[21]
BBB
STRENG MET MENSELIJKE MAAT:
BBB OVER MIGRATIE
13 FEBRUARI 2023
ZIE VOOR GEHELE TEKST, NOOT 20
[22]
VOLKSKRANT
VELE DUIZENDEN OEKRAIENSE VLUCHTELINGEN KEREN
DAGELIJKS TERUG NAAR HUN THUISLAND
4 APRIL 2022
Bij de Oekraïense grens registreren grenswachten steeds vaker vluchtelingen die terugkeren naar eigen land. In Nederland worden de laatste dagen weinig extra opvangplekken gevonden voor inkomende Oekraïense vluchtelingen.
Ongeveer 600 duizend Oekraïners teruggekeerd, ondanks aanhoudend oorlogsgeweld
Terwijl dagelijks tienduizenden het oorlogsgeweld in Oekraïne ontvluchten en heil zoeken bij een van de buurlanden, besluiten ook velen het tegenovergestelde te doen: terugkeren naar huis. In totaal zijn ongeveer 600 duizend Oekraïners sinds de Russische inval teruggekeerd via de westelijke grens met de EU en Moldavië, blijkt uit cijfers van de Oekraïense grenswacht. De redenen voor de terugkeer zijn divers: sommigen kunnen geen geschikte huisvesting vinden, kampen met geldgebrek of zoeken hereniging met familie. Volgens de grensdienst bestaat de meerderheid van de terugkeerders uit mannen die willen meevechten tegen Rusland. Sinds 1 maart zijn iedere dag minstens elfduizend personen teruggekeerd, oplopend naar gemiddeld twintigduizend per dag in de afgelopen week.
Meer dan 4,2 miljoen mensen zijn Oekraïne ontvlucht in de afgelopen zes weken. Het grootste deel vertrok naar Polen. Zeker 6,5 miljoen personen zijn binnenlands op de vlucht geslagen. Dat betekent dat ongeveer een op vier Oekraïners het huis heeft verlaten sinds de Russische invasie.
Aantal opvangplekken voor Oekraïners groeit nauwelijks
Nederlandse gemeenten hebben de laatste dagen weinig extra opvangplekken voor Oekraïners gevonden. Sinds afgelopen donderdag kwamen er verspreid over Nederland 42 opvangplekken bij. Dat blijkt uit de recentste cijfers van het ministerie van Justitie en Veiligheid. In dezelfde periode steeg de bezetting van de bedden met bijna 1.800. Afgelopen donderdag waren 21.113 bedden bezet. Inmiddels zijn dat er 22.907. Daarmee is nu ruim 70 procent van de opvangplekken in gebruik. In de laatste week van maart kwamen er in door gemeenten beschikbaar gestelde locaties nog dagelijks gemiddeld 870 bedden bij. De totale capaciteit van de opvang ligt nu op 31.862 bedden.
EINDE ARTIKEL
”Het aantal Oekraïense vluchtelingen in Nederland neemt nog altijd toe. Maar tegenover alle mensen die hier binnenkomen, staat af en toe ook iemand die besluit om Nederland weer te verlaten en terug te gaan naar Oekraïne. Dat laten meerdere veiligheidsregio’s weten”
”De regio’s benadrukken dat het nog niet om grote aantallen gaat. ,,Op dit moment zien wij regionaal geen trend, er zijn slechts enkele gevallen bekend op de opvanglocaties”, aldus de regio Midden- en West-Brabant. IJsselland laat weten dat er terugkeerders zijn “maar wij zien hierin geen patroon, het gaat om een handjevol mensen”. Twente ziet “wel een enkele vluchteling vertrekken, soms richting familie en vast ook een enkele keer richting Oekraïne, maar dit zijn geen substantiële cijfers”.
….
….
”Volgens de regio IJsselland vertrekken Oekraïners onder meer om te worden herenigd met “achterblijvers die in een relatief rustige plaats in Oekraïne zijn. En soms kunnen mensen niet aarden in Nederland en willen ze daarom terug naar Oekraïne.”
AD
HER EN DER KEREN VLUCHTELINGEN TERUG
NAAR OEKRAINE: ”SOMS KUNNEN MENSEN
NIET AARDEN”
16 APRIL 2022
Het aantal Oekraïense vluchtelingen in Nederland neemt nog altijd toe. Maar tegenover alle mensen die hier binnenkomen, staat af en toe ook iemand die besluit om Nederland weer te verlaten en terug te gaan naar Oekraïne. Dat laten meerdere veiligheidsregio’s weten.
De regio’s benadrukken dat het nog niet om grote aantallen gaat. ,,Op dit moment zien wij regionaal geen trend, er zijn slechts enkele gevallen bekend op de opvanglocaties”, aldus de regio Midden- en West-Brabant. IJsselland laat weten dat er terugkeerders zijn “maar wij zien hierin geen patroon, het gaat om een handjevol mensen”. Twente ziet “wel een enkele vluchteling vertrekken, soms richting familie en vast ook een enkele keer richting Oekraïne, maar dit zijn geen substantiële cijfers”.
De regio Hollands Midden (Leiden en Gouda) hoort wel geluiden over terugkerende Oekraïners “maar wij hebben het nog niet in de cijfers terug gezien”. Gelderland-Zuid hoort het “hier en daar in de regio, maar heel concreet is dat niet”. Brabant-Noord krijgt “enige signalen, maar wij hebben er geen concrete voorbeelden van”.
Volgens de regio IJsselland vertrekken Oekraïners onder meer om te worden herenigd met “achterblijvers die in een relatief rustige plaats in Oekraïne zijn. En soms kunnen mensen niet aarden in Nederland en willen ze daarom terug naar Oekraïne.”
Andere regio’s zeggen dat ze geen zicht op terugkerende Oekraïners hebben. De vluchtelingen zijn vrij om binnen de Europese Unie te reizen, dus ook naar de grens met Oekraïne. ,,Als een vluchteling onze regio verlaat, wordt niet geregistreerd waar hij of zij zich naartoe verplaatst”, verklaart Zuid-Limburg, dat aan zowel Duitsland als België grenst. Ook de regio’s Flevoland, Utrecht, Gooi en Vechtstreek, Noord-Holland Noord, Zaanstreek-Waterland en Zuid-Holland Zuid weten niet of Oekraïners terugkeren naar hun vaderland.
EINDE ARTIKEL
[23]
ZIE NOOT 21
[24]
”Dat betekent dat we deze vluchtelingen niet zozeer moeten zien als gasten in ‘ons’ land, maar als nieuwkomers die – zo goed en zo kwaad als het gaat – hier een nieuw leven zullen moeten opbouwen. En dat betekent ook dat ze net als ieder ander een stem zouden moeten hebben in het hoogoplopende maatschappelijk debat dat nu vooral óver hen wordt gevoerd, maar waar ze zelf vooralsnog niet in worden gehoord. Wat zijn precies hun wensen en verwachtingen? Wat stellen zichzelf eigenlijk voor bij hun toekomst in Nederland? Het zijn vragen waar veel verschillende antwoorden op mogelijk zijn. Vragen die bovendien niemand anders voor deze vluchtelingen kan beantwoorden.”
MEER DAN ”GASTEN”: GEEF VLUCHTELINGEN
EEN STEM IN HET DEBAT
MATTHIJS VAN DE SANDE
16 NOVEMBER 2015\
Niemand in het land kan het zijn ontgaan. Al maandenlang voert de komst van duizenden vluchtelingen naar Nederland de boventoon in het publieke debat. Hoe en waar moeten al die mensen worden opgevangen? Hebben ze een toekomst in Nederland? En hoe zou die er dan uitzien? Maar wat wel opvalt, is dat dit debat eigenlijk alleen óver, en nooit mét die vluchtelingen wordt gevoerd. En dat is, op z’n zachtst gezegd, problematisch. In een samenleving die pretendeert “democratisch” te zijn, zou iedereen die het aangaat immers een stem moeten hebben in dat democratisch debat. En dat geldt dus ook voor deze groep nieuwe inwoners van Nederland.
Diverse Nederlandse gemeenten hebben zich de afgelopen maanden bijzonder gastvrij opgesteld, en honderden of zelfs duizenden vluchtelingen in hun midden verwelkomd. Dat is een groot goed: het is lang geen sinecure om in één keer zoveel mensen een onderdak te bieden en om de benodigde middelen daarvoor vrij te maken. Dit laatste geldt ook zeker niet in de laatste plaats voor Nijmegen. In het nabijgelegen Heumensoord werden maar liefst drieduizend slaapplaatsen voor vluchtelingen beschikbaar gemaakt. Spontaan meldden honderden Nijmegenaren zich aan als vrijwilliger om op het kamp in Heumensoord een steentje bij te dragen. Talloze gezinnen stelden hun huis open en verwelkomden vluchtelingen met een warme maaltijd. Nijmegen staat inmiddels te boek als de meest gastvrije stad in Nederland, en dat is best iets om trots op te zijn.
Gastvrijheid
Maar tegelijkertijd heeft “gastvrijheid” natuurlijk ook zo haar beperkingen. Want hoewel het natuurlijk heel fijn is om je ergens welkom te voelen, wordt van gasten doorgaans niet verwacht dat ze ook mee mogen praten over hoe het huishouden van de gastvrouw of -heer wordt bestierd. Gasten horen niet te klagen over de omstandigheden van hun verblijf. En het is uiteindelijk ook niet aan die gasten om te bepalen of, en hoe lang, ze nog mogen blijven.
De veelgemaakte vergelijking tussen vluchtelingen en “gasten” schiet om die reden wel een beetje tekort. Deze vluchtelingen hebben er immers niet voor gekozen om huis en haard te verlaten. Ze hebben een sprong in het onbekende gemaakt, puur omdat ze geen andere opties meer zagen. Of, wanneer en onder welke omstandigheden ze ooit nog naar het land van herkomst zullen kunnen terugkeren, valt bovendien nog maar te bezien. Maar ondertussen koesteren zij – net als ieder ander – wensen, hoop en verwachtingen voor hun toekomst. En die toekomst ligt, zoals het er nu naar uitziet, in Nederland.
Dat betekent dat we deze vluchtelingen niet zozeer moeten zien als gasten in ‘ons’ land, maar als nieuwkomers die – zo goed en zo kwaad als het gaat – hier een nieuw leven zullen moeten opbouwen. En dat betekent ook dat ze net als ieder ander een stem zouden moeten hebben in het hoogoplopende maatschappelijk debat dat nu vooral óver hen wordt gevoerd, maar waar ze zelf vooralsnog niet in worden gehoord. Wat zijn precies hun wensen en verwachtingen? Wat stellen zichzelf eigenlijk voor bij hun toekomst in Nederland? Het zijn vragen waar veel verschillende antwoorden op mogelijk zijn. Vragen die bovendien niemand anders voor deze vluchtelingen kan beantwoorden.
Democratie
Nederland gaat er prat op een democratisch land te zijn. Maar “democratie” betekent meer dan eens in de vier jaar stemmen. Het wil ook niet zeggen dat de mening van een meerderheid altijd doorslaggevend moet zijn. “Democratie” betekent in de eerste plaats dat de mensen wiens welzijn en toekomst het meest op het spel staan, zelf een belangrijke rol kunnen spelen in het debat. En dat de macht om uiteindelijk in dat debat tot belangrijke keuzes en beslissingen te komen, in eerste instantie vooral bij die betrokkenen zelf moet liggen. “Democratie” vooronderstelt dat je meer doet dan nieuwkomers in je gemeenschap als “gasten” te verwelkomen, maar dat je ze ook de ruimte geeft om mee te discussiëren en beslissen, en dat je hun wensen en noden serieus neemt.
Echte democratie vooronderstelt dan ook dat wie die rol in het maatschappelijk debat wordt ontzegd, uiteindelijk een grotere zicht- en hoorbaarheid voor zichzelf zal moeten opeisen. Dat doe je niet alleen of bij monde van iemand anders, maar zelf en gezamenlijk. En niet in halflege vergaderzalen of stoffige achterkamertjes, maar op straat, in het zicht van de hele samenleving.
Demonstreren
Dat is de reden dat we op 21 november gaan demonstreren. Om duidelijk te maken dat vluchtelingen meer zijn dan slechts “gasten” in een verwelkomende stad. Om gezamenlijk de stem te claimen waar zij als nieuwkomers in deze samenleving recht op hebben. En om te benadrukken dat we in Nederland minder moeten discussiëren óver vluchtelingen, en meer – veel meer – mét hen.
Mathijs van de Sande
EINDE ARTIKEL
”Maar volgens de Nijmeegse burgemeester Hubert Bruls (eveneens CDA, overigens) benadelen de demonstrerende Syriërs vooral hun eigen zaak. Hij begrijpt de verontwaardiging onder sommige van zijn eigen, “autochtone” burgers maar al te goed. “De onvrede van deze groep vluchtelingen voelt als ondankbaarheid”, zo laat hij in een lokale krant optekenen. En inderdaad: veel Nederlanders zullen dit protest ongetwijfeld zo opvatten – net zoals dat van Belal, die uiteindelijk onder druk toch maar naar Franeker is vertrokken. Geheel belangeloos stelden ze hun leegstaande vakantieparken, hun kapotgesubsidieerde sportzalen, en hun van God vergeten evenementenveldjes ter beschikking. En wat krijgen ze er nu voor terug? Stank voor dank! Waar halen die vluchtelingen het überhaupt vandaan om zo onbeschaamd te klagen over de behandeling die ze hier krijgen? Ze zijn hier potdorie toch te gast? Als je bij iemand blijft logeren, dan ga je toch ook niet staan actievoeren op het moment dat iets je even niet bevalt? In zo’n geval pas je jezelf toch ook gewoon maar een beetje aan?
Flesje wijn
Inderdaad: als ik thuis gasten ontvang, dan slapen ze doorgaans gewoon in het bed dat ík voor hen heb opgemaakt, en eten ze wat ík voor hen heb gekookt. En – niet onbelangrijk – op het moment dat ík genoeg van hen heb, zullen ze ook weer moeten vertrekken. Maar dat is dan ook meteen al waar de veelgemaakte vergelijking spaak loopt. Want Nederland is niet mijn huis, en de vluchtelingen die hier de afgelopen maanden strandden, zijn ook niet mijn gasten”
….
….
”Hoe vaak de vergelijking ook wordt aangehaald: vluchtelingen zíjn niet onze gasten. De keuze om naar Nederland te komen, is grotendeels niet door, maar voor hen gemaakt. Niemand – inclusief zijzelf – heeft om hun komst naar Europa gevraagd. Hun recht op onderdak, voeding en een ‘humane’ behandeling is ontleend aan het feit dat zij ook mensen zijn – niet aan de mate waarop wij al of niet bereid zijn hen hier “welkom” te heten”
VLUCHTELINGEN WELKOM”‘? WAT EEN ONZIN”!
MATTHIJS VAN DE SANDE
20 OCTOBER 2015
Belal is het beu. In de maand nadat de Syrische vluchteling in Nederland is aangekomen, werd hij al op vijf verschillende opvanglocaties ondergebracht. Samen met zijn zwangere vrouw werd hij talloze keren kriskras door het land gesleurd: van Ter Apel en Zeist, naar Hardenberg, Zwolle en Vriezenveen. En nu worden ze opnieuw geïnstrueerd hun koffers te pakken, want de bus staat al klaar om hen naar Franeker te torsen. Het valt nog maar te bezien, hoe lang ze daar dan weer zullen mogen blijven. Ten einde raad zoekt Belal de aandacht van de pers, aan wie hij vertelt niet langer aan overplaatsingen mee te werken, zolang er in zijn asielprocedure geen vooruitgang wordt geboekt.
Maar ook CDA-er Cornelis Visser, burgemeester van Vriezenveen, is bereid zijn woordje voor de camera te doen. Natuurlijk begrijpt hij dat het vervelend is voor deze mensen om zo van hot naar her door het land te worden versleept. Maar die vluchtelingen moeten ook begrijpen dat de burgemeester aan de dorpsbewoners had beloofd dat het maar tijdelijk zou zijn. Dat de dorpelingen echt “álles hebben gedaan wat ze konden om deze mensen te helpen”. Maar dat ze de sportfaciliteiten, waarin de vluchtelingen tijdelijk waren gehuisvest, nu toch echt terug in gebruik moeten nemen. De herfstvakantie staat namelijk voor de deur, en dan willen de kinderen graag naar het zwembad.
U leest het goed: vluchtelingen worden voor de vijfde keer in één maand naar een volgende aftandse sporthal gesjouwd, omdat de kinderen uit Vriezenveen willen zwemmen. En wellicht dat ze dan nog ‘geluk’ hebben dat ze niet naar Oranje hoeven, waar de lokale bevolking duidelijk te kennen heeft gegeven hen daar niet te willen hebben. Of naar Woerden, waar de opvanglocatie door gemaskerde mannen met nitraatbommen werd bestookt. Of naar Heumensoord bij Nijmegen, waar binnenkort drieduizend vluchtelingen de winterkou moeten trotseren in evenementtenten – tenten die volgens een van Nederlands grootste leveranciers zeker niet geschikt zijn om personen in te laten overwinteren.
Protest
Een aantal van de eerste zevenhonderd bewoners heeft recentelijk al geprotesteerd tegen de omstandigheden in dat Nijmeegse tentenkamp, waar ze wellicht tot in het voorjaar zullen moeten blijven. De echte winter moet nog komen, maar het is er nu al bijtend koud. Er is bijzonder weinig privacy (men slaapt met meerdere gezinnen in één ruimte), en ook de hygiëne schiet tekort. Om nog maar te zwijgen van de dagelijkse verveling en de voortdurende onzekerheid over de toekomst.
Maar volgens de Nijmeegse burgemeester Hubert Bruls (eveneens CDA, overigens) benadelen de demonstrerende Syriërs vooral hun eigen zaak. Hij begrijpt de verontwaardiging onder sommige van zijn eigen, “autochtone” burgers maar al te goed. “De onvrede van deze groep vluchtelingen voelt als ondankbaarheid”, zo laat hij in een lokale krant optekenen. En inderdaad: veel Nederlanders zullen dit protest ongetwijfeld zo opvatten – net zoals dat van Belal, die uiteindelijk onder druk toch maar naar Franeker is vertrokken. Geheel belangeloos stelden ze hun leegstaande vakantieparken, hun kapotgesubsidieerde sportzalen, en hun van God vergeten evenementenveldjes ter beschikking. En wat krijgen ze er nu voor terug? Stank voor dank! Waar halen die vluchtelingen het überhaupt vandaan om zo onbeschaamd te klagen over de behandeling die ze hier krijgen? Ze zijn hier potdorie toch te gast? Als je bij iemand blijft logeren, dan ga je toch ook niet staan actievoeren op het moment dat iets je even niet bevalt? In zo’n geval pas je jezelf toch ook gewoon maar een beetje aan?
Flesje wijn
Inderdaad: als ik thuis gasten ontvang, dan slapen ze doorgaans gewoon in het bed dat ík voor hen heb opgemaakt, en eten ze wat ík voor hen heb gekookt. En – niet onbelangrijk – op het moment dat ík genoeg van hen heb, zullen ze ook weer moeten vertrekken. Maar dat is dan ook meteen al waar de veelgemaakte vergelijking spaak loopt. Want Nederland is niet mijn huis, en de vluchtelingen die hier de afgelopen maanden strandden, zijn ook niet mijn gasten. Het waren oorlog, honger, dictatuur en een toenemende uitzichtloosheid die deze mensen naar Nederland brachten, en niet de wens om mij met een bezoek te verblijden. Ook heb ik hen niet zelf uitgenodigd: de vluchtelingen trotseerden woeste zeeën, kilometers prikkeldraad en talloze grenscontroles om hier te geraken. Ze kwamen hier niet naartoe om weer eens met mij bij te kletsen, herinneringen op te halen of samen een glas te drinken – maar omdat ze elders niet konden blijven of er hun leven zelfs niet zeker waren. Oh, en in de meeste gevallen hadden ze niet veel meer bij zich dan een paar schone kleren – niet eens een flesje wijn of exotische cadeautjes voor de ‘gastheer’!
Hoe vaak de vergelijking ook wordt aangehaald: vluchtelingen zíjn niet onze gasten. De keuze om naar Nederland te komen, is grotendeels niet door, maar voor hen gemaakt. Niemand – inclusief zijzelf – heeft om hun komst naar Europa gevraagd. Hun recht op onderdak, voeding en een ‘humane’ behandeling is ontleend aan het feit dat zij ook mensen zijn – niet aan de mate waarop wij al of niet bereid zijn hen hier “welkom” te heten. Hun recht om hier te zijn en om zich vrij over grenzen te bewegen, is niet minder elementair dan het onze. En hun eis om hier te mogen blijven en om deelgenoot te zijn van het maatschappelijk debat dat zich momenteel over hun rug afspeelt, is daarom niet minder dan legitiem.
Dankbaar
Alle goede bedoelingen ten spijt, is er in dat opzicht misschien wel iets mis met de enthousiaste wijze waarop deze vluchtelingen hier de afgelopen maanden door sommigen werden onthaald. Want wat zeg je eigenlijk, wanneer je iemand ergens “welkom” heet? Wat is werkelijk je boodschap, wanneer je een vluchteling, bij wijze van spreken, als “gast” in je “huis” onthaalt?
Wel, ten eerste impliceert het dat het inderdaad jouw huis betreft, en dat aan die eigendomsvraag niet getornd zal worden. Dat het uiteindelijk alleen van jou afhangt om te bepalen wie er al of niet mag komen of blijven, en hoe lang. Dat die “gast” weliswaar recht heeft op een goede behandeling, maar niet om erover mee te praten – laat staan om erover te klagen. En dat het welzijn en lot van die “gast” uiteindelijk in jouw handen ligt, en niet in die van haar- of hemzelf. Te stellen dat iemand bij jou “welkom” is, impliceert dat je er een zekere erkentelijkheid en inschikkelijkheid voor terug verwacht. Goede gasten, immers, kunnen niet vaak genoeg benadrukken hoe dankbaar ze je zijn.
In dat licht bezien, is het eigenlijk best onzinnig om te stellen dat vluchtelingen hier “welkom” zijn. Het plaatst ons in een positie die we niet kunnen of mogen innemen, want het suggereert dat we deze vluchtelingen net zo goed de deur zouden kunnen wijzen. Impliciet ontwijkt de slogan juist datgene dat centraal zou moeten staan in onze steun aan vluchtelingen: namelijk dat iedereen een onvervreemdbaar recht heeft om te leven waar, hoe en met wie zij of hij wil. Het “welkom” heten van vluchtelingen zegt eigenlijk meer over onszelf en over de verheven gevoelens van ruimhartigheid en onbaatzuchtigheid die we hieraan menen te moeten ontlenen.
Frame
Moeten we als solidair, internationalistisch links dit succesvolle frame dan maar overboord gooien? Niet direct, misschien: in de strijd tegen de heersende domrechtse opinie en het welig tierende racisme in onze samenleving komt het allicht van pas als middel om ons duidelijk en krachtig tegen rechts te blijven positioneren. De boodschap dat vluchtelingen “welkom” zijn, is herkenbaar en polariserend, en heeft in dat opzicht dus een groot politiek potentieel. Maar tegelijkertijd moet die boodschap wel gepaard gaan met een begrip dat het “welkom” heten van vluchtelingen als zodanig altijd tekort zal schieten. Dat we – als een van de rijkste landen ter wereld – meer kunnen en moeten doen dan mensen maandenlang te laten overwinteren in tochtige tentenkampen. Dat men wel degelijk recht tot klagen heeft, wanneer men voor een vijfde keer in één maand wordt verkast, omdat de kinderen van Vriezenveen nu eenmaal willen zwemmen. En dat ieder maatschappelijk debat over het welzijn en de toekomst van vluchtelingen uiteindelijk niet over, maar mét die vluchtelingen gevoerd zal moeten worden.
Mathijs van de Sande
EINDE ARTIKEL