Maandelijks archief: mei 2025

Noot 114/Israel raast en tiert!

[114]
ONE WORLD
WIJ, ISRAEL-KRITISCHE JODEN, WORDEN COMPLEET GENEGEERD
15 MAART 2024
Politici die de demonstratie tegen de komst van de Israëlische president Herzog tijdens de opening van het Holocaustmuseum ‘antisemitisch’ noemden, werken zelf antisemitisme in de hand. Dat schrijft Phineas Shapiro van Erev Rav, het antizionistische, Joodse collectief dat de demonstratie organiseerde. ‘Door ons te beperken in wat we mogen vinden, ontneemt men mij en andere Joden het recht om volwaardig deel te nemen aan de politiek en de maatschappij.’
De Nederlandse politiek moet zich kapot schamen. Politici van links tot rechts en van grote tot kleine partijen bevorderen antisemitisch gedachtegoed onder het mom van ‘herdenkingscultuur’. Ik heb het natuurlijk over de demonstratie van afgelopen zondag op het Waterlooplein tegen het bijwonen van de opening van het Nationale Holocaust Museum door president van Israël, Yitzhak Herzog.
Mensen vragen zich vaak af waarom de politiek zo gepolariseerd is. Voor het antwoord hoeven we maar te kijken naar hoe Den Haag reageerde op de demonstratie afgelopen zondag, geïnitieerd door Joden in solidariteit met Palestijnen. De demonstratie ging over de walgelijke keuze om het staatshoofd te verwelkomen van een land dat actief mensenrechten schendt en mogelijk genocide pleegt. Maar voor veel politici is het kennelijk te ingewikkeld om te begrijpen dat je van mening kan zijn dat het Nationale Holocaust Museum dringend nodig is, maar óók dat dit staatshoofd niet welkom zou moeten zijn in Nederland, en al helemaal niet bij de opening van dit museum.

Tijdens een debat in de Tweede Kamer over deze demonstratie vroeg Jimmy Dijk (SP) zich af wat er in onze samenleving is gebeurd dat groepen mensen zó tegenover elkaar zijn komen te staan? “Een groot deel van de mensen die demonstreren heeft echt het beste voor met de Palestijnen die in het nauw zitten. Aan de andere kant zijn er heel veel mensen die graag een fatsoenlijke opening willen van het Holocaustmuseum.” Deze tegenstelling is zozeer feitelijk onjuist dat het gevaarlijk is. De demonstranten waren er ook liever niet geweest, maar ze voelden zich gedwongen er te zijn om op te komen voor universele mensenrechten.

 

Het zou niet moeten uitmaken dat deze demonstratie door joodse organisaties was georganiseerd. Maar gelet op het huidige politieke tijdperk waarin identiteit het belangrijkste van al is, is het goed om te noemen. Belangrijker is dat woede en verdriet over de Shoah1 niet losstaat van het Joodse perspectief op de genocide in Gaza. Onze herdenkingscultuur is geen dood ‘iets’, het is niet alleen een herinnering aan het verleden. Onze herdenkingscultuur lééft en heeft grote invloed op ons dagelijkse perspectief op de wereld, de politiek en ons leven. Het is onze drijfveer om te strijden tegen alle vormen van onderdrukking, en te reageren als onze pijn geïnstrumentaliseerd wordt om de onderdrukking van anderen te rechtvaardigen.

 

Oneigenlijke tegenstelling tussen Joden en Palestijnen

Laten we heel duidelijk zijn, Joden en het Jodendom zijn niet homogeen. Wie dat beweert, voedt vooroordelen en werkt antisemitisme in de hand. Joden en Palestijnen zijn allebei diverse en kleurrijke gemeenschappen. Er zijn krachten die Joden willen reduceren tot Israël, en Palestijnen tot Hamas. Zij willen zo een oneigenlijke tegenstelling of zelfs vijandschap creëren tussen Joden en Palestijnen. Het zionisme2 is een van deze krachten. Het soort solidariteit dat afgelopen zondag zichtbaar werd, zal de grondslag vormen van de bevrijding van zowel Palestijnen als Joden uit de ketenen van het zionisme

Het zionisme is een politieke overtuiging die voortkomt uit het etno-nationalistische idee dat je mensen moet scheiden op grond van etniciteit, ras of religie. Net als alle andere vormen van etno-nationalisme staat dat haaks op universele solidariteit en humanisme, die hun wortels hebben in onder andere het jodendom en de islam. Deze waardes bevorderen multi-etnische en multireligieuze democratie. Een echte solidaire democratie biedt veel meer veiligheid aan alle mensen en identiteiten dan het etno-nationalisme. Ik ben daarom optimistisch als ik denk aan de solidariteit tussen Joden en Palestijnen van afgelopen zondag.

 

Maar het belang van die solidariteit wordt in politiek Den Haag niet gezien, of zelfs met opzet genegeerd. Over de demonstratie werd gesproken alsof die puur en alleen antisemitisch was. Ulysse Ellian (VVD) stelde dat ‘tachtig jaar na de Shoah dezelfde soort haat weer gebezigd wordt in Nederland’. Het is verdrietig dat Ellian solidariteit en haat met elkaar verwart. Antisemitisme is zeker een groeiend probleem in Nederland, maar speelde geen rol bij deze demonstratie, voor zover ik en andere joodse deelnemers dat konden zien en horen. Ook achteraf in de media zagen we daar geen bewijs van.

 

Veel gevaarlijker en antisemitisme-bevorderend is het om geen onderscheid te maken tussen antisemitisme en het antizionisme. Door ons te beperken in wat we wel en niet mogen vinden, ontneemt men mij en andere Joden het recht om volwaardig deel te nemen aan de politiek en de maatschappij – en dat vind ik antisemitisch.

 

Dat geldt ook voor de leus ‘from the river to the sea, Palestine will be free’ die ook Erev Rav gebruikt als oproep tot de bevrijding van Palestina. Die leus roept op tot politieke bevrijding en bevrijding van het zionisme, niet ‘tot het uitroeien van alle Joden wereldwijd’ zoals de Tweede Kamer vindt volgens de motie die op 6 februari werd aangenomen. Dat perspectief maakt mij woedend en bang, want daarmee bestendigt de Kamer de koppeling tussen het antisemitisme en antizionisme. Daarmee beperken ze wat een acceptabele politieke mening is voor Joden, ze verzwakken zo het veelzijdige Joodse leven in Nederland, en behandelen het jodendom als homogeen. Op die manier dragen ze bij aan onverschilligheid en intolerantie, en spelen ze het antisemitisme in de kaart.

En het kan niet zijn dat die politici niet weten hoe we erin staan: media rapporteerden zorgvuldig over de feiten tijdens de demonstratie en de aanleiding die Erev Rav had. Pas toen ze politici ruim baan gaven, ontstond de mythe van de ‘antisemitische demonstratie’. Op1 belde Erev Rav zelfs af en nodigde in plaats daarvan Mirjam Bikker (CU) uit die ten onrechte nog eens mocht beweren dat de demonstranten zich misdroegen. Israël-kritische Joden werden bij de beschouwingen achteraf door de media compleet genegeerd en ook dat wekt de schijn van antisemitisme.

 

Wie verdient bescherming?

Ingrid Michon-Derkzen (VVD) stelde dat de plechtigheid tijdens de opening een ‘absoluut dieptepunt’ werd door de demonstratie. Ze vroeg zich af in wat voor land we leven als we ‘onder het mom van een demonstratie’ toestaan dat de opening van zo’n belangrijk museum verpest wordt. Weet zij dat we met duizenden op het Waterlooplein de Kaddisj voor de rouwenden3 zeiden? In wat voor een land leven we als die solidariteit als dieptepunt wordt gezien, en niet de komst van een mogelijke oorlogsmisdader?

 

Als leden van de Tweede Kamer een tegenstelling nodig hebben om over de demonstratie te debatteren dan is de interpretatie van de leus ‘nooit meer is nu’ een goede. Wie verdient bescherming? Iedereen? Mirjam Bikker (CU) wil dat we ‘durven te herdenken’ maar zelf durft ze kennelijk niet voor ‘nooit weer’ op te komen. Ze wijst erop dat er momenten zijn om te zwijgen en momenten om te herdenken. Op deze en veel andere momenten denk ik aan mijn betovergrootvader, wiens naam ik draag, die in een trein is geladen en vermoord werd. Ik denk dan aan mijn overgrootmoeder die met haar 1-jarige zoon nog net kon vluchten. Hun nagedachtenis is een zegen en stimuleert mij om te werken aan het intergenerationeel project om ervoor te zorgen dat ‘nooit weer’ echt ‘nooit weer’ betekent. Op het moment dat onze herinnering aan het lijden van toen ons nú in actie laat komen, dan pas hebben we een gezonde herdenkingscultuur.

EINDE

VOLKSKRANT
JODEN IN VERZET TEGEN DE JOODSE STAAT: ”IK WORD VAAK
BESCHULDIGD VAN ANTISEMITISME
21 NOVEMBER 2023
Binnen de pro-Palestijnse protesten die sinds het uitbreken van de Gazaoorlog op veel plekken in de wereld plaatsvinden, hebben anti-zionistische Joden een opvallende stem. Ook in Nederland. Waar komt dat geluid vandaan, en wie zijn de vertolkers?
Ze zijn met weinig, honderd man misschien, maar ze schreeuwen hard. ‘Netanyahu terrorist!’ Op het eerste gezicht een doorsnee pro-Palestijns protest, zoals er zoveel zijn deze dagen. Toch is deze bijeenkomst anders. ‘Joden eisen een staakt-het-vuren’, staat met grote letters achter op de T-shirts van de demonstranten, die ze vanwege de koude wind over hun jassen hebben aangetrokken. ‘Niet in onze naam’, staat op de voorkant.

Het protest is georganiseerd door Erev Rav, een beweging voor anti-zionistische Joden in Nederland. Het is donderdagavond, de demonstranten zitten op de grond voor café Nieuwspoort in Den Haag, waar een verkiezingsdebat over Israël en Palestina plaatsvindt. Voorbijgangers kijken verbaasd naar de combinatie van keppeltjes en arafatsjaals.

‘Nederlanders hebben een heel beperkt beeld van Joden, ze denken dat we allemaal achter Israël staan’, aldus de Israëlisch-Nederlandse Yuval Gal (44), medeoprichter van Erev Rav en tevens nummer 8 op de lijst van Bij1. De beweging is een jaar geleden ontstaan: ‘Het voorziet in een behoefte gelijkgestemden te ontmoeten’, zegt Gal. ‘We vieren Joodse feestdagen samen.’ Gal ervaart in het publieke debat weinig ruimte voor kritiek op het zionisme. ‘Ik word vaak beschuldigd van antisemitisme.’

Zionisme

Zionisme, het streven van het Joodse volk naar een eigen staat, kent zijn oorsprong in de 19de eeuw. ‘Het is nauw verwant aan het Europees nationalisme’, aldus de Israëlisch-Nederlandse Erella Grassiani, universitair hoofddocent antropologie aan de Universiteit van Amsterdam en medeoprichter van Gate48, een organisatie voor kritische Israëli’s in Nederland. ‘Joden werden uitgesloten bij de natievorming, geweld en antisemitisme namen toe.’ In die context schreef de Joods-Hongaarse journalist Theodor Herzl in 1896 Der Judenstaat, dat als startschot van het zionisme geldt.

Lang niet alle Joden waren enthousiast over het idee een Joodse staat te stichten in Palestina. In linkse, anti-nationalistische kringen bestond nog de hoop dat het socialisme een beter leven zou brengen voor iedereen, inclusief de Joden. Voor anderen was de stap om te verhuizen naar een onbekend land simpelweg te groot, hun identiteit was diep verbonden met hun landen van herkomst.

Veel Joden die al in Palestina of in andere Arabische landen woonden, stonden sceptisch tegenover het zionistische project. ‘Er zou een staat worden gesticht gestoeld op Europese idealen en de lokale Joden waren cultureel gezien heel anders’, legt Grassiani uit. Hun invloed was echter beperkt: ‘Toen de zionistische beweging eenmaal goed op gang kwam, waren de Europeanen al snel in de meerderheid in Palestina.’

Ook in orthodox-religieuze kringen stuitten de ideeën van Herzl op een muur van weerstand. Palestina is weliswaar het beloofde land voor Joden, maar in de Thora staat dat God hun dat land zou schenken. Seculiere zionisten speelden voor God, vonden de critici. Tot op heden erkennen bepaalde orthodoxe stromingen de staat Israël niet.

Stroomversnelling

De Tweede Wereldoorlog, en de systematische moord op zes miljoen Joden, brachten het zionistische project in een stroomversnelling. Maar ook na het stichten van de staat Israël in 1948 heeft lang niet iedereen voor verhuizing naar het nieuwe land gekozen. Momenteel wonen er ongeveer zeven miljoen Joden in Israël, wereldwijd zijn er daarnaast nog zeventien miljoen mensen die op basis van hun Joodse wortels aanspraak kunnen maken op Israëlisch staatsburgerschap.

Israël probeert migratie voor hen aantrekkelijk te maken, het is onderdeel van een actief beleid om de Joodse bevolking te laten groeien. ‘De Israëlische staat benadrukt voortdurend dat Israël er is voor alle Joden in de wereld’, aldus Grassiani. ‘Maar dat wil niet zeggen dat alle Joden daar op zitten te wachten.’ Het kan zelfs vervelend uitpakken: ‘Het draagt ertoe bij dat veel mensen Joden en Israël op een hoop gooien, dat ze alle Joden verantwoordelijk houden voor wat het Israëlische leger aanricht in Gaza.’

Dat terwijl de meningen verdeeld zijn. In Amerika is een kwart van de Joden het eens met de stelling ‘Israël is een apartheidsstaat’, zo bleek in 2021 uit onderzoek van het Jewish Electorate Institute. Veel Joden in de diaspora hebben de hoop op een tweestatenoplossing verloren, ook vanwege het gewelddadige optreden van kolonisten in de bezette gebieden. Een vijfde van de Amerikaanse Joden pleit voor het stichten van een seculiere staat waarin Joden en Palestijnen gelijke rechten hebben.

Onder Israëlische Joden is dit geluid veel zeldzamer. ‘Ook in progressieve kringen is het idee van een eenstaatoplossing vrijwel non-existent’, zegt antropoloog Grassiani. ‘De discussie gaat hooguit over waar de grenzen moeten liggen. Veel mensen zijn tegen de bezettingspolitiek, maar ze willen wel in een Joodse staat leven.’

‘We hebben dappere leiders nodig die mensenrechten voorop stellen’, zegt Jelle Zijlstra, een 35-jarige theatermaker en een van de aanwezigen bij de demonstratie. ‘Zowel hier als in Israël en Palestina.’ Dan wordt hij onderbroken door een politieagent, die wil dat de demonstranten hun protest aan de overkant van de straat voortzetten. ‘Joden hebben een donkere geschiedenis’, zegt Zijlstra nog. ‘Maar het is onaanvaardbaar dat onze trauma’s door Israël worden gebruikt om geweld tegen Palestijnen te legitimeren.’

Ik ben opgevoed met de kinderbijbel, daar stond een plaatje in van het beloofde land, het land van melk en honing’, vertelt David Prins, operaregisseur, docent aan de conservatoria van Den Haag en Rotterdam en artistiek leider van Muziektheater Hollands Diep. ‘Het land zonder volk voor het volk zonder land, dat zit er heel diep in bij mij.’

Prins was al volwassen toen hij voor het eerst ‘ingewikkeldheden in zijn bedrading’ kreeg. ‘In het boek Jozua (oude testament, red.) staat wie allemaal om zeep wordt geholpen bij de verovering van het beloofde land’, vertelt hij. ‘Niet alleen de strijdbare mannen, ook vrouwen en kinderen worden afgeslacht.’ Hij kon het verhaal niet los zien van het huidige Israël, en het geweld tegen de Palestijnse bevolking.

Prins was jarenlang verbonden aan de Liberale Joodse Gemeente in Den Haag, en probeerde daar ruimte te scheppen voor dialoog over de staat Israël en de keerzijden van het zionisme. ‘Dat lukte me niet.’

Dat is ook niet verwonderlijk, vindt hij. ‘Na de oorlog zijn in Nederland met veel moeite weer synagogen en gemeenten opgebouwd. Een groot deel van de gemeenschap houdt sindsdien krampachtig vast aan hoe het voor de oorlog ging. De vrees bestaat dat als er ook maar iets verandert, of als we ruimte scheppen voor meer diversiteit aan meningen, dat we onszelf dan afbreken en de offers van onze ouders tenietdoen. We zitten als het ware collectief gevangen.’

Prins verliet de synagoge, maar zijn ongemak met Israël en diens bezettingspolitiek bleef groeien. ‘Ook onder invloed van mijn dochter, die veel uitgesprokener is dan ik. Ze wilde de kidoesj-wijn bij het sabbatsmaal niet drinken als het uit de bezette gebieden kwam.’ Een jaar geleden hoorde Prins van het bestaan van de antizionistische groep Erev Rav. Hij bezocht een bijeenkomst en kwam daar tot zijn verbazing een zangeres tegen met wie hij geregeld heeft gewerkt. ‘We wisten van elkaar dat we Joods waren, maar niet welke mening we hadden. We waren gewend daarover niet te spreken.’

Nu draagt Prins zijn denkbeelden openlijk uit. Hij laat zijn telefoon zien, met op de achterkant een pro-Palestijnse sticker. ‘From the river to the sea’, staat erop. ‘Dat is een enorme stap geweest, die sticker plakken’, zegt hij. Zijn vader, de in 2015 overleden beeldend kunstenaar Ralph Prins, overleefde de Holocaust en ontwierp onder meer het Nationaal Monument Westerbork. Wat hij ervan zou denken dat Prins nu het anti-zionistische geluid vertolkt? Prins denkt even na. ‘Ik denk dat hij het heel ingewikkeld zou hebben gevonden.’

‘Ik vraag me al mijn hele leven af of ik wel Joods genoeg ben’, vertelt Levi Hilz, beleidsmedewerker van Bij1 in Rotterdam. Haar twijfel komt deels voort uit haar familiegeschiedenis. ‘Mijn betovergrootouders zijn in de oorlog vermoord, mijn opa is in weeshuizen opgegroeid en verloor daardoor zijn band met de joodse cultuur en religie.’

‘Mijn moeder heeft een eerste poging gedaan die band te herstellen’, aldus Hilz. ‘Ik heb zelf mijn identiteit verder onderzocht, ook in contact met andere Joden. Ik voel me Joods.’ Tegelijkertijd is ze altijd kritisch geweest over Israël. ‘ik hoor vaak: Je bent niet echt Joods als je Israël niet steunt. Dat ervaar ik als heel kwetsend. Niet alle Joden zijn zionisten. Ik voel geen enkele band met Israël.’

Hilz vindt het kwalijk dat in Nederland vaak wordt verondersteld dat alle Joden zionisten zijn, ook in het politieke debat. En dat kritiek op Israël wordt geframed als antisemitisch. ‘Het is belachelijk dat ik mensen er voortdurend van moet overtuigen dat ik niet antisemitisch ben, en dat de politieke partij waarvoor ik werk niet antisemitisch is’, zegt ze. ‘Dat ze mij als Joods persoon hiertoe dwingen is erg vermoeiend. Bovendien leidt het af van waar het wel over moet gaan, namelijk de oorlogsmisdaden die Israël begaat tegen Palestijnen.’

Volgens Hilz heeft de oprichting van de staat Israël niet bijgedragen aan de strijd tegen antisemitisme, noch de veiligheid voor het Joodse volk vergroot. ‘Het is geen oplossing om Joden allemaal samen op een plek weg te stoppen, je moet Jodenhaat in zijn geheel uitroeien, overal’, vindt ze. Zelf heeft ze in Nederland geregeld te maken met antisemitisme, vaak verhuld als grap. ‘Als mensen de davidster aan mijn ketting zien, zeggen ze: ik wist al dat je Joods was, ik zag het aan je neus.’

Ze hoopt dat er meer bewustzijn komt in Nederland over de diversiteit aan opvattingen binnen de Joodse gemeenschap. ‘Enkele weken geleden werd ik uitgenodigd door het ministerie van Sociale Zaken voor een gesprek tussen moslims, Joden en Palestijnen’, vertelt ze. ‘In eerste instantie waren er alleen maar Joodse mensen van het CIDI (Centrum Documentatie en Informatie Israël, red.) uitgenodigd. Gelukkig was er een alerte ambtenaar die wist dat er ook antizionistische Joden bestaan.’

‘Voor mij is Joods zijn onmogelijk in overeenstemming te brengen met zionisme’, zegt Malachi Shapiro. ‘Vrijwel alle Joden hebben familie die in de meest gruwelijke omstandigheden zijn omgebracht. Ik heb van huis uit meegekregen dat de geschiedenis van onderdrukking, van vluchteling of stateloos zijn, deel uitmaakt van onze identiteit. Het voelt daarom als een parodie om Israël, een etnostaat, te steunen.’

Malachi kwam vier jaar geleden vanuit de Verenigde Staten naar Utrecht om Liberal Arts te studeren. Zijn broer Phineas kwam twee jaar eerder, studeerde politieke filosofie en werkt nu als adviseur in het hoger onderwijs. Beide broers zijn boos en aangedaan door de slachtpartij die Hamas op 7 oktober heeft aangericht en het daaropvolgende geweld van het Israëlische leger tegen Palestijnen.

Phineas is van mening dat het oprichten van Israël een fout is geweest. ‘Het komt voort uit het etno-nationalistische idee dat je mensen moet scheiden op grond van etniciteit of religie’, zegt hij. ‘Terwijl multi-etnische en multireligieuze democratieën veel meer veiligheid bieden, niet alleen voor Joden, maar voor alle mensen.’ Hij pleit voor een eenstaatoplossing, een democratie waarin joden, moslims en andere religies gelijke rechten hebben.

Zijn mening stuit op veel onbegrip in zijn niet-Joodse omgeving: ‘Ze noemen me een zelfhatende Jood.’ Het maakt hem boos. ‘We worden als Joden beperkt in wat onze politieke opvatting mag zijn’, zegt hij. ‘Door te stellen dat antizionisme altijd antisemitisch is, maak je het onmogelijk om Joodse mensen als waardige individuen met eigen meningen te zien. Dat werkt antisemitisme dus juist in de hand.’

Malachi voegt daaraan toe dat hij ook binnen de Joodse gemeenschap wordt verketterd. ‘Toen ik naar Nederland kwam, sloot ik me aan bij een groepje Joodse studenten’, vertelt hij. In 2021 begon ik me in te zetten voor de Palestijnse zaak, toen waren die vriendschappen direct over. Ze appten me lange haatberichten.’

De broers vertellen dat het ook in de Verenigde Staten uiterst gevoelig ligt. ‘Wij komen uit een Joodse gemeenschap waarin zionisme expliciet wordt vermeden als onderwerp’, aldus Phineas. ‘We weten dat er verschillende opvattingen over zijn, dus kun je het er maar beter niet over hebben.’ Ook antisemitisme ervaren ze overal: ‘Het is hier in Nederland wel erger’, aldus Malachi. ‘Een keer zat ik in de bus en toen begonnen ze te zingen. Iets met stank en de kut van Anne Frank. Walgelijk.’

EINDE

EREV RAV

JOODSE ANTI ZIONISTISCHE ORGANISATIE

[WEBSITE]

https://erevrav.nl/

Reacties uitgeschakeld voor Noot 114/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noot 113/Israel raast en tiert!

[113]

AD

AMBTENAREN VOEREN ACTIE TEGEN ISRAEL- KOERS EIGEN MINISTER: ”ALS IK OP BEELD KOM, WORD IK ONTSLAGEN

21 DECEMBER 2023

https://www.ad.nl/nieuws/ambtenaren-voeren-actie-tegen-israel-koers-eigen-minister-als-ik-op-beeld-kom-word-ik-ontslagen~ae511cc6/

ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 112

TROUW
FOEIGESPREKKEN EN ROLLENDE OGEN:
AMBTENAREN, DIE ZICH UITSPREKEN TEGEN ISRAELBELEID VOELEN ZICH GECENSUREERD
31 MAART 2025
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 111
TROUW
HOOR JE ALS AMBTEBNAAR ONPARTIJDIG TE ZIJN? OVER GAZA MOGEN
WE NIKS ZEGGEN
28 JANUARI 2025
Ze was een van de eerste ambtenaren die zich uitsprak tegen de steun van de Nederlandse overheid aan de Israëlische regering. Nu ziet Faryda Hussein (40) de urgentie van haar werk toenemen. ‘Ambtenaren hebben de plicht op te komen voor de rechtsorde.’
Haar Egyptische vader waarschuwt zijn dochter al een tijdje. “Faryda, jij moet oppassen”, zegt hij. “Jij bent veel te uitgesproken.” Zijn woorden hebben een dubbele lading, vertelt Hussein. Ze is ambtenaar bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en werkte de afgelopen vier jaar in Brussel bij de Europese Commissie. Inmiddels terug in Nederland, neemt ze bewust even verlof in een tijdelijke woning in Wageningen, om de hoek bij haar vader.

“Vroeger was mijn vader politiek en maatschappelijk geëngageerd. Werkend op een schip had hij de wereld rondgereisd voordat hij in Wageningen ondernemer werd. Ik groeide op in Egypte en in Nederland. We spraken thuis veel over verschillende perspectieven op de geschiedenis. En over de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust, waar ik van jongs af aan al door geraakt ben.

“We stonden stil bij de vragen: hoe heeft de Jodenvervolging kunnen gebeuren, waarom greep niemand in? Dan zei mijn vader: dehumanisering van een groep verspreidt zich sluipend door een samenleving. Dat kan ook ons overkomen, we blijven als moslims een minderheid en niet iedereen kijkt positief naar ons. Daarom drukte hij zijn kinderen altijd op het hart om het beste beentje voor te zetten. Laat niemand je zeggen: je bent niet goed geïntegreerd. Jullie zijn hier geboren, jullie zijn Nederlanders.”

Nu maakt vader Hussein zich druk om de dubbele nationaliteit van zijn dochter, die een Nederlandse moeder heeft en een dochtertje met een Marokkaanse vader. Hij drong erop aan dat de jongste telg in de multiculturele familie alleen de Nederlandse nationaliteit zou krijgen.

Sinds het kabinet de integratie van islamitische jongeren aanwijst als de oorzaak van antisemitisme, is vader Hussein bang voor de toekomst van zijn nakomelingen.

Ambtenaar in verzet

Ze betreurt de negatieve framing die hangt aan de term ‘pro-Palestina-activist’, zegt Hussein, die opgeleid is tot politicoloog. Ze is er wel een, en dat is een tweede reden voor de zorgen van haar vader. “Wie opkomt voor rechtvaardige behandeling van het Palestijnse volk, wordt gezien als anti-Israël, en dus antisemiet, en dus potentieel crimineel of terrorist.”

In oktober 2023, vlak na de eerste aanval op Gaza, klom Hussein in de pen. Ze werkte toen tijdelijk in Brussel, als beleidsadviseur bij de Europese Commissie. Uit wanhoop schreef ze een mail naar haar leidinggevenden in Den Haag. Ze ‘smeekte’ de ambtelijke top er bij de regering op aan te dringen alles te doen om Israël tot inkeer te brengen.

In de weken die volgden bleek ze niet de enige met deze zorgen. Naast haar werk in Brussel bouwde Hussein een groot netwerk op van EU-ambtenaren en collega’s in de Verenigde Staten, die dezelfde bezwaren hebben tegen de opstelling van hun regeringen.

“Dat was een verademing. Ik heb me eenzaam gevoeld, maar andere ambtenaren kennelijk ook. Het vinden van elkaar gaf hoop, kracht en erkenning.”

Tientallen prominenten ondertekenden de petitie

Ze schreven samen brieven, petities en opiniestukken, organiseerden dialoogsessies en solidariteitsbijeenkomsten. Een recente petitie werd ondertekend door tientallen prominenten, onder wie Jan Pronk, Ramsey Nasr en Hedy d’Ancona.

Hussein bezocht de eerste sit-in van ambtenaren die, inmiddels al ruim een jaar, iedere donderdag bij het ministerie van Buitenlandse Zaken bijeenkomen.

Stoppen met haar activisme, zoals haar vader wenst, wil ze niet. Al voelt ze zich kwetsbaarder sinds het aantreden van dit uiterst rechtse kabinet. “Toen ik in november het Kamerdebat zat te kijken over de rellen tussen Israëlische Maccabi-supporters en Amsterdamse jongeren, dacht ik voor het eerst: mijn vader heeft een punt.

“Mijn bestaansrecht hier is niet langer vanzelfsprekend. Ik moet er met mijn familie over spreken, ik moet een papiertje in mijn zak gaan dragen met het nummer van de opvang van mijn dochter. Zodat in een noodsituatie mensen weten waar mijn kind is.”

Heb je eigenlijk naar je vader geluisterd, wat betreft de Nederlandse nationaliteit van je dochter?

“Toen ze tweeënhalf jaar geleden geboren werd, zag ik geen toegevoegde waarde van het hebben van twee nationaliteiten. Veel mensen worstelen er juist mee. Ze heeft alleen de Nederlandse nationaliteit gekregen. Nu begin ik er anders naar te kijken.

“Want is het hebben van twee paspoorten niet juist handig om ergens naartoe te kunnen vluchten? Ik ging ervan uit dat we in Nederland beschaafd genoeg zijn om het afpakken van paspoorten van biculturele Nederlanders, zoals enkele politici kennelijk wenselijk achten, te voorkomen.

“Ik zie wel dat het huidige politieke klimaat bijdraagt aan dehumanisering van bevolkingsgroepen en aan de rechtvaardiging van het discrimineren en zelfs criminaliseren van deze groepen – of eenieder die voor hen opkomt. Daarom ga ik toch nadenken over het rechtmatig kunnen verblijven in Marokko of Egypte.”

Dus de vraag is: wil ik hier blijven?

“Ja, gelinkt aan de vrijheden die ons mogelijk worden afgepakt. In hoeverre voel je je dan gelijkwaardig en veilig met de andere mensen om je heen? De teneur is steeds meer: je mag hier wel zijn, maar jij moet extra oppassen. De vrijheid om te demonstreren wordt ingeperkt omdat je opkomt voor anderen.

“Ik ben ook praktiserend moslim. Ik zoek naar een gebedsruimte op mijn werk, en als die er niet is, dan vind ik ook dat die er moet komen. Niet zozeer vanuit activisme maar vanuit het feit dat ik onderdeel ben van een werkomgeving, waarin ik net als anderen het recht zou moeten hebben om mijn volledige identiteit mee te nemen.

“Maar als ik alleen maar de persoon kan zijn die de dominante samenleving graag ziet, en niet de persoon die ik óók ben, namelijk moslima, is het dan niet verstandiger om te zeggen: ik ga elders wonen?”

Kun je voorbeelden geven van de inbreuk op het demonstratierecht?

“Het is wettelijk gezien niet ingeperkt. Maar in de praktijk zien we dat het erg onder druk is komen te staan. Mensen die opkomen voor de bescherming van het Palestijnse volk – want daar gaat het om – worden heel negatief geframed. Sommigen vinden de sit-ins bij het ministerie van Buitenlandse Zaken niet kunnen. Maar we zitten daar niet met een politieke ideologie, we zitten daar voor mensenrechten. Geheel in lijn met onze ambtseed en alle internationale verdragen die Nederland heeft ondertekend.

“In de EU is de repressie sterker. Er worden dubbele standaarden gehanteerd. Na de inval van Poetin in Oekraïne kregen we zelfs de mogelijkheid verlof op te nemen om hulp te bieden. ‘Stand for Ukraine’ was wel oké om in je professionele handtekening onder de mails te zetten, overal werden Oekraïense vlaggen gehesen. Maar solidair zijn met het Palestijnse volk dat slachtoffer is van een genocide, wordt gekoppeld aan solidair zijn met Hamas. De tekst ‘civil servants against genocide’ onder een mail mocht niet.

“Ik ben in de EU formeel op het matje geroepen vanwege mijn activiteiten. Ik organiseerde buiten het gebouw van de Europese Commissie protesten, met de benodigde vergunning en een banner met de tekst: ‘EU-staff for peace and justice’. De mailtjes die ik stuurde, waarin ik vaak links naar achtergrondinformatie en rapporten van mensenrechten-organisaties zette, werden als verdacht en aanstootgevend gezien.”

Hoor je als ambtenaar niet loyaal en onpartijdig te zijn?

“Als ambtenaar ben je loyaal aan de Grondwet. Dat betekent dat je ongeacht je eigen politieke signatuur of ideologie de bewindspersoon ondersteunt op een integere en neutrale wijze. Dus je zegt eigenlijk: wie er ook aan het stuur zit, of we nu links of rechts gaan, zo lang we werken binnen de kaders van de Grondwet, ga ik iedereen even goed bedienen en helpen.

“Maar op het moment dat iemand de verkeersregels overtreedt, vind ik dat we de plicht hebben om aan de handrem te trekken. Dat is je taak als ambtenaar.

“Sinds het toeslagenschandaal worden we gestimuleerd om kritisch te toetsen en te waarschuwen. Maar over wat er gebeurt in Gaza mogen we niets zeggen.”

In Nederland zaten jullie wel bij de top van het ministerie aan tafel?

“Ja. Er werd en wordt in zekere zin naar ons geluisterd, dat is mooi. Maar het is luisteren naar onze emotie en niet naar onze professionele zorgen. Het is: ‘wat naar dat jij je zo voelt’ en niet: ‘wij delen de zorgen over de vraag of de Israëlische regering zich gaat houden aan de internationale rechtsorde.’

“Er werd eens gezegd: ‘Wij gaan de dialoog aan met alle groepen, dus als we aan tafel gaan zitten met Joodse organisaties, zouden we een ander geluid horen dan dat van jullie.’ Maar het gaat niet over joden versus moslims. Het gaat over een apartheidsregime tegenover een volk dat onderdrukt wordt en slachtoffer is van genocide.”

Hoever ga je met het bieden van tegenspraak?

“Ik zou graag trainingen ontwikkelen over ambtelijk ethisch vakmanschap. Wat doe je als je ziet dat de rechtsstaat door politici wordt geschonden? En hoe zorg je ervoor dat ambtenaren aan de noodrem durven te trekken?

“Stel dat mensen op mijn departement wordt gevraagd om een strategie te ontwikkelen gericht op het tegengaan van antisemitisme, die mensen zoals ik criminaliseert en dehumaniseert. En mogelijk worden we ook gevraagd om een wet te ontwikkelen om mijn paspoort af te nemen of mijn kind uit te zetten. Ik mag hopen dat het dan niet afhangt van een groepje moedige ambtenaren of dit wel of niet wordt uitgevoerd, maar dat het ambtelijke systeem ethisch genoeg is om hiervoor te danken.

“Het is nodig om ambtenaren te equiperen. Ze moeten zich gecommitteerd voelen om juist vanuit de politieke neutraliteit te zorgen dat de mensenrechten altijd worden gerespecteerd, conform onze Grondwet.”

Dus je neemt het advies van je vader niet ter harte?

“Het raakt me op veel fronten, dat ook hij eigenlijk mijn mond snoert. Dat doet hij vanuit liefde en vanuit angst. Dit is een symptoom van institutioneel racisme. Op een gegeven moment krijg je zelfcensuur, angst om iets te zeggen.

“De angst van mijn vader laat ook zien dat de doelgroep die wordt beïnvloed door de huidige tijdgeest veel breder is dan ik vaak denk. Al die mensen die de Joden hebben laten vervolgen, waren niet alleen de leiders maar ook Jan en alleman. Die zelf dachten of tegen elkaar zeiden: spreek je niet uit. Dus als mijn vader dat zegt, dan denk ik: wat zou jij dan hebben gedaan? Dat is pijnlijk en beangstigend.

“Mijn vader heeft een grote rol gespeeld in mijn bewustwording wat betreft onrecht en rechtvaardigheid. Dat hij nu dit soort dingen zegt, maakt me eigenlijk alleen maar activistischer. Stiekem denk ik dat hij toch ook wel trots is.”

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noot 113/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noot 112/Israel raast en tiert!

[112]

HET PAROOL
AMBTENAREN VOEREN ACTIE TEGEN KOERS VAN NEDERLANDSE REGERING IN OORLOG TUSSEN ISRAEL EN HAMAS
21 DECEMBER 2023

Zo’n honderd rijksambtenaren hielden donderdag rond het middaguur een stil protest tegen de Nederlandse positie in de oorlog tussen Israël en Hamas. Tegen de koers van hun eigen minister in roepen ze de overheid op zich in te zetten voor een permanent staakt-het-vuren in Gaza.

Waar rond het middaguur de paden rondom de Haagse ministeriegebouwen doorgaans volstromen met ambtenaren op een lunchwandeling, zag het er donderdag anders uit.

Zo’n honderd rijksambtenaren zaten in een halve cirkel voor de ingang van het ministerie van Buitenlandse Zaken in stilte op de grond met nepkaarsen in de hand – sommigen met een video van een kaars op hun telefoon. In het midden: een spandoek met de tekst ‘civil servants demand ceasefire’ (ambtenaren eisen staakt-het-vuren).

Zo uitten ambtenaren van Buitenlandse Zaken, maar ook van andere ministeries, hun onvrede over de huidige koers van het Rijk in de oorlog tussen Israël en Hamas.

Veel rijksambtenaren vinden het onbegrijpelijk dat Nederland zich niet actief inzet voor een staakt-het-vuren in Gaza. Eerder lekten al brieven uit waarin de ambtenarij het kabinet opriep haar koers te heroverwegen.

Waarom de Nederlandse delegatie zich tot tweemaal toe onthield van stemming bij de VN over een staakt-het-vuren, is voor deze ambtenaren een raadsel.

Ontslag

Organisator Angélique Eijpe, nog tot 31 december werkzaam bij Buitenlandse Zaken, diende zelfs haar ontslag in vanwege de kabinetskoers. “Ik kon mijn professionele en persoonlijke integriteit niet meer op één lijn stellen met het werken bij een organisatie waar dit de opstelling is,” zei ze na afloop van het protest, dat ongeveer een halfuur duurde.

Een staakt-het-vuren in Gaza is de enige manier om ‘deze dodelijke en destructieve cyclus van geweld te stoppen’, aldus Eijpe.

Dat sentiment leeft sterk binnen de muren van het ministerie, blijkt ook bij demonstranten. Een medewerker van Buitenlandse Zaken die liever niet bij naam genoemd wil worden, kwam na veel gesprekken met collega’s tot de conclusie dat daar ‘bijna niemand’ de koers van de Nederlandse regering steunt.

Ook Maya, stagiaire bij Buitenlandse Zaken, was aanwezig bij de demonstratie. Ze noemt het kabinetsbeleid ‘niet representatief voor de medewerkers’. “Zoals je hier ziet, is er een grote groep die er aandacht voor wil en rechtvaardigheid wil.”

Neutraal

Dat ambtenaren zich op deze manier uiten komt niet vaak voor. In beginsel is de ambtenarij namelijk neutraal omdat ze enkel het beleid uitvoeren. De vormgeving is aan de politiek.

Toch was er behoefte om zich uit te spreken. Eijpe: “We hebben niet de illusie dat er nu ineens tot een staakt-het-vuren wordt opgeroepen omdat we hier met honderd man zijn gaan zitten.”

Omdat het niet gebruikelijk is dat ambtenaren zich op zo’n manier uitspreken, heerste er een gekke sfeer bij het protest. Van de honderd aanwezigen durfde maar een handjevol demonstranten met de vele journalisten en cameraploegen die op het protest waren afgekomen te praten.

Ondanks dat ambtenaren het recht hebben zich politiek te uiten, leek er alsnog angst te zijn voor represailles. Een demonstrant zegt tegen een collega nadat een cameraploeg haar voorbij loopt: “Als ik in beeld kom, word ik ontslagen.”

Louis Browne, werkzaam bij het ministerie van Financiën en ook aanwezig bij het protest, vindt het heel normaal dat ambtenaren zich op deze manier uitspreken. “Dat spanningsveld voel ik als ambtenaar niet zo hard. Ik zit hier in mijn pauze, in mijn vrije tijd. Ik denk niet dat hier zitten mijn neutraliteit ondermijnt.”

EINDE

AD

AMBTENAREN VOEREN ACTIE TEGEN ISRAEL- KOERS EIGEN MINISTER: ”ALS IK OP BEELD KOM, WORD IK ONTSLAGEN

21 DECEMBER 2023

https://www.ad.nl/nieuws/ambtenaren-voeren-actie-tegen-israel-koers-eigen-minister-als-ik-op-beeld-kom-word-ik-ontslagen~ae511cc6/

Zo’n honderd rijksambtenaren hielden rond het middaguur een stil protest tegen de Nederlandse positie in de oorlog tussen Israël en Hamas. Tegen de koers van hun eigen minister in roepen ze de overheid op zich in te zetten voor een permanent staakt-het-vuren in Gaza. Dat ambtenaren zich zo direct uitspreken tegen de koers van het Rijk gebeurt niet vaak.

Waar normaal rond het middaguur de paden rondom de Haagse ministeriegebouwen volstromen met ambtenaren op lunchwandeling, was er nu een ander beeld aan de orde. Zo’n honderd rijksambtenaren zitten in een halve cirkel voor de ingang van het ministerie van Buitenlandse Zaken in stilte op de grond met nepkaarsen – of sommigen zelfs met een video van een kaars op hun telefoon – in de hand. In het midden: een spandoek met de tekst ‘civil servants demand ceasefire‘: ambtenaren eisen staakt-het-vuren.

Zo uiten ambtenaren van Buitenlandse Zaken, maar ook van andere ministeries hun onvrede over de huidige koers van het Rijk in de oorlog tussen Israël en Hamas. Veel rijksambtenaren vinden het onbegrijpelijk dat Nederland zich niet actief inzet voor een staakt-het-vuren in Gaza. Eerder lekten er al brieven uit waarin de ambtenarij het kabinet opriep haar koers te heroverwegen. Waarom de Nederlandse delegatie tot tweemaal toe zich heeft onthouden van stemming over een staakt-het-vuren bij de VN is voor deze ambtenaren een raadsel.

Ontslag

Organisator Angélique Eijpe, nog tot 31 december werkzaam bij Buitenlandse Zaken, diende zelfs haar ontslag in vanwege de kabinetskoers. ,,Ik kon mijn professionele en persoonlijke integriteit niet meer in lijn brengen met blijven in een organisatie waar dit de opstelling is”, zegt ze na afloop van het protest, dat ongeveer een half uur duurde. Een staakt-het-vuren in Gaza is de enige manier om ‘deze dodelijke en destructieve cyclus van geweld te stoppen’, aldus Eijpe.

Dat sentiment leeft sterk binnen de muren van het ministerie, blijkt ook bij demonstranten. Een medewerker van Buitenlandse Zaken die liever niet bij naam genoemd wil worden kwam na veel gesprekken met collega’s tot de conclusie dat daar ‘bijna niemand’ de koers van de Nederlandse regering steunt. Ook Maya, stagiair bij Buitenlandse Zaken, was aanwezig bij de demonstratie. Ze noemt het kabinetsbeleid ‘niet representatief voor de medewerkers’. ,,Zoals je hier ziet is er een grote groep die er aandacht voor wil en rechtvaardigheid wil.”

Neutraal

Dat ambtenaren zich op deze manier uiten komt niet vaak voor. In beginsel is de ambtenarij namelijk neutraal, omdat ze enkel het beleid uitvoeren. De vormgeving is aan de politiek. Toch was er nu behoefte onderling om zich uit te spreken. Eijpe: ,,We hebben ook niet de illusie dat er nu ineens tot een staakt-het-vuren wordt opgeroepen omdat we hier nu met honderd man zijn gaan zitten.”

Omdat het niet gebruikelijk is dat ambtenaren zich op zo’n manier uitspreken heerste er een gekke sfeer bij het protest. Van de honderd aanwezigen durfde maar een handjevol demonstranten met de vele journalisten en cameraploegen die op het protest waren afgekomen te praten. Ondanks dat ambtenaren het recht hebben zich politiek te uiten, leek er alsnog angst te zijn voor represailles. Een demonstrant zegt tegen een collega nadat een camera haar voorbij loopt: ,,Als ik op beeld kom, word ik ontslagen.”

Louis Browne, werkzaam bij het ministerie van Financiën en ook aanwezig bij het protest, vindt het heel normaal dat ambtenaren zich op deze manier uitspreken. ,,Dat spanningsveld voel ik als ambtenaar niet zo hard. Ik zit hier in mijn pauze, in mijn vrije tijd. Ik denk niet dat hier zitten mijn neutraliteit ondermijnt.”

EINDE

THE RIGHTS FORUM
HONDERDVIJFTIG AMBTENAREN DEMONSTREREN TEGEN
NEDERLANDS ISRAEL-BELEID
21 DECEMBER 2023
Zo’n honderdvijftig rijksambtenaren hielden donderdagmiddag een sit-in voor het ministerie van Buitenlandse Zaken. Zij eisen dat Nederland zich actief inzet voor een staakt-het-vuren in Gaza.
Weer en wind trotserend verzamelden zich donderdagmiddag ruim 150 rijksambtenaren voor de ingang van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. De sit-in was een stil protest tegen het Israël-beleid van de Nederlandse regering en met name minister van Buitenlandse Zaken Hanke Bruins Slot. Een groot spandoek drukte hun gevoelens over het beleid uit: ‘Ambtenaren eisen staakt-het-vuren’.

Nederland: carte blanche voor Israëls geweld

Nederland behoort tot een klein groepje landen dat Israël carte blanche geeft in zijn vernietigende offensief in de Gazastrook. Daarbij zijn inmiddels zo’n twintigduizend Palestijnen gedood en meer dan vijftigduizend gewond, zeker 70 procent van hen vrouwen en kinderen. Vele duizenden Palestijnen worden vermist, en bijna twee miljoen mensen – bijna de complete bevolking – is ontheemd. De civiele infrastructuur, van wegen tot ziekenhuizen en scholen, is vrijwel geheel verwoest en er heerst schaarste aan vrijwel alles.

De sit-in is al het derde protest van rijksambtenaren tegen de onvoorwaardelijke Nederlandse steun aan het Israëlische geweld in korte tijd.

Op 12 december onthield Nederland zich in de Verenigde Naties van stemming over een resolutie die op een onmiddellijk staakt-het-vuren aandrong. Eind oktober deed het bij een vergelijkbare resolutie hetzelfde. De regering is tegenstander van een definitief bestand tussen Israël en Hamas. Ze is voorstander van korte ‘humanitaire gevechtspauzes’, maar vindt dat Israël de strijd daarna moet kunnen hervatten: het moet zich ‘kunnen blijven verdedigen’ tegen de aanhoudende ‘dreiging vanuit Hamas’.

Lak aan internationaal recht

Het Nederlandse standpunt ‘strookt niet met het internationaal en humanitair recht en andere fundamentele pijlers van het Nederlandse beleid’, zei voormalig ambtenaar Angélique Eijpe voorafgaand aan de sit-in tegen de Volkskrant. Eijpe, een ervaren diplomate op Buitenlandse Zaken, nam onlangs ontslag uit protest tegen het Nederlandse beleid en was een van de organisatoren van de sit-in.

In het NOS Journaal sprak een andere ambtenaar zich donderdagmiddag in vergelijkbare termen uit: ‘Wij maken ons als professionals echt zorgen over het Nederlandse standpunt, omdat het niet strookt met het internationaal recht.’

Het is uitzonderlijk dat ambtenaren demonstreren tegen het beleid van hun eigen werkgever, maar de sit-in is al het derde protest in korte tijd. In oktober riepen honderden rijksambtenaren het kabinet in een petitie op zijn onvoorwaardelijke steun aan Israël te herzien. De petitie volgde kort op een brief waarin 350 ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken scherpe kritiek uitten op het Nederlandse beleid.

EINDE
THE RIGHTS FORUM
AMBTENAREN ROEPEN VOOR 42 E KEER OP TOT STAAKT
HET VUREN GAZA
11 OCTOBER 2024
De 42e sit-in van ambtenaren op de stoep voor het ministerie van Buitenlandse Zaken was een bewogen herdenkingsprotest. The Rights Forum was erbij en doet verslag.

Een jaar nadat de genocide in Gaza begon, dringt de vraag zich bij Samira en Pauline dwingender op dan ooit: kun je als ambtenaar blijven werken voor deze regering, of moet je een andere baan zoeken? Beiden deden mee aan vrijwel alle sit-ins voor het ministerie van Buitenlandse Zaken, met als doel de regering te bewegen zich in te zetten voor een staakt-het-vuren in Gaza. Tijdens de 42e keer, deze donderdagmiddag, proberen ze de balans op te maken. Samira (niet haar echte naam): ‘Ik geloof dat dit de geschiedenisboeken ingaat, en dan heb ik toch gewerkt voor een regering die medeplichtig is aan genocide. Kan ik mezelf nog in de spiegel aankijken? Is blijven waardevoller dan vertrekken?’

Zachte hartslag

De wekelijkse sit-in werd ditmaal, een jaar na de Hamas-aanval en het begin van de genocide in Gaza, aangegrepen om een hele dag te herdenken en actie te voeren. Ten minste tweehonderd ambtenaren en sympathisanten waren aanwezig toen om klokslag twaalf uur een indrukwekkende stilte in acht werd genomen, begeleid door een zachte hartslag uit de speakers. Achter de ambtenaren een enorm knalrood spandoek, gericht aan ministers Caspar Veldkamp (NSC) van Buitenlandse Zaken en Reinette Klever (PVV) van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp: ‘Caspar en Reinette, maak ons niet medeplichtig aan genocide’.

Op andere doeken spraken voormalig diplomaten en voormalige ambtenaren van Buitenlandse Zaken zich uit tegen genocide en voor recht en vrede. Bij het podium het spandoek met ‘Ambtenaren eisen een staakt-het-vuren’. The Rights Forum was aanwezig, net als de Stichting Kifaia, Amnesty International, Plant een Olijfboom, Artsen voor Gaza, Oxfam Novib, Pax, Save the Children en Warchild.

Applaus en gejuich

Na het verbreken van de stilte met een lang en luid applaus, was het podium voor Jan Pronk, voormalig minister van Ontwikkelingssamenwerking. Het was de bedoeling dat hij een boek met speeches, gehouden sinds de eerste sit-in in december vorig jaar, zou aanbieden aan minister Veldkamp. Maar die sloeg de uitnodiging af en liet zich niet zien. Pronk hield de ambtenaren voor waar dat op neerkomt: ‘Uw boodschap komt onvoldoende over. U bent hier getolereerd, wat betekent dat u bent genegeerd en feitelijk bent geschoffeerd. Terwijl u de ambtenarencode respecteert, en de code van het geweten en het recht.’

Protesteer tegen het verdierlijken van de Palestijnen!-Voormalig minister Jan Pronk

Vervolgens zette een bezielde Pronk de punten op een rij waar hij bij Veldkamp op had willen aandringen. Die waren de ambtenaren uit het hart gegrepen. ‘Voer uitspraken van het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof uit!’ Applaus. ‘Onthoud u niet langer van stemmen in de Verenigde Naties!’ Applaus en gejuich. ‘Steun de secretaris-generaal van de VN die in Israël tot persona non grata is verklaard!’ Applaus. ‘Protesteer tegen nog meer bommen en slachtoffers, protesteer tegen etnische zuivering, ontbied de Israëlische ambassadeur!’ Applaus. ‘Stop met leveringen van defensiemateriaal!’ Applaus en gejuich. ‘Verlam de EU niet, maar neem initiatief!’ Applaus. ‘Protesteer tegen het verdierlijken van de Palestijnen!’ Applaus en gejuich. ‘Loop niet zo achter de Verenigde Staten aan! De VS is geen geloofwaardige bemiddelaar! Intensiveer de diplomatie en versterk die door politieke en economische druk!’ Applaus, luid gejuich.

‘Woorden zijn op’

Voormalig diplomaat Berber van der Woude, bestuurslid van The Rights Forum, sprak in de ochtend. Ze las het gedicht ‘Ode aan het verdriet’ voor, van de Palestijnse dichter Ghayath Almadhoun. Eén zin uit het gedicht, waarin hij Europa (‘jij’) er ongenadig van langs geeft:

Jij, die de vernietiging van de Joden hebt bedacht, de Endlösung die ertoe heeft geleid dat ik als vluchteling ben geboren in het Yarmouk-kamp voor Palestijnse vluchtelingen in Damascus, omdat je in al je schaamteloosheid met Palestina, mijn land, compensatie hebt betaald, als de oplossing voor de Holocaust die jouw witte inwoners, die geloofden in het zuivere arische ras, hebben uitgevoerd.

Van der Woude: ‘Mijn eigen woorden zijn soms even op.’

‘Ik lig er wakker van’

Bij ambtenaren Samira en Pauline valt een zelfde gevoel te bespeuren. Hoe lang kun je je werkgever aanspreken op zijn verantwoordelijkheid als die weigert te luisteren? Hoe kun je je strijd voor respect voor het internationaal recht het beste voeren? Pauline, die jurist is: ‘Mijn gewetensbezwaren voelen steeds zwaarder. Ik werk voor een regering die de mensenrechten schendt en dat vind ik steeds moeilijker te verdragen. Ik lig er wakker van. Aan de andere kant kan ik door te blijven wel intern de discussie aan blijven gaan. Met een aantal mensen spreken we bijvoorbeeld ons pensioenfonds aan op investeringen in Israël. Dat kan niet meer als ik ontslag neem.’

Samira, bestuurskundige: ‘Ik ben als kind als vluchteling naar Nederland gekomen. Nederland was voor mij het land dat leidend was in de wereld als het gaat om internationaal recht. Dat is snel aan het verdwijnen. Dat is een grote desillusie. Maar moet ik weggaan? Dan is er helemaal geen gesprek meer.’

Angst om het erover te hebben

Beide vrouwen zeggen dat de wekelijkse sit-ins, ook deze bijzondere 42e, op hun afdelingen geen onderwerp van gesprek zijn. Pauline: ‘Er heerst angst om het erover te hebben. Angst om in moeilijke discussies verzeild te raken. Die angst leidt weer tot een doofpot. Een stilte die niet verbroken kan worden. Als ik in de app-groep met collega’s iets deel over de sit-ins, reageert er niemand. De stilte is om te snijden.’

Samira herkent dat: ‘Sommige collega’s laten weten dat ze het goed vinden wat ik doe, maar ook met hen is een gesprek erover moeilijk. Ze sluiten zich ook niet aan. Dat is óók een reden om hier te zijn. De collega’s die hier komen, voelen de urgentie wél.’

Vlammende betogen

Nieuwe sprekers met vlammende betogen beklimmen het podium. Muziek is er ook – geen opzwepende, maar juist ingetogen klanken. Zanger Wasim Arslan en ud-speler Tarek Muazen raken het publiek in de ziel, terwijl achter hen op een scherm de namen voorbij rollen van de slachtoffers in Gaza – van baby’s, peuters en kleuters. Niet van allemaal – dat zou uren duren.

Sinds het begin van de sit-ins is er een regeringswisseling geweest. Inmiddels zetelt er een extreemrechts kabinet. Maakt dat de afweging van ambtenaren Samira en Pauline om te blijven of op te stappen nog urgenter? Samira: ‘Je zou het denken hè? Gevoelsmatig zou je denken dat dit kabinet mensenrechten en het internationaal recht minder serieus neemt dan het vorige. Maar het vorige deed ook helemaal niks.’

EINDE

THE RIGHTS FORUM

AGENDA

https://rightsforum.org/agenda/

01 mei 2025 / Sit-in van Rijksambtenaren in Den Haag

Reacties uitgeschakeld voor Noot 112/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noten 110 en 111/Israel raast en tiert!

[110]
WIKIPEDIA
PRO-PALESTIJNSE DEMONSTRATIES AAN DE UVA (2024)
[111]
THE RIGHTS FORUM
ONRUST ONDER AMBTENAREN OVER ISRAEL BELEID REGERING
20 OCTOBER 2023
Met een petitie manen Rijksambtenaren het kabinet om het Israëlische geweld een halt toe te roepen en onschuldige Palestijnse burgers te beschermen: ‘Laten we niet toekijken hoe een humanitaire catastrofe zich ontvouwt.’ En: ‘We hebben geen seconde te verliezen.’
Met een opmerkelijke interventie roept een groep Rijksambtenaren van uiteenlopende ministeries het kabinet op zijn onvoorwaardelijke steun aan Israël te herzien. Die ondermijnt de internationale rechtsorde en faciliteert disproportioneel geweld, schrijven zij in een petitie die onder ambtenaren rondgaat en deze middag al door 334 van hen was ondertekend.

Internationaal recht

In een genuanceerd betoog benadrukken de ambtenaren dat Israël als bezettende macht onder internationaal recht gehouden is de Palestijnse bevolking te beschermen tegen ongebreideld geweld en collectieve bestraffing. De praktijk wijst echter uit dat Israël zich ‘op geen enkele wijze geremd voelt’, schrijven zij.

De ambtenaren wijzen erop dat Israël met zijn inzet van excessief geweld, gebruik van witte fosfor, blokkade van civiele basisbehoeften en bevel tot verplaatsing van een miljoen burgers het internationaal recht schendt. Het argument van ‘zelfverdediging’ biedt daarvoor geen legitimatie, schrijven zij. Eerder deze week wees hoogleraar André Nollkaemper, lid van de Raad van Advies van The Rights Forum, al op die ondeugdelijke legitimering.

Oproep tot ingrijpen

Met zijn onvoorwaardelijke steun voor Israël biedt Nederland ruimte aan die ontsporing. De ambtenaren kunnen zich daarin niet langer vinden:

Als ambtenaren voelen wij ons geroepen om te staan voor het internationaal recht. Wij hebben de eed of belofte afgelegd op basis van de Grondwet en worden geacht, als integer ambtenaar, om rechtvaardig te handelen. De onvoorwaardelijke steun van ons kabinet aan Israël maakt ons medeplichtig aan de humanitaire catastrofe in Gaza. Dit kunnen en willen wij niet op ons geweten hebben.

De ambtenaren roepen op tot urgent ingrijpen om een humanitaire ramp te voorkomen. Het kabinet dient het buitensporige Israëlische geweld ‘in de meest krachtige termen’ te veroordelen en van Israël te eisen de blokkade van de Gazastrook op te heffen en noodhulp toe te staan.

Ook dient het kabinet volgens de initiatiefnemers met één maat te meten. Daarbij wijzen zij op het verschil met de Nederlandse reactie op het Russische geweld tegen de burgerbevolking van Oekraïne. Zij besluiten hun oproep als volgt:

Laat het recht en uw menselijkheid spreken, in alle gelijkheid en eerlijkheid, en laat politieke macht en de kleur of de religie van slachtoffers niet bepalend zijn voor uw handelen.

Tweede brief

De noodkreet van de ambtenaren komt bovenop een brief van 350 ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken waarover NRC bericht. In de deze vrijdag aan de ministers Bruins Slot (CDA) en Schreinemacher (VVD) verstuurde brief wordt kritiek geuit op het standpunt van de regering als ‘selectief’ en ‘inconsistent’. Het niet veroordelen van Israëls disproportionele reactie strookt niet ‘met de missie van ons ministerie, de waarden van Nederland en ons bredere buitenlandbeleid’, schrijven de ambtenaren volgens NRC.

Ook ‘het uitblijven van medeleven met en sympathie voor Palestijnse burgerslachtoffers’ wordt door de briefschrijvers aangekaart. Dat zou te wijten zijn aan het ‘institutioneel racisme’ binnen het ministerie. Palestijnse levens worden daarom ‘als minder waard beschouwd’. ‘Het ene slachtoffer lijkt het andere niet te zijn’, citeert NRC uit de brief. De 350 ondertekenaars verlangen dat de regering ‘met klem inzet op een staakt-het-vuren en deëscalatie’.

Den Haag, werk nú aan vrede

Beide brieven sluiten aan bij de eerdere oproep van The Rights Forum voor een weloverwogen reactie van de regering op de slachting die Hamas op 7 oktober aanrichtte. Met zijn reactie zet het kabinet de poort open voor Israëlische oorlogsmisdaden, schreven wij.

In een nieuwe video stellen we de onverantwoorde handelwijze van het kabinet aan de kaak. Net als de ambtenaren roepen wij de politiek in een petitie op tot onmiddellijke koerswijziging waarbij concrete actie voor een politieke oplossing van de kwestie-Palestina voorop staat. Daarbij dienen het wegnemen van de oorzaken van het conflict en naleving van de internationale rechtsorde als leidraad. Onze petitie werd in enkele dagen al ruim 15 duizend maal getekend.

EINDE
NOS
NOODKREET AMBTENAREN AAN KABINET: LAAT ISRAEL
STOPPEN MET GEWELD
20 OCTOBER 2023

Een groep rijksambtenaren wil dat het Nederlandse kabinet Israël zo snel mogelijk “een halt toeroept en onschuldige burgers beschermt”. “Laten we niet toekijken hoe zich een humanitaire catastrofe ontvouwt”, schrijven ze.

In een oproep, die inmiddels 267 keer is ondertekend door ambtenaren van alle ministeries, veroordelen ze de “gruwelijke” aanvallen van Hamas op onschuldige Israëlische burgers. Maar ze noemen de reactie van Israël in Gaza “disproportioneel” en “buitensporig”.

Nederland telt ruim 138.000 rijksambtenaren. De groep die de oproep heeft ondertekend vindt dat de ambtenaren door de houding van Nederlandse kabinet medeplichtig worden gemaakt. “Dit kunnen en willen wij niet op ons geweten hebben.”

Geweten

De oproep is in handen van de NOS, na berichtgeving in de De Telegraaf. De ambtenaren schrijven dat ze zich zorgen maken over de onvoorwaardelijke steun van de internationale gemeenschap, inclusief het Nederlandse kabinet, aan Israël.

Ze stellen dat Israël in het verleden vaker internationale regels heeft overtreden en VN-resoluties naast zich neer heeft gelegd en vinden dat het “excessieve geweld” onmiddellijk moet stoppen. “We hebben geen seconde te verliezen.”

De ambtenaren roepen het kabinet verder op tot een “uiterste inspanning” om invloed uit te oefenen op Israël zelf, de Europese Unie, de VS en de VN Veiligheidsraad en daarvoor alle diplomatieke kanalen aan te boren. “Roep op tot de-escalatie, zorg voor dialoog, zet alles op alles om blijvende vrede te bewerkstelligen.”

Een fragment uit de brief van de rijksambtenaren

Naast de brief van de rijksambtenaren heeft NRC een brief in handen van ambtenaren op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Die groep stelt onder andere dat Palestijnse burgerdoden minder scherp worden veroordeeld dan Israëlische.

Volgens de groep komt dat omdat “institutioneel racisme ons buitenlandbeleid vormgeeft”. Ze willen dat Nederland inzet op de-escalatie. De brief zou door ruim 350 ambtenaren zijn ondertekend.

Ook onder ambtenaren van de Europese Unie is een brief opgesteld. Hierin bekritiseren ze onder meer de “onvoorwaardelijke steun” die Commissie-voorzitter Von der Leyen uitsprak aan Israël.

Uniek

De brieven van ambtenaren zijn opvallend. “Ambtenaren zijn meestal loyaal aan hun minister”, zegt hoogleraar staatsrecht Wim Voermans in Nieuws & Co op NPO Radio 1. “Dit is redelijk uniek.”

Volgens Voermans is de vrijheid van meningsuiting van ambtenaren beperkt. “Ambtenaren hebben in Nederland grondrechten, maar daar is een grens getrokken in de Ambtenarenwet. Het moet zich wel goed verhouden tot je eigen functioneren en de openbare dienst mag niet gecompromitteerd worden door jouw meningsuiting.”

Toch mag er veel, stelt Voermans. Hij verwijst naar de antikernwapendemonstraties in de jaren 80, waar ook medewerkers van Defensie bij aanwezig waren. “Daarvan zeggen we eigenlijk: dat moet kunnen. Het zorgt er niet voor dat defensiepersoneel niet functioneert.”

Dat ligt anders voor ambtenaren van Buitenlandse Zaken die zich uitspreken tegen de houding van het kabinet in het conflict in Israël. “Als je bij Buitenlandse Zaken werkt en je zit heel dicht op de relaties tussen Nederland en Israël, dan wordt dat wel wat lastiger.”

Gesprekken

Het ministerie van Buitenlandse Zaken erkent in een schriftelijke reactie dat de discussie op de werkvloer speelt, “net als in andere organisaties”. Inmiddels zijn er gesprekken geweest tussen de dagelijkse leiding van het ministerie en ambtenaren. Volgens het ministerie ging het om een open gesprek “waarin er ruimte was voor ieder om zorgen te delen”. De komende tijd verwacht het ministerie vaker dit soort gesprekken te voeren.

Toch benadrukt het ministerie dat persoonlijke meningen van ambtenaren het werk niet in de weg mogen zitten. “Ambtenaren hebben natuurlijk, zoals elke burger, privé-opvattingen”, schrijft het ministerie. “Hun advisering moet onafhankelijk en onpartijdig zijn in dienst van het algemeen belang.”

EINDE
TROUW
FOEIGESPREKKEN EN ROLLENDE OGEN:
AMBTENAREN, DIE ZICH UITSPREKEN TEGEN ISRAELBELEID VOELEN ZICH GECENSUREERD
31 MAART 2025
Zo’n 400 Amsterdamse en Rotterdamse gemeenteambtenaren roepen hun werkgevers op om meer ruimte te bieden voor kritiek op de Nederlandse steun voor Israël. Hoe vrij is een ambtenaar om zijn mening te uiten? ‘Je moet je mond open blijven trekken, maar dat moet wel intern gebeuren.’
Vóór de oorlog in Gaza gold Cem Akilli (33) als een talent binnen de gemeente Rotterdam. De projectmanager Haven en Maritiem kreeg zware dossiers toegeschoven, zoals de kwestie van cruiseschepen in de haven. Maar de houding van zijn werkgever veranderde sinds 7 oktober 2023, toen hij zich begon uit te spreken over de genocide in Gaza en de Nederlandse steun voor Israël. “Sindsdien heb ik wekelijks conflicten lopen.”

Akilli begon intern vragen te stellen via mails. Waarom mogen Israëlische schepen met wapens aanmeren in de Rotterdamse haven? Waarom faciliteert de gemeente een wapenbeurs in Rotterdam, waar wapens worden tentoongesteld die het Israëlische leger inzet? En waarom kleurde de Erasmusbrug in het geel-blauw van Oekraïne, maar is hetzelfde niet mogelijk voor Palestijnse slachtoffers? “Dit is structureel selectief omgaan met de grondwet. Het één geldt voor Oekraïne, het ander voor Palestina”, zegt Akilli.

De Rotterdamse ambtenaar kreeg een officiële waarschuwing voor het vermeend ‘lastigvallen van een collega van een ander cluster’ die hij mailde over de wapenbeurs in Ahoy. Hij zegt de afgelopen anderhalf jaar structureel tegen intimidaties en sancties aan te lopen. Ook is hij meermaals gevraagd ‘zijn neutraliteit te bewaren’. “Welke neutraliteit? Nederland heeft het Genocideverdrag verankerd in de grondwet. Ik vraag de gemeente slechts om te handelen naar de grondwet.”

Foeigesprekken

Waarom houdt de overheid zich niet aan haar eigen verdragen? Amsterdamse en Rotterdamse gemeenteambtenaren roepen in een petitie hun werkgevers op om te stoppen met het sanctioneren van medewerkers die zich kritisch uitspreken over de Nederlandse steun voor Israël. Ze spreken van waarschuwingen, ‘foeigesprekken’ en ‘zorgen over emotionele betrokkenheid’ van medewerkers.

In de petitie schrijven de ondertekenaars onder meer: ‘Volgens gezaghebbende instituties vindt er in Gaza een genocide plaats. Het Internationaal Strafhof heeft een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen premier Netanyahu. Wie de oorlogsmisdaden op 7 oktober veroordeelt zonder in dezelfde adem de oorlogsmisdaden die eraan voorafgingen en erop volgden dezelfde behandeling te geven, ondermijnt het internationaal recht.’

De petitie leidde vorige week tot vragen van Denk en D66 aan het Rotterdamse college. Inmiddels is de petitie ondertekend door meer dan vierhonderd ambtenaren die veelal werkzaam zijn bij de gemeenten Amsterdam en Rotterdam. Trouw sprak zeven van hen, de meesten anoniem, uit vrees voor gevolgen voor hun baan.

‘Blind voor onrecht in Gaza’

Na de dodelijke aanval van Hamas op 7 oktober 2023 hees de gemeente Amsterdam de Israëlische vlag voor één dag. Een Amsterdamse ambtenaar merkte tijdens een overleg op dat veel Palestijnen in de stad zich niet gehoord voelden. “Er werd met ogen gerold. Bij het volgende overleg was ik niet uitgenodigd. Er bleven alleen mensen over die niet heel kritisch zijn op Israël.”

‘Door dit alles slapen sommige collega’s slecht. Je krijgt het gevoel dat Nederland blind is voor al het onrecht in Gaza’

Sommige ambtenaren zeggen door leidinggevenden aangesproken te zijn op hun kledingkeuze, zoals een trui waarop een watermeloen – symbool van Palestijns verzet – staat afgedrukt. “Dat zou te activistisch zijn. Maar regenboogsymboliek en Black Lives Matter-logo’s mogen wel”, zegt een van hen. “Door dit alles slapen sommige collega’s slecht. Je krijgt het gevoel dat Nederland blind is voor al het onrecht in Gaza.”

Druk van gemeentebestuurders

Ook het socialemediagebruik van gemeenteambtenaren ligt onder de loep. “De eerste keer was ik op vakantie. Ik kreeg een telefoontje van mijn leidinggevende”, vertelt een van hen. “Of ik voorzichtig wilde zijn met mijn likes. Ik likete eind 2023 en begin 2024 posts over Israëlische bombardementen op vluchtelingenkampen en andere gebeurtenissen waar de Nederlands media in eerste instantie niet over berichtten. Later liet de leidinggevende doorschemeren dat hij onder druk werd gezet door gemeentebestuurders om mij daarop aan te spreken.”

“Als je je uitspreekt over Gaza, en dat valt op, of je wordt gesnitched (verklikt, red.), dan wordt je op je schouders getikt”, zegt een ervaren ambtenaar, die zich geregeld uitspreekt over de Nederlandse steun aan Israël. “Ik heb de ambtsbelofte afgelegd; dan ben je er niet alleen om de grondrechten van Nederlandse burgers te beschermen, maar ook die in de rest van de wereld. Deze grondrechten worden zo ontzettend grof met voeten getreden in Gaza, met Nederlandse steun aan Israël. Collega’s die zich hierover uitspreken krijgen reprimandes. Die mensen wil ik steunen.”

Loyale tegenspraak

“Merkwaardig”, zegt Frits van der Meer als hem verschillende voorbeelden worden voorgelegd. De hoogleraar vergelijkende bestuurskunde aan de Universiteit Leiden ziet het als een kerntaak van ambtenaren om zich uit te spreken en bestuurders te adviseren. Ook als hun advies tegen het beleid in gaat. Daar bedacht hij met collega Gerrit Dijkstra in 2015 een term voor: loyale tegenspraak. “Je moet je mond open blijven trekken. En de overheid moet daar ruimte voor bieden. Maar die kritiek moet wel intern gebeuren. Je kunt als ambtenaar niet publiekelijk tegen het beleid in gaan.”

Daarom vindt Van der Meer dat de ambtenaren met hun petitie een grens overgaan. “Een beroep op de ambtseed om politiek beleid daadwerkelijk te veranderen, gaat niet op. Dat is aan de politiek en de rechter, niet aan een onverkozen ambtenaar.” Ook merkt hij op dat ambtenaren voorzichtig moeten zijn met hun socialemediagebruik. “Je blijft wel het gezicht van de gemeente.”

Ook als dat beleid een regime steunt dat genocide pleegt? “Het is niet dat ik geen begrip heb voor de ambtenaren”, zegt de hoogleraar. “Het gaat hier niet om de inhoud, maar om de rol als ambtenaar zoals die is vastgesteld in de Ambtenarenwet.”

Waar het schuurt

De gemeenten Amsterdam en Rotterdam bevestigen dat er gesprekken plaatsvinden met medewerkers die zich uiten over maatschappelijke kwesties. Sinds de Maccabi-rellen faciliteert Amsterdam gesprekken met medewerkers bij wie ‘emoties spelen’ rond de oorlog in Gaza, onder leiding van ‘gespecialiseerde gespreksleiders’. Rotterdam doet iets soortgelijks, zegt woordvoerder “We voeren een gesprek over waar het schuurt, waar het kan schuren en over de gedragscodes voor ambtenaren.”

Volgens die gedragscode mogen medewerkers zich uitspreken over maatschappelijke kwesties, zolang zij daarmee het ‘functioneren van de gemeente niet schaden’. “En dan kom je in een enorm grijs gebied”, zegt hoogleraar Van der Meer. Volgens hem zijn er drie opties voor de ambtenaren die zich niet kunnen verenigen met het Nederlandse beleid. “Zich erbij neerleggen, een klokkenluidersmelding doen, of de ultieme optie: vertrekken. Je kan altijd nog de politiek in gaan.”

Een vernieuwde ambtseed

Niet iedereen is het daarmee eens. Zo riep Erik Pool, programmamanager Dialoog en Ethiek bij de Rijksoverheid, in januari op tot een openbaar debat over een ‘morele ondergrens’ in het handelen van ambtenaren, met oog op de Nederlandse houding tegenover Israël. “Dat is tot op heden nog niet of onvoldoende gedaan, door ons als beroepsgroep”, schreef hij op zijn LinkedIn-account. Volgens Pool is het juist aan ambtenaren om beleid dat in strijd is met de grondwet te bekritiseren, en mogelijk niet uit te voeren.

De Rotterdamse projectmanager Akilli is niet van plan om zich erbij neer te leggen en moedigt zijn vakcollega’s aan om zich ook uit te spreken. Hij beroept zich op de nieuwe ambtseed die dit jaar inging. Daarbij zweren ambtenaren vooral trouw aan het algemeen belang en de grondwet, en niet aan politieke leiders. “De toeslagenaffaire was voor mij een belangrijke motivatie om ambtenaar te worden en op te staan tegen onrecht. Als dit beleid een lopende genocide steunt, hebben we naast onze primaire loyaliteit aan de grondwet, ook nog met de menselijke kant te maken. Ik ben geen robot.”

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noten 110 en 111/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noot 109/Israel raast en tiert!

[109]
NOS

MINISTER VELDKAMP ONTBIEDT AMBASSADEUR ISRAEL OM

DOOD HULPVERLENERS GAZA

Minister Veldkamp van Buitenlandse Zaken gaat de Israëlische ambassadeur om opheldering vragen over de recente gebeurtenissen in Gaza. Dat schrijft hij aan de Tweede Kamer. Aanleiding is de dood van vijftien Palestijnse hulpverleners, die vorige maand door het Israëlische leger zijn gedood.

Veldkamp (NSC) heeft morgen een gesprek met de Israëlische ambassadeur en zegt de Tweede Kamer hierover te informeren in een debat komende donderdag. Het is de eerste keer dat het Nederlandse kabinet de Israëlische ambassadeur ontbiedt in verband met het conflict in Gaza dat oplaaide na de aanval van Hamas op Israël op 7 oktober 2023.

Bij de Israëlische aanval in Gaza werden op 23 maart vijftien hulpverleners gedood. De groep reed in een konvooi dat bestond uit een wagen van de Verenigde Naties, een brandweerwagen van de Palestijnse burgerbescherming en ambulances van de hulporganisatie Palestijnse Rode Halve Maan.

De afgelopen dagen werd steeds meer bekend over de Israëlische aanval op de hulpverleners. Israël zei aanvankelijk dat het de aanval had geopend omdat het konvooi zonder lichten reed en een verdachte indruk maakte. Maar later werd uit videobeelden duidelijk dat de voertuigen door verlichting, zwaailichten en bedrukking duidelijk zichtbaar en herkenbaar waren.

‘Langzaam veranderen’

Het kabinet veroordeelde de Israëlische aanval op de hulpverleners vorige week. Minister Klever (PVV) van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp noemde die “afschuwelijk en onacceptabel”.

Gisteren riepen vijf hulp- en mensenrechtenorganisaties het kabinet op om duidelijker stelling te nemen tegen het escalerende geweld in Gaza. Diplomatieke druk is volgens hen niet genoeg om Israël tot een andere koers te bewegen.

Binnen de oppositie in Den Haag klinkt dat geluid al langer, en ook NSC-leider Omtzigt zegt vandaag dat het kabinet misschien wel meer zou kunnen doen. “Ik snap de houding tot nu toe, maar ik denk dat die langzaam zou moeten veranderen”, zegt hij.

Volgens hem heeft Israël het volste recht om zichzelf te verdedigen tegen Hamas. “Maar er zijn grenzen aan wat je nog als zelfverdediging kan zien. Dus het is goed dat de minister van Buitenlandse Zaken de ambassadeur daarop gaat aanspreken.”

‘Overdreven’

VVD-leider Yesilgöz wijst in eerste instantie ook op het verdedigingsrecht van Israël, maar zegt dat er ook “zaken” plaatsvinden waar ze “buikpijn” van krijgt. Ze vindt het terecht dat bondgenoot Israël is ontboden door Veldkamp. “Ook richting bondgenoten kan je zeggen: hoe kan dit nou?”

PVV-leider Wilders noemt het ontbieden van de ambassadeur desgevraagd “overdreven”.

Politiek Verslaggever Marleen de Rooy:

“Het is een politiek signaal: het ontbieden van de ambassadeur van een land. Het kabinet vindt dit nu nodig om opheldering te krijgen over recente gebeurtenissen. Tegelijkertijd voelt het kabinet de druk uit de samenleving. Het gaat het kabinet om de incidenten van de afgelopen tijd: die gaan mogelijk in tegen het internationale recht. Dat betekent niet dat Nederland meteen al het Israël-beleid gaat aanpassen. De coalitie bestaat immers uit partijen die Israël goedgezind zijn. Veel verder dan het ontbieden van de ambassadeur wil dit kabinet niet gaan.

Reacties uitgeschakeld voor Noot 109/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noot 108/Israel raast en tiert!

[108]
THE RIGHTS FORUM
DE ”STILLE DIPLOMATIE” VAN NEDERLAND STAAT VOOR
EEN KEIHARDE PRO ISRAEL KOERS
4 DECEMBER 2024
De begrotingsdebatten toonden een schrijnend gebrek aan daadkracht: Nederland blijft zich richting Israël vastklampen aan zwakke, stille diplomatie zonder dat dit ooit tastbaar resultaat heeft opgeleverd. Intussen wordt Israël ontzien en gesteund.
De jaarlijkse begrotingsdebatten vormen traditioneel een moment om de koers van de Nederlandse politiek onder de loep te nemen. Voor wie hoopte op een koerswijziging in het Israël/Palestina-beleid bracht deze november een teleurstelling. De debatten bevestigden vooral wat we al wisten: onder het mom van stille diplomatie en pragmatische keuzes vaart Nederland een rechtlijnige pro-Israëlkoers.

‘Meer dan genoeg’

Tijdens de debatten waren de ministers Caspar Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) en Reinette Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, PVV) eensgezind en stellig: Nederland doet ‘meer dan genoeg’ voor Palestina, wijzend op bijdragen aan VN-hulporganisatie UNRWA en het Rode Kruis. Maar degenen die om resultaten vroegen, hoorden vooral irritatie en retoriek. Terwijl de ministers zich verschuilen achter verklaringen dat de situatie hen ‘na aan het hart ligt’, zet hun beleid in werkelijkheid de bijl aan de wortel van concrete hulp.

Economische belangen wegen zwaarder dan humanitaire waarden.

De bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking zijn hiervan het pijnlijkste voorbeeld. Jaarlijks wordt tweehonderd miljoen euro gekort op Nederlandse ngo’s. Het kabinet rechtvaardigt dit door te stellen dat ontwikkelingssamenwerking primair in het belang van Nederland moet zijn. In de praktijk komt het erop neer dat economische belangen zwaarder wegen dan humanitaire waarden. Ngo’s worden aan hun lot overgelaten. Zoals Klever het onverbloemd zegt: ‘Het is niet mijn taak om ze overeind te houden.’

Harder aanpakken

Als het Klever werkelijk om de bescherming van Palestijnse burgers en het verantwoord omgaan met belastinggeld zou gaan, zoals zij suggereert, zou ze zich hebben uitgesproken tegen de gewelddadige kolonisten die minstens 59 Nederlandse projecten op de Westelijke Jordaanoever hebben vernietigd, zoals recent blootgelegd door de onderzoeksjournalisten van Investico.

Achter gesloten deuren, zo verzekeren de ministers, spreekt Nederland Israël stevig aan. Maar in het openbaar blijft het stil. Die stille diplomatie wordt zelden ondersteund door concrete actie om Israël ook daadwerkelijk op zijn daden aan te spreken. Moties die oproepen tot onderzoek en sancties, zoals die van DENK-Kamerlid Van Baarle, werden zonder meer verworpen. ‘Overbodig’, aldus Klever, ‘want Nederland doet al genoeg’.

Hulp aan Gaza

Voor hulp aan Gaza is dezelfde lakse houding te zien. Hoewel twintig miljoen euro is toegezegd voor wederopbouw, ontbreekt elk concreet plan voor de besteding van dit geld. ‘Wederopbouw is nu niet aan de orde,’ luidde het gemakzuchtige antwoord. Het lijkt een logische reactie op de aanhoudende Israëlische vernietiging van Gaza, maar is vooral een voorbeeld van vrijblijvend beleid zonder echte inzet.

De behandeling van de motie van D66-Kamerlid Mpanzu Bamenga, die oproept tot ongehinderde humanitaire hulp aan Gaza, onderstreept dit. De motie werd door minister Klever pas aan het oordeel van de Kamer gelaten nadat de zin ‘alle nodige maatregelen’ – de kern van de oproep –, was verwijderd. ‘Te radicaal,’ vond minister Klever. Tot zover de intentie om de bevolking van Gaza werkelijk te helpen.

Groeiende frustratie

Binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken groeit ondertussen de frustratie. RTL Nieuws meldde dat Nederland binnen de EU een remmende rol speelt waar het gaat om sancties tegen Israëlische politici die openlijk oproepen tot kolonisering en geweld. Ambtenaren lijken zich machteloos te voelen en proberen het kabinet tot actie te dwingen, wat leidt tot het lekken van interne informatie.

Op die kritiek reageerde Veldkamp niet met reflectie, maar met woede. Hij verschoof de discussie naar het lekken zelf, een doorzichtige poging om af te leiden van de kernvraag: wat houdt die stille diplomatie precies in en wanneer komt Nederland eindelijk met concrete maatregelen tegen Israël? Hierop kwam geen antwoord.

Eenzijdige vriendschap

Het beleid lijkt vooral bedoeld om de goede betrekkingen met ‘goede vriend’ Israël in stand te houden. Een vriendschap die op z’n zachtst gezegd nogal eenzijdig is. Toen Veldkamp stelde het arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof voor de Israëlische premier Netanyahu uit te zullen voeren – zoals je mag verwachten van een democratie die het Statuut van Rome heeft ondertekend en gastland is van het Strafhof – reageerde Israël meteen: de minister is niet meer welkom.

Die reactie zegt veel: rechtsstatelijke principes zijn onverenigbaar met samenwerking met Israël. Maar Veldkamp gaf er de weinig overtuigende spin aan door te beweren dat zijn reis was afgezegd nadat die was uitgelekt. Daardoor zou zijn ‘veiligheid in gevaar’ zijn gebracht.

Israëlische inmenging

Die ‘goede vriend’ krijgt intussen steeds meer invloed op het Nederlandse beleid. Een rapport van het Israëlische ministerie van Diaspora en Antisemitismebestrijding – door deskundigen afgedaan als ordinaire propaganda – werd door de pro-Israël-partijen in de Kamer zonder enige kritische toetsing in de strijd gegooid. Het leidde tot aangenomen moties van Chris Stoffer (SGP), waarin de regering wordt verzocht om onderzoek in te stellen naar burgers en organisaties die in het Israëlische rapport ongefundeerd worden beschuldigd van banden met Hamas.

Gevraagd naar de Israëlische inmenging bleef minister Klever opvallend afzijdig. Haar opmerking – dat ze begreep dat de beschuldigingen ‘tot wat onrust leidden’ – is een pijnlijke illustratie van de manier waarop Nederland de Israëlische inmenging klakkeloos accepteert. Of zelfs opzoekt, zoals we afgelopen week schreven.

Dubbele moraal

Tijdens de begrotingsdebatten haalde Kati Piri (GroenLinks-PvdA) hard uit naar de dubbele moraal ten aanzien van Israël. Ze confronteerde Raymond de Roon (PVV) met een uitspraak van een Israëlische minister over discriminatie en antisemitisme in Nederland. De Roon reageerde zoals verwacht: vol lof voor de scherpte en terechtheid van de Israëlische kritiek.

Zodra Israël aan tafel zit, verdwijnen principes als sneeuw voor de zon.

Daarop onthulde Piri dat de woorden niet van een Israëlische, maar van een Turkse minister afkomstig waren, die eerder ook over islamofobie en discriminatie tegen de Turkse gemeenschap in Nederland sprak. Dezelfde De Roon hoonde de Turkse kritiek destijds weg, en maakte het kabinet uit voor ‘slappe dweil’ door er überhaupt naar te luisteren. Zo blijkt de ene ongewenste inmenging de andere niet. Zodra Israël aan tafel zit, verdwijnen principes als sneeuw voor de zon.

PVV bepaalt de koers

In alle stilte van de stille diplomatie die het kabinet zegt te voeren, wordt die koers door de PVV ongegeneerd getorpedeerdNRC onthulde dat Wilders van plan is een bezoek te brengen aan Netanyahu en illegale Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Daarmee ondergraaft hij niet alleen de officiële Nederlandse positie, maar handelt hij ook in strijd met het internationaal recht. Als het om Israël gaat bestaan er kennelijk geen grenzen voor de leider van de grootste regeringspartij.

PVV’er Raymond de Roon deed daar nog een schep bovenop door in de Tweede Kamer de Israëlische lastercampagne tegen VN-hulporganisatie UNRWA kracht bij te zetten. Hij noemde UNRWA ‘de ruggengraat van Hamas’ en beschuldigde de organisatie van het indoctrineren van Palestijnse jongeren met genocidale ideeën. De Roons uitspraken en Wilders’ voorgenomen reis werken niet alleen polariserend, ze staan volledig haaks op de ondertekende rechtsstaatverklaring van de coalitie.

Het buitenland ziet een coalitiepartner die openlijk internationale afspraken saboteert zonder dat het kabinet ingrijpt.

Minister Veldkamp probeerde de zaak af te doen met de zwakke geruststelling dat ‘het buitenland dondersgoed weet wie er aan de knoppen zitten’. Dat argument snijdt geen hout. Het buitenland ziet een coalitiepartner die openlijk internationale afspraken saboteert zonder dat het kabinet ingrijpt.

De oppositie daarentegen toonde daadkracht: Piri diende een – inmiddels aangenomen – motie in waarin het kabinet wordt opgeroepen om sancties op te leggen aan Yossi Dagan, de extremistische kolonist die Wilders heeft uitgenodigd voor zijn aanstaande bezoek. Het is nu aan Veldkamp om hieraan gevolg te geven.

Onder de streep

De begrotingsdebatten vormden een nieuwe bevestiging van wat we al wisten: dit kabinet kijkt de feiten recht in de ogen en besluit ze te negeren. De minister van Buitenlandse Zaken negeert daarbij zelfs zijn eigen ambtenaren, die al een jaar via lekken naar de pers gehoor proberen te vinden. Ook vermijdt Veldkamp het gesprek met de ambtenaren die elke donderdag van zich laten horen tijdens sit-ins voor de deur van zijn ministerie. In die afwijzing is Veldkamp consequent. Zo weigerde hij zelfs een bundel toespraken – samengesteld door zijn eigen mensen, en aangeboden door voormalig minister Jan Pronk – in ontvangst te nemen.

Intussen laat de coalitie zich gijzelen door de PVV, en zo de rechtsorde verkruimelen van een robuust fundament tot een hinderlijke voetnoot. Op visie valt ze niet te betrappen. De radicale bezuinigingen raken niet alleen het maatschappelijk middenveld in het hart, maar bedreigen ook de toekomst van de ontwikkelingssamenwerking. Het Israëlische geweld – mogelijk genocide – tegen de Palestijnen krijgt geen consequenties. Intussen is sprake van openlijke Israëlische inmenging, die ongecheckt tot beleid wordt verheven, ook al gaat dat ten koste van de eigen burgers.

In de woorden van PVV-minister Klever: ‘Nederland doet al genoeg.’

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noot 108/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noot 107/Israel raast en tiert!

[107]

AMNESTY INTERNATIONAL

NGO’S DIEP GESCHOKT NA GESPREK PREMIER SCHOOF:
GEEN RODE LIJN GAZA
7 APRIL 2025

Premier Schoof trekt geen rode lijn bij de oorlog in Gaza. Dat zei hij in gesprek met Oxfam Novib, Amnesty International, Artsen zonder Grenzen, Save the Children en PAX. Zij schoven vandaag als één front aan bij premier Schoof met een gezamenlijke oproep: kijk niet langer weg van de genocide in Gaza en stop de onvoorwaardelijke steun aan de Israëlische regering. De uitnodiging voor het gesprek was te danken aan de honderdduizenden Nederlanders die zich aansloten bij de ‘Niet in mijn naam’-campagne en een fundamentele koerswijziging eisen van het kabinet Schoof. Zij willen niet langer medeplichtig zijn aan evidente oorlogsmisdaden of misdrijven tegen de menselijkheid die leiden tot etnische zuivering of zelfs genocide.

De premier had het tijdens het gesprek vooral over wat ze als kabinet kunnen doen, in plaats van wat hun plicht is namens de internationale verdragen. Daarnaast benadrukte de premier dat Nederland niet bereid is een principieel standpunt in te nemen over schendingen van het internationaal recht. Wat het kabinet betreft is er geen rode lijn. Premier Schoof erkent wel dat er (rechten)schendingen plaatsvinden, maar desondanks vertrouwt de premier blind op het huidige diplomatieke spoor.

Waar kabinetsleden zich wel degelijk kunnen uitspreken over gepleegde oorlogsmisdaden door Rusland of in Syrië – met daaropvolgende sancties en andere politieke drukmiddelen – lukt het premier Schoof maar niet om een aanval op onschuldige burgers, waaronder kinderen, in Gaza die in hun slaap worden gedood door Israëlische bombardementen te veroordelen. Voor Nederland is het business as usual in handel en steun, ongeacht de door Israël gepleegde oorlogsmisdaden, en wordt er amper druk uitgeoefend op de Israëlische regering.

Deze dubbele standaard werd tijdens het gesprek vandaag weer pijnlijk duidelijk. Premier Schoof toont geen bereidheid om zich te houden aan zijn plicht om het internationaal recht te verdedigen, ondanks de overduidelijke rechtenschendingen door de Israëlische regering. Wat betreft politieke, militaire en economische consequenties aan deze schendingen kunnen we kennelijk van dit kabinet niks verwachten. Ook het Israëlische geweld tegen humanitaire hulpverleners en hun patiënten in Gaza is onvoldoende reden voor premier Schoof om namens Nederland een harde veroordeling uit te spreken.

Sinds 2 maart blokkeert Israël opnieuw alle hulpgoederen naar Gaza en heeft de Israëlische regering Gaza volledig afgesloten van elektriciteit. Het Internationaal Gerechtshof heeft Israël in januari 2024 opgedragen maatregelen te treffen om genocide te voorkomen en onmiddellijk en ongehinderd humanitaire hulp toe te staan. De huidige humanitaire blokkade is een evidente schending van deze uitspraak. Het opzettelijk verhinderen van toegang tot essentiële hulpgoederen en levensreddende middelen is bovendien een kenmerk van genocide.

De terughoudende opstelling van premier Schoof is beschamend. Nederland hoort bij een steeds kleiner groepje landen dat onvoorwaardelijk achter Israël blijft staan. Een land dat zich internationaal profileert als voorvechter van mensenrechten en internationaal recht, zou helder moeten hebben wanneer die principes in gevaar zijn. Het tegenovergestelde is waar; Nederland verspeelt haar positie als voorvechter van mensenrechten en internationaal recht dan ook volledig.

De vijf organisaties roepen premier Schoof daarom op consequenties te verbinden aan de schendingen van het internationaal (humanitair) recht door Israël, en om in EU-verband te pleiten voor een onderzoek naar de schendingen van artikel 2 (de mensenrechtenclausule) in het associatieverdrag tussen de EU en Israël. Daarnaast moet Nederland de militaire samenwerking met Israël opschorten. Nederland moet er bij andere staten op aandringen dat ze zich moeten houden aan de verplichtingen die ze hebben om samen te werken met het Internationaal Strafhof. En Nederland moet alle mogelijke politieke, economische en diplomatieke middelen inzetten om de druk op Israël te voeren. De organisaties verwachten maximale inzet van de premier om de humanitaire blokkade van Gaza te beëindigen en hulpverleners de bescherming te verschaffen die het recht hen biedt. Na meer dan 50.000 doden kan het kabinet Schoof niet langer stil blijven.

EINDE
VOLKSKRANT
HULPORGANISATIES ”VERBIJSTERD” NA GESPREK
MET SCHOOF EN VELDKAMP OVER ISRAEL-BELEID
7 APRIL 2025
Na een gesprek met premier Dick Schoof en minister Caspar Veldkamp van Buitenlandse Zaken toonden vijf hulporganisaties zich maandag ‘verbijsterd’ over de houding van het kabinet tegenover Israël. Zij vragen zich af waar de ‘rode lijn’ ligt voordat Nederland overgaat tot het nemen van maatregelen.
De vijf directeuren van Oxfam Novib, Artsen zonder Grenzen, Amnesty International, PAX en Save the Children spraken maandag in het Catshuis met de bewindslieden. Zij traden gezamenlijk op in de hoop zo een signaal van ‘totale escalatie’ af te geven. De campagne ‘Niet in mijn naam’ vormde de aanleiding voor het gesprek. In december sloten honderdduizenden mensen zich bij dit initiatief aan, met als doel een koerswijziging van het Nederlandse beleid omtrent Gaza te eisen.

Naar aanleiding van die campagne werd Schoof eind vorig jaar tijdens zijn wekelijkse persconferentie gevraagd of er een ‘rode lijn’ voor Nederland was. ‘Nou, iedereen moet zich houden, en ook Israël, aan het internationaal oorlogsrecht. En daar zijn we ook altijd heel duidelijk over geweest’, aldus Schoof.

Maandagochtend, ruim vier maanden en een hervatte oorlog verder, bleek die rode lijn er volgens de betrokken organisaties niet meer te zijn voor het kabinet. De premier houdt in hun ogen te star vast aan zijn overtuiging dat je met diplomatieke middelen meer kunt bereiken.

Niet doof

Premier Schoof zelf liet maandag in een verklaring weten dat het kabinet niet doof is voor de kritiek en dat het kabinet Israël consequent blijft aanspreken op naleving van het humanitair oorlogsrecht en op de verantwoordelijkheid om veilige, ongehinderde humanitaire toegang tot Gaza te garanderen.

Gelijktijdig maakten Veldkamp en minister Reinette Klever van Buitenlandse Handel bekend dat Nederland de door- en uitvoer van alle militaire goederen naar Israël gaat controleren. In een brief aan de Tweede Kamer schrijven de bewindslieden dat het uitsluiten van Israël als land van eindbestemming voor militaire goederen wenselijk is ‘gelet op de veiligheidssituatie in Israël, de Palestijnse Gebieden en de bredere regio’. Dat betekent niet dat er geen wapens meer kunnen worden geëxporteerd, wel dat voor elke export een vergunning moeten worden aangevraagd die wordt getoetst aan de Europese regels.

Hoewel dat volgens Rolien Sasse, algemeen directeur van vredesorganisatie PAX, ‘een stap voorwaarts’ is, wijst ze ook op de militaire samenwerking die Nederland met Israël heeft. Zo heeft Nederland sinds 7 oktober voor bijna 1 miljard euro aan wapens gekocht van Israël. Vorig jaar moest Nederland de doorvoer van onderdelen voor het gevechtsvliegtuig F-35 van de rechter stoppen, omdat het risico bestaat dat ze gebruikt worden bij schendingen van het humanitair oorlogsrecht in de Gazastrook. Tegen die uitspraak is het kabinet in cassatie gegaan.

De regering leeft volgens Oxfam Novib-directeur Michiel Servaes in een parallelle werkelijkheid, ‘een werkelijkheid die gaat over wat je wel en niet in vergaderzalen voor elkaar kunt krijgen, maar die op geen enkele wijze iets te maken heeft met de verschrikkelijke omstandigheden waaronder de Palestijnse burgerbevolking in Gaza naar de wereld kijkt’.

Bevreemdend

Pim Kraan, directeur van Save the Children, noemt het bevreemdend dat Nederland aan de ene kant spreekt over het belang van het internationaal recht, maar daar vervolgens zijn stemgedrag in vergaderingen van de Verenigde Naties niet op laat aansluiten.

Amnesty-directeur Dagmar Oudshoorn benadrukt dat Nederland zich bij andere grote internationale conflicten, zoals in Oekraïne of Syrië, heel anders opstelt. Ze noemt de kabinetshouding ten opzichte van Israël problematisch. ‘Wanneer je niet openlijk afkeurt wat er aan de hand is, leidt dat tot straffeloosheid en ondermijning van de internationale rechtsorde’, aldus Oudshoorn.

Zondag noemde minister Veldkamp in het tv-programma Buitenhof de Israëlische aanval op een konvooi ambulances in de Gazastrook ‘buitengewoon ernstig’, en een schijnbare schending van het oorlogsrecht.

Er moet volgens Veldkamp een ‘stevig onderzoek’ komen naar de Israëlische actie. Ook liet hij zich uit over de omstandigheden in Gaza: ‘Het Palestijnse lijden in de Gazastrook is niet te verdragen’, aldus de minister.

EINDE

 

 

AD

HULPORGANISATIES VERBIJSTERD OVER ISRAEL-BELEID
KABINET: ”DE RODE LIJN VAN SCHOOF BESTAAT NIET MEER,
WE ZIJN GESCHOKT”
7 APRIL 2025
Premier Dick Schoof trekt geen rode lijn bij de oorlog in Gaza. Dit werkt straffeloosheid van Israël in de hand. Die conclusie trekken vijf hulporganisaties na een gesprek met Schoof en Buitenlandminister Caspar Veldkamp. Oxfam Novib, Amnesty International, Artsen zonder Grenzen, Save the Children en Pax hoopten op een koerswijziging van het kabinetsbeleid, maar kwamen van een koude kermis thuis. ,,We zijn geschokt.’’

Medische apparatuur die door het Israëlische leger systematisch met kogels onklaar wordt gemaakt, het tegenhouden van hulptransporten en niet te vergeten het geweld tegen hulpverleners zelf, zoals recent de aanval op de ambulances van de Rode Halve Maan waarbij vijftien doden vielen. Pim Kraan, directeur van Save the Children somt maandag tijdens een persconferentie op waar hulpverleners mee te maken krijgen in Gaza. ,,Levens redden mag geen levens kosten. Onze mensen moeten beter worden beschermd’’, stelt Artsen zonder Grenzen-directeur Karel Hendriks.

Alle remmen los

Maar het gaat de vijf organisaties niet alleen om hun eigen mensen. Ze zien met lede ogen aan hoe Gaza sinds het verbreken van het staakt-het-vuren wordt bestookt door Israël. ,,Alle remmen zijn los vanuit de Israëlische regering. De aanvallen zijn roekelozer en heftiger dan voorheen. Uitspraken van het Internationaal Strafhof om hulp toe te staan, worden in de wind geslagen. Het is eigenlijk geen doen meer om hulp te verlenen in Gaza en ik vrees dat er een punt komt dat we er ook echt helemaal mee stoppen’’, zegt Kraan.

De vijf directeuren hoopten dat een overleg met Schoof en Veldkamp zou leiden tot een steviger kabinetsbeleid ten aanzien van de Israëlische acties in de Palestijnse gebieden. ,,Niet dus. In december zei Schoof dat het schenden van het internationaal oorlogsrecht wat hem betreft een rode lijn was in Gaza. Nou, dat recht wordt geschonden. Daarom zou onze regering hier consequenties aan moeten verbinden. Dat gebeurt niet, kregen we vandaag te horen. Die rode lijn van Schoof bestaat niet langer, we zijn geschokt’’, zegt Michiel Servaes, directeur van Oxfam Novib.

Het kabinet houdt vast aan diplomatie, maar als het aan de vijf vertegenwoordigers van de hulp- en mensenrechtenclubs ligt, komen er onder andere meer sancties tegen Israël om een onmiddellijk staakt-het-vuren af te dwingen. ,,Israël stopt alleen als je gezamenlijk optrekt, maar er gebeurt nu veel te weinig. Zeker vanuit Nederland. We waren altijd gidsland op het gebied van internationaal recht, maar daar blijft niks van over’’, aldus Servaes.

Dubbele standaard

De hulpverleners zien een dubbele standaard bij de regering. Ze wijzen erop dat het kabinet in andere conflicten zoals in Myanmar, Oekraïne en Syrië aan het schenden van de internationale rechtsorde wel gevolgen verbindt.

Of de vijf zich machteloos voelen? ,,Nee, niet machteloos. Nederland kan nog zoveel meer doen om deze escalatie van geweld en straffeloosheid te stoppen. We mogen niet wennen aan wat er gebeurt, een fundamentele koerswijziging is nodig. Het kabinet is bang dat ons land verder polariseert over dit onderwerp, maar als je dit wegdrukt wordt het alleen maar erger. Kijk niet langer weg van de genocide in Gaza’’, vindt Dagmar Oudshoorn, directeur van Amnesty International.

Premier Schoof zei op X over het gesprek niet doof te zijn voor de kritiek. ‘We kijken voortdurend welke stappen het beste gezet kunnen worden en op welke wijze we het meest bereiken. Het kabinet blijft Israël consequent aanspreken op naleving van het humanitair oorlogsrecht.’

Een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken laat weten dat het Israël-beleid niet in beton is gegoten, maar constant in beweging is. En er was zowaar nog één lichtpuntje voor de vijf hulporganisaties. Het kabinet maakte maandag bekend de uitvoer van militaire goederen naar Israël beter te gaan controleren. Het gaat om goederen die zowel voor oorlogsvoering als voor vreedzame doeleinden kunnen worden gebruikt.

EINDE

Reacties uitgeschakeld voor Noot 107/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noot 106/Israel raast en tiert!

[106]

RTL
50 000 PALESTIJNEN GEDOOD DOOR ISRAEL SINDS BEGIN,
OORLOG, MOGELIJK VEEL MEER
23 MAART 2025
In de Gazastrook zijn sinds oktober 2023 meer dan 50.000 doden en 113.274 gewonden gevallen door Israëlische bombardementen en grondaanvallen. Dat meldde het ministerie van Gezondheid in de Gazastrook gisteren. Onafhankelijke organisaties beweren echter dat de cijfers veel hoger liggen. Hoe worden de doden in Gaza geteld?

De cijfers komen van het door Hamas geleide ministerie en worden onder meer door hulporganisaties als betrouwbaar gezien. De Israëlische regering twijfelt aan de aantallen, maar volgens Vice zien de Israëlische inlichtingendiensten die cijfers wel als accuraat.

Het ministerie in Gaza maakt geen onderscheid tussen militanten en burgers. De meeste van de 50.021 slachtoffers, bijna 70 procent, zijn vrouwen en kinderen.

Mogelijk bijna 200.000 doden

Verschillende waarnemers denken dat het genoemde aantal van 50.000 doden lager is dan de werkelijkheid. “Het zou kunnen dat ze hoger zijn dan wordt aangegeven,” zei Barbara Leaf, de voormalige Amerikaanse assistent-minister van Buitenlandse Zaken voor het Nabije Oosten, eind 2023.

Volgens de London School of Hygiene and Tropical Medicine en de universiteiten van Cambridge, Nagasaki en Yale, lag het dodental begin dit jaar op bijna 70.000. The Lancet, een belangrijk tijdschrift voor de medische wetenschap, berekende vorig jaar in juli dat het dodental mogelijk nóg hoger ligt: bijna 200.000. Dat zou neerkomen op bijna 10 procent van de totale bevolking van Gaza.

Waarom melden de autoriteiten in Gaza een lager aantal?

Het ministerie in Gaza hanteert een aantal regels voor het tellen van de doden. Het lichaam van een overleden Palestijn moet naar een ziekenhuis worden gebracht en geïdentificeerd kunnen worden. Lichamen die compleet zijn verdampt door de bommen, die nog onder het puin liggen of niet meer te herkennen zijn, worden dus niet meegerekend.

Veel Gazanen worden meteen ter plekke begraven, omdat mensen vanwege het brandstoftekort en de verwoeste infrastructuur de overgebleven ziekenhuizen moeilijk kunnen bereiken. Deze personen worden dus ook niet meegenomen in de tellingen.

Israël heeft eergisteren bewoners van delen van Rafah bevolen te vertrekken en is een grondoffensief begonnen. Bij luchtaanvallen op de Gazastrook zijn gisteren al tientallen doden gevallen, meldde nieuwszender Al Jazeera.

Einde bestand

Israël heeft een op 19 januari ingegaan bestand met de Palestijnse beweging Hamas deze week verbroken en voert weer zware luchtaanvallen uit op de strook. Daarbij zijn tot nu toe meer dan 630 Palestijnen gedood. Ook blokkeert Israël nog steeds voedsel, water, brandstof en elektriciteit naar Gaza.

Israël zegt dat het de aanval is gestart omdat Hamas zou weigeren om de resterende gijzelaars vrij te laten. “Hamas heeft wel degelijk nageleefd wat er is afgesproken en was ook bereid om serieus over te gaan naar fase 2“, zegt voormalig topdiplomaat Robert Serry, in het verleden onder meer VN-gezant in het Midden-Oosten. “Ik ga hier niet goedpraten wat Hamas doet en heeft gedaan, maar het is nu heel duidelijk dat Israël het bestand heeft gebroken.”

EINDE

 

 

TROUW
474 PAGINA’S MET KINDERNAMEN. ZO ZIET DE HELE LIJST VAN
GEDODE GAZANEN ERUIT
29 MAART 2025
Op de lijst met geregistreerde doden die het ministerie van Gezondheid in Gaza bijhoudt, staan inmiddels al meer dan 50.000 namen.
Dit zijn de eerste 19 personen op de lijst, met uiterst rechts de leeftijd bij overlijden.

Op de eerste 27 pagina’s staan de kinderen van nul jaar oud. Daarna komen de eenjarigen: bijna 26 pagina’s. Dan de kinderen van twee: 25 pagina’s. De driejarigen: bijna 24 pagina’s .

Het Gazaanse ministerie van Gezondheid publiceerde vorige week een geüpdatete versie van de lijst met geregistreerde doden, die het sinds anderhalf jaar bijhoudt. Inmiddels staan er 50.021 namen op, verspreid over 1516 pagina’s. Tot pagina 474 worden alleen maar kinderen genoemd. Wie de hele lijst uitprint en vervolgens één pagina per seconde omdraait, is bijna 26 minuten bezig om alles door te nemen.

Deze meest recente versie loopt van 7 oktober 2023 tot 23 maart van dit jaar. De lijst is geordend opgezet: in de linkerkolom staat het nummer waaronder iemand op de lijst te vinden is. Daarna volgen de voornaam, verdere namen, achternaam, het ID-nummer, de geboortedatum en het geslacht. In de uiterst rechterkolom staat de leeftijd.

Duizenden mensen staan niet op de lijst

Degenen die in de lijst zijn opgenomen, zijn meestal geregistreerd in de ziekenhuizen of mortuaria waar ze zijn binnengebracht. Maar het is met de tijd, nu steeds minder ziekenhuizen nog functioneren, moeilijker geworden de registratie op deze manier uit te voeren.

Het ministerie zegt ook begonnen te zijn met het verwerken van doden gemeld door hulpverleners en in de media, als alle informatie verzameld kan worden. De duizenden mensen die niet geïdentificeerd of vermist zijn, staan niet op de lijst.

Werkelijke dodental ligt waarschijnlijk hoger

Emily Tripp is directeur van Airwars, een organisatie die onderzoek doet naar burgerslachtoffers in conflictgebieden. “Het is zeldzaam dat we de beschikking hebben over zulke lijsten”, zegt ze. “Wij hebben niet eerder een conflict onderzocht waar officiële instanties dit in zoveel detail registreren.” De organisatie heeft een tool ontwikkeld op basis van de gepubliceerde lijsten – de meest recente update van het ministerie moet daarin nog verwerkt worden – waardoor iedereen ze online kan doorzoeken.

Er zijn natuurlijk dingen om rekening mee te houden, vertelt ze. Zoals het feit dat het ministerie in deze lijsten geen onderscheid maakt tussen burgers of strijders. Maar ze benadrukt dat de lijsten over het algemeen als betrouwbaar worden gezien, iets wat ook blijkt uit eigen onderzoek.

“Toen het ministerie begon met het publiceren van deze lijsten, wilden we dat testen. We deden ons eigen opensource-onderzoek – bijvoorbeeld door het verzamelen van nieuwsberichten of informatie die door ooggetuigen of familieleden van slachtoffers op sociale media zijn geplaatst – om te proberen die namen te matchen met de namen op de lijst van het ministerie.

“We ontdekten dat er een grote overlap was. Maar ook dat een aanzienlijk aantal namen die wij hadden gevonden niet op de lijst stonden. Dat kan door verschillende dingen komen: het gaat om mensen die niet geïdentificeerd konden worden, omdat ze nog vermist zijn. Of omdat hun dood niet geregistreerd is door het ziekenhuis waar ze binnen zijn gebracht, om wat voor reden dan ook. We moeten zeker verwachten dat het werkelijke dodental hoger ligt.”

Veel mensen die op de meest recente versie van de lijst zijn toegevoegd, werden gedood op 18 maart. Die ochtend brak Israël het staakt-het-vuren, toen officieel van kracht, met een reeks vernietigende bombardementen. Airwars doet hier nog onderzoek naar, zegt Tripp, maar de voorlopige gegevens wijzen erop dat deze dag met een ongekende intensiteit is gebombardeerd. “Zoiets hebben we nog niet eerder gezien.”

8220. Bisan al-Farran (9 jaar) en

11695. Ayman al-Farran (13 jaar).

De plek waar Bisan, haar broer Ayman, en andere familieleden verbleven in Khan Younis werd vroeg in de ochtend gebombardeerd. Op beelden die online gedeeld zijn door lokale journalisten, is te zien hoe de kinderen allebei in een lijkenzak zijn gelegd, een zwarte en een witte, terwijl hun vader en andere familieleden afscheid nemen.

27076. Alaa Okal (28 jaar).

Alaa zat ’s ochtends in alle vroegte thuis in zijn appartement in Deir al-Balah, in het midden van Gaza, toen het geraakt werd door een Israëlisch bombardement.

De 28-jarige medewerker van Artsen zonder Grenzen was een half jaar geleden begonnen bij de hulporganisatie. Hij werkte in het nabijgelegen veldhospitaal, dat AzG in de stad heeft opgezet. Alaa is de tiende AzG-hulpmedewerker die in het afgelopen anderhalf jaar in Gaza is gedood.

“We zijn woest dat veel van deze mensen gedood zijn terwijl ze hulp boden aan patiënten, of schuilden met hun families”, aldus de organisatie.

18730. Afnan Ghanam (20 jaar) en

?. Mohammed Abu Hilal (1 jaar). Zijn naam is niet op de lijst te vinden.

De tent waarin de 20-jarige Afnan en haar eenjarige zoontje Mohammed verbleven, in Al-Mawasi, werd op de ochtend van die 18de maart ook vernietigd door een bombardement.

Haar man Alaa Abu Hilal was op dat moment in Rafah, om te kijken of er nog iets over was van hun huis. Hij werd gebeld met het nieuws dat zijn gezin was gedood. Afnan was zeven maanden zwanger van hun tweede kind.

Afnan was niet zomaar een echtgenote, vertelde Alaa tegen een journalist van Al-Arabiya. “Ze was mijn vriend, ze was mijn metgezel.”

Afnan en Mohammed deelden een verjaardag, 20 februari, en hebben die één keer samen kunnen vieren. Alaa: “En nu zijn ze op dezelfde dag gedood”.

EINDE

EUROPA SCHIET TEKORT IN GAZA
CAROLINE GENNEZ [MINISTER VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,
BELGIE]
De EU moet alle mogelijke vreedzame middelen overwegen tegen Israël, inclusief sancties en het opschorten van het Associatieakkoord, en de Palestijnse staat erkennen.

In december 2022 werd in Israël een extreemrechtse en religieus-nationalistische regering ingezworen, onder leiding van premier Netanyahu. Het leven voor de Palestijnen in Gaza en de West Bank werd onder deze regering nog moeilijker. Het momentum om een politieke doorbraak te forceren voor een vreedzame tweestatenoplossing was daarmee helemaal verdwenen. De Europese Unie (EU) bleef één van de grootste humanitaire en ontwikkelingsdonoren van Palestina en een belangrijke handelspartner van Israël, maar was lauw in haar veroordeling van het kolonistengeweld op de West Bank en het gebrek aan democratie bij de Palestijnen.

Deze lethargie werd abrupt verstoord door de brute terroristische aanval van Hamas op 7 oktober, gevolgd door een destructieve oorlog in Gaza en de collectieve bestraffing van de Palestijnse bevolking daar. Dit was hét moment waarop de EU kon laten zien dat het pal stond voor mensenrechten en humanitair recht – waarden die we beschouwen als de kern van onze Unie. Na meer dan zes maanden oorlog heeft de EU onvoldoende als blok opgetreden.

VERDEELDHEID EN TEGENSTELLINGEN LEIDEN TOT BESCHEIDEN AMBITIES

Het beleid van de EU is niet uniform. Bepaalde lidstaten, zoals Spanje, Ierland en ook België, hebben scherpe en harde kritiek geuit op het bloedbad en de destructie in Gaza en pleiten voor de nodige tegenmaatregelen. België heeft hierin zelfs een voortrekkersrol opgenomen. Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, Josep Borrell, heeft de acties van Israël in Gaza na 7 oktober al meerdere keren veroordeeld. Aan de andere kant zien we grote steun voor Israël bij de voorzitter van de Commissie, Ursula von der Leyen, de Hongaarse commissaris Oliver Varhelyi en landen zoals Duitsland en Oostenrijk.

Dit zorgt voor een EU van te veel verdeeldheid en tegenstellingen – en nog erger: een EU die toekijkt. De EU-top van maart was de eerste keer dat bijna alle EU-leiders het eens werden over een staakt-het-vuren. Tegen die tijd waren er al meer dan 30.000 doden, lag het overgrote deel van Gaza in puin en waren twee miljoen mensen ontheemd en bedreigd door honger en ziekte. Zoals Borrell het treffend verwoordde: “Van de grootste openluchtgevangenis ter wereld is Gaza veranderd in het grootste openluchtkerkhof.” Hard to disagree.

Harde vaststelling: Als Europeanen zijn we niet in staat om de loop van deze oorlog te beïnvloeden. En daar is de interne verdeeldheid debet aan.

Harde vaststelling: Als Europeanen zijn we niet in staat om de loop van deze oorlog te beïnvloeden. En daar is de interne verdeeldheid debet aan. Bovendien heeft het gebrek aan actie van Europese landen en het Westen tegen Israëls schendingen van het internationaal (humanitair) recht het beeld van “dubbele standaarden” versterkt. Terwijl de roep om meer hard power terecht luider klinkt in Europa, kieperen we onze geloofwaardigheid en soft power door ramen en deuren naar buiten in het Midden-Oosten. Onze rol in de wereld wordt grotendeels bepaald door de mate waarin we consequent, zij het pragmatisch, de universele waarden en rechten, waarvoor we zelf zeggen te staan, verdedigen. Daarom volgen onze partners in de wereld – en onze rivalen – nauwgezet onze positie in dit conflict. En terecht.

Wat we minstens wél doen is de Palestijnen humanitair blijven bijstaan, en alles wat we kunnen om nog erger te voorkomen. Dit omvat samenwerken met partners in de regio en de VS om de voedselblokkade te doen stoppen en op allerlei manieren humanitaire hulp tot bij de bevolking te brengen. De schrijnende crisis dwong sommige EU-lidstaten zelfs tot onorthodoxe acties, met initiatieven zoals airdrops en maritieme corridors.

HET IS ESSENTIEEL DAT WE EEN GROTERE ROL OPNEMEN

De Europese reactie op de oorlog in Gaza is tot nu toe grotendeels tekortgeschoten, zowel op moreel als op strategisch vlak. De EU heeft nog steeds de kans om haar reputatie te herstellen door actief bij te dragen aan een legitieme politieke oplossing voor het conflict tussen de Palestijnen en Israël. Een serieuze inspanning voor vrede is niet alleen in het belang van de regio, maar ook van de EU zelf. Het is essentieel dat we een grotere rol opnemen in de regio. Dit is waar ik dagelijks aan werk, waarvoor ik mijn stem gebruik en mijn netwerk mobiliseer.

Hoewel de situatie ter plaatse aanzienlijk moeilijker is geworden dan dertig jaar geleden, blijft de tweestatenoplossing de enige haalbare weg naar vrede in de regio.

De EU moet alle mogelijke vreedzame middelen overwegen, inclusief sancties en het opschorten van het Associatieakkoord met Israël. Als je nu die mensenrechtenclausule niet activeert, waarom er dan nog een opnemen? We moeten alles in het werk stellen om te streven naar de opbouw van een volledig soevereine Palestijnse staat, die de waardigheid van het Palestijnse volk herstelt en vrede en veiligheid voor zowel Israël als Palestina garandeert. De erkenning van de Palestijnse staat is, wat mij betreft, een noodzakelijke eerste stap, waarbij we samen met regionale partners moeten werken aan een vredesconferentie om de tweestatenoplossing te realiseren. Hoewel de situatie ter plaatse aanzienlijk moeilijker is geworden dan dertig jaar geleden, blijft dit de enige haalbare weg naar vrede in de regio. Daarom moet dit ons doel en onze inzet zijn. Anders blijven we gevangen in een eindeloze spiraal van rancune en geweld van generatie op generatie, van oorlog tot oorlog.

Reacties uitgeschakeld voor Noot 106/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noot 105/Israel raast en tiert!

[105]
De EU heeft in het afgelopen jaar weinig gedaan om de agressie van Israël te stoppen. Haar samenwerking ging verder zonder enige aarzeling. Op basis van Artikel 2 van het Associatieakkoord kan de EU Israël sanctioneren indien het de mensenrechten en democratische principes met de voeten treedt. De EU heeft echter geen beroep gedaan op deze sanctiemogelijkheid. Integendeel, de samenwerking omtrent datatoegang werd verlengd in januari 2024. Josep Borrell, de EU-buitenlandvertegenwoordiger, riep in juni 2024 wel op om een associatievergadering te houden om de mensenrechtenschendingen te bespreken, maar de Israëlische regering wil enkel deelnemen als ook andere bilaterale zaken aan bod komen.
ZIE VOOR GEHELE ARTIKEL, NOOT 4
”Relations between the Parties, as well as all the provisions of the Agreement itself, shall be based on respect for human rights and democratic principles, which guides their internal and international policy and constitutes an essential element of this Agreement.”
ARTICLE 2, EURO MEDITERRIAN AGREEMENT
ESTABLISHING AN ASSOCIATION BETWEEN THE
EUROPEAN COMMUNITIES AND THEIR MEMBER STATES OF THE
ONE PART, AND THE STATE OF ISRAEL, OF THE OTHER PART
21 JUNE 2000

EU keert zich af

Toch is één ding onmiskenbaar: de EU keert zich steeds meer af van Israël. In februari pleitten Ierland en Spanje al voor een ‘urgent onderzoek’ naar het verdrag. Toen leverde dat enkel lauwe reacties op. Nu willen de lidstaten unaniem dat de Associatieraad zo snel mogelijk bij elkaar komt om te praten over de mensenrechtensituatie in Gaza. Zelfs een land als Duitsland, traditioneel Israëlgezind, is veel kritischer geworden.”

VOLKSKRANT

ALS BELANGRIJKSTE HANDELSPARTNER

VAN ISRAEL HEEFT DE EU EEN SERIEUS

DRUKMIDDEL, MAAR DE UNIE IS VERDEELD

28 MEI 2024

https://www.volkskrant.nl/buitenland/als-belangrijkste-handelspartner-van-israel-heeft-de-eu-een-serieus-drukmiddel-maar-de-unie-is-verdeeld~bb08863b/

Het Europese geduld met Israël begint op te raken. Na de recente dodelijke luchtaanval op Rafah, kort na een kritisch vonnis van het VN-gerechtshof, gaan de lidstaten om de tafel om de handelsbetrekkingen met het land te bespreken. Maar durft de EU ook te bijten, of blijft het bij dreigementen?

Terwijl Israëlische tanks dinsdag het centrum van Rafah binnenreden, wapperde boven regeringsgebouwen in Ierland de Palestijnse vlag. De erkenning van de Palestijnse staat door Ierland, Spanje en Noorwegen ging dinsdag officieel in. De Ierse premier Simon Harris riep andere landen op dit voorbeeld te volgen. ‘Europa kan en moet veel meer doen’ om een wapenstilstand in de Gazastrook tot stand te brengen, aldus Harris.

Volgens critici als Harris is de Europese Unie te langzaam en te slap in haar optreden tegen het Israëlische geweld in Gaza. Toch sluit het diplomatieke net rond Israël zich langzaam maar zeker. Maandag besloten de Europese ministers van Buitenlandse Zaken de Associatieraad EU-Israël bij elkaar te roepen. Deze raad regelt het associatieverdrag op grond waarvan Israël belangrijke handelsvoordelen in de EU heeft. Ook bepaalt het verdrag dat Israël de mensenrechten moet naleven, iets waarop de EU de regering van premier Benyamin Netanyahu wil aanspreken.

Met het verdrag heeft de EU, de belangrijkste handelspartner van Israël, een drukmiddel in handen. Onduidelijk is echter in hoeverre de EU bereid is door te bijten, gezien de grote verdeeldheid van de lidstaten over de oorlog in Gaza. Landen als Hongarije, Tsjechië en Oostenrijk zullen zich waarschijnlijk tegen sancties of andere strafmaatregelen verzetten.

EU keert zich af

Toch is één ding onmiskenbaar: de EU keert zich steeds meer af van Israël. In februari pleitten Ierland en Spanje al voor een ‘urgent onderzoek’ naar het verdrag. Toen leverde dat enkel lauwe reacties op. Nu willen de lidstaten unaniem dat de Associatieraad zo snel mogelijk bij elkaar komt om te praten over de mensenrechtensituatie in Gaza. Zelfs een land als Duitsland, traditioneel Israëlgezind, is veel kritischer geworden.

De EU heeft Israël herhaaldelijk gewaarschuwd Rafah niet aan te vallen, evenals de leiders van talloze lidstaten, onder wie premier Rutte. Israël zet zijn offensief daarentegen gewoon door. Zo werd zondag een tentenkamp van vluchtelingen geraakt, waarbij minstens 45 doden vielen. Volgens Europese leiders is de aanval een zoveelste bewijs van de grove manier waarop Israël te werk gaat in de Gazastrook. Het Israëlische leger zei dinsdag dat de brand in het tentenkamp mogelijk is veroorzaakt doordat een Palestijns munitiedepot is geraakt. Premier Netanyahu sprak maandag van een ‘tragisch ongeval’.

Nu Israël zich niets aantrekt van de Europese waarschuwing, komt de EU onder druk te staan om maatregelen te nemen tegen het land. ‘We moeten ervoor waken dat onze regels en waarden door iedereen worden gerespecteerd, vooral door onze partners zoals Israël’, schreef de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib maandag op X. ‘Onze geloofwaardigheid staat op het spel.’

Twee maten

De druk op de EU wordt nog eens versterkt door de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof, dat Israël vrijdag opdroeg zijn aanval op Rafah te staken. De EU werpt zich altijd op als de verdediger van de internationale rechtsorde. Sinds het uitbreken van de Gazaoorlog wordt de EU door veel landen in het ‘mondiale Zuiden’ verweten met twee maten te meten. De Unie ondernam actie tegen de schendingen van het internationaal recht door Rusland in Oekraïne, maar reageerde aanvankelijk passief op schendingen door Israël. Door ongestraft te laten passeren dat Israël een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof naast zich neerlegt, verspeelt de EU haar geloofwaardigheid nog verder.

De uitspraak van het Hof ‘is bindend en moet worden uitgevoerd. Internationaal humanitair recht geldt voor iedereen, ook voor de Israëlische oorlogvoering’, zei de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock maandag. Netanyahu moet duidelijk worden gemaakt dat het negeren van het Internationaal Gerechtshof serieuze consequenties voor Israël zal hebben, aldus Baerbock.

Zo begint het geduld van de EU met Israël op te raken. Ook Micheál Martin, minister van Buitenlandse Zaken van het pro-Palestijnse Ierland, zei maandag verandering te bespeuren: ‘Voor de eerste keer heb ik een serieuze discussie over sancties gezien tijdens een EU-vergadering.’

Reacties uitgeschakeld voor Noot 105/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers

Noot 104/Israel raast en tiert!

[104]

EU EN ISRAEL-PALESTINA: INSTITUTIONELE HYPOCRISIE
Ursula Von der Leyen roept ‘Slava Ukraini’ in blauw-gele outfit voor het Europees Parlement, maar het lijkt ondenkbaar dat ze getooid in de keffiyeh ‘Free Palestine’ in het Arabisch zou roepen.

De Europese Unie (EU) staat er bij en kijkt er naar. De lauwe reactie van de Europese leiders tegenover de genocide in Gaza wekt veel cynisme maar weinig verbazing. In het EU-discours lijkt het alsof dit ‘conflict’ pas begonnen is op 7 oktober 2023, zonder oog te hebben voor de complexe geschiedenis van kolonisatie, holocaust, Nakba, bezetting en apartheid.

LANGE TREND VAN NALATIGHEID

De EU heeft in het afgelopen jaar weinig gedaan om de agressie van Israël te stoppen. Haar samenwerking ging verder zonder enige aarzeling. Op basis van Artikel 2 van het Associatieakkoord kan de EU Israël sanctioneren indien het de mensenrechten en democratische principes met de voeten treedt. De EU heeft echter geen beroep gedaan op deze sanctiemogelijkheid. Integendeel, de samenwerking omtrent datatoegang werd verlengd in januari 2024. Josep Borrell, de EU-buitenlandvertegenwoordiger, riep in juni 2024 wel op om een associatievergadering te houden om de mensenrechtenschendingen te bespreken, maar de Israëlische regering wil enkel deelnemen als ook andere bilaterale zaken aan bod komen.

Dit Associatieakkoord werd afgesloten in 1995 en ging in werking in 2000. Het voorziet in verregaande samenwerking, op het vlak van handel maar ook inzake wetenschap, technologie en cultuur. Concreet houdt de samenwerking in dat Israëlische instellingen kunnen deelnemen aan het ‘Horizon Europe’ programma van de EU (het negende meerjarig programma voor onderzoek en innovatie). In navolging van de campagnes voor een academische boycot van Israëlische onderzoeksinstellingen bleek trouwens dat het overgrote deel van de samenwerkingen bij de Universiteit Gent (en andere Vlaamse universiteiten) via Horizon Europe verliep.

De voorzichtigheid van de EU ten aanzien van Israël speelt al langer dan vandaag. Ook in 2021 reageerde de EU zeer zwak op de Israëlische repressie van de protesten tegen de verplaatsing van Palestijnen uit Sheikh Jarrah, een wijk in Oost-Jeruzalem. We zien een steeds terugkerende trend waarbij de EU bepaald gedrag van Israël impliciet (of expliciet) veroordeelt, maar zeer zelden de dader an sich bekritiseert.

INTERNE VERDEELDHEID OF REALPOLITIEKE AGENDA’S?

Het is een klassiek patroon dat de Verenigde Staten de leiding nemen in het westerse beleid tegenover het Midden-Oosten. De EU lijkt al decennialang onmachtig om enige invloed uit te oefenen. Europa is misschien wel een payer – met miljarden ontwikkelingshulp – maar zeker geen player. De verklaring lijkt bijna (te) voor de hand liggend: EU-lidstaten zijn typisch verdeeld over de kwestie. Deze trope over verdeeldheid en kleinste gemene deler was ook het voorbije jaar de dominante manier om het EU-debat te duiden.

Het klopt natuurlijk dat niet iedereen op dezelfde lijn stond. Landen zoals Duitsland, Hongarije en Tsjechië waren mild tegenover Israëlisch geweld, terwijl Ierland, Spanje en België een scherpere toon aansloegen. Ook binnen de Brusselse EU-instellingen waren de standpunten verdeeld. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen bezocht Israël al op 13 oktober 2023 en liet de Israëlische vlag projecteren op het Berlaymont-gebouw, terwijl de Hongaarse commissaris Olivér Várhelyi de EU-hulp aan Palestina probeerde te bevriezen en later op bezoek ging bij premier Benjamin Netanyahu en minister Yoav Gallant, beiden gezocht door het Internationaal Strafhof. Tegelijkertijd namen Borrell en de commissaris voor crisisbeheer Janez Lenarčič een meer kritische positie in en riepen op tot humanitaire pauzes en een staakt-het-vuren.

Maar deze framing is te eenvoudig. Een analyse van de EU-houding zou niet mogen stoppen bij de klassieke vaststelling van verdeeldheid. Er heerst een algemene Europese consensus dat handel, stabiliteit en veiligheid dé Europese doelstellingen zijn in de regio. De vrijwaring van Europese belangen is de bottom line. Daar horen trouwens ook energiebelangen bij, sinds de ontdekking van enorme gasreserves in Israël en Palestina.1 Het imago van de zwakke en verdeelde actor verhult het Europese ‘succes’ om deze agenda’s te verdedigen.

Dit is institutionele hypocrisie. De morele en politieke beoordeling van politici en regeringen is inferieur aan de manier waarop de institutionele complexiteit van de EU bijdraagt tot het verhullen van verantwoordelijkheden en verdoezelen van realpolitieke agenda’s.

Daarnaast zijn het vooral de Israëlische overheid en de VS-regering die grotendeels de parameters bepalen waarbinnen het beleid gevoerd wordt. Het komt de EU eigenlijk ook niet slecht uit dat ze algemeen als zwak en verdeeld beschouwd wordt en in de schaduw van de VS kan opereren. Progressieve politici kunnen hun (oprechte) verontwaardiging uiten zonder al te veel schade aan te richten aan de economische en geopolitieke agenda’s.

LABELING VAN PRODUCTEN UIT NEDERZETTINGEN

De institutionele hypocrisie baart beleidsdaden die progressief lijken maar weinig veranderen aan de status quo. Zoals het verplicht labelen van producten uit illegale Israëlische nederzettingen in 2015. In een arrest van 2019 bevestigde het Hof van Justitie dat lidstaten de Psagot wijn uit de gelijknamige nederzetting vlakbij Ramallah moeten labelen. Dit initiatief geeft een belangrijk signaal over de EU-veroordeling van de nederzettingenpolitiek en het komt zelfs radicaal over dankzij pro-Israëlische stemmen, die een parallel trokken met de antisemitische Jodenster onder het nazisme.

Maar de reikwijdte van het labelinginitiatief blijft beperkt tot nederzettingen, dus amper een paar procent van de Israëlische export naar de Europese markt, en het blijkt quasi-onmogelijk om te implementeren. Daarnaast blijkt dat niet het volledige productieproces opgenomen wordt. Zo hoeft een product dat uit een bezet gebied komt, maar daar niet volledig is afgewerkt, niet gelabeld te worden als ‘afkomstig uit bezet gebied’. Dat zorgt ervoor dat een groot (zo niet het grootste) deel van de handel buiten die regeling valt en nog altijd geniet van de voorkeurstarieven van de EU. Ook de Belgische douanediensten hebben het moeilijk om de correcte toepassing van de labels op te volgen.

Daarom gaan opnieuw stemmen op om een verbod in te voeren op producten uit nederzettingen, iets wat ngo’s al decennialang vragen. In België ligt een wetsvoorstel op tafel2, dat gesteund werd door CD&V, Vooruit/PS en Groen/Ecolo, maar dat geen meerderheid vond binnen de Vivaldi-regering. Idealiter geldt zo’n handelsverbod van producten uit Israëlische nederzettingen (of uit Israël als geheel) op EU-niveau.

WEL EUROPESE EENSGEZINDHEID OVER OEKRAÏNE

Over sommige zaken is er binnen de EU trouwens wel eensgezindheid. Er bestaat al decennialang een gemeenschappelijk Europees standpunt rond de verdediging van de pre-1967 grenzen (de ‘Groene Lijn’) en de tweestatenoplossing. Of dat iets is om trots op te zijn als EU-burgers is nog maar de vraag. Hoe pakt men bijvoorbeeld het onrecht van 1948 en nadien aan? Waarom blijft men ritueel de tweestatenoplossing bepleiten, hoewel niemand er nog in gelooft? Europese leiders waren het er ook al lang over eens dat politieke conditionaliteit tegenover Israël uit den boze is. De commerciële relaties met Israël hoeven dus niet verstoord te worden met politieke discussies en het autoritaire bestuur van de Palestijnse Autoriteit wordt nauwelijks aan de kaak gesteld.

De Russische invasie in Oekraïne toont dat de EU wel degelijk snel, kordaat en eensgezind kan reageren. Sinds februari 2022 zagen we een ongeziene bevoorrading van wapentuig voor het Oekraïense leger, een grondige heroriëntering van EU-budgetten ten nadele van het Globale Zuiden en ten voordele van de oostelijke buren, verregaande sancties tegen Russische elites, en zelfs de toekenning van de status van kandidaat EU-lid voor Oekraïne. Iets gelijkaardigs gold overigens voor de zogenaamde ‘vluchtelingencrisis’ in 2015, die meteen leidde tot massale economische en diplomatieke steun voor regimes die het Fort Europa in stand helpen houden. Binnen de EU is veel gebakkeleid over de vluchtelingenallocatie (een mooi staaltje van eurocratisch eufemisme), maar Europese leiders waren het er snel en roerend mee eens dat we het grensbewakingsagentschap Frontex moeten versterken en akkoorden moeten afsluiten met Tunesië en Libië.

Het punt is: onderliggend aan institutionele complexiteiten en nuanceverschillen in aanpak, situeren zich economische en geopolitieke agenda’s die meer fundamenteel vormgeven aan het EU-beleid.

HOOP VOOR DE EU?

De politieke kaarten in de EU liggen niet zeer gunstig voor ambitieuze initiatieven onder de komende Commissie (2024-2029). Het gewicht van centrum- en radicaal-rechtse politici is toegenomen in het Europees Parlement. Centraal- en Oost-Europese landen, waar doorgaans meer sympathie heerst voor de Israëlische staat, staan meer dan ooit op hun strepen. Bovendien zal de Commissie opnieuw geleid worden door Von der Leyen en zal het buitenlands beleid waargenomen worden door EU-Buitenlandvertegenwoordiger Kaja Kallas (een liberale politica en voormalig premier van Estland) en de commissaris voor de Mediterrane Regio Dubravka Šuica (huidige Kroatische commissaris voor Democratie en Demografie, van christendemocratische signatuur). Deze politici hebben vooralsnog weinig moed getoond om de Palestijnse belangen te verdedigen en hun politieke partijen toonden vooral sympathie voor de Israëlische posities.

Toch zijn er enkele meer hoopvolle signalen. In het bijzonder is er de internationale rechtspraak, zoals het advies van het Internationaal Gerechtshof van 19 juli 2024 dat derde landen oproept om op geen enkele manier bij te dragen aan de illegale Israëlische bezetting (althans die van 1967). In principe is de uitspraak niet bindend, al is het heel dubieus om als land het advies van het ICJ niet te volgen en toch medeplichtig te zijn aan bezetting. De uitspraak kan daarbij ook worden gebruikt door de publieke opinie om druk te zetten op Europa. In Nederland heeft SOMO (Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen), samen met burgerorganisaties, de Nederlandse staat aangeklaagd wegens het niet volgen van de rechtspraak van het ICJ. Het gaat om zowel het advies van juli 2024 als om de uitspraak van januari 2024, waarbij het Hof besliste dat Israël aannemelijk een genocide pleegt die men moet stoppen. Landen die deze adviezen niet aannemen, zijn medeplichtig.

De wapenhandelkwestie zal een graadmeter zijn voor de handhaving van het internationaal recht. Momenteel leveren diverse landen wapens aan Israël en vice versa. Volgens de logica van de institutionele hypocrisie staat ‘Europa’ hier zwak omdat dit grotendeels de bevoegdheid is van lidstaten. De EU kan enkel een softe druk uitoefenen op hun exportregimes, maar de voorbije jaren zien we wel een europeanisering van het wapenbeleid, steeds meer EU-gedreven interventies in de defensie-industrie, en een effectieve druk van de EU om wapenleveringen aan Oekraïne te verhogen. De komende tijd zal de EU dus noodgedwongen moeten inschatten in hoeverre haar commerciële en geopolitieke belangen in de regio nog opwegen tegen medeplichtigheid aan een genocide en een regionale oorlog.

AFLEIDINGSMANOEUVRES

Het kan evengoed dat de EU zich comfortabel schikt in een tussenpositie die niet raakt aan bestaande machtsverhoudingen. En in de plaats daarvan gaat focussen op absurde thema’s die afleiden van de kern. Zo ging het belangrijkste Israël/Palestina debat in het Europees Parlement sinds 2018 over … Palestijnse handboeken. Pro-Israëlische lobbies brandmerkten, met behulp van pseudo-wetenschappelijke studies, Palestijnse handboeken van het ministerie van Onderwijs als haatdragend en antisemitisch. Dit dient als argument om Europese steun voor de onderwijssector in Palestina terug te trekken. Vooral ook om pro-Palestijnse stemmen in het defensief te duwen rond dit non-issue. Sommige europarlementairen gingen zelfs zover om de misdaden van 7 oktober toe te schrijven aan de haat die in Palestijnse handboeken gepredikt zou worden.

Een gelijkaardige situatie zagen we het voorbije jaar met de stemmingmakerij rond de Europese financiering voor humanitaire hulp aan Palestina via de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA), omdat een aantal personeelsleden tot de Hamas strijders zouden behoren. Veel politieke energie ging verloren in deze kwesties, terwijl de Israëlische strijdkrachten hun operaties verderzetten.

FALEN VAN HET EUROPESE PROJECT

Niemand verwacht uiteraard dat de EU de complexe situatie in het Midden-Oosten kan oplossen. Gezien de historiek van interventie door Europese grootmachten, namelijk via de kolonisatie van de regio en het antisemitisme dat resulteerde in de Holocaust, is het vooral raadzaam dat Europa zich bescheiden opstelt. Dat betekent dus ook zich onthouden van het vredesnarratief. Men ziet soms de bekomen vrede in Europa na de Tweede Wereldoorlog als een model of scenario voor wat mogelijk zou zijn in het Midden-Oosten.

Maar historisch onderzoek heeft aangetoond dat de Europese vredesmythe grotendeels incorrect is – iets wat men in het Globale Zuiden overigens al lang wist. Europese integratie ging altijd ook om het verderzetten van het koloniale project. Het zou al een goed begin zijn als EU-leiders even in de spiegel kijken en hun retorische pleidooien voor vrede, democratie, mensenrechten, liberale waarden, zelfbeschikkingsrecht toetsen aan hun aanpak niet alleen tegenover Rusland maar ook tegenover Israël.

Het contrast met het EU-beleid tegenover Rusland illustreert het ware falen van het Europese project. Dit is meer dan ooit duidelijk voor het overgrote deel van de wereld (lees: het Globale Zuiden) en leidt binnen Europa tot frustraties dat deze landen ‘ons’ model niet langer volgen. Als het over Oekraïne gaat, dan hebben Von der Leyen en Borrell het over de ‘Europese familie’ en de ‘Oekraïense helden’; als het over Palestijnen gaat, dan spreken ze over terroristen en anonieme mensen zonder enige agency. Dit contrast illustreert hoe Europa er tot op vandaag niet in slaagt om haar koloniale wereldbeeld bij te sturen.3

EINDNOTEN

  1. Del Sarto, RA (2019) Stuck in the Logic of Oslo: Europe and the Israeli-Palestinian Conflict. The Middle East Journal, 73(3), pp. 376-396.
  2. De hoorzitting in de Kamer geeft een goed beeld van de discussie: https://www.lachambre.be/FLWB/PDF/55/3673/55K3673002.pdf.
  3. Zie Oleart, A & Roch, J (2024), The colonial imaginary of ‘Europe’ in the EU’s asymmetrical response to the Russian and Israeli aggressions: Ukraine as a member of the ‘family’ while ‘othering’ Palestine. Niet-gepubliceerde paper.

Reacties uitgeschakeld voor Noot 104/Israel raast en tiert!

Opgeslagen onder Divers