe aan het rechtsdossier toe te voegen feitelijkheden naar voren heeft gebracht, waardoor de vreemdelingendetentie niet meer noodzakelijk zou zijn.
Kinderdetentei in sttrijd met het Internationaal Recht:
Wat ook de reden mag zijn van hun vrijlating, nog afgezien van de inhumaniteit in dezen, is de kinderdetentie in strijd met het in 1995 door Nederland geratificeerde Kinderrechtenverdrag, namelijk met de volgende artikelen:
Hierbij wil ik graag een bescheiden overzicht geven van de schending van de voornaamste artikelen:
Preambule:
Schending gelijkheidsprincipe:
In de preambule van het verdrag staat vermeld, dat in dezen geen enkel onderscheid tussen kinderen gemaakt dient te worden, noch naar afkomst, ras, religieuze overtuiging of status.
Artikelen:
1 Schending Artikel 3 betr de vooropstelling belangen van het Kind
In artikel 3, Kinderrechtenverdrag, wordt gesteld, dat de Verdragsstaten in de eerste plaats als verplichting hebben, de belangen van het Kind te realiseren. Betreffende de kinderdetentie is het evident, dat hier sprake is van fundamentele schending van de rechten van het kind.
2 Schending artikel 40,3, lid a betr de minimumleeftijd voor kinderdetentie. Hier is sprake van naar leeftijd willekeurige detentie van kinderen, die in de praktijk varieert van 1 tot 18 jaar. Zeker betreffende de detentie van vaak nog zeer jonge kinderen, is hierop geen aanvulling nodig.
3 Schending van artikel 28 betreffende het recht op onderwijs Aangezien er in de detentiecentra geen sprake van het geven van enig onderwijs, behoeft hierop a evenmin verdere toelichting te worden gegeven.
4 Schending van artikel 31, inhoudende het recht op spel en recreatie, hetgeen in de detentiecentra voor asielkinderen doorgaans praktisch niet aanwezig is. Ook al zijn er wel beperkte spelfaciliteiten aanwezig, is hierbij sprake van de schending van het fundamentele recht van ieder kind tot het in vrijheid spelen met leeftijdsgenootjes
5 Schending van artikel 37 betr het absolute verbod op marteling en een ”wrede en onmenselijke behandeling”. Het is evident, dat kinderen, die bloot staan aan bovengenoemde detentieomstandigheden, behandeld worden in strijd met de volgens het Kinderrechtenverdrag geldende verplichting tot een humane behandeling. Eveneens kunnen zij door een dergelijke behandeling traumata oplopen, waardoor er sprake kan zijn van een ”wrede en onmenselijke behandeling”.
d Uitspraak Raad van State tav het beroep op het Kinderrechtenverdrag:
Eveneens heeft de Raad van State in februari 2002 verklaard, dat het Kinderrechtenverdrag niet van toepassing is op kinderen van ouders, die op grond van de Nederlandse Vreemdelingenwet geen verblijf in Nederland werd toegestaan.
Volgens het Kinderrechtenverdrag echter, dat door Nederland is geratificeerd in 1995, heeft ieder kind recht op speciale zorg en bescherming, in het bijzonder van Staten en hun instellingen en mag daarin geen enkel onderscheid gemaakt worden naar ras, afkomst en status [zie preambule]. Ondanks deze door Nederland aangegane internationale verplichtingen volhardde de Raad van State in bovengesteld standpunt, dat zij zou herhalen in haar uitspraak dd 15-0-2005.
Hierop baseerde de Zutphense rechter zich onder andere, toen hij het hoger beroep tegen de moeder van Hui Chen tegen haar detentie en die van haar zoon afwees, waarin o.a. werd gesteld, dat de bewaring van Chen niet in strijd was met het Kinderrechtenverdrag.
Zowel de Raad van State als de Zutphense rechter hebben niet alleen een gerechtsuitspraak gedaan in strijd met het non-discriminatieprincipe, door onderscheid te maken tussen in Nederland wonende kinderen met of zonder verblijfsvergunning, daarenboven verliezen zij uit het oog, dat de internationale wetten voorrang verdienen op de bestaande Nederlandse wetgeving. Ook is er, noch bij de Zutphense rechter, noch bij de Raad van State, sprake van enige naleving van de belangen van de betreffende kinderen, aangezien Nederland zich in het Kinderrechtenverdrag heeft verplicht tot het centraal stellen van de belangen van het Kind.
e Geen kind in de cel
Het detineren van kinderen in vreemdelingenbewaring heeft in Nederland tot protest geleid, Reeds is genoemd de belangrijke protesten van de ouders van de Olympiaschool waarop Hui Chen gezeten had. Eveneens dient genoemd te worden de organisatie ”Geen kind in de cel”, die een samenwerkingsverband is van verscheidene mensenrechten, kerkelijke en vluchtelingenorganisaties, die aandacht vraagt voor de humanitaire positie van deze kinderen in het byzonder en de positie van vluchtelingen en asielzoekers in het algemeen
Epiloog:
Uit bovenstaande kan mi de conclusie getrokken worden, dat de rechten van asielzoekers in het algemeen, maar met name ook van asielzoekerskinderen, die juist als kinderen, buitengewoon kwetsbaar zijn, op ernstige wijze worden geschonden. Een en ander is eveneens het geval met de zogenaamde AMA’s [Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers], die onbegeleid naar Nederland komen. Ook over hun behandeling, met name ook in de asielprocedure, heeft de internationaal-gerenomeerde mensenrechtenorganisatie scherpe kritiek geuit.
Helaas kreeg Human Rights Watch ook van de toenmalige minister van Vreemdelingenzaken, de heer H. Nawijn als reactie, dat het Kinderrechtenverdrag niet van toepassing was op ”bepaalde migrantenkinderen”. Afgezien van het discriminatoire en het apert inhumane karakter van een dergelijke uitspraak is het duidelijk: Nederland heeft het Kinderrechtenverdrag, alsmede andere humanitaire verdragen zoals het Verdrag voor Economische, Culturele en Sociale Rechten geratificeerd en is daaraan gehouden. Wanneer Nederland werkelijk wil waarmaken, respect te hebben voor het Internationaal Recht, dient zij het na te leven.
Een belangrijk aspect daarvan is, naast het Vluchtelingenverdrag, het Anti-Folterverdrag en de Geneefse Conventies, het Kinderrechtenverdrag. Zodat er voor asielzoekerskinderen daadwerkelijk plaats ikomt in de herberg
EU richtlijn tot vaststelling minimumnormen voor de opvang van asielzoekers dd 11-3-2004 [goedgekeurd door de Raad van Ministers dd 27-1 2003: http://www.fedasil.be/home/attachment/i/2524
TRIBUTE AAN WIETSE POTIJK, VLUCHTELINGENWERKER ”Gandalf: Saruman believes it is only great power that can hold evil in check, but that is not what I have found. I found it is the small everyday deeds of ordinary folk that keep the darkness at bay. Small acts of kindness and love.” YOUTUBE.COMTHE HOBBITMITHRANDIR, WHY THE HALFLING?0.18-0.45
LEZERS Al schrijvende aan een artikel, dat binnenkort op deze website verschijnt,stuitte ik op een helaas overleden Goede Vriend en Bondgenoot van mij,de uit Friesland [het dorp Gorredijk precies gezegd] afkomstige vluchtelingenwerker Wietse Potijk, die zich in de tijd, dat minister Verdonk van Vreemdelingenzaken nog met Ijzeren Hand het asielbeleid uitvoerde [1],met hand en tand tegen haar beleid verzette, zich dag en nacht inzettevoor vluchtelingen en daarom een extra tribute verdient.Ik had al in een ouder artikel aandacht aan hem geschonken [2], maar datvind ik niet genoeg.Dus bij dezen de Tribute, die ik op de website ”Buitenlandse Partner” destijds, in 2006 heb geplaatst, het jaar, dat hij helaas, plotseling, overleed. ZIE HIERONDERHij mag niet worden vergeten!
”Voor het slagen van het Kwaad Is niets anders nodig Dan dat goede mensen niets doen
Als goede mensen niets anders doen dan voor hun gezinsleden zorgen, hun sport beoefenen televisie kijken Kunnen Kwade krachte ongestoord hun rampzalige praktijken uitoefenen
De Kwade krachten worden dan niet gehinderd Door de zogenaamde zwijgende meerderheid
Martin Luther King
Geachte lezers van voorvluchtelingen,
Evenals u heb ik gisteren kennisgenomen van het zeer droeve bericht, dat Wietse Potijk, onze trouwe inzender van commentaren, artikelen en aan minister en Kamerleden gerichte brieven tegen het inhumane vreemdelingenbeleid, plotseling aan een acute hartstilstand is overleden
”Onvoorstelbaar” ging het door mij heen, toen ik het bericht las Koud en leeg voelde ik mij ineens van binnen
Wietse is niet meer
De man, die zich zo inzette voor zijn idealen Dag en nacht
Onvermoeibaar
Hoevaak heeft hij mij niet zijn beschouwingen, commentaren en brieven toegestuurd, die getuigden van een krachtige en fundamenteel-diepe woede en verdriet, dat een dergelijk beleid in Nederland mogelijk was
Dat er zo gesold werd met rechteloze mensen, wier enige ”misdaad” was, dat zij wegvluchtten voor een onleefbare en inhumane leefsituatie in eigen land, met in het gunstigse geval grote armoede als toekomstperspectief
Maar Wietse was meer
Niet alleen voor vluchtelingen zette hij zich in
In Canada had hij jarenlang deel uitgemaakt van de Overheid en zich ingezet voor de rechten van Indianen Tav het Midden-Oosten en Darfoer maakte hij zich druk om het onrecht, respectievelijk de Palestijnen en de Soedanese burgerbevolking aangedaan
Het byzondere van Wietse was, dat ieder onrecht hem aangreep, onverschillig tegenover wie en in welke situatie
Daarom kan Wietse mi de ”enkele rechtvaardige” genoemd worden, over wie in de Bijbel gesproken wordt
In het Jiddisch wordt dit zo treffend aangeduid met het simpele ”Mensch”
Ja, Wietse was een ”Mensch”
Ik heb hem leren kennen, toen ik, aarzelend nog, mijn eerste artikel schreef over het vreemdelingenbeleid van minister Verdonk Direct reageerde hij enthousiast en voegde hij mij toe aan zijn zeer waardevolle e-maillijst
Maar hij was voor mij meer dan een zeer bevlogen belangenbehartiger van vluchtelingen en andere rechtelozen Meer dan een ”Mensch”
Voor mij was hij een Vriend Een woord, dat ik niet licht gebruik
”Dear friend” zo noemde hij mij Zo voelde ik het ook
Hoevaak heeft hij mij geen aanmoedigende en waarderende mails gestuurd Of zomaar bewijzen van vriendschap
Hoevaak heeft hij, vanuit zijn grote hart, niet de hulp van mij en anderen ingeroepen in zijn strijd, vanuit zijn grote hart
Geen woorden, maar daden, dat was je, Wietse
Onrecht was onrecht
Daar sprak je niet over Daar deed je iets tegen
Het Friese verzet tegen het onrecht
Zonder anderen te kort te willen doen, heeft het een byzondere plaats in mijn hart en ik mag wel zeggen, dat onder andere Wietse daarvan de spil was
Wietse, ik ga eindigen
Voor mij was je een byzonder mens, een christen in de ware betekenis van het Woord EN een humanist
Wij zouden altijd nog een keer de Indianen in Canada bezoeken, voor wie jij je zo hebt ingezet
Het heeft niet zo mogen zijn Ook heb ik je slechts per e-mail en telefonisch, maar nooit persoonlijk mogen ontmoeten
Maar dat hindert niet
Ik ben God dankbaar, dat ik je tijdens dit leven heb mogen leren kennen
Je bent nu in een andere, betere wereld, waar geen oorlog, onrecht, honger, lijden en mensenrechtenschendingen zijn
Van mensenrechtenactiviste Astrid Essed ontving ik deze bijdrage voor Wietse; Bij dezen mijn ”hommage” en afscheid van Wietse
Hij zal echter blijven voortleven in het hart van mijn gevoel
De ”Mensch” Wietse Potijk
”Voor het slagen van het Kwaad Is niets anders nodig Dan dat goede mensen niets doen
Als goede mensen niets anders doen dan voor hun gezinsleden zorgen, hun sport beoefenen televisie kijken Kunnen Kwade krachte ongestoord hun rampzalige praktijken uitoefenen
De Kwade krachten worden dan niet gehinderd Door de zogenaamde zwijgende meerderheid
Martin Luther King
Geachte lezers van voorvluchtelingen,
Evenals u heb ik gisteren kennisgenomen van het zeer droeve bericht, dat Wietse Potijk, onze trouwe inzender van commentaren, artikelen en aan minister en Kamerleden gerichte brieven tegen het inhumane vreemdelingenbeleid, plotseling aan een acute hartstilstand is overleden
”Onvoorstelbaar” ging het door mij heen, toen ik het bericht las Koud en leeg voelde ik mij ineens van binnen
Wietse is niet meer
De man, die zich zo inzette voor zijn idealen Dag en nacht
Onvermoeibaar
Hoevaak heeft hij mij niet zijn beschouwingen, commentaren en brieven toegestuurd, die getuigden van een krachtige en fundamenteel-diepe woede en verdriet, dat een dergelijk beleid in Nederland mogelijk was
Dat er zo gesold werd met rechteloze mensen, wier enige ”misdaad” was, dat zij wegvluchtten voor een onleefbare en inhumane leefsituatie in eigen land, met in het gunstigse geval grote armoede als toekomstperspectief
Maar Wietse was meer
Niet alleen voor vluchtelingen zette hij zich in
In Canada had hij jarenlang deel uitgemaakt van de Overheid en zich ingezet voor de rechten van Indianen Tav het Midden-Oosten en Darfoer maakte hij zich druk om het onrecht, respectievelijk de Palestijnen en de Soedanese burgerbevolking aangedaan
Het byzondere van Wietse was, dat ieder onrecht hem aangreep, onverschillig tegenover wie en in welke situatie
Daarom kan Wietse mi de ”enkele rechtvaardige” genoemd worden, over wie in de Bijbel gesproken wordt
In het Jiddisch wordt dit zo treffend aangeduid met het simpele ”Mensch”
Ja, Wietse was een ”Mensch”
Ik heb hem leren kennen, toen ik, aarzelend nog, mijn eerste artikel schreef over het vreemdelingenbeleid van minister Verdonk Direct reageerde hij enthousiast en voegde hij mij toe aan zijn zeer waardevolle e-maillijst
Maar hij was voor mij meer dan een zeer bevlogen belangenbehartiger van vluchtelingen en andere rechtelozen Meer dan een ”Mensch”
Voor mij was hij een Vriend Een woord, dat ik niet licht gebruik
”Dear friend” zo noemde hij mij Zo voelde ik het ook
Hoevaak heeft hij mij geen aanmoedigende en waarderende mails gestuurd Of zomaar bewijzen van vriendschap
Hoevaak heeft hij, vanuit zijn grote hart, niet de hulp van mij en anderen ingeroepen in zijn strijd, vanuit zijn grote hart
Geen woorden, maar daden, dat was je, Wietse
Onrecht was onrecht
Daar sprak je niet over Daar deed je iets tegen
Het Friese verzet tegen het onrecht
Zonder anderen te kort te willen doen, heeft het een byzondere plaats in mijn hart en ik mag wel zeggen, dat onder andere Wietse daarvan de spil was
Wietse, ik ga eindigen
Voor mij was je een byzonder mens, een christen in de ware betekenis van het Woord EN een humanist
Wij zouden altijd nog een keer de Indianen in Canada bezoeken, voor wie jij je zo hebt ingezet
Het heeft niet zo mogen zijn Ook heb ik je slechts per e-mail en telefonisch, maar nooit persoonlijk mogen ontmoeten
Maar dat hindert niet
Ik ben God dankbaar, dat ik je tijdens dit leven heb mogen leren kennen
Je bent nu in een andere, betere wereld, waar geen oorlog, onrecht, honger, lijden en mensenrechtenschendingen zijn
Wietse heeft ontzettend veel gedaan voor vluchtelingen. Hij was van alle ontwikkelingen op de hoogte, we deelden over en weer tips en advies uit, en hij had veel contacten in het circuit. Een zeer uitgesproken mening, die hij regelmatig liet horen aan de politici in de Tweede Kamer, ik heb vaak brieven van hem gelezen waarin hij zich richting Den Haag hard maakte voor in zijn ogen onrechtvaardigheden en slechte uitvoer van het beleid, en ook voor persoonlijke zaken van asielzoekers. Ook heeft hij een 4 uur durend gesprek gevoerd met minister Verdonk waarin hij zich fel heeft verzet tegen de kritiek die hij kreeg over zijn aktiviteiten rondom de noodopvang voor uitgeprocedeerden die zonder voorzieningen op straat waren gezet in Friesland.
Gezinnen mochten niet uit elkaar gerukt worden, dat was Wietse met mij eens, hij verzamelde de verhalen van de bij hem bekende gevallen en stuurde deze door naar onze stichting, zodat ook hun verhaal in ons zwartboek “Gezinnen worden niet uit elkaar gerukt” kon worden opgenomen. Ik zal nu deze mensen op de hoogte brengen van het feit dat hij helaas niet meer bij ons is.
De begrafenis zal op 25 oktober in Gorredijk plaatsvinden. In eerste instantie had zijn familie besloten dat het een besloten aangelegenheid zou worden. Maar mensen die vanuit zijn werk voor vluchtelingen ook dicht bij hem stonden zijn ook welkom. Evt. heb ik voor hen meer gegevens over de begrafenis. (via mirjam@buitenlandsepartner.nl)
Rita Verdonk werd in 2003 uit het niets voor de VVD minister van Vreemdelingenzaken en Integratie. Ze voerde een streng beleid, waardoor ze de bijnaam IJzeren Rita kreeg. Ze was geliefd en tegelijkertijd gehaat. Haar ster rees als een komeet. ” AVROTROS.NL20 JAAR EENVANDAAG: RITA VERDONK9 AUGUSTUS 2013 https://eenvandaag.avrotros.nl/item/20-jaar-eenvandaag-rita-verdonk/
Rita Verdonk werd in 2003 uit het niets voor de VVD minister van Vreemdelingenzaken en Integratie. Ze voerde een streng beleid, waardoor ze de bijnaam IJzeren Rita kreeg. Ze was geliefd en tegelijkertijd gehaat. Haar ster rees als een komeet.
Twee keer werd ze politicus van het jaar. Ze verloor het VVD-lijsttrekkerschap van de huidige premier, Mark Rutte. Maar toen ze bij de verkiezingen in 2006 meer voorkeursstemmen haalde dan Rutte, deed ze een greep naar de macht in de VVD en werd haar positie onhoudbaar. Rita ging voor zichzelf met Trots op Nederland.
Op het hoogtepunt van haar roem haalde ze tegen de 30 zetels in de peilingen. Even leek het er op dat ze de eerste vrouwelijke premier van Nederland zou kunnen worden. Mede door interne ruzies trok Rita Vedonk het uiteindelijk niet met Trots op Nederland. Bij de verkiezingen in 2010 kreeg ze geen enkele zetel. Haar rivaal Mark Rutte zit nu inmiddels voor de tweede maal in het Torentje. Met Rita Verdonk praten we over haar succes en over haar ondergang.
EenVandaag bestaat dit jaar twintig jaar. De verslaggevers van EenVandaag gaan deze zomer terug naar de hoofdpersonen van die verhalen die hun persoonlijk raakten. Kijk op de themasite voor columns van oud-presentatoren en meer reportages.
EINDE ARTIKEL ”Op een gegeven moment kreeg ze het te kwaad en ging ze naar het toilet om uit te huilen. “Ik werd steeds weer neergezet als die wrede Verdonk die een meisje haar diploma niet gunde.”
DEN HAAG – Rita Verdonk had als minister het imago van een stevige tante. Haar bijnaam ‘ijzeren Rita’ zag ze dan ook als compliment. Toch kreeg ze het in de ministerraad één keer te kwaad. Verdonk barstte in bijzijn van collega’s in snikken uit
Het voorval staat opgetekend in de biografie ‘Rita Verdonk. Mijn verhaal’, die vrijdag verschijnt. In een interview met deze krant vertelt de oud-politica over de hoogoplopende discussie in het kabinet over Taïda Pasic, de scholiere die van haar terug moest naar haar geboorteland Kosovo, maar in Nederland wilde blijven om hier eindexamen te kunnen doen.
“Voor een minister is zo’n zaak heel moeilijk: er wordt één geval uitgepikt en dat wordt heel groot gemaakt. Je zag het ook met Mauro. Maar er zijn meer van dit soort gevallen. Stel dat die ene krijgt wat-ie wil en al die anderen niet. Dat vind ik heel oneerlijk.”
Emotie Op een gegeven moment kreeg ze het te kwaad en ging ze naar het toilet om uit te huilen. “Ik werd steeds weer neergezet als die wrede Verdonk die een meisje haar diploma niet gunde.”
Verdonk verliet in 2010 de politiek. Ze zegt in het interview dat ze niet bezig is met een comeback.
DEN HAAG – Rita Verdonk (67) is terug. De politica heeft zich aangesloten bij Hart voor Den Haag/Groep de Mos en staat tweede op de kieslijst, direct achter lijstaanvoerder Richard de Mos. Verdonk heeft een turbulente politieke loopbaan achter de rug in het ‘grote’ Den Haag, met als klapstuk de machtsstrijd met VVD-leider Mark Rutte die de partij verscheurde.Jan van Zanen zal opkijken van de entree van Rita Verdonk in het Haagse stadhuis. De huidige burgemeester van Den Haag was in 2006 de landelijke partijvoorzitter van de VVD en had de taak om de eerste lijsttrekkersverkiezing uit de VVD-geschiedenis in goede banen te leiden. De strijd tussen Mark Rutte en Rita Verdonk liep volkomen uit de hand. Maar eerst terug naar 2003. Toen werd Verdonk door de VVD gevraagd om in het kabinet Balkenende II minister van Vreemdelingenzaken en Integratie te worden. Ze had ervaring met het ministerie van Justitie waar haar portefeuille onder viel, want ze zat eerder in de directie van de Scheveningse gevangenis en van gevangenis De Schie in Rotterdam. Ook werkte Verdonk in verschillende functies op dit ministerie.
Dodelijke Schipholbrand
Tijdens haar ministerschap kreeg Verdonk te maken met een groot drama. In een cellencomplex op Schiphol-Oost kwamen in oktober 2005 elf gedetineerde illegalen om het leven toen er brand in het complex uitbrak. Bij de Schipholbrand raakten ook 15 mensen, onder wie twee bewakers, gewond.Uit onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid bleek een jaar later dat de brandveiligheid in het cellencomplex niet op orde was en dat de regels niet waren nageleefd en gehandhaafd. De ministers Piet Hein Donner van Justitie en Sybilla Dekker van VROM namen hierna ontslag. Rita Verdonk kon aanblijven, omdat zij niet politiek verantwoordelijk was.
Generaal pardon
In het najaar van 2006 kwam Verdonk in aanvaring met de Tweede Kamer. De verkiezingen waren net geweest, de formatiegesprekken liepen en Verdonk was demissionair minister. Een Kamermeerderheid wilde een generaal pardon voor 26.000 asielzoekers die onder de toen nog oude Vreemdelingenwet vielen.Hierbij krijgen asielzoekers die al lange tijd in Nederland zijn toch een eerder geweigerde verblijfsvergunning. Maar Verdonk weigerde. Dat leverde haar een aangenomen motie van afkeuring op. Ze bleef in het demissionaire kabinet, maar moest een deel van haar portefeuille afstaan. Uiteindelijk kwam het generaal pardon er in het nieuwe kabinet alsnog.
Hand schudden
Een andere opvallende gebeurtenis was een paar jaar eerder, in 2004. Verdonk was op een bijeenkomst van imams waar gesproken werd over de vrijheid van meningsuiting. De Syrische imam Ahmed Salam uit Tilburg weigerde Verdonk de hand te schudden, omdat dit volgens hem niet mag van de islam. Minister Verdonk reageerde geïrriteerd en zei: ‘Dan hebben we gelijk iets om over te praten’. Het zorgde voor een verhit publiek debat in het land. Binnen de VVD liepen de gemoederen in het voorjaar van 2006 hoog op. De partij wilde voor de eerste keer een lijsttrekkersverkiezing organiseren. Mark Rutte stak als eerste zijn vinger op en na enige tijd meldde zich een tegenkandidaat. De onbekende Jelleke Veenendaal wilde de strijd met Rutte aangaan. Rita Verdonk, die bij de VVD-achterban erg populariteit was, zei toen nog dat ze zich niet als kandidaat-lijsttrekker zou opwerpen. Toch deed zij dit even later.
Rechtdoorzee
Haar kandidatuur maakte zij bekend op een persconferentie op de BouwRai in Amsterdam. Een slogan had zij ook al: ‘Ik ben niet links, niet rechts, maar rechtdoorzee’. In de peilingen steeg de VVD na deze bekendmaking, maar binnen de partij ging het mis. Er ontstond een kamp-Mark en een kamp-Rita en beide kampen beschuldigden elkaar van spelletjes en leugens en bedrog.De kwestie Ayaan Hirsi Ali gooide olie op het vuur. Hirsi Ali, die van Somalische afkomst is, zat voor de VVD in de Tweede Kamer. Het tv-programma Zembla toonde in mei 2006 aan dat zij tijdens haar naturalisatieproces niet de waarheid had gesproken. Na een onderzoek, dat volgens critici te snel en onzorgvuldig was uitgevoerd, concludeerde minister (en kandidaat-lijsttrekker) Verdonk dat Hirsi Ali geen recht zou hebben op het Nederlanderschap. Het kwam Verdonk op een storm van kritiek te staan en na een uren durend debat viel het kabinet. Hirsi Ali verliet de Kamer en vertrok naar Amerika.
Rutte lijsttrekker
Ondertussen liep de lijsttrekkerscampagne binnen de VVD door. Op 31 mei 2006 maakte toenmalig partijvoorzitter Jan van Zanen de uitslag bekend. Mark Rutte won de verkiezing met 51 procent van de stemmen, Rita Verdonk volgde hem op de voet met 46 procent. Het was een domper voor Verdonk.Mark Rutte was dus lijsttrekker, maar de campagne richting de Tweede Kamerverkiezingen verliep stroef. De VVD verloor in de peilingen en het lukte Rutte niet om het tij te keren. Verdonk liet het er niet bij zitten en startte, tot frustratie van de VVD-top, haar eigen campagne compleet met een vrachtwagen met daarop haar afbeelding. Ze overtuigde een groot deel van de VVD-kiezers en dat leidde tot een unieke situatie: Verdonk kreeg meer voorkeurstemmen dan lijsttrekker Mark Rutte.
Trots op Nederland
Het zou het begin van het einde betekenen van Verdonk bij de VVD. Ze suggereerde openlijk dat met deze uitslag niet Mark Rutte, maar zij de partijleider van de VVD zou moeten zijn. Deze suggestie werd Verdonk nog vergeven, maar nadat zij een aantal keer in de media negatief over Rutte sprak, was de maat vol. Verdonk werd in het najaar van 2007 uit de VVD gezet.Ze splitste zich af en ging als eenmansfractie verder. Later richtte ze de politieke beweging Trots op Nederland op, die in tientallen gemeenten voet aan de grond kreeg. Maar landelijk lukte het haar niet om een zetel te bemachtigen. In 2011 verdween ze van het politieke toneel. Tien jaar later keert Rita Verdonk dus terug en wil zij voor Groep de Mos het Haagse stadhuis bestormen.Richard de Mos is trots op zijn ‘running mate’, zegt hij. ‘Met Rita Verdonk halen we een dijk van een politica in huis. Als minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie was Verdonk ongekend populair en sprak ze de taal van de gewone man en vrouw in de straat. Dat ze daarmee meer dan perfect aansluit bij de menselijke en nuchtere ombudspolitiek van Hart voor Den Haag lijkt mij zo helder als glas.’ Volgens De Mos is het realistisch om met de gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart 15 zetels te halen, dat zijn 7 zetels meer dan Groep de Mos in 2018 haalde. ‘Daarmee dwingen wij bestuursdeelname af’, zegt De Mos. ‘Met Verdonk hebben we bovendien een wethouderskandidaat binnen onze gelederen waar andere partijen slechts van kunnen dromen.’
EINDE ARTIKEL
[2]
”WIETSE POTIJK, Strijdbare Fries [helaas overleden in 2006], die zich jarenlang, met veel persoonlijke offers en dapperheid, heeftingezet voor vluchtelingen [96]Goede vriend van ondergetekende:Hij bestormde toenmalig minister Verdonk van Vreemdelingenzaken met mails [daarvan heeft ondergetekendevoorbeelden gezien[, hielp vluchtelingen onderduiken en had zelfs een systeem om uitgezette vluchtelingen terug te halen!Bij zijn dood heb ik een eulogie [97] geschreven op een site,die zich inzet voor vluchtelingen.Ook dichteres, schrijfster en activiste Joke Kaviaar liet zichniet onbetuigd en schreef een prachtig gedicht voor Wietse. [98]HULDE WIETSE POTIJK!”