”De nieuwe coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB wil de btw op de meeste culturele goederen verhogen. Dit betekent dat de belasting voor bijvoorbeeld boeken en podiumkunsten van 9 naar 21 procent gaat.”
….
….
”De Nederlandse Vereniging voor Journalisten verwacht negatieve gevolgen voor de toegankelijkheid en kwaliteit van de journalistiek, omdat er 100 miljoen op de publieke omroep wordt bezuinigd en ook de btw op kranten en tijdschriften omhooggaat.”
De nieuwe coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB wil de btw op de meeste culturele goederen verhogen. Dit betekent dat de belasting voor bijvoorbeeld boeken en podiumkunsten van 9 naar 21 procent gaat. Ook het eerder verlaagde tarief voor de hotelsector gaat naar 21 procent. Wat zijn daar de gevolgen van?
De betrokken sectoren reageren in ieder geval geschrokken op de plannen. Zo heeft Koninklijke Horeca Nederland het over “een nieuwe klap” voor de horeca, verwijzend naar alle gestegen kosten en de naweeën van corona.
Ook de Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals zegt dat de maatregel het verdienvermogen van festivals schaadt. De brancheorganisatie vreest dat “uitgaan straks alleen nog te betalen is voor rijke mensen”. De boekenbranche verwacht een prijsverhoging en een daling van de verkoop, terwijl volgens de CPNB “de leesvaardigheid onder druk staat”. De Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties vindt de maatregel zorgwekkend en stelt dat “sterke podia juist bij uitstek bijdragen aan de door partijen gewenste verbetering van het vestigingsklimaat”.
Waarschuwing bonden
Vakbonden reageren geschrokken op de maatregelen. FNV Media & Cultuur waarschuwt voor banenverlies en een grotere financiële onzekerheid voor werknemers.
De Nederlandse Vereniging voor Journalisten verwacht negatieve gevolgen voor de toegankelijkheid en kwaliteit van de journalistiek, omdat er 100 miljoen op de publieke omroep wordt bezuinigd en ook de btw op kranten en tijdschriften omhooggaat.
Dure kaartje en minder bezoekers
Eerder liet het kabinet de effectiviteit en doelmatigheid van het verlaagde btw-tarief onderzoeken door twee onafhankelijke bureaus. Hieruit bleek dat bij het btw-tarief van 9 procent op bijvoorbeeld cultuur en boeken niet kan worden vastgesteld of het beoogde doel wordt gehaald, zoals het stimuleren van de kenniseconomie, toegang tot informatie en pluriformiteit van media. Het steunen van de toerisme-sector door lage btw op museumkaartjes lukt waarschijnlijk wel, maar de onderzoekers konden dat niet met zekerheid vaststellen.
Maar volgens René Goudriaan, gepensioneerd adviseur op het gebied van economie en cultuur, hoef je geen groot econoom te zijn om te weten dat hogere prijzen leiden tot minder bezoekers voor musea en theaters. Hij verwacht dat de belasting wordt doorberekend in hogere prijzen, met als gevolg minder verkochte kaartjes. “Deze sector heeft geen vlees op de botten, want er is in het verleden al gekort en de instellingen zijn nog aan het herstellen van de lockdowns.”
Als de cultuursector de btw-verhoging doorberekent aan bezoekers of klanten betekent dat een tariefstijging van meer dan 10 procent. In opdracht van Kunsten ’92, branchevereniging voor de cultuur- en creatieve sector, onderzocht Goudriaan wat een dergelijke prijsverhoging voor impact heeft. Afhankelijk van de sector kwam hij uit op tussen de 3 en 10 procent minder verkochte boeken of entreekaarten.
Bioscoop versus museum
Barbara Baarsma, hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam en hoofdeconoom bij adviesbureau PWC, vraagt zich af welk doel de nieuwe coalitie wil nastreven. “Zijn het bezuinigingen of is het een herverdelingsargument? Hogere inkomens maken meer gebruik van de culturele sector dan lagere inkomens en die kunnen een duurder toegangskaartje wel betalen”, zegt Baarsma. “Maar dan scheer je alle faciliteiten wel over één kam, onafhankelijk van de doelgroep.”
De belastingverhoging gaat per 2026 in. Dagrecreatie, bioscopen en kampeerterreinen zijn uitgezonderd. Het moet de schatkist ongeveer 2,2 miljard euro opleveren.
Baarsma vraagt zich op of het ontzien van bioscopen vanuit concurrentieoverweging is toegestaan. “Je kunt namelijk beargumenteren dat bioscopen concurreren met musea en poppodia. In dat geval worden niet alle culturele voorzieningen gelijk behandeld, wat wel zou moeten.”
Het huidige lage btw-tarief voor culturele goederen en diensten wordt met ingang van 2026 grotendeels afgeschaft. Het btw-tarief gaat dan van 9% naar 21%. Het huidige lage btw-tarief voor dagrecreatie en bioscopen blijft behouden en is uitgezonderd van de verhoging.
Lastenvermindering voor werkende middeninkomens; tegemoetkomingen voor bedrijven; verlaging belasting op aardgas
De fracties van de partijen PVV, VVD, NSC en BBB hebben op 15 mei een hoofdlijnenakkoord gesloten voor een nieuwe coalitie. In het hoofdlijnenakkoord zijn ook afspraken gemaakt over de financiële gevolgen voor de rijksbegroting. Die afspraken zijn opgenomen in een budgettaire bijlage bij het hoofdlijnenakkoord.
Zowel het hoofdlijnenakkoord als de budgettaire bijdrage laten zien dat de nieuwe coalitie ook plannen heeft op fiscaal gebied. Hieronder geven wij een verzicht van die plannen.
Particulieren
Er komt een lastenverlichting voor werkende middeninkomens. Het doel is meer loon naar werken door een lastenverlichting op arbeid en verlaging van de marginale druk voor burgers. Om dit te bewerkstelligen wordt een derde schijf in de inkomstenbelasting ingevoerd.
Er wordt stapsgewijs gewerkt aan verbeteringen in de sociale zekerheid, fiscale regelingen en de toeslagen, zodat werken meer loont. Wetgeving wordt voorbereid voor een hervorming van het toeslagen- en belastingstelsel.
Het tarief van box 3 van de inkomstenbelasting (inkomen uit sparen en beleggen) wordt per 1 januari 2025 verlaagd.
De fiscale regelingen voor de giftenaftrek worden de komende jaren beperkt. Een eerste stap wordt gezet in 2025. Per 2028 wordt de giftenaftrek in de inkomstenbelasting geüniformeerd waarmee verschillende giften gelijk worden behandeld.
Directeur-grootaandeelhouder
Het tarief van de tweede schijf van box 2 van de inkomstenbelasting (inkomsten uit aanmerkelijk belang) wordt per 1 januari 2025 verlaagd van 33% maar 31%.
Ondernemer
Belastingplichtigen die in de inkomstenbelasting winst uit onderneming aangeven, kunnen gebruik maken van de MKB-winstvrijstelling. De vrijstelling bedraagt 13,31% van de winst van de ondernemer. Aanvankelijk zou de vrijstelling per 1 januari 2025 worden verlaagd tot 12,03%. Dat gaat niet door.
De dividendbelasting kent een inhoudingsvrijstelling voor de inkoop van beursgenoteerde aandelen. Deze vrijstelling zou aanvankelijk per 1 januari 2025 worden afgeschaft. Dat gaat niet door.
De fiscale regelingen voor de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting en voor geven uit de vennootschap worden de komende jaren beperkt. Een eerste stap wordt gezet in 2025.
De vennootschapsbelasting kent een generieke renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel). Rente is aftrekbaar tot 20% van de winst (of €1 mln indien hoger). De drempel van 20% wordt naar het Europees gemiddelde van 25% gebracht.
Een ruimhartige vrijwillige en langdurige stoppersregeling vindt fiscaal vriendelijk plaats (landbouw).
Nederland moet behoren tot de top 5 van de landen met een goede concurrentiepositie. Bedrijven moeten zich in Nederland willen vestigen en willen blijven. Hierbij wordt samen opgetrokken met ondernemers en werkgevers, met werknemers en hun vakbonden.
•Verbetering van het vestigingsklimaat staat voorop. Hierbij wordt ook gekeken naar fiscale maatregelen. Recente lastenverzwaringen voor ondernemers, verhoging van de energiebelasting en vermogen die zijn aangekondigd sinds Prinsjesdag worden deels teruggedraaid (bijvoorbeeld het tarief van de tweede schijf van box 2 zoals hierboven beschreven).
Werkgevers, werknemers en zzp’ers
Bezien wordt of en zo ja, welke fiscale voordelen onder de extraterritoriale kostenregeling worden versoberd.
Zekerheid op de arbeidsmarkt wordt gestimuleerd, bijvoorbeeld voor echte zelfstandigen (zzp’ers) in het zelfstandigenbeleid en door regulering van de uitzendsector. Daarnaast streven de partijen naar meer vaste contracten voor werknemers.
Wonen en bouwen
Het realiseren van voldoende woningen staat onder druk door de dubbele vergrijzing, gemiddeld kleinere huishoudens, migratie, krapte op de arbeidsmarkt, stijgende bouw- en grondprijzen, renteontwikkelingen, ingewikkelde en lange bouwprocedures, gebrek aan en inefficiënt gebruik van beschikbare ruimte en fiscale regelingen die averechts werken.
Er komen geen wijzigingen van de fiscale positie van de eigen woning. De hypotheekrenteaftrek blijft in stand en het eigenwoningforfait blijft onveranderd. Dit om onzekerheid op de woningmarkt tegen te gaan.
Het bouwen van (private) huurwoningen wordt gestimuleerd door het verminderen van de regeldruk en waar mogelijk de belastingdruk.
De stijging van de gemeentelijke woonlasten (OZB) wordt gemaximeerd via afspraken met gemeenten.
Om de bouw van nieuwe woningen te versnellen willen de partijen meer beschikbare en betaalbare bouwgrond, lagere kosten en meer autonomie voor medeoverheden door een belasting op ongebouwde grond met een woonfunctie. De mogelijkheden voor een gemaximeerde planbatenheffing of vergelijkbaar systeem bij woningbouw worden benut. Met gemeenten wordt afgesproken dat de opbrengsten hiervan volledig ten gunste komen voor bereikbaarheid van de wijk en het bouwen van betaalbare huur- en koopwoningen.
Om de bouw van nieuwe woningen te versnellen willen de partijen fiscale prikkels wegnemen.
Auto
Verduurzaming van het wagenpark blijft gestimuleerd worden. De elektrische rijder gaat eerlijk bijdragen om de opbrengsten op de lange termijn houdbaar te houden.
De aanschaf van elektrische voertuigen blijft ondersteund worden, waarbij ook oog gehouden wordt voor de ‘fossiele rijders’ en een eerlijke verdeling van de kosten tussen beide groepen. De subsidies stoppen allemaal per 2025, de MRB gewichtscorrectie blijft bestaan.
Energie en milieu
Het tarief in de eerste en tweede schijf van de energiebelasting op aardgas (tot 170.000 m3) wordt in 2025 verlaagd met 2,8 cent per m3, oplopend naar 4,8 cent per m3 in 2030 (prijspeil 2024). Dit levert voor een huishouden met een gemiddeld verbruik een financieel voordeel op van circa € 29 per jaar in 2025 oplopend naar circa € 50 per jaar in 2030.
Het tarief van de derde, vierde en vijfde schijf van de energiebelasting op aardgas zou per 1 januari 2025 worden verhoogd met 22,4% en per 1 januari 2030 met 2,7%. Dat gaat niet door.
Met ingang van 2028 wordt een circulaire plastic heffing ingevoerd.
Er wordt een gedifferentieerde vliegbelasting naar afstand ingevoerd. Vluchten over lange afstanden worden meer belast omdat deze meer uitstoot hebben.
De aangekondigde verhoogde CO2-heffing wordt teruggedraaid.
De financiële middelen voor klimaat worden voor een deel gebruikt om mensen met een laag of middeninkomen en ondernemers te helpen in de energietransitie.
De salderingsregeling voor kleinverbruikers wordt met ingang van 1 januari 2027 beëindigd.
Btw, accijnzen en kansspelbelasting
De rode diesel (lager accijnstarief) komt terug voor boeren, tuinders en loonwerkers.
De huidige accijnsverlaging op brandstoffen wordt met een jaar verlengd tot en met 2025.
Het huidige lage btw-tarief voor culturele goederen en diensten wordt met ingang van 2026 grotendeels afgeschaft. Het btw-tarief gaat dan van 9% naar 21%. Het huidige lage btw-tarief voor dagrecreatie en bioscopen blijft behouden en is uitgezonderd van de verhoging.
Het verlaagde btw-tarief op logies wordt met ingang van 2026 grotendeels afgeschaft. Het btw-tarief voor logies gaat dan van 9% naar 21%. Het huidige lage btw-tarief voor kampeerterreinen blijft behouden en is uitgezonderd van de verhoging.
Het tarief van de kansspelbelasting wordt in 2025 verhoogd van 30,5% naar 37,8%.
Wet- en regelgeving
Om de doelmatigheid van het fiscale stelsel te vergroten en het stelsel verder te versimpelen, worden verdere stappen gezet op het afbouwen van (negatief geëvalueerde) fiscale regelingen en het aanpakken van onbedoelde constructies. Het uitgangspunt bij negatief geëvalueerde fiscale regelingen is dat deze worden afgeschaft of versoberd.
Er komen geen nieuwe nationale koppen op Europese regelgeving. Daar waar mogelijk worden bestaande koppen die zorgen voor extra regeldruk geschrapt.
Er wordt een grondwetsherzieningsvoorstel ingediend tot het schrappen van het verbod op toetsing van formele wetten aan de grondwet. De klassieke bepalingen van de Grondwet worden toetsbaar.
Er wordt ook een grondwetsherzieningsvoorstel ingediend tot invoering van een grondwettelijk (constitutioneel) hof dat wetten toetst aan de Grondwet.
Regeldruk wordt tegengegaan door het adviescollege toetsing regeldruk en de uitvoeringsinstanties van meet af aan te betrekken bij het bedenken van beleid en wetgeving.
In wetgeving en beleid moet rekening gehouden worden met de gevolgen voor kleine ondernemers, bijvoorbeeld wat betreft kosten en risico’s, zodat het in dienst nemen van mensen mogelijk blijft.
Er komt een recht op vergissen. Een enkele fout kan niet langer een burger diep in de problemen duwen. Aanmanings- en incassokosten van de overheid gaan fors omlaag.
Het hoofdlijnenakkoord vindt u hier. De budgettaire bijlage vindt u hier.
De coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB willen 21 procent btw heffen op kranten, tijdschriften en boeken. Dat zou het hoogste tarief zijn in heel Europa. Het is niet de eerste keer dat ons land zich in zo’n twijfelachtige koppositie bevindt. Ook in de negentiende eeuw werden kranten en tijdschriften zwaarder belast dan waar ook ter wereld.
Een btw-tarief van 21 procent zou ongekend zijn in Europa: zo hoog is het nergens. België en Denemarken hanteren zelfs een nultarief omdat het niet aangaat belasting te heffen op kennis.
In de negentiende eeuw voerde Nederland ook een zware belasting in op kranten. Dat gebeurde door middel van het zogenoemde dagbladzegel. Critici hadden het over de vuile vingers van de fiscus omdat kranten alleen maar gedrukt mochten worden op door de fiscus gestempelde vellen waarover eerst heffing was betaald. Het was dus geen belasting op toegevoegde waarde, maar op het gebruikte papier. Voor elke advertentie – groot of klein – moest daarbovenop nog 35 cent worden betaald. Men berekende dat uitgevers de helft tot zestig procent van hun omzet kwijt waren aan de belastingdienst.
Kranten werden luxeartikel
Je kon het aan de kranten zien. Gemiddeld telden zij twee tot vier pagina’ s op een niet al te groot formaat, anders werd het zegelrecht te hoog. De meesten verschenen een tot drie keer per week, vaak voor een paar honderd abonnees. In 1851 bestonden er nog geen tien echte dagbladen, waarvan het Algemeen Handelsblad met een oplage van 5400 verreweg de grootste was. Losse nummers kostten tien cent, een flink bedrag voor die dagen. De prijs van een abonnement bedroeg ƒ7,50 per maand in Amsterdam en ƒ8,50 daarbuiten. Wie bovendien de zondagseditie en het bijblad wilde ontvangen, betaalde anderhalve gulden extra. Dat was bij elkaar ongeveer het weekloon van een ambachtsman. In 1851 moest het Algemeen Handelsblad alleen al ƒ74,169 afdragen aan de fiscus.
Dit maakte kranten tot een luxeartikel die alleen welgestelden zich konden veroorloven. Ze kregen bovendien weinig waar voor hun geld, want uitgevers hielden minder geld over om in redactionele kwaliteit te investeren. Ook werd het heel duur om een nieuw blad te starten. De belasting drukte immers niet op de omzet, maar op het verbruikte papier.
Dat was ook de – veelal onuitgesproken – bedoeling. Het dagbladzegel werd in 1712 door de Britse regering uitgevonden nadat koningin Anna zich beklaagde over de schaamteloosheid ‘waarmee valse en schandalige schotschriften werden uitgegeven’. De parlementariërs in het Britse Lagerhuis lieten de persvrijheid buiten schot, maar voerden wel een belasting in op het door kranten en tijdschriften gebruikte papier. Zo bleven kranten en pamfletten buiten het bereik van de grote massa.
Napoleon nam het model over omdat ook hij een broertje dood had aan een kritische pers en een goed geïnformeerde bevolking. Hij legde het dagbladzegel naar Brits model in 1812 ook voor aan het door hem geannexeerde Nederland, waar Willem I het handhaafde.
Toen deze koning in 1840 aftrad, liet hij een bijna bankroet land achter. Minister Floris Adriaan van Hall saneerde in 1844 de financiën, en dat kwam de pers letterlijk duur te staan. Hij hervormde ook het dagbladzegel: dat werd voortaan gebaseerd op betalingen per vierkante decimeter, waarbij de tarieven een halve, één of anderhalve cent konden bedragen. Bij het totaal moest dan nog eens 38 cent worden opgeteld. Per exemplaar liepen de kosten daardoor enorm op. Buitenlandse kranten werden door een soort invoerrecht helemaal onbetaalbaar gemaakt.
Belasting op kennis
Van Hall stelde drukwerk van maximaal twee vierkante decimeter vrij van belasting. Dat heeft hij geweten. Er verschenen tientallen goedkope miniatuurkrantjes waarin de regering heftig werd aangevallen. Binnen een jaar sneed hij dat geitenpaadje voor handige uitgevers fiscaal af met het argument dat zij van die vrijstelling ‘geen goed gebruik gemaakt hebben’ en dat ‘daardoor onze taal en onze zeden werden verbasterd, en dat zij niet strekken om de hier te lande bestaande vrijheid van drukpers op te luisteren’. Het lijkt wel of men de gemiddelde PVV-er hoort fulmineren tegen de bevooroordeelde pers.
Van het begin af aan doorzagen liberalen dat het de bedoeling was om met fiscale maatregelen de vrijheid van meningsuiting tot een privilege voor weinigen te maken. Thorbecke was dan ook een tegenstander van het dagbladzegel. Na de grondwetshervorming van 1848 was de meerderheid van de politiek het met hem eens, maar – zoals zo vaak in Nederland – de zaak bleef slepen. Voorstellen om het dagbladzegel te beperken of af te schaffen liepen vast omdat er elders in het budget geen dekking werd gevonden. Of de plannen sneuvelden bij de val van een kabinet.
Steeds deden zich andere prioriteiten voor die eerst geregeld moesten worden. Dat ging zo door tot het jaar 1867, toen een groepje Rotterdamse liberalen – voor het merendeel jonge mannen van eind twintig en begin dertig – op 25 mei het Anti-Dagbladzegel-Verbond oprichtten. Ze eisten een onmiddelijke afschaffing van het dagbladzegel, zonder dat er eerst gezocht werd naar dekking elders of gewacht werd op een bredere fiscale hervorming. De heffing was volgens hen principieel fout omdat het een belasting was op kennis.
Een onwetende bevolking
Dat idee sloeg aan. In heel Nederland werden afdelingen van het verbond opgericht. Het had veel succes met een brochure waarin de rede stond die de journalist Maurits Hendrik van Lee had afgestoken op het Negende Nederlandsch Letterkundig congres dat eind augustus 1866 in Gent was gehouden. Van Lee had meegewerkt aan de oprichting van een nieuwe krant: het Amsterdamsch handels- en effectenblad, en had daarbij ervaren hoe de fiscus het initiatief smoorde voor het van de grond kon komen. Nu was hij redacteur bij een van Europa’s beste kranten: de Independance Belge in Brussel, waar in 1848 al de laatste resten van het zegelrecht waren afgeschaft. Met feiten, cijfers, sarcasme en welsprekendheid zette Van Lee uiteen hoe de belasting op kennis een ondermaatse pers en een onwetende bevolking opleverde.
Ter vergadering beloofde de heer A.W. Sijthoff, eigenaar van het Leidsch Dagblad, de rede als brochure van het Anti-Dagbladzegel-Verbond uit te geven. De impact was enorm. In 1866 was een poging om de belasting af te schaffen mislukt, maar in 1869 lukte het wel, dankzij de inspanningen van een liberaal getint deskundigenkabinet dat door Thorbecke was gevormd.
Per 1 juli 1869 verdween het gehate dagbladzegel van het toneel. De Nederlandse pers bloeide onmiddellijk op. De gedrukte en later de elektronische media spelen sindsdien een centrale rol bij de manier waarop de democratie en de vrije samenleving worden vormgegeven. Dat had Van Lee al voorspeld. ‘Met hare duizend altijd wakende, naar alle zijden blikkende oogen vormt zij het tegenwicht voor den altijd rooskleurigen blik der overheid’.
Die rol is opnieuw in het geding, zo blijkt uit een paginagrote advertentie die dertig hoofdredacteuren in de kranten van dinsdag 21 mei plaatsten. Misschien wordt het tijd om een Anti-Belasting-op-Media-Verbond op te richten. Maurits van der Lee wijst de weg.
When Adolf Hitler took power in 1933, the Nazis controlled less than three percent of Germany’s 4,700 papers.
The elimination of the German multi-party political system brought about the demise of hundreds of newspapers produced by outlawed political parties. It also allowed the state to seize the printing plants and equipment of the Communist and Social Democratic Parties, which were often turned over directly to the Nazi Party. In the following months, the Nazis established control or exerted influence over independent press organs.”
When Adolf Hitler took power in 1933, the Nazis controlled less than three percent of Germany’s 4,700 papers.
The elimination of the German multi-party political system brought about the demise of hundreds of newspapers produced by outlawed political parties. It also allowed the state to seize the printing plants and equipment of the Communist and Social Democratic Parties, which were often turned over directly to the Nazi Party. In the following months, the Nazis established control or exerted influence over independent press organs.
During the first weeks of 1933, the Nazi regime deployed the radio, press, and newsreels to stoke fears of a pending “Communist uprising,” then channeled popular anxieties into political measures that eradicated civil liberties and democracy. SA (Storm Troopers) and members of the Nazi elite paramilitary formation, the SS, took to the streets to brutalize or arrest political opponents and incarcerate them in hastily established detention centers and concentration camps. Nazi thugs broke into opposing political party offices, destroying printing presses and newspapers.
Sometimes using holding companies to disguise new ownership, executives of the Nazi Party-owned publishing house, Franz Eher, established a huge empire that drove out competition and purchased newspapers at below-market prices. Some independent newspapers, particularly conservative newspapers and non-political illustrated weeklies, accommodated to the regime through self-censorship or initiative in dealing with approved topics.
“Aryanization”Click here to copy a link to this section
Through measures to “Aryanize” businesses, the regime also assumed control of Jewish-owned publishing companies, notably Ullstein and Mosse.
Ullstein, which published the well-known Berlin daily the Vossische Zeitung, was the largest publishing house company in Europe by 1933, employing 10,000 people. In 1933, German officials forced the Ullstein family to resign from the board of the company and, a year later, to sell the company assets.
Owners of a worldwide advertising agency, the Mosse family owned and published a number of major liberal papers much hated by the Nazis, including the Berlin Tageblatt; the Mosse family fled Germany the day after Hitler took power. Fearing imprisonment or death, reputable journalists also began to flee the country in large numbers. German non-Jewish newspaper owners replaced them in part with ill-trained and inexperienced amateurs loyal to the Nazi Party, as well as with skilled and veteran journalists prepared to collaborate with the regime in order to maintain and even enhance their careers.
The Propaganda Ministry and the Reich Press ChamberClick here to copy a link to this section
The Propaganda Ministry, through its Reich Press Chamber, assumed control over the Reich Association of the German Press, the guild which regulated entry into the profession. Under the new Editors Law of October 4, 1933, the association kept registries of “racially pure” editors and journalists, and excluded Jews and those married to Jews from the profession. Propaganda Ministry officials expected editors and journalists, who had to register with the Reich Press Chamber to work in the field, to follow the mandates and instructions handed down by the ministry. In paragraph 14 of the law, the regime required editors to omit anything “calculated to weaken the strength of the Reich abroad or at home.”
The Propaganda Ministry aimed further to control the content of news and editorial pages through directives distributed in daily conferences in Berlin and transmitted via the Nazi Party propaganda offices to regional or local papers. Detailed guidelines stated what stories could or could not be reported and how to report the news. Journalists or editors who failed to follow these instructions could be fired or, if believed to be acting with intent to harm Germany, sent to a concentration camp. Rather than suppressing news, the Nazi propaganda apparatus instead sought to tightly control its flow and interpretation and to deny access to alternative sources of news.
Toward the End of World War IIClick here to copy a link to this section
By 1944, a shortage of newspaper and ink forced the Nazi government to limit all newspapers first to eight, then four, and finally, two pages. Of the 4,700 newspapers published in Germany when the Nazis took power in 1933, no more that 1,100 remained. Approximately half were still in the hands of private or institutional owners, but these newspapers operated in strict compliance with government press laws and published material only in accordance with directives issued by the Ministry of Propaganda. While the circulation of these newspapers was approximately 4.4 million, the circulation of the 325 newspapers and their multiple regional editions owned by the Nazi Party was 21 million. Many of these newspapers continued to publish until the end of the war.
Upon occupying Germany, Allied authorities shut down and confiscated presses owned by Nazi Party organs. The last surviving German radio station, located in Flensberg, near the Danish border, made its final broadcast in the name of the National Socialist state on May 9, 1945. After reporting the news of the unconditional capitulation of German forces to the Allies, it went off the air.
After the WarClick here to copy a link to this section
In the postwar US occupation zone of Germany, the military administration believed that the reestablishment of a free press was vital to the denazification and reeducation of Germans, and essential to the creation of democracy in Germany. Therefore, the first German newspaper approved for publication by the US military high command appeared on January 24, 1945, in Aachen, three months after the US forces captured the city.
‘Rijkspresident Von Hindenburg kondigt de volgende ochtend de Rijksdagbrandverordening af. Deze legt de basis voor een dictatuur. De burgerrechten van de Duitse bevolking worden ingeperkt. Vrijheid van meningsuiting is niet langer vanzelfsprekend en de politie kan willekeurig huizen doorzoeken en mensen arresteren. De politieke tegenstanders van de nazi’s zijn nu vogelvrij.
”Hitler gaf vanaf 30 januari 1933 als rijkskanselier leiding aan een coalitieregering van de NSDAP en de Deutschnationale Volkspartei. Hij is dus niet direct door het Duitse volk gekozen als president, maar werd wel op een legale manier benoemd als het hoofd van de Duitse regering. Dat hij zich als benoemd rijkskanselier nuttig zou maken voor de conservatieven bleek een vergissing.
Binnen enkele maanden hadden de nationaal-socialisten alle macht in handen en zuiverden ze politieke tegenstanders. Het Duitse parlement werd namelijk in 1933 in brand gestoken. Hitler gebruikte het moment als aanleiding om de grondrechten in te perken en alle macht naar zich toe te trekken”
Op 30 januari 1933, vandaag negentig jaar geleden, kwam Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. Hij werd benoemd tot rijkskanselier, het hoofd van de Duitse regering. De democratie bracht hem in positie om een dictatuur te vestigen. Hoe lukte hem dit?
Hitlers weg naar de macht startte in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Als twintiger vocht hij mee in deze oorlog, die Duitsland verloor. Hij voelde zich – net als veel Duitsers – vernederd door de zware eisen van de overwinnaars.
De Duitsers moesten van de overwinnende landen herstelbetalingen doen, grondgebied afstaan en de industrie en het leger verkleinen. De herstelbetalingen waren voor de Duitse naoorlogse economie een enorme kostenpost.
Na de Eerste Wereldoorlog trok Hitler de aandacht met zijn felle speeches en uitvoerige redes. Daarmee wist hij slim in te spelen op de grote onvrede onder de Duitse bevolking. Die kwam voort uit de slechte toestand van de economie door onder meer de herstelbetalingen.
Steeds meer mensen sloten zich daarom aan bij de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij van Hitler, die verbetering beloofde. Hitlers volgers noemden zichzelf nationaalsocialisten. De afkorting ‘nazi’ komt daarvandaan.
Hitler probeerde tien jaar voor hij rijkskanselier werd al een staatsgreep te plegen. Dat was in 1923. De jonge, democratische, naoorlogse Duitse Republiek van Weimar was wankel. Vanuit München wilde Hitler de regering in Berlijn ten val brengen.
Die couppoging staat bekend als de Bierkellerputsch, omdat Hitler en zijn aanhangers zich verzamelden in de kelder van een biercafé. De poging mislukte door ingrijpen van de politie en het leger. Als straf moest Hitler de cel in.
Toen Hitler in de gevangenis zat, werkte hij aan zijn boek Mein Kampf (mijn strijd). Een deel van zijn antisemitische gedachtegoed wordt hierin uiteengezet. Hitler geloofde in een niet bestaand Joods complot (de Protocollen van de wijzen van Sion), waarin werd beschreven hoe Joden de wereld in hun macht zouden willen krijgen.
Bovendien waren de Joden volgens Hitler ook verantwoordelijk voor het vernederende Duitse verlies in de Eerste Wereldoorlog. Hitler vond het Germaanse ras superieur aan alle andere rassen.
Nadat hij was vrijgekomen, verspreidde Hitler zijn ideeën op bijeenkomsten waar zijn volgers massaal samenkwamen. De nazi’s bewandelden vanaf dat moment de legale weg voor machtsovername, namelijk via verkiezingen.
De partij was aanvankelijk nog verboden, maar Hitler kon in sommige deelstaten vrijelijk speechen. Veel mensen voelden zich aangetrokken tot zijn woorden en partij. De nazileiders waren jong en fris. Hitler oogde voor hen als een sterke leider.
Hitlers partij speelde met beloftes en nationalistische propaganda in op de slechte economie. Hij beloofde verbetering, werkgelegenheid en een uitweg uit de armoede. Veel mensen hadden er wel oren naar. Daar kwam de wereldwijde economische recessie van eind jaren twintig nog bovenop. Het land werd geteisterd door hoge inflatie, grote werkloosheid en vooral grote onvrede onder de bevolking.
Het bleken de ideale omstandigheden voor Hitler om zijn nazipartij groot te maken en dankzij een gesmeerde propagandamachine aan de macht te komen. De strategie werkte; de NSDAP groeide uit tot de grootste partij.
Bij de verkiezingen van 1928 kreeg de NSDAP nog geen miljoen stemmen. In 1930 was het met ruim zes miljoen stemmen al de één na grootste partij en in 1932 werd het de grootste partij. Miljoenen Duitsers stemden op Adolf Hitler.
De NSDAP maakte in de verkiezingsstrijd goed gebruik van moderne propaganda methoden. Met massabijeenkomsten, radio-uitzendingen, kranten en pamfletten overtuigden de nazi’s de bevolking.
Hoewel Hitler populair was onder het volk, wist hij de aparte verkiezingen voor de rijkspresident van 1932 niet te winnen van de stokoude conservatief Paul von Hindenburg. Von Hindenburg werd in 1932 herkozen met 53 procent van de stemmen. Hitler behaalde 37 procent.
Op 30 januari 1933 werd Hitler tot rijkskanselier benoemd. De conservatieve elite – de grondbezitters in Pruisen en de grootindustriëlen – wilde Hitler echter aan de macht helpen. Deze elite zette rijkspresident Paul von Hindenburg onder druk om Hitler te benoemen als rijkskanselier en hoopte hem voor het eigen karretje te spannen.
Hitler gaf vanaf 30 januari 1933 als rijkskanselier leiding aan een coalitieregering van de NSDAP en de Deutschnationale Volkspartei. Hij is dus niet direct door het Duitse volk gekozen als president, maar werd wel op een legale manier benoemd als het hoofd van de Duitse regering. Dat hij zich als benoemd rijkskanselier nuttig zou maken voor de conservatieven bleek een vergissing.
Binnen enkele maanden hadden de nationaal-socialisten alle macht in handen en zuiverden ze politieke tegenstanders. Het Duitse parlement werd namelijk in 1933 in brand gestoken. Hitler gebruikte het moment als aanleiding om de grondrechten in te perken en alle macht naar zich toe te trekken. Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, werd veroordeeld voor de brandstichting.
Een jaar later overleed Paul von Hindenburg, waarop Hitler naast rijkskanselier ook de functie van president op zich nam. Die functie schafte hij meteen ook weer af, want Hitler benoemde zichzelf tot Führer van het Duitse Rijk. Hij werd de absolute leider en dictator van Duitsland. Zijn autoriteit had geen tegengewicht. De rassenwetten, de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust waren het gevolg.
Als je de plannen van Wilders leest om met dit kabinet de komst van vluchtelingen een halt toe te roepen, leest dat niet alleen maar als ‘Godverdomme wat zijn dit voor fascistische plannen?!’ maar ook als ‘What’s new’? We weten immers van de vele smerige deals met landen buiten de EU die in ruil voor geld vluchtelingen in kampen proppen en martelen, in de woestijn dumpen om te sterven van de dorst, of gewoon simpelweg meteen vermoorden. We weten van de vele pushbacks op de Middellandse Zee die een groot kerkhof is van verdronken vluchtelingen. We weten van het geld dat er wordt geinvesteerd in de militarisering van grenzen. Bedrijven die daarvan profiteren zijn ook niet vies van profiteren van de genocide op Palestijnen: alle tegen vluchtelingen ingezette middelen zijn reeds ‘combat proven’ op Palestijnen. Laat Wilders nu ook een zionist zijn die met zijn partij de vrijheid van meningsuiting de kop wil omdraaien ten gunste van het fascistische regime van Israhel, liefst per direct door een leus te verbieden, en je weet wel waar dit naar toe gaat als we het niet stoppen.
Veel gehoord: Maar verandert er nou wel echt wat als Wilders het wil? Dat kan toch niet eens? Net als met het gewenste verbod op die leus ‘From The River To The Sea – Palestine Will Be Free’ zou je je weliswaar die vraag kunnen stellen, maar door er maar op te hopen of er zelfs vanuit te gaan dat de grondwet, dat rechters, dat iets minder rechtse kamerleden, dat allemaal gaan tegenhouden, zet je de knop op ACTIE uit. En dat is levensgevaarlijk! Jaja, Europese regels en afspraken.. daaraan is Wilders toch gebonden? Maar Europa..? Zie het voorgaande. Fort Europa is een gedrocht dat nu al verantwoordelijk is voor zoveel dood en ellende onder vluchtelingen. Fort Europa kent ook al jarenlang zoiets als het Dublin-verdrag, waardoor je alleen in het land waar je het eerst aankomt asiel mag aanvragen. Dat zijn geen veilige landen, het komt neer op deportatie die net zo goed rechtstreeks kan zijn naar het land waarvandaan iemand gevlucht is. Het komt neer op pushback en landen als Neederland wassen de handen in onschuld. Maar: het kan NOG erger. En als het aan Wilders ligt, houdt de volgende Neederlandse regering, Bruin 1, de regie voortaan in eigen handen. Onder zijn leiding.
Een greep uit Wilders’ plannen, en dit is nog niet eens alles: Het stopzetten van de behandeling van asielverzoeken, een einde aan gezinshereniging, opzeggen van het VN vluchtelingenverdrag, grensbewaking aan de Neederlandse grenzen, afschaffen van opvang voor mensen zonder papieren, strafbaarstellen illegaliteit. (bron: Migreat Instagram. En dat hele plan van Van Der Burg om vluchtelingen in het land te verdelen gaat ook de prullebak in. De voorrang voor een huurwoning die nu wordt gegeven aan statushouders evenzo. Net alsof die mensen niet al jarenlang gewacht hebben op de beslissing op hun asielverzoek zonder zich alvast bij Woningnet te kunnen inschrijven. Ik kan je zo vertellen, als ze dat hadden gemogen, hadden ze door de lengte van hun inschrijving automatisch al vooraan gestaan. Maar toch, de woningnood komt door hen, en niet door huisjesmelkers, speculanten, sloop van sociale huurwoningen, gentrificatie… /s. Maar we trappen niet in verdeel en heers, toch?
De vraag of het allemaal kan wat Wilders wil, moeten we – met het voornemen het tegen te houden – beantwoorden met: Ja, dat kan. Is het niet vandaag, dan morgen. Ga er maar van uit en organiseer van hieruit ons verzet. Deportaties? Het vliegtuig in en herrie schoppen. Zo werd vorige week een deportatie gestopt. We kunnen het! Lees maar hier bij Migreat. Intussen is de betreffende vluchteling vrij! Wat er nog meer kan? Terreinen en grote panden kraken, samen met vluchtelingen, kampen opzetten waar eten en onderdak wordt georganiseerd en gedeeld. Wat met kampen voor Palestina kan, kan voor vluchtelingen ook. En of kraken strafbaar is? Wat niet mag, dat kan nog steeds! We doen het al!
In Engeland hebben ze een heel alarmsysteem opgetuigd voor als mensen uit hun huis worden gehaald en de bussen van de immigratiedienst daartoe de wijken inrijden. Ze gaan er gewoon voor zitten totdat mensen eruit worden gelaten. Zulke dingen moeten hier ook kunnen, al is de situatie hier niet hetzelfde omdat ze hier niet in herkenbare bussen aan komen rijden. Het is een kwestie van kijken wat hier wel kan. Er zijn politieburo’s en detentiecentra waar arrestantenbussen af en aan rijden. En ik heb nog een tip: die arrestantenbussen kunnen van boven open. Als je erop klimt en de rode hendel overhaalt, kunnen de dakluiken open. Zo kunnen in geval van nood gevangenen worden bevrijd, bij ongelukken bijvoorbeeld. Maar deportatie is het grootste ongeluk, de grootste nood, die er bestaat. Mag het? Nee. Hulp bij bevrijding is al strafbaar. Maar wat niet mag,… Kunnen we vluchtelingen assisteren met zich te verplaatsen binnen Europa? Ja, ook dat kan. Mag ook niet, maar… Kunnen we vluchtelingen voorzien van de hen ontzegde basale behoeftes? Alleen al het uitdelen van tenten en voedsel zou wel eens strafbaar kunnen worden gemaakt, ook daar zijn plannen voor. Maar….
WAT NIET MAG, DAT KAN NOG STEEDS!
Rest de vraag wat openlijk kan en wat ondergronds zal moeten. Het risico van witte Neederlanders met een paspoort is immers anders dan dat van een ongedocumenteerde vluchteling. Dus het risico van laatstgenoemde is maatstaf voor de aanpak. Samenwerken met vluchtelingen staat voorop, maar check je privileges. We moeten het stoppen. Samen. De muren en hekken. De kampen. We moeten het stoppen: registratie, arrestatie, deportatie. We moeten het stoppen: op straat geschopt worden, tot derderangsburger verklaard worden, eisen aan inburgering die de racistische moslimhaat verraden. WE. MOETEN. HET. STOPPEN. Nog zit dat kabinet Bruin 1 er niet. Nog kunnen we ‘gewoon’ demonstreren, al is het de vraag wanneer de eerste arrestaties vallen voor het roepen van een leus. Die ruimte moeten we opeisen. En vanaf daar doen wat nodig is. Organiseer je maar vast lokaal en regionaal om steun aan en samenwerking met vluchtelingen op te zetten. Zorg alvast maar voor contacten, lijntjes alle kanten op. Bereid je voor. Waar kunnen mensen heen? Waar kunnen mensen blijven? Hoe gaan we dat organiseren? Of het nu underground moet of openlijk, maar noodzaak is het. Dit gaat om leven of dood.
Wilders wil een apartheidsstaat en als wij het niet doen houdt niemand hem tegen. Niet de media, die ruim baan geven aan de extreem-rechtse propaganda. Niet de andere kamerleden die oude jongens krentebrood onder collega’s spelen. En ook de rechters niet omdat zelfs de meest progressieve uiteindelijk de handen gebonden en de monden gesnoerd zullen worden, met gewijzigde of nieuwe wetten, met pesterijen, door vervanging. Zullen politie en marechaussee het werk ervoor neerleggen? NEE. Zij zijn de vijand. Zij verdienen het te stuiten op verzet zoals de studenten voor Palestina op de barricades zich moedig verzetten toen de ME met bulldozers kwam op Roeterseiland en de Oude Manhuispoort. Zullen buschauffeurs weigeren zich voor massa arrestaties te laten lenen? Dat deden ze tot nu toe. We zullen hen oproepen te staken. En voor staken bestaan vakbonden en die moeten maar eens aan de slag met die internationale / antinationale / intersectionele solidariteit. Of dat nu is wanneer arbeidsmigranten worden uitgebuit of wanneer hun leden medewerking verlenen aan de plannen van Bruin 1. Vakbonden, ga het doen!
We kunnen vast beginnen naar de demo te gaan op 15 juni, om 14 uur op de Dam in Amsterdam. Om te demonstreren en contacten te leggen. Om te beginnen te bouwen aan de structuren die nodig zijn.
Want: TOEN NIET, NU NIET, NOOIT MEER FASCISME! Laat dat meer dan een leus worden. Laat het een dagelijkse praktijk zijn. VRIJHEID VAN BEWEGING, NU!
Joke Kaviaar, 24 mei 2024
Reacties uitgeschakeld voor [Artikel Joke Kaviaar]/Solidaritijd! Underground railroad en openlijk verzet
AGAINST: Vice-President Sebutinde; Judge ad hoc Barak;
(2) Indicates the following provisional measures:
The State of Israel shall, in conformity with its obligations under the Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide, and in view of the
worsening conditions of life faced by civilians in the Rafah Governorate:
(a) By thirteen votes to two
Immediately halt its military offensive, and any other action in the Rafah
Governorate, which may inflict on the Palestinian group in Gaza conditions of life that
could bring about its physical destruction in whole or in part;
IN FAVOUR: President Salam; Judges Abraham, Yusuf, Xue, Bhandari, Iwasawa,
Reacties uitgeschakeld voor International Court of Justice/Application of the Convention and Punishment of the Crime of Genocide in the Gaza Strip (South Africa v Israel)/24 May 2024